EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52018DC0269

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Jongeren betrekken, verbinden en versterken: een nieuwe EU-strategie voor jongeren

COM/2018/269 final

Brussel, 22.5.2018

COM(2018) 269 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Jongeren betrekken, verbinden en versterken: een nieuwe EU-strategie voor jongeren

{SWD(2018) 168 final}
{SWD(2018) 169 final}


1.    Naar een nieuwe EU-strategie voor jongeren

Jongeren willen graag hun leven in handen nemen en anderen tegemoet treden en steunen. Desondanks krijgen velen van hen te maken met onzekerheid over hun toekomst ten gevolge van technologische veranderingen, demografische tendensen, discriminatie, sociale uitsluiting, nepnieuws en populisme, met onvoorspelbare effecten op banen, vaardigheden en de manier waarop onze democratieën functioneren. Meer dan ooit moeten zij veerkrachtig zijn en zich aan deze uitdagingen kunnen aanpassen. Zij moeten de nodige vaardigheden verwerven om bij te dragen aan welvarende, democratische en samenhangende samenlevingen in Europa en daarbuiten. In de onderling verweven wereld van vandaag maken vele jongeren zich zorgen over mondiale aangelegenheden als klimaatverandering of vrede en veiligheid.

In weerwil van de economische opleving en de lagere werkloosheid blijven er ongelijkheden bestaan, ook tussen generaties. Voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog bestaat er een reëel risico dat de jongere generatie van vandaag het minder goed zal hebben dan haar ouders 1 . 29 % van de jongeren tussen 16 en 29 jaar oud worden met armoede of sociale uitsluiting bedreigd, en 11,6 % van de jongeren tussen 15 en 24 jaar oud volgt geen onderwijs of opleiding en heeft geen werk (NEET's) 2 . 15,9 % van de jongeren in die leeftijdsgroep is werkloos - dubbel zoveel als bij de gehele bevolking. Sociaal-economische en democratische uitsluiting gaan hand in hand 3 . Jongeren die kampen met kansarmoede zijn over het algemeen minder actieve burgers en hebben minder vertrouwen in instellingen. Zij profiteren ook minder van mobiliteitservaringen als Erasmus+.

Europa kan zich geen verspilling van talent, sociale uitsluiting of afstandneming bij haar jongeren veroorloven. Jongeren moeten niet alleen hun eigen leven kunnen uittekenen, maar ook kunnen bijdragen tot positieve verandering in de maatschappij. Het nieuwe Europese Solidariteitskorps is een illustratie van het enthousiasme van vele jonge Europeanen om solidariteit te betonen met mensen en gebieden in nood, een van de kernwaarden die ten grondslag liggen aan de Europese samenwerking.

De EU-leiders hebben de behoefte aan optreden ter ondersteuning van jongeren in 2016 onderschreven 4 . In het stappenplan van Bratislava 5 deden zij de toezegging om voor jongeren betere mogelijkheden te creëren, een toezegging die zij sindsdien gestand hebben gedaan, bijvoorbeeld in het kader van de werkzaamheden met het oog op de totstandbrenging van een Europese onderwijsruimte 6 .

Opdat jongeren de vruchten van het EU-optreden ten volle kunnen plukken, moet dat optreden rekening houden met hun ambities, creativiteit en talenten. Jongeren verrijken dan weer de ambities van de EU: deze generatie heeft het hoogste onderwijsniveau ooit en is bij de meest creatieve generaties wat betreft het gebruik van informatie- en communicatietechnologieën en sociale media.

De EU beschikt reeds sinds 2002 over een specifieke EU-samenwerking in jeugdzaken op basis van de beginselen actieve deelname en gelijke toegang tot kansen, met synergieën met andere beleidslijnen die op jongeren zijn gericht, zoals onderwijs en werkgelegenheid. De samenwerking heeft geleid tot bijsturingen van het beleid en de wetgeving in de lidstaten, en heeft bijgedragen tot capaciteitsopbouw van jongerenorganisaties. Maar er blijven belangrijke uitdagingen bestaan, zoals het vergroten van de betrokkenheid van jongeren uit meer diverse achtergronden, onder wie kansarme jongeren, en een betere outreach op lokaal niveau.

Door jonge vrouwen en mannen meer te betrekken en sterker te maken, kan het jongerenbeleid bijdragen tot het waarmaken van de visie van een continent waar jongeren kansen kunnen grijpen en zich met Europese waarden kunnen identificeren, zoals is beschreven in de mededeling van de Commissie "De Europese identiteit versterken via onderwijs en cultuur" 7 .

