61989J0087

ARREST VAN HET HOF (ZESDE KAMER) VAN 17 MEI 1990. - SOCIETE NATIONALE INTERPROFESSIONNELLE DE LA TOMATE (SONITO) EN ANDEREN TEGEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. - LANDBOUW - STEUN VOOR DE VERWERKING VAN TOMATEN - KLACHT WEGENS FRAUDE - BEROEP TOT NIETIGVERKLARING EN BEROEP TOT SCHADEVERGOEDING. - ZAAK C-87/89.

Jurisprudentie 1990 bladzijde I-01981


Samenvatting
Partijen
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum

Trefwoorden


++++

1 . Beroep tot nietigverklaring - Voor beroep vatbare handelingen - Weigering van Commissie om niet-nakomingsprocedure in te leiden - Daarvan uitgesloten

( EEG-Verdrag, artikelen 169 en 173 )

2 . Beroep tot nietigverklaring - Natuurlijke of rechtspersonen - Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken - Weigering van Commissie om in kader van gemeenschappelijke ordening der landbouwmarkten toegekende steunbedragen met terugwerkende kracht te corrigeren - Correcties die bij verordening moeten worden vastgesteld - Niet-ontvankelijkheid

( EEG-Verdrag, artikel 173, tweede alinea )

3 . Beroep tot schadevergoeding - Zelfstandig rechtsmiddel ten opzichte van beroep tot nietigverklaring - Beroep strekkende tot vergoeding van schade voortvloeiend uit beweerdelijk onwettige regeling - Ontvankelijkheid

( EEG-Verdrag, artikelen 178 en 215, tweede alinea )

Samenvatting


1 . Niet-ontvankelijk is het beroep tot nietigverklaring van een besluit van de Commissie om niet tegen een Lid-Staat een procedure wegens niet-nakoming in te leiden . Uit de structuur van artikel 169 EEG-Verdrag vloeit namelijk voort, dat de Commissie niet verplicht is een procedure in de zin van dit artikel in te leiden, doch op dit punt over een discretionaire bevoegdheid beschikt, waardoor het is uitgesloten dat particulieren het recht zouden hebben om van die instelling te eisen dat zij een bepaald standpunt inneemt, en tegen de weigering om op te treden, een beroep tot nietigverklaring in te stellen .

2 . Niet-ontvankelijk is het beroep tot nietigverklaring, door een natuurlijk of rechtspersoon ingesteld tegen de weigering van de Commissie om in het kader van een gemeenschappelijke ordening der landbouwmarkten toegekende steunbedragen met terugwerkende kracht te corrigeren; de verlangde correctie had namelijk moeten worden verricht in de vorm van een verordening met algemene strekking die op objectieve wijze geldt voor alle marktdeelnemers van de Gemeenschap in hun uitsluitende hoedanigheid van producenten als bedoeld in de steunregeling .

3 . Het beroep tot schadevergoeding bedoeld in de artikelen 178 en 215, tweede alinea, EEG-Verdrag is een zelfstandig rechtsmiddel met een eigen functie in het stelsel der beroepsmogelijkheden, en de aanwending ervan is afhankelijk van voorwaarden die aan het bijzondere doel ervan beantwoorden . Het verschilt in het bijzonder van het beroep tot nietigverklaring, doordat het niet is gericht op vernietiging van een bepaalde maatregel, doch op vergoeding van door een gemeenschapsinstelling veroorzaakte schade . Een schadevordering wegens een beweerdelijk onwettige gedraging van een instelling bij de uitoefening van haar regelgevende bevoegdheid, dient derhalve in het kader van dit beroep te worden onderzocht en kan, indien zij gegrond is, worden toegewezen, ongeacht de vraag of de schade kan worden goedgemaakt door een wijziging van de litigieuze regeling .

Partijen


In zaak C-87/89,

1 ) Société nationale interprofessionnelle de la tomate ( Sonito ), vennootschap naar Frans recht, gevestigd te Avignon ( Frankrijk ),

2 ) Beaudoux, vennootschap naar Frans recht, gevestigd te Lambesc ( Frankrijk ),

3 ) Coopérative agricole de transformations et de ventes, gevestigd te Camaret ( Frankrijk ),

4 ) Cuisine et conserves des régions de France ( CCRF ), vennootschap naar Frans recht, gevestigd te Casseneuil ( Frankrijk ),

5 ) Conserve-Gard, vennootschap naar Frans recht, gevestigd te Nîmes ( Frankrijk ),

