This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02005L0036-20211210
Directive 2005/36/EC of the European Parliament and of the Council of 7 September 2005 on the recognition of professional qualifications (Text with EEA relevance)Text with EEA relevance
Consolidated text: Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
02005L0036 — NL — 10.12.2021 — 015.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
RICHTLIJN 2005/36/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 22) |
Gewijzigd bij:
Gewijzigd bij:
L 112 |
21 |
24.4.2012 |
Gerectificeerd bij:
RICHTLIJN 2005/36/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 7 september 2005
betreffende de erkenning van beroepskwalificaties
(Voor de EER relevante tekst)
TITEL I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Doel
Deze richtlijn stelt de regels vast volgens welke een lidstaat die de toegang tot of de uitoefening van een gereglementeerd beroep op zijn grondgebied afhankelijk stelt van het bezit van bepaalde beroepskwalificaties (hierna de „ontvangende lidstaat” genoemd), de in een andere lidstaat of andere lidstaten (hierna de „idstaat van oorsprong” genoemd) verworven beroepskwalificaties die de houder van die kwalificaties het recht verlenen er hetzelfde beroep uit te oefenen, erkent voor de toegang tot en de uitoefening van dit beroep.
Deze richtlijn stelt ook de regels vast voor de gedeeltelijke toegang tot een gereglementeerd beroep alsook voor de erkenning van een beroepsstage die in een andere lidstaat is volbracht.
Artikel 2
Toepassingsgebied
Deze richtlijn is eveneens van toepassing op alle onderdanen van een lidstaat die buiten hun lidstaat van oorsprong een beroepsstage hebben gevolgd.
Artikel 3
Definities
In deze richtlijn wordt verstaan onder:
„gereglementeerd beroep”: een beroepswerkzaamheid of een geheel van beroepswerkzaamheden waartoe de toegang of waarvan de uitoefening of één van de wijzen van uitoefening krachtens wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen direct of indirect afhankelijk wordt gesteld van het bezit van bepaalde beroepskwalificaties; met name het voeren van een beroepstitel die door wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen beperkt is tot personen die een specifieke beroepskwalificatie bezitten, geldt als een wijze van uitoefening. Wanneer de eerste zin niet van toepassing is, wordt het in lid 2 bedoelde beroep met een gereglementeerd beroep gelijkgesteld;
„beroepskwalificaties”: kwalificaties die worden gestaafd door een opleidingstitel, een bekwaamheidsattest als bedoeld in artikel 11, onder a), i), en/of beroepservaring;
„opleidingstitel”: een diploma, certificaat of andere titel die door een volgens de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen van een lidstaat aangewezen autoriteit, is afgegeven ter afsluiting van een overwegend in de Gemeenschap gevolgde beroepsopleiding. Wanneer de eerste zin niet van toepassing is, wordt de in lid 3 bedoelde opleidingstitel met een opleidingstitel gelijkgesteld;
„bevoegde autoriteit”: ieder door de lidstaten gemachtigde autoriteit of instelling die met name bevoegd is bewijsstukken van opleiding en andere documenten of informatie af te geven, respectievelijk aan te nemen, alsmede aanvragen te ontvangen en besluiten te nemen zoals bedoeld in de onderhavige richtlijn;
„gereglementeerde opleiding”: elke opleiding die specifiek op de uitoefening van een bepaald beroep gericht is en die uit een studiecyclus bestaat die eventueel met een beroepsopleiding, een beroepsstage of praktijkervaring wordt aangevuld.
De structuur en het niveau van de beroepsopleiding, de beroepsstage of de praktijkervaring worden in wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen van de betrokken lidstaat vastgesteld of door een daartoe aangewezen autoriteit gecontroleerd of erkend;
„beroepservaring”: de daadwerkelijke en geoorloofde voltijdse of gelijkwaardige deeltijdse uitoefening van het betrokken beroep in een lidstaat;
„aanpassingsstage”: de uitoefening van een gereglementeerd beroep in de ontvangende lidstaat onder verantwoordelijkheid van een gekwalificeerde beoefenaar van het betrokken beroep, eventueel gekoppeld aan een aanvullende opleiding. De stage wordt beoordeeld. De nadere regels voor de aanpassingsstage en de beoordeling alsmede de status van de migrerende stagiair worden door de bevoegde autoriteit van de ontvangende lidstaat vastgesteld.
De status van de stagiair in de ontvangende lidstaat, met name wat betreft het verblijfsrecht en de sociale plichten, rechten en voordelen, alsmede vergoedingen en bezoldiging, wordt door de bevoegde autoriteiten van de genoemde lidstaat vastgesteld overeenkomstig het toepasselijk Gemeenschapsrecht;
„proeve van bekwaamheid”: een controle van de beroepskennis, -vaardigheden en -competenties van de aanvrager, die door de bevoegde autoriteiten van de ontvangende lidstaat wordt verricht of erkend en die tot doel heeft te beoordelen of deze de bekwaamheid bezit om in deze lidstaat een gereglementeerd beroep uit te oefenen.
Ten behoeve van deze controle stellen de bevoegde autoriteiten op basis van een vergelijking tussen de in de ontvangende lidstaat vereiste opleiding en de opleiding die de aanvrager heeft ontvangen, een lijst op van de vakgebieden die niet bestreken worden door het diploma of de andere opleidingstitel(s) waarover de aanvrager beschikt.
Bij de proeve van bekwaamheid moet in aanmerking worden genomen dat de aanvrager in de lidstaat van oorsprong of herkomst een gekwalificeerde beroepsbeoefenaar is. De proef heeft betrekking op de vakgebieden die moeten worden gekozen uit die welke op de lijst staan en waarvan de kennis een wezenlijke voorwaarde is om het beroep in kwestie in de ontvangende lidstaat te kunnen uitoefenen. Deze proef kan ook betrekking hebben op de kennis van de deontologie die in de ontvangende lidstaat op de betrokken activiteiten van toepassing is.
De nadere regelingen voor de proeve van bekwaamheid alsook de status, in de ontvangende lidstaat, die de aanvrager die zich op de proeve van bekwaamheid in die lidstaat wil voorbereiden heeft, worden vastgesteld door de bevoegde autoriteiten van die lidstaat;
„bedrijfsleider”: eenieder die in een onderneming van de bedrijfstak in kwestie werkzaam is geweest:
hetzij als bedrijfsleider of als leider van een filiaal van een onderneming;
hetzij als plaatsvervanger van de of van de bedrijfsleider indien deze functie, wat verantwoordelijkheid betreft, met die van de vertegenwoordigde ondernemer of bedrijfsleider overeenstemt, of
hetzij als lid van het leidinggevend personeel, belast met commerciële en/of technische taken en verantwoordelijk voor één of meer afdelingen van de onderneming.
„beroepsstage”: onverminderd het bepaalde in artikel 46, lid 4, een periode van beroepsuitoefening onder toezicht, mits dit een voorwaarde voor de toegang tot een gereglementeerd beroep vormt, en die ofwel tijdens of na afloop van een opleiding die leidt tot een diploma kan plaatsvinden;
„Europese beroepskaart”: een elektronisch certificaat dat wordt afgegeven hetzij ten bewijze dat de beroepsbeoefenaar aan alle noodzakelijke voorwaarden voldoet om tijdelijk en incidenteel diensten te verrichten in een ontvangende lidstaat of dat de beroepskwalificaties met het oog op vestiging in een ontvangende lidstaat erkend zijn;
„een leven lang leren”: alle vormen van algemeen onderwijs, beroepsonderwijs en beroepsopleidingen, niet-formeel onderwijs en informeel leren die gedurende het gehele leven plaatsvinden en die tot meer kennis, vaardigheden en competenties leiden, eventueel ook op het gebied van de beroepsethiek;
„dwingende redenen van algemeen belang”: als zodanig in de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie erkende redenen;
„Europees systeem voor de overdracht van studiepunten of ECTS-studiepunten”: het in het Europees hogeronderwijsstelsel gangbare studiepuntenoverdrachtsysteem.
De in de eerste alinea bedoelde verenigingen of organisaties hebben met name ten doel een hoog niveau in het betrokken beroepsgebied te bevorderen en te handhaven; daartoe genieten zij een specifieke erkenning door een lidstaat, geven zij aan hun leden een opleidingstitel af, onderwerpen zij hun leden aan beroepsregels die zij uitvaardigen, en geven zij hun het recht op een titel, afkorting of status die met de opleidingstitel overeenstemt.
Telkens wanneer een lidstaat erkenning verleent aan een in de eerste alinea bedoelde vereniging of organisatie, stelt hij de Commissie daarvan in kennis. De Commissie onderzoekt of die organisatie of vereniging voldoet aan de voorwaarden van de tweede alinea. Om recht te doen aan de ontwikkelingen in de regelgeving van de lidstaten, is de Commissie bevoegd om overeenkomstig artikel 57 quater gedelegeerde handelingen vast te stellen met het oog op het actualiseren van bijlage I, voor zover is voldaan aan de voorwaarden van de tweede alinea.
Wanneer niet is voldaan aan de voorwaarden van de tweede alinea, stelt de Commissie een uitvoeringshandeling vast tot verwerping van het verzoek om actualisering van bijlage I.
Artikel 4
Gevolgen van de erkenning
Artikel 4 bis
Europese beroepskaart
Ten behoeve van vestiging verleent de afgifte van een Europese beroepskaart geen automatisch recht om een bepaald beroep uit te oefenen als er in de ontvangende lidstaat al registratievoorschriften of andere controleprocedures gelden voordat de Europese beroepskaart voor dat beroep wordt ingevoerd.
De invoering van een Europese beroepskaart voor een bepaald beroep door vaststelling van relevante, in de eerste alinea bedoelde uitvoeringshandelingen is onderworpen aan alle volgende voorwaarden:
er is sprake van een aanzienlijke mobiliteit of een potentieel aanzienlijke mobiliteit in de betrokken beroepsgroep;
de betrokken belanghebbenden hebben daarvoor voldoende belangstelling laten blijken;
het beroep dan wel de opleiding tot het bewuste beroep zijn in een substantieel aantal lidstaten gereglementeerd.
Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
Artikel 4 ter
Aanvraag van een Europese beroepskaart en aanmaak van een IMI-bestand
In voorkomend geval verstrekt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van oorsprong eventueel daartoe uit hoofde van deze richtlijn benodigde attesten. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van oorsprong gaat na of de aanvrager legaal in de lidstaat van oorsprong gevestigd is en of alle benodigde documenten die in de lidstaat van oorsprong zijn afgegeven geldig en authentiek zijn. Indien hierover gegronde twijfel bestaat, raadpleegt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van oorsprong een daartoe bevoegde instantie en kan zij de aanvrager om voorlegging van voor eensluidend gewaarmerkte afschriften van documenten verzoeken. Indien eenzelfde aanvrager meerdere aanvragen doet, mogen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van oorsprong en de ontvangende lidstaten geen nieuwe indiening verlangen van documenten die al in het IMI-bestand zijn opgenomen en nog steeds geldig zijn.
Artikel 4 quater
Europese beroepskaart voor het tijdelijk en incidenteel verrichten van diensten die niet onder artikel 7, lid 4, vallen
Artikel 4 quinquies
Europese beroepskaart voor vestiging en voor tijdelijke en incidentele verrichting van diensten zoals bedoeld in artikel 7, lid 4
De ontvangende lidstaat heeft de mogelijkheid om de in de leden 2 en 3 bedoelde termijnen voor de automatische afgifte van de Europese beroepskaart met twee weken te verlengen. Hij licht de reden voor de verlenging nader toe en stelt de aanvrager daarvan in kennis. Een dergelijke verlenging kan eenmaal en alleen wanneer het strikt noodzakelijk is worden herhaald, met name om redenen die verband houden met de volksgezondheid of de veiligheid van de afnemers van de diensten.
Artikel 4 sexies
Verwerking van en toegang tot gegevens met betrekking tot de Europese beroepskaart
De inhoud van de in lid 1 bedoelde updates beperkt zich tot het volgende:
de identiteit van de beroepsbeoefenaar;
het betreffende beroep;
informatie over de nationale autoriteit of rechtbank die de beperkings- of verbodsbeslissing heeft genomen;
de reikwijdte van de beperking of het verbod; en
de periode waarin de beperking of het verbod van kracht is.
In geval van een verzoek tot verwijdering van een IMI-bestand dat is gekoppeld aan een Europese beroepskaart die met het oog op vestiging of de tijdelijke en incidentele verrichting van diensten op grond van artikel 7, lid 4, is afgegeven, verschaffen de bevoegde autoriteiten van de betrokken ontvangende lidstaat de houder van de beroepskwalificaties een attest waaruit blijkt dat zijn beroepskwalificaties worden erkend.
De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen regels vast inzake de toegang tot het IMI-bestand, de technische middelen en de procedures voor de in de eerste alinea bedoelde controle. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
Artikel 4 septies
Gedeeltelijke toegang
De bevoegde autoriteit van de ontvangende lidstaat verleent per geval gedeeltelijke toegang tot een beroepsactiviteit op zijn grondgebied, doch alleen indien aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
de beroepsbeoefenaar is in zijn lidstaat van oorsprong volledig gekwalificeerd om de beroepsactiviteit uit te oefenen waarvoor in de ontvangende lidstaat gedeeltelijke toegang wordt aangevraagd;
de verschillen tussen de in de lidstaat van oorsprong legaal verrichte beroepsactiviteiten en het gereglementeerde beroep in de ontvangende lidstaat zijn zo groot dat de toepassing van compenserende maatregelen erop zou neerkomen dat de aanvrager het volledige onderwijs- en opleidingsprogramma in de ontvangende lidstaat zou moeten doorlopen om tot het volledige gereglementeerde beroep in de ontvangende lidstaat toegelaten te worden;
de beroepsactiviteit kan objectief worden gescheiden van andere activiteiten die het gereglementeerde beroep in de ontvangende lidstaat omvat.
Voor de toepassing van punt c) dient de bevoegde autoriteit van de ontvangende lidstaat rekening te houden met de vraag of de beroepsactiviteit autonoom in de lidstaat van oorsprong kan worden uitgeoefend.
TITEL II
VRIJE DIENSTVERRICHTING
Artikel 5
Beginsel van het vrij verrichten van diensten
Onverminderd specifieke bepalingen van het communautaire recht en de artikelen 6 en 7 van deze richtlijn, kunnen de lidstaten niet om redenen van beroepskwalificatie beperkingen stellen aan het vrij verrichten van diensten in een andere lidstaat:
indien de dienstverrichter op wettige wijze is gevestigd in een lidstaat (hierna „lidstaat van vestiging” genoemd) om er hetzelfde beroep uit te oefenen, en
wanneer de dienstverrichter zich naar een andere lidstaat begeeft, indien hij dat beroep tijdens de laatste tien jaar die voorafgaan aan de dienstverrichting gedurende ten minste een jaar heeft uitgeoefend in een of meer lidstaten wanneer het beroep niet gereglementeerd is in de lidstaat van vestiging. Deze voorwaarde, namelijk een jaar beroepsuitoefening, is niet van toepassing wanneer het beroep of het onderwijs en de opleiding die toegang verleent tot het beroep gereglementeerd is.
Het tijdelijke en incidentele karakter van de dienstverrichting wordt per geval beoordeeld, met name in het licht van de duur, frequentie, regelmaat en continuïteit van de verrichting.
Artikel 6
Vrijstellingen
Overeenkomstig artikel 5, lid 1, stelt de ontvangende lidstaat een in een andere lidstaat gevestigde dienstverrichter met name vrij van de eisen die worden gesteld aan op zijn grondgebied gevestigde beroepsbeoefenaren met betrekking tot:
een vergunning, de inschrijving of de aansluiting bij een beroepsorganisatie. Om overeenkomstig artikel 5, lid 3, toepassing van op hun grondgebied geldende tuchtrechtelijke bepalingen mogelijk te maken, kunnen de lidstaten voorzien in automatische tijdelijke inschrijving of aansluiting pro forma bij een beroepsorganisatie, voorzover dit de dienstverrichting op geen enkele wijze vertraagt of bemoeilijkt en voor de dienstverrichter geen extra kosten meebrengt. De bevoegde autoriteit stuurt een kopie van de in artikel 7, lid 1, bedoelde verklaring en eventueel verlenging ervan, en daarnaast, voor beroepen die verband houden met de volksgezondheid en de openbare veiligheid genoemd in artikel 7, lid 4, of waarvoor krachtens titel III, hoofdstuk III, een automatische erkenning geldt, een kopie van de in artikel 7, lid 2 bedoelde documenten aan de betrokken beroepsorganisatie, hetgeen gelijkstaat met een automatische tijdelijke inschrijving of aansluiting pro forma voor dit doel;
de inschrijving bij een publiekrechtelijke instelling voor de sociale zekerheid om de rekeningen inzake de ten gunste van sociaal verzekerden verrichte werkzaamheden op een verzekeringsinstelling te kunnen verhalen.
De dienstverrichter stelt evenwel de onder b) bedoelde instelling vooraf, of in dringende gevallen achteraf, van de door hem verrichte dienst in kennis.
Artikel 7
Vooraf af te leggen verklaring in geval de dienstverrichter zich naar een andere lidstaat begeeft
Voor de eerste dienstverrichting, of indien zich een wezenlijke verandering heeft voorgedaan in de door de documenten gestaafde situatie, mogen de lidstaten verlangen dat de verklaring vergezeld gaat van de volgende documenten:
een bewijs van de nationaliteit van de dienstverrichter,
een attest dat de houder ervan rechtmatig in een lidstaat gevestigd is om er de betrokken werkzaamheden uit te oefenen, en dat hem op het moment van afgifte van het attest geen beroepsuitoefeningsverbod is opgelegd, ook al is het maar tijdelijk,
bewijs van beroepskwalificaties,
voor gevallen als bedoeld in artikel 5, lid 1, onder b), een bewijs dat de dienstverrichter de betrokken werkzaamheden in de tien voorafgaande jaren gedurende ten minste een jaar heeft uitgeoefend,
voor beroepen in de veiligheidssector, de gezondheidssector en voor beroepen in de onderwijssector waar met minderjarigen wordt gewerkt, inclusief kinderopvang en het voor- en vroegschoolse onderwijs, een verklaring waarin wordt bevestigd dat de desbetreffende persoon geen tijdelijk of permanent beroepsverbod heeft of niet strafrechtelijk is veroordeeld, indien de lidstaat zulks ook van zijn eigen onderdanen eist,
voor beroepen met patiëntveiligheidsimplicaties, een verklaring omtrent de kennis van de taal die voor de uitoefening van het beroep van de aanvrager in de ontvangende lidstaat noodzakelijk is,
voor beroepen betreffende de in artikel 16 bedoelde werkzaamheden en die door een lidstaat overeenkomstig artikel 59, lid 2, zijn aangemeld, een certificaat aangaande de aard en de duur van de activiteit, afgegeven door de bevoegde autoriteit of instantie van de lidstaat waar de dienstverrichter is gevestigd.
De indiening van een vereiste verklaring door de dienstverrichter overeenkomstig lid 1 geeft die dienstverrichter het recht op toegang tot de beoogde dienstenactiviteit of om die activiteit uit te oefenen op het gehele grondgebied van de betrokken lidstaat. Een lidstaat kan met betrekking tot de beroepskwalificaties van de dienstverrichter de in lid 2 vermelde aanvullende gegevens eisen indien:
het beroep in delen van het grondgebied van die lidstaat anders is gereglementeerd;
deze reglementering ook op alle onderdanen van die lidstaat van toepassing is;
deze verschillen in regelgeving te rechtvaardigen zijn door dwingende redenen van algemeen belang die verband houden met de volksgezondheid of de openbare veiligheid van de afnemers van de diensten; en
de lidstaat over geen andere middelen beschikt om deze informatie te verkrijgen.
De bevoegde autoriteit stelt de dienstverrichter binnen een termijn van ten hoogste een maand na ontvangst van de verklaring en de begeleidende documenten als bedoeld in de leden 1 en 2 in kennis van haar besluit om:
zijn beroepskwalificaties niet te controleren;
na de beroepskwalificatie te hebben gecontroleerd,
van de dienstverrichter het afleggen van een proeve van bekwaamheid te verlangen; of
het verrichten van de diensten toe te staan.
Wanneer er zich problemen voordoen die een vertraging veroorzaken bij het nemen van een besluit uit hoofde van de tweede alinea, stelt de bevoegde autoriteit de dienstverrichter binnen dezelfde termijn in kennis van de reden van de vertraging. Het probleem moet voor het einde van de eerste maand na deze kennisgeving worden opgelost en het besluit moet binnen twee maanden na oplossing van het probleem zijn vastgesteld.
Wanneer de beroepskwalificaties van de dienstverrichter wezenlijk verschillen van de in de ontvangende lidstaat vereiste opleiding, en wel in die mate dat dit verschil de volksgezondheid of de openbare veiligheid schaadt, en wanneer de dienstverrichter dit niet kan compenseren door beroepservaring of in het kader van een leven lang leren verworven kennis, vaardigheden of competenties die formeel zijn gevalideerd door een daartoe bevoegde instantie, dient de ontvangende lidstaat die dienstverrichter de mogelijkheid te bieden om in het bijzonder door middel van een proeve van bekwaamheid, als bedoeld in de tweede alinea, onder b), te bewijzen dat hij de ontbrekende kennis, vaardigheden of competentie heeft verworven. De ontvangende lidstaat neemt op basis hiervan een besluit over het toestaan van het verrichten van de diensten. De dienstverrichting dient in ieder geval te kunnen plaatsvinden tijdens de maand die volgt op die waarin het overeenkomstig de tweede alinea genomen besluit is getroffen.
Indien de bevoegde autoriteit binnen de in de tweede en derde alinea vermelde termijn niet reageert, mag de dienst worden verricht.
In de gevallen waarin de beroepskwalificaties overeenkomstig dit lid zijn geverifieerd, wordt de dienst verricht onder de beroepstitel van de ontvangende lidstaat.
Artikel 8
Administratieve samenwerking
Artikel 9
Informatie ten behoeve van de afnemers van de dienst
Wanneer de dienst wordt verricht onder de beroepstitel van de lidstaat van vestiging of onder de opleidingstitel van de dienstverrichter, kunnen de bevoegde autoriteiten van de ontvangende lidstaat voorschrijven dat de dienstverrichter in aanvulling op de overige informatievoorschriften van het Gemeenschapsrecht, aan de afnemer van de dienst een van de volgende gegevens of al de volgende gegevens verstrekt:
wanneer de dienstverrichter in een handelsregister of een vergelijkbaar openbaar register is ingeschreven, het register waar hij is ingeschreven en zijn inschrijvingsnummer, of een vergelijkbaar middel ter identificatie in dat register;
wanneer voor uitoefening van de betrokken werkzaamheid in de lidstaat van vestiging een vergunning vereist is, de naam en het adres van de bevoegde toezichthoudende instantie;
de beroepsordes of soortgelijke organisaties waarbij de dienstverrichter is aangesloten;
de beroepstitel of, wanneer een dergelijke titel niet bestaat, de opleidingstitel van de dienstverrichter en de lidstaat waar deze werd verleend;
wanneer de dienstverrichter een onder de BTW vallende werkzaamheid uitoefent, het identificatienummer, zoals bedoeld in artikel 22, lid 1, van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag ( 4 );
gegevens betreffende verzekeringsdekking of soortgelijke individuele of collectieve vormen van bescherming inzake beroepsaansprakelijkheid.
TITEL III
VRIJHEID VAN VESTIGING
HOOFDSTUK I
Algemeen stelsel van erkenning van opleidingstitels
Artikel 10
Toepassingsgebied
Dit hoofdstuk is van toepassing op alle beroepen die niet onder de hoofdstukken II en III van deze titel vallen en in onderstaande gevallen waarin de aanvrager, om een bijzondere en uitzonderlijke reden, niet voldoet aan de in die hoofdstukken opgenomen voorwaarden:
voor de werkzaamheden van bijlage IV, wanneer de migrant niet voldoet aan de eisen van de artikelen 17, 18 en 19;
voor artsen met een basisopleiding, medische specialisten, verantwoordelijk algemeen ziekenverplegers, beoefenaren der tandheelkunde, gespecialiseerde beoefenaren der tandheelkunde, dierenartsen, verloskundigen, apothekers en architecten, wanneer de migrant niet voldoet aan de eisen inzake daadwerkelijke en wettige beroepsuitoefening bedoeld in de artikelen 23, 27, 33, 37, 39, 43 en 49;
voor architecten, wanneer de migrant houder is van een opleidingstitel die niet is opgenomen in bijlage V, punt 5.7;
onverminderd artikel 21, lid 1, en de artikelen 23 en 27, voor artsen, ziekenverplegers, beoefenaren der tandheelkunde, dierenartsen, verloskundigen, apothekers en architecten die houder zijn van een opleidingstitel van specialist, die moeten hebben deelgenomen aan de opleiding voor een titel genoemd in bijlage V, punten 5.1.1, 5.2.2, 5.3.2, 5.4.2, 5.5.2, 5.6.2 en 5.7.1, ◄ en alleen ten behoeve van de erkenning van het specialisme in kwestie;
voor verantwoordelijk algemeen ziekenverplegers en gespecialiseerde ziekenverplegers die houder zijn van een opleidingstitel als specialist, die hebben deelgenomen aan de opleiding voor een titel ◄ bedoeld in bijlage V, punt 5.2.2, wanneer de migrant erkenning vraagt in een andere lidstaat waar de relevante beroepswerkzaamheden worden uitgeoefend door gespecialiseerde ziekenverplegers zonder opleiding als algemeen verantwoordelijke ziekenverplegers;
voor gespecialiseerde ziekenverplegers zonder opleiding tot verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, wanneer de migrant erkenning vraagt in een andere lidstaat waar de relevante beroepswerkzaamheden worden uitgeoefend door een verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, gespecialiseerde ziekenverplegers zonder opleiding tot verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger of gespecialiseerde ziekenverplegers die houder zijn van een gespecialiseerde opleidingstitel, die hebben deelgenomen aan de opleiding voor de titels bedoeld in bijlage V, punt 5.2.2;
voor migranten die voldoen aan de eisen van artikel 3, lid 3.
