Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Binnenwateren — Schepen

 

SAMENVATTING VAN:

Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/474 betreffende de Europese scheepsrompendatabank

Richtlijn (EU) 2016/1629 betreffende de technische voorschriften voor binnenschepen

Verordening (EU) 2016/1628 inzake voorschriften met betrekking tot emissiegrenswaarden voor verontreinigende gassen en deeltjes en typegoedkeuring voor in niet voor de weg bestemde mobiele machines gemonteerde interne verbrandingsmotoren

Richtlijn 2010/35/EU betreffende vervoerbare drukapparatuur

Richtlijn 2009/100/EG inzake de wederzijdse erkenning van scheepsattesten voor binnenschepen

Richtlijn 2008/68/EG betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land

WAT IS HET DOEL VAN DE WETGEVING?

  • De wetgeving voorziet in een systeem van technische voorschriften voor binnenschepen en in een inspectiesysteem. Het doel ervan is om de voorschriften voor binnenvaartcertificaten op binnenwateren in de hele EU identiek te maken, waardoor de regels eenvoudiger worden en wordt bijgedragen tot betere veiligheid.
  • De wetgeving bevat specifieke regels voor:
    • het vervoer van drukapparatuur en gevaarlijke goederen;
    • emissiegrenswaarden voor verontreinigende stoffen voor motoren;
    • regelingen voor de wederzijdse erkenning van attesten;
    • de Europese scheepsrompendatabank (EHDB).

KERNPUNTEN

In Richtlijn (EU) 2016/1629 worden technische voorschriften voor binnenschepen vastgelegd. De richtlijn bevat de technische voorschriften voor de veilige navigatie op de in een bijlage vermelde binnenwateren, die worden ingedeeld als zone 1, 2, 3 of 4, naast zone R (speciale regelingen voor de Herziene Rijnvaartakte). De richtlijn is niet van toepassing op veren, marineschepen en de meeste zeeschepen, waaronder zeesleepboten en zeeduwboten die slechts sporadisch op de binnenwateren varen.

Binnenvaartcertificaten

De EU-landen moeten ervoor zorgen dat vaartuigen die op de binnenwateren van de EU varen, worden gebouwd en onderhouden overeenkomstig deze richtlijn. Een binnenvaartcertificaat moet worden afgegeven na een technische inspectie die wordt verricht voordat het vaartuig in gebruik wordt genomen.

  • De autoriteiten kunnen een voorlopig certificaat afgeven als een bestaand certificaat verloren of beschadigd is, of onder bepaalde uitzonderingen zoals genoemd in de bijlagen.
  • De geldigheidsduur van voor nieuwe vaartuigen afgegeven binnenvaartcertificaten bedraagt ten hoogste vijf jaar (voor passagiersschepen en snelle schepen) of tien jaar (voor alle andere vaartuigen).
  • In uitzonderlijke omstandigheden kan de geldigheidsduur zonder verdere inspectie worden verlengd met maximaal zes maanden.
  • Na iedere wezenlijke verandering of reparatie die gevolgen heeft voor de structurele deugdelijkheid, de vaar- of manoeuvreereigenschappen of de bijzondere kenmerken van een vaartuig, moet dat vaartuig worden geïnspecteerd voordat het weer in bedrijf wordt genomen.
  • Indien een certificaat niet wordt vernieuwd, moet de nationale autoriteit de reden daarvoor meedelen en de eigenaar op de hoogte brengen van de mogelijkheden en termijnen om beroep aan te tekenen.
  • In afwachting van uitdrukkelijke overeenkomsten kunnen de EU-landen de vaartcertificaten van vaartuigen uit niet-EU-landen erkennen.

Identificatie

De EU-landen zorgen ervoor dat hun aangewezen autoriteiten aan elk vaartuig een uniek Europees scheepsidentificatienummer (ENI-nummer) toekennen, dat gedurende de hele levensduur van het vaartuig onveranderd blijft.

