Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001D0618

    2001/618/EG: Beschikking van de Commissie van 23 juli 2001 betreffende aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky voor het intracommunautaire handelsverkeer van varkens, betreffende criteria voor de over deze ziekte te verstrekken gegevens en houdende intrekking van de Beschikkingen 93/24/EEG en 93/244/EEG (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 2236)

    PB L 215 van 09/08/2001, p. 48–54 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 20/02/2008; opgeheven door 32008D0185

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2001/618/oj

    32001D0618

    2001/618/EG: Beschikking van de Commissie van 23 juli 2001 betreffende aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky voor het intracommunautaire handelsverkeer van varkens, betreffende criteria voor de over deze ziekte te verstrekken gegevens en houdende intrekking van de Beschikkingen 93/24/EEG en 93/244/EEG (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 2236)

    Publicatieblad Nr. L 215 van 09/08/2001 blz. 0048 - 0054


    Beschikking van de Commissie

    van 23 juli 2001

    betreffende aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky voor het intracommunautaire handelsverkeer van varkens, betreffende criteria voor de over deze ziekte te verstrekken gegevens en houdende intrekking van de Beschikkingen 93/24/EEG en 93/244/EEG

    (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 2236)

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2001/618/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens(1), laatstelijk gewijzigd en bijgewerkt bij Richtlijn 2000/20/EG(2), en met name op artikel 8, artikel 9, lid 2, en artikel 10, lid 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Bij Beschikking 93/24/EEG van de Commissie(3) zijn aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky vastgesteld voor varkens die bestemd zijn voor ziektevrije lidstaten of regio's.

    (2) Bij Beschikking 93/244/EEG van de Commissie(4) zijn aanvullende garanties vastgesteld ten aanzien van de ziekte van Aujeszky voor varkens die voor bepaalde delen van het grondgebied van de Gemeenschap zijn bestemd waar goedgekeurde programma's voor de uitroeiing van deze ziekte ten uitvoer worden gelegd.

    (3) Het Internationaal Bureau voor Besmettelijke Veeziekten (OIE) is een internationale organisatie die in het kader van de op grond van de GATT 1994 gesloten Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen is aangewezen om internationale veterinaire voorschriften voor de handel in dieren en dierlijke producten vast te stellen. Die voorschriften zijn gepubliceerd in de Internationale Diergezondheidscode.

    (4) Het hoofdstuk over de ziekte van Aujeszky in de Internationale Diergezondheidscode is onlangs grondig gewijzigd.

    (5) De aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky die voor varkens in het intracommunautaire handelsverkeer vereist zijn, dienen te worden gewijzigd om ze in overeenstemming te brengen met de internationale voorschriften terzake en om de ziekte in de Gemeenschap efficiënter te bestrijden.

    (6) Voor de door de lidstaten overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 64/432/EEG te verstrekken gegevens over de ziekte van Aujeszky moeten criteria worden vastgesteld.

    (7) Duidelijkheidshalve moeten de Beschikkingen 93/24/EEG en 93/244/EEG worden ingetrokken en moet één enkele beschikking worden vastgesteld betreffende aanvullende garanties ten aanzien van de ziekte van Aujeszky voor varkens in het intracommunautaire handelsverkeer en betreffende criteria voor de over deze ziekte te verstrekken gegevens.

    (8) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Veterinair Comité,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    Fok- of gebruiksvarkens die bestemd zijn voor de in de lijst van bijlage I vermelde lidstaten of regio's die vrij zijn van de ziekte van Aujeszky, en die uit een niet in die bijlage opgenomen lidstaat of regio afkomstig zijn, mogen worden verzonden als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    a) voor de ziekte van Aujeszky geldt in de lidstaat van oorsprong een aangifteplicht;

    b) een plan voor de bestrijding en de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky, dat beantwoordt aan de criteria van artikel 9, lid 1, van Richtlijn 64/432/EEG, wordt uitgevoerd onder toezicht van de bevoegde autoriteit. Voor het vervoer en de verplaatsing van varkens moeten passende maatregelen overeenkomstig dit plan worden toegepast om te voorkomen dat de ziekte wordt overgebracht tussen bedrijven met een verschillende status;

    c) inzake het bedrijf van oorsprong van de varkens:

    - mogen er in de voorbije twaalf maanden geen klinische, pathologische of serologische indicaties voor de ziekte van Aujeszky zijn waargenomen;

