This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32017R1509
Council Regulation (EU) 2017/1509 of 30 August 2017 concerning restrictive measures against the Democratic People's Republic of Korea and repealing Regulation (EC) No 329/2007
Verordening (EU) 2017/1509 van de Raad van 30 augustus 2017 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 329/2007
Verordening (EU) 2017/1509 van de Raad van 30 augustus 2017 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 329/2007
PB L 224 van 31/08/2017, p. 1–109
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force: This act has been changed. Current consolidated version: 13/09/2024
31.8.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 224/1 |
VERORDENING (EU) 2017/1509 VAN DE RAAD
van 30 augustus 2017
betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 329/2007
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,
Gezien Besluit (GBVB) 2016/849 van de Raad van 27 mei 2016 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea en tot intrekking van Besluit 2013/183/GBVB (1),
Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 14 oktober 2006 hechtte de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties („VN-Veiligheidsraad”) zijn goedkeuring aan Resolutie 1718 (2006), waarin de door de Democratische Volksrepubliek Korea („Noord-Korea”) op 9 oktober 2006 uitgevoerde kernproef wordt veroordeeld, waarin wordt gesteld dat er sprake is van een duidelijke bedreiging van de internationale vrede en veiligheid en waarbij aan alle leden van de VN de verplichting werd opgelegd een reeks beperkende maatregelen op Noord-Korea toe te passen. De ze beperkende maatregelen zijn verder uitgebreid bij de daarop volgende Resoluties 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013), 2270 (2016), 2321 (2016) en 2371 (2017) van de VN-Veiligheidsraad. |
(2) |
Overeenkomstig deze resoluties voorziet Besluit (GBVB) 2016/849 met name in beperkingen op de in- en uitvoer van bepaalde goederen, diensten en technologieën die zouden kunnen bijdragen aan programma's van Noord-Korea in verband met kernwapens, ballistische raketten of andere massavernietigingswapens (WMD-programma's — weapons of mass destruction, WMD), een embargo op luxegoederen en bevriezing van tegoeden van personen, entiteiten en lichamen die in verband worden gebracht met de WMD-programma's. Daarnaast zijn maatregelen ingesteld met betrekking tot de transportsector, waaronder vrachtinspecties en verbodsbepalingen inzake Noord-Koreaanse vaar- en vliegtuigen, de financiële sector, zoals de verlening van bepaalde financiële diensten, en in de diplomatieke sfeer, om misbruik van voorrechten en immuniteiten te voorkomen. |
(3) |
Daarnaast heeft de Raad verschillende extra beperkende maatregelen van de EU goedgekeurd die de VN-sancties aanvullen en versterken. Zo heeft de Raad het wapenembargo en de in- en uitvoerbeperkingen uitgebreid, evenals de lijst van personen en entiteiten waarop de bevriezing van tegoeden van toepassing is, en een verbod ingesteld op de overdracht van middelen en investeringen. |
(4) |
Aanneming van een verordening in de zin van artikel 215 van het Verdrag op het niveau van de Unie is noodzakelijk om uitvoering te geven aan de bovengenoemde maatregelen, met name om te garanderen dat ze in alle lidstaten uniform door de marktdeelnemers worden toegepast. |
(5) |
Verordening (EG) nr. 329/2007 (2) is verschillende malen gewijzigd. Gezien de omvang van de ingevoerde wijzigingen is het dienstig alle maatregelen in een nieuwe verordening te groeperen, waarbij Verordening (EG) nr. 329/2007 wordt ingetrokken en vervangen. |
(6) |
De Commissie moet worden gemachtigd om de lijst te publiceren van goederen en technologieën die zal worden goedgekeurd door het comité van de VN-Veiligheidsraad dat is ingesteld overeenkomstig punt 12 van Resolutie 1718 (2006) van de VN-Veiligheidsraad (hierna „het Sanctiecomité” genoemd) of door de VN-Veiligheidsraad, en zo nodig daaraan de nomenclatuurcodes toe te voegen van de Gecombineerde Nomenclatuur als opgenomen in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (3). |
(7) |
Het is tevens wenselijk dat de Commissie wordt gemachtigd zo nodig de lijst van luxegoederen te wijzigen in het licht van definities of richtsnoeren die het Sanctiecomité eventueel uitvaardigt om de tenuitvoerlegging van de beperkende maatregelen met betrekking tot luxegoederen te vergemakkelijken, daarbij rekening houdend met de lijsten van luxegoederen die door andere bevoegde instanties zijn opgesteld. |
(8) |
Gezien de specifieke bedreiging die Noord-Korea vormt voor de internationale vrede en veiligheid, en om te zorgen voor samenhang met het wijzigings- en herzieningsproces van de bijlagen I, II, III, IV en V bij Besluit (GBVB) 2016/849, moet de bevoegdheid tot wijziging van de lijsten in de bijlagen XIII, XIV, XV, XVI en XVII bij deze verordening worden uitgeoefend door de Raad. |
(9) |
De Commissie moet worden gemachtigd om de lijst van diensten te wijzigen, rekening houdend met door de lidstaten verstrekte informatie en met eventuele definities of richtsnoeren van de Statistische Commissie van de Verenigde Naties, of om referentienummers toe te voegen uit het systeem van centrale productenclassificatie voor goederen en diensten van de Statistische Commissie van de Verenigde Naties. |
(10) |
Resolutie 2270 (2016) van de VN-Veiligheidsraad brengt in herinnering dat de Financial Action Task Force (FATF) landen ertoe heeft opgeroepen verscherpte klantenonderzoeksprocedures en doeltreffende tegenmaatregelen toe te passen om hun rechtsgebied tegen illegale financiële activiteiten van Noord-Korea te beschermen, en verzoekt de VN-leden aanbeveling nr. 7 van de FATF, de bijhorende interpretatienota en de desbetreffende richtsnoeren toe te passen teneinde de gerichte financiële sancties met betrekking tot proliferatie op efficiënte wijze uit te voeren. |
(11) |
Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en beginselen die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend, met name derechten op een doeltreffende voorziening in rechte, op een eerlijk proces en op de bescherming van persoonsgegevens. De ze verordening moet worden toegepast overeenkomstig die rechten. |
(12) |
Met het oog op de tenuitvoerlegging van deze verordening en om het hoogste niveau van rechtszekerheid binnen de Unie te verwezenlijken, moeten de namen en andere relevante gegevens over de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen krachtens deze verordening moeten worden bevroren, openbaar worden gemaakt. Bij de verwerking van persoonsgegevens van natuurlijke personen uit hoofde van deze verordening moeten Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (4) en Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) in acht worden genomen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
Definities
Artikel 1
Deze verordening is van toepassing:
a) |
op het grondgebied van de Unie; |
b) |
aan boord van vlieg- of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen; |
c) |
op alle zich op of buiten het grondgebied van de Unie bevindende natuurlijke personen die onderdaan van een lidstaat zijn; |
d) |
op alle volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen, binnen of buiten het grondgebied van de Unie; |
e) |
op alle rechtspersonen, entiteiten of lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties. |
Artikel 2
Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities:
1) „bijkantoor” van een financiële instelling of kredietinstelling: een onderneming die een juridisch afhankelijk onderdeel is van een financiële instelling of een kredietinstelling en rechtstreeks alle of enkele transacties van de betrokken financiële instelling of kredietinstelling uitvoert;
2) „tussenhandeldiensten”:
a) |
het onderhandelen over of regelen van transacties met het oog op de aankoop, verkoop of levering van goederen en technologieën, of van financiële en technische diensten, ook van een derde land aan een ander derde land, of |
b) |
het verkopen of aankopen van goederen en technologieën, of van financiële en technische diensten, ook als ze zich in derde landen bevinden, met het oog op de overbrenging ervan naar een ander derde land; |
3) „vordering”: een vordering, ook wanneer deze de vorm van een rechtsvordering heeft, die voortvloeit uit of verband houdt met de uitvoering van een contract of transactie, en met name:
a) |
een vordering tot nakoming van een verplichting die voortvloeit uit of verband houdt met een contract of transactie; |
b) |
een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm; |
c) |
een vordering tot schadeloosstelling in verband met een contract of een transactie; |
d) |
een tegenvordering; |
e) |
een vordering, ook via een exequatur, waarmee wordt beoogd erkenning of uitvoering van een rechterlijke of arbitrale uitspraak of van een gelijkwaardige beslissing te verkrijgen, ongeacht de plaats van uitspraak; |
4) „bevoegde autoriteiten”: de op de websites van bijlage I vermelde bevoegde autoriteiten;
5) „contract of transactie”: een verrichting, ongeacht haar vorm en het recht dat erop van toepassing is, die een of meer contracten of soortgelijke verplichtingen tussen al dan niet dezelfde partijen omvat; in dit verband worden onder „contract” tevens begrepen obligaties, garanties of contragaranties, en met name financiële garanties of contragaranties en kredieten, ook indien deze uit juridisch oogpunt op zichzelf staan, alsmede alle uit een dergelijke transactie voortkomende of daarmee verband houdende bepalingen;
6) „kredietinstelling”: een kredietinstelling als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (6), met inbegrip van bijkantoren ervan, als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 17, van die verordening, welke gelegen zijn in de Unie, ongeacht of het hoofdkantoor ervan zich in de Unie of in een derde land bevindt;
7) „diplomatieke missies, consulaire posten en hun leden”: in dezelfde zin als in het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer van 1961 en het Verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen van 1963, en tevens missies van Noord-Korea bij in de lidstaten gevestigde internationale organisaties en Noord-Koreaanse leden van die missies;
8) „economische middelen”: activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, actueel of potentieel, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten, met inbegrip van vaartuigen, zoals zeevaartuigen, te verkrijgen;
9) „financiële instelling”:
a) |
een onderneming, andere dan een kredietinstelling, die een of meer van de activiteiten verricht als bedoeld in de punten 2 tot en met 12, 14 en 15 van bijlage I bij Richtlijn 2013/36/EG van het Europees Parlement en de Raad (7), met inbegrip van geldwisselactiviteiten (bureaux de change); |
b) |
een verzekeringsonderneming als omschreven in artikel 13, punt 1, van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad (8), voor zover zij het door die richtlijn bestreken levensverzekeringsbedrijf uitoefent; |
c) |
een beleggingsonderneming als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 1, van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad (9); |
d) |
een collectieve beleggingsonderneming die haar rechten van deelname of aandelen op de markt brengt; |
e) |
een verzekeringstussenpersoon als omschreven in artikel 2, punt 5, van Richtlijn 2002/92/EG van het Europees Parlement en de Raad (10) wanneer hij handelt met betrekking tot levensverzekeringen en andere beleggingsverzekeringen, met uitzondering van een verbonden verzekeringstussenpersoon als bedoeld in dat artikel, punt 7; |
f) |
in de Unie gelegen bijkantoren van de in de punten a) tot en met e) bedoelde financiële instellingen, ongeacht of het hoofdkantoor ervan zich in een lidstaat of een derde land bevindt; |
10) „bevriezing van economische middelen”: het voorkomen van het gebruik van economische middelen om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet daartoe beperkt, door deze te verkopen, te verhuren of te hypothekeren;
11) „bevriezing van tegoeden”: het voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren en gebruiken van, toegang verschaffen tot of omgaan met tegoeden met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt;
12) „tegoeden”: financiële activa en voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:
a) |
contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen; |
b) |
deposito's bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen; |
c) |
in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten; |
d) |
rente, dividenden of andere inkomsten uit of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa; |
e) |
krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen; |
f) |
kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven; |
g) |
bewijsstukken van een belang in tegoeden of financiële middelen; |
13) „verzekering”: een overeenkomst waarbij een of meer natuurlijke personen of rechtspersonen zich tegen betaling ertoe verbinden een of meer andere personen een in de overeenkomst bepaalde vergoeding of uitkering te verstrekken indien een risico intreedt;
14) „beleggingsdiensten”: de volgende diensten en activiteiten:
a) |
het ontvangen en doorgeven van orders met betrekking tot één of meer financiële instrumenten; |
b) |
het uitvoeren van orders namens cliënten; |
c) |
het handelen voor eigen rekening; |
d) |
portefeuillebeheer; |
e) |
beleggingsadvies; |
f) |
het overnemen van financiële instrumenten en/of plaatsen van financiële instrumenten met plaatsingsgarantie; |
g) |
het plaatsen van financiële instrumenten zonder plaatsingsgarantie; |
h) |
elke dienst met betrekking tot de toegang tot handel op een gereguleerde markt of handel op een multilaterale handelsfaciliteit; |
15) „begunstigde”: natuurlijke persoon of rechtspersoon die de beoogde uiteindelijke ontvanger van de geldovermaking is;
16) „betaler”: een persoon die houder is van een betaalrekening en een geldovermaking vanaf die betaalrekening toestaat, of, bij ontbreken van een betaalrekening, die een opdracht tot geldovermaking geeft;
17) „betalingsdienstaanbieder”: de categorieën betalingsdienstaanbieders als genoemd in artikel 1, lid 1, van Richtlijn 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad (11), natuurlijke personen of rechtspersonen die in aanmerking komen voor een ontheffing overeenkomstig artikel 26 van Richtlijn 2007/64/EG, en rechtspersonen die in aanmerking komen voor een ontheffing overeenkomstig artikel 9 van Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad (12), die diensten verlenen in verband met geldovermakingen;
18) „herverzekering”: de activiteit die bestaat in het aanvaarden van risico's die door een verzekeringsonderneming of een herverzekeringsonderneming worden overgedragen, of, voor de assuradeursvereniging die bekend staat als „association of underwriters known as Lloyd's”, de activiteit die bestaat in het aanvaarden door een andere verzekerings-onderneming of herverzekeringsonderneming dan Lloyd's, van risico's welke door een lid van Lloyd's worden overgedragen;
19) „diensten die verband houden met”: diensten die voor een vast bedrag of op contractbasis worden verleend door eenheden die voornamelijk betrokken zijn bij de productie van roerende goederen, alsook diensten die specifiek samenhangen met de productie van die goederen;
20) „scheepseigenaar”: de geregistreerde eigenaar van een zeeschip of enige andere persoon, zoals de rompbevrachter, die verantwoordelijk is voor het exploiteren van het schip;
21) „technische bijstand”: technische ondersteuning in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienstverlening; technische bijstand kan worden verleend in de vorm van instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten, met inbegrip van mondelinge vormen van bijstand;
22) „grondgebied van de Unie”: het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim;
23) „geldovermaking”:
a) |
een transactie die namens een betaler minstens ten de le langs elektronische weg door een betalingsdienstaanbieder wordt verricht met de bedoeling via een betalingsdienstaanbieder geldmiddelen beschikbaar te stellen aan een begunstigde, ongeacht of de betaler en de begunstigde een en dezelfde persoon zijn en ongeacht of de betalingsdienstaanbieder van de betaler en die van de begunstigde dezelfde zijn, waaronder inbegrepen:
|
b) |
een transactie langs niet-elektronische weg zoals contanten, cheques of betalingsopdrachten met de bedoeling gelden beschikbaar te stellen voor een begunstigde, ongeacht of de betaler en de begunstigde een en dezelfde persoon zijn; |
24) „vaartuig bemand door Noord-Korea”:
a) |
een vaartuig waarvan de bemanning onder controle staat van:
|
b) |
een vaartuig dat volledig bemand wordt door onderdanen van Noord-Korea. |
HOOFDSTUK II
Beperkingen op de uitvoer en de invoer
Artikel 3
1. Er geldt een verbod op:
a) |
de directe of indirecte verkoop, levering of overdracht aan of uitvoer naar natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Noord-Korea, van de in bijlage II vermelde goederen en technologieën, met inbegrip van software, ongeacht of deze van oorsprong zijn uit de Unie; |
b) |
de directe of indirecte verkoop, levering of overdracht aan of uitvoer naar Noord-Korea van luchtvaartbrandstof, als vermeld in bijlage III, of het vervoer ervan naar Noord-Korea aan boord van een onder de vlag van een lidstaat varend vaartuig of een vliegtuig van een lidstaat, ongeacht of deze brandstof van oorsprong is uit het grondgebied van de lidstaten; |
c) |
de directe of indirecte invoer, aankoop of overdracht uit Noord-Korea van de in bijlage II vermelde goederen en technologieën, ongeacht of deze van oorsprong zijn uit Noord-Korea; |
d) |
de directe of indirecte invoer, aankoop of overdracht uit Noord-Korea van goud, titaanerts, vanadiumerts en zeldzame aardmineralen, als vermeld in bijlage IV, ongeacht of deze van oorsprong zijn uit Noord-Korea; |
e) |
de directe of indirecte invoer, aankoop of overdracht uit Noord-Korea van steenkool, ijzer en ijzererts, als vermeld in bijlage V, ongeacht of deze van oorsprong zijn uit Noord-Korea; |
f) |
de directe of indirecte invoer, aankoop of overdracht uit Noord-Korea van de in bijlage VI vermelde aardolieproducten, ongeacht of deze van oorsprong zijn uit Noord-Korea, en |
g) |
de directe of indirecte invoer, aankoop of overdracht uit Noord-Korea van koper, nikkel, zilver en zink, als vermeld in bijlage VII, ongeacht of deze van oorsprong zijn uit Noord-Korea. |
2. Deel I van bijlage II omvat alle producten, materialen, uitrusting, goederen en technologieën, met inbegrip van software, die producten of technologieën voor tweeërlei gebruik zijn als bedoeld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 (14).
Deel II van bijlage II omvat andere producten, materialen, uitrusting, goederen en technologieën die zouden kunnen bijdragen tot programma's van Noord-Korea in verband met kernwapens, ballistische raketten of andere massavernietigingswapens.
Deel III van bijlage II omvat bepaalde belangrijke componenten voor de sector van de ballistischerakettechnologie.
Deel IV van bijlage II omvat producten, materialen, uitrusting, goederen en technologieën die verband houden met massavernietigingswapens en die zijn aangewezen overeenkomstig punt 25 van Resolutie 2270 (2016) van de VN-Veiligheidsraad.
Deel IV van bijlage II omvat producten, materialen, uitrusting, goederen en technologieën die verband houden met massavernietigingswapens en die zijn aangewezen overeenkomstig punt 4 van Resolutie 2321 (2016) van de VN-Veiligheidsraad.
Bijlage III omvat luchtvaartbrandstof, als bedoeld in lid 1, onder b).
Bijlage IV omvat goud, titaanerts, vanadiumerts en zeldzame aardmineralen, als bedoeld in lid 1, onder d).
Bijlage V omvat steenkool, ijzer en ijzererts, als bedoeld in lid 1, onder e).
Bijlage VI omvat aardolieproducten, als bedoeld in lid 1, onder f).
Bijlage VII omvat koper, nikkel, zilver en zink, als bedoeld in lid 1, onder g).
3. De verbodsbepaling van lid 1, onder b), is niet van toepassing op de verkoop of levering van luchtvaartbrandstof aan civiele passagiersvliegtuigen buiten Noord-Korea die uitsluitend is bedoeld voor verbruik tijdens de vlucht naar Noord-Korea en de terugkeer naar de luchthaven van oorsprong.
Artikel 4
1. In afwijking van artikel 3, lid 1, onder b), kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming verlenen voor de verkoop, levering of overdracht van luchtvaartbrandstof, op voorwaarde dat de lidstaat op voorhand voor elk individueel geval en bij wijze van uitzondering de goedkeuring heeft gekregen van het Sanctiecomité voor de overdracht van dergelijke goederen aan Noord-Korea voor gecontroleerde essentiële humanitaire behoeften en overeenkomstig een gespecificeerde regeling voor doeltreffend toezicht op de levering en het gebruik.