Een vernieuwde EU-samenwerking in jeugdzaken kan helpen om een einde te maken aan de huidige participatieparadox. Jongeren zijn in politiek geïnteresseerd 8 en sociaal actief: 53 % neemt deel aan georganiseerde activiteiten, bijna een derde is actieve vrijwilliger en anderen behartigen een zaak via media-aandacht of consumentenkeuze. Toch wenden zij zich steeds meer af van traditionele vormen van participatie. Jongeren die met sociale uitsluiting worden bedreigd, zijn overal ondervertegenwoordigd. Besluitvormers moeten ervoor zorgen dat participatie voor alle jongeren realiteit wordt: zij moeten transparantie nastreven wanneer ze in hun belang optreden, contact leggen en op toegankelijke wijze communiceren via hun voorkeurskanalen (zoals sociale media) en bevorderen dat zij betrokken worden bij besluiten.

De Commissie heeft zich in haar mededeling van december 2016 eraan gecommitteerd de participatie van jongeren ook na 2018 te bevorderen 9 . De Raad heeft dan weer opgeroepen om "de Europese samenwerking in jeugdzaken na 2018 te handhaven en te versterken" 10 .

De Commissie stelt daartoe een nieuwe EU-jongerenstrategie voor om de gemeenschappelijke gehechtheid van de Commissie en de lidstaten aan dit beleid weer te geven, met volledige inachtneming van de subsidiariteit. Om het jongerenbeleid nog doeltreffender af te stemmen op EU-financiering ter ondersteuning van de doelstellingen ervan, moet de strategie doorlopen tot het einde van het volgende meerjarig financieel kader. De prioriteiten ervan berusten op solide gegevensbronnen 11 , een externe evaluatie 12 , de door de Europese instellingen geuite standpunten en de raadplegingen in 2017 in het kader van het "jaar van luisteren" 13 en het "Nieuwe verhaal voor Europa" 14 . Hierin wordt eensgezind onderstreept dat de EU-samenwerking in jeugdzaken tot concrete voordelen heeft geleid, en wordt gewezen op het potentieel ervan. De nieuwe strategie zal voortbouwen op de verwezenlijkingen van de vorige strategie, en streven naar een betere toegankelijkheid, betere zichtbaarheid en meer effect om tot een betere participatie van jongeren te komen.

Samenvatting van de voornaamste maatregelen

-Verbeteren van de sectoroverschrijdende samenwerking in de verschillende beleidsdomeinen, onder meer via een EU-jongerencoördinator, om jongeren een stem te geven in de EU-beleidsvorming

-Traceren van de EU-uitgaven aan jeugdzaken;

-Opstarten van een nieuwe en inclusievere EU-jongerendialoog, met bijzondere aandacht voor kansarme jongeren;

-Wegnemen van belemmeringen voor en faciliteren van mobiliteit bij vrijwilligerswerk en voor solidariteitsdoeleinden;

-Uitvoeren van een jeugdwerkagenda met het oog op een betere erkenning van niet-formeel leren;

-Versterken van het verband tussen het EU-jongerenbeleid en de aanverwante EU-programma's (Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps).

2.    Betrekken. Verbinden. Versterken.

De EU-samenwerking in jeugdzaken moet het potentieel van jeugdbeleid zo veel mogelijk waarmaken. Zij kan de deelneming van jongeren aan het democratisch leven aanmoedigen, overeenkomstig artikel 165 van het Verdrag betreffende de werking van de EU. Ook kan zij sociale betrokkenheid bevorderen en steun verlenen aan maatschappelijke en socio-educatieve activiteiten (jeugdwerk) die jongeren voorzien van levensvaardigheden en een brug vormen naar de samenleving, met name voor achtergestelde jongeren.

De komende jaren strekt de strategie ertoe:

-jongeren de kans te geven hun eigen leven vorm te geven, hun veerkracht te verstevigen en hen uit te rusten met levensvaardigheden zodat zij zich staande kunnen houden in een veranderende wereld;

-jongeren aan te moedigen om zich te ontplooien als actieve burgers, uitdragers van solidariteit en positieve verandering voor gemeenschappen in heel Europa, geïnspireerd door de EU-waarden en een Europese identiteit;

-sociale uitsluiting van jongeren te helpen voorkomen; 

-het effect van beleidsbeslissingen op jongeren te verbeteren door dialoog en door in alle sectoren rekening te houden met hun behoeften.

Daartoe zullen bij de samenwerking in het kader van het jeugdbeleid activiteiten op drie actiegebieden worden uitgevoerd.

BETREKKEN: Bevorderen van de deelneming van jongeren aan het democratisch leven

VERBINDEN: Samenbrengen van jongeren in de hele EU en daarbuiten ter bevordering van vrijwillige inzet, leermobiliteit, solidariteit en intercultureel begrip

VERSTERKEN: Steun bieden om jongeren sterker te maken door de kwaliteit, innovatie en erkenning van jeugdwerk

De strategie zal bijzondere aandacht schenken aan:

De hand reiken aan alle jongeren: de strategie moet ernaar streven de vooruitzichten van alle jongeren te verbeteren, ongeacht hun achtergrond of sociale status. Erasmus+ jeugd beschikt over de instrumenten om kansarme jongeren, die meer dan 36 % van de begunstigden ervan uitmaken, te bereiken 15 . Toch is er meer actie nodig opdat het EU-jeugdbeleid en het Erasmus+-programma echt inclusief worden.