Artikel 11
Kwalificatieniveaus
Voor de toepassing van artikel 13 en artikel 14, lid 6, worden beroepskwalificaties in de volgende niveaus ingedeeld:
een bekwaamheidsattest dat is afgegeven door een overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen aangewezen bevoegde autoriteit van de lidstaat van oorsprong, nadat men
hetzij een opleiding heeft genoten die niet wordt afgesloten met een certificaat of diploma zoals bedoeld onder b), c), d) of e) van dit artikel, hetzij een specifiek examen zonder voorafgaande opleiding heeft afgelegd, hetzij het beroep tijdens de voorafgaande tien jaren gedurende drie opeenvolgende jaren voltijds of gedurende een gelijkwaardige periode deeltijds in een lidstaat heeft uitgeoefend,
hetzij op het niveau van het primair of secundair onderwijs een algemene opleiding heeft genoten, waaruit blijkt dat de houder over een zekere algemene ontwikkeling beschikt;
een certificaat ter afsluiting van een cyclus van secundair onderwijs
hetzij van algemene aard, aangevuld met een andere dan de onder c) bedoelde studiecyclus of beroepsopleiding en/of met de beroepsstage of praktijkervaring die als aanvulling op deze studiecyclus vereist is,
hetzij van technische of beroepsmatige aard, in voorkomend geval aangevuld met een studiecyclus of beroepsopleiding zoals bedoeld onder i), en/of met de beroepsstage of praktijkervaring die als aanvulling op deze studiecyclus vereist is;
een diploma ter afsluiting van
hetzij een opleiding op het niveau van postsecundair onderwijs dat verschilt van het onder d) en e) bedoelde niveau en ten minste 1 jaar duurt, dan wel, in geval van een deeltijdse opleiding, een daaraan gelijkwaardige duur heeft, en waarvoor als een van de toelatingsvoorwaarden in de regel geldt dat men de studiecyclus van secundair onderwijs moet hebben voltooid die voor de toegang tot het universitair of hoger onderwijs vereist is of een volledige equivalente schoolopleiding van secundair niveau, alsook de beroepsopleiding die eventueel als aanvulling op deze cyclus van postsecundair onderwijs vereist is,
hetzij een gereglementeerde opleiding of, in het geval van gereglementeerde beroepen, een beroepsopleiding met een bijzondere structuur waarbij competenties worden aangereikt die verder gaan dan wat niveau b verstrekt, die gelijkwaardig is aan het in punt i) vermelde opleidingsniveau, indien deze opleiding tot een vergelijkbare beroepsbekwaamheid opleidt en op een vergelijkbaar niveau van verantwoordelijkheden en taken voorbereidt, mits het diploma vergezeld gaat van een certificaat van de lidstaat van oorsprong;
een diploma dat bewijst dat de aanvrager een postsecundaire opleiding met een duur van ten minste drie jaar en ten hoogste vier jaar of met een daaraan gelijkwaardige duur in geval van een deeltijdse opleiding heeft afgesloten, die daarnaast kan worden uitgedrukt in een daaraan gelijkwaardig aantal ECTS-studiepunten behaald aan een universiteit of een instelling voor hoger onderwijs of aan een andere instelling met hetzelfde opleidingsniveau, en dat, in voorkomend geval, bewijst dat hij de beroepsopleiding die als aanvulling op de postsecundaire opleiding vereist is, met succes heeft afgesloten;
een diploma dat bewijst dat de aanvrager een postsecundaire opleiding met een duur van ten minste vier jaar of met een daaraan gelijkwaardige duur in geval van een deeltijdse opleiding heeft afgesloten, die daarnaast kan worden uitgedrukt in een daaraan gelijkwaardig aantal ECTS-studiepunten, behaald aan een universiteit of een instelling voor hoger onderwijs of aan een andere instelling met hetzelfde opleidingsniveau en dat, in voorkomend geval, bewijst dat hij de beroepsopleiding die als aanvulling op de postsecundaire opleiding vereist is, met succes heeft afgesloten.
▼M9 —————
Artikel 12
Gelijke behandeling van kwalificaties
Met een opleidingstitel ter afsluiting van een in artikel 11 bedoelde opleiding, met inbegrip van het betrokken niveau, wordt gelijkgesteld elke opleidingstitel die, ofwel elk geheel van opleidingstitels dat, door een bevoegde autoriteit in een lidstaat is afgegeven, wanneer daarmee een in de Unie op voltijdse of deeltijdse basis zowel binnen als buiten formele programma’s gevolgde opleiding wordt afgesloten die door deze lidstaat als gelijkwaardig wordt erkend en de houder ervan dezelfde rechten inzake de toegang tot of de uitoefening van een beroep verleent, dan wel hem voorbereidt op de uitoefening van dat beroep.
Onder dezelfde voorwaarden als die van de eerste alinea wordt met een dergelijke opleidingstitel ook gelijkgesteld elke beroepskwalificatie die weliswaar niet voldoet aan de eisen die in de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaat van oorsprong voor de toegang tot of uitoefening van een beroep zijn vastgesteld, maar die de houder ervan krachtens deze bepalingen verworven rechten verleent. Dit geldt met name indien de lidstaat van oorsprong het niveau verhoogt van de opleiding die vereist is voor de toegang tot een beroep of de uitoefening ervan, en indien een persoon die vroeger een opleiding heeft genoten die niet meer voldoet aan de eisen van de nieuwe kwalificatie, verworven rechten geniet uit hoofde van nationale wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen; in dat geval wordt de vroeger genoten opleiding door de ontvangende lidstaat beschouwd — met het oog op de toepassing van artikel 13 — als overeenkomend met het niveau van de nieuwe opleiding.
Artikel 13
Voorwaarden inzake erkenning
De bekwaamheidsattesten of opleidingstitels moeten worden afgegeven door een bevoegde autoriteit in een lidstaat die overeenkomstig de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen van die lidstaat is aangewezen.
De bekwaamheidsattesten en opleidingstitels moeten aan de volgende voorwaarden voldoen:
zij moeten afgegeven worden door een bevoegde autoriteit in een lidstaat die overeenkomstig de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen van die lidstaat is aangewezen;
zij moeten aantonen dat de houder op de uitoefening van het betrokken beroep is voorbereid.
De in de eerste alinea bedoelde beroepservaring van een jaar kan echter niet worden geëist wanneer de aanvrager met de opleidingstitel(s) waarover hij beschikt kan aantonen dat hij een gereglementeerde opleiding heeft afgesloten.
Artikel 14
Compenserende maatregelen
Artikel 13 belet niet dat de ontvangende lidstaat in een van de volgende gevallen van de aanvrager verlangt dat hij een aanpassingsstage van ten hoogste drie jaar doorloopt of een proeve van bekwaamheid aflegt:
wanneer de door de aanvrager gevolgde opleiding betrekking heeft op vakken die wezenlijk verschillen van die welke worden bestreken door de in de ontvangende lidstaat vereiste opleidingstitel;
wanneer het in de ontvangende lidstaat gereglementeerde beroep een of meer gereglementeerde beroepswerkzaamheden omvat die niet bestaan in het overeenkomstige beroep in de lidstaat van oorsprong van de aanvrager, en waarvoor een opleiding in de ontvangende lidstaat vereist is die betrekking heeft op vakken die wezenlijk verschillen van die welke vallen onder het bekwaamheidsattest of de opleidingstitel die de aanvrager overlegt.
Wanneer een lidstaat meent dat het voor een bepaald beroep noodzakelijk is van de eerste alinea af te wijken en de aanvrager niet de keuze te laten tussen een aanpassingsstage en een proeve van bekwaamheid, stelt hij de andere lidstaten en de Commissie vooraf hiervan in kennis, waarbij hij deze afwijking afdoende motiveert.
Wanneer de Commissie van mening is dat de in de tweede alinea bedoelde afwijking onterecht of in strijd met het Unierecht is, stelt zij binnen drie maanden na ontvangst van alle nodige informatie een uitvoeringshandeling vast waarbij de betrokken lidstaat verzocht wordt om van de voorgenomen maatregel af te zien. Wanneer binnen deze termijn geen reactie van de Commissie is ontvangen, kan de afwijking worden toegepast.
Dit geldt ook voor de gevallen genoemd in artikel 10, onder b) en c), in artikel 10, onder d), betreffende artsen en beoefenaren van de tandheelkunde, in artikel 10, onder f), wanneer de migrant erkenning vraagt in een andere lidstaat waar de relevante beroepsactiviteiten worden uitgeoefend door een verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger of gespecialiseerde ziekenverplegers die houder zijn van een specialistische opleidingstitel, die hebben deelgenomen aan de opleiding voor de titels bedoeld in bijlage V, punt 5.2.2, evenals in artikel 10, onder g).
In de gevallen bedoeld in artikel 10, onder a), mag de ontvangende lidstaat een aanpassingsstage of een proeve van bekwaamheid verlangen indien de migrant voornemens is als zelfstandige dan wel als bedrijfsleider beroepsactiviteiten uit te oefenen waarvoor kennis en toepassing van de vigerende specifieke nationale voorschriften noodzakelijk zijn, mits de bevoegde autoriteiten van de ontvangende lidstaat ook van de eigen onderdanen de kennis en toepassing van deze voorschriften verlangen als voorwaarde voor toegang tot een dergelijke activiteit.
In afwijking van het in lid 2 neergelegde beginsel op grond waarvan de aanvrager het recht heeft te kiezen, kan de ontvangende lidstaat hetzij een aanpassingsstage hetzij een proeve van bekwaamheid voorschrijven in het geval dat:
de houder van een beroepskwalificatie als bedoeld in artikel 11, onder a), een aanvraag tot erkenning van zijn beroepskwalificaties indient, terwijl de benodigde nationale beroepskwalificatie is geclassificeerd onder artikel 11, punt c); of
de houder van een beroepskwalificatie als bedoeld in artikel 11, onder b), een aanvraag tot erkenning van zijn beroepskwalificaties indient, terwijl de benodigde nationale beroepskwalificatie is geclassificeerd onder artikel 11, punt d) of e).
Indien de houder van een beroepskwalificatie als bedoeld in artikel 11, onder a), een verzoek tot erkenning van zijn beroepskwalificaties indient, terwijl de benodigde nationale beroepskwalificatie is gerangschikt onder artikel 11, punt d), kan de ontvangende lidstaat zowel een aanpassingsstage als een proeve van bekwaamheid voorschrijven.
De beslissing tot oplegging van een aanpassingsstage of proeve van bekwaamheid wordt naar behoren gemotiveerd. De aanvrager krijgt de volgende informatie:
het in de ontvangende lidstaat vereiste beroepskwalificatieniveau en het door de aanvrager behaalde beroepskwalificatieniveau volgens de classificatie in artikel 11; en
de wezenlijke verschillen bedoeld in lid 4 en de redenen waarom deze verschillen niet kunnen worden gecompenseerd door de kennis, vaardigheden en competenties welke zijn verworven door beroepservaring of levenslang leren, en die met dat doel door een bevoegde instantie formeel zijn gevalideerd.
▼M9 —————
HOOFDSTUK II
Erkenning van beroepservaring
Artikel 16
Eisen inzake beroepservaring
Wanneer in een lidstaat de toegang tot of uitoefening van een van de in bijlage IV vermelde werkzaamheden afhankelijk wordt gesteld van het bezit van algemene kennis, handels- of vakkennis en -bekwaamheid, beschouwt deze lidstaat als genoegzaam bewijs van die kennis en bekwaamheid het feit dat de werkzaamheid in kwestie voorafgaandelijk in een andere lidstaat is uitgeoefend. Deze werkzaamheid moet overeenkomstig de artikelen 17, 18 en 19 zijn uitgeoefend.
Artikel 17
Werkzaamheden van lijst I van bijlage IV
Bij werkzaamheden van lijst I van bijlage IV moet de voorafgaande werkzaamheid zijn uitgeoefend:
hetzij gedurende zes opeenvolgende jaren als zelfstandige of als bedrijfsleider;
hetzij gedurende drie opeenvolgende jaren als zelfstandige of als bedrijfsleider, wanneer de begunstigde kan aantonen dat hij voor de betrokken werkzaamheid een voorafgaande opleiding van ten minste drie jaar heeft gevolgd, die met een door de lidstaat erkend certificaat is afgesloten of die door een bevoegde beroepsorganisatie als volwaardig is erkend;
hetzij gedurende vier opeenvolgende jaren als zelfstandige of als bedrijfsleider, wanneer de begunstigde kan aantonen dat hij voor de betrokken werkzaamheid een voorafgaande opleiding van ten minste twee jaar heeft gevolgd, die met een door de lidstaat erkend certificaat is afgesloten of die door een bevoegde beroepsorganisatie als volwaardig is erkend;
hetzij gedurende drie opeenvolgende jaren als zelfstandige, wanneer de begunstigde kan aantonen dat hij de betrokken werkzaamheid gedurende ten minste vijf jaar als werknemer heeft uitgeoefend;
hetzij gedurende vijf opeenvolgende jaren als lid van het leidinggevend personeel, waarvan gedurende ten minste drie jaar belast met technische taken en verantwoordelijk voor ten minste een afdeling van de onderneming, wanneer de begunstigde kan aantonen dat hij voor de betrokken werkzaamheid een voorafgaande opleiding van ten minste drie jaar heeft gevolgd, die met een door de lidstaat erkend certificaat is afgesloten of die door een bevoegde beroepsorganisatie als volwaardig is erkend.
Artikel 18
Werkzaamheden van lijst II van bijlage IV
Bij werkzaamheden van lijst II van bijlage IV moet de voorafgaande werkzaamheid zijn uitgeoefend:
hetzij gedurende vijf opeenvolgende jaren als zelfstandige of als bedrijfsleider;
hetzij gedurende drie opeenvolgende jaren als zelfstandige of als bedrijfsleider, wanneer de begunstigde kan aantonen dat hij voor de betrokken werkzaamheid een voorafgaande opleiding van ten minste drie jaar heeft gevolgd, die met een door de lidstaat erkend certificaat is afgesloten of die door een bevoegde beroepsorganisatie als volwaardig is erkend;
hetzij gedurende vier opeenvolgende jaren als zelfstandige of als bedrijfsleider, wanneer de begunstigde kan aantonen dat hij voor de betrokken werkzaamheid een voorafgaande opleiding van ten minste twee jaar heeft gevolgd, die met een door de lidstaat erkend certificaat is afgesloten of die door een bevoegde beroepsorganisatie als volwaardig is erkend;
hetzij gedurende drie opeenvolgende jaren als zelfstandige of als bedrijfsleider, wanneer de begunstigde kan aantonen dat hij de betrokken werkzaamheid gedurende ten minste vijf jaar als werknemer heeft uitgeoefend;
hetzij gedurende vijf opeenvolgende jaren als werknemer, wanneer de begunstigde kan aantonen dat hij voor de betrokken werkzaamheid een voorafgaande opleiding van ten minste drie jaar heeft gevolgd, die met een door de lidstaat erkend certificaat is afgesloten of die door een bevoegde beroepsorganisatie als volwaardig is erkend;
hetzij gedurende zes opeenvolgende jaren als werknemer, wanneer de begunstigde kan aantonen dat hij voor de betrokken werkzaamheid een voorafgaande opleiding van ten minste twee jaar heeft gevolgd, die met een door de lidstaat erkend certificaat is afgesloten of die door een bevoegde beroepsorganisatie als volwaardig is erkend.
Artikel 19
Werkzaamheden van lijst III van bijlage IV
Bij werkzaamheden van lijst III van bijlage IV moet de voorafgaande werkzaamheid zijn uitgeoefend:
hetzij gedurende drie opeenvolgende jaren als zelfstandige of als bedrijfsleider;
hetzij gedurende twee opeenvolgende jaren als zelfstandige of als bedrijfsleider, wanneer de begunstigde kan aantonen dat hij voor de betrokken werkzaamheid een voorafgaande opleiding heeft gevolgd, die met een door de lidstaat erkend certificaat is afgesloten of die door een bevoegde beroepsorganisatie als volwaardig is erkend;
hetzij gedurende twee opeenvolgende jaren als zelfstandige of als bedrijfsleider, wanneer de begunstigde kan aantonen dat hij de betrokken werkzaamheid gedurende ten minste drie jaar als werknemer heeft uitgeoefend;
hetzij gedurende drie opeenvolgende jaren als werknemer, wanneer de begunstigde kan aantonen dat hij voor de betrokken werkzaamheid een voorafgaande opleiding heeft gevolgd, die met een door de lidstaat erkend certificaat is afgesloten of die door een bevoegde beroepsorganisatie als volwaardig is erkend.
Artikel 20
Aanpassing van de lijsten van werkzaamheden in bijlage IV
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 57 quater gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de aanpassing van de lijst van werkzaamheden van bijlage IV waarvoor overeenkomstig artikel 16 beroepservaring wordt erkend, met het oog op de actualisering of verduidelijking van de in bijlage IV opgesomde werkzaamheden, met name om het toepassingsgebied daarvan nader te specificeren en om rekening te houden met de laatste ontwikkelingen op het gebied van op werkzaamheden gebaseerde nomenclaturen, zonder dat dit het toepassingsgebied van de werkzaamheden binnen de afzonderlijke categorieën mag verkleinen of dat er een verschuiving van werkzaamheden mag plaatsvinden tussen de bestaande lijsten I, II en III van bijlage IV.
HOOFDSTUK III
Erkenning op basis van de coördinatie van de minimumopleidingseisen
Afdeling 1
Algemene bepalingen
Artikel 21
Beginsel van automatische erkenning
Deze opleidingstitels moeten door bevoegde instellingen van de lidstaten zijn afgegeven en, in voorkomend geval, vergezeld gaan van het certificaat, zoals bedoeld in bijlage V, respectievelijk de punten 5.1.1, 5.1.2, 5.2.2, 5.3.2, 5.3.3, 5.4.2, 5.6.2 en 5.7.
Het bepaalde in de eerste en tweede alinea laat de in de artikelen 23, 27, 33, 37, 39 en 49 bedoelde verworven rechten onverlet.
Het bepaalde in de eerste alinea laat de in artikel 30 bedoelde verworven rechten onverlet.
Deze afwijking is eventueel niet van toepassing op apothekers wier opleidingstitel reeds door de bevoegde autoriteiten van de ontvangende lidstaat is erkend voor andere doeleinden en die gedurende ten minste drie achtereenvolgende jaren in die lidstaat rechtmatig en effectief de beroepswerkzaamheden van apotheker hebben uitgeoefend.
Om rekening te houden met de algemeen erkende wetenschappelijke en technische vooruitgang, is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 57 quater gedelegeerde handelingen vast te stellen om de kennis en vaardigheden bedoeld in artikel 24, lid 3, artikel 31, lid 6, artikel 34, lid 3, artikel 38, lid 3, artikel 40, lid 3, artikel 44, lid 3 en artikel 46, lid 4, bij te werken ter aanpassing aan de ontwikkeling van het Unierecht dat rechtstreeks van toepassing is op de betrokken beroepsbeoefenaren.
Deze aanpassingen mogen voor geen enkele lidstaat een wijziging van de bestaande essentiële rechtsbeginselen betreffende de regeling van beroepen met betrekking tot de opleiding en toegangsvoorwaarden voor natuurlijke personen inhouden. Deze aanpassingen laten de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de organisatie van de onderwijsstelsels als bedoeld in artikel 165, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) onverlet.
▼M9 —————
Artikel 21 bis
Kennisgevingsprocedure
Voor de in afdeling 8 bedoelde opleidingstitels wordt de in de eerste alinea bedoelde kennisgeving ook aan de andere lidstaten gericht.
Artikel 22
Gemeenschappelijke bepalingen inzake opleiding
In het geval van de in de artikelen 24, 25, 28, 31, 34, 35, 38, 40, 44 en 46 bedoelde opleidingen:
kunnen de lidstaten toestemming geven voor een deeltijdopleiding, onder door de bevoegde autoriteiten vastgestelde voorwaarden; die autoriteiten zien erop toe dat die opleiding qua totale duur, niveau en kwaliteit niet onderdoet voor een doorlopende voltijdse opleiding;
conform de voor elke lidstaat specifieke procedures zien de lidstaten er, door continue professionele ontwikkeling te stimuleren, op toe dat beroepsbeoefenaren wier opleiding valt onder hoofdstuk III van deze titel in staat zijn hun kennis, vaardigheden en competenties bij te werken met het oog op de instandhouding van veilige en effectieve praktijken en om de professionele ontwikkelingen op de voet te kunnen volgen.
De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 18 januari 2016 in kennis van de maatregelen die overeenkomstig lid 1, onder b), zijn genomen.
Artikel 23
Verworven rechten
Dezelfde bepalingen zijn van toepassing op de op het grondgebied van de voormalige Duitse Democratische Republiek verworven opleidingstitels die toegang geven tot het beroep van arts met een basisopleiding en medische specialist, verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, beoefenaar der tandheelkunde, specialist in de tandheelkunde, dierenarts, verloskundige of apotheker, die niet aan alle in de artikelen 24, 25, 31, 34, 35, 38, 40 en 44 bedoelde minimumopleidingseisen voldoen, indien deze opleidingstitels de afsluiting zijn van een opleiding waarmee werd begonnen vóór:
3 oktober 1990 voor artsen met een basisopleiding, verantwoordelijk algemeen ziekenverplegers, beoefenaren der tandheelkunde met een basisopleiding, specialisten in de tandheelkunde, dierenartsen, verloskundigen en apothekers;
3 april 1992 voor medische specialisten.
De in de eerste alinea bedoelde opleidingstitels verlenen aan de houder het recht om op het gehele Duitse grondgebied de betrokken beroepswerkzaamheden uit te oefenen onder dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor de door de bevoegde Duitse autoriteiten afgegeven opleidingstitels, bedoeld in bijlage V, punten 5.1.1, 5.1.2, 5.2.2, 5.3.2, 5.3.3, 5.4.2, 5.5.2 en 5.6.2.
Bedoelde bevestiging dient vergezeld te gaan van een door dezelfde autoriteiten afgegeven verklaring, waarin wordt bevestigd dat de houders ervan de betrokken werkzaamheden tijdens de vijf jaar die aan de afgifte van deze verklaring voorafgaan, gedurende ten minste drie opeenvolgende jaren daadwerkelijk en op wettige wijze op hun grondgebied hebben uitgeoefend.
De lidstaten erkennen, voor wat betreft de toegang tot de beroepswerkzaamheden van arts met een basisopleiding en van medische specialist, alsmede tot die van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, beoefenaar van de tandheelkunde, specialist in de tandheelkunde, dierenarts, verloskundige, apotheker (ten aanzien van de laatste voor wat betreft de in artikel 45, lid 2, bedoelde werkzaamheden) en architect (ten aanzien van deze voor wat betreft de in artikel 48 bedoelde werkzaamheden), alsook voor wat betreft de uitoefening van deze werkzaamheden, de opleidingstitels van arts die toegang geven tot de beroepswerkzaamheden van arts met een basisopleiding en medische specialist, alsmede die van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, beoefenaar van de tandheelkunde, specialist in de tandheelkunde, dierenarts, verloskundige, apotheker en architect waarvan onderdanen van de lidstaten houder zijn en welke door de voormalige Sovjet-Unie zijn afgegeven of die het resultaat zijn van een opleiding die
vóór 20 augustus 1991 is aangevangen, wat Estland betreft,
vóór 21 augustus 1991 is aangevangen, wat Letland betreft,
vóór 11 maart 1990 is aangevangen, wat Litouwen betreft,
voorzover de autoriteiten van elk van deze drie lidstaten officieel bevestigen dat deze opleidingstitels op hun grondgebied dezelfde juridische waarde hebben als de opleidingstitels die door hen worden afgegeven en, ten aanzien van architecten, als de in bijlage VI, punt 6.1, voor deze lidstaten opgenomen opleidingstitels.
Bedoelde bevestiging dient vergezeld te gaan van een door dezelfde autoriteiten afgegeven verklaring, waarin wordt bevestigd dat de houders ervan de betrokken werkzaamheden tijdens de vijf jaar die aan de afgifte van deze verklaring voorafgaan, gedurende ten minste drie opeenvolgende jaren daadwerkelijk en op wettige wijze op het grondgebied van deze autoriteiten hebben uitgeoefend.
Voor de opleidingstitels van dierenarts welke door de voormalige Sovjet-Unie zijn afgegeven of die het resultaat zijn van de afsluiting van een opleiding welke, voor wat Estland betreft, vóór 20 augustus 1991 is aangevangen, dient de in de vorige alinea bedoelde bevestiging vergezeld te gaan van een door de Estlandse autoriteiten afgegeven verklaring, waarin wordt bevestigd dat de houders ervan de betrokken werkzaamheden tijdens de zeven jaar die aan de afgifte van deze verklaring voorafgaan, gedurende ten minste vijf opeenvolgende jaren daadwerkelijk en op wettige wijze op het grondgebied van Estland hebben uitgeoefend.