2. In afwijking van artikel 3, lid 1, onder e), kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming verlenen voor:
a) |
de invoer, aankoop of overdracht van steenkool, op voorwaarde dat de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op basis van geloofwaardige informatie hebben vastgesteld dat de vracht van oorsprong is van buiten Noord-Korea, en door Noord-Korea is vervoerd uitsluitend met het oog op uitvoer vanuit de haven van Rajin (Rason), en op voorwaarde dat de betrokken lidstaat het Sanctiecomité op voorhand in kennis heeft gesteld van dergelijke transacties en de betreffende transacties geen verband houden met het genereren van inkomsten voor de programma's van Noord-Korea in verband met kernwapens, ballistische raketten of andere massavernietigingswapens en andere activiteiten die verboden zijn op grond van Resolutie 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013), 2270 (2016) of 2321 (2016) van de VN-Veiligheidsraad, of op grond van deze verordening; |
b) |
transacties in ijzer en ijzererts waarvan blijkt dat ze uitsluitend voor met levens-onderhoud verband houdende doelstellingen worden gebruikt en geen verband houden met het genereren van inkomsten voor de programma's van Noord-Korea in verband met kernwapens, ballistische raketten of andere massavernietigings-wapens of andere activiteiten die verboden zijn op grond van Resolutie 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013), 2270 (2016) of 2321 (2016) van de VN Veiligheidsraad, of op grond van deze verordening, en |
c) |
transacties in steenkool waarvan blijkt dat ze uitsluitend voor met het levens-onderhoud verband houdende doelstellingen worden gebruikt, op voorwaarde dat voldaan is aan alle onderstaande voorwaarden:
|
3. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke overeenkomstig de leden 1 en 2 verleende toestemming.
Artikel 5
1. Er geldt een verbod op de directe of indirecte verkoop, levering of overdracht aan of uitvoer naar Noord-Korea van producten, met uitzondering van voedsel of medicijnen, indien de exporteur weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat:
a) |
de producten direct of indirect zijn bestemd voor de strijdkrachten van Noord-Korea, of |
b) |
de uitvoer van de producten de operationele capaciteit van de strijdkrachten van een andere staat dan Noord-Korea kan ondersteunen of verbeteren. |
2. Er geldt een verbod op de invoer, de aankoop of het vervoer van de in lid 1 bedoelde producten uit Noord-Korea indien de importeur of de vervoerder weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat sprake is van een van de onder a) of b) van lid 1 vermelde situaties.
Artikel 6
1. In afwijking van artikel 5 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming verlenen voor de verkoop, levering of overdracht aan of de uitvoer naar Noord-Korea, of de invoer, de aankoop of het vervoer van een product uit Noord-Korea, indien:
a) |
het product geen verband houdt met de productie, de ontwikkeling, het onderhoud of het gebruik van militaire goederen, of de ontwikkeling of de instandhouding van militair personeel, en de bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat het niet rechtstreeks bijdraagt tot de ontwikkeling van de operationele capaciteit van de strijdkrachten van Noord-Korea of tot uitvoer ter ondersteuning of verbetering van de operationele capaciteit van de strijdkrachten van een ander derde land dan Noord-Korea; |
b) |
het Sanctiecomité heeft vastgesteld dat een bepaalde levering, verkoop of overdracht niet in strijd zou zijn met de doelstellingen van Resolutie 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013), 2270 (2016) of 2321 (2016) van de VN-Veiligheidsraad, of |
c) |
de bevoegde autoriteit van de lidstaat ervan overtuigd is dat de activiteit uitsluitend verband houdt met humanitaire doeleinden of met levensonderhoud, en niet door Noord-Koreaanse personen, entiteiten of lichamen zal worden gebruikt om inkomsten te genereren, en dat de activiteit geen verband houdt met een activiteit die is verboden op grond van Resolutie 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013), 2270 (2016) of 2321 (2016) van de VN-Veiligheidsraad, en op voorwaarde dat de lidstaat het Sanctiecomité op voorhand in kennis stelt van een dergelijke overtuiging, en het Sanctiecomité informeert over de maatregelen die zijn genomen om te voorkomen dat de producten voor een verboden doel worden gebruikt. |
2. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie ten minste één week voordat hij toestemming verleent, ervan in kennis dat hij voornemens is overeenkomstig dit artikel toestemming te verlenen.
Artikel 7
1. Er geldt een verbod op:
a) |
het direct of indirect verlenen van technische bijstand en tussenhandeldiensten in verband met de in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU of in bijlage II vermelde goederen en technologieën, en in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van de in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU of in bijlage II vermelde goederen, ten behoeve van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Noord-Korea; |
b) |
het direct of indirect verlenen van financiering of financiële bijstand in verband met de in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU of in bijlage II vermelde goederen en technologieën, met inbegrip van met name subsidies, leningen en exportkredietverzekeringen, alsook verzekering en herverzekering, voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van deze producten, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand, ten behoeve van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Noord-Korea; |
c) |
het direct of indirect verkrijgen van technische bijstand in verband met de in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU of in bijlage II vermelde goederen en technologieën, en in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van de in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU of in bijlage II vermelde goederen, van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Noord-Korea; |
d) |
het direct of indirect verkrijgen van financiering of financiële bijstand in verband met de in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU of in bijlage II vermelde goederen en technologieën, met inbegrip van met name subsidies, leningen en exportkredietverzekeringen, voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van deze artikelen, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand, van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Noord-Korea. |
2. De verbodsbepalingen van lid 1 zijn niet van toepassing op andere voertuigen dan gevechtsvoertuigen die zijn gemaakt van of uitgerust met materiaal dat bescherming biedt tegen kogels en die uitsluitend bestemd zijn voor de bescherming van personeel van de Unie en haar lidstaten in Noord-Korea.
Artikel 8
1. In afwijking van artikel 3, lid 1, en artikel 7, lid 1, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op door hen passend geachte voorwaarden toestemming verlenen voor de directe of indirecte verkoop, levering, overdracht of uitvoer van de in artikel 3, lid 1, onder a) en b), bedoelde producten en technologieën, inclusief software, of de in artikel 7, lid 1, bedoelde bijstand of tussenhandeldiensten, op voorwaarde dat de goederen, technologieën, bijstand of tussenhandeldiensten bestemd zijn voor voedsel, landbouw of voor medische of andere humanitaire doeleinden.
2. In afwijking van artikel 3, lid 1, onder a), en artikel 7, lid 1, onder a) en b), kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming verlenen voor de daarin bedoelde transacties, op door hen passend geachte voorwaarden en op voorwaarde dat het verzoek is goedgekeurd door de VN-Veiligheidsraad.
3. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elk verzoek tot goedkeuring dat overeenkomstig lid 3 bij de VN-Veiligheidsraad wordt ingediend.
4. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen vier weken in kennis van elke overeenkomstig dit artikel verleende toestemming.
Artikel 9
1. In aanvulling op de verplichting om de bevoegde douaneautoriteiten voorafgaand aan aankomst of vertrek van informatie te voorzien, zoals bepaald in de bepalingen betreffende summiere aangifte bij binnenkomst en bij uitgang alsmede betreffende douaneaangiften van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (15), Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie (16) en Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (17), verklaart de persoon die de in lid 2 bedoelde informatie verstrekt of de goederen onder de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen dan wel onder deze verordening vallen, en specificeert deze persoon, wanneer voor de uitvoer daarvan toestemming moet worden verleend, voor welke goederen en technologieën de uitvoervergunning is verleend.
2. De vereiste aanvullende informatie wordt door middel van een elektronische douaneaangifte verstrekt, ofwel, bij ontbreken van een dergelijke aangifte, in enige andere passende elektronische of schriftelijke vorm.
Artikel 10
1. Er geldt een verbod op:
a) |
de directe of indirecte verkoop, levering of overdracht aan of uitvoer naar Noord-Korea van de in bijlage VIII vermelde luxegoederen; |
b) |
de directe of indirecte invoer, aankoop of overdracht uit Noord-Korea van de in bijlage VIII vermelde luxegoederen, ongeacht of deze van oorsprong zijn uit Noord-Korea. |
2. De verbodsbepaling van lid 1, onder b), is niet van toepassing op de persoonlijke bezittingen van reizigers of op goederen zonder handelskarakter die reizigers voor persoonlijk gebruik in hun bagage meevoeren.
3. De verbodsbepalingen van lid 1 zijn niet van toepassing op goederen die noodzakelijk zijn voor de officiële doelen van diplomatieke of consulaire missies van de lidstaten in Noord-Korea of van internationale organisaties die bescherming genieten op grond van het internationaal recht, of op de persoonlijke bezittingen van hun personeelsleden.
4. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten kunnen op door hen passend geachte voorwaarden toestemming verlenen voor een transactie met betrekking tot de in punt 17 van bijlage VIII vermelde goederen, op voorwaarde dat deze bestemd zijn voor humanitaire doeleinden.
Artikel 11
Er geldt een verbod op:
a) |
de directe of indirecte verkoop, levering of overdracht aan of uitvoer naar de regering van Noord-Korea, haar overheidsorganen, -bedrijven en -agentschappen, de centrale bank van Noord-Korea en personen, entiteiten of lichamen die namens hen of op hun aanwijzing handelen, of entiteiten of lichamen die hun eigendom zijn of onder hun zeggenschap staan, van goud, edelmetaal en diamant, als vermeld in bijlage IX, ongeacht of deze van oorsprong uit de Unie zijn; |
b) |
de directe of indirecte invoer, aankoop of vervoer van de regering van Noord-Korea, haar overheidsorganen, -bedrijven en -agentschappen, de centrale bank van Noord-Korea en personen, entiteiten of lichamen die namens hen of op hun aanwijzing handelen, of entiteiten of lichamen die hun eigendom zijn of onder hun zeggenschap staan, van goud, edelmetaal en diamant, als vermeld in bijlage IX, ongeacht of deze van oorsprong uit de Unie zijn; |
c) |
het direct of indirect verlenen van technische bijstand of tussenhandeldiensten, financieringsmiddelen of financiële bijstand, in verband met de onder a) en b) bedoelde goederen aan de regering van Noord-Korea, haar overheidsorganen, -bedrijven en -agentschappen, de centrale bank van Noord-Korea en personen, entiteiten of lichamen die namens hen of op hun aanwijzing handelen, of entiteiten of lichamen die hun eigendom zijn of onder hun zeggenschap staan. |
Artikel 12
Er geldt een verbod op de directe of indirecte verkoop, levering of overdracht aan of uitvoer naar of ten behoeve van de centrale bank van Noord-Korea van nieuwe gedrukte of onuitgegeven Noord-Koreaanse bankbiljetten en munten.
Artikel 13
Er geldt een verbod op de directe of indirecte invoer, aankoop of overdracht uit Noord-Korea van de in bijlage X vermelde beelden, ongeacht of deze al dan niet van oorsprong uit Noord-Korea zijn.
Artikel 14
In afwijking van het verbod uit hoofde van artikel 13 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming verlenen voor de invoer, aankoop of overdracht, op voorwaarde dat de betrokken lidstaat op voorhand voor elk individueel geval de goedkeuring heeft gekregen van het Sanctiecomité.
Artikel 15
Er geldt een verbod op de directe of indirecte verkoop, levering, overdracht aan of uitvoer naar Noord-Korea van de in bijlage XI vermelde helikopters en vaartuigen.
Artikel 16
In afwijking van het verbod uit hoofde van artikel 15 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming verlenen voor een dergelijke verkoop, levering, overdracht of uitvoer, op voorwaarde dat de lidstaat op voorhand voor elk individueel geval de goedkeuring heeft gekregen van het Sanctiecomité.
HOOFDSTUK III
Beperkingen op bepaalde commerciële activiteiten
Artikel 17
1. Er geldt een verbod, op het grondgebied van de Unie, op het aannemen of goedkeuren van investeringen in een commerciële activiteit indien deze investeringen worden gedaan door:
a) |
natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen van de regering van Noord-Korea; |
b) |
de Arbeiderspartij van Korea; |
c) |
onderdanen van Noord-Korea; |
d) |
volgens het recht van Noord-Korea erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen; |
e) |
natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die namens of op aanwijzing van de onder a) tot en met d) bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen handelen, en |
f) |
natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die eigendom zijn van of onder zeggenschap staan van de onder a) tot en met d) bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen. |
2. Er geldt een verbod op:
a) |
het oprichten van een joint venture met of het nemen of uitbreiden van een eigendomsrecht, inclusief de volledige verwerving van dergelijke ondernemingen en de verwerving van aandelen en effecten die een deelnemingsrecht vertegenwoordigen, in de in lid 1 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die betrokken zijn bij activiteiten of programma's van Noord-Korea in verband met kernwapens, andere massavernietigingswapens of ballistische raketten of bij activiteiten in de mijnbouw, raffinage, chemische industrie, metaalindustrie en metaalbewerking, ruimtevaart of de industrie voor conventionele wapens; |
b) |
het verlenen van financiering of financiële bijstand aan de in lid 1, onder d) tot en met f), bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen met het aantoonbare doel deze te financieren; |
c) |
het verlenen van beleggingsdiensten die direct of indirect verband houden met de onder a) en b) van dit lid bedoelde activiteiten, en |
d) |
het direct of indirect deelnemen aan joint ventures of enige andere zakelijke regeling met de in bijlage XIII vermelde entiteiten, alsook met natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die voor of namens hen of op hun aanwijzing handelen. |
Artikel 18
1. Er geldt een verbod op:
a) |
het direct of indirect verlenen van diensten die verband houden met mijnbouw of met de maakindustrie in de chemische, mijnbouw- of raffinagesector, als bedoeld in bijlage XII, deel A, aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Noord-Korea, en |
b) |
het direct of indirect verlenen van computerdiensten en daarmee samenhangende diensten, als bedoeld in bijlage XII, deel B, aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Noord-Korea. |
2. De verbodsbepaling van lid 1, onder b), is niet van toepassing op computerdiensten en daarmee samenhangende diensten als die diensten bedoeld zijn om uitsluitend te worden gebruikt voor de officiële doelen van een diplomatieke of consulaire missie of een internationale organisatie die in Noord-Korea immuniteiten geniet op grond van het internationaal recht.
3. De verbodsbepaling van lid 1, onder b), is niet van toepassing op het verlenen van computerdiensten en daarmee samenhangende diensten door overheidsinstanties of door rechtspersonen, entiteiten of lichamen die door de Unie of door lidstaten worden gefinancierd voor ontwikkelingsdoeleinden die rechtstreeks dienen ter leniging van de noden van de burgerbevolking of ter bevordering van de denuclearisering.
Artikel 19
1. In afwijking van artikel 18, lid 1, onder a), kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming verlenen voor het verlenen van diensten die verband houden met mijnbouw en voor het verlenen van diensten die verband houden met de maakindustrie in de chemische, de mijnbouw- en de raffinagesector, voor zover die diensten bedoeld zijn om uitsluitend te worden gebruikt voor ontwikkelingsdoeleinden die rechtstreeks dienen ter leniging van de noden van de burgerbevolking of ter bevordering van de denuclearisering.
2. In gevallen die niet onder artikel 18, lid 3, vallen en in afwijking van artikel 18, lid 1, onder b), kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming verlenen voor het verlenen van computerdiensten en daarmee samenhangende diensten als die diensten bedoeld zijn om uitsluitend te worden gebruikt voor ontwikkelingsdoeleinden die rechtstreeks dienen ter leniging van de noden van de burgerbevolking of ter bevordering van de denuclearisering.
Artikel 20
1. Er geldt een verbod op:
a) |
het direct of indirect verhuren of anderszins beschikbaar stellen van onroerende goederen aan personen, entiteiten of lichamen van de regering van Noord-Korea voor een andere doelstelling dan diplomatieke of consulaire activiteiten uit hoofde van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer van 1961 en het Verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen van 1963; |
b) |
het direct of indirect huren van onroerende goederen van personen, entiteiten of lichamen van de regering van Noord-Korea, en |
c) |
het ontplooien van activiteiten in verband met het gebruik van onroerende goederen die personen, entiteiten of lichamen van de regering van Noord-Korea bezitten, huren of anderszins gerechtigd zijn te gebruiken, uitgezonderd voor de levering van goederen en diensten die:
|
2. Voor de toepassing van dit artikel betekent „onroerende goederen” grond, gebouwen en delen van gebouwen die buiten het grondgebied van Noord-Korea zijn gelegen.
HOOFDSTUK IV
Beperkingen op geldovermakingen en op financiële diensten
Artikel 21
1. Er geldt een verbod op geldovermakingen van en naar Noord-Korea.
2. Voor kredietinstellingen en financiële instellingen geldt een verbod op het aangaan of het voortzetten van transacties met:
a) |
kredietinstellingen en financiële instellingen die gevestigd zijn in Noord-Korea; |
b) |
onder artikel 1 vallende bijkantoren en dochtermaatschappijen van in Noord-Korea gevestigde kredietinstellingen en financiële instellingen; |
c) |
buiten artikel 1 vallende bijkantoren en dochtermaatschappijen van in Noord-Korea gevestigde kredietinstellingen en financiële instellingen; |
d) |
kredietinstellingen en financiële instellingen die niet in Noord-Korea gevestigd zijn, die onder artikel 1 vallen en onder zeggenschap staan van in Noord-Korea gevestigde personen, entiteiten of lichamen; |
e) |
kredietinstellingen en financiële instellingen die niet in Noord-Korea gevestigd zijn of die niet onder artikel 1 vallen, maar onder zeggenschap staan van in Noord-Korea gevestigde personen, entiteiten of lichamen. |
3. De verbodsbepalingen van de leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op geldovermakingen of transacties die noodzakelijk zijn voor de officiële doelen van diplomatieke of consulaire missies van een lidstaat in Noord-Korea of een internationale organisatie die in Noord-Korea immuniteiten geniet op grond van het internationaal recht.
4. De verbodsbepalingen van de leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op de volgende transacties, op voorwaarde dat het gaat om geldovermakingen voor een bedrag dat gelijk is aan of lager dan 15 000 EUR of een gelijkwaardig bedrag in een andere munteenheid:
a) |
transacties in verband met voedsel, gezondheidszorg, medische uitrusting of landbouw- of humanitaire doeleinden; |
b) |
transacties in verband met persoonlijke geldoverdrachten; |
c) |
transacties in verband met de in deze verordening voorziene uitzonderingen; |
d) |
transacties in verband met een specifiek handelscontract dat niet verboden is op grond van deze verordening; |
e) |
transacties die uitsluitend verband houden met de uitvoering van ontwikkelings-projecten die worden gefinancierd door de Unie of haar lidstaten en die zich rechtstreeks richten op de behoeften van de burgerbevolking of de bevordering van denuclearisatie, en |
f) |
transacties met betrekking tot een diplomatieke of consulaire missie of internationale organisatie die immuniteit geniet op grond van het internationaal recht, voor zover die transacties bestemd zijn voor de officiële doelen van de diplomatieke of consulaire missie of de internationale organisatie. |
Artikel 22
1. In afwijking van de verbodsbepalingen van artikel 21, leden 1 en 2, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming verlenen voor de in artikel 21, lid 4, onder a) tot en met f), bedoelde transacties voor een bedrag van meer dan 15 000 EUR of een gelijkwaardig bedrag in een andere munteenheid.