Rekening houden met alle niveaus, van het mondiale tot het lokale: jongeren zijn vastbesloten mondiale uitdagingen aan te pakken, met name de duurzameontwikkelingsdoelstellingen. Desalniettemin begint het sterker maken van jongeren op lokaal niveau, en hangt het af van de verschillende situaties van jongeren. De EU-samenwerking in jeugdzaken moet een betere verbinding leggen met beleidsvormers en beroepsbeoefenaren op regionaal en lokaal niveau, en lokale initiatieven van jongeren aanmoedigen.

...en de virtuele wereld: digitale technologieën hebben het leven van jongeren op tal van manieren dooreengeschud, en het beleid moet rekening houden met zowel kansen als uitdagingen, door het potentieel van sociale media te benutten, jongeren toe te rusten met digitale vaardigheden en kritisch denken en mediageletterdheid te bevorderen.

2.1.    BETREKKEN

In het licht van de bezinning over de toekomst van Europa is dit het ideale tijdstip om naar jongeren te luisteren en hen sterker te maken, zodat hun dromen werkelijkheid kunnen worden.

Velen willen betrokken worden bij het politieke leven, maar verwachten ook dat hun mening in aanmerking wordt genomen. Hoewel ze vaak minder hun stem uitbrengen of minder betrokken zijn bij politieke partijen dan oudere groepen, betonen zij belangstelling voor politiek en hebben zij het positiefste gevoel over de EU. Het gevoel een EU-burger te zijn leeft sterker bij mensen die na 1980 zijn geboren (73 %) dan bij diegenen die vóór 1946 zijn geboren (54 %) 16 . Zoals reeds benadrukt in het verslag 2017 over het EU-burgerschap 17 is de betrokkenheid van jongeren van essentieel belang voor de verkiezingen voor het Europees Parlement van 2019.

Het EU-jeugdbeleid staat momenteel in contact met jongeren via de gestructureerde dialoog 18 , waarmee sinds 2010 reeds meer dan 200 000 jongeren zijn bereikt. Hoewel de dialoog is uitgegroeid tot een invloedrijk instrument, stelt de Commissie voor nog een stap verder te gaan en hem te vernieuwen. Onder meer voortbouwend op de lessen die zijn geleerd uit het "Nieuwe verhaal voor Europa", moet de dialoog verder strekken dan jongerenorganisaties die actief zijn op EU-gebied en moet de dialoog een meer verscheiden publiek opzoeken, ook op lokaal niveau. Hij moet beter worden toegespitst op achtergestelde groepen, bijvoorbeeld door voort te bouwen op de inclusie- en diversiteitsstrategie 19 van Erasmus+, en ook een beroep doen op de expertise van jonge deskundigen en onderzoekers. Naast de gewaardeerde EU-jongerenconferenties en -bijeenkomsten, zal de EU-jongerendialoog nieuwe en alternatieve vormen van deelneming omarmen, waaronder online campagnes en raadplegingen via digitale platforms die in verbinding staan met de Europese Jongerensite. De dialoog zal op EU-niveau worden gecoördineerd, op alle niveaus door jongeren worden gevoed en met verbeterde monitoringregelingen door nationale werkgroepen worden ondersteund. Het effect ervan moet transparant en zichtbaar zijn. Toegang tot kwalitatieve informatie is essentieel opdat jongeren hun mening kunnen vormen op basis van feiten en argumenten.

De samenwerking op EU-niveau zal worden toegespitst op:

-het opstarten van een nieuwe EU-jongerendialoog, zodat diverse jongerenstemmen kunnen bijdragen tot EU-beleidsbeslissingen;

-het consolideren van de Europese Jongerensite als uniek toegangspunt waar jongeren in contact kunnen treden met de EU;

-het geven van een impuls aan de deelneming van jongeren aan het democratisch leven, onder meer door toegang tot kwalitatieve informatie die door betrouwbare bronnen is gevalideerd, en het aanmoedigen van deelneming aan de Europese en andere verkiezingen;

-het verlenen van steun aan "leren participeren" en belangstelling losmaken voor participatieve acties in heel Europa en daarbuiten via Erasmus+. 

De lidstaten worden aangespoord zich te concentreren op:

-het bevorderen van dialoog en participatiemechanismen op alle besluitvormingsniveaus, bijvoorbeeld door jongerenraden, met bijzondere aandacht voor feedbackmechanismen en contact met jongeren uit diverse achtergronden. Dit zou steun aan overheidsinstanties kunnen omvatten om participatiepraktijken in gebruik te nemen, bijvoorbeeld via toolkits;

-het aanmoedigen van de sociale en maatschappelijke betrokkenheid van jongeren, onder meer door deelname aan jongerenorganisaties of online activisme;

-het helpen voorbereiden van jongeren op participatie, door jeugdwerk, jongerenparlementen of simulaties, acties omtrent maatschappelijke vorming en mediageletterdheid in samenwerking met formeel onderwijs en overheidsinstanties;

-het onderzoeken van innovatieve en alternatieve vormen van democratische participatie;

-het gebruiken van instrumenten om het debat over de EU aan te zwengelen, zoals de toolkit die is ontwikkeld in het kader van het "Nieuwe verhaal voor Europa".

