EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005R1947

Verordening (EG) nr. 1947/2005 van de Raad van 23 november 2005 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector zaaizaad en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 2358/71 en (EEG) nr. 1674/72

OJ L 312, 29.11.2005, p. 3–7 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
OJ L 352M, 31.12.2008, p. 360–364 (MT)
Special edition in Bulgarian: Chapter 03 Volume 067 P. 114 - 118
Special edition in Romanian: Chapter 03 Volume 067 P. 114 - 118

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/06/2008; opgeheven door 32007R1234

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2005/1947/oj

29.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 312/3


VERORDENING (EG) Nr. 1947/2005 VAN DE RAAD

van 23 november 2005

houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector zaaizaad en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 2358/71 en (EEG) nr. 1674/72

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 36 en artikel 37, lid 2, derde alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Voor landbouwproducten moeten het functioneren en de ontwikkeling van de gemeenschappelijke markt gepaard gaan met de totstandbrenging van een gemeenschappelijk landbouwbeleid en dit beleid dient met name een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten te omvatten, welke ordening verschillende vormen kan aannemen naar gelang van de producten.

(2)

Verordening (EEG) nr. 2358/71 van de Raad van 26 oktober 1971 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector zaaizaad (3) heeft verscheidene belangrijke wijzigingen ondergaan, waaronder met name de wijzigingen die zijn aangebracht bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (4). Duidelijkheidshalve dient Verordening (EEG) nr. 2358/71 te worden ingetrokken en door een nieuwe verordening te worden vervangen.

(3)

Het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 1674/72 van de Raad van 2 augustus 1972 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor de toekenning en de financiering van de steun in de sector zaaizaad (5) is op het niveau van de uitvoeringsbepalingen overgenomen in hoofdstuk 10 van Verordening (EG) nr. 1973/2004 van de Commissie van 29 oktober 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad met betrekking tot de bij de titels IV en IVbis van die verordening ingestelde steunregelingen en het gebruik van braakgelegde grond voor de productie van grondstoffen (6). Derhalve dient Verordening (EEG) nr. 1674/72 te worden ingetrokken.

(4)

Om de omvang van de handel in zaaizaad met derde landen te kunnen volgen dient een stelsel van invoercertificaten te worden opgezet dat voorziet in het stellen van een zekerheid om de daadwerkelijke uitvoering te garanderen van de transacties waarvoor deze certificaten zijn aangevraagd.

(5)

Het stelsel van douanerechten maakt het mogelijk af te zien van iedere andere beschermende maatregel ten aanzien van invoer uit derde landen.

(6)

Onder uitzonderlijke omstandigheden zouden de regelingen inzake de interne markt en de douanerechten kunnen tekortschieten. Om de communautaire markt in dergelijke gevallen niet onbeschermd te laten tegen verstoringen die daaruit kunnen voortvloeien, moet de Gemeenschap in staat worden gesteld snel alle vereiste maatregelen te nemen. Die maatregelen moeten in overeenstemming zijn met de internationale verplichtingen van de Gemeenschap.

(7)

Het behoorlijk functioneren van de interne markt in de sector zaaizaad zou door de toekenning van nationale steun in gevaar worden gebracht. Daarom dienen de Verdragsbepalingen betreffende staatssteun te gelden voor de producten die onder deze gemeenschappelijke marktordening vallen. Finland mag in het kader van zijn toetreding evenwel, onder voorbehoud van toestemming van de Commissie, steun verlenen voor bepaalde hoeveelheden zaaizaad, respectievelijk zaaigraan die wegens de specifieke klimaatgesteldheid alleen in die lidstaat worden geproduceerd.

(8)

Gezien de ontwikkelingen die zich voortdurend op de gemeenschappelijke markt voor zaaizaad voordoen, dienen de lidstaten en de Commissie elkaar van die ontwikkelingen op de hoogte te houden.