De Europese scheepsrompendatabank

  • Gedelegeerde verordening (EU) 2020/474 van de Commissie bevat regels voor de verzameling en verwerking van, en de toegang tot gegevens in de EHDB. De Europese Commissie is verantwoordelijk voor het bijhouden van de EHDB om maatregelen voor de instandhouding van de veiligheid en het navigatiecomfort te ondersteunen en de toepassing van Richtlijn (EU) 2016/1629 te garanderen. De EU-landen zorgen ervoor dat hun autoriteiten de databank bijwerken ten behoeve van het toepassen van de richtlijn, het beheer van de binnenscheepvaart en infrastructuur, het handhaven van de veiligheid en het verzamelen van statistische gegevens, door:
    • de gegevens ter identificatie en beschrijving van het vaartuig in te voeren;
    • de gegevens betreffende de afgegeven, vernieuwde, vervangen en ingetrokken certificaten in te voeren, met een digitale kopie van alle overeenkomstig deze richtlijn afgegeven certificaten;
    • de gegevens over alle overeenkomstig deze richtlijn afgewezen of lopende certificaataanvragen in te voeren;
    • de gegevens betreffende een vaartuig te wissen wanneer dit vaartuig wordt gesloopt;
    • alle veranderingen van de bovenstaande gegevens in te voeren.
  • De autoriteiten kunnen per geval persoonsgegevens overdragen aan een niet-EU-land of een internationale organisatie. Iedere verwerking van persoonsgegevens door de EU-landen geschiedt in overeenstemming met de EU-wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens, met name Verordening (EU) 2016/679 (AVG). De Commissie kan per geval persoonsgegevens overdragen of toegang tot de EHDB verlenen aan een instantie van een niet-EU-land of een internationale organisatie, mits aan de voorschriften van Verordening (EU) 2018/1725 is voldaan (zie samenvatting).
  • De Commissie is bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen ter bepaling van:
    • de door de EU-landen in de databank in te voeren gegevens;
    • de soorten toegang die zijn toegestaan;
    • de instructies betreffende het gebruik en de werking van de databank, met name wat betreft gegevensbeveiliging, codering en verwerking van gegevens.

Technische voorschriften

De technische voorschriften voor vaartuigen in zone 1, 2, 3 en 4 zijn de voorschriften in de ES-TRIN-norm 2019/1 die is opgesteld door het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart (Cesni).

Inspectie

  • De EU-landen stellen inspectie-instanties in, waarvan ten minste deel uitmaakt:
    • een ambtenaar van het bevoegd gezag op het gebied van de binnenvaart;
    • een deskundige op het gebied van de bouw van binnenschepen en hun machines;
    • een erkend nautisch deskundige die in het bezit is van een binnenvaartbewijs, dat de houder toestaat het schip dat moet worden geïnspecteerd, te voeren;
    • een deskundige op het gebied van traditionele vaartuigen voor de inspectie van traditionele vaartuigen.
  • De EU-landen zorgen ervoor dat de aangewezen instanties de aanvankelijke, periodieke, bijzondere en vrijwillige inspecties, als bedoeld in deze richtlijn, uitvoeren.

Vrijstellingen voor bepaalde categorieën vaartuigen

  • De EU-landen kunnen, mits een passend veiligheidsniveau wordt gehandhaafd, vrijstellingen verlenen voor vaartuigen die niet met elkaar in verbinding staande binnenwateren bevaren of bepaalde vaartuigen met een laadvermogen van niet meer dan 350 ton, of niet voor goederenvervoer bestemde vaartuigen.
  • Om innovatie en nieuwe technologieën aan te moedigen, kan de Commissie tijdelijke vrijstellingen toestaan voor andere inrichtingen of ontwerpen dan die welke zijn opgenomen in de bijlagen — of bij wijze van proef — mits een gelijkwaardig veiligheidsniveau wordt gegarandeerd.

