Arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 20 oktober 2016 –

Tsjechië/Commissie

(Zaak T‑141/15)

„ELGF en Elfpo — Van financiering uitgesloten uitgaven — Bescherming van wijngaarden — Uitgaven verricht door de Tsjechische Republiek — Rechtszekerheid — Gewettigd vertrouwen”

Landbouw — Gemeenschappelijke ordening van de markten — Wijn — Ondersteunende maatregelen — Bijstandsprogramma — Voorlegging aan de Commissie — Programma dat van toepassing wordt na verloop van een termijn van drie maanden vanaf de voorlegging ervan — Bestaan van een onweerlegbaar vermoeden dat het programma verenigbaar is met het Unierecht — Geen (Art. 263, zesde alinea, VWEU; verordeningen van het Europees Parlement en de Raad nr. 966/2012, art. 54, lid 1, en nr. 1306/2013, art. 52, lid 1; verordening nr. 479/2008 van de Raad, art. 5, lid 2) (zie punten 31, 33, 38, 39, 44, 52‑54)

Beroep tot nietigverklaring — Handelingen waartegen beroep kan worden ingesteld — Begrip — Handelingen die bindende rechtsgevolgen sorteren — Stilzwijgen of stilzitten van instelling — Gelijkstelling met een stilzwijgend besluit van de betrokken instelling — Daarvan uitgesloten — Grenzen (Art. 263 VWEU) (zie punt 41)

Landbouw — Gemeenschappelijke ordening van de markten — Wijn — Steunmaatregelen — Bijstandsprogramma — Voorlegging aan de Commissie — Programma dat van toepassing wordt na verloop van een termijn van drie maanden vanaf de voorlegging ervan — Wijzigbare en niet-definitieve aard van een van toepassing geworden programma [Verordening nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad, art. 52, lid 1; verordening nr. 479/2008 van de Raad, art. 5, lid 2, 8, lid 2, en 22, b)] (zie punten 61‑65)

4.	Handelingen van de instellingen — Keuze van de rechtsgrondslag — Unieregeling — Vereisten van duidelijkheid en voorzienbaarheid — Uitdrukkelijke vermelding van de rechtsgrondslag (zie punt 92)

5.	Recht van de Europese Unie — Beginselen — Bescherming van het gewettigd vertrouwen — Voorwaarden — Lidstaat die zich daarop beroept — Toelaatbaarheid (zie punten 93‑95)

Landbouw — Financiering door het EOGFL en het Elfpo — Goedkeuring van de rekeningen — Periode waarvoor een financiële correctie kan worden opgelegd — Periode na de datum van de schriftelijke mededeling van de resultaten van de verificaties — Toelaatbaarheid ingeval de onregelmatigheden blijven bestaan (Verordening nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad, art. 52, lid 1; verordening nr. 885/2006 van de Commissie, art. 11 en 16) (zie punten 104, 105, 109‑111)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van uitvoeringsbesluit (EU) 2015/103 van de Commissie van 16 januari 2015 houdende onttrekking aan EU-financiering van bepaalde uitgaven die de lidstaten hebben verricht in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) of in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB 2015, L 16, blz. 33) voor zover daarbij de uitgaven die de Tsjechische Republiek voornemens was uit hoofde van het ELFG te verrichten voor een bepaalde maatregel ter bescherming van wijngaarden voor de jaren 2010 tot 2012, ten belope van in totaal 2123199,04 EUR aan financiering worden onttrokken

Dictum

1)	Het beroep wordt verworpen.

2)	De Tsjechische Republiek wordt verwezen in de kosten.