    - mogen in de bedrijven in een gebied van 5 km rond het bedrijf van oorsprong van de varkens in de voorbije twaalf maanden geen klinische, pathologische of serologische indicaties voor de ziekte van Aujeszky zijn waargenomen. Deze bepaling is echter niet van toepassing als in die bedrijven onder toezicht van de bevoegde autoriteit en overeenkomstig het onder b) genoemde plan regelmatig maatregelen ter bestrijding en uitroeiing van de ziekte zijn toegepast en die maatregelen effectief hebben voorkomen dat de ziekte naar het betrokken bedrijf werd overgebracht;

    - is de voorbije twaalf maanden niet tegen de ziekte van Aujeszky gevaccineerd;

    - zijn de varkens minstens twee keer met een tussenpoos van ten minste vier maanden onderworpen aan een serologisch onderzoek naar de aanwezigheid van ADV-gE-, ADV-gB- of ADV-gD-antilichamen of het volledige Aujeszky-virus. Uit dit onderzoek moet gebleken zijn dat de ziekte van Aujeszky niet aanwezig is en dat gevaccineerde varkens vrij zijn van gE-antilichamen;

    - zijn in de voorbije twaalf maanden geen varkens binnengebracht van bedrijven met een lagere gezondheidsstatus ten aanzien van de ziekte van Aujeszky, tenzij zij op de ziekte van Aujeszky zijn getest met negatief resultaat;

    d) de te verplaatsen varkens:

    - zijn niet gevaccineerd;

    - zijn in de 30 dagen vóór de verplaatsing in een door de bevoegde autoriteit goedgekeurde ruimte zodanig afgezonderd dat het risico van overbrenging van de ziekte op deze varkens uitgesloten is;

    - moeten sinds hun geboorte op het bedrijf van oorsprong of een bedrijf met een gelijkwaardige gezondheidsstatus zijn gehouden en moeten op het bedrijf van oorsprong gebleven zijn gedurende ten minste:

    i) 30 dagen in het geval van gebruiksvarkens;

    ii) 90 dagen in het geval van fokvarkens;

    - zijn met negatief resultaat onderworpen aan ten minste twee serologische tests op ADV-gB of ADV-gD of het volledige virus van de ziekte van Aujeszky met een tussentijd van ten minste 30 dagen. Voor minder dan vier maanden oude varkens kan echter een serologische test op ADV-gE worden gebruikt. De bemonstering voor de laatste test mag niet langer dan 15 dagen vóór de verzending worden uitgevoerd. Er moeten voldoende varkens in de isolatieinrichting worden getest om:

    i) in het geval van gebruiksvarkens, met 95 % zekerheid 2 % seroprevalentie in de isolatieinrichting te kunnen opsporen;

    ii) in het geval van gebruiksvarkens, met 95 % zekerheid 0,1 % seroprevalentie in de isolatieinrichting te kunnen opsporen.

    De eerste van de twee tests is echter overbodig als:

    i) in het kader van het onder b) vermelde plan in het bedrijf van oorsprong in de periode van de 170e tot de 45e dag vóór de verzending een serologisch onderzoek is verricht waaruit blijkt dat er geen antilichamen van de ziekte van Aujeszky aanwezig zijn en dat de gevaccineerde varkens vrij zijn van gE-antilichamen;

    ii) de te verplaatsen varkens sinds hun geboorte op het bedrijf van oorsprong zijn gehouden;

    iii) er geen varkens naar het bedrijf van oorsprong zijn verplaatst zolang de te verplaatsen varkens daar in afzondering werden gehouden.

    Artikel 2

    Slachtvarkens die bestemd zijn voor de in de lijst van bijlage I vermelde lidstaten of regio's die vrij zijn van de ziekte van Aujeszky, en die uit een niet in die bijlage opgenomen lidstaat of regio afkomstig zijn, mogen worden verzonden als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    a) voor de ziekte van Aujeszky geldt in de lidstaat van oorsprong een aangifteplicht;

    b) in de lidstaat of regio van oorsprong moet een plan voor de bestrijding en de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky dat beantwoordt aan de criteria van artikel 1, onder b), worden uitgevoerd;

    c) alle betrokken varkens moeten rechtstreeks naar het slachthuis van bestemming worden vervoerd en

    - afkomstig zijn van een bedrijf dat beantwoordt aan de voorwaarden van artikel 1, onder c), of