Onverminderd artikel 43, onder b), erkennen de lidstaten, wat betreft de toegang tot de beroepswerkzaamheden van arts met een basisopleiding en van medische specialist, alsmede tot die van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, tandheelkundige, tandheelkundig specialist, dierenarts, verloskundige, apotheker (ten aanzien van apotheker wat betreft de in artikel 45, lid 2, bedoelde werkzaamheden) en architect (ten aanzien van architect wat betreft de in artikel 48 bedoelde werkzaamheden), alsook wat betreft de uitoefening van deze werkzaamheden, de opleidingstitels van arts die toegang geven tot de beroepswerkzaamheden van arts met een basisopleiding en medische specialist, alsmede die van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, tandheelkundige, tandheelkundig specialist, dierenarts, verloskundige, apotheker en architect waarvan onderdanen van de lidstaten houder zijn en welke door de voormalig Joegoslavië zijn afgegeven of die het resultaat zijn van een opleiding die
vóór 25 juni 1991 is aangevangen, wat Slovenië betreft, en
vóór 8 oktober 1991 is aangevangen, wat Kroatië betreft,
voor zover de autoriteiten van deze lidstaten officieel bevestigen dat deze opleidingstitels op hun grondgebied dezelfde juridische waarde hebben als de opleidingstitels die door hen worden afgegeven en, ten aanzien van architecten, als de in bijlage VI, punt 6, voor deze lidstaten opgenomen opleidingstitels.
Bedoelde bevestiging dient vergezeld te gaan van een door dezelfde autoriteiten afgegeven verklaring, waarin wordt bevestigd dat de houders ervan de betrokken werkzaamheden tijdens de vijf jaar die aan de afgifte van deze verklaring voorafgaan, gedurende ten minste drie opeenvolgende jaren daadwerkelijk en op wettige wijze op het grondgebied van deze autoriteiten hebben uitgeoefend.
Het in de eerste alinea bedoelde certificaat bevestigt dat deze opleidingstitels de afsluiting vormen van een opleiding die in overeenstemming is met de artikelen 24, 25, 28, 31, 34, 35, 38, 40 en 44, en dat zij door de lidstaat die ze heeft afgegeven worden gelijkgesteld aan die waarvan de benamingen zijn opgenomen in bijlage V, punten 5.1.1, 5.1.2, 5.1.3, 5.1.4, 5.2.2, 5.3.2, 5.3.3, 5.4.2, 5.5.2 en 5.6.2.
Artikel 23 bis
Specifieke omstandigheden
Afdeling 2
Artsen
Artikel 24
De medische basisopleiding
Voor beroepsbeoefenaren die vóór 1 januari 1972 met hun studie zijn begonnen, kan de in de eerste alinea bedoelde opleiding een praktische opleiding op universitair niveau van zes maanden omvatten, in de vorm van een voltijdse opleiding onder toezicht van de bevoegde autoriteiten.
De medische basisopleiding waarborgt dat de betrokkene de volgende kennis en bekwaamheid heeft verworven:
voldoende kennis van de wetenschappen waarop de geneeskunde berust, alsmede een goed inzicht in de wetenschappelijke methoden, met inbegrip van de beginselen van de meting van biologische functies, in de beoordeling van wetenschappelijk vastgestelde feiten alsmede in de analyse van gegevens;
voldoende kennis van de structuur, de functies en het gedrag van gezonde en zieke personen, alsmede van de wijze waarop de gezondheidstoestand van de mens wordt beïnvloed door zijn fysieke en sociale omgeving;
voldoende kennis van de klinische studievakken en de klinische praktijk, waardoor hij een samenhangend beeld heeft van de ziekten van lichaam en geest, van de preventieve, diagnostische en therapeutische aspecten van de geneeskunde en van de voortplanting van de mens;
voldoende klinische ervaring, onder deskundig toezicht in ziekenhuizen opgedaan.
Artikel 25
De opleiding tot medisch specialist
De lidstaten dragen er zorg voor dat de minimumduur van de in bijlage V, punt 5.1.3, bedoelde medische specialistenopleidingen niet korter is dan de in dat punt genoemde duur. De opleiding wordt onder toezicht van de bevoegde autoriteiten of instellingen gegeven. De aankomend medisch specialist dient persoonlijk aan de werkzaamheden van de betrokken diensten deel te nemen en daarvoor verantwoordelijkheid te dragen.
Iedere lidstaat stelt de Commissie en de andere lidstaten in kennis van zijn nationale wetgeving ter zake voor elk van die gedeeltelijke vrijstellingen.
Artikel 26
Benamingen van opleiding tot medisch specialist
De in artikel 21 bedoelde opleidingstitels van medisch specialist zijn die welke door de in bijlage V, punt 5.1.2, bedoelde bevoegde autoriteiten of instellingen zijn afgegeven, en welke voor de desbetreffende specialistenopleiding overeenkomen met de in de verschillende lidstaten geldende en in bijlage V, punt 5.1.3, opgenomen benamingen.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 57 quater gedelegeerde handelingen vast te stellen voor het toevoegen aan bijlage V, punt 5.1.3, van nieuwe medische specialismen die ten minste twee vijfden van de lidstaten gemeenschappelijk hebben, teneinde wijzigingen van nationale wetgeving naar behoren in acht te nemen en met het oog op het actualiseren van deze richtlijn.
Artikel 27
Specifieke verworven rechten van medische specialisten
De data van intrekking van deze bepalingen zijn opgenomen in bijlage V, punt 5.1.3.
Artikel 28
Specifieke opleiding in de huisartsgeneeskunde
Wanneer de in artikel 24 bedoelde studiecyclus een praktische opleiding omvat in een erkend ziekenhuis dat over de nodige uitrusting en diensten geschikt voor de huisartsgeneeskunde beschikt, in een erkende huisartsenpraktijk of in een erkend centrum waar artsen eerstelijnszorg verstrekken, kan de duur van deze praktische opleiding voor maximaal één jaar worden inbegrepen in de duur die in de eerste alinea voor vanaf 1 januari 2006 afgegeven opleidingstitels is vastgesteld.
De in de tweede alinea bedoelde mogelijkheid bestaat alleen voor lidstaten waar de duur van de specifieke opleiding in de huisartsgeneeskunde op 1 januari 2001 twee jaar bedroeg.
De praktische opleiding wordt enerzijds gedurende ten minste zes maanden gegeven in een erkend ziekenhuis dat over de nodige uitrusting en diensten beschikt, en anderzijds gedurende ten minste zes maanden in een erkende huisartsenpraktijk of een erkend centrum waar artsen eerstelijnszorg verstrekken.
Bij deze opleiding zijn ook andere instellingen of organisaties voor gezondheidszorg betrokken die zich bezighouden met de huisartsgeneeskunde. Onverminderd de in de tweede alinea genoemde minimumperioden mag de praktische opleiding evenwel gedurende ten hoogste zes maanden worden gegeven door een opleiding in andere erkende instellingen of organisaties voor gezondheidszorg die zich met huisartsgeneeskunde bezighouden.
De opleiding bestaat in een persoonlijke deelname van de kandidaat aan de beroepswerkzaamheden en verantwoordelijkheden van degenen met wie hij werkt.
De lidstaten bepalen met name in hoeverre de reeds door de aanvrager gevolgde aanvullende opleiding en diens beroepservaring in aanmerking kunnen komen als vervanging van de opleiding als bepaald in dit artikel.
De lidstaten mogen de in bijlage V, punt 5.1.4, bedoelde opleidingstitel slechts afgeven indien de aanvrager gedurende ten minste zes maanden in een huisartsenpraktijk of in een erkend centrum waar artsen eerstelijnszorg verstrekken, zoals bedoeld in lid 3, ervaring in de huisartsgeneeskunde heeft opgedaan.
Artikel 29
Uitoefening van de beroepswerkzaamheden van huisarts
Elke lidstaat stelt, behoudens de bepalingen inzake verworven rechten, het in het kader van zijn nationale stelsel van sociale zekerheid verrichten van de werkzaamheden van arts als huisarts afhankelijk van het bezit van een opleidingstitel zoals bedoeld in bijlage V, punt 5.1.4.
De lidstaten kunnen personen die de specifieke opleiding in de huisartsgeneeskunde volgen, van deze voorwaarde vrijstellen.
Artikel 30
Specifieke verworven rechten van huisartsen
De bevoegde autoriteiten van elke lidstaat geven aan artsen die op grond van de eerste alinea verworven rechten hebben, op hun verzoek een certificaat af waaruit blijkt dat zij het recht hebben om in het kader van hun stelsel van sociale zekerheid de werkzaamheden van arts als huisarts uit te oefenen zonder de in bijlage V, punt 5.1.4, bedoelde opleidingstitel te bezitten.
Afdeling 3
Verantwoordelijk algemeen ziekenverplegers
Artikel 31
De opleiding tot verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger
Voor de toelating tot de opleiding tot verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger is het volgende vereist:
afsluiting van twaalf jaar algemeen onderwijs, bevestigd met een door de bevoegde autoriteiten of instellingen van een lidstaat afgegeven diploma, certificaat of andere titel, of een certificaat ten bewijze dat men geslaagd is voor een gelijkwaardig examen en dat toegang verleent tot een universiteit of een als gelijkwaardig erkende instelling voor hoger onderwijs; of
afsluiting van minstens tien jaar algemeen onderwijs, bevestigd met een door de bevoegde autoriteiten of instellingen van een lidstaat afgegeven diploma, certificaat of andere titel, of een certificaat ten bewijze dat men geslaagd is voor een gelijkwaardig examen dat toegang verleent tot een school voor beroepsonderwijs of een beroepsopleiding voor verpleegkunde.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 57 quater gedelegeerde handelingen vast te stellen om wijzigingen aan te brengen in de lijst in bijlage V, punt 5.2.1, teneinde deze aan te passen aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang.
De in de tweede alinea bedoelde wijzigingen mogen voor geen enkele lidstaat een wijziging van de bestaande essentiële rechtsbeginselen betreffende de regeling van beroepen met betrekking tot de opleiding en toegangsvoorwaarden voor natuurlijke personen inhouden. Deze aanpassingen laten de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de organisatie van de onderwijsstelsels als neergelegd in artikel 165, lid 1, VWEU onverlet.
De lidstaten zien erop toe dat de met de verplegersopleiding belaste instelling verantwoordelijk is voor de coördinatie tussen theoretisch en klinisch onderwijs gedurende het gehele studieprogramma.
Dit onderwijs wordt gegeven in ziekenhuizen en andere instellingen voor gezondheidszorg en in de gemeenschap onder leiding van docenten-verpleegkundigen en met samenwerking en assistentie van andere geschoolde verpleegkundigen. Ander geschoold personeel kan eveneens in het onderwijsproces worden ingeschakeld.
De leerling-verplegers nemen deel aan de werkzaamheden van de betrokken diensten voorzover deze bijdragen tot hun opleiding en hen in staat stellen de verantwoordelijkheden op zich te leren nemen die aan de verpleegkundige verzorging zijn verbonden.
De opleiding tot verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger waarborgt dat de betrokken beroepsbeoefenaar de volgende kennis en vaardigheden heeft verworven:
uitgebreide kennis van de wetenschappen waarop de algemene ziekenverpleging is gebaseerd, met inbegrip van voldoende kennis van het organisme, de fysiologie en het gedrag van de gezonde en de zieke mens, alsmede van het verband tussen de gezondheidstoestand en de fysieke en sociale omgeving van de mens;
kennis van de aard en de ethiek van het beroep en van de algemene beginselen betreffende gezondheid en verpleging;
adequate klinische ervaring; deze ervaring, bij de keuze waarvan de vormende waarde voorop dient te worden gesteld, moet worden opgedaan onder toezicht van geschoold verpleegkundig personeel en op plaatsen waar de numerieke omvang van het geschoolde personeel en de uitrusting geschikt zijn voor de verpleging van zieken;
bekwaamheid om deel te nemen aan de praktische opleiding van het op het gebied van de gezondheidszorg werkzame personeel en ervaring op het gebied van samenwerking met dit personeel;
ervaring op het gebied van samenwerking met andere personen die beroepsmatig op het gebied van de gezondheidszorg werkzaam zijn.
Een titel van een opleiding als verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger bewijst dat de betrokken beroepsbeoefenaar in staat is minstens de volgende competenties toe te passen, ongeacht of de opleiding is verkregen aan een universiteit, een als gelijkwaardig erkende instelling voor hoger onderwijs dan wel aan een school voor beroepsonderwijs of via een beroepsopleiding voor verpleegkunde;
competentie om met de huidige theoretische en klinische kennis zelfstandig een diagnose te stellen voor de nodige verpleegkundige verzorging en om de verpleegkundige verzorging bij de behandeling van patiënten te plannen, organiseren en implementeren op basis van de kennis en vaardigheden die overeenkomstig lid 6, onder a), b) en c), zijn verworven ter verbetering van de praktijkervaring;
competentie om doeltreffend samen te werken met andere actoren in de gezondheidszorg, met inbegrip van deelname aan de praktische opleiding van het op het gebied van de gezondheidszorg werkzame personeel, op basis van de kennis en vaardigheden die overeenkomstig lid 6, onder d) en e), zijn verworven;
competentie om personen, gezinnen en groepen te helpen een gezonde levensstijl aan te nemen en voor zichzelf te zorgen op basis van de kennis en vaardigheden die overeenkomstig lid 6, onder a) en b), zijn verworven;
competentie om zelfstandig urgente levensreddende maatregelen te kunnen treffen en in crisis- en rampensituaties te kunnen handelen;
competentie om zorgbehoevenden en hun naasten onafhankelijk te adviseren, instrueren en ondersteunen;
competentie om zelfstandig de kwaliteit van verpleegkundige verzorging te kunnen garanderen en evalueren;
competentie om beroepsmatig duidelijk te communiceren en samen te werken met andere personen die op het gebied van de gezondheidszorg werkzaam zijn;
competentie om de kwaliteit van de zorg te analyseren om hun eigen praktijkervaring als verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger te verbeteren.
Artikel 32
Uitoefening van de beroepswerkzaamheden van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger
Voor de toepassing van deze richtlijn zijn de beroepswerkzaamheden van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger die welke onder de in bijlage V, punt 5.2.2, genoemde beroepstitels worden uitgeoefend.
Artikel 33
Specifieke verworven rechten van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger
▼M9 —————
De lidstaten erkennen opleidingstitels in de verpleegkunde die/
in Polen zijn afgegeven aan verpleegkundigen die vóór 1 mei 2004 hun opleiding hebben voltooid, en die niet overeenstemmen met de in artikel 31 bedoelde minimumopleidingseisen, en
worden gestaafd met het diploma „bachelor” dat werd verkregen op basis van een speciaal voortgezet programma zoals bedoeld in:
artikel 11 van de wet van 20 april 2004 inzake de wijziging van de wet op de beroepen van verpleegkundige en verloskundige en inzake enige andere rechtsbesluiten (Staatsblad van de Poolse Republiek van 2004, nr. 92, pos. 885 en van 2007, nr. 176, pos. 1237), en de verordening van de minister van Volksgezondheid van 11 mei 2004 inzake de gedetailleerde voorwaarden voor het verstrekken van opleidingen voor verpleegkundigen en verloskundigen die in het bezit zijn van een diploma middelbaar onderwijs (eindexamen — matura) en zijn afgestudeerd aan een medische school of een instelling voor medisch beroepsonderwijs waar het beroep van verpleegkundige en van verloskundige wordt aangeleerd (Staatsblad van de Poolse Republiek van 2004, nr. 110, pos. 1170, en van 2010, nr. 65, pos. 420); of
artikel 52.3, punt 2, van het besluit van 15 juli 2011 over de beroepen van verpleegkundige en verloskundige (Staatsblad van de Poolse Republiek van 2011, nr. 174, pos. 1039); en de verordening van de minister van Volksgezondheid van 14 juni 2012 over de gedetailleerde voorwaarden voor het verstrekken van opleidingen voor verpleegkundigen en verloskundigen die in het bezit zijn van een diploma middelbaar onderwijs (eindexamen — matura) en zijn afgestudeerd aan een medische middelbare school of een vervolgopleiding waar het beroep van verpleegkundige en van verloskundige wordt aangeleerd (Staatsblad van de Poolse Republiek van 2012, pos. 770),
teneinde na te gaan of de kennis en de competentie van de betrokken beroepsbeoefenaar op een niveau liggen dat vergelijkbaar is met dat van verpleegkundigen met titels die voor Polen zijn opgesomd in bijlage V, punt 5.2.2.
Artikel 33 bis
Ten aanzien van de Roemeense opleidingstitels van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger geldt dat uitsluitend de hierna genoemde bepalingen van toepassing zijn op verworven rechten:
In het geval van onderdanen van lidstaten die in Roemenië zijn opgeleid als verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger en wier opleiding niet voldoet aan de in artikel 31 neergelegde minimumopleidingseisen, erkennen de lidstaten de volgende opleidingstitels van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger als genoegzaam bewijs, mits deze titels vergezeld gaan van een certificaat waarin wordt bevestigd dat de betrokken onderdanen van lidstaten daadwerkelijk en op legale wijze de werkzaamheden van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger in Roemenië hebben uitgeoefend, waaronder de volledige verantwoordelijkheid voor de planning, organisatie en uitvoering van de verpleging van patiënten, en wel gedurende een periode van minstens drie opeenvolgende jaren tijdens de vijf jaar voorafgaand aan de datum van afgifte van het certificaat:
certificat de competențe profesionale de asistent medical generalist met postsecundaire opleiding verkregen aan een școală postliceală, waaruit blijkt dat vóór 1 januari 2007 met de opleiding is begonnen;
diplomă de absolvire de asistent medical generalist met een hogere opleiding van korte duur, waaruit blijkt dat vóór 1 oktober 2003 met de opleiding is begonnen;
diplomă de absolvire de asistent medical generalist met een hogere opleiding van lange duur, waaruit blijkt dat vóór 1 oktober 2003 met de opleiding is begonnen.
Afdeling 4
Beoefenaren van de tandheelkunde
Artikel 34
Basisopleiding tandheelkunde
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 57 quater gedelegeerde handelingen vast te stellen tot aanpassing van de lijst in bijlage V, punt 5.3.1, aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang.
De in de tweede alinea bedoelde wijzigingen mogen voor geen enkele lidstaat een wijziging van de bestaande essentiële rechtsbeginselen betreffende de regeling van beroepen met betrekking tot de opleiding en toegangsvoorwaarden voor natuurlijke personen inhouden. Deze aanpassingen laten de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de organisatie van de onderwijsstelsels als neergelegd in artikel 165, lid 1, VWEU onverlet.
De basisopleiding tandheelkunde waarborgt dat de betrokkene de volgende kennis en bekwaamheid heeft verworven:
voldoende kennis van de wetenschappen waarop de tandheelkunde berust, alsmede een goed inzicht in de wetenschappelijke methoden en met name de beginselen van de meting van biologische functies, in de beoordeling van wetenschappelijk vastgestelde feiten alsmede in de analyse van gegevens;
voldoende kennis van het gestel, de fysiologie en het gedrag van gezonde en zieke personen, alsmede van de wijze waarop de gezondheidstoestand van de mens wordt beïnvloed door zijn natuurlijke en sociale omgeving; een en ander voorzover dat in relatie staat tot de tandheelkunde;
voldoende kennis van structuur en functie van de tanden, de mond, de kaken en de omliggende weefsels, zowel in gezonde als zieke toestand, en de relatie daarvan tot de algemene gezondheidstoestand en het fysieke en sociale welzijn van de patiënt;
voldoende kennis van de klinische studievakken en methoden die aan de tandheelkundige een samenhangend beeld geven van de anomalieën, kwetsuren en ziekten van tanden, mond, kaken en omliggende weefsels, alsmede van de preventieve, diagnostische en therapeutische aspecten van de odontologie;
voldoende klinische ervaring, opgedaan onder deskundig toezicht.
De opleiding verschaft de nodige bekwaamheid voor alle werkzaamheden die verband houden met de preventie, de diagnose en de behandeling van afwijkingen en ziekten van tanden, mond, kaken en omliggende weefsels.
Artikel 35
Opleiding tot specialist in de tandheelkunde
De voltijdse opleiding tot specialist in de tandheelkunde duurt ten minste drie jaar en staat onder supervisie van de bevoegde autoriteiten of instellingen. De aankomend specialist in de tandheelkunde dient persoonlijk aan de werkzaamheden van de betrokken inrichting deel te nemen en daarvoor verantwoordelijkheid te dragen.
▼M9 —————
Artikel 36
Uitoefening van de beroepswerkzaamheden van beoefenaar der tandheelkunde
Artikel 37
Specifieke verworven rechten van beoefenaren der tandheelkunde
Uit deze verklaring moet blijken dat aan de volgende twee voorwaarden is voldaan:
de betrokkenen hebben in die lidstaat tijdens de vijf jaar die aan de afgifte van de verklaring voorafgaan gedurende ten minste drie opeenvolgende jaren daadwerkelijk, wettig en als hoofdactiviteit de in artikel 36 bedoelde werkzaamheden uitgeoefend;
de betrokkene is bevoegd deze werkzaamheden uit te oefenen onder dezelfde voorwaarden als die welke gelden voor de houders van de in bijlage V, punt 5.3.2, voor de betrokken lidstaat opgenomen opleidingstitel.
Van de in de tweede alinea, onder a), bedoelde eis van een praktijkervaring van drie jaar zijn vrijgesteld personen die met goed gevolg een studie van ten minste drie jaar hebben gevolgd welke volgens een officiële verklaring van de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat gelijkwaardig is aan de in artikel 34 bedoelde opleiding.
Wat Tsjechië en Slowakije betreft, worden de in het voormalige Tsjechoslowakije verkregen opleidingstitels erkend uit gelijken hoofde als de Tsjechische en de Slowaakse opleidingstitels en onder dezelfde in de voorgaande alinea's genoemde voorwaarden.
Uit deze verklaring moet blijken dat aan de volgende drie voorwaarden is voldaan:
de betrokkenen hebben met goed gevolg de bijzondere proef van bekwaamheid afgelegd die de bevoegde autoriteiten in Italië hebben georganiseerd teneinde na te gaan of de kennis en bekwaamheid van de betrokkenen op een niveau liggen dat vergelijkbaar is met dat van de houders van de opleidingstitel die voor Italië in bijlage V, punt 5.3.2, is vermeld;
de betrokkenen hebben in Italië tijdens de vijf jaar die aan de afgifte van de verklaring voorafgaan gedurende ten minste drie opeenvolgende jaren daadwerkelijk, wettig en als hoofdactiviteit de in artikel 36 bedoelde werkzaamheden uitgeoefend;
de betrokkenen zijn bevoegd de in artikel 36 bedoelde werkzaamheden uit te oefenen, of oefenen deze daadwerkelijk, wettig en als hoofdactiviteit uit, onder dezelfde voorwaarden als de houders van de opleidingstitel die voor Italië in bijlage V, punt 5.3.2, is vermeld.
Van de in de tweede alinea, onder a), bedoelde proef van bekwaamheid zijn vrijgesteld personen die met goed gevolg een studie van ten minste drie jaar hebben gevolgd die volgens een officiële verklaring van de bevoegde autoriteiten gelijkwaardig is aan de in artikel 34 bedoelde opleiding.
Personen die na 31 december 1984 met hun universitaire artsenopleiding zijn begonnen worden net zo behandeld als bovengenoemde personen, op voorwaarde dat de bovengenoemde drie studiejaren vóór 31 december 1994 zijn begonnen.
Uit dit certificaat moet blijken dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
de betrokken beroepsbeoefenaar heeft met goed gevolg een studie van ten minste drie jaar gevolgd, die volgens een officiële verklaring van de Spaanse bevoegde autoriteiten gelijkwaardig is aan de in artikel 34 bedoelde opleiding;
de betrokken beroepsbeoefenaar heeft in Spanje tijdens de vijf jaar die aan de afgifte van het certificaat voorafgaan gedurende ten minste drie opeenvolgende jaren daadwerkelijk, wettig en als hoofdactiviteit de in artikel 36 bedoelde werkzaamheden uitgeoefend;
de betrokken beroepsbeoefenaar is bevoegd de in artikel 36 bedoelde werkzaamheden uit te oefenen, of oefent deze daadwerkelijk, wettig en als hoofdactiviteit uit, onder dezelfde voorwaarden als de houders van de opleidingstitel die voor Spanje in bijlage V, punt 5.3.2, is vermeld.
Afdeling 5
Dierenartsen
Artikel 38
De opleiding tot dierenarts
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 57 quater gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de lijst in bijlage V, punt 5.4.1, teneinde deze aan te passen aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang.
De in de tweede alinea bedoelde wijzigingen mogen voor geen enkele lidstaat een wijziging van de bestaande essentiële rechtsbeginselen betreffende de regeling van beroepen met betrekking tot de opleiding en toegangsvoorwaarden voor natuurlijke personen inhouden. Deze aanpassingen laten de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de organisatie van de onderwijsstelsels als neergelegd in artikel 165, lid 1, VWEU onverlet.
De opleiding tot dierenarts waarborgt dat de betrokken beroepsbeoefenaar de volgende kennis en vaardigheden heeft verworven:
voldoende kennis van de wetenschappen waarop de werkzaamheden van de dierenarts berusten en van de Uniewetgeving betreffende deze werkzaamheden;
voldoende kennis van de constitutie, de functies, het gedrag en de fysiologische behoeften van dieren, alsmede de vaardigheden en competenties die nodig zijn voor de houderij, de voeding, het welzijn, de voortplanting en de hygiëne van dieren in het algemeen;
de klinische, epidemiologische en analytische vaardigheden en competenties die nodig zijn voor de preventie, diagnose en behandeling van dierziekten, met inbegrip van anesthesie, aseptische chirurgie en pijnloze levensbeëindiging, hetzij individueel, hetzij in groep, met inbegrip van de specifieke kennis van ziekten die op de mens kunnen worden overgedragen;
voldoende kennis, vaardigheden en competenties voor preventieve geneeskunde, met inbegrip van de beantwoording van vragen en certificering;
voldoende kennis van de hygiëne en technologie voor het verkrijgen, vervaardigen en in omloop brengen van dierlijke voedingsmiddelen of voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong bestemd voor menselijke consumptie, met inbegrip van de nodige vaardigheden en competenties voor het begrijpen en uitleggen van goede praktijken op dit gebied;
de kennis, vaardigheden en competenties die nodig zijn voor het verantwoord en verstandig gebruik van de geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, om de dieren te behandelen en om de veiligheid van de voedselketen en de bescherming van het milieu te garanderen.