2. De vereiste van lid 1 inzake toestemming is van toepassing ongeacht of de geldovermaking in één enkele operatie geschiedt of in verschillende operaties die aan elkaar gekoppeld lijken te zijn. Voor de toepassing van deze verordening omvatten „operaties die aan elkaar gekoppeld lijken te zijn”:
a) |
een reeks van opeenvolgende overmakingen van of naar een kredietinstelling of financiële instelling als bedoeld in artikel 21, lid 2, naar of van dezelfde Noord-Koreaanse persoon, entiteit of lichaam, die betrekking hebben op één enkele verplichting tot geldovermaking, en waarbij elke individuele overmaking minder dan 15 000 EUR bedraagt, maar bij elkaar opgeteld wel onder de criteria voor toestemming vallen, en |
b) |
een reeks overmakingen door verschillende betalingsdienstaanbieders, natuurlijke personen of rechtspersonen die één enkele verplichting vormt tot geldovermaking. |
3. De betrokken lidstaten stellen elkaar en de Commissie in kennis van elke overeenkomstig lid 1 verleende toestemming.
4. In afwijking van de verbodsbepalingen van artikel 21, leden 1 en 2, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming verlenen voor transacties in verband met betalingen om te voldoen aan vorderingen tegen Noord-Korea, of onderdanen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, volgens het recht van Noord-Korea erkend of opgericht, en transacties van vergelijkbare aard die niet bijdragen aan activiteiten die op grond van deze verordening zijn verboden, geval per geval en op voorwaarde dat de betrokken lidstaat de andere lidstaten en de Commissie ten minste tien dagen op voorhand in kennis heeft gesteld van zijn voornemen toestemming te verlenen.
Artikel 23
1. Kredietinstellingen en financiële instellingen moeten bij hun activiteiten met in artikel 21, lid 2, bedoelde kredietinstellingen en financiële instellingen:
a) |
klantenonderzoeksprocedures toepassen zoals vastgesteld in de artikelen 13 en 14 van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad (18); |
b) |
de procedures naleven om het witwassen van geld en de financiering van terrorisme te voorkomen, zoals vastgesteld in Richtlijn (EU) 2015/849 en Verordening (EU) 2015/847 van het Europees Parlement en de Raad (19); |
c) |
eisen dat de bij geldovermakingen te voegen informatie over de betaler wordt verstrekt, zoals verplicht op grond van Verordening (EU) 2015/847, en weigeren transacties te verwerken waarvoor deze informatie ontbreekt of niet volledig is; |
d) |
bewijsstukken van de transactie bewaren overeenkomstig artikel 40, onder b), van Richtlijn (EU) 2015/849; |
e) |
wanneer redelijkerwijs kan worden vermoed dat de middelen zouden kunnen bijdragen tot de programma's of activiteiten van Noord-Korea in verband met kernwapens, andere massavernietigingswapens of ballistische raketten (hierna „financiering van proliferatie” genoemd), onverwijld de financiële-inlichtingeneenheid (FIE) als omschreven in Richtlijn (EU) 2015/849 inlichten, of een andere door de betrokken lidstaat aangewezen bevoegde autoriteit, onverminderd artikel 7, lid 1, of artikel 33 van deze verordening; |
f) |
onverwijld verdachte transacties, inclusief pogingen daartoe, melden; |
g) |
zich onthouden van transacties waarvan redelijkerwijs kan worden vermoed dat ze verband zouden kunnen houden met financiering van proliferatie, totdat de onder e) bedoelde noodzakelijke maatregelen zijn getroffen en is voldaan aan instructies van de FIE of bevoegde autoriteit. |
2. Voor de toepassing van lid 1 wordt potentiële financiering van proliferatie gemeld aan de FIE of een andere bevoegde autoriteit die fungeert als nationaal centrum voor de inontvangstneming en analyse van meldingen van verdachte transacties, en die snel direct of indirect toegang krijgt tot de financiële, administratieve en rechtshandhavings-informatie die zij nodig heeft om deze taak, met inbegrip van de analyse van gemelde verdachte transacties, naar behoren te vervullen.
Artikel 24
Voor kredietinstellingen en financiële instellingen geldt een verbod op:
a) |
de opening van een rekening bij een kredietinstelling of financiële instelling als bedoeld in artikel 21, lid 2; |
b) |
het aangaan van een correspondentbankrelatie met een kredietinstelling of financiële instelling als bedoeld in artikel 21, lid 2; |
c) |
het openen van een nieuwe vertegenwoordiging of het oprichten van een nieuw bijkantoor of een nieuwe dochtermaatschappij in Noord-Korea, en |
d) |
het oprichten van een joint venture met of het nemen van een eigendomsrecht in een kredietinstelling of financiële instelling als bedoeld in artikel 21, lid 2. |
Artikel 25
1. In afwijking van artikel 24, onder b) en d), kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming verlenen voor transacties, op voorwaarde dat deze op voorhand zijn goedgekeurd door het Sanctiecomité.
2. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie onverwijld in kennis van elke overeenkomstig lid 1 verleende toestemming.
Artikel 26
Overeenkomstig Resolutie 2270 (2016) van de VN-Veiligheidsraad zijn kredietinstellingen en financiële instellingen verplicht uiterlijk op 31 mei 2016 over te gaan tot:
a) |
sluiting van alle rekeningen bij een kredietinstelling of financiële instelling als bedoeld in artikel 21, lid 2; |
b) |
beëindiging van alle correspondentbankrelaties met een kredietinstelling of financiële instelling als bedoeld in artikel 21, lid 2; |
c) |
sluiting van in Noord-Korea gevestigde vertegenwoordigingen, bijkantoren en dochtermaatschappijen; |
d) |
beëindiging van joint ventures met een kredietinstelling of financiële instelling als bedoeld in artikel 21, lid 2, en |
e) |
afstoting van alle eigendomsrechten in een kredietinstelling of financiële instelling als bedoeld in artikel 21, lid 2. |
Artikel 27
1. In afwijking van artikel 26, onder a) en c), kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming verlenen aan bepaalde vertegenwoordigingskantoren, dochtermaatschappijen of rekeningen om te blijven functioneren, op voorwaarde dat het Sanctiecomité daartoe op voorhand voor elk individueel geval toestemming heeft verleend omdat deze kantoren, dochtermaatschappijen of rekeningen noodzakelijk zijn voor het verrichten van humanitaire activiteiten, of voor de activiteiten van diplomatieke missies in Noord-Korea of voor de activiteiten van de Verenigde Naties of de gespecialiseerde VN-agentschappen of verwante organisaties, of voor enig ander doel dat strookt met de Resoluties 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013), 2270 (2016), 2321 (2016) of 2371 (2017) van de VN-Veiligheidsraad.
2. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie onverwijld in kennis van elke overeenkomstig lid 1 verleende toestemming.
Artikel 28
1. Voor kredietinstellingen en financiële instellingen geldt een verbod op het openen van een rekening voor Noord-Koreaanse diplomatieke missies of consulaire posten en hun Noord-Koreaanse leden.
2. Kredietinstellingen en financiële instellingen sluiten uiterlijk op 11 april 2017 elke rekening die wordt aangehouden door of onder zeggenschap staat van een Noord-Koreaanse diplomatieke missie of consulaire post en hun Noord-Koreaanse leden.
Artikel 29
1. In afwijking van artikel 28, lid 1, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op verzoek van een Noord-Koreaanse diplomatieke missie, consulaire post of een van de leden ervan, toestemming verlenen voor het openen van één rekening per missie, post en lid, op voorwaarde dat de missie of post in die lidstaat gevestigd is of het lid van die missie of post bij die lidstaat is geaccrediteerd.
2. In afwijking van artikel 28, lid 2, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op verzoek van een Noord-Koreaanse diplomatieke missie, consulaire post of een van de leden ervan, toestemming verlenen voor het aanhouden van een rekening, op voorwaarde dat de lidstaat heeft vastgesteld dat:
i) |
de missie of post in die lidstaat gevestigd is of het lid van die missie of post bij die lidstaat is geaccrediteerd, en |
ii) |
de missie, de post of het lid daarvan geen andere rekening aanhoudt binnen die lidstaat. |
Indien de missie, de post of het Noord-Koreaanse lid meer dan één rekening binnen die lidstaat aanhoudt, mag hij aangeven welke rekening wordt behouden.
3. Met inachtneming van de toepasselijke regels van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer van 1961 en het Verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen van 1963 delen de lidstaten de namen en nadere gegevens van alle Noord-Koreaanse leden van de diplomatieke missies en consulaire posten die bij die lidstaat zijn geaccrediteerd, uiterlijk 13 maart 2017 aan de andere lidstaten en de Commissie mee, en de daaropvolgende actualiseringen uiterlijk één week na elke wijziging van die lijst.
4. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten kunnen kredietinstellingen en financiële instellingen in die lidstaat in kennis stellen van de identiteit van alle Noord-Koreaanse leden van een diplomatieke missie of consulaire post die bij die of enige andere lidstaat zijn geaccrediteerd.
5. De lidstaten stellen de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van de leden 1 en 2 verleende toestemming.
Artikel 30
Er geldt een verbod op:
a) |
het toestaan van de opening van een vertegenwoordiging of de oprichting van een bijkantoor of dochtermaatschappij in de Unie van een kredietinstelling of financiële instelling als bedoeld in artikel 21, lid 2; |
b) |
het sluiten van overeenkomsten voor of namens een kredietinstelling of financiële instelling als bedoeld in artikel 21, lid 2, betreffende de opening van een vertegenwoordiging of de oprichting van een bijkantoor of dochtermaatschappij in de Unie; |
c) |
een vergunning te verlenen voor het beginnen met en de uitoefening van werkzaamheden van een kredietinstelling of enige andere werkzaamheid waarvoor een voorafgaande toestemming vereist is, door een vertegenwoordiging, bijkantoor of dochtermaatschappij van een kredietinstelling of financiële instelling als bedoeld in artikel 21, lid 2, indien de vertegenwoordiging, het bijkantoor of de dochtermaatschappij niet vóór 19 februari 2013 actief was; |
d) |
het verwerven dan wel vergroten van een deelneming, of het verwerven van enig ander eigendomsrecht in een kredietinstelling of financiële instelling die onder artikel 1 valt door een kredietinstelling of financiële instelling als bedoeld in artikel 21, lid 2, en |
e) |
het exploiteren of het faciliteren van de exploitatie van een vertegenwoordiging, bijkantoor of dochtermaatschappij van een kredietinstelling of financiële instelling als bedoeld in artikel 21, lid 2. |
Artikel 31
Er geldt een verbod op:
a) |
de verkoop of aankoop van overheidsobligaties of door de overheid gegarandeerde obligaties die zijn uitgegeven na 19 februari 2013, direct of indirect, aan of van een van de volgende instanties:
|
b) |
het verlenen van tussenhandeldiensten met betrekking tot overheidsobligaties of door de overheid gegarandeerde obligaties die zijn uitgegeven na 19 februari 2013 aan een persoon, entiteit of lichaam als bedoeld onder a); |
c) |
het verlenen van bijstand aan een persoon, entiteit of lichaam als bedoeld onder a) met het oog op het uitgeven van overheidsobligaties of door de overheid gegarandeerde obligaties, door het verlenen van tussenhandeldiensten, advertering of enige andere dienstverlening met betrekking tot deze obligaties. |
Artikel 32
Er geldt een verbod op het verlenen van financiering of financiële bijstand voor de handel met Noord-Korea (met inbegrip van het verstrekken van exportkredieten, garanties of verzekeringen) aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die bij deze handel betrokken zijn.
Artikel 33
1. In afwijking van artikel 32 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming verlenen voor financiële steun voor handel met Noord-Korea, op voorwaarde dat de lidstaat op voorhand voor elk individueel geval de goedkeuring heeft gekregen van het Sanctiecomité.
2. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.
HOOFDSTUK V
Bevriezing van tegoeden en economische middelen
Artikel 34
1. Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn van, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van de in de bijlagen XIII, XV, XVI en XVII vermelde personen, entiteiten en lichamen worden bevroren.
2. Alle in bijlage XIV vermelde vaartuigen worden in beslag genomen.
3. Er worden geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking gesteld aan of ten behoeve van de in de bijlagen XIII, XV, XVI en XVII vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen.
4. Bijlage XIII omvat de personen, entiteiten en lichamen die door het Sanctiecomité of de VN-Veiligheidsraad zijn aangewezen overeenkomstig punt 8, onder d), van Resolutie 1718 (2006) van de VN-Veiligheidsraad, of punt 8 van Resolutie 2094 (2013) van de VN-Veiligheidsraad.
Bijlage XIV omvat de vaartuigen die door het Sanctiecomité zijn aangewezen overeenkomstig punt 12 van Resolutie 2321 (2016) van de VN-Veiligheidsraad.
Bijlage XV omvat personen, entiteiten en lichamen die niet in de bijlagen XIII en XIV zijn vermeld en die overeenkomstig artikel 27, lid 1, onder b), van Besluit (GBVB) 2016/849 door de Raad, of latere vergelijkbare bepalingen, zijn aangemerkt als:
a) |
verantwoordelijk voor de programma's van Noord-Korea in verband met kernwapens, ballistische raketten of andere massavernietigingswapens, of personen, entiteiten of lichamen die namens hen of op hun aanwijzing handelen, of personen, entiteiten of lichamen die hun eigendom zijn of onder hun zeggenschap staan, ook met illegale middelen; |
b) |
personen, entiteiten of lichamen die financiële diensten verlenen of naar, via of vanaf het grondgebied van de Unie, of via onderdanen van de lidstaten of entiteiten onder de jurisdictie daarvan, of via personen of financiële instellingen op het grondgebied van de Unie, tegoeden, andere activa of financiële middelen overdragen die zouden kunnen bijdragen tot de programma's van Noord-Korea in verband met kernwapens, ballistische raketten of andere massavernietigingswapens, of personen, entiteiten of lichamen die namens hen of op hun aanwijzing handelen, of personen, entiteiten, of lichamen die hun eigendom zijn of onder hun zeggenschap staan, of |
c) |
personen, entiteiten of lichamen die, onder meer door het verschaffen van financiële diensten, betrokken zijn bij de levering aan of uit Noord-Korea van wapens en daarmee samenhangend materieel van alle typen, of van producten, materialen, uitrusting, goederen en technologieën die zouden kunnen bijdragen tot programma's van Noord-Korea in verband met kernwapens, ballistische raketten of andere massavernietigingswapens. |
5. Bijlage XVI omvat de personen, entiteiten of lichamen die niet vallen onder de bijlagen XIII, XIV of XV en die namens of op aanwijzing van een in bijlage XIII, XIV of XV vermelde persoon, entiteit of lichaam werken, of personen die helpen bij de ontduiking van sancties of die de bepalingen van deze verordening overtreden.
6. Bijlage XVII omvat de personen, entiteiten of lichamen van de regering van Noord-Korea of van de Arbeiderspartij van Korea, en personen, entiteiten of lichamen die namens hen of op hun aanwijzing handelen, en entiteiten of lichamen die hun eigendom zijn of onder hun zeggenschap staan, die gelieerd zijn aan de programma's van Noord-Korea in verband met kernwapens of ballistische raketten of andere activiteiten die verboden zijn op grond van Resolutie 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013), 2270 (2016), 2321 (2016) of 2371 (2017) van de VN-Veiligheidsraad, en die niet vallen onder de bijlagen XIII, XIV, XV of XVI.
7. De bijlagen XV, XVI en XVII worden met regelmatige tussenpozen, en ten minste iedere twaalf maanden, opnieuw bezien.
8. In de bijlagen XIII, XIV, XV, XVI en XVII worden de redenen vermeld voor het op de lijst plaatsen van betrokken personen, entiteiten, lichamen en vaartuigen.
9. De bijlagen XIII, XIV, XV, XVI en XVII bevatten ook, indien beschikbaar, informatie die nodig is om de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten, lichamen en vaartuigen te identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten en lichamen kan dergelijke informatie bestaan uit namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en plaats van vestiging.
10. De verbodsbepalingen van de leden 1 en 3 zijn niet van toepassing voor de in bijlage XVII vermelde personen, entiteiten of lichamen indien de tegoeden en economische middelen vereist zijn voor de uitvoering van de activiteiten van de missies van Noord-Korea bij de VN en de gespecialiseerde VN-agentschappen en verwante organisaties of andere diplomatieke en consulaire missies van Noord-Korea, of indien de bevoegde autoriteit van de lidstaat op voorhand voor elk individueel geval de goedkeuring heeft gekregen van het Sanctiecomité omdat de tegoeden, financiële activa of economische middelen vereist zijn voor de verstrekking van humanitaire bijstand, denuclearisatie, of enig ander oogmerk dat strookt met de doelstellingen van Resolutie 2270 (2016) van de VN-Veiligheidsraad.
11. Lid 3 vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen in de Unie die tegoeden ontvangen die door derden naar de rekening van een op de lijst voorkomende natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam zijn overgemaakt, op voorwaarde dat de bijgeboekte bedragen eveneens worden bevroren. De financiële instelling of kredietinstelling stelt de bevoegde autoriteiten onverwijld in kennis van dergelijke transacties.
12. Op voorwaarde dat derente, andere inkomsten en betalingen overeenkomstig lid 1 worden bevroren, is lid 3 niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:
a) |
rente of andere inkomsten op die rekeningen, en |
b) |
betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in dit artikel bedoelde persoon, entiteit of lichaam werd aangewezen. |
Artikel 35
1. In afwijking van artikel 34 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) |
zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in de bijlagen XIII, XV, XVI of XVII vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, en de gezinsleden van deze natuurlijke personen die van hen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en lasten voor openbare voorzieningen, en uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van:
|
b) |
indien de toestemming een in bijlage XIII vermelde persoon, entiteit of lichaam betreft, heeft de betrokken lidstaat het Sanctiecomité in kennis gesteld van deze vaststelling en van zijn voornemen toestemming te verlenen, en het Sanctiecomité heeft niet binnen vijf werkdagen na die kennisgeving bezwaar gemaakt. |
2. In afwijking van artikel 34 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen nodig zijn voor de betaling van buitengewone kosten, op voorwaarde dat:
a) |
indien de toestemming een in bijlage XIII vermelde persoon, entiteit of lichaam betreft, de betrokken lidstaat het Sanctiecomité in kennis heeft gesteld van deze vaststelling en deze door het Sanctiecomité is goedgekeurd; |
b) |
indien de toestemming een in bijlage XV, XVI of XVII vermelde persoon, entiteit of lichaam betreft, de betrokken lidstaat de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken voor het verlenen van de toestemming in kennis heeft gesteld van de gronden op basis waarvan hij van mening is dat de specifieke toestemming moet worden verleend. |
3. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie onverwijld in kennis van elke overeenkomstig de leden 1 en 2 verleende toestemming.
Artikel 36
1. In afwijking van artikel 34 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) |
de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een gerechtelijk, administratief of arbitraal besluit dat is vastgesteld vóór de datum waarop de in artikel 34 bedoelde persoon, entiteit of lichaam werd aangewezen, of van een gerechtelijk, administratief of arbitraal vonnis van vóór die datum; |
b) |
de tegoeden of economische middelen worden uitsluitend benut om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijk besluit zijn gewaarborgd of door een dergelijk vonnis geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wet- en regelgeving tot vaststelling van derechten van de personen die titularis zijn van dergelijke vorderingen; |
c) |
het besluit of het vonnis komt niet ten goede aan een in de bijlagen XIII, XV, XVI of XVII vermelde persoon, entiteit of lichaam; |
d) |
de erkenning van het besluit of het vonnis is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat; |
e) |
het besluit of het vonnis ten aanzien van de in bijlage XIII vermelde personen, entiteiten en lichamen is door de betrokken lidstaat gemeld aan het Sanctiecomité. |
2. In afwijking van artikel 34 en op voorwaarde dat een betaling verschuldigd is door een in bijlage XV, XVI of XVII vermelde persoon, entiteit of lichaam op grond van een contract of overeenkomst die door hem is gesloten of een verplichting die voor hem is ontstaan vóór de datum waarop hij is opgenomen in de lijst, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, op door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, op voorwaarde dat de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat:
a) |
het contract geen verband houdt met in artikel 3, lid 1, onder a), artikel 3, lid 3, of artikel 7 bedoelde producten, activiteiten, diensten of transacties, en |
b) |
de betaling niet direct of indirect wordt ontvangen door een in bijlage XV, XVI of XVII vermelde persoon, entiteit of lichaam. |
3. Ten minste tien dagen voordat de toestemming overeenkomstig lid 2 wordt verleend, stelt de betrokken lidstaat de andere lidstaten en de Commissie in kennis van deze vaststelling en van zijn voornemen toestemming te verlenen.