    - minstens 15 dagen vóór de verzending tegen de ziekte van Aujeszky gevaccineerd zijn, en afkomstig zijn van een bedrijf waar:

    i) in het kader van het onder b) vermelde plan in de voorbije twaalf maanden onder toezicht van de bevoegde autoriteit regelmatig maatregelen voor de bestrijding en de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky zijn toegepast;

    ii) zij ten minste gedurende de 30 dagen vóór de verzending gehouden zijn en waar geen klinische of pathologische indicaties voor de aanwezigheid van deze ziekte zijn waargenomen op het ogenblik dat het in artikel 7 bedoelde gezondheidscertificaat wordt opgesteld, of

    - niet gevaccineerd zijn en afkomstig zijn van een bedrijf waar:

    i) in het kader van het onder b) vermelde plan in de voorbije twaalf maanden onder toezicht van de bevoegde autoriteit regelmatig maatregelen voor de bestrijding en de uitroeiing van de ziekte zijn toegepast en in de voorbije zes maanden geen klinische, pathologische of serologische indicaties voor de ziekte van Aujeszky zijn waargenomen;

    ii) vaccinatie tegen de ziekte van Aujeszky en binnenbrengen van gevaccineerde varkens verboden is door de bevoegde autoriteit aangezien het bedrijf op weg is om de hoogste status ten aanzien van de ziekte van Aujeszky te bereiken overeenkomstig het onder b) bedoelde plan;

    iii) zij gedurende ten minste 90 dagen vóór de verzending gehouden zijn.

    Artikel 3

    Fokvarkens die bestemd zijn voor de in bijlage II vermelde lidstaten of regio's waar goedgekeurde programma's voor de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky worden uitgevoerd, moeten:

    a) afkomstig zijn uit in bijlage I vermelde lidstaten of regio's, of

    b) afkomstig zijn uit:

    - in bijlage II vermelde lidstaten of regio's en van

    - een bedrijf dat voldoet aan de vereisten van artikel 1, onder c), of

    c) aan de volgende voorwaarden voldoen:

    - voor de ziekte van Aujeszky geldt in de lidstaat van oorsprong een aangifteplicht;

    - in de lidstaat of regio van oorsprong moet een plan voor de controle op en de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky, dat aan de criteria van artikel 1, onder b), beantwoordt, worden uitgevoerd;

    - in het bedrijf van oorsprong van de betrokken varkens mogen in de voorbije twaalf maanden geen klinische, pathologische of serologische indicaties voor de ziekte van Aujeszky zijn waargenomen;

    - de varkens moeten in de 30 dagen vóór de verplaatsing zodanig in een door de bevoegde autoriteit goedgekeurde inrichting zijn afgezonderd dat overbrenging van de ziekte uitgesloten is;

    - een serologische test op de aanwezigheid van gE-antilichamen moet met negatief resultaat verricht zijn. De bemonstering voor de laatste test mag niet langer dan 15 dagen vóór de verzending worden uitgevoerd. Er moeten voldoende varkens worden getest om met 95 % zekerheid 2 % seroprevalentie te kunnen opsporen;

    - de varkens moeten sinds hun geboorte op het bedrijf van oorsprong of een bedrijf met een gelijkwaardige gezondheidsstatus zijn gehouden en moeten gedurende ten minste 90 dagen op het bedrijf van oorsprong gebleven zijn.

    Artikel 4

    Gebruiksvarkens die bestemd zijn voor de in bijlage II vermelde lidstaten of regio's, waar goedgekeurde programma's voor de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky worden uitgevoerd, moeten:

    a) afkomstig zijn uit in bijlage I vermelde lidstaten of regio's, of

    b) afkomstig zijn uit:

    - in bijlage II vermelde lidstaten of regio's en van

    - een bedrijf dat voldoet aan de vereisten van artikel 1, onder c), of

    c) aan de volgende voorwaarden voldoen:

    - voor de ziekte van Aujeszky geldt in de lidstaat van oorsprong een aangifteplicht;

    - in de lidstaat of regio van oorsprong moet een plan voor de controle op en de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky, dat aan de criteria van artikel 1, onder b), beantwoordt, worden uitgevoerd;

    - in het bedrijf van oorsprong van de betrokken varkens mogen in de voorbije twaalf maanden geen klinische, pathologische of serologische indicaties voor de ziekte van Aujeszky zijn waargenomen;

    - in het bedrijf van oorsprong is in de periode van de 170e tot de 45e dag vóór de verzending een serologisch onderzoek naar de ziekte van Aujeszky verricht waaruit blijkt dat de ziekte niet aanwezig is en dat de gevaccineerde varkens vrij zijn van gE-antilichamen;

    - de varkens moeten sinds hun geboorte op het bedrijf van oorsprong zijn gehouden of ten minste 30 dagen na de verplaatsing van een bedrijf met een gelijkwaardige gezondheidsstatus op een dergelijk bedrijf zijn gebleven waar een serologische test zoals bedoeld in het vierde streepje is verricht.