6 ) Conserveries du Midi, vennootschap naar Frans recht, gevestigd te Sarrians ( Frankrijk ),

7 ) Conserveries réunies de Bergerac, vennootschap naar Frans recht, gevestigd te Bergerac ( Frankrijk ),

8 ) Francal, vennootschap naar Frans recht, gevestigd te Boé ( Frankrijk ),

9 ) Gaston Jouval, vennootschap naar Frans recht, gevestigd te Cavaillon ( Frankrijk ),

10 ) Giraud Ainé, vennootschap naar Frans recht, gevestigd te Sarrians ( Frankrijk ),

11 ) Conserves P . Guintrand, vennootschap naar Frans recht, gevestigd te Carpentras ( Frankrijk ),

12 ) Larroche frères, vennootschap naar Frans recht, gevestigd te Saint-Sylvestre-sur-le-Lot ( Frankrijk ),

13 ) Conserves alimentaires Louis Martin, vennootschap naar Frans recht, gevestigd te Monteux ( Frankrijk ),

14 ) Otra, vennootschap naar Frans recht, gevestigd te Tarascon ( Frankrijk ),

15 ) Piquet Paul et Pierre, vennootschap naar Frans recht, gevestigd te Monteux ( Frankrijk ),

16 ) Promosud, vennootschap naar Frans recht, gevestigd te Cahors ( Frankrijk ),

17 ) Société de conserves alimentaires méridionales, provençales et italiennes ( Scampi ), vennootschap naar Frans recht, gevestigd te Orange ( Frankrijk ),

18 ) Société industrielle de transformation de produits agricoles ( Sitpa ), vennootschap naar Frans recht, gevestigd te Auxonne ( Frankrijk ),

vertegenwoordigd door de advocatenmaatschap Coutrelis et associés in de persoon van N . Coutrelis en A . Coutrelis, advocaten te Parijs, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ten kantore van M . Loesch, advocaat aldaar, 8, rue Zithe,

verzoeksters,

tegen

Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P . Hetsch, lid van haar juridische dienst, als gemachtigde, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij G . Kremlis, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg,

verweerster,

betreffende een beroep tot nietigverklaring van het besluit van de Commissie van 17 januari 1989 en een beroep tot vergoeding van de door de Commissie veroorzaakte schade,

wijst

HET HOF VAN JUSTITIE ( Zesde Kamer ),

samengesteld als volgt : C . N . Kakouris, kamerpresident, F . A . Schockweiler, G . F . Mancini, T . F . O' Higgins en M . Díez de Velasco, rechters,

advocaat-generaal : C . O . Lenz

griffier : J . A . Pompe, adjunct-griffier

gezien het rapport ter terechtzitting en ten vervolge op de mondelinge behandeling op 7 februari 1990,

gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 7 maart 1990,

het navolgende

Arrest

Overwegingen van het arrest


1 Bij verzoekschrift, neergelegd ter griffie van het Hof op 16 maart 1989, hebben de Société nationale interprofessionnelle de la tomate ( hierna : "Sonito ") en zeventien daarbij aangesloten ondernemingen krachtens artikel 173, tweede alinea, EEG-Verdrag verzocht om nietigverklaring van het hun op 17 januari 1989 meegedeelde besluit van de Commissie tot seponering van hun klacht, en krachtens de artikelen 178 en 215, tweede alinea, EEG-Verdrag een beroep wegens niet-contractuele aansprakelijkheid van de Gemeenschap ingesteld .

2 Bij klacht van 17 oktober 1986 wees Sonito de Commissie erop, dat sommige verwerkende bedrijven in Griekenland en Italië in het kader van de steunregeling voor de verwerking van tomaten fraude hadden gepleegd . De door deze twee Lid-Staten voor de oogstjaren 1983/1984, 1984/1985 en 1985/1986 verstrekte verwerkingsgegevens zouden veel te hoog zijn geschat, waardoor de Franse verwerkers schade zouden hebben geleden, zowel op het vlak van de mededinging als doordat de overschrijding van de in de gemeenschapsregeling vastgestelde garantiedrempel heeft geleid tot vermindering van de steun voor de latere oogstjaren . Volgens Sonito kon de Commissie krachtens artikel 169 EEG-Verdrag tegen de betrokken Lid-Staten beroep wegens niet-nakoming instellen en was zij verplicht, de door de Lid-Staten meegedeelde onjuiste gegevens overeenkomstig de geldende gemeenschapsregeling te corrigeren .