Artikel 37
De verbodsbepalingen in artikel 34, leden 1 en 3, zijn niet van toepassing op tegoeden en economische middelen die toebehoren aan of ter beschikking worden gesteld van de Foreign Trade Bank of de Korean National Insurance Company (KNIC), voor zover deze tegoeden en economische middelen uitsluitend bedoeld zijn voor de officiële doelen van een diplomatieke of consulaire missie in de DVK, of voor humanitaire bijstandsactiviteiten die worden ondernomen door of in coördinatie met de Verenigde Naties.
HOOFDSTUK VI
Beperkingen op vervoer
Artikel 38
1. Vrachtzendingen, met inbegrip van persoonlijke bagage en ingecheckte bagage, die binnen of door de Unie reizen, met inbegrip van luchthavens, zeehavens en vrije zones, als bedoeld in de artikelen 243 tot en met 249 van Verordening (EU) nr. 952/2013, worden geïnspecteerd om na te gaan of ze geen producten bevatten die bij Resolutie 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013), 2270 (2016), 2321 (2016) of 2371 (2017) van de VN-Veiligheidsraad of deze verordening zijn verboden indien:
a) |
de vrachtzending afkomstig is uit Noord-Korea; |
b) |
de vrachtzending bestemd is voor Noord-Korea; |
c) |
voor de vrachtzending Noord-Korea, onderdanen van dat land, personen of entiteiten die namens hen of op hun aanwijzing handelen, of entiteiten die hun eigendom zijn of onder hun zeggenschap staan, als tussenhandelaar of bemiddelaar zijn opgetreden; |
d) |
voor de vrachtzending in bijlage XIII vermelde personen, lichamen of entiteiten als tussenhandelaar of bemiddelaar zijn opgetreden; |
e) |
de vrachtzending wordt vervoerd aan boord van een vaartuig onder Noord-Koreaanse vlag of een in Noord-Korea geregistreerd vliegtuig, of van een vaar- of vliegtuig dat in geen enkel land is geregistreerd. |
2. Vrachtzendingen die binnen of door de Unie reizen, met inbegrip van lucht- of zeehavens en vrije zones, en die buiten het toepassingsgebied van lid 1 vallen, worden geïnspecteerd indien redelijkerwijs kan worden vermoed dat zij producten zouden kunnen bevatten waarvan de verkoop, levering, overdracht of uitvoer krachtens deze verordening verboden is, in de volgende omstandigheden:
a) |
de vrachtzending afkomstig is uit Noord-Korea; |
b) |
de vrachtzending bestemd is voor Noord-Korea, of |
c) |
voor de vrachtzending zijn Noord-Korea, onderdanen van dat land of namens hen handelende personen of entiteiten als tussenhandelaar of bemiddelaar opgetreden. |
3. De leden 1 en 2 doen geen afbreuk aan de onschendbaarheid en de bescherming van diplomatieke en consulaire tassen overeenkomstig het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer van 1961 en het Verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen van 1963.
4. De verlening van bunker- of leveringsdiensten of andere diensten aan Noord-Koreaanse vaartuigen is verboden indien de dienstverleners beschikken over informatie, onder meer van de bevoegde douaneautoriteiten op basis van de in artikel 9, lid 1, bedoelde voor de aankomst dan wel voor het vertrek verstrekte informatie, op grond waarvan redelijkerwijs kan worden vermoed dat deze vaartuigen producten vervoeren waarvan de levering, verkoop, overdracht of uitvoer verboden is op grond van deze verordening, tenzij de levering van dergelijke diensten nodig is voor humanitaire doeleinden.
Artikel 39
1. Het is verboden toegang te verlenen tot havens op het grondgebied van de Unie aan vaartuigen:
a) |
die eigendom zijn van of die bestuurd of bemand worden door Noord-Korea; |
b) |
die de vlag van Noord-Korea voeren; |
c) |
waarvan redelijkerwijs kan worden vermoed dat ze, direct of indirect, eigendom zijn van of onder zeggenschap staan van een in bijlage XIII, XV, XVI of XVII vermelde persoon of entiteit; |
d) |
waarvan redelijkerwijs kan worden vermoed dat ze producten bevatten waarvan de verkoop, levering, overdracht of uitvoer verboden is op grond van deze verordening; |
e) |
die een inspectie hebben geweigerd, nadat die inspectie door de vlaggenstaat of de staat van registratie is goedgekeurd; |
f) |
in geen enkel land zijn geregistreerd, en een inspectie overeenkomstig artikel 38, lid 1, hebben geweigerd, of |
g) |
die zijn vermeld in bijlage XIV. |
2. Lid 1 is niet van toepassing:
a) |
in noodsituaties; |
b) |
indien het betrokken vaartuig terugkeert naar zijn haven van oorsprong; |
c) |
indien een vaartuig inkomt van zee met het oog op inspectie, indien het een vaartuig betreft in de zin van lid 1, punten a) tot en met e). |
Artikel 40
1. In afwijking van de verbodsbepaling van artikel 39, lid 1, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten een vaartuig in de zin van punten a) tot en met e) toestemming verlenen om in te komen van zee indien:
a) |
het Sanctiecomité op voorhand heeft vastgesteld dat dit noodzakelijk is om humanitaire redenen of enige andere reden die strookt met de doelstellingen van Resolutie 2270 (2016) van de VN-Veiligheidsraad, of |
b) |
de lidstaat op voorhand heeft vastgesteld dat dit noodzakelijk is om humanitaire redenen of enige andere reden die strookt met de doelstellingen van deze verordening. |
2. In afwijking van de verbodsbepaling van artikel 39, lid 1, onder f), kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten een vaartuig toestemming verlenen om in te komen van zee indien het Sanctiecomité hiertoe opdracht heeft gegeven.
Artikel 41
1. Het is vliegtuigen die worden geëxploiteerd door maatschappijen uit Noord-Korea, of die afkomstig zijn uit Noord-Korea, verboden te vertrekken uit, te landen in of te vliegen over het grondgebied van de Unie.
2. Lid 1 is niet van toepassing:
a) |
indien het vliegtuig landt met het oog op inspectie; |
b) |
bij een noodlanding. |
Artikel 42
In afwijking van artikel 41 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten een vliegtuig toestemming verlenen om te vertrekken uit, te landen in of te vliegen over het grondgebied van de Unie indien die bevoegde autoriteiten op voorhand hebben vastgesteld dat dit noodzakelijk is om humanitaire redenen of om enige andere reden die strookt met de doelstellingen van deze verordening.
Artikel 43
Er geldt een verbod op:
a) |
het leasen of charteren van vaartuigen of vliegtuigen of het verschaffen van bemanningsdiensten aan Noord-Korea, aan in bijlage XIII, XV, XVI of XVII vermelde personen of entiteiten, aan andere Noord-Koreaanse entiteiten, aan andere personen of entiteiten die betrokken waren bij de schending van de bepalingen van Resolutie- 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013), 2270 (2016), 2321 (2016) of 2371 (2017) van de VN-Veiligheidsraad, of aan enige persoon of entiteit die namens of op aanwijzing van een dergelijke persoon of entiteit handelt, of van entiteiten die hun eigendom zijn of onder hun zeggenschap staan; |
b) |
het aankopen uit Noord-Korea van diensten inzake de bemanning van vaartuigen of luchtvaartuigen; |
c) |
het bezitten, leasen, beheren, verzekeren of verschaffen van classificatiediensten voor vaartuigen of verwante diensten, aan vaartuigen onder Noord-Koreaanse vlag; |
d) |
het registreren of op het register handhaven van vaartuigen die eigendom zijn of onder zeggenschap staan van of worden geëxploiteerd door Noord-Korea of onderdanen van Noord-Korea, of van vaartuigen die uit het register zijn geschrapt door een ander land overeenkomstig punt 24 van Resolutie 2321 (2016) van de VN-Veiligheidsraad, of |
e) |
het verschaffen van verzekerings- of herverzekeringsdiensten voor vaartuigen die eigendom zijn of onder zeggenschap staan van of geëxploiteerd worden door Noord-Korea. |
Artikel 44
1. In afwijking van de verbodsbepaling van artikel 43, onder a), kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming verlenen voor het leasen of charteren of voor het verschaffen van bemanningsdiensten, op voorwaarde dat de lidstaat op voorhand voor elk individueel geval de goedkeuring heeft gekregen van het Sanctiecomité.
2. In afwijking van de verbodsbepalingen van artikel 43, onder b) en c), kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming verlenen voor het bezitten, leasen of beheren van, of voor het verschaffen van classificatiediensten voor vaartuigen of verwante diensten, aan vaartuigen die de vlag van Noord-Korea voeren, of voor het registreren of op het register handhaven van vaartuigen die eigendom zijn of onder zeggenschap staan van of geëxploiteerd worden door Noord-Korea of onderdanen van Noord-Korea, op voorwaarde dat de lidstaat op voorhand voor elk individueel geval de goedkeuring heeft gekregen van het Sanctiecomité.
3. In afwijking van de verbodsbepaling van artikel 43, onder e), kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming verlenen voor het verschaffen van verzekerings- of herverzekeringsdiensten, op voorwaarde dat het Sanctiecomité op voorhand voor elk individueel geval heeft vastgesteld dat het vaartuig wordt ingezet voor activiteiten die uitsluitend humanitaire of met levensonderhoud verband houdende doelstellingen hebben en niet door Noord-Koreaanse personen of entiteiten zullen worden gebruikt voor het genereren van inkomsten.
4. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van de leden 1, 2 en 3 verleende toestemming.
HOOFDSTUK VII
Algemene en slotbepalingen
Artikel 45
In afwijking van de verbodsbepalingen uit hoofde van Resolutie 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013), 2070 (2016), 2321 (2016), 2356 (2016) of 2371 (2017) van de VN-Veiligheidsraad kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming verlenen voor de uitvoering van activiteiten indien het Sanctiecomité voor elk individueel geval heeft bepaald dat deze activiteiten noodzakelijk zijn om het werk te vergemakkelijken van internationale en niet-gouvernementele organisaties die in Noord-Korea bijstand en noodhulp aan de burgerbevolking in Noord-Korea verlenen, overeenkomstig punt 46 van Resolutie 2321 (2016) van de VN-Veiligheidsraad.
Artikel 46
De Commissie wordt gemachtigd om:
a) |
bijlage I te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie; |
b) |
de delen II, III, IV en V van bijlage II, en de bijlagen VI, VII, IX, X en XI te wijzigen op basis van de vaststellingen van het Sanctiecomité of de VN-Veiligheidsraad, en nomenclatuurcodes uit de in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 opgenomen Gecombineerde Nomenclatuur te actualiseren; |
c) |
bijlage VIII te wijzigen met het oog op verfijning of aanpassing van de daarin opgenomen lijst van goederen, rekening houdend met de definities of richtsnoeren die eventueel door het Sanctiecomité worden uitgevaardigd, of nomenclatuurcodes uit de in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 opgenomen Gecombineerde Nomenclatuur te actualiseren; |
d) |
de bijlagen III, IV en V te wijzigen op basis van vaststellingen die door het Sanctiecomité of de VN-Veiligheidsraad zijn gedaan, of op basis van besluiten die bij Besluit (GBVB) 2016/849 betreffende deze bijlagen zijn vastgesteld; |
e) |
bijlage XII te wijzigen om de daarin opgenomen lijst van diensten te verfijnen of aan te passen, rekening houdend met door de lidstaten verstrekte informatie en met eventuele omschrijvingen of richtsnoeren van de Statistische Commissie van de Verenigde Naties, of om referentienummers toe te voegen uit het systeem van centrale productenclassificatie voor goederen en diensten van de Statistische Commissie van de Verenigde Naties. |
Artikel 47
1. Indien de VN-Veiligheidsraad of het Sanctiecomité een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam op de lijst plaatst, neemt de Raad die natuurlijke persoon, die rechtspersoon, die entiteit of dat lichaam op in de bijlagen XIII en XIV.
2. Indien de Raad besluit een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam aan de in artikel 34, lid 1, 2 of 3, bedoelde maatregelen te onderwerpen, wijzigt hij de bijlagen XV, XVI en XVII dienovereenkomstig.
3. De Raad stelt de in de leden 1 tot en met 2 bedoelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam in kennis van zijn besluit, met inbegrip van de redenen voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij door een kennisgeving te publiceren, zodat die natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam daarover opmerkingen kan indienen.
4. Indien er opmerkingen worden ingediend of belangrijk nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, heroverweegt de Raad zijn besluit en stelt hij de natuurlijke persoon, derechtspersoon, de entiteit of het lichaam van het resultaat in kennis.
5. Indien de Verenigde Naties besluiten een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam van de lijst te schrappen, of de identificatiegegevens van een op de lijst geplaatste natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam te wijzigen, past de Raad de bijlagen XIII en XIV dienovereenkomstig aan.
Artikel 48
De Commissie en de lidstaten stellen elkaar onmiddellijk in kennis van de krachtens deze verordening getroffen maatregelen en wisselen onderling alle andere voor deze verordening relevante informatie waarover zij beschikken uit, met name betreffende inbreuken, handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechtbanken.
Artikel 49
1. De lidstaten wijzen de in deze verordening bedoelde bevoegde autoriteiten aan en identificeren hen op of door middel van de websites die zijn vermeld in bijlage I.
2. De lidstaten delen de Commissie na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld mee wie hun bevoegde autoriteiten zijn en delen haar alle latere wijzigingen mee.
Artikel 50
1. Onverminderd de geldende voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:
a) |
alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 34 zijn bevroren, onmiddellijk te verstrekken aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, en deze informatie onverwijld, direct of via deze bevoegde autoriteiten, aan de Commissie te doen toekomen; |
b) |
samen te werken met de bevoegde autoriteiten bij de verificatie van deze informatie. |
2. Alle rechtstreeks door de Commissie ontvangen aanvullende informatie wordt onverwijld ter beschikking gesteld van de betrokken lidstaat.
3. Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie wordt uitsluitend gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.
Artikel 51
De Commissie verwerkt persoonsgegevens voor de uitoefening van haar taken uit hoofde van deze verordening, en overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 45/2001.
Artikel 52
Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben dat de in deze verordening vervatte verbodsbepalingen worden omzeild.
Artikel 53
1. Vorderingen in verband met contracten of andere transacties aan de uitvoering waarvan, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van deze verordening zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke vorderingen, zoals een vordering tot schuldvergelijking of een garantievordering, met name een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, garantie of contragarantie, met name een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm hiervan, worden niet toegewezen indien deze vorderingen worden ingesteld door:
a) |
de in de bijlagen XIII, XV, XVI of XVII vermelde aangewezen personen, entiteiten of lichamen, of de scheepseigenaars van de in bijlage XIV opgenomen vaartuigen; |
b) |
enige andere persoon, entiteit of lichaam uit Noord-Korea, met inbegrip van de regering van Noord-Korea en haar overheidsorganen, -bedrijven en -agentschappen; |
c) |
personen, entiteiten of lichamen die handelen via of namens een van de onder a) en b) bedoelde personen, entiteiten of lichamen. |
2. De bij deze verordening ingestelde maatregelen worden geacht afbreuk te doen aan de uitvoering van een contract of een transactie indien het bestaan of de inhoud van de vordering rechtstreeks of zijdelings uit deze maatregelen voortvloeit.
3. In de procedure waartoe een vordering aanleiding geeft, moet het bewijs dat de vordering niet op grond van lid 1 hoort te worden afgewezen, door de eiser worden geleverd.
4. Dit artikel geldt onverminderd het recht van de in lid 1 bedoelde personen, entiteiten en lichamen op toetsing door de rechter van de rechtmatigheid van de niet-nakoming van de contractuele verplichtingen in overeenstemming met deze verordening.
Artikel 54
1. De bevriezing van tegoeden of economische middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, die plaatsvindt in het vertrouwen dat die maatregel in overeenstemming is met deze verordening, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke persoon, rechtspersoon of entiteit die, dan wel het lichaam dat die maatregel uitvoert, of van de directeuren of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden en economische middelen als gevolg van nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.
2. Acties van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen geven geen aanleiding tot aansprakelijkheid van deze natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, indien zij niet wisten en niet redelijkerwijs konden vermoeden dat hun acties een inbreuk zouden vormen op de maatregelen in deze verordening.
Artikel 55
1. De lidstaten stellen voorschriften vast ten aanzien van de sancties die van toepassing zijn op overtredingen van deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze sancties worden uitgevoerd. De vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.
2. De lidstaten brengen de Commissie na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld op de hoogte van die regels, alsook van latere wijzigingen.
Artikel 56
Verordening (EG) nr. 329/2007 wordt ingetrokken. Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar deze verordening.
Artikel 57
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 30 augustus 2017.
Voor de Raad
De voorzitter
M. MAASIKAS
(1) PB L 141 van 28.5.2016, blz. 79.
(2) Verordening (EG) nr. 329/2007 van de Raad van 27 maart 2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Democratische Volksrepubliek Korea (PB L 88 van 29.3.2007, blz. 1).
(3) Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).
(4) Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).
(5) Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).
(6) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
(7) Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).
(8) Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1).
(9) Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad (PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1).
(10) Richtlijn 2002/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 december 2002 betreffende verzekeringsbemiddeling (PB L 9 van 15.1.2003, blz. 3).
(11) Richtlijn 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt (PB L 319 van 5.12.2007, blz. 1).
(12) Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld (PB L 267 van 10.10.2009, blz. 7).
(13) Verordening (EU) nr. 260/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot vaststelling van technische en bedrijfsmatige vereisten voor overmakingen en automatische afschrijvingen in euro en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 924/2009 (PB L 94 van 30.3.2012, blz. 22).
(14) Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (PB L 134 van 29.5.2009, blz. 1).
(15) Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).
(16) Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1).
(17) Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).
(18) Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73).
(19) Verordening (EU) 2015/847 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1781/2006 (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 1).