Artikel 39
Specifieke verworven rechten van dierenartsen
Onverminderd artikel 23, lid 4, erkennen de lidstaten ten behoeve van onderdanen van lidstaten wier opleidingstitels van dierenarts door Estland zijn afgegeven of wier opleiding vóór 1 mei 2004 in Estland is aangevangen, deze opleidingstitels van dierenarts mits deze vergezeld gaan van een verklaring waarin wordt bevestigd dat deze personen tijdens de zeven jaar die aan de afgifte van de verklaring voorafgaan gedurende ten minste vijf opeenvolgende jaren daadwerkelijk en op wettige wijze de betrokken werkzaamheden op Estlands grondgebied hebben uitgeoefend.
Afdeling 6
Verloskundigen
Artikel 40
Opleiding tot verloskundige
De opleiding tot verloskundige omvat in totaal ten minste één van de volgende opleidingen:
een specifieke voltijdse opleiding tot verloskundige van ten minste drie jaar theoretisch en praktisch onderwijs (mogelijkheid I) die ten minste het in bijlage V, punt 5.5.1, opgenomen programma omvat, of
een specifieke voltijdse opleiding tot verloskundige van 18 maanden (mogelijkheid II) die ten minste het in bijlage V, punt 5.5.1, opgenomen programma omvat, voorzover dit niet op gelijkwaardige wijze is onderwezen in het kader van de opleiding tot verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger.
De lidstaten zien erop toe dat de met de opleiding van verloskundigen belaste inrichting verantwoordelijk is voor de coördinatie tussen theorie en praktijk gedurende het gehele studieprogramma.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 57 quater gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de lijst in bijlage V, punt 5.5.1, teneinde dit aan te passen aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang.
De in de derde alinea bedoelde wijzigingen mogen voor geen enkele lidstaat een wijziging van de bestaande essentiële rechtsbeginselen betreffende de regeling van beroepen met betrekking tot de opleiding en toegangsvoorwaarden voor natuurlijke personen inhouden. Deze aanpassingen laten de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de organisatie van de onderwijsstelsels als neergelegd in artikel 165, lid 1, VWEU onverlet.
Voor de toelating tot de opleiding tot verloskundige moet aan een van de volgende voorwaarden zijn voldaan:
voor mogelijkheid I, het doorlopen van ten minste twaalf jaar algemene schoolopleiding of een certificaat ten bewijze dat men geslaagd is voor een gelijkwaardig toelatingsexamen voor scholen voor verloskundigen;
voor mogelijkheid II het bezit van een opleidingstitel van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger zoals bedoeld in bijlage V, punt 5.2.2.
De opleiding tot verloskundige waarborgt dat de betrokken beroepsbeoefenaar de volgende kennis en vaardigheden heeft verworven:
grondige kennis van de wetenschappen waarop de werkzaamheden van de verloskundige berusten, met name de verloskunde en de gynaecologie;
voldoende kennis van de beroepsethiek en de wetgeving die relevant is voor de uitoefening van het beroep;
voldoende kennis van de algemene medische wetenschap (biologische functies, anatomie en fysiologie) en van de farmacologie op het gebied van de verloskunde en de perinatologie, alsmede kennis van het verband tussen de gezondheidstoestand en de fysieke en sociale omgeving van de mens en van zijn gedrag;
voldoende klinische ervaring, zelfstandig en onder eigen verantwoordelijkheid opgedaan in erkende inrichtingen waar verloskundigen, voor zover nodig en met uitsluiting van pathologische situaties, prenatale zorg kunnen verstrekken, een bevalling kunnen uitvoeren en kunnen zorgen voor de opvolging daarvan in een erkende instelling, en toezicht kunnen houden bij baringen en bevallingen, postnatale zorg en neonatale reanimatie, in afwachting van een arts;
voldoende op de hoogte zijn van de opleiding van het op het gebied van de gezondheidszorg werkzame personeel en ervaring op het gebied van de samenwerking met dit personeel.
Artikel 41
Regels ten aanzien van de erkenning van de opleidingstitels van verloskundige
De in bijlage V, punt 5.5.2, bedoelde opleidingstitels van verloskundige worden overeenkomstig artikel 21 automatisch erkend indien zij aan een van de volgende voorwaarden voldoen:
een voltijdse opleiding tot verloskundige van ten minste drie jaar, eventueel aanvullend uitgedrukt in het equivalente aantal ECTS-studiepunten, die ten minste 4 600 uur theoretisch en praktisch onderwijs omvat, waarvan ten minste een derde betrekking heeft op klinisch onderwijs;
een voltijdse opleiding tot verloskundige van ten minste twee jaar, eventueel aanvullend uitgedrukt in het equivalente aantal ECTS-studiepunten, die bestaat uit ten minste 3 600 uur, waarvoor het bezit is vereist van een opleidingstitel van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger zoals bedoeld in bijlage V, punt 5.2.2;
een voltijdse opleiding tot verloskundige van ten minste achttien maanden, eventueel aanvullend uitgedrukt in het equivalente aantal ECTS-studiepunten, die ten minste 3 000 uur omvat, waarvoor het bezit is vereist van een opleidingstitel van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger zoals bedoeld in bijlage V, punt 5.2.2, en gevolgd door een praktijkervaring waarvoor overeenkomstig lid 2 een bewijs is afgegeven.
Artikel 42
Uitoefening van de beroepswerkzaamheden van verloskundige
De lidstaten dragen er zorg voor dat de verloskundigen ten minste toegang hebben tot de hieronder genoemde werkzaamheden en deze mogen uitoefenen:
goede voorlichting en adviezen over gezinsplanning verstrekken;
zwangerschap vaststellen en het normale verloop ervan blijven volgen, onderzoeken verrichten die nodig zijn voor het toezicht op het normale verloop van de zwangerschap;
de onderzoeken voorschrijven of adviseren die nodig zijn om de diagnose van een zwangerschap met gevaar voor complicaties zo vroeg mogelijk te kunnen stellen;
een programma opstellen ter voorbereiding op het ouderschap, de bevalling volledig voorbereiden en de ouders raadgevingen verstrekken over hygiëne en voeding;
de vrouw tijdens de bevalling bijstaan en de toestand van de foetus in utero met passende klinische en technische middelen volgen;
normale bevallingen bij achterhoofdsligging verrichten en daarbij zo nodig episiotomie toepassen, alsmede in noodgevallen bevallingen bij stuitligging verrichten;
bij moeder en kind de tekenen van stoornissen onderkennen waarbij het ingrijpen van een arts vereist is en hem indien nodig assisteren; bij afwezigheid van de arts spoedmaatregelen nemen, met name de placenta met de hand verwijderen en eventueel daarna de baarmoeder inwendig onderzoeken;
de pasgeborene onderzoeken en verzorgen; alle nodige maatregelen nemen en in voorkomend geval onmiddellijk reanimatie toepassen;
de kraamvrouw verzorgen, toezien op de gevolgen van de bevalling voor de moeder en alle nuttige adviezen verstrekken aan de moeder met betrekking tot de kinderverzorging, zodat de pasgeborene in de beste omstandigheden kan worden grootgebracht;
de door een arts voorgeschreven behandeling toepassen;
de nodige schriftelijke verslagen opstellen.
Artikel 43
Specifieke verworven rechten van verloskundigen
▼M9 —————
De lidstaten erkennen opleidingstitels in de verloskunde die:
in Polen zijn afgegeven aan verloskundigen die vóór 1 mei 2004 hun opleiding hebben voltooid, en die niet overeenstemmen met de in artikel 40 neergelegde minimumopleidingseisen, en
worden gestaafd met het diploma „bachelor” dat werd verkregen op basis van een speciaal voortgezet programma zoals bedoeld in:
artikel 11 van de wet van 20 april 2004 inzake de wijziging van de wet op de beroepen van verpleegkundige en verloskundige en inzake enige andere rechtsbesluiten (Staatsblad van de Poolse Republiek van 2004, nr. 92, pos. 885 en van 2007, nr. 176, pos. 1237); en de verordening van de minister van Volksgezondheid van 11 mei 2004 inzake de gedetailleerde voorwaarden voor het verstrekken van opleidingen voor verpleegkundigen en verloskundigen die in het bezit zijn van een diploma middelbaar onderwijs (eindexamen — matura) en zijn afgestudeerd aan een medische school of een instelling voor medisch beroepsonderwijs waar het beroep van verpleegkundige en van verloskundige wordt aangeleerd (Staatsblad van de Poolse Republiek van 2004, nr. 110, pos. 1170, en van 2010, nr. 65, pos. 420); of
artikel 53.3, punt 3, van het besluit van 15 juli 2011 over de beroepen van verpleegkundige en verloskundige (Staatsblad van de Poolse Republiek van 2011 nr. 174, pos. 1039); en de verordening van de minister van Volksgezondheid van 14 juni 2012 over de gedetailleerde voorwaarden voor het verstrekken van opleidingen voor verpleegkundigen en verloskundigen die in het bezit zijn van een diploma middelbaar onderwijs (eindexamen — matura) en zijn afgestudeerd aan een medische middelbare school of een vervolgopleiding waar het beroep van verpleegkundige en van verloskundige wordt aangeleerd (Staatsblad van de Poolse Republiek van 2012, pos. 770),
teneinde na te gaan of de kennis en de competentie van de betrokken beroepsbeoefenaar op een niveau liggen dat vergelijkbaar is met dat van verloskundigen met titels die voor Polen zijn opgesomd in bijlage V, punt 5.2.2.
Artikel 43 bis
Voor Roemeense opleidingstitels van verloskundige zijn alleen de volgende bepalingen inzake verworven rechten van toepassing:
In het geval van onderdanen van lidstaten wier titel van verloskundige (asistent medical obstetrică-ginecologie/obstetrisch en gynaecologisch verpleegkundige) vóór de datum van toetreding door Roemenië is afgegeven, en die niet voldoen aan de minimum opleidingsvereisten van artikel 40, erkennen de lidstaten genoemde titel als voldoende bewijs voor de uitoefening van de werkzaamheid van verloskundige, mits die titel vergezeld gaat van een document waaruit blijkt dat die onderdanen van de lidstaten daadwerkelijk en wettelijk de werkzaamheid van verloskundige in Roemenië hebben uitgeoefend gedurende ten minste vijf opeenvolgende jaren gedurende de zeven jaar voorafgaand aan de afgifte van bovengenoemd document.
Artikel 43, b)
Verworven rechten op het gebied van verloskunde gelden niet voor de volgende opleidingstitels die in Kroatië zijn behaald vóór 1 juli 2013: viša medicinska sestra ginekološko- opstetričkog smjera (verpleegkundige met diploma hoger onderwijs gynaecologie en obstetrie), medicinska sestra ginekološko-opstetričkog smjera (verpleegkundige gynaecologie en obstetrie), viša medicinska sestra primaljskog smjera (verpleegkundige met diploma hoger onderwijs verloskunde), medicinska sestra primaljskog smjera (verpleegkundige verloskunde), ginekološko-opstetrička primalja (verloskundige gynaecologie en obstetrie) en primalja (verloskundige).
Afdeling 7
Apothekers
Artikel 44
Opleiding tot apotheker
De opleidingstitel van apotheker vormt de afsluiting van een opleiding van ten minste vijf jaar, eventueel aanvullend uitgedrukt in het equivalente aantal ECTS-studiepunten, waarvan ten minste:
vier jaar voltijds theoretisch en praktisch onderwijs aan een universiteit, aan een instelling voor hoger onderwijs van een als gelijkwaardig erkend niveau of onder toezicht van een universiteit;
tijdens of na de theoretische en praktische opleiding een stage van zes maanden in een voor het publiek toegankelijke apotheek of in een ziekenhuis onder toezicht van de farmaceutische dienst van dat ziekenhuis.
De in dit lid bedoelde studiecyclus omvat ten minste het in bijlage V, punt 5.6.1, opgenomen studieprogramma. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 57 quater gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de lijst in bijlage V, punt 5.6.1, teneinde deze aan te passen aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, inclusief de ontwikkeling van de farmacologische praktijk.
De in de tweede alinea bedoelde wijzigingen mogen voor geen enkele lidstaat een wijziging van de bestaande essentiële rechtsbeginselen betreffende de regeling van beroepen met betrekking tot de opleiding en toegangsvoorwaarden voor natuurlijke personen inhouden. Deze aanpassingen laten de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de organisatie van de onderwijsstelsels als neergelegd in artikel 165, lid 1, VWEU onverlet.
De opleiding tot apotheker waarborgt dat de betrokkene de volgende kennis en bekwaamheid heeft verworven:
voldoende kennis van geneesmiddelen en de voor de vervaardiging van geneesmiddelen gebruikte substanties;
voldoende kennis van de farmaceutische technologie en van de natuurkundige, scheikundige, biologische en microbiologische controle op geneesmiddelen;
voldoende kennis van het metabolisme en van de uitwerking van geneesmiddelen, alsook van de werking van toxische stoffen en van het gebruik van geneesmiddelen;
voldoende kennis om wetenschappelijke gegevens betreffende geneesmiddelen te kunnen beoordelen om op grond daarvan passende inlichtingen te kunnen verstrekken;
voldoende kennis van de wettelijke en andere vereisten voor de uitoefening van de werkzaamheden van apotheker.
Artikel 45
Uitoefening van de werkzaamheden van apotheker
De lidstaten dragen er zorg voor dat de houders van een opleidingstitel op het terrein van de farmacie van universitair niveau of een als gelijkwaardig erkend niveau, die voldoet aan de in artikel 44 gestelde voorwaarden, ten minste gerechtigd zijn tot de toegang tot en de uitoefening van de hierna bedoelde werkzaamheden, onder voorbehoud, in voorkomend geval, van de eis van aanvullende beroepservaring:
de bereiding van geneesmiddelen in hun farmaceutische vorm;
de vervaardiging van en de controle op geneesmiddelen;
de controle op geneesmiddelen in een laboratorium bestemd voor die controle;
de opslag, bewaring en distributie van geneesmiddelen in het groothandelsstadium;
de aanvoer, bereiding, controle, opslag, distributie en verstrekking van veilige en doeltreffende geneesmiddelen van de vereiste kwaliteit naar en in voor het publiek toegankelijke apotheken;
de bereiding, controle, opslag en verstrekking van veilige en doeltreffende geneesmiddelen van de vereiste kwaliteit in ziekenhuizen;
het verstrekken van informatie en advies over geneesmiddelen als zodanig, inclusief betreffende het juiste gebruik ervan;
rapportering van de bijwerkingen van farmaceutische producten aan de bevoegde autoriteiten;
de gepersonaliseerde begeleiding van patiënten die hun medicijnen zelf toedienen;
meewerken aan lokale of nationale gezondheidscampagnes.
Afdeling 8
Architecten
Artikel 46
Opleiding tot architect
De opleiding tot architect omvat:
in totaal hetzij ten minste vijf jaar studie op voltijdbasis aan een universiteit of een vergelijkbare onderwijsinstelling ter afsluiting waarvan met goed gevolg een examen op universitair niveau wordt afgelegd; of
niet minder dan vier jaar studie op voltijdbasis aan een universiteit of een vergelijkbare onderwijsinstelling ter afsluiting waarvan met goed gevolg een examen op universitair niveau wordt afgelegd, vergezeld van een certificaat ten bewijze dat een beroepsstage van twee jaar is volbracht, in overeenstemming met lid 4.
Architectuur moet het belangrijkste onderdeel zijn van de in lid 1 bedoelde studie. De studie besteedt evenveel aandacht aan de theoretische als aan de praktische aspecten van de architectuuropleiding en waarborgt ten minste de verwerving van de volgende kennis, vaardigheden en competenties:
vermogen tot architectonische vormgeving die zowel aan esthetische als aan technologische eisen voldoet;
passende kennis van de geschiedenis en de theorie van de architectuur en de aanverwante kunstvormen, technologische vakken en menswetenschappen;
kennis van de beeldende kunsten voor zover deze van invloed kunnen zijn op de kwaliteit van de architectonische vormgeving;
passende kennis van stedenbouwkunde, planologie en de in de planologie gebruikte technieken;
inzicht in de relatie tussen mensen en architectonische constructies en tussen architectonische constructies en hun omgeving, alsmede in de noodzaak om architectonische constructies en de ruimten daartussen af te stemmen op menselijke behoeften en maatstaven;
inzicht in het architectenberoep en de rol van de architect in de maatschappij, met name bij het maken van projecten waarin rekening wordt gehouden met sociale factoren;
inzicht in de onderzoeks- en voorbereidingsmethoden bij het maken van projecten;
inzicht in de problemen op het gebied van het constructief ontwerp, de constructie en de civiele bouwkunde in verband met het ontwerpen van gebouwen;
passende kennis van de natuurkundige en technologische vraagstukken, alsmede van de functie van het gebouw, met het oog op het verschaffen van binnencomfort en bescherming tegen weersomstandigheden in het kader van duurzame ontwikkeling;
de nodige vaardigheden als ontwerper teneinde binnen de door begrotingsfactoren en bouwvoorschriften gestelde grenzen te kunnen voldoen aan de eisen van de gebruikers van het bouwwerk;
passende kennis van de industrieën, organisaties, voorschriften en procedures die een rol spelen bij de omzetting van ontwerpen in gebouwen en het inpassen van plannen in de ruimtelijke ordening.
Artikel 47
Afwijkingen van de eisen inzake de opleiding tot architect
In afwijking van artikel 46 wordt, in het kader van de sociale verheffing of van deeltijdse universitaire studies, eveneens als beantwoordend aan artikel 21 erkend: de opleiding die voldoet aan de eisen van artikel 46, lid 2, en die wordt afgesloten met een examen in de architectuur dat met goed gevolg is afgelegd door een beroepsbeoefenaar die al zeven jaar of langer op het gebied van de architectuur werkzaam is onder toezicht van een architect of een architectenbureau. Dit examen moet op universitair niveau staan en gelijkwaardig zijn aan het in artikel 46, lid 1, onder b), bedoelde afsluitende examen.
Artikel 48
Uitoefening van de werkzaamheden van architect
Artikel 49
Specifieke verworven rechten van architecten
De verklaringen van de bevoegde autoriteiten van de Bondsrepubliek Duitsland als bewijs van de respectieve gelijkwaardigheid van de na 8 mei 1945 door de bevoegde autoriteiten van de Duitse Democratische Republiek afgegeven opleidingstitels aan de in de genoemde bijlage opgenomen titels, worden onder deze voorwaarden erkend.
►C2 Onverminderd de eerste alinea erkent elke lidstaat, door daaraan met betrekking tot de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van architect onder de beroepstitel van architect ◄ op zijn grondgebied hetzelfde rechtsgevolg toe te kennen als aan de door hemzelf afgegeven opleidingstitels, de verklaringen die aan onderdanen van de lidstaten zijn afgegeven door lidstaten die op de volgende tijdstippen een regeling kennen voor de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van architect:
1 januari 1995 voor Oostenrijk, Finland en Zweden;
1 mei 2004 voor Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije;
1 juli 2013 voor Kroatië;
5 augustus 1987 voor de overige lidstaten.
De in lid 1 bedoelde verklaringen bevestigen dat de houder ervan uiterlijk op deze datum toestemming heeft gekregen om de beroepstitel van architect te voeren, en dat hij in het kader van deze regeling de betrokken werkzaamheden tijdens de vijf jaar die aan de afgifte van die verklaringen voorafgaan gedurende ten minste drie opeenvolgende jaren daadwerkelijk heeft uitgeoefend.
HOOFDSTUK III bis
Automatische erkenning op basis van gemeenschappelijke opleidingsbeginselen
Artikel 49 bis
Gemeenschappelijk opleidingskader
Een gemeenschappelijk opleidingskader voldoet aan de volgende voorwaarden:
het gemeenschappelijk opleidingskader maakt een grotere mobiliteit van beroepsbeoefenaren tussen de lidstaten mogelijk;
het beroep waarop het gemeenschappelijk opleidingskader van toepassing is, is gereglementeerd of de opleiding die toegang verleent tot het beroep is gereglementeerd in ten minste een derde van de lidstaten;
het gemeenschappelijk geheel van kennis, vaardigheden en competenties verenigt de in de onderwijs- en opleidingsstelsels van ten minste een derde van de lidstaten vereiste kennis, vaardigheden en competenties; het komt er niet op aan of de betrokken kennis, vaardigheden en competenties in het kader van een algemene opleiding aan een universiteit of een instelling voor hoger onderwijs dan wel in het kader van een beroepsopleiding in de lidstaten zijn verworven;
het gemeenschappelijk opleidingskader is gebaseerd op de kwalificatieniveaus van het Europees kwalificatiekader, zoals vastgelegd in bijlage II van de aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van een Europees kwalificatiekader voor een leven lang leren ( 5 );
het betrokken beroep valt onder geen ander gemeenschappelijk opleidingskader en valt evenmin onder de automatische erkenning krachtens titel III, hoofdstuk III;
het gemeenschappelijk opleidingskader is vastgesteld na een transparante procedure, met betrokkenheid van de desbetreffende belanghebbenden uit lidstaten waar het beroep niet is gereglementeerd;
het gemeenschappelijk opleidingskader biedt de onderdanen van alle lidstaten de mogelijkheid de beroepskwalificaties uit hoofde van dit kader te verwerven, zonder dat zij vooraf lid hoeven te zijn van een beroepsorganisatie of bij een dergelijke organisatie geregistreerd hoeven te zijn.
Een lidstaat wordt vrijgesteld van de verplichting om op zijn grondgebied het in lid 4 bedoelde gemeenschappelijk opleidingskader vast te stellen, alsook van de verplichting om automatische erkenning aan uit hoofde van dit gemeenschappelijk opleidingskader verworven beroepskwalificaties te verlenen, indien aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:
op zijn grondgebied zijn er geen onderwijs- of opleidingsinstellingen die een dergelijke opleiding voor het betrokken beroep aanbieden;
de invoering van het gemeenschappelijk opleidingskader zou nadelige gevolgen hebben voor de organisatie van zijn onderwijs- en opleidingsstelsel;
tussen het gemeenschappelijk opleidingskader en de opleiding die op zijn grondgebied vereist is, zijn er wezenlijke verschillen die ernstige risico’s inhouden voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of de veiligheid van de afnemers van de diensten of de bescherming van het milieu.
De lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten binnen zes maanden na de inwerkingtreding van de in lid 4 bedoelde gedelegeerde handeling in kennis van:
de nationale beroepskwalificaties en, indien van toepassing, de nationale beroepstitels die aan het gemeenschappelijk opleidingskader voldoen; of
het eventuele gebruik van de in lid 5 bedoelde vrijstelling, met een motivering die aantoont aan welke in dat lid genoemde voorwaarden is voldaan. Indien de Commissie van oordeel is dat een lidstaat niet of onvoldoende heeft aangetoond dat aan een van deze voorwaarden is voldaan, kan zij binnen vier maanden om nadere verduidelijking vragen. De lidstaat geeft binnen drie maanden na die vraag tot verduidelijking antwoord.
De Commissie kan een uitvoeringshandeling vaststellen om een lijst op te maken van de nationale beroepskwalificaties en de nationale beroepstitels die krachtens het overeenkomstig lid 4 vastgestelde gemeenschappelijk opleidingskader automatisch erkend worden.
Artikel 49 ter
Gemeenschappelijke opleidingsproeven
De gemeenschappelijke opleidingsproef voldoet aan de volgende voorwaarden:
de gemeenschappelijke opleidingsproef maakt een grotere mobiliteit van beroepsbeoefenaren tussen de lidstaten mogelijk;
het beroep waarop de gemeenschappelijke opleidingsproef van toepassing is, is gereglementeerd, of de opleiding die toegang verleent tot het betrokken beroep is in ten minste een derde van de lidstaten gereglementeerd;
de gemeenschappelijke opleidingsproef is vastgesteld na een transparante procedure, met betrokkenheid van de desbetreffende belanghebbenden uit lidstaten waar het beroep niet is gereglementeerd;
de gemeenschappelijke opleidingsproef biedt onderdanen van alle lidstaten de mogelijkheid om aan dergelijke proeven deel te nemen en dergelijke proeven te organiseren, zonder dat zij vooraf lid hoeven te zijn van een beroepsorganisatie of bij een dergelijke organisatie geregistreerd hoeven te zijn.
Een lidstaat wordt vrijgesteld van de verplichting om op zijn grondgebied de in lid 4 bedoelde gemeenschappelijke opleidingsproeven te organiseren, alsook van de verplichting om automatische erkenning te verlenen aan beroepsbeoefenaren die voor de gemeenschappelijke opleidingsproef zijn geslaagd, indien aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:
het betrokken beroep is op zijn grondgebied niet gereglementeerd;
de inhoud van de gemeenschappelijke opleidingsproef beperkt in onvoldoende mate ernstige risico’s voor de volksgezondheid of de veiligheid van de afnemers van de diensten die op zijn grondgebied van belang zijn;
de inhoud van de gemeenschappelijke opleidingsproef zou de toegang tot het beroep aanzienlijk minder aantrekkelijk maken in vergelijking met de nationale eisen.
De lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten binnen zes maanden na de inwerkingtreding van de in lid 4 bedoelde gedelegeerde handeling in kennis van:
de beschikbare capaciteit voor het organiseren van dergelijke proeven; of
elk gebruik van de in lid 5 bedoelde vrijstelling, met een motivering die aantoont aan welke in dat lid genoemde voorwaarden is voldaan. Indien de Commissie van oordeel is dat een lidstaat niet of onvoldoende heeft aangetoond dat aan een van deze voorwaarden is voldaan, kan zij binnen drie maanden om nadere verduidelijking vragen. De lidstaat geeft binnen drie maanden na die vraag tot verduidelijking antwoord.
De Commissie kan een uitvoeringshandeling vaststellen om een lijst op te maken van de lidstaten waar de overeenkomstig lid 4 goedgekeurde gemeenschappelijke opleidingsproeven zullen worden georganiseerd, van de frequentie in een kalenderjaar en andere regelingen die nodig zijn voor het organiseren van gemeenschappelijke opleidingsproeven in alle lidstaten.
HOOFDSTUK IV
Gemeenschappelijke bepalingen inzake vestiging
Artikel 50
Documenten en formaliteiten
De in bijlage VII, punt 1, onder d), e) en f), bedoelde documenten mogen bij overlegging niet ouder dan drie maanden zijn.
De lidstaten, instellingen en andere rechtspersonen dragen er zorg voor dat de inhoud van de verstrekte informatie geheim blijft.
In geval van gegronde twijfel, wanneer opleidingstitels zoals omschreven in artikel 3, lid 1, onder c), zijn afgegeven door een bevoegde autoriteit in een lidstaat en een opleiding omvatten die geheel of gedeeltelijk is gevolgd in een rechtmatig op het grondgebied van een andere lidstaat gevestigde instelling, mag de ontvangende lidstaat bij de bevoegde autoriteit in de lidstaat waar het diploma vandaan komt, nagaan
of de opleidingscysclus aan de instelling die de opleiding heeft verzorgd, officieel is gecertificeerd door de onderwijsinstelling die gevestigd is in de lidstaat vanwaar het diploma afkomstig is,
of de opleidingstitel dezelfde is als de titel die zou zijn verleend indien de opleiding in zijn geheel was gevolgd in de de lidstaat vanwaar het diploma afkomstig is, en
of de opleidingstitel dezelfde beroepsrechten verleent op het grondgebied van de lidstaat vanwaar het diploma afkomstig is.
Artikel 51
Procedure voor de onderlinge erkenning van beroepskwalificaties
Artikel 52
Voeren van een beroepstitel
Wanneer de vereniging of organisatie het lidmaatschap afhankelijk stelt van bepaalde kwalificaties, mag zij deze kwalificaties slechts overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn eisen van onderdanen van andere lidstaten die over beroepskwalificaties beschikken.
TITEL IV
WIJZE VAN UITOEFENING VAN HET BEROEP
Artikel 53
Talenkennis
Er mogen slechts controles worden uitgevoerd na de afgifte van een Europese beroepskaart overeenkomstig lid 4 quinquies of, in voorkomend geval, na de erkenning van een beroepskwalificatie.
Artikel 54
Voeren van de academische titels
Onverminderd de artikelen 7 en 52, ziet de ontvangende lidstaat erop toe dat de betrokkenen het recht hebben gebruik te maken van academische titels die hun verleend zijn in de lidstaat van oorsprong, en eventueel van de afkorting daarvan, in de taal van de lidstaat van herkomst. De ontvangende lidstaat kan voorschrijven dat deze titel wordt gevolgd door de naam en de plaats van de instelling of van de examencommissie die de titel heeft verleend. Wanneer een academische titel van de lidstaat van oorsprong in de ontvangende lidstaat kan worden verward met een titel waarvoor in laatstgenoemde lidstaat een aanvullende opleiding is vereist die de begunstigde niet heeft gevolgd, kan de ontvangende lidstaat voorschrijven dat de begunstigde een academische titel van de lidstaat van oorsprong voert in een door de ontvangende lidstaat aangegeven passende vorm.
Artikel 55
Overeenkomsten op het gebied van de ziektekostenverzekering
Onverminderd artikel 5, lid 1, en artikel 6, eerste alinea, onder b), verlenen de lidstaten die van degenen die op hun grondgebied hun beroepskwalificaties hebben verworven, eisen dat zij een voorbereidende stage volbrengen en/of een periode van beroepservaring doorlopen om bij een ziektekostenverzekering te kunnen worden gecontracteerd, vrijstelling van deze verplichting aan de houders van in een andere lidstaat verworven beroepskwalificaties van arts of beoefenaar van de tandheelkunde.
Artikel 55 bis
Erkenning van beroepsstages
TITEL V
ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING EN VERANTWOORDELIJKHEID TEN AANZIEN VAN DE BURGER BIJ DE UITVOERING
Artikel 56
Bevoegde autoriteiten
De lidstaat van oorsprong gaat de juistheid van deze feiten na; zijn autoriteiten bepalen de aard en de omvang van het in te stellen onderzoek, en stellen de ontvangende lidstaat in kennis van de consequenties die zij daaruit trekken ten aanzien van de verstrekte informatie.
De coördinator heeft de volgende taken:
een éénvormige toepassing van deze richtlijn bevorderen;
alle informatie verzamelen die voor de toepassing van deze richtlijn van nut is, zoals informatie over de toegangsvoorwaarden voor gereglementeerde beroepen in de lidstaten;
suggesties voor gemeenschappelijke opleidingskaders en gemeenschappelijke opleidingsproeven onderzoeken;
informatie en beste praktijken uitwisselen teneinde de permanente professionele ontwikkeling in de lidstaten te optimaliseren;
informatie en beste praktijken uitwisselen over de toepassing van de in artikel 14 bedoelde compenserende maatregelen.
Voor de uitvoering van de onder b) van dit lid bedoelde taak kan de coördinator een beroep doen op de in artikel 57 ter bedoelde assistentiecentra.
Artikel 56 bis
Waarschuwingsmechanisme
De bevoegde autoriteiten van een lidstaat brengen de bevoegde autoriteiten van alle andere lidstaten op de hoogte van een beroepsbeoefenaar die van een nationale overheid of rechtbank een beperking of verbod, ook tijdelijk, gekregen heeft op het uitoefenen van de volgende beroepsactiviteiten of een gedeelte daarvan:
arts en huisarts, houder van een in bijlage V, punten 5.1.1 en 5.1.4, bedoelde opleidingstitel;
medisch specialist, houder van een in bijlage V, punt 5.1.3, bedoelde titel;
verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, houder van een in bijlage V, punt 5.2.2, bedoelde opleidingstitel;
beoefenaar der tandheelkunde, houder van een in bijlage V, punt 5.3.2, bedoelde opleidingstitel;
gespecialiseerd beoefenaar der tandheelkunde, houder van een in bijlage V, punt 5.3.3, bedoelde opleidingstitel;
dierenarts, houder van een in bijlage V, punt 5.4.2, bedoelde opleidingstitel;
verloskundige, houder van een in bijlage V, punt 5.5.2, bedoelde opleidingstitel;
apotheker, houder van een in bijlage V, punt 5.6.2, bedoelde opleidingstitel;
houders van een in bijlage VII, punt 2, vermeld certificaat ten bewijze dat de houder een opleiding heeft afgerond die aan de minimumopleidingseisen in de artikelen 24, 25, 31, 34, 35, 38, 40, of 44 voldoet, maar is aangevat vóór de in bijlage V, punten 5.1.3, 5.1.4, 5.2.2, 5.3.2, 5.3.3, 5.4.2, 5.5.2 en 5.6.2, vermelde referentiedata;
houders van een certificaat van verworven rechten als bedoeld in de artikelen 23, 27, 29, 33, 33 bis, 37, 43 en 43 bis;
andere beroepsbeoefenaren die activiteiten met implicaties voor de veiligheid van patiënten uitoefenen, indien de beroepsbeoefenaar een beroep uitoefent dat in die lidstaat gereglementeerd is;
beroepsbeoefenaren die activiteiten uitoefenen in verband met de opvoeding van minderjarigen, ook in de kinderopvang en het voor- en vroegschoolse onderwijs, indien de beroepsbeoefenaar een beroep uitoefent dat in die lidstaat gereglementeerd is.
De bevoegde autoriteiten zenden de in lid 1 bedoelde informatie door middel van een waarschuwing via het IMI binnen drie dagen na het nemen van het besluit dat de betrokken beroepsbeoefenaar een verbod of beperking op het uitoefenen van de beroepsactiviteit of een gedeelte daarvan oplegt, toe. Deze informatie blijft beperkt tot het volgende:
de identiteit van de beroepsbeoefenaar;
het betreffende beroep;
informatie over de nationale autoriteit of rechtbank die het besluit tot beperking of verbod heeft genomen;
de reikwijdte van de beperking of het verbod; en
de periode gedurende welke de beperking of het verbod van kracht is.
Artikel 57
Centrale online toegang tot informatie
De lidstaten zien erop toe dat onderstaande informatie online beschikbaar is via de één-loketten als bedoeld in artikel 6 van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt ( 6 ), en regelmatig wordt bijgewerkt:
een lijst van alle gereglementeerde beroepen in de lidstaat, met inbegrip van de contactgegevens van de voor elk gereglementeerd beroep bevoegde autoriteiten en de in artikel 57 ter bedoelde assistentiecentra;
een lijst van de beroepen waarvoor een Europese beroepskaart beschikbaar is, de werking van die kaart, met inbegrip van alle kosten die daaraan voor de beroepsbeoefenaren verbonden zijn, en de bevoegde autoriteiten die ze afgeven;
een lijst van alle beroepen waarvoor de lidstaat artikel 7, lid 4, toepast krachtens de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen;
een lijst van de gereglementeerde opleidingen en opleidingen met een bijzondere structuur als bedoeld in artikel 11, onder c), ii);
de in de artikelen 7, 50, 51 en 53 bedoelde vereisten en procedures voor de in de lidstaat gereglementeerde beroepen, met inbegrip van alle kosten die daaraan voor de burgers verbonden zijn en de documenten die deze bij de bevoegde autoriteiten moeten indienen;
hoe volgens de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen beroep kan worden aangetekend tegen een krachtens deze richtlijn genomen besluit van een bevoegde autoriteit.
Artikel 57 bis
Elektronische procedures
Artikel 57 ter
Assistentiecentra
Artikel 57 quater
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
Artikel 58
Comitéprocedure
Artikel 59
Transparantie
De lidstaten onderzoeken of de eisen in hun nationale rechtsorde die de toegang tot of de uitoefening van een bepaald beroep beperken tot de houders van bepaalde beroepskwalificaties, inclusief het voeren van beroepstitels en de beroepsactiviteiten die de titel toelaat, in dit artikel „eisen” genoemd, verenigbaar zijn met de volgende beginselen:
de eisen zijn direct noch indirect discriminerend op grond van nationaliteit of verblijfplaats;
de eisen zijn gerechtvaardigd om een dwingende reden van algemeen belang;
de eisen zijn aangepast aan het bereiken van het beoogde doel en gaan niet verder dan wat nodig is om dat doel te bereiken.
TITEL VI
OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 60
Verslagen
Vanaf 18 januari 2016 bevat het in de eerste alinea bedoelde statistisch overzicht van de genomen besluiten gedetailleerde informatie over het aantal en de soorten besluiten die krachtens deze richtlijn zijn genomen, met inbegrip van de soorten besluiten over gedeeltelijke toegang die overeenkomstig artikel 4 septies door de bevoegde autoriteiten zijn genomen en een beschrijving van de voornaamste problemen die uit de toepassing van deze richtlijn voortvloeien.
In het eerste van die verslagen wordt vooral aandacht besteed aan de nieuwe elementen in deze richtlijn en wordt met name het volgende bekeken:
de werking van de Europese beroepskaart;
de modernisering van de kennis, vaardigheden en competenties voor de beroepen die onder titel III, hoofdstuk III, vallen, met inbegrip van de in artikel 31, lid 7, bedoelde lijst van competenties;
de werking van de gemeenschappelijke opleidingskaders en de gemeenschappelijke opleidingsproeven onderzoeken;
de resultaten van het krachtens Roemeense wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vastgestelde speciale moderniseringsprogramma voor houders van de in artikel 33 bis genoemde opleidingstitels en houders van postsecundaire opleidingstitels, teneinde te beoordelen of de huidige bepalingen betreffende het stelsel van verworven rechten dat op de Roemeense opleidingstitel van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger van toepassing is, aan herziening toe is.
De lidstaten verstrekken alle nodige informatie voor de opstelling van dat verslag.
Artikel 61
Afwijkingsclausule
Indien zich bij de toepassing van een bepaling van deze richtlijn voor een lidstaat op bepaalde terreinen ernstige moeilijkheden voordoen, onderzoekt de Commissie deze moeilijkheden samen met die lidstaat.
In voorkomend geval stelt de Commissie een uitvoeringshandeling vast om de betrokken lidstaat toe te staan gedurende een bepaalde periode af te wijken van de toepassing van de desbetreffende bepaling.
Artikel 62
Intrekking
De Richtlijnen 77/452/EEG, 77/453/EEG, 78/686/EEG, 78/687/EEG, 78/1026/EEG, 78/1027/EEG, 80/154/EEG, 80/155/EEG, 85/384/EEG, 85/432/EEG, 85/433/EEG, 89/48/EEG, 92/51/EEG, 93/16/EEG en 1999/42/EG worden met ingang van 20 oktober 2007 ingetrokken. De verwijzingen naar de ingetrokken richtlijnen worden geacht te verwijzen naar de onderhavige richtlijn, en laten de besluiten die op grond van de ingetrokken richtlijnen zijn aangenomen, onverlet.
Artikel 63
Omzetting
De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 20 oktober 2007 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
Artikel 64
Inwerkingtreding
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 65
Adressaten
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
BIJLAGE I
Lijst van beroepsverenigingen of -organisaties die voldoen aan de voorwaarden van artikel 3, lid 2
IERLAND ( 11 )
The Institute of Chartered Accountants in Ireland ( 12 )
The Institute of Certified Public Accountants in Ireland ()
The Association of Certified Accountants ()
Institution of Engineers of Ireland
Irish Planning Institute
VERENIGD KONINKRIJK
Institute of Chartered Accountants in England and Wales
Institute of Chartered Accountants of Scotland
Institute of Chartered Accountants in Ireland
Chartered Association of Certified Accountants
Chartered Institute of Loss Adjusters
Chartered Institute of Management Accountants
Institute of Chartered Secretaries and Administrators
Chartered Insurance Institute
Institute of Actuaries
Faculty of Actuaries
Chartered Institute of Bankers
Institute of Bankers in Scotland
Royal Institution of Chartered Surveyors
Royal Town Planning Institute
Chartered Society of Physiotherapy
Royal Society of Chemistry
British Psychological Society
Library Association
Institute of Chartered Foresters
Chartered Institute of Building
Engineering Council
Institute of Energy
Institution of Structural Engineers
Institution of Civil Engineers
Institution of Mining Engineers
Institution of Mining and Metallurgy
Institution of Electrical Engineers
Institution of Gas Engineers
Institution of Mechanical Engineers
Institution of Chemical Engineers
Institution of Production Engineers
Institution of Marine Engineers
Royal Institution of Naval Architects
Royal Aeronautical Society
Institute of Metals
Chartered Institution of Building Services Engineers
Institute of Measurement and Control
British Computer Society
▼M9 —————
BIJLAGE IV
Werkzaamheden die verband houden met de beroepservaringscategorieën bedoeld in de artikelen 17, 18 en 19
Lijst I
Klassen die vallen onder Richtlijn 64/427/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 69/77/EEG, en onder de Richtlijnen 68/366/EEG en 82/489/EEG
1 Richtlijn 64/427/EEG
(Liberaliseringsrichtlijn: 64/429/EEG)
NICE-nomenclatuur (overeenkomend met ISIC-klasse 23-40)
Klasse |
23 |
Textielnijverheid |
232 |
Verwerking van textielstoffen op machines ter bewerking van wol |
|
233 |
Verwerking van textielstoffen op machines ter bewerking van katoen |
|
234 |
Verwerking van textielstoffen op machines ter bewerking van zijde |
|
235 |
Verwerking van textielstoffen op machines ter bewerking van linnen en hennep |
|
236 |
Verwerking van andere textielvezels (jute en harde vezels), touwfabrieken |
|
237 |
Tricot- en kousenindustrie |
|
238 |
Textielveredeling |
|
239 |
Overige textielnijverheid |
|
Klasse |
24 |
Vervaardiging van schoenen, kleding, beddengoed, matrassen e.d. |
241 |
Schoenindustrie (met uitzondering van rubber- en houten schoenen) |
|
242 |
Schoenmakerijen en -reparatiebedrijven |
|
243 |
Vervaardiging van kleding en huishoudgoederen (met uitzondering van bontkleding) |
|
244 |
Bedden- en matrassenmakerijen en dekenstikkerijen |
|
245 |
Pelsbereiderijen en bontwerkerijen |
|
Klasse |
25 |
Verwerking van hout en kurk (met uitzondering van de vervaardiging van houten meubelen) |
251 |
Zagerijen, schaverijen |
|
252 |
Fabrieken van houten halffabrikaten |
|
253 |
Timmer- en parketvloerenfabrieken (seriefabricage) |
|
254 |
Hout-emballagefabrieken |
|
255 |
Vervaardiging van andere houtwaren (behalve meubels) |
|
259 |
Riet-, stro-, kurk- en borstelwarenfabrieken |
|
Klasse |
26 |
260 Meubelfabrieken en meubelmakersbedrijven (geen rieten of stalen meubelen) |
Klasse |
27 |
Vervaardiging van papier en papierwaren |
271 |
Houtslijp- en cellulosefabrieken; papier- en kartonfabrieken |
|
272 |
Papierwaren- en kartonnagefabrieken (vervaardiging van artikelen uit papierstof, papier en karton) |
|
Klasse |
28 |
280 Grafische nijverheid, uitgeverijen |
Klasse |
29 |
Vervaardiging van leder en lederwaren |
291 |
Leerlooierijen |
|
292 |
Lederwarenfabrieken |
|
Ex klasse |
30 |
Rubberfabrieken, asbestfabrieken, kunststofverwerkende industrie, fabrieken van synthetische vezels, zetmeelfabrieken |
301 |
Rubber- en asbestfabrieken |
|
302 |
Kunststofverwerkende industrie |
|
303 |
Kunstmatige en synthetische continugaren- en vezelfabrieken |
|
Ex klasse |
31 |
Chemische industrie |
311 |
Chemische grondstoffenfabrieken; geïntegreerde fabrieken voor de vervaardiging en verwerking van chemische grondstoffen |
|
312 |
Gespecialiseerde fabrieken voor de vervaardiging van chemische grondstoffen voor industriële of agrarische toepassing (hieraan moet worden toegevoegd: de vervaardiging van industriële oliën en vetten van plantaardige of dierlijke oorsprong behorende bij groep 312 ISIC) |
|
313 |
Gespecialiseerde fabrieken van chemische verbruiksgoederen (wordt hier uitgesloten: de vervaardiging van geneesmiddelen en farmaceutische producten, ex groep 319 ISIC) |
|
Klasse |
32 |
320 Aardolie-industrie |
Klasse |
33 |
Verwerking van minerale producten (met uitzondering van metalen |
331 |
Baksteen- en dakpannenfabrieken e.d. |
|
332 |
Glas- en glaswarenfabrieken |
|
333 |
Aardewerkfabrieken, vuurvast-materiaalfabrieken |
|
334 |
Cement-, kalk- en gipsfabrieken |
|
335 |
Bouwelementen- en -platenfabrieken e.d. |
|
339 |
Bewerking van natuursteen en van overige niet-metalen mineralen |
|
Klasse |
34 |
Vervaardiging en eerste bewerking van ferro- en non-ferrometalen |
341 |
IJzer- en staalindustrie (volgens EGKS-Verdrag met inbegrip van cokesovens verbonden aan hoogovens) |
|
342 |
Stalen-buizenfabrieken |
|
343 |
Trekkerijen en koudwalserijen |
|
344 |
Vervaardiging en bewerking van non-ferrometalen |
|
345 |
Gieterijen (ijzer-, staal en non-ferrometalen) |
|
Klasse |
35 |
Vervaardiging van producten uit metaal (met uitzondering van machines en transportmiddelen) |
351 |
Smederijen (excl. kettingfabrieken, gereedschapsfabrieken en ambachtelijke smeden); vervaardiging van zwaar pers- en stampwerk |
|
352 |
Fabrieken van licht pers- en stampwerk, façondraaiwerk, sintermetaal, oppervlaktebewerking van metaal |
|
353 |
Constructiewerkplaatsen (vervaardiging en montage ter plaatse) |
|
354 |
Ketel- en reservoirbouw |
|
355 |
Gereedschappen-, ijzer-, staal- en andere metaalwarenfabrieken |
|
359 |
Gereedschapsslijperijen, dorpssmederijen en lasinrichtingen |
|
Klasse |
36 |
Machinebouw |
361 |
Landbouwmachine- en -tractorenfabrieken |
|
362 |
Kantoormachinefabrieken |
|
363 |
Metaalbewerkingsmachinefabrieken, vervaardiging van mechanische hand- en machinegereedschappen |
|
364 |
Textielmachine- en onderdelenfabrieken, naaimachinefabrieken |
|
365 |
Fabrieken van machines en apparaten voor de voedings- en genotmiddelenindustrie, de chemische en verwante industrieën |
|
366 |
Fabrieken van machines en installaties voor de mijnbouw, de metallurgische industrie en de bouwnijverheid; hijs- en hefwerktuigenfabrieken |
|
367 |
Fabrieken van tandwielen, lagers en andere overbrengingsmechanismen |
|
368 |
Overige fabrieken van machines voor bepaalde bedrijfstakken |
|
369 |
Overige machinebouw |
|
Klasse |
37 |
Elektrotechnische industrie |
371 |
Elektrische draad- en kabelfabrieken |
|
372 |
Fabrieken van elektromotoren, -generatoren en -transformatoren en van schakel- en installatiemateriaal |
|
373 |
Fabrieken van elektrische apparaten en toestellen voor industriële toepassing |
|
374 |
Telecommunicatie- en signaalapparatenfabrieken; fabrieken van elektrische meetinstrumenten en medische apparaten |
|
375 |
Fabrieken van elektronische apparaten, van radio- en televisietoestellen en van elektroakoestische apparaten |
|
376 |
Fabrieken van huishoudelijke elektrische apparaten |
|
377 |
Gloeilampen-, buizen- en verlichtingsartikelenfabrieken |
|
378 |
Accumulatoren- en batterijfabrieken |
|
379 |
Reparatie, montage en technische installatie van elektrotechnische producten |
|
Ex klasse |
38 |
Transportmiddelenindustrie |
383 |
Automobielbouw; auto-onderdelenfabrieken |
|
384 |
Auto- en (motor)rijwielreparatiebedrijven |
|
385 |
Rijwiel- en motorrijwielfabrieken; fabrieken van rijwiel- en motorrijwielonderdelen |
|
389 |
Overige transportmiddelenindustrie |
|
Klasse |
39 |
Fijnmechanische en optische industrie; nijverheidsbedrijven niet elders genoemd |
391 |
Fijnmechanische industrie |
|
392 |
Medische- en orthopedische-artikelenfabrieken (met uitzondering van fabrieken van orthopedisch schoeisel) |
|
393 |
Optische-artikelenfabrieken; foto- en filmapparatenfabrieken |
|
394 |
Klokken- en uurwerkfabrieken en -reparatiebedrijven |
|
395 |
Goud- en zilversmederijen; diamantnijverheid |
|
396 |
Muziekinstrumentenfabrieken en -reparatiebedrijven |
|
397 |
Speelgoed- en sportartikelenfabrieken |
|
399 |
Overige nijverheidsbedrijven |
|
Klasse |
40 |
Bouwnijverheid |
400 |
Algemene bouwnijverheid (zonder bepaalde specialisatie), slopersbedrijven |
|
401 |
Burgerlijke en utiliteitsbouw (bouw van woningen en andere gebouwen) |
|
402 |
Water-, spoor- en wegenbouw; cultuurtechnische werken |
|
403 |
Installatiebedrijven |
|
404 |
Bouwbedrijven voor de afwerking van gebouwen |
2 Richtlijn 68/366/EEG
(Liberaliseringsrichtlijn: 68/365/EEG)
NICE-nomenclatuur
Klasse |
20A |
200 Vervaardiging van dierlijke en plantaardige oliën en vetten |
20B |
Voedingsmiddelennijverheid |
|
201 |
Slachterijen en vervaardiging van vleeswaren en vleesconserven |
|
202 |
Zuivel- en melkproductenfabrieken |
|
203 |
Groente- en fruitverwerkende industrie |
|
204 |
Visbewerkingsinrichtingen |
|
205 |
Maalbedrijven, meelfabrieken, pellerijen |
|
206 |
Brood-, beschuit-, banket-, koek- en biscuitfabrieken |
|
207 |
Suikerfabrieken en -raffinaderijen |
|
208 |
Cacao-, chocolade- en suikerwerkfabrieken |
|
209 |
Overige voedingsmiddelenfabrieken |
|
Klasse |
21 |
Vervaardiging van dranken |
211 |
Ethylalcohol- (fermentatieproduct) fabrieken, gistfabrieken, branderijen en distilleerderijen |
|
212 |
Vervaardiging van wijnen en van moutvrije, alcoholische dranken |
|
213 |
Bierbrouwerijen en mouterijen |
|
214 |
Vervaardiging van mineraalwater en alcoholvrije dranken |
|
Ex 30 |
Vervaardiging van rubber, plastische materialen, kunst- en synthetische vezels en zetmeelproducten |
|
304 |
Vervaardiging van zetmeelproducten |
3 Richtlijn 82/489/EEG
ISIC-nomenclatuur
Ex 855 |
Kapsalons (met uitzondering van de werkzaamheden van de pedicure en opleidingsinstituten voor schoonheidsspecialist) |
Lijst II
Klassen die vallen onder de Richtlijnen 75/368/EEG, 75/369/EEG en 82/470/EEG
1 Richtlijn 75/368/EEG (activiteiten bedoeld in artikel 5, lid 1)
ISIC-nomenclatuur
Ex 04 |
Visserij |
|
043 |
Visserij op de binnenwateren |
|
Ex 38 |
Vervaardiging van transportmaterieel |
|
381 |
Scheepsbouw en herstelling van schepen |
|
382 |
Vervaardiging van spoorwegmaterieel |
|
386 |
Vliegtuigbouw (met inbegrip van de bouw van ruimtevaartmaterieel) |
|
Ex 71 |
Hulpdiensten van het vervoer en andere diensten dan vervoer vallende onder de volgende groepen |
|
Ex 711 |
Exploitatie van slaap- en restauratiewagens; onderhoud van spoorwegmaterieel in de reparatiewerkplaatsen; schoonmaken van de wagons |
|
Ex 712 |
Onderhoud van materieel voor stads-, voorstads- en interlokaal vervoer van personen |
|
Ex 713 |
Onderhoud van ander materieel voor personenvervoer over de weg (zoals auto's, autobussen en taxi's) |
|
Ex 714 |
Exploitatie en onderhoud van kunstwerken ten behoeve van het wegvervoer (zoals wegen, tunnels en bruggen met tolheffing, autobusstations, parkings, autobusgarages en tramremises) |
|
Ex 716 |
Hulpdiensten van de binnenvaart (zoals exploitatie en onderhoud van waterwegen, havens en andere kunstwerken voor de binnenvaart; slepen en loodsen in havens, betonning, lossen en laden van schepen en andere overeenkomstige werkzaamheden, zoals berging van schepen, jagen, exploitatie van botenloodsen) |
|
73 |
Communicatiediensten: posterijen en telecommunicatie |
|
Ex 85 |
Persoonlijke diensten |
|
854 |
Wasserijen, stomerijen en ververijen |
|
Ex 856 |
Fotostudio's: portretfotografie en fotografie voor handelsdoeleinden, met uitzondering van persfotografie |
|
Ex 859 |
Persoonlijke diensten, niet elders ingedeeld (alleen onderhoud en schoonhouden van gebouwen of lokalen) |
2 Richtlijn 75/369/EEG (artikel 6: indien de werkzaamheid als een industriële of ambachtelijke activiteit wordt beschouwd)
ISIC-nomenclatuur
Ambulante uitoefening van de volgende werkzaamheden:
de koop en verkoop
de werkzaamheden waarvoor reeds aangenomen overgangsmaatregelen gelden, doch waarin de ambulante vorm van deze werkzaamheden uitdrukkelijk wordt uitgesloten of niet wordt vermeld.