2.2.    VERBINDEN

De jongerenstrategie zal ten grondslag liggen aan mogelijkheden voor jongeren om rechtstreeks ervaring op te doen met uitwisselingen, samenwerking en maatschappelijke actie in een Europees verband.

Erasmus+, een van de meest succesvolle EU-instrumenten, helpt jongeren hun horizon te verbreden en bruggen te slaan over het hele continent en daarbuiten. Van 2014 tot en met 2020 zullen meer dan 500 000 deelnemers in het buitenland ervaring en vaardigheden hebben opgedaan via jongerenuitwisselingen en vrijwilligerswerk. De virtuele uitwisselingen in het kader van Erasmus+ 20 bieden de gelegenheid voor dialoog tussen jongeren in de EU en in landen van het zuidelijke Middellandse Zeegebied. Die ervaringen bevorderen de inzetbaarheid en dragen bij tot de ontwikkeling van inzicht in de Europese waarden en tolerantie 21 . De EU moet innovatieve manieren om jongeren samen te brengen uitbreiden, en tegelijk nuttig gebruikmaken van beproefde recepten als jongerenuitwisselingen en samenwerking tussen jongerenorganisaties.

Jongeren zetten zich steeds meer in voor vrijwilligerswerk 22 , maar slechts 8 % doet dat in het buitenland. De EU biedt al meer dan 20 jaar steun aan vrijwilligerswerk. Nu wordt voorgesteld deze steun uit te breiden teneinde jongeren nieuwe mogelijkheden te bieden om solidariteit te betonen in het kader van het Europees Solidariteitskorps (zoals banen of stages). Om het potentieel daarvan ten volle te benutten en ervoor te zorgen dat nationale regelingen grensoverschrijdende ervaring mogelijk maken, moeten de Commissie en de lidstaten samenwerken aan een ondersteunende beleidsmatige, wettelijke en bestuurlijke omgeving.



De samenwerking op EU-niveau zal worden toegespitst op:

-het in contact brengen van jongeren in heel Europa en daarbuiten, rekening houdend met de ervaring uit "Europese jongeren samen" 23 , een initiatief voor het creëren van netwerken van jongeren uit verschillende delen van Europa, de virtuele uitwisselingen in het kader van Ersamus+ en andere acties in het kader van Erasmus+ Jeugd;

-het ondersteunen van de uitvoering van het Europees Solidariteitskorps via beleidssamenwerking en gemeenschapsvorming, met name door het actualiseren en uitbreiden van de aanbeveling van de Raad van 2008 over de grensoverschrijdende mobiliteit van vrijwilligers, en door het verder versterken van het potentieel van de portaalsite van het Europees Solidariteitskorps om jongeren te bereiken en bij te dragen tot gemeenschapsvorming;

-het bevorderen van de deelname aan grensoverschrijdende leermobiliteit en solidariteit in het kader van Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps, met bijzondere aandacht voor kansarme jongeren.

De lidstaten worden aangespoord zich te concentreren op:

-het aanmoedigen van de inzet van jongeren voor solidariteit: het bevorderen van steunregelingen en capaciteitsopbouw van organisaties die op dit gebied actief zijn, het bewust maken over mogelijkheden en het verstrekken van informatie over rechten en voordelen die horen bij vrijwilligerswerk of burgerdienstverlening. Bij het uitwerken van nationale regelingen moeten de lidstaten streven naar complementariteit en synergieën met het Europees Solidariteitskorps; 

-het evalueren en wegnemen van juridische en bestuurlijke belemmeringen voor grensoverschrijdende solidariteit: lidstaten moeten in kaart brengen welke obstakels er bestaan voor jongeren die zich willen inzetten voor grensoverschrijdend vrijwilligerswerk (bijvoorbeeld sociale uitkeringen, gezondheidszorg, enz.), en alles in het werk stellen om deze obstakels weg te nemen;

-het bevorderen van de erkenning van vrijwilligerswerkervaringen en de validatie van leerresultaten: de door vrijwilligers ontwikkelde vaardigheden zijn het waard te worden erkend op de arbeidsmarkt, naast de intrinsieke waarde van vrijwilligerswerk voor de samenleving.

2.3.    VERSTERKEN

Jeugdwerk levert jongeren unieke voordelen op tijdens hun overgang naar volwassenheid 24 , omdat het hun een veilige omgeving biedt waarin zij zelfvertrouwen kunnen opdoen en op niet-formele wijze kunnen bijleren. Jeugdwerk staat erom bekend jongeren uit te rusten met sleutelcompetenties en -vaardigheden als teamwerk, leiderschap, interculturele competenties, projectbeheer, probleemoplossing en kritisch denken. In sommige gevallen is jeugdwerk de brug naar onderwijs, opleiding of werk, waardoor uitsluiting wordt voorkomen.