BIJLAGE I
Websites voor informatie over de in de artikelen 2, 4, 6, 8, 14, 16, 19, 22, 25, 27, 29, 33, 34, 35, 36, 37, 40, 42, 44, 45, 49 en 50 bedoelde bevoegde autoriteiten en adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie
BELGIË
https://diplomatie.belgium.be/nl/Beleid/beleidsthemas/vrede_en_veiligheid/sancties
https://diplomatie.belgium.be/fr/politique/themes_politiques/paix_et_securite/sanctions
https://diplomatie.belgium.be/en/policy/policy_areas/peace_and_security/sanctions
BULGARIJE
http://www.mfa.bg/en/pages/135/index.html
TSJECHIË
www.financnianalytickyurad.cz/mezinarodni-sankce.html
DENEMARKEN
http://um.dk/da/Udenrigspolitik/folkeretten/sanktioner/
DUITSLAND
http://www.bmwi.de/DE/Themen/Aussenwirtschaft/aussenwirtschaftsrecht,did=404888.html
ESTLAND
http://www.vm.ee/est/kat_622/
IERLAND
http://www.dfa.ie/home/index.aspx?id=28519
GRIEKENLAND
http://www.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html
SPANJE
http://www.exteriores.gob.es/Portal/en/PoliticaExteriorCooperacion/GlobalizacionOportunidadesRiesgos/Paginas/SancionesInternacionales.aspx
FRANKRIJK
http://www.diplomatie.gouv.fr/fr/autorites-sanctions/
KROATIË
http://www.mvep.hr/sankcije
ITALIË
http://www.esteri.it/MAE/IT/Politica_Europea/Deroghe.htm
CΥΡRUS
http://www.mfa.gov.cy/sanctions
LETLAND
http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539
LITOUWEN
http://www.urm.lt/sanctions
LUXEMBURG
http://www.mae.lu/sanctions
HONGARIJE
http://www.kormany.hu/download/9/2a/f0000/EU%20szankci%C3%B3s%20t%C3%A1j%C3%A9koztat%C3%B3_20170214_final.pdf
MALTA
https://www.gov.mt/en/Government/Government%20of%20Malta/Ministries%20and%20Entities/Officially%20Appointed%20Bodies/Pages/Boards/Sanctions-Monitoring-Board-.aspx
NEDERLAND
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-sancties
OOSTENRIJK
http://www.bmeia.gv.at/view.php3?f_id=12750&LNG=en&version=
POLEN
http://www.msz.gov.pl
PORTUGAL
http://www.portugal.gov.pt/pt/ministerios/mne/quero-saber-mais/sobre-o-ministerio/medidas-restritivas/medidas-restritivas.aspx
ROEMENIË
http://www.mae.ro/node/1548
SLOVENIË
http://www.mzz.gov.si/si/omejevalni_ukrepi
SLOWAKIJE
https://www.mzv.sk/europske_zalezitosti/europske_politiky-sankcie_eu
FINLAND
http://formin.finland.fi/kvyhteistyo/pakotteet
ZWEDEN
http://www.ud.se/sanktioner
VERENIGD KONINKRIJK
https://www.gov.uk/sanctions-embargoes-and-restrictions
Adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:
Europese Commissie |
Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid (FPI) |
EEAS 07/99 |
B-1049 Brussel, België |
E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu |
BIJLAGE II
Goederen en technologie bedoeld in artikel 3, lid 1), onder a), en artikel 7
DEEL I
Alle goederen en technologie in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009.
DEEL II
Andere producten, materialen, uitrusting, goederen en technologie die zouden kunnen bijdragen tot programma's van Noord-Korea in verband met kernwapens, ballistische raketten of andere massavernietigingswapens.
Tenzij anders is aangegeven, verwijzen de referentienummers in de kolom „Beschrijving” naar de beschrijvingen van producten en technologie voor tweeërlei gebruik in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009.
Een referentienummer in de kolom „Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009” houdt in dat de kenmerken van het in de kolom „Beschrijving” beschreven product buiten de parameters vallen die zijn vastgelegd in de beschrijving van het desbetreffende product voor tweeërlei gebruik.
De definitie van termen tussen enkele aanhalingstekens ('...') wordt gegeven in een technische noot bij het betrokken product.
De definitie van termen tussen dubbele aanhalingstekens („...”) kan worden gevonden in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad.
ALGEMENE NOTEN
De doelstelling van het verbod op de in deze bijlage vermelde goederen mag niet worden omzeild door de uitvoer van toegestane goederen (met inbegrip van fabrieken) die een of meer verboden onderdelen bevatten, als deze onderdelen het voornaamste element van de goederen vormen en gemakkelijk kunnen worden verwijderd of voor andere doeleinden worden aangewend.
Aantekening: Of de verboden onderdelen als voornaamste element moeten worden aangemerkt, moet worden beoordeeld aan de hand van factoren als hoeveelheid, waarde en technologische knowhow alsmede andere bijzondere omstandigheden op grond waarvan de verboden onderdelen als voornaamste element van de geleverde goederen kunnen worden aangemerkt.
Met goederen worden in deze bijlage zowel nieuwe als gebruikte goederen bedoeld.
ALGEMENE TECHNOLOGIENOOT (ATN)
(Te lezen als onderdeel van deel C.)
De verkoop, levering, overdracht of uitvoer van „technologie” die „noodzakelijk” is voor de „ontwikkeling”, de „productie” of het „gebruik” van goederen waarvan de verkoop, levering, overdracht of uitvoer in deel A (Goederen) hieronder wordt verboden, is verboden overeenkomstig de bepalingen van deel B.
De „technologie” die „noodzakelijk” is voor de „ontwikkeling”, de „productie” of het „gebruik” van verboden goederen is ook verboden als deze technologie wordt toegepast op toegestane goederen.
Verboden gelden niet voor de minimaal noodzakelijke „technologie” voor installatie, bediening, onderhoud en reparatie van niet onder het verbod vallende goederen.
Het verbod op de overdracht van „technologie” is niet van toepassing op informatie die „voor iedereen beschikbaar” is, op „fundamenteel wetenschappelijk onderzoek” en op de voor octrooiaanvragen noodzakelijke minimuminformatie.
A. GOEDEREN
NUCLEAIRE GOEDEREN, INSTALLATIES EN UITRUSTING
II.A0. |
Goederen |
Nr. |
Beschrijving |
Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
||||||
II.A0.001 |
Hollekathodelampen, als volgt:
|
|
||||||
II.A0.002 |
Faraday-isolatoren voor de golflengte 500 nm — 650 nm. |
|
||||||
II.A0.003 |
Optische tralies voor de golflengte 500 nm — 650 nm. |
|
||||||
II.A0.004 |
Optische vezels voor de golflengte 500 nm — 650 nm, bekleed met een antireflecterende laag voor de golflengte 500 nm — 650 nm en met een kerndiameter van meer dan 0,4 mm doch niet meer dan 2 mm. |
|
||||||
II.A0.005 |
Onderdelen van een reactordrukvat en testapparatuur, anders dan bedoeld in 0A001, als volgt:
|
0A001 |
||||||
II.A0.006 |
Nucleaire detectieapparatuur, anders dan bedoeld in 0A001.j. of 1A004.c., voor de detectie, identificatie of kwantificatie van radioactieve stoffen en straling van nucleaire oorsprong, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. N.B.: Zie voor persoonlijke uitrusting I.A1.004 hieronder. |
0A001.j. 1A004.c. |
||||||
II.A0.007 |
Balgafsluiters, anders dan bedoeld in 0B001.c.6., 2A226 of 2B350, van aluminiumlegering of roestvrij staal, type 304, 304L of 316L. |
0B001.c.6. 2A226 2B350 |
||||||
II.A0.008 |
Laserspiegels, anders dan bedoeld in 6A005.e., bevattende een substraat met een warmte-uitzettingscoëfficiënt van 10-6K-1 of minder bij 20 °C (bijvoorbeeld gesmolten siliciumdioxide of saffier). Dit punt heeft geen betrekking op optische systemen die speciaal voor astronomische toepassingen zijn ontworpen, tenzij de spiegels gesmolten siliciumdioxide bevatten. |
0B001.g.5. 6A005.e. |
||||||
II.A0.009 |
Laserlenzen, anders dan bedoeld in 6A005.e.2, bevattende een substraat met een warmte-uitzettingscoëfficiënt van 10-6 K-1 of minder bij 20 °C (bijvoorbeeld gesmolten siliciumdioxide). |
0B001.g. 6A005.e.2. |
||||||
II.A0.010 |
Pijpen, pijpleidingen, flenzen en hulpstukken, vervaardigd van of gevoerd met nikkel of een nikkellegering die 40 gewichtspercenten of meer nikkel bevat, anders dan bedoeld in 2B350.h.1. |
2B350 |
||||||
II.A0.011 |
Vacuümpompen, anders dan bedoeld in 0B002.f.2. of 2B231, als volgt:
|
0B002.f.2. 2B231 |
||||||
II.A0.012 |
Afgeschermde ruimten voor het manipuleren, opslaan en behandelen van radioactieve stoffen (hete cellen). |
0B006 |
||||||
II.A0.013 |
'Natuurlijk uraan' of 'verarmd uraan' of thorium in de vorm van metaal, legering, chemische verbinding of concentraat en elk materiaal dat een of meer van de voorgaande stoffen bevat, anders dan bedoeld in 0C001. |
0C001 |
||||||
II.A0.014 |
Ontstekingskamers met een explosieabsorptievermogen van meer dan 2,5 kg TNT-equivalent. |
|
SPECIALE MATERIALEN EN AANVERWANTE APPARATUUR
II.A1. |
Goederen |
Nr. |
Beschrijving |
Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
||||||||||||||||||||||
II.A1.001 |
Bis(2-ethylhexyl) fosforzuur (HDEHP of D2HPA), Chemical Abstract-nummer (CAS): [CAS 298-07-7] oplosmiddel, in elke hoeveelheid, met een zuiverheid van meer dan 90 %. |
|
||||||||||||||||||||||
II.A1.002 |
Fluorgas, CAS: [7782-41-4], met een zuiverheid van ten minste 95 %. |
|
||||||||||||||||||||||
II.A1.003 |
Ringvormige afdichtingen en pakkingen met een binnendiameter van 400 mm of minder, vervaardigd van een of meer van de volgende materialen:
|
1A001 |
||||||||||||||||||||||
II.A1.004 |
Persoonlijke uitrusting voor het detecteren van straling van nucleaire oorsprong, anders dan bedoeld in 1A004.c., met inbegrip van persoonlijke dosismeters. |
1A004.c. |
||||||||||||||||||||||
II.A1.005 |
Elektrolytische cellen voor de productie van fluor, anders dan bedoeld in 1B225, met een capaciteit van meer dan 100 g fluor per uur. |
1B225 |
||||||||||||||||||||||
II.A1.006 |
Katalysatoren, anders dan bedoeld in 1A225 of 1B231, bevattende platina, palladium of rhodium, bruikbaar voor het bevorderen van de waterstofisotoopuitwisseling tussen waterstof en water voor het terugwinnen van tritium uit zwaar water of voor de productie van zwaar water. |
1A225 1B231 |
||||||||||||||||||||||
II.A1.007 |
Aluminium en aluminiumlegeringen, anders dan bedoeld in 1C002.b.4. of 1C202.a., in ruwe vorm of als halffabricaat, met een van de hiernavolgende kenmerken:
De zinsnede legeringen 'geschikt voor' omvat legeringen zowel voor als na warmtebehandeling. |
1C002.b.4. 1C202.a. |
||||||||||||||||||||||
II.A1.008 |
Magnetische metalen van alle soorten, ongeacht de vorm, anders dan bedoeld in 1C003.a., met een 'relatieve beginpermeabiliteit' van 120 000 of meer en een dikte van 0,05 tot 0,1 mm. De 'relatieve beginpermeabiliteit' wordt gemeten aan het gespecificeerde materiaal dat volledig ontlaten is. |
1C003.a. |
||||||||||||||||||||||
II.A1.009 |
'Stapel- en continuvezelmateriaal' of prepregs, anders dan bedoeld in 1C010.a., 1C010.b., 1C210.a. of 1C210.b., als volgt:
|
1C010.a. 1C010.b. 1C210.a. 1C210.b. |
||||||||||||||||||||||
II.A1.010 |
Met hars of asfaltbitumen geïmpregneerde vezels (prepregs), met metaal of koolstof beklede vezels (preforms) of 'halffabricaten voor koolstofvezels', als volgt:
|
1C010 1C210 |
||||||||||||||||||||||
II.A1.011 |
Composieten van met siliciumcarbide versterkte keramiek, geschikt voor neuskegels, terugkeervoertuigen, straalpijpen, bruikbaar voor 'raketten', anders dan bedoeld in 1C107. |
1C107 |
||||||||||||||||||||||
II.A1.012 |
Niet gebruikt. |
|
||||||||||||||||||||||
II.A1.013 |
Tantaal, tantaalcarbide, wolfraam, wolfraamcarbide en legeringen, anders dan bedoeld in 1C226, met beide hiernavolgende kenmerken:
|
1C226 |
||||||||||||||||||||||
II.A1.014 |
'Elementaire poeders' van kobalt, neodymium of samarium of legeringen of mengsels daarvan bevattende ten minste 20 gewichtspercenten kobalt, neodymium of samarium, met een deeltjesgrootte van minder dan 200 μm. 'Elementaire poeders' betekent zeer zuivere poeders van één element. |
|
||||||||||||||||||||||
II.A1.015 |
Zuiver tributylfosfaat (TBP) [CAS nr. 126-73-8] en mengsels bevattende 5 gewichtspercenten of meer TBP. |
|
||||||||||||||||||||||
II.A1.016 |
Maragingstaal, anders dan bedoeld in 1C116 of 1C216.
|
1C116 1C216 |
||||||||||||||||||||||
II.A1.017 |
Metalen, metaalpoeders en materialen, als volgt:
|
1C117 1C226 |
||||||||||||||||||||||
II.A1.018 |
Zachte magnetische legeringen, anders dan bedoeld in 1C003, met een chemische samenstelling als volgt:
|
1C003 |
||||||||||||||||||||||
II.A1.019 |
Niet gebruikt. |
|
||||||||||||||||||||||
II.A1.020 |
Grafiet, anders dan bedoeld in 0C004 of 1C107.a., ontworpen of bedoeld voor gebruik in vonkmachines (EDM). |
0C004 1C107.a. |
||||||||||||||||||||||
II.A1.021 |
Staallegeringen in de vorm van platen, met een of meerdere van de hiernavolgende kenmerken:
Noot: De zinsnede legeringen 'geschikt voor' omvat legeringen zowel voor als na warmtebehandeling. Technische noot: 'Met stikstof gestabiliseerd duplex roestvrij staal' heeft een tweefasenmicrostructuur met korrels ferriet- en austenietstaal waaraan stikstof is toegevoegd om de microstructuur te stabiliseren. |
1C116 1C216 |
||||||||||||||||||||||
II.A1.022 |
Koolstof-koolstofcomposietmateriaal. |
1A002.b.1 |
||||||||||||||||||||||
II.A1.023 |
Nikkellegeringen in onbewerkte vorm of als halffabricaat die 60 gewichtspercenten of meer nikkel bevatten. |
1C002.c.1.a |
||||||||||||||||||||||
II.A1.024 |
Titaanlegeringen in de vorm van platen, 'geschikt voor' een treksterkte van 900 MPa of meer bij 293 K (20 °C). Noot: De zinsnede legeringen 'geschikt voor' omvat legeringen zowel voor als na warmtebehandeling. |
1C002.b.3 |
||||||||||||||||||||||
II.A1.025 |
Tantaallegeringen, anders dan bedoeld in 1C002 en 1C202. |
1C002 1C202 |
||||||||||||||||||||||
II.A1.026 |
Zirkonium of zirkoniumlegeringen, anders dan bedoeld in 1C011, 1C111 en 1C234. |
1C011 1C111 1C234 |
||||||||||||||||||||||
II.A1.027 |
Springstoffen, anders dan bedoeld in 1C239, of stoffen of mengsels met een gehalte van meer dan 2 gewichtspercenten aan deze springstoffen, met een kristaldichtheid groter dan 1,5 g/cm3 en een detonatiesnelheid groter dan 5 000 m/s. |
1C239 |
MATERIAALBEWERKING
II.A2. |
Goederen |
Nr. |
Beschrijving |
Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.001 |
Systemen en apparatuur voor het beproeven door middel van trillingen, en desbetreffende onderdelen, anders dan bedoeld in 2B116:
Onder 'realtimeregelbandbreedte' wordt verstaan de maximumsnelheid waarmee een besturingseenheid een volledige cyclus van bemonstering, gegevensverwerking en verzending van controlesignalen kan uitvoeren.
'Onbelaste tafel' betekent een vlakke tafel of een vlak oppervlak, zonder klemmen of hulpstukken. |
2B116 |
||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.002 |
Werktuigmachines, anders dan bedoeld in 2B001 en 2B201 en combinaties daarvan, voor het verspanen (of snijden) van metalen, keramische materialen of 'composieten', die, volgens de technische specificaties van de fabrikant kunnen worden uitgerust met elektronische toestellen voor 'numerieke besturing', met een instelnauwkeurigheid die gelijk is aan of kleiner (d.w.z. nauwkeuriger) is dan 30 μm overeenkomstig ISO-norm 230/2 (1988) (1) of nationale equivalenten langs elke lineaire as. |
2B001 2B201 |
||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.002a |
Onderdelen en numerieke besturingen, speciaal ontworpen voor de werktuigmachines bedoeld in 2B001, 2B201 of I.A2.002 hierboven. |
|
||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.003 |
Balanceermachines en aanverwante uitrusting, als volgt:
'Indicatorkoppen' worden soms ook balanceerinstrumenten genoemd. |
2B119 |
||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.004 |
Op afstand bediende manipulatoren die kunnen worden aangewend voor het doen verrichten van handelingen op afstand bij radiochemische scheidingswerkingen of in hete cellen, anders dan bedoeld in 2B225, met een van de hiernavolgende kenmerken:
Op afstand bediende manipulatoren zorgen voor het mechanisch overbrengen van handelingen van een bediener naar een bedieningsarm en eindklem. Deze kunnen van het meester/slaaf-type zijn of worden bediend via een joystick of een toetsenbord. |
2B225 |
||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.005 |
Warmtebehandelingsovens, werkend met beheerste atmosfeer, of oxidatieovens geschikt voor werktemperaturen boven 400 °C. Dit punt heeft geen betrekking op tunnelovens met rol- of wagentransport, tunnelovens met transportband, doorschuifovens of pendelovens, speciaal ontworpen voor de vervaardiging van glas, tafelgerei van keramiek of constructieve keramiek. |
2B226 2B227 |
||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.006 |
Niet gebruikt. |
|
||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.007 |
'Drukomzetters', anders dan bedoeld in 2B230, geschikt voor het meten van de absolute druk op elk punt in het traject van 0 tot 200 kPa en met beide hiernavolgende kenmerken:
Voor de toepassing van 2B230 houdt 'nauwkeurigheid' in non-lineariteit, hysteresis en herhaalbaarheid bij omgevingstemperatuur. |
2B230 |
||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.008 |
Apparatuur voor vloeistof-vloeistofuitwisseling (mengersbezinkers, pulskolommen, plaatkolommen en centrifugale contactors), en vloeistofverdelers, stoomverdelers of systemen voor de opvang van vloeistoffen, ontworpen voor die apparatuur, waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt, gemaakt zijn van een of meer van de volgende materialen:
'Koolstofgrafiet' is een composiet bestaande uit amorf koolstof en grafiet, met 8 gewichtspercenten of meer grafiet. |
2B350.e. |
||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.009 |
Industriële apparatuur en onderdelen, anders dan bedoeld in 2B350.d., als volgt: Warmtewisselaars of condensors met een warmte-uitwisseloppervlak van meer dan 0,05 m2 en minder dan 30 m2, en voor gebruik in dergelijke warmtewisselaars of condensors ontworpen buizen, platen, spoelen of blokken (kernen), waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de vloeistof(fen) gemaakt zijn van een of meer van de volgende materialen:
Dit punt heeft geen betrekking op voertuigradiatoren. De voor pakkingen, afsluitringen en andere afdichtingen gebruikte materialen zijn niet bepalend voor de vraag of voor de warmtewisselaar een vergunningsplicht geldt. |
2B350.d. |
||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.010 |
Pompen met meervoudige afdichting en pompen zonder afdichting, anders dan bedoeld in 2B350.i, geschikt voor corrosieve vloeistoffen, of vacuümpompen en voor gebruik in dergelijke pompen ontworpen omhulsels (pomphuizen), voorgevormde binnenbekledingen, schoepen, vleugelraderen of straalpompverdeelstukken, waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt, gemaakt zijn van een van de volgende materialen:
de voor pakkingen, afsluitringen en andere afdichtingen gebruikte materialen zijn niet bepalend voor de vraag of voor de warmtewisselaar een vergunningsplicht geldt. De term 'rubber' omvat alle soorten natuurlijke en synthetische rubber. |
2B350.i. |
||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.011 |
'Centrifuges', anders dan bedoeld in 2B352.c., geschikt voor het continu scheiden zonder aerosolvorming, en gemaakt van:
Met 'centrifuges' worden ook decanteerflessen bedoeld. |
2B352.c. |
||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.012 |
Filters van gesinterd metaal, anders dan bedoeld in 2B352.d., gemaakt van nikkel of een nikkellegering die 40 gewichtspercenten of meer nikkel bevat. |
2B352.d. |
||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.013 |
Forceer-(spin-forming) of vloei-(flow-forming) draaibanken, anders dan bedoeld in 2B009, 2B109 of 2B209, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor. Voor de toepassing van dit punt worden machines die de functies van forceren en vloeidraaien combineren, beschouwd als vloeidraaibanken. |
2B009 2B109 2B209 |
||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.014 |
Uitrusting en reagentia, anders dan bedoeld in 2B350 of 2B352, als volgt:
Fermentoren omvatten bioreactoren, chemostaten en continustroomsystemen.