    Artikel 5

    De serologische tests die overeenkomstig deze beschikking worden uitgevoerd om de ziekte van Aujeszky bij varkens te controleren of op te sporen, moeten voldoen aan de in bijlage III vastgestelde normen.

    Artikel 6

    Onverminderd artikel 10, lid 3, van Richtlijn 64/432/EEG moeten gegevens over het optreden van de ziekte van Aujeszky, met inbegrip van gegevens over de programma's voor de controle op en de uitroeiing van de ziekte die in de in bijlage II vermelde lidstaten en in andere, niet in die bijlage vermelde lidstaten en regio's ten uitvoer worden gelegd, ten minste één keer per jaar door elke lidstaat worden ingediend overeenkomstig de in bijlage IV vastgestelde uniforme criteria.

    Artikel 7

    1. Onverminderd de communautaire regelgeving inzake gezondheidscertificaten moet de officiële dierenarts, voordat hij afdeling C van het bij Richtlijn 64/432/EEG vereiste gezondheidscertificaat invult voor varkens die voor in bijlage I of II vermelde lidstaten of regio's bestemd zijn,

    a) de gezondheidsstatus ten aanzien van de ziekte van Aujeszky aangeven van het bedrijf en van de lidstaat of de regio van oorsprong van de betrokken varkens;

    b) voor varkens die niet uit een ziektevrije lidstaat of regio afkomstig zijn, de gezondheidsstatus ten aanzien van de ziekte van Aujeszky aangeven van het bedrijf en van de lidstaat of de regio van bestemming van de betrokken varkens;

    c) aangeven of de betrokken varkens voldoen aan de in deze beschikking vastgestelde voorwaarden.

    2. Voor varkens die voor in bijlage I of II vermelde lidstaten of regio's bestemd zijn, moet de verklaring in afdeling C, punt 4, van het in lid 1 bedoelde gezondheidscertificaat als volgt worden ingevuld en aangevuld:

    a) bij het eerste streepje moet na het woord "ziekte:" "Aujeszky" worden toegevoegd;

    b) bij het tweede streepje moet worden verwezen naar deze beschikking. Op dezelfde regel moet tussen haakjes het voor de betrokken varkens geldende artikel van deze beschikking worden vermeld.

    Artikel 8

    De lidstaten moeten ervoor zorgen dat varkens die voor in bijlage I of II vermelde lidstaten of regio's bestemd zijn, tijdens het vervoer niet in contact komen met varkens met een andere of een onbekende gezondheidsstatus ten aanzien van de ziekte van Aujeszky.

    Artikel 9

    De Beschikkingen 93/24/EEG en 93/244/EEG worden ingetrokken op de in artikel 10 vastgestelde datum.

    Artikel 10

    Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 juli 2002.

    Artikel 11

    Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 23 juli 2001.

    Voor de Commissie

    David Byrne

    Lid van de Commissie

    (1) PB 121 van 29.7.1964, blz. 1977/64.

    (2) PB L 163 van 4.7.2000, blz. 35.

    (3) PB L 16 van 25.1.1993, blz. 18.

    (4) PB L 111 van 5.5.1993, blz. 21.

    BIJLAGE I

    Lidstaten en regio's daarvan die vrij zijn van de ziekte van Aujeszky en waar vaccinatie niet is toegestaan

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    BIJLAGE II

    Lidstaten of regio's daarvan waar goedgekeurde ziektebestrijdingsprogramma's ten uitvoer worden gelegd

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    BIJLAGE III

    Normen voor de serologische tests ten aanzien van de ziekte van Aujeszky - Protocol voor de Enzyme Linked Immunosorbent Assay (Elisa) voor de opsporing van antilichamen tegen het virus van de ziekte van Aujeszky (volledig virus), tegen glycoproteïne B (ADV-gB), tegen glycoproteïne D (ADV-gD) of tegen glycoproteïne E (ADV-gE)

    1. De in punt 2, onder d), genoemde instituten dienen de Elisa ADV-gE-tests en -testkits te evalueren op basis van de in punt 2, onder a), b) en c), vastgestelde criteria. De bevoegde autoriteit in elke lidstaat ziet erop toe dat alleen Elisa ADV-gE-testkits die aan deze normen voldoen, worden geregistreerd. De in punt 2, onder a) en b), bedoelde toetsing moet worden uitgevoerd voordat de test wordt goedgekeurd, en nadien moet voor elke batch ten minste de in punt 2, onder c), genoemde toetsing worden uitgevoerd.