Om deze voordelen te realiseren, moet niet-formeel leren via jeugdwerk meer worden erkend, hetgeen met name jongeren met geringe formele kwalificaties ten goede zou komen, teneinde inzetbaarheid en ondernemersvaardigheden te bevorderen. De erkenning kan worden verbeterd door een meer systematisch gebruik van kwaliteitsinstrumenten.

Aan de andere kant moeten de jeugdwerkers zich aanpassen aan de veranderende behoeften en gewoonten van jongeren en aan de technologische veranderingen. Jeugdwerkers moeten hun vaardigheden uitbouwen om inzicht te verwerven in de vraagstukken waar jongeren online mee te maken krijgen, en om de nieuwe mogelijkheden die door digitaal leren worden geboden, te benutten, overeenkomstig het Europese digitalecompetentiekader voor burgers 25 en het actieplan voor digitaal onderwijs 26 . Jeugdwerk heeft in veel delen van Europa besparingen moeten verduren 27 , en die investeringen zijn daarom vaak problematisch.

De samenwerking op EU-niveau zal worden toegespitst op het uitvoeren van een jeugdwerkagenda voor kwaliteit, innovatie en erkenning van jeugdwerk:

-het ontwikkelen en verspreiden van praktische toolkits voor kwalitatief jeugdwerk;

-het verlenen van steun aan lokale activiteiten met het oog op de erkenning, innovatie en capaciteitsopbouw van jeugdwerk in het kader van Erasmus+;

-het ondersteunen van wederzijds leren en verzamelen van feitenmateriaal over digitaal jeugdwerk, jeugdwerkersvaardigheden en financiering van jeugdwerk.

De lidstaten worden aangespoord zich te concentreren op:

-        het ontwikkelen van kwaliteit: kwaliteitsinstrumenten en -systemen die worden gebruikt voor het opleiden van jeugdwerkers moeten afgestemd zijn op de veranderende omstandigheden van het leven van jongeren en ingebed zijn in een bredere kwaliteitsbenadering om organisaties sterker te maken.

-    het inspelen op digitale mogelijkheden: de structuur, methoden en communicatiekanalen van jeugdwerk moeten worden aangepast aan de digitale wereld: jeugdwerk moet gebruikmaken van technologie en pedagogische praktijken om de toegang te verbeteren en jongeren te helpen om te gaan met digitale middelen. Digitaal jeugdwerk moet worden geïntegreerd in de opleiding van jeugdwerkers en – indien voorhanden – beroeps- en competentienormen voor jeugdwerk.

-het bevorderen van erkenning: om de waarde van jeugdwerk voor de eraan deelnemende jongeren te consolideren, moeten passende en aanvaarde erkenningsinstrumenten worden ontwikkeld in de lijn van de aanbeveling van de Raad betreffende de validatie van niet-formeel en informeel leren en de agenda over de ontwikkeling van vaardigheden 28 .

-het bereiken van alle jongeren, met name kansarme: jeugdwerk beschikt over uniek potentieel om de meest kwetsbare jongeren te bereiken en tegemoet te komen aan hun individuele behoeften.

3.    Doeltreffende, gerichte en gezamenlijke uitvoering in verschillende sectoren

3.1.    Werken in verschillende sectoren

De situatie van jongeren in Europa loopt uiteen en wordt gekenmerkt door problemen die op verschillende beleidsdomeinen moeten worden aangepakt. In weerwil van positieve tendensen, zoals een grotere deelname aan hoger onderwijs, een daling van het aantal voortijdige schoolverlaters en dalende (maar nog steeds hoge) jongerenwerkloosheidspercentages 29 , blijven er grote problemen bestaan die vaak met elkaar verweven zijn, zoals zeer hoge werkloosheid in bepaalde lidstaten en regio's en bij bepaalde groepen, toenemende jongerenarmoede, precair werk, ongelijke toegang tot kwalitatief onderwijs of gezondheidsproblemen.

De aanpak van de jongerenwerkloosheid en de hoge percentages jongeren die geen onderwijs of opleiding volgen en geen werk hebben (NEET's) was een EU-prioriteit, die werd ondersteund met specifieke initiatieven: meer dan 3,5 miljoen jongeren hebben elk jaar geprofiteerd van de in 2013 gelanceerde jongerengarantie. Het Europees Sociaal Fonds en het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief investeren samen rechtstreeks 14,5 miljard EUR in maatregelen op het gebied van jongerenwerkgelegenheid in de periode van 2014 tot 2020. Hoewel vooruitgang is geboekt, werd in de EU-strategie voor jongeren en het evaluatieverslag over de uitvoering van de jongerengarantie in de lidstaten benadrukt dat bruggen moesten worden gebouwd tussen de jongeren en de werkgelegenheidssectoren en dat doeltreffender moest worden gecommuniceerd met NEET's, die meerdere obstakels moeten overwinnen. Daarenboven werd in het actieplan inzake de integratie van onderdanen van derde landen 30 en de mededeling over de bescherming van migrerende kinderen 31 het belang benadrukt van de ondersteuning van de integratie van jonge migranten en vluchtelingen.