(9)

De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (7),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1

In de sector zaaizaad wordt een gemeenschappelijke ordening der markten tot stand gebracht die geldt voor de volgende producten:

GN-code

Omschrijving

0712 90 11

Hybriden van suikermaïs, bestemd voor zaaidoeleinden

0713 10 10

Erwten (Pisum sativum), bestemd voor zaaidoeleinden

ex 0713 20 00

Kekers, bestemd voor zaaidoeleinden

ex 0713 31 00

Bonen van de soort Vigna mungo (L.) Hepper of Vigna radiata (L.) Wilczek, bestemd voor zaaidoeleinden

ex 0713 32 00

Bonen van de soort Phaseolus angularis of Vigna angularis (adzukibonen), bestemd voor zaaidoeleinden

0713 33 10

Bonen van de soort Phaseolus vulgaris, bestemd voor zaaidoeleinden

ex 0713 39 00

Andere bonen, bestemd voor zaaidoeleinden

ex 0713 40 00

Linzen, bestemd voor zaaidoeleinden

ex 0713 50 00

Tuinbonen (Vicia faba var. major), paardebonen (Vicia faba var. equina) en duivebonen (Vicia faba var. minor), bestemd voor zaaidoeleinden

ex 0713 90 00

Andere gedroogde zaden van peulgroenten, bestemd voor zaaidoeleinden

1001 90 10

Spelt, bestemd voor zaaidoeleinden

ex 1005 10

Hybriden van maïs, bestemd voor zaaidoeleinden

1006 10 10

Rijst (padie), bestemd voor zaaidoeleinden

1007 00 10

Hybriden van graansorgho, bestemd voor zaaidoeleinden

1201 00 10

Sojabonen, ook indien gebroken, bestemd voor zaaidoeleinden

1202 10 10

Grondnoten, niet gebrand of op andere wijze door verhitting bereid, in de dop, bestemd voor zaaidoeleinden

1204 00 10

Lijnzaad, ook indien gebroken, bestemd voor zaaidoeleinden

1205 10 10

Kool- en raapzaad, ook indien gebroken, bestemd voor zaaidoeleinden

1206 00 10

Zonnebloempitten, ook indien gebroken, bestemd voor zaaidoeleinden

ex 1207

Andere oliehoudende zaden en vruchten, ook indien gebroken, bestemd voor zaaidoeleinden

1209

Zaaigoed, sporen daaronder begrepen

Artikel 2

Het verkoopseizoen voor zaaizaad begint elk jaar op 1 juli en eindigt op 30 juni van het daaropvolgende jaar.

Artikel 3

Deze verordening geldt onverminderd de bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 vastgestelde maatregelen.

HOOFDSTUK II

REGELING VAN HET HANDELSVERKEER MET DERDE LANDEN

Artikel 4

1.   Voor alle invoer in de Gemeenschap van de in artikel 1 genoemde producten kan overlegging van een invoercertificaat worden verlangd. De producten waarvoor invoercertificaten worden verlangd, worden vastgesteld volgens de in artikel 10, lid 2, bedoelde procedure.

2.   Het certificaat wordt door de lidstaten afgegeven aan elke belanghebbende die erom verzoekt, ongeacht zijn plaats van vestiging in de Gemeenschap.

3.   Het certificaat is geldig voor invoer in de hele Gemeenschap. Het wordt slechts afgegeven tegen het stellen van een zekerheid als garantie dat zal worden voldaan aan de verplichting tot invoer tijdens de geldigheidsduur ervan. Behalve in geval van overmacht wordt deze zekerheid geheel of gedeeltelijk verbeurd als de invoer niet of slechts ten dele binnen deze termijn plaatsvindt.

Artikel 5

Tenzij in deze verordening anders bepaald, gelden voor de in artikel 1 genoemde producten de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief.

Artikel 6

1.   De algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de specifieke regels voor de toepassing ervan gelden voor de tariefindeling van de in artikel 1 genoemde producten. De tariefnomenclatuur die voortvloeit uit de toepassing van deze verordening, wordt overgenomen in het gemeenschappelijk douanetarief.

2.   Behoudens andersluidende bepalingen die in deze verordening of ter uitvoering van een van de bepalingen daarvan zijn vastgesteld, zijn in het handelsverkeer met derde landen verboden:

a)

de toepassing van enige heffing van gelijke werking als een douanerecht en

b)

de toepassing van enige kwantitatieve beperking of maatregel van gelijke werking.