    2. Standaardisering, gevoeligheid en specificiteit van de test

    a) De gevoeligheid van de test moet zodanig zijn dat met de onderstaande communautaire referentiesera een positief resultaat wordt verkregen:

    - communautair referentieserum ADV1 in een verdunning 1:8,

    - communautair referentieserum ADV-gE A,

    - communautair referentieserum ADV-gE B,

    - communautair referentieserum ADV-gE C,

    - communautair referentieserum ADV-gE D,

    - communautair referentieserum ADV-gE E,

    - communautair referentieserum ADV-gE F.

    b) De specificiteit van de test moet zodanig zijn dat met de onderstaande communautaire referentiesera een negatief resultaat wordt verkregen:

    - communautair referentieserum ADV-gE G,

    - communautair referentieserum ADV-gE H,

    - communautair referentieserum ADV-gE J,

    - communautair referentieserum ADV-gE K,

    - communautair referentieserum ADV-gE L,

    - communautair referentieserum ADV-gE M,

    - communautair referentieserum ADV-gE N,

    - communautair referentieserum ADV-gE O,

    - communautair referentieserum ADV-gE P,

    - communautair referentieserum ADV-gE Q.

    c) Bij de controle van de gehele batch moet met het communautaire referentieserum ADV1 een positief resultaat worden verkregen bij een verdunning 1:8 en met één van de onder b) vermelde communautaire referentiesera ADV-gE G tot en met ADV-gE Q een negatief resultaat.

    Bij de controle van de gehele batch van ADV-gB- en ADV-gD-testkits moet met het communautaire referentieserum ADV1 een positief resultaat worden verkregen bij een verdunning 1:2 en met het onder b) vermelde communautaire referentieserum Q een negatief resultaat.

    d) De hieronder genoemde instituten zijn bovendien verantwoordelijk voor de controle op de kwaliteit van de Elisa-methode in elke lidstaat en met name voor de productie en standaardisering van de nationale referentiesera aan de hand van de communautaire referentiesera.

    - België: Centrum voor onderzoek in diergeneeskunde en agrochemie, 1180 Brussel;

    - Denemarken: Statens veterinære Institut for Virusforskning, Lindholm, 4771 Kalvehave;

    - Duitsland: Bundesforschungsanstalt für Viruskrankheiten der Tiere, 16868 Wusterhausen;

    - Griekenland: Veterinary Institute of Infectious and Parasitic Diseases, 15310 Ag. Paraskevi;

    - Spanje: Laboratorio Central de Veterinaria de Algete, Madrid;

    - Frankrijk: École nationale vétérinaire, Alfort, 94704 Maisons-Alfort;

    - Ierland: Veterinary Research Laboratory, Abbotstown, Castleknock, Dublin 15;

    - Italië: Istituto Zooprofilattico Sperimentale della Lombardia e dell'Emilia-Romagna, Brescia;

    - Luxemburg: Laboratoire de médecine vétérinaire de l'État, 1020 Luxembourg;

    - Nederland: Instituut voor Veehouderij en Diergezondheid (ID-DLO), 8200 AB Lelystad;

    - Oostenrijk: Bundesanstalt für veterinärmedizinische Untersuchungen in Mödling, 2340 Mödling;

    - Portugal: Laboratório Nacional de Investigação Veterinária, 1500 Lisboa;

    - Finland: Eläinlääkintä - ja elintarviketutkimuslaitos, 00581 Helsinki;

    - Zweden: Statens veterinärmedicinska anstalt, 751 89 Uppsala;

    - Verenigd Koninkrijk: Veterinary Laboratory Agency, New Haw, Weybridge, Surrey KT15 3NB.

    BIJLAGE IV

    >PIC FILE= "L_2001215NL.005402.TIF">

    Top