3 Bij brief van 17 januari 1989 verklaarde de Commissie, dat zij niet beschikte over gegevens waaruit bleek dat Italië of Griekenland bij de vervulling van hun controle - en verificatietaak in gebreke waren gebleven en dat het onderzoek door haar eigen diensten geen onregelmatigheden aan het licht had gebracht .

4 Voor een nadere uiteenzetting van de feiten van het geding, het procesverloop en de middelen en argumenten van partijen wordt verwezen naar het rapport ter terechtzitting . Deze elementen van het dossier worden hierna slechts weergegeven voor zover dat noodzakelijk is voor de redenering van het Hof .

Het beroep tot nietigverklaring

5 Het beroep krachtens artikel 173, tweede alinea, EEG-Verdrag strekt tot nietigverklaring van het besluit van de Commissie om geen gevolg te geven aan het verzoek van Sonito om tegen Italië en Griekenland een procedure wegens niet-nakoming in te leiden, en tot nietigverklaring van de weigering van de Commissie om de door de Lid-Staten meegedeelde gegevens, en dus ook de aan de Franse verwerkende bedrijven toegekende steunbedragen, met terugwerkende kracht te corrigeren .

6 Met betrekking tot het besluit van de Commissie om geen procedure wegens niet-nakoming in te leiden, vloeit uit de structuur van artikel 169 EEG-Verdrag voort, dat de Commissie niet verplicht is een procedure in de zin van dit artikel in te leiden, doch op dit punt over een discretionaire bevoegdheid beschikt, waardoor het is uitgesloten dat particulieren het recht zouden hebben om van die instelling te eisen dat zij een bepaald standpunt inneemt, en tegen de weigering om op te treden, een beroep tot nietigverklaring in te stellen .

7 Enkel indien de Commissie van oordeel is dat de betrokken Lid-Staat een van zijn verplichtingen niet is nagekomen, brengt zij een met redenen omkleed advies uit . Wanneer deze staat dit advies niet binnen de gestelde termijn opvolgt, is de Commissie weliswaar bevoegd doch niet verplicht bij het Hof van Justitie beroep in te stellen ten einde het gestelde verzuim te laten vaststellen ( zie laatstelijk het arrest van 14 februari 1989, zaak 247/87, Star Fruit, Jurispr . 1989, blz . 291 ).

8 Aangaande de weigering van de Commissie om de toegekende steunbedragen met terugwerkende kracht te corrigeren, behoeft slechts te worden vastgesteld, dat verzoeksters niet op goede gronden kunnen stellen, dat deze weigering hun rechtstreeks en individueel raakt in de zin van artikel 173, tweede alinea, EEG-Verdrag . De verlangde correctie met terugwerkende kracht had namelijk moeten worden verricht in de vorm van een verordening met algemene strekking die op objectieve wijze geldt voor alle marktdeelnemers van de Gemeenschap in hun uitsluitende hoedanigheid van tomatenverwerkende bedrijven .

9 Mitsdien moet het beroep tot nietigverklaring niet-ontvankelijk worden verklaard, zowel met betrekking tot het besluit van de Commissie om tegen Italië en Griekenland geen procedure krachtens artikel 169 EEG-Verdrag in te leiden, als met betrekking tot de weigering om de toegekende steunbedragen met terugwerkende kracht te corrigeren .

Het beroep wegens niet-contractuele aansprakelijkheid

10 Verzoeksters vorderen vergoeding van drie schadeposten, namelijk het verschil tussen de tijdens de verkoopseizoenen 1984/1985 tot en met 1987/1988 werkelijk ontvangen steunbedragen en het steunbedrag dat zij zonder de vermindering van de steun zouden hebben ontvangen, de commerciële schade en, alleen voor Sonito, de proceskosten in Italië .

11 De Commissie betwist de ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-contractuele aansprakelijkheid, stellende dat verzoeksters' bezwaren in feite enkel gericht zijn tegen het verzuim van de nationale autoriteiten om controle uit te oefenen en strafvervolging in te stellen . Ter zake van de vergoeding van aan de nationale autoriteiten toe te rekenen schade zijn evenwel uitsluitend de nationale rechterlijke instanties bevoegd .

12 De door verzoeksters gestelde schade vloeit naar hun zeggen niet voort uit een onwettige handelwijze van de nationale autoriteiten, maar uit een onwettige handelwijze van de Commissie, die heeft nagelaten, de door sommige Lid-Staten meegedeelde gegevens, en dus ook de toegekende steun, te corrigeren . Bijgevolg moet deze exceptie van niet-ontvankelijkheid worden verworpen .