3 Richtlijn 82/470/EEG (artikel 6, leden 1 en 3)
Groepen 718 en 720 van de ISIC-nomenclatuur
De bedoelde werkzaamheden bestaan met name in:
het sluiten, voor rekening van opdrachtgevers, van de overeenkomsten met de vervoerondernemers;
het kiezen van de tak van vervoer, de onderneming en de route die voor de opdrachtgever het voordeligst worden geacht;
de technische voorbereiding van het vervoer (bijvoorbeeld de voor het vervoer noodzakelijke verpakking); het verrichten van diverse bijkomende werkzaamheden tijdens het vervoer (bijvoorbeeld het voorzien van koelwagens met ijs);
het vervullen van de aan het vervoer verbonden formaliteiten zoals het invullen van de vrachtbrieven, het groeperen en splitsen van zendingen;
het coördineren van de verschillende gedeelten van een transport middels het toezicht op de doorvoer, de wederverzending, de overlading en diverse eindverrichtingen;
het bezorgen van respectievelijk vracht aan de vervoerondernemers en vervoergelegenheid aan personen die goederen verzenden of zich goederen laten toezenden:
[werkzaamheden in artikel 2, punt A, onder a), b) of d)]
Lijst III
Richtlijnen 64/222/EEG, 68/364/EEG, 68/368/EEG, 75/368/EEG, 75/369/EEG, 70/523/EEG en 82/470/EEG
1 Richtlijn 64/222/EEG
(Liberaliseringsrichtlijnen: 64/223/EEG en 64/224/EEG)
Niet in loondienst verrichte werkzaamheden welke onder de groothandel ressorteren, met uitzondering van die welke ressorteren onder de groothandel in geneesmiddelen en farmaceutische producten, in giftige producten en ziekteverwekkende agentia en in steenkool (groep ex 611).
Werkzaamheden van de tussenpersoon die op grond van een of meer opdrachten belast is met het inleiden of afsluiten van handelstransacties op naam en voor rekening van derden.
Werkzaamheden van de tussenpersoon die, zonder hiermede blijvend belast te zijn, personen die rechtstreeks contracten willen afsluiten met elkaar in contact brengt, of de handelstransacties inleidt, dan wel bij de afsluiting daarvan zijn diensten verleent.
Werkzaamheden van de tussenpersoon die op eigen naam voor rekening van derden handelstransacties afsluit.
Werkzaamheden van de tussenpersoon die voor rekening van derden groothandelsveilingen houdt.
Werkzaamheden van de tussenpersoon die van huis tot huis bestellingen opneemt.
Het beroepshalve verrichten van diensten door een tussenpersoon in loondienst van een of meer ondernemingen op het gebied van handel, industrie of ambacht.
2 Richtlijn 68/364/EEG
(Liberaliseringsrichtlijn: 68/363/EEG)
Ex groep ISIC 612: Kleinhandel
Uitgesloten werkzaamheden:
012 |
Verhuur van landbouwmachines |
640 |
Onroerende goederen, verhuur |
713 |
Verhuur van automobielen, rijtuigen en paarden |
718 |
Verhuur van spoorwegrijtuigen en -wagons |
839 |
Verhuur van machines voor handelsfirma's |
841 |
Plaatsbespreking voor bioscopen en verhuur van films |
842 |
Plaatsbespreking voor theaters en verhuur van theateruitrusting |
843 |
Verhuur van boten, verhuur van rijwielen, verhuur van automaten |
853 |
Verhuur van gemeubileerde kamers |
854 |
Verhuur van gewassen linnengoed |
859 |
Verhuur van kleding |
3 Richtlijn 68/368/EEG
(Liberaliseringsrichtlijn: 68/367/EEG)
ISIC-nomenclatuur
Ex klasse 85 ISIC
1. |
Restaurants en slijterijen (groep 852 ISIC). |
2. |
Hotels, pensions en dergelijke inrichtingen, kampeerterreinen (groep 853 ISIC). |
4 Richtlijn 75/368/EEG (artikel 7)
Alle activiteiten in de bijlage bij Richtlijn 75/368/EEG, behalve de activiteiten in artikel 5, lid 1, van die richtlijn (lijst II, punt 1, van deze bijlage).
ISIC-nomenclatuur
Ex 62 |
Banken en andere financiële instellingen |
|
Ex 620 |
Octrooimakelaars en ondernemingen die zich bezighouden met de uitkering van vergoedingen uit licenties |
|
Ex 71 |
Vervoer |
|
Ex 713 |
Reizigersvervoer over de weg, met uitzondering van vervoer met motorvoertuigen |
|
Ex 719 |
Exploitatie van leidingen bestemd voor het vervoer van vloeibare koolwaterstoffen en andere vloeibare chemische stoffen |
|
Ex 82 |
Diensten tot nut van het algemeen |
|
827 |
Bibliotheken, musea, plantentuinen en dierentuinen |
|
Ex 84 |
Recreatie |
|
843 |
Diensten op recreatief gebied, niet elders ingedeeld: — sportactiviteiten (sportterreinen, organisatie van sportieve ontmoetingen enz.), met uitzondering van de werkzaamheden van sportleraren; — spelen (renstallen, speelterreinen, renbanen enz.); — andere recreatieve activiteiten (circussen, lunaparken en andere amusementsbedrijven enz.) |
|
Ex 85 |
Persoonlijke diensten |
|
Ex 851 |
Huishoudelijke diensten |
|
Ex 855 |
Schoonheidsinstituten en manicure, met uitzondering van de werkzaamheden van de pedicure en opleidingsinstituten voor schoonheidsspecialist en kapper |
|
Ex 859 |
Persoonlijke diensten, niet elders ingedeeld, met uitzondering van die van sport- en paramedische masseurs en van berggidsen, als volgt ingedeeld: — ontsmetting en bestrijding van ongedierte; — verhuur van kleding en bewaring van voorwerpen; — huwelijksbemiddeling en soortgelijke diensten; — waarzeggerij en soortgelijke werkzaamheden; — hygiënische diensten en aanverwante werkzaamheden; — begrafenisondernemingen en onderhoud van kerkhoven; — reisleiders en toeristentolken |
5 Richtlijn 75/369/EEG (artikel 5)
Ambulante uitoefening van de volgende werkzaamheden:
de koop en verkoop van goederen:
de werkzaamheden waarvoor reeds aangenomen overgangsmaatregelen gelden, doch waarin de ambulante vorm van deze werkzaamheden uitdrukkelijk wordt uitgesloten of niet wordt vermeld.
6 Richtlijn 70/523/EEG
Niet in loondienst verrichte werkzaamheden welke onder de groothandel in steenkool ressorteren en werkzaamheden van tussenpersonen op het gebied van steenkool (ex groep 6112 ISIC).
7 Richtlijn 82/470/EEG (artikel 6, lid 2)
[Activiteiten genoemd in artikel 2, punt A, onder c) of e), punt B, onder b), punten C en D.]
Deze werkzaamheden bestaan met name in:
BIJLAGE V
Erkenning op basis van de coördinatie van de minimumopleidingseisen
V.1. ARTS
5.1.1. Opleidingstitels van artsen met een basisopleiding
Land |
Opleidingstitel |
Uitreikende instelling |
Certificaat bij de opleidingstitel |
Referentiedatum |
België/Belgique/Belgien |
Diploma van arts/Diplôme de docteur en médecine |
— Les universités/De universiteiten |
|
20.12.1976 |
Diplôme de „médecin”/Master in de geneeskunde |
— Le Jury compétent d’enseignement de la Communauté française/De bevoegde Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap |
|||
България |
Диплома за висше образование на образователно-квалификационна степен „магистър по Медицина” и професионална квалификация „Магистър-лекар” |
Университет |
|
1.1.2007 |
Česko |
Diplom o ukončení studia ve studijním programu všeobecné lékařství (doktor medicíny, MUDr.) |
Lékářská fakulta univerzity v České republice |
|
1.5.2004 |
Danmark |
Bevis for kandidatuddannelsen i medicin (cand.med.) Bevis for bestået lægevidenskabelig embedseksamen (cand.med.) |
Universitet |
1. Autorisation som læge 2. Tilladelse til selvstændigt virke som læge |
20.12.1976 |
Deutschland |
— Zeugnis über die Ärztliche Prüfung — Zeugnis über die Ärztliche Staatsprüfung und Zeugnis über die Vorbereitungszeit als Medizinalassistent, soweit diese nach den deutschen Rechtsvorschriften noch für den Abschluss der ärztlichen Ausbildung vorgesehen war |
Zuständige Behörden |
|
20.12.1976 |
Eesti |
Arstikraad Degree in Medicine (MD) Diplom arstiteaduse õppekava läbimise kohta |
Tartu Ülikool |
|
1.5.2004 |
Ελλάς |
Πτυχίο Ιατρικής |
— Ιατρική Σχολή Πανεπιστημίου, — Σχολή Επιστημών Υγείας, Τμήμα Ιατρικής Πανεπιστημίου |
|
1.1.1981 |
España |
Título de Licenciado en Medicina y Cirugía Título de Licenciado en Medicina Título de Graduado/a en Medicina |
— Ministerio de Educación y Cultura — El rector de una Universidad |
|
1.1.1986 |
France |
Diplôme d'Etat de docteur en Médicine |
Universités |
|
20.12.1976 |
Diplôme de fin de deuxième cycle des études médicales (7) |
|
|
||
Diplôme de formation approfondie en sciences médicales (8) |
|
Certificat de compétence clinique |
||
Hrvatska |
Diploma „doktor medicine/doktorica medicine” |
Medicinski fakulteti sveučilišta u Republici Hrvatskoj |
|
1.7.2013 |
Ireland |
Primary qualification |
Competent examining body |
Certificate of experience |
20.12.1976 |
Italia |
Diploma di laurea in medicina e chirurgia |
Università |
Diploma di abilitazione all’esercizio della medicina e chirurgia (10) |
20.12.1976 |
Κύπρος |
Πιστοποιητικό Εγγραφής Ιατρού |
Ιατρικό Συμβούλιο |
|
1.5.2004 |
Πτυχίο Ιατρικής |
Ιατρικη σχολη πανεπιστημιου κυπρου (1) |
|||
|
Ευρωπαϊκό Πανεπιστήμιο Κύπρου (2) |
|||
|
Πανεπιστήμιο Λευκωσίας (3) |
|||
Latvija |
ārsta diploms |
Universitātes tipa augstskola |
|
1.5.2004 |
Lietuva |
1. Aukštojo mokslo diplomas, nurodantis suteiktą gydytojo kvalifikaciją |
Universitetas |
1. Internatūros pažymėjimas, nurodantis suteiktą medicinos gydytojo profesinę kvalifikaciją |
1.5.2004 |
2. Magistro diplomas (medicinos magistro kvalifikacinis laipsnis ir gydytojo kvalifikacija) |
2. Internatūros pažymėjimas (medicinos gydytojo profesinė kvalifikacija) |
|||
Luxembourg |
Diplôme d’Etat de docteur en médecine, chirurgie et accouchements |
Jury d’examen d’Etat |
Certificat de stage |
20.12.1976 |
Magyarország |
Okleveles orvosdoktor oklevél (dr. med) |
Egyetem |
|
1.5.2004 |
Malta |
Lawrja ta” Tabib tal-Mediċina u l-Kirurġija |
Università ta” Malta |
Ċertifikat ta” reġistrazzjoni maħruġ mill-Kunsill Mediku |
1.5.2004 |
Nederland |
Getuigschrift van met goed gevolg afgelegd artsexamen |
Faculteit Geneeskunde |
|
20.12.1976 |
Master of Science in de Geneeskunde (9) |
|
|||
Österreich |
Urkunde über die Verleihung des akademischen Grades Doktor der gesamten Heilkunde (bzw. Doctor medicinae universae, Dr.med.univ.) |
Medizinische Fakultät einer Universität, bzw Medizinische Universität |
|
1.1.1994 |
Polska |
Dyplom ukończenia studiów wyższych na kierunku lekarskim z tytułem „lekarz” |
Szkoły wyższe |
Świadectwo złożenia Lekarskiego Egzaminu Państwowego (4)/Świadectwo złożenia Lekarskiego Egzaminu Końcowego (5) |
1.5.2004 |
Zaświadczenie o ukończeniu stażu podyplomowego |
||||
Portugal |
Carta de Curso de licenciatura em medicina Certificado de mestrado integrado em medicina |
Universidades |
Certificado emitido pela Ordem dos Médicos |
1.1.1986 |
România |
Diplomă de licență de doctor medic Diploma de licență și master (6) |
Universități Ministerul Educației Naționale (6) |
|
1.1.2007 |
Slovenija |
Diploma, s katero se podeljuje strokovni naslov „doktor medicine/doktorica medicine” |
Univerza |
Potrdilo o Opravljenem Strokovnem Izpitu za Poklic Zdravnik/Zdravnica |
1.5.2004 |
Slovensko |
DIPLOM všeobecné lekárstvo doktor všeobecného lekárstva („MUDr.”) |
Univerzita |
|
1.5.2004 |
Suomi/Finland |
Lääketieteen lisensiaatin tutkinto/Medicine licentiatexamen |
Yliopisto |
|
1.1.1994 |
Sverige |
Läkarexamen |
Universitet eller högskola |
Bevis om legitimation som läkare, utfärdat av Socialstyrelsen |
1.1.1994 |
United Kingdom |
Primary qualification (11) |
Competent examining body |
Certificate of experience |
20.12.1976 |
(1)
Vanaf september 2013.
(2)
Vanaf september 2013.
(3)
Vanaf oktober 2014.
(4)
Tot en met 2012.
(5)
Vanaf 2013.
(6)
Vanaf 2011.
(7)
Vanaf 2003/2004 tot en met 2013/2014.
(8)
Vanaf 2014/2015.
(9)
Vanaf 2001/2002.
(10)
Tot en met 2.4.2020.
(11)
Afgegeven vóór 1.1.2021. |
5.1.2. Opleidingstitels van medische specialisten
Land |
Opleidingstitel |
Uitreikende instelling |
Referentiedatum |
België/Belgique/Belgien |
Bijzondere beroepstitel van geneesheer-specialist/Titre professionnel particulier de médecin spécialiste |
minister bevoegd voor Volksgezondheid/Ministre de la Santé publique |
20.12.1976 |
България |
Свидетелство за призната специалност |
Университет |
1.1.2007 |
Česko |
Diplom o specializaci |
Ministerstvo zdravotnictví |
1.5.2004 |
Danmark |
Bevis for tilladelse til at betegne sig som speciallæge |
Sundhedsstyrelsen Styrelsen for Patientsikkerhed |
20.12.1976 |
Deutschland |
Fachärztliche Anerkennung |
Landesärztekammer |
20.12.1976 |
Eesti |
Residentuuri lõpetamist tõendav tunnistus Residentuuri lõputunnistus eriarstiabi erialal |
Tartu Ülikool |
1.5.2004 |
Ελλάς |
Τίτλος Ιατρικής Ειδικότητας |
1. Περιφέρεια 2. Νομαρχιακή Αυτοδιοίκηση 3. Νομαρχία |
1.1.1981 |
España |
Título de Especialista |
Ministerio de Educación y Cultura |
1.1.1986 |
France |
1. Certificat d’études spéciales de médecine accompagné du diplôme d’Etat de docteur en médecine |
1. Universités |
20.12.1976 |
2. Attestation de médecin spécialiste qualifié accompagnée du diplôme d’Etat de docteur en médecine |
2. Conseil de l’Ordre des médecins |
||
3. Diplôme d’études spécialisées ou diplôme d’études spécialisées complémentaires qualifiant de médecine accompagné du diplôme d’Etat de docteur en médecine |
3. Universités |
||
Hrvatska |
Diploma o specijalističkom usavršavanju |
Ministarstvo nadležno za zdravstvo |
1.7.2013 |
Ireland |
Certificate of Specialist doctor |
Competent authority |
20.12.1976 |
Italia |
Diploma di medico specialista |
Università |
20.12.1976 |
Κύπρος |
Πιστοποιητικό Αναγνώρισης Ειδικότητας |
Ιατρικό Συμβούλιο |
1.5.2004 |
Latvija |
„Sertifikāts”—kompetentu iestāžu izsniegts dokuments, kas apliecina, ka persona ir nokārtojusi sertifikācijas eksāmenu specialitātē |
Latvijas Ārstu biedrība Latvijas Ārstniecības personu profesionālo organizāciju savienība |
1.5.2004 |
Lietuva |
1. Rezidentūros pažymėjimas, nurodantis suteiktą gydytojo specialisto profesinę kvalifikaciją 2. Rezidentūros pažymėjimas (gydytojo specialisto profesinė kvalifikacija) |
Universitetas |
1.5.2004 |
Luxembourg |
Certificat de médecin spécialiste |
Ministre de la Santé publique |
20.12.1976 |
Magyarország |
Szakorvosi bizonyítvány |
Nemzeti Vizsgabizottság |
1.5.2004 |
Malta |
Ċertifikat ta” Speċjalista Mediku |
Kumitat ta” Approvazzjoni dwar Speċjalisti |
1.5.2004 |
Nederland |
Bewijs van inschrijving in een Specialistenregister |
— Medische Specialisten Registratie Commissie (MSRC) van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst — Sociaal-Geneeskundigen Registratie Commissie (SGRC) van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst |
20.12.1976 |
Diploma geneeskundig specialist |
— Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS) van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst (1) |
||
Österreich |
Facharztdiplom |
Österreichische Ärztekammer |
1.1.1994 |
Polska |
Dyplom uzyskania tytułu specjalisty |
Centrum Egzaminów Medycznych |
1.5.2004 |
Portugal |
Titulo de especialista |
Ordem dos Médicos |
1.1.1986 |
România |
Certificat de medic specialist |
Ministerul Sănătății |
1.1.2007 |
Slovenija |
Potrdilo o opravljenem specialističnem izpitu |
1. Ministrstvo za zdravje 2. Zdravniška zbornica Slovenije |
1.5.2004 |
Slovensko |
Diplom o špecializácii |
1. Slovenská zdravotnícka univerzita 2. Univerzita Komenského v Bratislave 3. Univerzita Pavla Jozefa Šafárika v Košiciach |
1.5.2004 |
Suomi/Finland |
Erikoislääkärin tutkinto/Specialläkarexamen |
Yliopisto |
1.1.1994 |
Sverige |
Bevis om specialkompetens som läkare, utfärdat av Socialstyrelsen |
Socialstyrelsen |
1.1.1994 |
United Kingdom |
Certificate of Completion of training (2) |
Postgraduate Medical Education and Training Board General Medical Council |
20.12.1976 1.4.2010 |
(1)
Vanaf januari 2013.
(2)
Afgegeven vóór 1.1.2021. |
5.1.3. Titels van opleidingen in de gespecialiseerde geneeskunde
|
Anesthesie |
Algemene chirurgie |
|
Minimale opleidingsduur: 3 jaar |
Minimale opleidingsduur: 5 jaar |
Land |
Benaming |
Benaming |
Belgique/België/Belgien |
Anesthésie-réanimation/Anesthesie-reanimatie |
Chirurgie/Heelkunde |
България |
Анестезиология и интензивно лечение |
Хирургия |
Česko |
Anesteziologie a intenzivní medicína |
Chirurgie |
Danmark |
Anæstesiologi |
Kirurgi |
Deutschland |
Anästhesiologie |
(Allgemeine) Chirurgie |
Eesti |
Anestesioloogia |
Üldkirurgia |
Ελλάς |
Αναισθησιολογία |
Χειρουργική |
España |
Anestesiología y Reanimación |
Cirugía general y del aparato digestivo |
France |
Anesthésie-réanimation |
Chirurgie générale |
Hrvatska |
Anesteziologija, reanimatologija i intenzivna medicina |
Opća kirurgija |
Ireland |
Anaesthesia (3) Anaesthesiology (4) |
General surgery |
Italia |
Anestesia, rianimazione e terapia intensiva Anestesia, rianimazione, terapia intensiva e del dolore (2) |
Chirurgia generale |
Κύπρος |
Αναισθησιολογία |
Γενική Χειρουργική |
Latvija |
Anestezioloģija un reanimatoloģija |
Ķirurģija |
Lietuva |
Anesteziologija reanimatologija |
Chirurgija |
Luxembourg |
Anesthésie-réanimation |
Chirurgie générale |
Magyarország |
Aneszteziológia és intenzív terápia |
Sebészet |
Malta |
Anesteżija u Kura Intensiva |
Kirurġija Ġenerali |
Nederland |
Anesthesiologie |
Heelkunde |
Österreich |
Anästhesiologie und Intensivmedizin |
— Chirurgie — Allgemeinchirurgie und Viszeralchirurgie (1) |
Polska |
Anestezjologia i intensywna terapia |
Chirurgia ogólna |
Portugal |
Anestesiologia |
Cirurgia geral |
România |
Anestezie și terapie intensivă |
Chirurgie generală |
Slovenija |
Anesteziologija, reanimatologija in perioperativna intenzivna medicina |
Splošna kirurgija |
Slovensko |
Anestéziológia a intenzívna medicína |
Chirurgia |
Suomi/Finland |
Anestesiologia ja tehohoito/Anestesiologi och intensivvård |
Yleiskirurgia/Allmän kirurgi |
Sverige |
Anestesi och intensivvård |
Kirurgi |
United Kingdom |
Anaesthetics (5) |
General surgery (5) |
(1)
Vanaf juni 2015.
(2)
Vanaf februari 2015.
(3)
Tot en met 2018.
(4)
Vanaf 2019.