Artikel 7

1.   Als in de Gemeenschap de markt voor een of meer van de in artikel 1 genoemde producten als gevolg van invoer of uitvoer ernstige verstoringen ondergaat of dreigt te ondergaan die de verwezenlijking van de doelstellingen van artikel 33 van het Verdrag in gevaar kunnen brengen, kunnen in het handelsverkeer met landen die geen lid zijn van de Wereldhandelsorganisatie, passende maatregelen worden toegepast totdat de verstoring opgeheven of het gevaar ervoor geweken is.

2.   Als de in lid 1 bedoelde situatie zich voordoet, beslist de Commissie op verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief over de noodzakelijke maatregelen. Deze maatregelen worden meegedeeld aan de lidstaten en zijn onmiddellijk van toepassing. Als bij de Commissie een dergelijk verzoek van een lidstaat wordt ingediend, beslist zij daarover binnen drie werkdagen na ontvangst van het verzoek.

3.   Iedere lidstaat kan de in lid 2 bedoelde maatregelen binnen drie werkdagen volgende op de dag van de mededeling daarvan voorleggen aan de Raad. De Raad komt onverwijld bijeen. Hij kan de betrokken maatregelen binnen één maand te rekenen vanaf de dag waarop zij hem zijn voorgelegd, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen wijzigen of intrekken.

4.   De op grond van het onderhavige artikel genomen maatregelen worden toegepast met inachtneming van de verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomstig artikel 300, lid 2, van het Verdrag gesloten overeenkomsten.

HOOFDSTUK III

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 8

1.   Tenzij in deze verordening anders bepaald, zijn de artikelen 87, 88 en 89 van het Verdrag van toepassing op de productie van en de handel in de in artikel 1 genoemde producten.

2.   Onder voorbehoud van toestemming van de Commissie mag Finland evenwel steun verlenen voor bepaalde hoeveelheden zaaizaad, respectievelijk bepaalde hoeveelheden zaaigraan die in verband met de specifieke klimaatgesteldheid die er heerst, alleen in die lidstaat worden geproduceerd.

Vóór 1 januari 2006 bezorgt de Commissie de Raad op basis van de tijdig door Finland verstrekte gegevens een verslag over de resultaten van de toegestane steun, vergezeld van de nodige voorstellen.

Artikel 9

De lidstaten en de Commissie verstrekken elkaar de voor de toepassing van deze verordening benodigde gegevens.

Artikel 10

1.   De Commissie wordt bijgestaan door een Comité van beheer voor zaaizaad (hierna „het comité” genoemd).

2.   Wanneer naar het onderhavige lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op één maand.

3.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 11

De bepalingen ter uitvoering van deze verordening, en met name de geldigheidsduur van de in artikel 4 bedoelde certificaten en de voorschriften inzake de verstrekking van de in artikel 9 bedoelde gegevens, worden vastgesteld volgens de in artikel 10, lid 2, bedoelde procedure.

HOOFDSTUK IV

OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 12

1.   De Verordeningen (EEG) nr. 2358/71 en (EEG) nr. 1674/72 worden ingetrokken.

2.   Verwijzingen naar Verordening (EEG) nr. 2358/71 gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in de bijlage.

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 november 2005.

Voor de Raad

De voorzitster

M. BECKETT


(1)  Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.

(2)  Advies uitgebracht op 26 oktober 2005 na niet-verplichte raadpleging (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3)  PB L 246 van 5.11.1971, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

(4)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 118/2005 van de Commissie (PB L 24 van 27.1.2005, blz. 15).

(5)  PB L 177 van 4.8.1972, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3795/85 (PB L 367 van 31.12.1985, blz. 21).

(6)  L 345 van 20.11.2004, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1044/2005 (PB L 172 van 5.7.2005, blz. 76).

(7)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.


BIJLAGE

Concordantietabel

Verordening (EEG) nr. 2358/71

De onderhavige verordening

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 3

Artikel 3 bis

Artikel 4, lid 1 en lid 2, eerste zin

Artikel 4

Artikel 4, lid 2, tweede alinea

Artikel 11

Artikel 5, lid 1

Artikel 5

Artikel 5, lid 2, en artikel 6

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 8

Artikel 9, eerste zin

Artikel 9

Artikel 9, tweede zin

Artikel 11

Artikel 11

Artikel 10

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 12

Artikel 17

Artikel 13


Top