|
2B350 2B352 |
||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.015 |
Apparatuur, anders dan bedoeld in 2B005, 2B105 of 3B001.d., voor de afzetting van metallieke deklagen, als volgt, en speciaal ontworpen onderdelen en toebehoren daarvoor:
|
2B005 2B105 3B001.d. |
||||||||||||||||||||||||||||
II.A2.016 |
Open tanks en vaten, met of zonder roerwerk, met een totaal inwendig (geometrisch) volume van meer dan 0,5 m3 (500 liter), waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt of zijn opgeslagen, gemaakt zijn van een of meer van de volgende materialen:
De term 'rubber' omvat alle soorten natuurlijke en synthetische rubber. |
2B350 |
ELEKTRONICA
II.A3. |
Goederen |
Nr. |
Beschrijving |
Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
||||||||||||||||
II.A3.001 |
Hoogspanningsgelijkstroombronnen, anders dan bedoeld in 0B001.j.5. of 3A227, met beide hiernavolgende kenmerken:
|
0B001.j.5. 3A227 |
||||||||||||||||
II.A3.002 |
Massaspectrometers, anders dan bedoeld in 0B002.g. of 3A233, die ionen met een massa van 200 atomaire massa eenheden (a.m.e.) of meer kunnen meten en die een oplossend vermogen hebben dat beter is dan 2 a.m.e. op 200 a.m.e., en ionenbronnen hiervoor, als volgt:
|
0B002.g. 3A233 |
||||||||||||||||
II.A3.003 |
Frequentieomzetters of frequentiegeneratoren, anders dan bedoeld in 0B001.b.13. of 3A225, met alle hiernavolgende kenmerken, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen en programmatuur:
|
0B001.b.13. 3A225 |
||||||||||||||||
II.A3.004 |
Spectrometers en diffractometers die ontworpen zijn voor indicatieve tests of kwantitatieve analyse van de elementaire samenstelling van metalen of legeringen zonder dat chemische ontleding van het materiaal plaatsvindt. |
|
SENSOREN EN LASERS
II.A6. |
Goederen |
Nr. |
Beschrijving |
Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
||||||||
II.A6.001 |
Yttrium-aluminium-granaat (YAG)-staven. |
|
||||||||
II.A6.002 |
Optische apparatuur en onderdelen daarvoor, anders dan bedoeld in 6A002 of 6A004.b., als volgt: Optische apparaten werkend in het infrarode spectrum, voor de golflengte 9 μm — 17 μm, en onderdelen daarvoor, met inbegrip van onderdelen van cadmiumtelluride (CdTe). |
6A002 6A004.b. |
||||||||
II.A6.003 |
Golffrontcorrectoren, anders dan de spiegels bedoeld in 6A004.a., 6A005.e. of 6A005.f., voor gebruik met een laserbundel met een diameter van meer dan 4 mm, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, met inbegrip van stuursystemen, golffrontsensoren en 'vervormbare spiegels', waaronder bimorfe spiegels. |
6A004.a. 6A005.e. 6A005.f. |
||||||||
II.A6.004 |
Argon-ion-'lasers', anders dan bedoeld in 0B001.g.5., 6A005.a.6. en/of 6A205.a., met een gemiddeld uitgangsvermogen van 5 W of meer. |
0B001.g.5. 6A005.a.6. 6A205.a. |
||||||||
II.A6.005 |
Halfgeleider-'lasers', anders dan bedoeld in 0B001.g.5., 0B001.h.6. of 6A005.b., en onderdelen ervan, als volgt:
|
0B001.g.5. 0B001.h.6. 6A005.b. |
||||||||
II.A6.006 |
Afstembare halfgeleider-'lasers' en afstembare halfgeleider-'lasers' in series (arrays), anders dan bedoeld in 0B001.h.6. of 6A005.b., met een golflengte van 9 μm — 17 μm, alsmede stacks van arrays van halfgeleider-'lasers' die ten minste één array van afstembare halfgeleider-'lasers' met een dergelijke golflengte bevatten. Halfgeleider-'lasers' worden gewoonlijk 'laser'-dioden genoemd. |
0B001.h.6. 6A005.b. |
||||||||
II.A6.007 |
'Afstembare' vastestof-'lasers', anders dan bedoeld in 0B001.g.5., 0B001.h.6. of 6A005.c.1., en speciaal ontworpen onderdelen ervan, als volgt:
|
0B001.g.5. 0B001.h.6. 6A005.c.1. |
||||||||
II.A6.008 |
Neodymium-gedoopte (anders dan glas) 'lasers', anders dan bedoeld in 6A005.c.2.b., met een golflengte aan de uitgang langer dan 1,0 μm doch niet langer dan 1,1 μm, en een uitgangsenergie van meer dan 10 J per impuls. |
6A005.c.2.b. |
||||||||
II.A6.009 |
Onderdelen van akoestisch-optische apparatuur, als volgt:
|
6A203.b.4. |
||||||||
II.A6.010 |
Stralingsbestendige camera's of lenzen daarvoor, anders dan bedoeld in 6A203.c., speciaal ontworpen of gekwalificeerd als bestand zijnde tegen een stralingsniveau hoger dan 50 × 103 Gy (silicium) (5 × 106 rad (silicium)) zonder verslechtering van de werking. De term Gy (silicium) verwijst naar de energie in Joule per kilogram die wordt geabsorbeerd door een onbeschermde hoeveelheid silicium bij blootstelling aan ioniserende straling. |
6A203.c. |
||||||||
II.A6.011 |
Afstembare gepulseerde kleurstof-laser-versterkers en oscillatoren, anders dan bedoeld in 0B001.g.5., 6A005 en/of 6A205.c., met alle hiernavolgende kenmerken:
Dit punt heeft geen betrekking op monomodusoscillatoren. |
0B001.g.5. 6A005 6A205.c. |
||||||||
II.A6.012 |
Gepulseerde koolstofdioxide-'lasers', anders dan bedoeld in 0B001.h.6., 6A005.d. of 6A205.d., met alle hiernavolgende kenmerken:
|
0B001.h.6. 6A005.d. 6A205.d. |
||||||||
II.A6.013 |
Lasers, anders dan bedoeld in 6A005 en 6A205. |
6A005 6A205 |
NAVIGATIE EN VLIEGTUIGELEKTRONICA
II.A7. |
Goederen |
Nr. |
Beschrijving |
Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
II.A7.001 |
Traagheidsnavigatiesystemen en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, als volgt:
De parameters van a.1. en a.2. zijn van toepassing onder alle hiernavolgende omgevingsomstandigheden:
|
7A001 7A003 7A101 7A103 |
RUIMTEVAART EN VOORTSTUWING
II.A9. |
Goederen |
Nr. |
Beschrijving |
Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
II.A9.001 |
Explosieve bouten. |
|
II.A9.002 |
Verbrandingsmotoren (van het type met axiale of roterende zuigers), ontworpen of aangepast voor de voortstuwing van 'luchtvaartuigen' of 'lichter dan luchttoestellen', en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. |
|
II.A9.003 |
Vrachtwagens, anders dan bedoeld in 9A115, met meer dan een aangedreven as en een laadvermogen van meer dan 5 ton. Dit punt omvat diepladers, opleggers en andere aanhangwagens. |
9A115 |
B. PROGRAMMATUUR
Nr. |
Beschrijving |
Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
II.B.001 |
Programmatuur die nodig is voor de ontwikkeling, de productie of het gebruik van de producten in deel A. (Goederen). |
|
C. TECHNOLOGIE
Nr. |
Beschrijving producten, materialen, uitrusting, goederen en technologie |
Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
II.C.001 |
Technologie die noodzakelijk is voor de ontwikkeling, de productie of het gebruik van de producten in deel A. (Goederen). |
|
DEEL III
Bepaalde belangrijke componenten voor de sector van de ballistischerakettechnologie.
TOELICHTING
De nomenclatuurcodes komen uit de Gecombineerde Nomenclatuur als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief en als bepaald in bijlage I daarbij, zoals deze gelden op het ogenblik van publicatie van deze verordening en mutatis mutandis zoals deze worden gewijzigd door volgende wetgeving.
7601 |
Ruw aluminium |
7602 |
Resten en afval, van aluminium |
7603 |
Poeder en schilfers van aluminium |
7604 |
Staven en profielen van aluminium |
7605 |
Draad van aluminium |
7606 |
Platen, bladen en strippen van aluminium, met een dikte van meer dan 0,2 mm |
7608 |
Buizen en pijpen van aluminium |
7609 |
Hulpstukken (fittings) voor buisleidingen (bijvoorbeeld verbindingsstukken, ellebogen, moffen), van aluminium |
7614 |
Kabels, strengen en dergelijke artikelen, van aluminium, niet geïsoleerd voor het geleiden van elektriciteit |
DEEL IV
Met massavernietigingswapens verband houdende producten, materialen, uitrusting, goederen en technologie die overeenkomstig punt 25 van Resolutie 2270 (2016) van de VN-Veiligheidsraad worden geïdentificeerd en aangewezen.
TOELICHTING
De nomenclatuurcodes komen uit de Gecombineerde Nomenclatuur als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief en als bepaald in bijlage I daarbij, zoals deze gelden op het ogenblik van publicatie van deze verordening en mutatis mutandis zoals deze worden gewijzigd door volgende wetgeving.
a) Voor nucleaire en/of raketdoeleinden bruikbare producten
1) Ringmagneten
Permanente-magneetmaterialen met beide hiernavolgende kenmerken:
i. |
ringvormige magneet met een verhouding tussen de buitenste en de binnenste diameter kleiner dan of gelijk aan 1.6:1; alsmede |
ii. |
vervaardigd uit een of meer van de volgende magnetische materialen: aluminium-nikkel-kobalt, ferrieten, samarium-kobalt, of neodymium-ijzer-boor.
|
2) Maragingstaal
Maragingstaal met beide hiernavolgende kenmerken:
i. |
„geschikt voor” een treksterkte van 1 500 MPa of meer bij 293 K (20 °C); |
ii. |
buis- of staafvormig, met een buitenste diameter van 75 mm of meer.
|
3) Magnetische-legeringsmaterialen in blad- of stripvorm met beide hiernavolgende kenmerken:
a) |
dikte van 0,05 mm of minder, of hoogte van 25 mm of minder, en |
b) |
vervaardigd uit een of meer van de hiernavolgende magnetische materialen: ijzer-chroom-kobalt, ijzer-kobalt-vanadium, ijzer-chroom-kobalt-vanadium of ijzer-chroom.
|
4) Frequentieomzetters (ook bekend als converters of inverters)
Frequentieomzetters, anders dan bedoeld in 0B001.b.13. of 3A225 van bijlage II, met alle hiernavolgende kenmerken, en speciaal daarvoor ontworpen programmatuur:
i. |
meerfasige frequentie-uitgang; |
ii. |
geschikt voor het leveren van een vermogen van 40 W of groter; alsmede |
iii. |
geschikt om overal te functioneren (op een of meerdere punten) in het frequentiegebied van 600 tot 2 000 Hz. |
Technische noten:
1) |
Frequentieomzetters zijn ook bekend als converters of inverters. |
2) |
Aan de hierboven gespecificeerde functionaliteit kan worden voldaan door bepaalde apparatuur die op de markt wordt gebracht als elektronische testapparatuur, wisselstroomvoedingen, aandrijfeenheden met variabele snelheid of aandrijfeenheden met variabele frequentie.
|
5) Zeer sterke aluminiumlegering
Aluminiumlegeringen met beide hiernavolgende kenmerken:
i. |
„geschikt voor” een treksterkte van 415 MPa of meer bij 293 K (20 °C), en |
ii. |
buis- of staafvormig, met een buitenste diameter van 75 mm of meer. |
Technische noot:
De zinsnede „geschikt voor” omvat aluminiumlegeringen zowel voor als na warmtebehandeling.
|
ex 7601 20 80 |
|
ex 7604 29 10 |
|
ex 7608 20 20 |
|
ex 7608 20 81 |
|
ex 7608 20 89 |
6) Stapel- en continuvezelmateriaal
„stapel- en continuvezelmateriaal” en prepregs, als volgt:
i. |
„stapel- en continuvezelmateriaal” van carbon, aramide of glas, met beide hiernavolgende kenmerken:
|
ii. |
Prepregs: thermogeharde met hars geïmpregneerde continu-„garens”, -„rovings”, -„linten” of -„banden” met een breedte van 30 mm of minder, gemaakt van „stapel- en continuvezelmateriaal” van carbon, aramide of glas, gecontroleerd in i) hierboven;
|
7) draadwindmachines en aanverwante uitrusting
draadwindmachines en aanverwante uitrusting, als volgt:
i. |
draadwindmachines met alle hiernavolgende kenmerken:
|
ii. |
besturingseenheden voor het coördineren en programmeren van de in i) hierboven bedoelde draadwindmachines; |
iii. |
spillen voor de in i) hierboven bedoelde draadwindmachines.
|
8) Vloeidraaibanken
Zoals beschreven in INFCIRC/254/Rev.9/Part2 en S/2014/253
|
ex 8463 90 00 |
|
ex 8466 94 00 |
9) Laserlasuitrusting
|
ex 8515 80 10 |
|
ex 8515 80 90 |
|
ex 8515 90 00 |
10) CNC-werktuigmachines met 4 of 5 assen
|
ex 8457 10 10 |
|
ex 8457 10 90 |
|
ex 8457 20 00 |
|
ex 8457 30 10 |
|
ex 8457 30 90 |
|
ex 8458 11 20 |
|
ex 8458 11 41 |
|
ex 8458 11 49 |
|
ex 8458 11 80 |
|
ex 8458 19 00 |
|
ex 8458 91 20 |
|
ex 8458 91 80 |
|
ex 8459 10 00 |
|
ex 8459 21 00 |
|
ex 8459 31 00 |
|
ex 8459 41 00 |
|
ex 8459 51 00 |
|
ex 8459 61 10 |
|
ex 8459 61 90 |
|
ex 8460 12 00 |
|
ex 8460 22 00 |
|
ex 8460 23 00 |
|
ex 8460 24 00 |
|
ex 8460 31 00 |
|
ex 8460 40 10 |
|
ex 8460 90 00 |
|
ex 8461 20 00 |
|
ex 8461 30 10 |
|
ex 8461 40 11 |
|
ex 8461 40 31 |
|
ex 8461 40 71 |
|
ex 8461 40 90 |
|
ex 8461 90 00 |
|
ex 8464 20 11 |
|
ex 8464 20 19 |
|
ex 8464 20 80 |
|
ex 8464 90 00 |
11) Plasmasnij-uitrusting
|
ex 8556 40 00 |
|
ex 8515 31 00 |
|
ex 8515 39 90 |
|
ex 8515 80 10 |
|
ex 8515 80 90 |
|
ex 8515 90 00 |
12) Metaalhydriden zoals zirconium-hydride
ex 2850 00 20
b) Voor chemische/biologische wapens bruikbare producten
1) |
Nieuwe chemische stoffen die geschikt zijn voor de productie van stoffen voor chemische oorlogvoering:
|
2) |
Reactorvaten, reactors, roerwerk, warmtewisselaars, condensors, pompen, kleppen, opslagtanks, vaten, collectors en distillatiekolommen of absorptiekolommen die beantwoorden aan de prestatieparameters die zijn beschreven in S/2006/853 en S/2006/853/corr.1.
|
3) |
Ruimten onder gecontroleerde atmosfeer, klassiek of met luchtstroom, en onafhankelijke HEPA- of ULPA-filtereenheden die kunnen worden gebruikt voor P3- en P4- (BSL3, BSL4, L3, L4) inperkingsinstallaties.
|
DEEL V
Met massavernietigingswapens verband houdende producten, materialen, uitrusting, goederen en technologie die overeenkomstig punt 4 van Resolutie 2321 (2016) van de VN-Veiligheidsraad worden geïdentificeerd en aangewezen.
TOELICHTING
Een referentienummer in de kolom „Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad” of uit deel II van bijlage II bij deze verordening (goederen en technologie) houdt in dat de kenmerken van het in de kolom „Beschrijving” beschreven product buiten de parameters vallen die zijn vastgelegd in de beschrijving van het desbetreffende product voor tweeërlei gebruik.
Voor nucleaire en/of raketdoeleinden bruikbare producten
Beschrijving |
Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 of uit deel II van bijlage II bij deze verordening |
Isocyanaten (TDI (tolueendiisocyanaat), MDI (methyleenbis (fenylisocyanaat)), IPDI (isoforondiiscocyanaat), HNMDI of HDI (hexamethyleendiisocyanaat) en DDI (dimeryldiisocyanaat) en productieapparatuur. |
|
Ammoniumnitraat, chemisch zuiver of gestabiliseerd in fase (PSAN). |
|
Niet-destructieve testkamers met een kritische interne afmeting van 1 m of meer. |
|
Turbopompen voor raketmotoren voor vloeibare stuwstof of hybride raketmotoren. |
9A006 |
Polymeren (hydroxyl eindstandig polyether (HTPE), hydroxyl eindstandig caprolactonether (HTCE), polypropyleenglycol (PPG), polydiethyleenglycoladipaat (PGA) en polyethyleenglycol (PEG)). |
|
Subsystemen voor tegenmaatregelen en hulpmiddelen voor penetratie (bv. stoorzenders, middelen voor elektromagnetische misleiding, afleidingsdoelen) ontworpen om raketverdediging te satureren, te verwarren of te ontwijken. |
|
Lasfolies voor mangaanmetaal. |
|
Machines voor hydroforming. |
|
Ovens voor thermische behandeling — Temperatuur van meer dan 850 °C en met een afmeting van meer dan 1 m. |
II.A2.005, 2B226, 2B227 |
Vonkmachines (EDM's) |
2B001.d |
Machines voor wrijvingsroerlassen. |
|
Modellerings- en ontwerpprogrammatuur voor de modellering van aerodynamische en thermodynamische analyse van raketsystemen of systemen met onbemande luchtvaartuigen. |
|
Hogesnelheidsbeeldcamera's met uitzondering van die welke in systemen voor medische beeldvorming worden gebruikt. |
6A003.a.2 |
Vrachtwagenchassis met 6 of meer assen |
9A115 en II.A9.003 |
Voor chemische/biologische wapens bruikbare artikelen
Beschrijving |
Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 of uit deel II van bijlage II bij deze verordening |
||
|
2B352 |
||
|
II.A2.014.e, 2B350 en 2B352 |
||
|
2B352 en II.A2.014.a. |
(1) Fabrikanten die instelnauwkeurigheden berekenen overeenkomstig ISO 230/2 (1997) moeten overleg plegen met de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin zij gevestigd zijn.
BIJLAGE III
Luchtvaartbrandstof bedoeld in artikel 3, lid 1, onder b)
TOELICHTING
De nomenclatuurcodes komen uit de Gecombineerde Nomenclatuur als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief en als bepaald in bijlage I daarbij, zoals deze gelden op het ogenblik van publicatie van deze verordening en mutatis mutandis zoals deze worden gewijzigd door volgende wetgeving.