Niet alle acht actiegebieden 32 leverden even geslaagde resultaten op; de evaluatie wees uit dat ze te breed waren. Geen enkele lidstaat ging met al deze actiegebieden aan de slag, aangezien ze niet allemaal even relevant waren.

Met het oog op meer doeltreffendheid stelt de Commissie een tweeledige aanpak voor:

1) Het gezichtspunt van jongeren versterken in alle beleidsdomeinen op EU-niveau, door:

·ervoor te zorgen dat in de EU-beleidsvorming naar de bezorgdheid van jongeren wordt geluisterd, met name via een EU-jongerencoördinator die een contactpunt van de Europese Commissie en een zichtbaar referentiepunt voor jongeren zou zijn. De taak van de EU-jongerencoördinator zou eruit bestaan het bevoegde lid van de Commissie te adviseren over het jeugdbeleid; te helpen zorgen voor coördinatie en samenhang, en bewustmaking van het optreden van de EU op dit gebied, in nauwe samenwerking met de EU-instellingen en -instanties, alsmede met de lidstaten; en de resultaten van de EU-jongerendialoog te delen en jongeren feedback te geven, onder meer via de Europese Jongerensite en het platform van de EU-strategie voor jongeren 33 ;

·de transparantie inzake het EU-optreden ten behoeve van jongeren te verbeteren, onder meer door het traceren van EU-uitgaven voor jongeren 34 ;

·participatieve beleidsvormingsmodellen te bevorderen waarbij jongeren worden betrokken, zoals jongerenbeleidslabo's 35 ;

·lidstaten te steunen bij het uitwerken van jongerenbeleid door het verzamelen van feitenmateriaal, wederzijds leren en het delen van goede praktijken, waaronder nieuwe instrumenten als collegiale toetsing en collegiaal advies;

· via jongerensamenwerkingsinstrumenten als wederzijds leren, feitenmateriaal, de coördinator of de dialoog bij te dragen tot sectoroverschrijdende initiatieven voor jongeren, zoals de jongerengarantie, het Europees leerlingennetwerk 36 en de oproep van Tartu voor een gezonde levensstijl 37 .

2) De strategie toe te spitsen: de Commissie verzoekt de lidstaten zich te concentreren op gerichte maatregelen die de EU-prioriteiten vertalen in de nationale context en die in kaart moeten worden gebracht in nationale actieplannen.

Deze plannen moeten putten uit sectoroverschrijdende samenwerking tussen jeugdbeleid en andere beleidsdomeinen en voortbouwen op bestaande governancemechanismen, bijvoorbeeld in het kader van de uitvoering van de nationale jongerengarantieregeling.

De plannen moeten zorgen voor sterke verbanden tussen grensoverschrijdende samenwerkingsactiviteiten 38 van nationale agentschappen die het Erasmus+-programma uitvoeren en de in nationale actieplannen in kaart gebrachte domeinen, om de samenhang tussen het beleid en de uitvoering van het programma te verbeteren.

De sectoroverschrijdende samenwerking moet worden versterkt op alle besluitvormingsniveaus, waarbij moet worden gestreefd naar synergieën en complementariteit tussen acties, en worden gezorgd voor een grotere betrokkenheid van jongeren. De lidstaten moeten jongeren en andere belanghebbenden aanmoedigen om gezamenlijke initiatieven op te zetten, bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid, digitale toepassingen, sport, duurzaamheid en internationale samenwerking, en daarbij gebruikmaken van het volledige arsenaal aan EU-financiering.

In de loop van 2017, het "jaar van luisteren", vestigden de belanghebbenden de aandacht op de volgende uitdagingen, die zouden kunnen dienen als domeinen voor het mainstreamen van acties: onderwijs - opleiding; werkgelegenheid - ondernemerschap; gezondheid, onder meer geestelijke gezondheid; armoede - sociale uitsluiting; integratie van jongeren met een migrantenachtergrond 39 ; internet - mediageletterdheid; duurzaamheid - klimaatverandering.

3.2.    Participatieve governance op meerdere niveaus

De governance zal worden verbeterd door:

Wetenschappelijk onderbouwde beleidsvorming en -monitoring: Doeltreffende uitvoering is afhankelijk van krachtig feitenmateriaal. Het dashboard van jongerenindicatoren is een gewaardeerd instrument geworden om tendensen in de situatie van jongeren te monitoren. De EU-samenwerking moet daarnaast onderzoek doen naar het gebruik van beleidsindicatoren om de uitvoering van de strategie te monitoren 40 . In 2019 zal een beleidsevaluatie van door de EU gefinancierde onderzoeksprojecten worden verricht om tot relevante bevindingen voor dit domein te komen.