Gerelateerde wetgeving

  • Richtlijn 2008/68/EG bevat regels voor het veilige vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren in de EU. De richtlijn omvat ook aspecten zoals het laden en lossen, de overbrenging naar een andere vervoersmodaliteit en oponthoud tijdens het vervoer. Bij de richtlijn worden de internationale regels uitgebreid tot het nationale vervoer van gevaarlijke goederen. Bij diverse uitvoeringshandelingen worden vrijstellingen ingevoerd zodat rekening kan worden gehouden met specifieke nationale omstandigheden, doorgaans in verband met maximumhoeveelheden en gemengde beladingen.
  • Richtlijn 2009/100/EG inzake de wederzijdse erkenning van scheepsattesten is van toepassing op binnenvaartschepen met een draagvermogen van 20 ton of meer, die minder dan 20 meter lang zijn of een volume van minder dan 100 m3 hebben en die worden gebruikt voor vrachtvervoer op binnenwateren. Overeenkomstig de wetgeving geldt dat de EU-landen:
    • de procedures vaststellen voor de afgifte van scheepsattesten;
    • een door een ander EU-land afgegeven scheepsattest erkennen alsof het het zelf had afgegeven;
    • een schip kunnen stoppen als het in een zodanige staat verkeert dat het een gevaar betekent voor zijn omgeving, totdat de gebreken zijn opgeheven.
  • Richtlijn 2010/35/EU bevat gedetailleerde regels met betrekking tot vervoerbare drukapparatuur* om de veiligheid te verhogen en vrij verkeer in de EU te verzekeren. De richtlijn is een bijwerking van eerdere wetgeving, in het bijzonder met betrekking tot de conformiteitseisen, conformiteitsbeoordeling en periodieke inspecties. De richtlijn heeft betrekking op het vervoer over de weg, per spoor en over binnenwateren, en staat in nauw verband met Richtlijn 2008/68/EG.
  • In Verordening (EU) 2016/1628 (zie samenvatting) worden de emissiegrenswaarden voor verontreinigende stoffen vastgesteld voor nieuwe motoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (waaronder binnenvaartschepen). In de verordening worden specifiek fase V-emissiegrenswaarden voor verontreinigende stoffen en de toepassingsdata daarvan gedefinieerd. Het doel van de verordening is om de emissies van verontreinigende stoffen te verminderen en apparatuur met de meest vervuilende motoren geleidelijk uit te bannen.

VANAF WANNEER IS DE WETGEVING VAN TOEPASSING?

  • Richtlijn 2008/68/EG is van toepassing sinds 20 oktober 2008 en moest vóór 30 juni 2009 in de EU-landen zijn omgezet in nationale wetgeving.
  • Richtlijn 76/135/EEG werd met ingang van 22 oktober 2009 ingetrokken en gecodificeerd door Richtlijn 2009/100/EG.
  • Richtlijn 2010/35/EU is van toepassing sinds 20 juli 2010 en moest vóór 30 juni 2011 in de EU-landen zijn omgezet in nationale wetgeving.
  • Met betrekking tot motoren voor binnenvaartschepen is Verordening (EU) 2016/1628 van toepassing sinds 1 januari 2019 (vermogen van minder dan 300 kW) en sinds 1 januari 2020 (vermogen van 300 kW of meer). Daarnaast geldt er een overgangsperiode van 24 maanden na de bovengenoemde data.
  • Richtlijn (EU) 2016/1629 is van toepassing sinds 6 oktober 2016 en moest vóór 7 oktober 2018 in de EU-landen zijn omgezet in nationale wetgeving.
  • Verordening (EU) 2020/474 is van toepassing sinds 21 april 2020.

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

KERNBEGRIPPEN

Vervoerbare drukapparatuur: een apparatuurgroep die drukrecipiënten, tanks, batterijvoertuigen en -wagons, flessen met samengeperste gassen en gasflessen omvat. Hiertoe behoren gaspatronen, uitgezonderd aerosolen, open cryogene recipiënten, gasflessen voor ademhalingstoestellen en brandblusapparaten.

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/474 van de Commissie van 20 januari 2020 betreffende de Europese scheepsrompendatabank (PB L 100 van 1.4.2020, blz. 12-19)

Richtlijn (EU) 2016/1629 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen, tot wijziging van Richtlijn 2009/100/EG en tot intrekking van Richtlijn 2006/87/EG (PB L 252 van 16.9.2016, blz. 118-176)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Richtlijn (EU) 2016/1629 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

Verordening (EU) 2016/1628 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 inzake voorschriften met betrekking tot emissiegrenswaarden voor verontreinigende gassen en deeltjes en typegoedkeuring voor in niet voor de weg bestemde mobiele machines gemonteerde interne verbrandingsmotoren, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1024/2012 en (EU) nr. 167/2013, en tot wijziging en intrekking van Richtlijn 97/68/EG (PB L 252 van 16.9.2016, blz. 53-117)

Zie de geconsolideerde versie.

Richtlijn 2010/35/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2010 betreffende vervoerbare drukapparatuur en houdende intrekking van Richtlijnen 76/767/EEG, 84/525/EEG, 84/526/EEG, 84/527/EEG en 1999/36/EG van de Raad (PB L 165 van 30.6.2010, blz. 1-18)

Richtlijn 2009/100/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake de wederzijdse erkenning van scheepsattesten voor binnenschepen (gecodificeerde versie) (PB L 259 van 2.10.2009, blz. 8-13)

Zie de geconsolideerde versie.

Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land (PB L 260 van 30.9.2008, blz. 13-59)

Zie de geconsolideerde versie.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39-98)

Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1-88)

Laatste bijwerking 13.10.2020

Top