Code |
Beschrijving |
Van 2710 12 31 tot 2710 12 59 |
Benzine |
2710 12 70 |
Reactiemotorbrandstof van het naftatype |
2710 19 21 |
Reactiemotorbrandstof van het kerosinetype |
2710 19 25 |
Raketbrandstof van het kerosinetype |
BIJLAGE IV
Goud, titaanerts, vanadiumerts en zeldzame aardmineralen bedoeld in artikel 3, lid 1, onder d)
TOELICHTING
De nomenclatuurcodes komen uit de Gecombineerde Nomenclatuur als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief en als bepaald in bijlage I daarbij, zoals deze gelden op het ogenblik van publicatie van deze verordening en mutatis mutandis zoals deze worden gewijzigd door volgende wetgeving.
Code |
Beschrijving |
ex ex 2530 90 00 |
Ertsen van zeldzame aardmetalen |
ex ex 26 12 |
Monazieten en andere ertsen die uitsluitend of hoofdzakelijk worden gebruikt voor de winning van uranium of thorium |
ex ex 2614 00 00 |
Titaanerts |
ex ex 2615 90 00 |
Vanadiumerts |
2616 90 00 10 |
Gouderts en concentraten |
BIJLAGE V
Steenkool, ijzer en ijzererts als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder e)
TOELICHTING
De nomenclatuurcodes komen uit de Gecombineerde Nomenclatuur als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief en als bepaald in bijlage I daarbij, zoals deze gelden op het ogenblik van publicatie van deze verordening en mutatis mutandis zoals deze worden gewijzigd door volgende wetgeving.
Code |
Beschrijving |
ex ex 26 01 |
IJzererts |
2701 |
Steenkool; briketten, eierkolen en dergelijke van steenkool vervaardigde vaste brandstoffen |
2702 |
Bruinkool, ook indien geperst, andere dan git |
2703 |
Turf, turfstrooisel daaronder begrepen, ook indien geperst |
2704 00 10 |
Cokes en halfcokes, van steenkool, van bruinkool of van turf, ook indien geperst; retortenkool |
7201 |
Gietijzer en spiegelijzer, in gietelingen, in blokken of in andere primaire vormen |
7202 |
Ferrolegeringen |
7203 |
Ferroproducten verkregen door het rechtstreeks reduceren van ijzererts en andere sponsachtige ferroproducten, in blokken, in pellets of in dergelijke vormen; ijzer met een zuiverheid van ten minste 99,94 gewichtspercenten, in blokken, in pellets of in dergelijke vormen |
7204 10 00 |
Resten en afval, van gietijzer |
ex ex 7204 30 00 |
Resten en afval, van vertind ijzer of staal |
ex ex 7204 41 |
Andere resten en afval: draaisel, krullen, spanen, slijpsel, zaagsel, vijlsel en afval van het stampen of stansen, ook indien in pakketten |
ex ex 7204 49 |
Andere resten en afval: andere |
ex ex 7204 50 00 |
Andere resten en afval: afvalingots |
ex ex 7205 10 00 |
Korrels |
ex ex 7205 29 00 |
Poeders, andere dan van gelegeerd staal |
ex ex 7206 10 00 |
Ingots |
ex ex 7206 90 00 |
Andere |
ex ex 72 07 |
Halffabricaten van ijzer of van niet-gelegeerd staal |
ex ex 72 08 |
Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van 600 mm of meer, warm gewalst, niet geplateerd noch bekleed |
ex ex 72 09 |
Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van 600 mm of meer, koud gewalst, niet geplateerd noch bekleed |
ex ex 72 10 |
Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van 600 mm of meer, geplateerd of bekleed |
ex ex 72 11 |
Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van minder dan 600 mm, niet geplateerd noch bekleed |
ex ex 72 12 |
Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van minder dan 600 mm, geplateerd of bekleed |
ex ex 72 14 |
Staven van ijzer of van niet-gelegeerd staal, enkel gesmeed, warm gewalst, warm getrokken of warm geperst, ook indien na het walsen getordeerd |
ex ex 72 15 |
Andere staven van ijzer of van niet-gelegeerd staal |
ex ex 72 16 |
Profielen van ijzer of van niet-gelegeerd staal |
ex ex 72 17 |
Draad van ijzer of van niet-gelegeerd staal |
BIJLAGE VI
Aardolieproducten bedoeld in artikel 3, lid 1, onder f)
TOELICHTING
De nomenclatuurcodes komen uit de Gecombineerde Nomenclatuur als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief en als bepaald in bijlage I daarbij, zoals deze gelden op het ogenblik van publicatie van deze verordening en mutatis mutandis zoals deze worden gewijzigd door volgende wetgeving.
|
2707 |
Olie en andere producten, verkregen bij het distilleren van hogetemperatuur-steenkoolteer; dergelijke producten waarin het gewicht van de aromatische bestanddelen dat van de niet-aromatische overtreft |
||
|
2709 |
Ruwe aardolie en ruwe olie uit bitumineuze mineralen |
||
|
2710 |
Aardolie en olie uit bitumineuze mineralen, andere dan ruwe; preparaten die 70 gewichtspercenten of meer aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevatten en waarvan het karakter door deze olie wordt bepaald, elders genoemd noch elders onder begrepen; afvalolie |
||
|
2711 |
Aardgas en andere gasvormige koolwaterstoffen |
||
|
2712 10 |
Vaseline |
||
|
2712 20 |
Paraffine bevattende minder dan 0,75 gewichtspercent olie |
||
Ex |
2712 90 |
Andere |
||
|
2713 |
Petroleumcokes, petroleumbitumen en andere residuen van aardolie of van olie uit bitumineuze mineralen |
||
Ex |
2714 |
Natuurlijk bitumen en natuurlijk asfalt; bitumineuze leisteen en bitumineus zand; asfaltiet en asfaltsteen |
||
Ex |
2715 |
Bitumineuze mengsels van natuurlijk asfalt, van natuurlijk bitumen, van petroleumbitumen, van minerale teer of van minerale teerpek (bijvoorbeeld bitumineuze mastiek, vloeibitumen of koudasfalt („cut-back”)) |
||
|
|
|
||
|
3403 11 |
|
||
|
3403 19 |
|
||
|
|
|
||
Ex |
3403 91 |
|
||
Ex |
3403 99 |
|
||
|
|
|
||
Ex |
3824 99 92 |
|
||
Ex |
3824 99 93 |
|
||
Ex |
3824 99 96 |
|
||
|
3826 00 10 |
|
||
|
3826 00 90 |
|
BIJLAGE VII
Koper, nikkel, zilver en zink bedoeld in artikel 3, lid 1, onder g)
TOELICHTING
De nomenclatuurcodes komen uit de Gecombineerde Nomenclatuur als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief en als bepaald in bijlage I daarbij, zoals deze gelden op het ogenblik van publicatie van deze verordening en mutatis mutandis zoals deze worden gewijzigd door volgende wetgeving.
Koper
|
2603 |
Kopererts en concentraten daarvan |
||||||
|
74 |
Koper en werken van koper |
||||||
|
8536 90 95 30 |
Klinknagels
|
||||||
ex |
8538 90 99 |
Delen van koper uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd voor de toestellen bedoeld bij post 8535 , 8536 of 8537 |
||||||
|
8544 11 |
Wikkeldraad van koper |
||||||
|
|
|
||||||
ex |
8544 42 |
|
||||||
ex |
8544 49 |
|
||||||
|
|
|
||||||
|
8544 60 10 |
|
Nikkel
|
2604 |
Nikkelerts en concentraten daarvan |
||||||||
|
|
Ferrolegeringen: |
||||||||
|
7202 60 |
|
||||||||
|
|
Draad van roestvrij staal: |
||||||||
|
7223 00 11 |
|
||||||||
|
75 |
Nikkel en werken van nikkel |
||||||||
|
8105 90 00 10 |
Staven of draad van een kobaltlegering bevattende:
overeenkomstig de materiaalspecificaties AMS 5842, van een soort gebruikt in de ruimtevaartindustrie |
Zilver
|
2616 10 |
Zilvererts en concentraten daarvan |
Zink
|
2608 |
Zinkerts en concentraten daarvan |
|
79 |
Zink en werken van zink |
BIJLAGE VIII
Lijst van de in artikel 10 bedoelde luxegoederen
TOELICHTING
De nomenclatuurcodes komen uit de Gecombineerde Nomenclatuur als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief en als bepaald in bijlage I daarbij, zoals deze gelden op het ogenblik van publicatie van deze verordening en mutatis mutandis zoals deze worden gewijzigd door volgende wetgeving.
1) Volbloedpaarden
|
0101 21 00 |
Fokdieren van zuiver ras |
ex |
0101 29 90 |
Andere |
2) Kaviaar en kaviaarsurrogaten
|
1604 31 00 |
Kaviaar |
|
1604 32 00 |
Kaviaarsurrogaten |
3) Truffels en bereidingen daarvan
|
0709 59 50 |
Truffels |
ex |
0710 80 69 |
Andere |
ex |
0711 59 00 |
Andere |
ex |
0712 39 00 |
Andere |
ex |
2001 90 97 |
Andere |
|
2003 90 10 |
Truffels |
ex |
2103 90 90 |
Andere |
ex |
2104 10 00 |
Preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon |
ex |
2104 20 00 |
Samengestelde gehomogeniseerde producten voor menselijke consumptie |
ex |
2106 00 00 |
Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen |
4) Wijnen van hoge kwaliteit (inclusief schuimwijnen), alcohol en sterke drank
|
2204 10 11 |
Champagne |
|
2204 10 91 |
Asti spumante |
ex |
2204 10 93 |
Andere |
ex |
2204 10 94 |
Wijnen met beschermde geografische aanduiding (BGA) |
ex |
2204 10 96 |
Andere cépagewijnen |
ex |
2204 10 98 |
Andere |
ex |
2204 21 00 |
In verpakkingen inhoudende niet meer dan 2 liter |
ex |
2204 29 00 |
Andere |
ex |
2205 00 00 |
Vermout en andere wijn van verse druiven, bereid met aromatische planten of met aromatische stoffen |
ex |
2206 00 00 |
Andere gegiste dranken (bijvoorbeeld appelwijn, perenwijn, honigdrank); mengsels van gegiste dranken en mengsels van gegiste dranken met alcoholvrije dranken, elders genoemd noch elders onder begrepen |
ex |
2207 10 00 |
Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80 % vol of meer |
ex |
2208 00 00 |
Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80 % vol; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten |
5) Sigaren en cigarillo's van hoge kwaliteit
ex |
2402 10 00 |
Sigaren en cigarillo's, tabak bevattend |
ex |
2402 90 00 |
Andere |
6) Luxe parfums, reukwaters en cosmetica, waaronder schoonheids- en make-upproducten
ex |
3303 00 00 |
Parfums, reuk- en toiletwaters |
ex |
3304 00 00 |
Schoonheidsmiddelen en producten voor de huidverzorging (andere dan geneesmiddelen), preparaten tegen zonnebrand en preparaten voor het verkrijgen van een bruine huidskleur daaronder begrepen; producten voor manicure of voor pedicure |
ex |
3305 00 00 |
Haarverzorgingsmiddelen |
ex |
3307 00 00 |
Scheermiddelen en middelen die voor of na het scheren worden gebruikt, deodorantia voor lichaamsverzorging, badpreparaten, ontharingsmiddelen en andere parfumerieën, toiletartikelen en cosmetische producten, elders genoemd noch elders onder begrepen; preparaten voor het neutraliseren van geuren in vertrekken (deodorantia), ook indien niet geparfumeerd of met desinfecterende eigenschappen |
ex |
6704 00 00 |
Pruiken, baarden, wenkbrauwen, wimpers, lokken en dergelijke artikelen van mensenhaar, van haar van dieren of van textielstoffen; artikelen van mensenhaar, elders genoemd noch elders onder begrepen |
7) Lederwaren, zadels en reisgoederen, handtassen en dergelijke artikelen van hoge kwaliteit
ex |
4201 00 00 |
Zadel- en tuigmakerswerk voor dieren (strengen, leibanden, kniestukken, muilbanden, zadeldekken, zadeltassen, hondendekken en dergelijke artikelen daaronder begrepen), ongeacht de stof waarvan het vervaardigd is |
ex |
4202 00 00 |
Reiskoffers en valiezen, koffers voor toiletbenodigdheden, documentenkoffertjes, aktetassen, school- en boekentassen, etuis, foedralen en kokers voor kijkers, voor camera's, voor wapens, voor muziekinstrumenten of voor brillen, alsmede dergelijke bergingsmiddelen; reiszakken, isothermische zakken voor voedsel of voor dranken, toiletzakken, rugzakken, handtassen, boodschappentassen, portefeuilles, portemonnees, kaartentassen, sigarettenkokers, tabakszakken, gereedschapstassen en -zakken, tassen, etuis, foedralen en kokers voor sportartikelen, etuis, foedralen en kokers voor flacons, juwelendoosjes, poederdozen, etuis, foedralen en kokers voor messenmakerswerk, alsmede dergelijke bergingsmiddelen, van leder, van kunstleder, van kunststof in vellen, van textiel, van vulkanfiber of van karton, of geheel of voor het grootste deel bekleed met deze stoffen of met papier |
ex |
4205 00 90 |
Andere |
ex |
9605 00 00 |
Reisassortimenten voor de lichaamsverzorging van personen, voor het schoonmaken van schoeisel of van kleding en reisnaaigarnituren |
8) Kleding, kledingaccessoires en schoeisel van hoge kwaliteit (ongeacht het materiaal)
ex |
4203 00 00 |
Kleding en kledingtoebehoren, van leder of van kunstleder |
ex |
4303 00 00 |
Kleding, kledingtoebehoren en andere artikelen, van bont |
ex |
6101 00 00 |
Overjassen, jekkers, capes, anoraks, blousons en dergelijke artikelen, van brei- of haakwerk, voor heren of voor jongens, andere dan de artikelen bedoeld bij post 6103 |
ex |
6102 00 00 |
Mantels, capes, anoraks, blousons en dergelijke artikelen, van brei- of haakwerk, voor dames of voor meisjes, andere dan de artikelen bedoeld bij post 6104 |
ex |
6103 00 00 |
Kostuums, ensembles, colbertjassen, blazers en dergelijke, lange en korte broeken (andere dan zwembroeken) en zogenaamde Amerikaanse overalls, van brei- of haakwerk, voor heren of voor jongens |
ex |
6104 00 00 |
Mantelpakken, broekpakken, ensembles, blazers en andere jasjes, japonnen, rokken, broekrokken, lange en korte broeken (andere dan zwembroeken) en zogenaamde Amerikaanse overalls, van brei- of haakwerk, voor dames of voor meisjes |
ex |
6105 00 00 |
Overhemden van brei- of haakwerk, voor heren of voor jongens |
ex |
6106 00 00 |
Blouses en hemdblouses, van brei- of haakwerk, voor dames of voor meisjes |
ex |
6107 00 00 |
Slips, onderbroeken, nachthemden, pyjama's, badjassen, kamerjassen en dergelijke artikelen, van brei- of haakwerk, voor heren of voor jongens |
ex |
6108 00 00 |
Onderjurken, onderrokken, slips, nachthemden, pyjama's, negligés, badjassen, kamerjassen en dergelijke artikelen, van brei- of haakwerk, voor dames of voor meisjes |
ex |
6109 00 00 |
T-shirts, borstrokken en onderhemden, van brei- of haakwerk |
ex |
6110 00 00 |
Truien, jumpers, pullovers, slip-overs, vesten en dergelijke artikelen, van brei- of haakwerk |
ex |
6111 00 00 |
Kleding en kledingtoebehoren, voor baby's, van brei- of haakwerk |
ex |
6112 11 00 |
Van katoen |
ex |
6112 12 00 |
Van synthetische vezels |
ex |
6112 19 00 |
Van andere textielstoffen |
|
6112 20 00 |
Skipakken |
|
6112 31 00 |
Van synthetische vezels |
|
6112 39 00 |
Van andere textielstoffen |
|
6112 41 00 |
Van synthetische vezels |
|
6112 49 00 |
Van andere textielstoffen |
ex |
6113 00 10 |
Vervaardigd van brei- of haakwerk bedoeld bij post 5906 |
ex |
6113 00 90 |
Andere |
ex |
6114 00 00 |
Andere kleding van brei- of haakwerk |
ex |
6115 00 00 |
Kousenbroeken, kousen, kniekousen, sokken en dergelijke artikelen, die met degressieve compressie (bijvoorbeeld aderspatkousen) daaronder begrepen, van brei- of haakwerk |
ex |
6116 00 00 |
Handschoenen (met of zonder vingers) en wanten, van brei- of haakwerk |
ex |
6117 00 00 |
Ander geconfectioneerd kledingtoebehoren van brei- of haakwerk; delen van kleding of van kledingtoebehoren, van brei- of haakwerk |
ex |
6201 00 00 |
Overjassen, jekkers, capes, anoraks, blousons en dergelijke artikelen, voor heren of voor jongens, andere dan de artikelen bedoeld bij post 6203 |
ex |
6202 00 00 |
Mantels, capes, anoraks, blousons en dergelijke artikelen, voor dames of voor meisjes, andere dan de artikelen bedoeld bij post 6204 |
ex |
6203 00 00 |
Kostuums, ensembles, colbertjassen, blazers en dergelijke, lange en korte broeken (andere dan zwembroeken) en zogenaamde Amerikaanse overalls, voor heren of voor jongens |
ex |
6204 00 00 |
Mantelpakken, broekpakken, ensembles, blazers en andere jasjes, japonnen, rokken, broekrokken, lange en korte broeken (andere dan zwembroeken) en zogenaamde Amerikaanse overalls, voor dames of voor meisjes |
ex |
6205 00 00 |
Overhemden voor heren of voor jongens |
ex |
6206 00 00 |
Blouses en hemdblouses, voor dames of voor meisjes |
ex |
6207 00 00 |
Onderhemden, slips, onderbroeken, nachthemden, pyjama's, badjassen, kamerjassen en dergelijke artikelen, voor heren of voor jongens |
ex |
6208 00 00 |
Onderhemden, onderjurken, onderrokken, slips, nachthemden, pyjama's, negligés, badjassen, kamerjassen en dergelijke artikelen, voor dames of voor meisjes |
ex |
6209 00 00 |
Kleding en kledingtoebehoren, voor baby's |
ex |
6210 10 00 |
Van producten bedoeld bij post 5602 of 5603 |
|
6210 20 00 |
Andere kleding, van de soort bedoeld bij de onderverdelingen 6201 11 tot en met 6201 19 |
|
6210 30 00 |
Andere kleding, van de soort bedoeld bij de onderverdelingen 6202 11 tot en met 6202 19 |
ex |
6210 40 00 |
Andere kleding, voor heren of voor jongens |
ex |
6210 50 00 |
Andere kleding, voor dames of voor meisjes |
|
6211 11 00 |
Voor heren of voor jongens |
|
6211 12 00 |
Voor dames of voor meisjes |
|
6211 20 00 |
Skipakken |
ex |
6211 32 00 |
Van katoen |
ex |
6211 33 00 |
Van synthetische of kunstmatige vezels |
ex |
6211 39 00 |
Van andere textielstoffen |
ex |
6211 42 00 |
Van katoen |
ex |
6211 43 00 |
Van synthetische of kunstmatige vezels |