(5)
Afgegeven vóór 1.1.2021. |
|
Neurochirurgie |
Verloskunde en gynaecologie |
|
Minimale opleidingsduur: 5 jaar |
Minimale opleidingsduur: 4 jaar |
Land |
Benaming |
Benaming |
Belgique/België/Belgien |
Neurochirurgie |
Gynécologie — obstétrique/Gynaecologie — verloskunde |
България |
Неврохирургия |
Акушерство и гинекология |
Česko |
Neurochirurgie |
Gynekologie a porodnictví |
Danmark |
Neurokirurgi |
Gynækologi og obstetrik |
Deutschland |
Neurochirurgie |
Frauenheilkunde und Geburtshilfe |
Eesti |
Neurokirurgia |
Sünnitusabi ja günekoloogia |
Ελλάς |
Νευροχειρουργική |
Μαιευτική-Γυναικολογία |
España |
Neurocirugía |
Obstetricia y ginecología |
France |
Neurochirurgie |
Gynécologie — obstétrique |
Hrvatska |
Neurokirurgija |
Ginekologija i opstetricija |
Ireland |
Neurosurgery |
Obstetrics and gynaecology |
Italia |
Neurochirurgia |
Ginecologia e ostetricia |
Κύπρος |
Νευροχειρουργική |
Μαιευτική — Γυναικολογία |
Latvija |
Neiroķirurģija |
Ginekoloģija un dzemdniecība |
Lietuva |
Neurochirurgija |
Akušerija ginekologija |
Luxembourg |
Neurochirurgie |
Gynécologie — obstétrique |
Magyarország |
Idegsebészet |
Szülészet-nőgyógyászat |
Malta |
Newrokirurġija |
Ostetrija u Ġinekoloġija |
Nederland |
Neurochirurgie |
Obstetrie en Gynaecologie |
Österreich |
Neurochirurgie |
Frauenheilkunde und Geburtshilfe |
Polska |
Neurochirurgia |
Położnictwo i ginekologia |
Portugal |
Neurocirurgia |
Ginecologia e obstetricia |
România |
Neurochirurgie |
Obstetrică-ginecologie |
Slovenija |
Nevrokirurgija |
Ginekologija in porodništvo |
Slovensko |
Neurochirurgia |
Gynekológia a pôrodníctvo |
Suomi/Finland |
Neurokirurgia/Neurokirurgi |
Naistentaudit ja synnytykset/Kvinnosjukdomar och förlossningar |
Sverige |
Neurokirurgi |
Obstetrik och gynekologi |
United Kingdom |
Neurosurgery (1) |
Obstetrics and gynaecology (1) |
(1)
Afgegeven vóór 1.1.2021. |
|
Interne geneeskunde |
Oogheelkunde |
|
Minimale opleidingsduur: 5 jaar |
Minimale opleidingsduur: 3 jaar |
Land |
Benaming |
Benaming |
Belgique/België/Belgien |
Médecine interne/Inwendige geneeskunde |
Ophtalmologie/Oftalmologie |
България |
Вътрешни болести |
Очни болести |
Česko |
Vnitřní lékařství |
Oftalmologie |
Danmark |
|
Oftalmologi |
Deutschland |
Innere Medizin |
Augenheilkunde |
Eesti |
Sisehaigused |
Oftalmoloogia |
Ελλάς |
Παθολογία |
Οφθαλμολογία |
España |
Medicina interna |
Oftalmología |
France |
Médecine interne |
Ophtalmologie |
Hrvatska |
Opća interna medicina |
Oftalmologija i optometrija |
Ireland |
General (Internal) Medicine |
Ophthalmic surgery Ophthalmology (1) |
Italia |
Medicina interna |
Oftalmologia |
Κύπρος |
Παθολογία |
Οφθαλμολογία |
Latvija |
Internā medicīna |
Oftalmoloģija |
Lietuva |
Vidaus ligos |
Oftalmologija |
Luxembourg |
Médecine interne |
Ophtalmologie |
Magyarország |
Belgyógyászat |
Szemészet |
Malta |
Mediċina Interna |
Oftalmoloġija |
Nederland |
Interne geneeskunde |
Oogheelkunde |
Österreich |
Innere Medizin |
Augenheilkunde und Optometrie |
Polska |
Choroby wewnętrzne |
Okulistyka |
Portugal |
Medicina interna |
Oftalmologia |
România |
Medicină internă |
Oftalmologie |
Slovenija |
Interna medicina |
Oftalmologija |
Slovensko |
Vnútorné lekárstvo |
Oftalmológia |
Suomi/Finland |
Sisätaudit/Inre medicin |
Silmätaudit/Ögonsjukdomar |
Sverige |
Internmedicin |
Ögonsjukdomar (oftalmologi) |
United Kingdom |
General (internal) medicine (2) |
Ophthalmology (2) |
(1)
Vanaf 1991/1992.
(2)
Afgegeven vóór 1.1.2021. |
|
Keel-, neus- en oorheelkunde |
Kindergeneeskunde |
|
Minimale opleidingsduur: 3 jaar |
Minimale opleidingsduur: 4 jaar |
Land |
Benaming |
Benaming |
Belgique/België/Belgien |
Oto-rhino-laryngologie/Otorhinolaryngologie |
Pédiatrie/Pediatrie |
България |
Ушно-носно-гърлени болести |
Педиатрия |
Česko |
Otorinolaryngologie |
Dětské lékařství |
Danmark |
Oto-rhino-laryngologi |
Pædiatri |
Deutschland |
Hals-Nasen-Ohrenheilkunde |
Kinder- und Jugendmedizin |
Eesti |
Otorinolarüngoloogia |
Pediaatria |
Ελλάς |
Ωτορινολαρυγγολογία |
Παιδιατρική |
España |
Otorrinolaringología |
Pediatría y sus áreas especificas |
France |
Oto-rhino-laryngologie et chirurgie cervico-faciale |
Pédiatrie |
Hrvatska |
Otorinolaringologija |
Pedijatrija |
Ireland |
Otolaryngology |
Paediatrics |
Italia |
Otorinolaringoiatria |
Pediatria |
Κύπρος |
Ωτορινολαρυγγολογία |
Παιδιατρική |
Latvija |
Otolaringoloģija |
Pediatrija |
Lietuva |
Otorinolaringologija |
Vaikų ligos |
Luxembourg |
Oto-rhino-laryngologie |
Pédiatrie |
Magyarország |
Fül-orr-gégegyógyászat |
Csecsemő- és gyermekgyógyászat |
Malta |
Otorinolaringoloġija Otorinolarinġoloġija — Kirurġija tar-Ras u l-Għonq (2) |
Pedjatrija |
Nederland |
Keel-neus-oorheelkunde |
Kindergeneeskunde |
Österreich |
— Hals-, Nasen- und Ohrenkrankheiten — Hals-, Nasen- und Ohrenheilkunde (1) |
Kinder- und Jugendheilkunde |
Polska |
Otorynolaryngologia |
Pediatria |
Portugal |
Otorrinolaringologia |
Pediatria |
România |
Otorinolaringologie |
Pediatrie |
Slovenija |
Otorinolaringológija |
Pediatrija |
Slovensko |
Otorinolaryngológia |
Pediatria |
Suomi/Finland |
Korva-, nenä- ja kurkkutaudit/Öron-, näs- och halssjukdomar |
Lastentaudit/Barnsjukdomar |
Sverige |
Öron-, näs- och halssjukdomar (oto-rhino-laryngologi) |
Barn- och ungdomsmedicin |
United Kingdom |
Otolaryngology (3) |
Paediatrics (3) |
(1)
Vanaf juni 2015.
(2)
Vanaf 2009.
(3)
Afgegeven vóór 1.1.2021. |
|
Ziekten der luchtwegen |
Urologie |
|
Minimale opleidingsduur: 4 jaar |
Minimale opleidingsduur: 5 jaar |
Land |
Benaming |
Benaming |
Belgique/België/Belgien |
Pneumologie |
Urologie |
България |
Пневмология и фтизиатрия |
Урология |
Česko |
Pneumologie a ftizeologie |
Urologie |
Danmark |
Intern medicin: lungesygdomme |
Urologi |
Deutschland |
— Pneumologie — Innere Medizin und Pneumologie (1) |
Urologie |
Eesti |
Pulmonoloogia |
Uroloogia |
Ελλάς |
Φυματιολογία- Πνευμοvολογία |
Ουρολογία |
España |
Neumología |
Urología |
France |
Pneumologie |
Chirurgie urologique |
Hrvatska |
Pulmologija |
Urologija |
Ireland |
Respiratory medicine |
Urology |
Italia |
Malattie dell’apparato respiratorio |
Urologia |
Κύπρος |
Πνευμονολογία — Φυματιολογία |
Ουρολογία |
Latvija |
Ftiziopneimonoloģija |
Uroloģija |
Lietuva |
Pulmonologija |
Urologija |
Luxembourg |
Pneumologie |
Urologie |
Magyarország |
Tüdőgyógyászat |
Urológia |
Malta |
Mediċina Respiratorja |
Uroloġija |
Nederland |
Longziekten en tuberculose |
Urologie |
Österreich |
— Lungenkrankheiten — Innere Medizin und Pneumologie (2) |
Urologie |
Polska |
Choroby płuc |
Urologia |
Portugal |
Pneumologia |
Urologia |
România |
Pneumologie |
Urologie |
Slovenija |
Pnevmologija |
Urologija |
Slovensko |
Pneumológia a ftizeológia |
Urológia |
Suomi/Finland |
Keuhkosairaudet ja allergologia/Lungsjukdomar och allergologi |
Urologia/Urologi |
Sverige |
Lungsjukdomar (pneumologi) |
Urologi |
United Kingdom |
Respiratory medicine (3) |
Urology (3) |
(1)
Vanaf juli 2011.
(2)
Vanaf juni 2015.
(3)
Afgegeven vóór 1.1.2021. |
|
Orthopedie |
Pathologische anatomie |
|
Minimale opleidingsduur: 5 jaar |
Minimale opleidingsduur: 4 jaar |
Land |
Benaming |
Benaming |
Belgique/België/Belgien |
Chirurgie orthopédique/Orthopedische heelkunde |
Anatomie pathologique/Pathologische anatomie |
България |
Ортопедия и травматология |
Обща и клинична патология |
Česko |
Ortopedie |
Patologie |
Danmark |
Ortopædisk kirurgi |
Patologisk anatomi og cytology |
Deutschland |
— Orthopädie (und Unfallchirurgie) — Orthopädie und Unfallchirurgie (1) |
Pathologie |
Eesti |
Ortopeedia |
Patoloogia |
Ελλάς |
Ορθοπεδική |
Παθολογική Ανατομική |
España |
Cirugía ortopédica y traumatología |
Anatomía patológica |
France |
Chirurgie orthopédique et traumatologie |
Anatomie et cytologie pathologiques |
Hrvatska |
Ortopedija i traumatologija |
Patologija Patologija i citologija (3) |
Ireland |
Trauma and orthopaedic surgery |
Histopathology |
Italia |
Ortopedia e traumatologia |
Anatomia patologica |
Κύπρος |
Ορθοπεδική |
Παθολογοανατομία — Ιστολογία |
Latvija |
Traumatoloģija un ortopēdija |
Patoloģija |
Lietuva |
Ortopedija traumatologija |
Patologija |
Luxembourg |
Orthopédie |
Anatomie pathologique |
Magyarország |
Ortopédia és traumatológia |
Patológia |
Malta |
Kirurġija Ortopedika |
Istopatoloġija |
Nederland |
Orthopedie |
Pathologie |
Österreich |
— Orthopädie und Orthopädische Chirurgie — Orthopädie und Traumatologie (2) |
— Pathologie — Klinische Pathologie und Molekularpathologie (2) — Klinische Pathologie und Neuropathologie |
Polska |
Ortopedia i traumatologia narządu ruchu |
Patomorfologia |
Portugal |
Ortopedia |
Anatomia patologica |
România |
Ortopedie și traumatologie |
Anatomie patologică |
Slovenija |
— Ortopedska kirurgija; Travmatologija |
Patologija |
Slovensko |
Ortopédia |
Patologická anatómia |
Suomi/Finland |
Ortopedia ja traumatologia/Ortopedi och traumatologi |
Patologia/Patologi |
Sverige |
Ortopedi |
Klinisk patologi |
United Kingdom |
Trauma and orthopaedic surgery (4) |
Histopathology (4) |
(1)
Vanaf mei 2006.
(2)
Vanaf juni 2015.
(3)
Vanaf 3.11.2015.
(4)
Afgegeven vóór 1.1.2021. |
|
Neurologie |
Psychiatrie |
|
Minimale opleidingsduur: 4 jaar |
Minimale opleidingsduur: 4 jaar |
Land |
Benaming |
Benaming |
Belgique/België/Belgien |
Neurologie |
Psychiatrie, particulièrement de l’adulte/Psychiatrie, meer bepaald in de volwassenpsychiatrie |
България |
Нервни болести |
Психиатрия |
Česko |
Neurologie |
Psychiatrie |
Danmark |
Neurologi |
Psykiatri |
Deutschland |
Neurologie |
Psychiatrie und Psychotherapie |
Eesti |
Neuroloogia |
Psühhiaatria |
Ελλάς |
Νευρολογία |
Ψυχιατρική |
España |
Neurología |
Psiquiatría |
France |
Neurologie |
Psychiatrie |
Hrvatska |
Neurologija |
Psihijatrija |
Ireland |
Neurology |
Psychiatry |
Italia |
Neurologia |
Psichiatria |
Κύπρος |
Νευρολογία |
Ψυχιατρική |
Latvija |
Neiroloģija |
Psihiatrija |
Lietuva |
Neurologija |
Psichiatrija |
Luxembourg |
Neurologie |
Psychiatrie |
Magyarország |
Neurológia |
Pszichiátria |
Malta |
Newroloġija |
Psikjatrija |
Nederland |
Neurologie |
Psychiatrie |
Österreich |
Neurologie |
Psychiatrie und Psychotherapeutische Medizin |
Polska |
Neurologia |
Psychiatria |
Portugal |
Neurologia |
Psiquiatria |
România |
Neurologie |
Psihiatrie |
Slovenija |
Nevrologija |
Psihiatrija |
Slovensko |
Neurológia |
Psychiatria |
Suomi/Finland |
Neurologia/Neurologi |
Psykiatria/Psykiatri |
Sverige |
Neurologi |
Psykiatri |
United Kingdom |
Neurology (1) |
General psychiatry (1) |
(1)
Afgegeven vóór 1.1.2021. |
|
Radiologie |
Radiotherapie |
|
Minimale opleidingsduur: 4 jaar |
Minimale opleidingsduur: 4 jaar |
Land |
Benaming |
Benaming |
Belgique/België/Belgien |
Radiodiagnostic/Röntgendiagnose |
Radiothérapie-oncologie/Radiotherapie-oncologie |
България |
Образна диагностика |
Лъчелечение |
Česko |
Radiologie a zobrazovací metody |
Radiační onkologie |
Danmark |
Radiologi |
Klinisk Onkologi |
Deutschland |
(Diagnostische) Radiologie |
Strahlentherapie |
Eesti |
Radioloogia |
Onkoloogia |
Ελλάς |
Ακτινοδιαγνωστική |
Ακτινοθεραπευτική — Ογκολογία |
España |
Radiodiagnóstico |
Oncología radioterápica |
France |
Radiodiagnostic et imagerie médicale |
Oncologie option oncologie radiothérapique |
Hrvatska |
Klinička radiologija |
Onkologija i radioterapija |
Ireland |
Radiology |
Radiation oncology |
Italia |
Radiodiagnostica |
Radioterapia |
Κύπρος |
Ακτινολογία |
Ακτινοθεραπευτική Ογκολογία |
Latvija |
Diagnostiskā radioloģija |
Terapeitiskā radioloģija |
Lietuva |
Radiologija |
Onkologija radioterapija |
Luxembourg |
Radiodiagnostic |
Radiothérapie |
Magyarország |
Radiológia |
Sugárterápia |
Malta |
Radjoloġija |
Onkoloġija u Radjoterapija |
Nederland |
Radiologie |
Radiotherapie |
Österreich |
Radiologie |
Strahlentherapie-Radioonkologie |
Polska |
Radiologia i diagnostyka obrazowa |
Radioterapia onkologiczna |
Portugal |
Radiodiagnóstico |
Radioterapia Radioncologia |
România |
Radiologie-imagistică medicală |
Radioterapie |
Slovenija |
Radiologija |
Radioterapija in onkologija |
Slovensko |
Rádiológia |
Radiačná onkológia |
Suomi/Finland |
Radiologia/Radiologi |
Syöpätaudit/Cancersjukdomar |
Sverige |
Medicinsk radiologi Radiologi (2) |
Tumörsjukdomar (allmän onkologi) Onkologi (1) ) |
United Kingdom |
Clinical radiology (3) |
Clinical oncology (3) |
(1)
Vanaf september 2008.
(2)
Vanaf mei 2015.
(3)
Afgegeven vóór 1.1.2021. |
|
Plastische chirurgie |
Klinische biologie |
|
Minimale opleidingsduur: 5 jaar |
Minimale opleidingsduur: 4 jaar |
Land |
Benaming |
Benaming |
Belgique/België/Belgien |
Chirurgie plastique, reconstructrice et esthétique/Plastische, reconstructieve en esthetische heelkunde |
Biologie clinique/Klinische biologie |
България |
Пластично-възстановителна и естетична хирургия |
Клинична лаборатория |
Česko |
Plastická chirurgie |
|
Danmark |
Plastikkirurgi |
|
Deutschland |
— Plastische (und Ästhetische) Chirurgie — Plastische und Ästhetische Chirurgie (1) |
Laboratoriumsmedizin (2) |
Eesti |
Plastika- ja rekonstruktiivkirurgia |
Laborimeditsiin |
Ελλάς |
Πλαστική Χειρουργική |
Ιατρική βιοπαθολογία (5) |
España |
Cirugía plástica, estética y reparadora |
Análisis clínicos |
France |
Chirurgie plastique, reconstructrice et esthétique |
Biologie médicale |
Hrvatska |
Plastična, rekonstrukcijska i estetska kirurgija |
|
Ireland |
Plastic, reconstructive and aesthetic surgery |
|
Italia |
Chirurgia plastica, ricostruttiva ed estetica |
Patologia clinica Patologia clinica e biochimica clinica (4) |
Κύπρος |
Πλαστική Χειρουργική |
|
Latvija |
Plastiskā ķirurģija |
|
Lietuva |
Plastinė ir rekonstrukcinė chirurgija |
Laboratorinė medicina |
Luxembourg |
Chirurgie plastique |
Biologie clinique |
Magyarország |
— Plasztikai (égési) sebészet — Plasztikai és égés-sebészet (6) |
Orvosi laboratóriumi diagnosztika |
Malta |
Kirurġija Plastika |
|
Nederland |
Plastische chirurgie |
|
Österreich |
Plastische, Ästhetische und Rekonstruktive Chirurgie Plastische, Rekonstruktive und Ästhetische Chirurgie (3) |
Medizinische Biologie |
Polska |
Chirurgia plastyczna |
Diagnostyka laboratoryjna |
Portugal |
Cirurgia plástica, estética e reconstrutiva |
Patologia clínica |
România |
Chirurgie plastică, estetică și microchirurgie reconstructivă |
Medicină de laborator |
Slovenija |
Plastična, rekonstrukcijska in estetska kirurgija |
|
Slovensko |
Plastická chirurgia |
Laboratórna medicína |
Suomi/Finland |
Plastiikkakirurgia/Plastikkirurgi |
|
Sverige |
Plastikkirurgi |
|
United Kingdom |
Plastic surgery (7) |
|
(1)
Vanaf 2006.
(2)
Vanaf 2012.
(3)
Vanaf juni 2015.
(4)
Vanaf juni 2015.
(5)
Datum van intrekking bedoeld in artikel 27, lid 3: 30.12.1994.
(6)
Vanaf 2012.
(7)
Afgegeven vóór 1.1.2021. |
|
Microbiologie — Bacteriologie |
Klinische chemie |
|
Minimale opleidingsduur: 4 jaar |
Minimale opleidingsduur: 4 jaar |
Land |
Benaming |
Benaming |
Belgique/België/Belgien |
|
|
България |
Микробиология |
Биохимия |
Česko |
Lékařská mikrobiologie |
Klinická biochemie |
Danmark |
Klinisk mikrobiologi |
Klinisk biokemi |
Deutschland |
— Mikrobiologie (Virologie) und Infektionsepidemiologie — Mikrobiologie, Virologie und Infektionsepidemiologie (3) |
Laboratoriumsmedizin (1) |
Eesti |
|
|
Ελλάς |
— Ιατρική Βιοπαθολογία — Μικροβιολογία |
Ιατρική βιοπαθολογία (6) |
España |
Microbiología y parasitología |
Bioquímica clínica |
France |
|
|
Hrvatska |
Klinička mikrobiologija |
|
Ireland |
Microbiology |
Chemical pathology |
Italia |
Microbiologia e virologia |
Biochimica clinica (5) Biochimica (9) |
Κύπρος |
Μικροβιολογία |
|
Latvija |
Mikrobioloģija |
|
Lietuva |
|
|
Luxembourg |
Microbiologie |
Chimie biologique |
Magyarország |
Orvosi mikrobiológia |
|
Malta |
Mikrobijoloġija |
Patoloġija Kimika |
Nederland |
Medische microbiologie |
Klinische chemie (2) |
Österreich |
— Hygiene und Mikrobiologie — Klinische Mikrobiologie und Hygiene (4) — Klinische Mikrobiologie und Virologie (4) |
Medizinische und Chemische Labordiagnostik |
Polska |
Mikrobiologia lekarska |
|
Portugal |
|
|
România |
|
|
Slovenija |
Klinična mikrobiologija |
Medicinska biokemija |
Slovensko |
Klinická mikrobiológia |
Klinická biochémia |
Suomi/Finland |
Kliininen mikrobiologia/Klinisk mikrobiologi |
Kliininen kemia/Klinisk kemi |
Sverige |
Klinisk bakteriologi Klinisk mikrobiologi (7) |
Klinisk kemi |
United Kingdom |
Chemical pathology (10) |
|
(1)
Tot en met 2012.
(2)
Datum van intrekking bedoeld in artikel 27, lid 3: 4.4.2000.
(3)
Vanaf mei 2006.
(4)
Vanaf juni 2015.
(5)
Datum van intrekking bedoeld in artikel 27, lid 3: 3.6.2015.
(6)
Datum van intrekking bedoeld in artikel 27, lid 3: 30.12.1994.
(7)
Vanaf mei 2015.
(8)
Tot en met 11.10.2018.
(9)
Vanaf 3.6.2015.
(10)
Afgegeven vóór 1.1.2021. |
|
Immunologie |
Cardio-thoracale chirurgie |
|
Minimale opleidingsduur: 4 jaar |
Minimale opleidingsduur: 5 jaar |
Land |
Benaming |
Benaming |
Belgique/België/Belgien |
|
Chirurgie thoracique/Heelkunde op de thorax (1) |
България |
Клинична имунология |
Гръдна хирургия Кардиохирургия |
Česko |
Alergologie a klinická imunologie |
Hrudní chirurgie |
Danmark |
Klinisk immunologi |
Thoraxkirurgi |
Deutschland |
|
Thoraxchirurgie |
Eesti |
|
Torakaalkirurgia |
Ελλάς |
|
Χειρουργική Θώρακος |
España |
Inmunología |
Cirugía torácica |
France |
Médecine interne et immunologie (5) |
Chirurgie thoracique et cardiovasculaire |
Hrvatska |
Alergologija i klinička imunologija |
Specijalist kardiotorakalna kirurgija (4) |
Ireland |
Immunology (clinical and laboratory) |
Cardiothoracic surgery |
Italia |
|
— Chirurgia toracica — Cardiochirurgia |
Κύπρος |
Ανοσολογία |
Χειρουργική Θώρακος |
Latvija |
Imunoloģija |
Torakālā ķirurģija Sirds ķirurgs |
Lietuva |
|
Krūtinės chirurgija |
Luxembourg |
Immunologie |
Chirurgie thoracique |
Magyarország |
Allergológia és klinikai immunológia |
Mellkassebészet |
Malta |
Immunoloġija |
Kirurġija Kardjo-Toraċika |
Nederland |
|
Cardio-thoracale chirurgie |
Österreich |
— Immunologie — Klinische Immunologie (2) |
Thoraxchirurgie |
Polska |
Immunologia kliniczna |
Chirurgia klatki piersiowej |
Portugal |
|
Cirurgia cardiotorácica |
România |
|
Chirurgie toracică |
Slovenija |
|
Torakalna kirurgija |
Slovensko |
Klinická imunológia a alergológia |
Hrudníková chirurgia |
Suomi/Finland |
|
Sydän-ja rintaelinkirurgia/Hjärt- och thoraxkirurgi |
Sverige |
Klinisk immunologi (3) |
Thoraxkirurgi |
United Kingdom |
Immunology (6) |
Cardo-thoracic surgery (6) |
(1)
Datum van intrekking bedoeld in artikel 27, lid 3: 1.1.1983.
(2)
Vanaf juni 2015.
(3)
Datum van intrekking bedoeld in artikel 27, lid 3: 14.6.2017.
(4)
Vanaf september 2011.
(5)
Vanaf 2017.
(6)
Afgegeven vóór 1.1.2021. |
|
Kinderheelkunde |
Vasculaire chirurgie |
|
Minimale opleidingsduur: 5 jaar |
Minimale opleidingsduur: 5 jaar |
Land |
Benaming |
Benaming |
Belgique/België/Belgien |
|
Chirurgie des vaisseaux/Bloedvatenheelkunde (1) |
България |
Детска хирургия |
Съдова хирургия |
Česko |
Dětská chirurgie |
Cévní chirurgie |
Danmark |
|
Karkirurgi |
Deutschland |
Kinderchirurgie |
Gefäßchirurgie |
Eesti |
Lastekirurgia |
Kardiovaskulaarkirurgia |
Ελλάς |
Χειρουργική Παίδων |
Αγγειοχειρουργική |
España |
Cirugía pediátrica |
Angiología y cirugía vascular |
France |
Chirurgie infantile |
Chirurgie vasculaire |
Hrvatska |
Dječja kirurgija |
Vaskularna kirurgija |
Ireland |
Paediatric surgery |
Vascular surgery (2) |
Italia |
Chirurgia pediatrica |
Chirurgia vascolare |
Κύπρος |
Χειρουργική Παίδων |
Χειρουργική Αγγείων |
Latvija |
Bērnu ķirurģija |
Asinsvadu ķirurģija |
Lietuva |
Vaikų chirurgija |
Kraujagyslių chirurgija |
Luxembourg |
Chirurgie pédiatrique |
Chirurgie vasculaire |
Magyarország |
Gyermeksebészet |
Érsebészet |
Malta |
Kirurgija Pedjatrika |
Kirurġija Vaskolari |
Nederland |
|
|
Österreich |
Kinder- und Jugendchirurgie |
Allgemeinchirurgie und Gefäßchirurgie |
Polska |
Chirurgia dziecięca |
Chirurgia naczyniowa |
Portugal |
Cirurgia pediátrica |
Angologia/Cirurgia vascular |
România |
Chirurgie pediatrică |
Chirurgie vasculară |
Slovenija |
Otroška kirurgija |
Kardiovaskularna kirurgija |
Slovensko |
Detská chirurgia |
Cievna chirurgia |
Suomi/Finland |
Lastenkirurgia/Barnkirurgi |
Verisuonikirurgia/Kärlkirurgi |
Sverige |
Barn- och ungdomskirurgi |
Kärlkirurgi |
United Kingdom |
Paediatric surgery (3) |
Vascular surgery (3) |
(1)
Datum van intrekking bedoeld in artikel 27, lid 3: 1.1.1983.