Klemtoon en flexibiliteit: de klemtoon van de strategie zal liggen op gedeelde EU-jongerenprioriteiten in alle lidstaten, en tegelijk ruimte bieden voor flexibiliteit bij het mainstreamen van acties om de EU-prioriteiten aan te passen aan nationale omstandigheden. De Raad zal naar verwachting driejaarlijkse EU-werkplannen vastleggen met de Commissie.

Participatieve governance: een nieuw platform zal belanghebbenden een grotere rol toebedelen bij de coördinatie van de uitvoering van de strategie en de gelegenheid bieden om informatie uit te wisselen over activiteiten en resultaten. De Commissie zal specifieke bijeenkomsten organiseren voor vertegenwoordigers van jongerenorganisaties, maatschappelijke organisaties, EU-instellingen en sociale partners.

Gestroomlijnde rapportage en evaluatie: de Commissie zal om de drie jaar verslag uitbrengen over de uitvoering op basis van door de lidstaten verstrekte informatie, de jongerenwiki 41 en indicatoren. Dit verslag zal informatie bevatten over het gebruik van de EU-programma's ter verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen. De Commissie zal in 2023 een tussentijdse evaluatie verrichten, en mogelijk een herziening in 2024. De lidstaten worden aangespoord hetzelfde te doen.

Wederzijds leren en verspreiding: deskundigengroepen zullen beleidsrichtsnoeren blijven opstellen, praktische instrumenten blijven ontwikkelen en goede praktijken blijven delen; de strategie zal nieuwe instrumenten bieden voor wederzijds leren, waaronder collegiale toetsing en collegiaal advies. Zij zal een meer systematische benadering volgen ten aanzien van kwalitatieve jongereninformatie, outreach en verspreiding, voortbouwend op haar bestaande netwerken.

Mobiliseren van EU-programma's en -middelen: de strategie zal het doeltreffende gebruik bevorderen van EU-programma's en -middelen, zoals Erasmus+, het Europees Solidariteitskorps, de Europese structuur- en investeringsfondsen, Horizon 2020, waaronder de Marie Skłodowska-Curie-acties, Creatief Europa en hun opvolgers. De Commissie vraagt de lidstaten onderzoek te doen naar synergieën tussen financieringsbronnen op uniaal, nationaal, regionaal en lokaal niveau.

Conclusies en volgende stappen

Jongeren hebben terechte ambities voor hun toekomst in Europa. Europa moet hun dan weer meer mogelijkheden in het leven bieden en tegemoet komen aan hun bezorgdheden.

De strategie zal een sterkere band smeden tussen de EU en jongeren via inclusieve en digitale vormen van dialoog, tot doeltreffende resultaten leiden door toegespitste prioriteiten en acties, en een doeltreffendere structuur bieden om de ideeën van jongeren te vatten en over te brengen, en om informatie te delen over acties in hun belang.

Dit alles zal worden ondersteund door een sterkere koppeling aan EU-middelen. De jongerenstrategie zal ook streven naar meer ownership van belanghebbenden door jongeren meer te betrekken en door nieuwe platforms op EU-niveau en daarbuiten. Door flexibele vastlegging van de prioriteiten en uitvoering op EU-niveau zal de strategie relevanter zijn voor lokale realiteiten, en tegelijk de bevoegdheden van elk bestuursniveau in acht nemen, een en ander met steun van de Europese Commissie.

De Commissie verzoekt de Raad zijn goedkeuring te hechten aan de voorgestelde EU-strategie voor jongeren voor 2019-2027, tevens voortbouwend op de jongerendoelstellingen 42 die tijdens de EU-jongerenconferentie van april 2018 zijn voorgesteld.

De Raad wordt voorts verzocht een werkplan vast te leggen voor 2019-2021, rekening houdend met de maatregelen die worden voorgesteld in deze mededeling en zijn uitgewerkt in het werkdocument van de diensten van de Commissie over de resultaten van de open coördinatiemethode.

(1)    Witboek over de toekomst van Europa, maart 2017.
(2)    Eurostat, 2016.
(3)    Eurofound – afdeling NEET's: https://www.eurofound.europa.eu/nl/topic/NEETs
(4)      Mededeling van de Commissie "Investeren in de jongeren van Europa" COM(2016) 940 final.
(5)     http://www.consilium.europa.eu/media/21250/160916-bratislava-declaration-and-roadmapen16.pdf
(6)     https://ec.europa.eu/commission/news/towards-european-education-area-2025-2017-nov-14_en  
(7)

   Mededeling van de Commissie "De Europese identiteit versterken via onderwijs en cultuur" (COM(2017) 673 final).