ex |
6211 49 00 |
Van andere textielstoffen |
ex |
6212 00 00 |
Bustehouders, gaines (step-ins), korsetten, bretels, jarretelles, kousenbanden en dergelijke artikelen, alsmede delen daarvan, ook indien van brei- of haakwerk |
ex |
6213 00 00 |
Zakdoeken |
ex |
6214 00 00 |
Sjaals, sjerpen, hoofddoeken en halsdoeken, mantilles, sluiers, voiles en dergelijke artikelen |
ex |
6215 00 00 |
Dassen, strikjes en sjaaldassen |
ex |
6216 00 00 |
Handschoenen (met of zonder vingers) en wanten |
ex |
6217 00 00 |
Ander geconfectioneerd kledingtoebehoren; delen (andere dan die bedoeld bij post 6212 ) van kleding of van kledingtoebehoren |
ex |
6401 00 00 |
Waterdicht schoeisel met buitenzool en bovendeel van rubber of van kunststof, waarvan het bovendeel niet door stikken of klinken of door middel van nagels, schroeven, pluggen of dergelijke is samengevoegd, noch op dergelijke wijze aan de buitenzool is bevestigd |
ex |
6402 20 00 |
Schoeisel waarvan het bovendeel uit riempjes bestaat die met pluggen aan de zool zijn bevestigd |
ex |
6402 91 00 |
De enkel bedekkend |
ex |
6402 99 00 |
Andere |
ex |
6403 19 00 |
Andere |
ex |
6403 20 00 |
Schoeisel met buitenzool van leder en met bovendeel dat bestaat uit lederen riemen over de wreef en om de grote teen |
ex |
6403 40 00 |
Ander schoeisel met beschermende metalen neus |
ex |
6403 51 00 |
De enkel bedekkend |
ex |
6403 59 00 |
Andere |
ex |
6403 91 00 |
De enkel bedekkend |
ex |
6403 99 00 |
Andere |
ex |
6404 19 10 |
Pantoffels en ander huisschoeisel |
ex |
6404 20 00 |
Schoeisel met buitenzool van leder of van kunstleder |
ex |
6405 00 00 |
Ander schoeisel |
ex |
6504 00 00 |
Hoeden en andere hoofddeksels, gevlochten uit één stuk of vervaardigd door het aaneenzetten van stroken, ongeacht de stof waarvan die stroken zijn vervaardigd, ook indien gegarneerd |
ex |
6505 00 10 |
Van haarvilt of van wolvilt en bont, gemaakt van de hoedvormen, kappen of plateaus van post 6501 00 00 |
ex |
6505 00 30 |
Petten, kepies en dergelijke hoofddeksels, voorzien van een klep |
ex |
6505 00 90 |
Andere |
ex |
6506 99 00 |
Van andere stoffen |
ex |
6601 91 00 |
Met telescopische stok of naald |
ex |
6601 99 00 |
Andere |
ex |
6602 00 00 |
Wandelstokken, zitstokken, zwepen, rijzwepen en dergelijke artikelen |
ex |
9619 00 81 |
Luiers en inlegluiers |
9) Tapijten, vloerkleden en wandkleden, al dan niet handgeknoopt, met een waarde van meer dan 473 EUR (1)
ex |
5701 00 00 |
Tapijten, geknoopt of met opgerolde polen, ook indien geconfectioneerd |
ex |
5702 10 00 |
„Kelim”, „Sumak”, „Karamanie” en dergelijke handgeweven tapijten |
ex |
5702 20 00 |
Tapijten van kokosvezel |
ex |
5702 31 80 |
Andere |
ex |
5702 32 00 |
Van synthetische of kunstmatige textielstoffen |
ex |
5702 39 00 |
Van andere textielstoffen |
ex |
5702 41 90 |
Andere |
ex |
5702 42 00 |
Van synthetische of kunstmatige textielstoffen |
ex |
5702 50 00 |
Andere, zonder pool, niet geconfectioneerd |
ex |
5702 91 00 |
Van wol of van fijn haar |
ex |
5702 92 00 |
Van synthetische of kunstmatige textielstoffen |
ex |
5702 99 00 |
Van andere textielstoffen |
ex |
5703 00 00 |
Tapijten, getuft, ook indien geconfectioneerd |
ex |
5704 00 00 |
Tapijten van vilt, niet getuft of gevlokt, ook indien geconfectioneerd |
ex |
5705 00 00 |
Andere tapijten, ook indien geconfectioneerd |
ex |
5805 00 00 |
Tapisserieën, met de hand geweven (zoals gobelins, Vlaamse tapisserieën, aubussons, beauvais en dergelijke) of met de naald vervaardigd (bijvoorbeeld halve kruissteek, kruissteek), ook indien geconfectioneerd |
10) Parels, edel- en halfedelstenen, artikelen van parels, juwelen, goud- en zilverwerk
|
7101 00 00 |
Echte of gekweekte parels, ook indien bewerkt of in stellen, doch niet aaneengeregen, gezet noch gevat; echte of gekweekte parels, tijdelijk aaneengeregen met het oog op het vervoer |
|
7102 00 00 |
Diamant, ook indien bewerkt, doch niet gevat noch gezet |
|
7103 00 00 |
Natuurlijke edelstenen (halfedelstenen daaronder begrepen), andere dan diamant, ook indien bewerkt of in stellen, doch niet aaneengeregen, gevat noch gezet; natuurlijke edelstenen (halfedelstenen daaronder begrepen), andere dan diamant, niet in stellen, tijdelijk aaneengeregen met het oog op het vervoer |
|
7104 20 00 |
Andere, onbewerkt of enkel gezaagd of ruw bewerkt |
|
7104 90 00 |
Andere |
|
7105 00 00 |
Poeder en stof, van natuurlijke of van synthetische edelstenen of halfedelstenen |
|
7106 00 00 |
Zilver (verguld zilver en geplatineerd zilver daaronder begrepen), onbewerkt, halfbewerkt of in poedervorm |
|
7107 00 00 |
Onedele metalen geplateerd met zilver, onbewerkt of halfbewerkt |
|
7108 00 00 |
Goud (geplatineerd goud daaronder begrepen), onbewerkt, halfbewerkt of in poedervorm |
|
7109 00 00 |
Onedele metalen en zilver, geplateerd met goud, onbewerkt of halfbewerkt |
|
7110 11 00 |
Onbewerkt of in poedervorm |
|
7110 19 00 |
Andere |
|
7110 21 00 |
Onbewerkt of in poedervorm |
|
7110 29 00 |
Andere |
|
7110 31 00 |
Onbewerkt of in poedervorm |
|
7110 39 00 |
Andere |
|
7110 41 00 |
Onbewerkt of in poedervorm |
|
7110 49 00 |
Andere |
|
7111 00 00 |
Onedele metalen, zilver en goud, geplateerd met platina, onbewerkt of halfbewerkt |
|
7113 00 00 |
Bijouterieën en juwelen, alsmede delen daarvan, van edele metalen of van metalen geplateerd met edele metalen |
|
7114 00 00 |
Edelsmidswerk en delen daarvan, van edele metalen of van metalen geplateerd met edele metalen |
|
7115 00 00 |
Andere werken van edele metalen of van metalen geplateerd met edele metalen |
|
7116 00 00 |
Werken van echte of gekweekte parels, van natuurlijke, synthetische of gereconstrueerde edelstenen of halfedelstenen |
11) Niet in omloop zijnde munten en bankbiljetten
ex |
4907 00 30 |
Bankbiljetten |
|
7118 10 00 |
Munten, geen wettig betaalmiddel, andere dan gouden munten |
ex |
7118 90 00 |
Andere |
12) Bestek van edelmetaal of van metaal geplateerd met edelmetaal
|
7114 00 00 |
Edelsmidswerk en delen daarvan, van edele metalen of van metalen geplateerd met edele metalen |
|
7115 00 00 |
Andere werken van edele metalen of van metalen geplateerd met edele metalen |
ex |
8214 00 00 |
Ander messenmakerswerk (bijvoorbeeld tondeuses, hakmessen en dergelijke slagers- en keukenmessen, briefopeners); gereedschap (nagelvijltjes daaronder begrepen) voor manicure of voor pedicure, ook indien in stellen |
ex |
8215 00 00 |
Lepels, vorken, pollepels, schuimspanen, taartscheppen, vismessen en botermesjes, suikertangen en dergelijke artikelen |
ex |
9307 00 00 |
Sabels, degens, bajonetten, lansen en andere blanke wapens, alsmede delen daarvan en scheden daarvoor |
13) Servies van porselein, steen of aardewerk of fijne keramiek van hoge kwaliteit, met een waarde van meer dan 95 EUR (2)
ex |
6911 00 00 |
Vaatwerk, andere huishoudelijke artikelen en toiletartikelen, van porselein |
ex |
6912 00 23 |
Van gres |
ex |
6912 00 25 |
Van faience of van fijn aardewerk |
ex |
6912 00 83 |
Van gres |
ex |
6912 00 85 |
Van faience of van fijn aardewerk |
ex |
6914 10 00 |
Van porselein |
ex |
6914 90 00 |
Andere |
14) Producten van loodkristal
ex |
7009 91 00 |
Niet omlijst |
ex |
7009 92 00 |
Omlijst |
ex |
7010 00 00 |
Flessen, flacons, bokalen, potten, buisjes, ampullen en andere bergingsmiddelen, van glas, voor vervoer of voor verpakking; weckglazen; stoppen, deksels en andere sluitingen, van glas |
|
7013 22 00 |
Van kristal |
|
7013 33 00 |
Van kristal |
|
7013 41 00 |
Van kristal |
|
7013 91 00 |
Van kristal |
ex |
7018 10 00 |
Glazen kralen, onechte parels, onechte edelstenen en dergelijk klein glaswerk |
ex |
7018 90 00 |
Andere |
ex |
7020 00 80 |
Andere |
ex |
9405 10 50 |
Van glas |
ex |
9405 20 50 |
Van glas |
ex |
9405 50 00 |
Niet-elektrische verlichtingstoestellen |
ex |
9405 91 00 |
Van glas |
15) Elektronische apparatuur van het hoogste gamma voor huisgebruik
ex |
8414 51 00 |
Tafel-, vloer-, wand-, raam-, plafond- en dakventilatoren, met ingebouwde elektromotor met een vermogen van niet meer dan 125 W |
ex |
8414 59 00 |
Andere |
ex |
8414 60 00 |
Afzuigkappen waarvan de langste horizontale zijde een lengte heeft van niet meer dan 120 cm |
ex |
8415 10 00 |
Van de soort die aan muren of vensters wordt bevestigd en die uit één enkele eenheid bestaat of van het type „split-systeem” (systemen met afzonderlijke elementen) |
ex |
8418 10 00 |
Koelkast-vrieskastcombinaties, voorzien van afzonderlijke buitendeuren |
ex |
8418 21 00 |
Met compressiekoeling |
ex |
8418 29 00 |
Andere |
ex |
8418 30 00 |
Vrieskisten met een capaciteit van niet meer dan 800 l |
ex |
8418 40 00 |
Vrieskasten met een capaciteit van niet meer dan 900 l |
ex |
8419 81 00 |
Voor het bereiden van warme dranken of voor het koken, bakken of opwarmen van spijzen |
ex |
8422 11 00 |
Voor huishoudelijk gebruik |
ex |
8423 10 00 |
Personenweegtoestellen, babyweegtoestellen daaronder begrepen; huishoudweegschalen |
ex |
8443 12 00 |
Machines en toestellen voor de offsetdruk voor kantoorgebruik, gevoed met vellen waarvan in ongevouwen staat de lengte van één zijde niet meer dan 22 cm en de lengte van de andere zijde niet meer dan 36 cm bedraagt |
ex |
8443 31 00 |
Machines die twee of meer van de volgende functies uitvoeren: afdrukken, kopiëren en telekopiëren, geschikt om te worden aangesloten op een automatische gegevensverwerkende machine of op een netwerk |
ex |
8443 32 00 |
Andere, geschikt om te worden aangesloten op een automatische gegevensverwerkende machine of op een netwerk |
ex |
8443 39 00 |
Andere |
ex |
8450 11 00 |
Volautomatische machines |
ex |
8450 12 00 |
Andere machines, met ingebouwde centrifuge |
ex |
8450 19 00 |
Andere |
ex |
8451 21 00 |
Met een capaciteit van niet meer dan 10 kg droog wasgoed |
ex |
8452 10 00 |
Naaimachines voor huishoudelijk gebruik |
ex |
8470 10 00 |
Elektronische rekenmachines die zonder externe elektrische energiebron kunnen functioneren en machines in zakformaat voor het opslaan, het reproduceren en het tonen van gegevens, met rekenfuncties |
ex |
8470 21 00 |
Schrijvende |
ex |
8470 29 00 |
Andere |
ex |
8470 30 00 |
Andere rekenmachines |
ex |
8471 00 00 |
Automatische gegevensverwerkende machines en eenheden daarvoor; magnetische en optische lezers, machines voor het in gecodeerde vorm op dragers overzetten van gegevens en machines voor het verwerken van die gegevens, elders genoemd noch elders onder begrepen |
ex |
8472 90 40 |
Tekstverwerkende machines |
ex |
8472 90 90 |
Andere |
ex |
8479 60 00 |
Toestellen voor het verfrissen van lucht door middel van verdamping |
ex |
8508 11 00 |
Met een vermogen van niet meer dan 1 500 W en met een stofreservoir met een inhoud van niet meer dan 20 l |
ex |
8508 19 00 |
Andere |
ex |
8508 60 00 |
Andere stofzuigers |
ex |
8509 40 00 |
Apparaten voor het malen, het mengen en dergelijke van voedings- en genotmiddelen; vruchten- en groentepersen |
ex |
8509 80 00 |
Andere artikelen |
ex |
8516 31 00 |
Haardroogtoestellen |
ex |
8516 50 00 |
Microgolfovens |
ex |
8516 60 10 |
Fornuizen |
ex |
8516 71 00 |
Koffie- en theezetapparaten |
ex |
8516 72 00 |
Broodroosters |
ex |
8516 79 00 |
Andere |
ex |
8517 11 00 |
Lijntelefoontoestellen met draagbare draadloze hoorn |
ex |
8517 12 00 |
Telefoontoestellen voor cellulaire netwerken of voor andere draadloze netwerken |
ex |
8517 18 00 |
Andere |
ex |
8517 61 00 |
Basisstations |
ex |
8517 62 00 |
Toestellen voor het ontvangen, omzetten en zenden of regenereren van spraak, van beelden of van andere gegevens, schakelapparaten en toestellen voor het routen daaronder begrepen |
ex |
8517 69 00 |
Andere |
ex |
8526 91 00 |
Toestellen voor radionavigatie |
ex |
8529 10 31 |
Voor ontvangst via satelliet |
ex |
8529 10 39 |
Andere |
ex |
8529 10 65 |
Kamerantennes voor radio- en televisietoestellen, inbouwantennes daaronder begrepen |
ex |
8529 10 69 |
Andere |
ex |
8531 10 00 |
Alarmtoestellen tegen diefstal, brandalarmtoestellen en dergelijke toestellen |
ex |
8543 70 10 |
Elektrische toestellen met vertaal- of woordenboekfuncties |
ex |
8543 70 30 |
Antenneversterkers |
ex |
8543 70 50 |
Zonnebanken, zonnehemels en dergelijke bruiningsapparatuur |
ex |
8543 70 90 |
Andere |
|
9504 50 00 |
Consoles en machines voor videospellen, andere dan die bedoeld bij onderverdeling 9504 30 |
|
9504 90 80 |
Andere |
16) Elektrische/elektronische of optische apparaten van het hoogste gamma voor opname en reproductie van geluid en beeld
ex |
8519 00 00 |
Toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid |
ex |
8521 00 00 |
Video-opname- en videoweergaveapparaten, ook indien met ingebouwde videotuner |
ex |
8525 80 30 |
Digitale fototoestellen |
ex |
8525 80 91 |
Enkel voorzien van een opnamemogelijkheid van het door de televisiecamera geregistreerde beeld en geluid |
ex |
8525 80 99 |
Andere |
ex |
8527 00 00 |
Ontvangtoestellen voor radio-omroep, ook indien in dezelfde kast gecombineerd met een toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid of met een uurwerk |
ex |
8528 71 00 |
Niet ontworpen om een beeldscherm of een videoscherm te bevatten |
ex |
8528 72 00 |
Andere, voor kleurenweergave |
ex |
9006 00 00 |
Fototoestellen; flitstoestellen en flitslampen en -buizen, voor de fotografie, andere dan gasontladingslampen en -buizen bedoeld bij post 8539 |
ex |
9007 00 00 |
Filmcamera's en filmprojectietoestellen, ook indien met ingebouwde geluidsopname- en -weergavetoestellen |
17) Luxevoertuigen voor het vervoer van personen over land, lucht of water, met inbegrip van kabelbanen, stoelliften, skisleepliften, trekmechanismen voor kabelsporen, alsook accessoires en onderdelen daarvoor
ex |
4011 10 00 |
Van de soort gebruikt voor personenauto's (van het type stationwagen of break en racewagens daaronder begrepen) |
ex |
4011 20 00 |
Van de soort gebruikt voor autobussen of voor vrachtwagens |
ex |
4011 30 00 |
Van de soort gebruikt voor luchtvaartuigen |
ex |
4011 40 00 |
Van de soort gebruikt voor motorrijwielen |
ex |
4011 90 00 |
Andere |
ex |
7009 10 00 |
Achteruitkijkspiegels voor voertuigen |
ex |
8407 00 00 |
Zuigermotoren met vonkontsteking, wankelmotoren daaronder begrepen |
ex |
8408 00 00 |
Zuigermotoren met zelfontsteking (diesel- en semi-dieselmotoren) |
ex |
8409 00 00 |
Delen waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor motoren bedoeld bij post 8407 of 8408 |
ex |
8411 00 00 |
Turbinestraalmotoren, schroefturbines en andere gasturbines |
|
8428 60 00 |
Kabelbanen, stoelliften, skisleepliften, trekmechanismen voor kabelsporen |
ex |
8431 39 00 |
Onderdelen en accessoires voor kabelbanen, stoelliften, skisleepliften, trekmechanismen voor kabelsporen |
ex |
8483 00 00 |
Drijfwerkassen (nokkenassen en krukassen daaronder begrepen) en krukken; kussenblokken en lagerschalen; getande overbrengingen en wrijvingswielen; kogellager- en rollagerassen; tandwielkasten en andere overbrengingsmechanismen voor het opvoeren, vertragen of anderszins aanpassen van de snelheid (koppelomvormers daaronder begrepen); vliegwielen en riemschijven (takelblokken daaronder begrepen); koppelingen en koppelingsorganen (beweeglijke koppelingen zoals cardankoppelingen daaronder begrepen) |
ex |
8511 00 00 |
Elektrische ontstekings- en starttoestellen voor vonkontstekings- en zelfontstekingsmotoren (bijvoorbeeld magneto's, dynamo-magneto's, ontstekingsspoelen, ontstekings- en gloeibougies, startmotoren); generatoren (bijvoorbeeld dynamo's, alternatoren) en automatische schakelaars, die bij deze motoren worden gebruikt |
ex |
8512 20 00 |
Andere toestellen voor verlichting of voor het geven van zichtbare signalen |
ex |
8512 30 10 |
Alarmtoestellen tegen diefstal van de soort gebruikt voor motorvoertuigen |
ex |
8512 30 90 |
Andere |
ex |
8512 40 00 |
Ruitenwissers en toestellen om ijsafzetting op of om het beslaan van ruiten tegen te gaan |
ex |
8544 30 00 |
Bougiekabelsets en andere kabelbundels (kabelbomen) van de soort gebruikt in vervoermiddelen |
ex |
8603 00 00 |
Motorwagens voor spoor- en tramwegen en railauto's, andere dan die bedoeld bij post 8604 |
ex |
8605 00 00 |
Personenrijtuigen, bagagewagens, postwagens en andere speciale wagens, zonder eigen beweegkracht, voor spoor- en tramwegen (andere dan die bedoeld bij post 8604 ) |
ex |
8607 00 00 |
Delen van rollend spoor- en tramwegmaterieel |