13 Met betrekking tot de vordering tot vergoeding van het verschil tussen de werkelijk toegekende steun en die waarop verzoeksters recht menen te hebben, werpt de Commissie een tweede specifieke exceptie van niet-ontvankelijkheid op, stellende dat dit beroep in feite gericht is op de betaling van de bedragen die verschuldigd zijn ten gevolge van de intrekking of de nietigverklaring van de achtereenvolgende verordeningen van de Commissie; aangezien verzoeksters dit doel evenwel niet kunnen bereiken door middel van een beroep krachtens artikel 173, tweede alinea, EEG-Verdrag, kunnen zij dit evenmin door middel van een beroep tot schadevergoeding krachtens de artikelen 178 en 215, tweede alinea, EEG-Verdrag .

14 Het beroep tot schadevergoeding bedoeld in de artikelen 178 en 215, tweede alinea, EEG-Verdrag is een zelfstandig rechtsmiddel met een eigen functie in het stelsel der beroepsmogelijkheden, en de aanwending ervan is afhankelijk van voorwaarden die aan het bijzondere doel ervan beantwoorden . Het verschilt in het bijzonder van het beroep tot nietigverklaring, doordat het niet is gericht op vernietiging van een bepaalde maatregel, doch op vergoeding van door een gemeenschapsinstelling veroorzaakte schade ( zie het arrest van 26 februari 1986, zaak 175/84, Krohn, Jurispr . 1986, blz . 753, 763 ).

15 Verzoeksters' schadevordering dient derhalve in het kader van dit beroep te worden onderzocht en kan, indien zij gegrond is, worden toegewezen zonder dat de Commissie nieuwe verordenende maatregelen behoeft te nemen ( arrest van 4 oktober 1979, gevoegde zaken 261/78 en 262/78, Interquell, Jurispr . 1979, blz . 3045 ). In die omstandigheden moet de vordering ontvankelijk worden verklaard .

16 Volgens vaste rechtspraak van het Hof is voor de niet-contractuele aansprakelijkheid van de Gemeenschap vereist, dat een aantal voorwaarden zijn vervuld betreffende de onrechtmatigheid van de aan de gemeenschapsinstellingen verweten gedraging, de werkelijk geleden schade en een oorzakelijk verband tussen die gedraging en de gestelde schade .

17 Met betrekking tot de vordering tot vergoeding van het verschil tussen de voorziene en werkelijk ontvangen steun en die welke had moeten worden uitgekeerd, alsmede tot vergoeding van de commerciële schade, moet worden opgemerkt, dat verzoeksters niet hebben kunnen aantonen dat de Commissie zich onrechtmatig heeft gedragen . Uit het dossier en uit de ter terechtzitting gemaakte opmerkingen blijkt immers, dat de Commissie in verband met de gestelde fraude van de marktdeelnemers in Italië en in Griekenland slechts beschikte over losstaande en onbetrouwbare gegevens die haar door de nationale autoriteiten waren meegedeeld . Bovendien was bij de door de diensten van de Commissie zelf verrichte controles geen fraude als die waarover verzoeksters het hebben, aan het licht gekomen . In die omstandigheden had de Commissie geen goede gronden om de meegedeelde gegevens te corrigeren en derhalve de steunbedragen voor de verkoopseizoenen 1984/1985 tot en met 1987/1988 met terugwerkende kracht aan te passen .

18 Wat de vordering tot vergoeding van de in Italië gemaakte proceskosten betreft, heeft Sonito niet aannemelijk kunnen maken, dat de Commissie verplicht was haar bij te staan in procedures die hoe dan ook niet hadden kunnen leiden tot vergoeding van de door haar primair gestelde schade, namelijk de inkomstenderving ten gevolge van het niet corrigeren van de toegekende steunbedragen .

19 Mitsdien moet het beroep wegens niet-contractuele aansprakelijkheid ongegrond worden verklaard .

Beslissing inzake de kosten


Kosten

20 Ingevolge artikel 69, paragraaf 2, van het Reglement voor de procesvoering moet de in het ongelijk gestelde partij in de kosten worden verwezen . Aangezien verzoeksters in het ongelijk zijn gesteld, dienen zij in de kosten te worden verwezen .

Dictum


HET HOF VAN JUSTITIE ( Zesde Kamer ),

rechtdoende :

1 ) Verklaart het beroep tot nietigverklaring niet-ontvankelijk .

2 ) Verklaart het beroep wegens niet-contractuele aansprakelijkheid ongegrond .

3 ) Verwijst verzoeksters in de kosten van het geding .