(8)    Flash Eurobarometer 455.
(9)    Mededeling van de Commissie "Investeren in de jongeren van Europa" COM(2016) 940 final.
(10)    Conclusies van de Raad over strategische perspectieven voor Europese samenwerking in jeugdzaken na 2018, mei 2017.
(11)    Flash Eurobarometer 455; Eurostat ( http://ec.europa.eu/eurostat/web/youth/data/database )
(12)    SWD(2017) 280 en SWD(2017) 281 over de evaluatie van de EU-strategie voor jongeren.
(13)    Adviezen van de lidstaten, het Europees Parlement, het Europees Comité van de Regio's en het Europees Economisch en Sociaal Comité, alsmede de resultaten van de gestructureerde dialoog, de raadpleging van de doelgroepen, internetraadplegingen en een stakeholderconferentie. Raadpleeg het bijgaande werkdocument van de diensten van de Commissie over de resultaten van de open coördinatiemethode in jeugdzaken 2010-2018
(14)     http://europa.eu/youth/have-your-say/new-narrative-for-europe_nl
(15)    Jaarverslag van Erasmus+ voor 2016.
(16)    Standaard-Eurobarometer 86, 2016.
(17)     http://europa.eu/rapid/press-release_IP-17-118_nl.htm
(18)    De gestructureerde dialoog is het raadplegingsproces voor jongeren in het kader van de strategie 2010-2018.
(19)     http://ec.europa.eu/assets/eac/youth/library/reports/inclusion-diversity-strategy_en.pdf
(20)     https://europa.eu/youth/erasmusvirtual
(21)     http://www.researchyouth.net/documents/ray_policybrief_2014.pdf
(22)

   31 % van de jongeren heeft gedurende de laatste 12 maanden deelgenomen aan vrijwilligersactiviteiten (een toename met 6 procentpunten sinds 2014, Eurobarometer 455).

(23)

    https://eacea.ec.europa.eu/erasmus-plus/funding/european-youth-together-eacea162018_en

(24)    Deskundigengroep over de "bijdrage van jeugdwerk en niet-formeel en informeel leren aan het oplossen van de problemen van jongeren, met name de overgang van leren naar werken". http://ec.europa.eu/assets/eac/youth/library/reports/contribution-youth-work-summary_en.pdf
(25)    Ook bekend als DigComp.
(26)

   COM(2018) 22 final.

(27)    Studie "Working with young people: the value of youth work in the EU", ICF-GHK, 2014, Europese Commissie.
(28)    "Onderwijs en opleiding 2020" (PB C 417 van 15.12.2015, blz. 4), "Een nieuwe agenda voor vaardigheden voor Europa", COM(2016) 381 final.
(29)    Bijgaand werkdocument van de diensten van de Commissie over de situatie van jongeren in de EU.
(30)    COM(2016) 377 final.
(31)    COM(2017) 211 final.
(32)    Onderwijs en opleiding, werkgelegenheid en ondernemerschap, gezondheid en welzijn, participatie, vrijwilligerswerk, sociale inclusie, jongeren en de wereld, creativiteit en cultuur.
(33)

   De EU-jongerencoördinator zou een adviseur zijn bij de diensten van de Commissie die wordt ondersteund door het Directoraat-Generaal dat verantwoordelijk is voor het jongerenbeleid. De taken van de coördinator zouden het volgende omvatten: de nieuwe EU-jongerendialoog van de kant van de Commissie leiden, de standpunten van jongeren en de resultaten van de EU-jongerendialoog verwerken en delen met de relevante diensten van de Commissie, alsook contacten onderhouden met het Europees Parlement en met nationale beleidsmakers. De coördinator zou ook het eerste contactpunt voor jongeren en hun vertegenwoordigers zijn en op jongeren gerichte informatie- en communicatie-acties leiden in samenwerking met andere relevante diensten van de Commissie.

(34)    Dit zou financiering betreffen die gericht is op individuen, waarbij ook gebruik wordt gemaakt van ramingen ter voorkoming van extra administratieve lasten in verband met rapportage en gegevensverzameling, met name voor programma's als Erasmus+; het Europees Solidariteitskorps; het Programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie; Horizon 2020; Creatief Europa; Europa voor de burger; Rechten, gelijkheid en burgerschap; het EU-Gezondheidsprogramma; Erasmus voor jonge ondernemers (Cosme); het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief; de Europese structuur- en investeringsfondsen; de regeling jonge landbouwers (gemeenschappelijk landbouwbeleid); de EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp; het Europees nabuurschapsinstrument.
(35)    Het eerste jongerenbeleidslabo vond plaats in 2017 met drie nabuurschapslanden: https://blogs.ec.europa.eu/eupolicylab/
(36)     http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=1147
(37)     https://ec.europa.eu/sport/news/20170922-ewos-navracsics-health-call-tartu_fr
(38)    Door de nationale agentschappen van Erasmus+ georganiseerde activiteiten.
(39)    In het buitenland geboren jongeren en in het binnenland geboren jongeren met minstens één in het buitenland geboren ouder zijn goed voor 20 % van de jongeren tussen 15 en 29 jaar in de EU in 2014, en dit percentage zal volgens de prognoses snel stijgen door de instroom van migranten sinds het begin van de jaren 2000.
(40)    Voorstel opgenomen in het bijgaande werkdocument van de diensten van de Commissie over de resultaten van de open coördinatiemethode.
(41)     https://eacea.ec.europa.eu/national-policies/en/youthwiki
(42)     http://www.youthgoals.eu/
Top