(2)
Vanaf juni 2017.
(3)
Afgegeven vóór 1.1.2021. |
|
Cardiologie |
Maag- en darmziekten |
|
Minimale opleidingsduur: 4 jaar |
Minimale opleidingsduur: 4 jaar |
Land |
Benaming |
Benaming |
Belgique/België/Belgien |
Cardiologie |
Gastro-entérologie/Gastro-enterologie |
България |
Кардиология |
Гастроентерология |
Česko |
Kardiologie |
Gastroenterologie |
Danmark |
Intern medicin: kardiologi |
Intern medicin: gastroenterology og hepatologi |
Deutschland |
— Innere Medizin und Schwerpunkt Kardiologie — Innere Medizin und Kardiologie (1) |
— Innere Medizin und Schwerpunkt Gastroenterologie — Innere Medizin und Gastroenterologie (1) |
Eesti |
Kardioloogia |
Gastroenteroloogia |
Ελλάς |
Καρδιολογία |
Γαστρεντερολογία |
España |
Cardiología |
Aparato digestivo |
France |
Cardiologie et maladies vasculaires |
Gastro-entérologie et hépatologie |
Hrvatska |
Kardiologija |
Gastroenterologija |
Ireland |
Cardiology |
Gastro-enterology |
Italia |
Malattie dell’apparato cardiovascolare |
Gastroenterologia Malattie dell’apparato digerente (2) |
Κύπρος |
Καρδιολογία |
Γαστρεντερολογία |
Latvija |
Kardioloģija |
Gastroenteroloģija |
Lietuva |
Kardiologija |
Gastroenterologija |
Luxembourg |
Cardiologie et angiologie |
Gastro-enterologie |
Magyarország |
Kardiológia |
Gasztroenterológia |
Malta |
Kardjoloġija |
Gastroenteroloġija |
Nederland |
Cardiologie |
Maag-darm-leverziekten |
Österreich |
Innere Medizin und Kardiologie |
Innere Medizin und Gastroenterologie und Hepatologie |
Polska |
Kardiologia |
Gastrenterologia |
Portugal |
Cardiologia |
Gastrenterologia |
România |
Cardiologie |
Gastroenterologie |
Slovenija |
Kardiologija in vaskularna medicina |
Gastroenterologija |
Slovensko |
Kardiológia |
Gastroenterológia |
Suomi/Finland |
Kardiologia/Kardiologi |
Gastroenterologia/Gastroenterologi |
Sverige |
Kardiologi |
Medicinsk gastroenterologi och hepatologi |
United Kingdom |
Cardiology (3) |
Gastroenterology (3) |
(1)
Vanaf oktober 2009.
(2)
Vanaf juni 2015.
(3)
Afgegeven vóór 1.1.2021. |
|
Reumatologie |
Algemene hematologie |
|
Minimale opleidingsduur: 4 jaar |
Minimale opleidingsduur: 3 jaar |
Land |
Benaming |
Benaming |
Belgique/België/Belgien |
Rhumathologie/reumatologie |
|
България |
Ревматология |
Клинична хематология |
Česko |
Revmatologie |
Hematologie a transfúzní lékařství |
Danmark |
Intern medicin: reumatologi |
Intern medicin: hæmatologi |
Deutschland |
— Innere Medizin und Schwerpunkt Rheumatologie — Innere Medizin und Rheumatologie (1) |
— Innere Medizin und Schwerpunkt Hämatologie und Onkologie — Innere Medizin und Hämatologie und Onkologie (1) |
Eesti |
Reumatoloogia |
Hematoloogia |
Ελλάς |
Ρευματολογία |
Αιματολογία |
España |
Reumatología |
Hematología y hemoterapia |
France |
Rhumatologie |
Hématologie (2) |
Hrvatska |
Reumatologija |
Hematologija |
Ireland |
Rheumatology |
Haematology (clinical and laboratory) |
Italia |
Reumatologia |
Ematologia |
Κύπρος |
Ρευματολογία |
Αιματολογία |
Latvija |
Reimatoloģija |
Hematoloģija |
Lietuva |
Reumatologija |
Hematologija |
Luxembourg |
Rhumatologie |
Hématologie |
Magyarország |
Reumatológia |
Hematológia |
Malta |
Rewmatoloġija |
Ematoloġija |
Nederland |
Reumatologie |
|
Österreich |
Innere Medizin und Rheumatologie |
Innere Medizin und Hämatologie und internistische Onkologie |
Polska |
Reumatologia |
Hematologia |
Portugal |
Reumatologia |
Imuno-hemoterapia |
România |
Reumatologie |
Hematologie |
Slovenija |
Revmatologija |
Hematologija |
Slovensko |
Reumatológia |
Hematológia a transfúziológia |
Suomi/Finland |
Reumatologia/Reumatologi |
Kliininen hematologia/Klinisk hematologi |
Sverige |
Reumatologi |
Hematologi |
United Kingdom |
Rheumatology (3) |
Haematology (3) |
(1)
Vanaf oktober 2009.
(2)
Vanaf 2017.
(3)
Afgegeven vóór 1.1.2021. |
|
Endocrinologie |
Fysische geneeskunde en revalidatie |
|
Minimale opleidingsduur: 3 jaar |
Minimale opleidingsduur: 3 jaar |
Land |
Benaming |
Benaming |
Belgique/België/Belgien |
|
Médecine physique et réadaptation/Fysische geneeskunde en revalidatie |
България |
Ендокринология и болести на обмяната |
Физикална и рехабилитационна медицина |
Česko |
Diabelotologie a endokrinologie |
Rehabilitační a fyzikální medicína |
Danmark |
Intern medicin: endokrinologi |
|
Deutschland |
— Innere Medizin und Schwerpunkt Endokrinologie und Diabetologie — Innere Medizin und Endokrinologie und Diabetologie (1) |
Physikalische und Rehabilitative Medizin |
Eesti |
Endokrinoloogia |
Taastusravi ja füsiaatria |
Ελλάς |
Ενδοκρινολογία |
Φυσική Ιατρική και Αποκατάσταση |
España |
Endocrinología y nutrición |
Medicina física y rehabilitación |
France |
Endocrinologie — diabète — maladies métaboliques |
Médecine physique et de réadaptation |
Hrvatska |
Endokrinologija i dijabetologija |
Fizikalna medicina i rehabilitacija |
Ireland |
Endocrinology and diabetes mellitus |
|
Italia |
Endocrinologia e malattie del ricambio Endocrinologia e malattie del metabolismo (2) |
Medicina fisica e riabilitazione Medicina fisica e riabilitativa (2) |
Κύπρος |
Ενδοκρινολογία |
Φυσική Ιατρική και Αποκατάσταση |
Latvija |
Endokrinoloģija |
Rehabilitoloģija Fiziskā rehabilitācija Fizikālā medicīna |
Lietuva |
Endokrinologija |
Fizinė medicina ir reabilitacija |
Luxembourg |
Endocrinologie, maladies du métabolisme et de la nutrition |
Rééducation et réadaptation fonctionnelles |
Magyarország |
— Endokrinológia — Endokrinológia és anyagcsere-betegségek (4) |
— Fizikális medicina és rehabilitációs orvoslás — Rehabilitációs medicina (5) |
Malta |
Endokrinoloġija u Dijabete |
Mediċina ta” Rijabilitazzjoni (6) |
Nederland |
|
Revalidatiegeneeskunde |
Österreich |
Innere Medizin und Endokrinologie und Diabetologie |
Physikalische Medizin und Allgemeine Rehabilitation |
Polska |
Endokrynologia |
Rehabilitacja medyczna |
Portugal |
Endocrinologia/Nutrição |
Medicina física e de reabilitação |
România |
Endocrinologie |
Reabilitare Medicală |
Slovenija |
|
Fizikalna in rehabilitacijska medicina |
Slovensko |
Endokrinológia |
Fyziatria, balneológia a liečebná rehabilitácia |
Suomi/Finland |
Endokrinologia/Endokrinologi |
Fysiatria/Fysiatri |
Sverige |
Endokrina sjukdomar Endokrinologi och diabetologi (3) |
Rehabiliteringsmedicin |
United Kingdom |
Endocrinology and diabetes mellitus (7) |
|
(1)
Vanaf oktober 2009.
(2)
Vanaf februari 2015.
(3)
Vanaf september 2008.
(4)
Vanaf 2012.
(5)
Vanaf 2016.
(6)
Vanaf 2011.
(7)
Afgegeven vóór 1.1.2021. |
|
Zenuw- en zielsziekten |
Huid- en geslachtsziekten |
|
Minimale opleidingsduur: 5 jaar |
Minimale opleidingsduur: 3 jaar |
Land |
Benaming |
Benaming |
Belgique/België/Belgien |
Neuropsychiatrie (1) |
Dermato-vénéréologie/Dermato-venereologie |
България |
|
Кожни и венерически болести |
Česko |
|
Dermatovenerologie |
Danmark |
|
Dermato-venerologi |
Deutschland |
Nervenheilkunde (Neurologie und Psychiatrie) |
Haut— und Geschlechtskrankheiten |
Eesti |
|
Dermatoveneroloogia |
Ελλάς |
Νευρολογία — Ψυχιατρική |
Δερματολογία — Αφροδισιολογία |
España |
|
Dermatología médico-quirúrgica y venereología |
France |
Neuropsychiatrie (2) |
Dermatologie et vénéréologie |
Hrvatska |
|
Dermatologija i venerologija |
Ireland |
|
|
Italia |
Neuropsichiatria (3) |
Dermatologia e venereologia |
Κύπρος |
Νευρολογία — Ψυχιατρική |
Δερματολογία — Αφροδισιολογία |
Latvija |
|
Dermatoloģija un veneroloģija |
Lietuva |
|
Dermatovenerologija |
Luxembourg |
Neuropsychiatrie (4) |
Dermato-vénéréologie |
Magyarország |
|
Bőrgyógyászat |
Malta |
|
Dermato-venereoloġija |
Nederland |
Zenuw — en zielsziekten (5) |
Dermatologie en venerologie |
Österreich |
Neurologie und Psychiatrie (6) |
Haut- und Geschlechtskrankheiten |
Polska |
|
Dermatologia i wenerologia |
Portugal |
|
Dermatovenereologia |
România |
|
Dermatovenerologie |
Slovenija |
|
Dermatovenerologija |
Slovensko |
Neuropsychiatria |
Dermatovenerológia |
Suomi/Finland |
|
Ihotaudit ja allergologia/Hudsjukdomar och allergologi |
Sverige |
|
Hud- och könssjukdomar |
United Kingdom |
|
|
(1)
Datum van intrekking bedoeld in artikel 27, lid 3: 1.8.1987, behalve voor personen die vóór die datum met de opleiding zijn begonnen.
(2)
Datum van intrekking bedoeld in artikel 27, lid 3: 31.12.1971.
(3)
Datum van intrekking bedoeld in artikel 27, lid 3: 31.10.1999.
(4)
De opleidingstitels worden niet meer verleend voor opleidingen waarmee na 5 maart 1982 is begonnen.
(5)
Datum van intrekking bedoeld in artikel 27, lid 3: 9.7.1984.
(6)
Datum van intrekking bedoeld in artikel 27, lid 3: 31.3.2004. |
|
Radiologie |
Kinderpsychiatrie |
|
Minimale opleidingsduur: 4 jaar |
Minimale opleidingsduur: 4 jaar |
Land |
Benaming |
Benaming |
Belgique/België/Belgien |
|
Psychiatrie, particulièrement en psychiatrie infanto-juvénile/Psychiatrie, meer bepaald in de kinder- en jeugdpsychiatrie |
България |
Радиобиология |
Детска психиатрия |
Česko |
|
Dětská a dorostová psychiatrie |
Danmark |
|
Børne- og ungdomspsykiatri |
Deutschland |
Radiologie |
Kinder- und Jugendpsychiatrie und -psychotherapie |
Eesti |
|
|
Ελλάς |
Ακτινολογία — Ραδιολογία |
Παιδοψυχιατρική |
España |
Electroradiología (1) |
|
France |
Electro-radiologie (2) |
Pédopsychiatrie (7) |
Hrvatska |
Klinička radiologija |
Dječja i adolescentna psihijatrija |
Ireland |
|
Child and adolescent psychiatry |
Italia |
Radiologia (3) |
Neuropsichiatria infantile |
Κύπρος |
|
Παιδοψυχιατρική |
Latvija |
|
Bērnu psihiatrija |
Lietuva |
|
Vaikų ir paauglių psichiatrija |
Luxembourg |
Électroradiologie (4) |
Psychiatrie infantile |
Magyarország |
Radiológia |
Gyermek- és ifjúsági pszichiátria |
Malta |
|
|
Nederland |
Radiologie (5) |
|
Österreich |
Radiologie (6) |
— Kinder- und Jugendpsychiatrie — Kinder- und Jugendpsychiatrie und Psychotherapeutische Medizin (8) |
Polska |
|
Psychiatria dzieci i młodzieży |
Portugal |
Radiologia |
Psiquiatria da infância e da adolescência |
România |
|
Psihiatrie pediatrică |
Slovenija |
Radiologija |
Otroška in mladostniška psihiatrija |
Slovensko |
|
Detská psychiatria |
Suomi/Finland |
|
Lastenpsykiatria/Barnpsykiatri |
Sverige |
|
Barn- och ungdomspsykiatri |
United Kingdom |
|
Child and adolescent psychiatry (9) |
(1)
Datum van intrekking bedoeld in artikel 27, lid 3: 1.2.1984.
(2)
Datum van intrekking bedoeld in artikel 27, lid 3: 3.12.1971.
(3)
Datum van intrekking bedoeld in artikel 27, lid 3: 31.10.1993.
(4)
De opleidingstitels worden niet meer verleend voor opleidingen waarmee na 5 maart 1982 is begonnen.
(5)
Datum van intrekking bedoeld in artikel 27, lid 3: 8.7.1984.
(6)
Datum van intrekking bedoeld in artikel 27, lid 3: 31.3.2004.
(7)
Datum van intrekking bedoeld in artikel 27, lid 3: 1.1.1991.
(8)
Vanaf juni 2015.
(9)
Afgegeven vóór 1.1.2021. |
|
Geriatrie |
Nierziekten |
|
Minimale opleidingsduur: 4 jaar |
Minimale opleidingsduur: 4 jaar |
Land |
Benaming |
Benaming |
Belgique/België/Belgien |
Gériatrie/Geriatrie (4) |
|
България |
Гериатрична медицина |
Нефрология |
Česko |
Geriatrie |
Nefrologie |
Danmark |
Intern medicin: geriatric |
Intern medicin: nefrologi |
Deutschland |
|
— Innere Medizin und Schwerpunkt Nephrologie — Innere Medizin und Nephrologie (1) |
Eesti |
|
Nefroloogia |
Ελλάς |
|
Νεφρολογία |
España |
Geriatría |
Nefrología |
France |
Gériatrie (3) |
Néphrologie |
Hrvatska |
Gerijatrija |
Nefrologija |
Ireland |
Geriatric medicine |
Nephrology |
Italia |
Geriatria |
Nefrologia |
Κύπρος |
Γηριατρική |
Νεφρολογία |
Latvija |
|
Nefroloģija |
Lietuva |
Geriatrija |
Nefrologija |
Luxembourg |
Gériatrie |
Néphrologie |
Magyarország |
Geriátria |
Nefrológia |
Malta |
Ġerjatrija |
Nefroloġija |
Nederland |
Klinische geriatrie |
|
Österreich |
|
Innere Medizin und Nephrologie |
Polska |
Geriatria |
Nefrologia |
Portugal |
|
Nefrologia |
România |
Geriatrie și gerontologie |
Nefrologie |
Slovenija |
|
Nefrologija |
Slovensko |
Geriatria |
Nefrológia |
Suomi/Finland |
Geriatria/Geriatri |
Nefrologia/Nefrologi |
Sverige |
Geriatrik |
Medicinska njursjukdomar (nefrologi) Njurmedicin (2) |
United Kingdom |
Geriatric medicine (5) |
Renal medicine (5) |
(1)
Vanaf oktober 2009.
(2)
Vanaf mei 2015.
(3)
Vanaf 2017.
(4)
Vanaf 2005.
(5)
Afgegeven vóór 1.1.2021. |
|
Besmettelijke ziekten |
Maatschappij en gezondheid |
|
Minimale opleidingsduur: 4 jaar |
Minimale opleidingsduur: 4 jaar |
Land |
Benaming |
Benaming |
Belgique/België/Belgien |
|
|
България |
Инфекциозни болести |
Социална медицина и здравен мениджмънт комунална хигиена |
Česko |
Infekční lékařství |
Hygiena a epidemiologie |
Danmark |
Intern medicin: infektionsmedicin |
Samfundsmedicin |
Deutschland |
|
Öffentliches Gesundheitswesen |
Eesti |
Infektsioonhaigused |
|
Ελλάς |
|
Κοινωνική Iατρική |
España |
|
Medicina preventiva y salud pública |
France |
Maladies infectieuses et tropicales (4) |
Santé publique et médecine sociale |
Hrvatska |
Infektologija |
Javnozdravstvena medicina |
Ireland |
Infectious diseases |
Public health medicine |
Italia |
Malattie infettive Malattie infettive e tropicali (2) |
Igiene e medicina preventiva |
Κύπρος |
Λοιμώδη Νοσήματα (3) |
— Υγειονολογία |
|
|
— Κοινοτική Ιατρική |
Latvija |
Infektoloģija |
|
Lietuva |
Infektologija |
|
Luxembourg |
Maladies contagieuses |
Santé publique |
Magyarország |
Infektológia |
Megelőző orvostan és népegészségtan |
Malta |
Mard Infettiv |
Saħħa Pubblika |
Nederland |
|
Maatschappij en gezondheid |
Österreich |
Innere Medizin und Infektiologie |
— Sozialmedizin — Public Health (1) |
Polska |
Choroby zakaźne |
Zdrowie publiczne, epidemiologia |
Portugal |
Doenças infecciosas |
Saúde pública |
România |
Boli infecțioase |
Sănătate publică și management |
Slovenija |
Infektologija |
Javno zdravje |
Slovensko |
Infektológia |
Verejné zdravotníctvo |
Suomi/Finland |
Infektiosairaudet/Infektionssjukdomar |
Terveydenhuolto/Hälsovård |
Sverige |
Infektionssjukdomar |
Socialmedicin |
United Kingdom |
Infectious diseases (5) |
Public health medicine (5) |
(1)
Vanaf juni 2015.
(2)
Vanaf februari 2015.
(3)
Datum van intrekking bedoeld in artikel 27, lid 3: 8.12.2016.
(4)
Vanaf 2017.
(5)
Afgegeven vóór 1.1.2021. |
|
Farmacologie |
Arbeidsgeneeskunde |
|
Minimale opleidingsduur: 4 jaar |
Minimale opleidingsduur: 4 jaar |
Land |
Benaming |
Benaming |
Belgique/België/Belgien |
|
Médecine du travail/Arbeidsgeneeskunde |
България |
Клинична фармакология и терапия Фармакология |
Трудова медицина |
Česko |
Klinická farmakologie |
Pracovní lékařství |
Danmark |
Klinisk farmakologi |
Arbejdsmedicin |
Deutschland |
Pharmakologie und Toxikologie |
Arbeitsmedizin |
Eesti |
|
|
Ελλάς |
|
Ιατρική της Εργασίας |
España |
Farmacología clínica |
Medicina del trabajo (5) |
France |
|
Médecine du travail |
Hrvatska |
Klinička farmakologija s toksikologijom |
Medicina rada i športa |
Ireland |
Clinical pharmacology and therapeutics Pharmaceutical Medicine (4) |
Occupational medicine |
Italia |
Farmacologia Farmacologia e tossicologia clinica (2) |
Medicina del lavoro |
Κύπρος |
|
Ιατρική της Εργασίας |
Latvija |
|
Arodslimības |
Lietuva |
|
Darbo medicina |
Luxembourg |
|
Médecine du travail |
Magyarország |
Klinikai farmakológia |
Foglalkozás-orvostan (üzemorvostan) |
Malta |
Farmakoloġija Klinika u t-Terapewtika |
Mediċina Okkupazzjonali |
Nederland |
|
— Arbeid en gezondheid, bedrijfsgeneeskunde — Arbeid en gezondheid, verzekeringsgeneeskunde |
Österreich |
Pharmakologie und Toxikologie |
— Arbeitsmedizin — Arbeitsmedizin und angewandte Physiologie (1) |
Polska |
Farmakologia kliniczna |
Medycyna pracy |
Portugal |
|
Medicina do trabalho |
România |
Farmacologie clinică |
Medicina muncii |
Slovenija |
|
Medicina dela, prometa in športa |
Slovensko |
Klinická farmakológia |
Pracovné lekárstvo |
Suomi/Finland |
Kliininen farmakologia ja lääkehoito/Klinisk farmakologi och läkemedelsbehandling |
Työterveyshuolto/Företagshälsovård |
Sverige |
Klinisk farmakologi |
Yrkes- och miljömedicin Arbets- och miljömedicin (3) |
United Kingdom |
Clinical pharmacology and therapeutics (6) |
Occupational medicine (6) |
(1)
Vanaf juni 2015.
(2)
Vanaf februari 2015.
(3)
Vanaf september 2008.
(4)
Vanaf juli 2017.
(5)
Vanaf mei 2009.
(6)
Afgegeven vóór 1.1.2021. |
|
Allergologie |
Nucleaire geneeskunde |
|
Minimale opleidingsduur: 3 jaar |
Minimale opleidingsduur: 4 jaar |
Land |
Benaming |
Benaming |
Belgique/België/Belgien |
|
Médecine nucléaire/Nucleaire geneeskunde |
България |
Клинична алергология |
Нуклеарна медицина |
Česko |
Alergologie a klinická imunologie |
Nukleární medicína |
Danmark |
|
Klinisk fysiologi og nuklearmedicin |
Deutschland |
|
Nuklearmedizin |
Eesti |
|
|
Ελλάς |
Αλλεργιολογία |
Πυρηνική Ιατρική |
España |
Alergología |
Medicina nuclear |
France |
Allergologie (4) |
Médecine nucléaire |
Hrvatska |
Alergologija i klinička imunologija |
Nuklearna medicina |
Ireland |
|
|
Italia |
Allergologia ed immunologia clinica |
Medicina nucleare |
Κύπρος |
Αλλεργιολογία |
Πυρηνική Ιατρική |
Latvija |
Alergoloģija |
|
Lietuva |
Alergologija ir klinikinė imunologija |
|
Luxembourg |
|
Médecine nucléaire |
Magyarország |
Allergológia és klinikai immunológia |
Nukleáris medicina |
Malta |
|
Mediċina Nukleari |
Nederland |
Allergologie (1) |
Nucleaire geneeskunde |
Österreich |
|
Nuklearmedizin |
Polska |
Alergologia |
Medycyna nuklearna |
Portugal |
Imuno-alergologia |
Medicina nuclear |
România |
Alergologie și imunologie clinică |
Medicină nucleară |
Slovenija |
Alergologije in klinične imunologije (odrasli) (3) |
Nuklearna medicina |
Slovensko |
Klinická imunológia a alergológia |
Nukleárna medicína |
Suomi/Finland |
|
Kliininen fysiologia ja isotooppilääketiede/Klinisk fysiologi och nukleärmedicin |
Sverige |
Allergisjukdomar |
Nukleärmedicin Nuklearmedicin (2) |
United Kingdom |
|
Nuclear medicine (5) |
(1)
Datum van intrekking bedoeld in artikel 27, lid 3: 12.8.1996.
(2)
Vanaf september 2008.
(3)
Vanaf 2018.
(4)
Vanaf 2017.
(5)
Afgegeven vóór 1.1.2021. |
|
Maxillo-faciale chirurgie (basisopleiding voor arts) |
Biologische hematologie |
|
Minimale opleidingsduur: 5 jaar |
Minimale opleidingsduur: 4 jaar |
Land |
Benaming |
Benaming |
Belgique/België/Belgien |
|
|
България |
Лицево-челюстна хирургия |
Трансфузионна хематология |
Česko |
Maxilofaciální chirurgie |
|
Danmark |
|
|
Deutschland |
|
|
Eesti |
|
|
Ελλάς |
|
|
España |
Cirugía oral y maxilofacial |
|
France |
Chirurgie maxillo-faciale et stomatologie |
Hématologie |
Hrvatska |
Maksilofacijalna kirurgija |
|
Ireland |
|
|
Italia |
Chirurgia maxillo-facciale |
|
Κύπρος |