Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52023DC0150

    Voorstel voor een ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING NR. 1 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2023 Technische aanpassingen naar aanleiding van de politieke akkoorden die over verschillende wetgevingsvoorstellen zijn bereikt, waaronder met betrekking tot REPowerEU, het mechanisme voor koolstofgrenscorrectie en het programma van de Unie voor beveiligde connectiviteit

    COM/2023/150 final

    Brussel, 16.3.2023

    COM(2023) 150 final

    2023/0080(BUD)

    Voorstel voor een

    ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING NR. 1
    BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2023

    Technische aanpassingen naar aanleiding van de politieke akkoorden die over verschillende wetgevingsvoorstellen zijn bereikt, waaronder met betrekking tot REPowerEU, het mechanisme voor koolstofgrenscorrectie en het programma van de Unie voor beveiligde connectiviteit


    Gezien:

    het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

    Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie 1 , dat op 1 juni 2021 in werking is getreden,

    Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (...) 2 , en met name artikel 44,

    de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2023, zoals vastgesteld op 23 november 2022 3 ,

    dient de Europese Commissie bij het Europees Parlement en de Raad het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1 bij de begroting 2023 in.

    WIJZIGINGEN IN DE STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

    De wijzigingen in de algemene staat van ontvangsten en afdeling III zijn beschikbaar via EUR-Lex ( https://eur-lex.europa.eu/budget/www/index-nl.htm ).

    Inhoudsopgave

    1.    Inleiding    

    2.    REPowerEU    

    3.    Mechanisme voor koolstofgrenscorrectie (CBAM)    

    4.    Programma van de Unie voor beveiligde connectiviteit    

    5.    Gedecentraliseerde agentschappen    

    5.1    Antiwitwasautoriteit    

    5.2    Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)    

    5.3    Bureau voor ondersteuning van het orgaan van Europese regulerende instanties voor elektronische communicatie (Berec-Bureau)    

    5.4    Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)    

    6.    Uitvoerende agentschappen    

    6.1    Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en digitaal beleid (Hadea)    

    7.    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS)    

    8.    Financiering    

    9.    Samenvatting per MFK-rubriek    



    TOELICHTING

    1.Inleiding

    Het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1 voor het jaar 2023 (OGB 1) heeft tot doel de nodige technische wijzigingen in de begroting 2023 aan te brengen die voortvloeien uit de politieke akkoorden die zijn bereikt over verschillende wetgevingsvoorstellen, met name met betrekking tot REPowerEU, het mechanisme voor koolstofgrenscorrectie (CBAM) en het programma van de Unie voor beveiligde connectiviteit.

    OGB 1 heeft met name betrekking op de volgende elementen:

    ·aanpassing van de begrotingsnomenclatuur en -toelichting na de vaststelling van het REPowerEU-plan 4 en de REPowerEU-verordening 5 met gerichte wijzigingen van de verordening tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (RRF) 6 , de richtlijn inzake het emissiehandelssysteem (ETS) 7 en de verordening tot oprichting van de reserve voor aanpassing aan de brexit (BAR) 8 ;

    ·overheveling van het beleidsbegrotingsonderdeel van het CBAM van rubriek 1 naar rubriek 3 van het meerjarig financieel kader (MFK), in overeenstemming met het definitieve akkoord dat het Europees Parlement en de Raad in december 2022 hebben bereikt over de invoering van het CBAM, en gelijktijdige aanpassing van de personeels- en andere administratieve kredieten in rubriek 7 overeenkomstig het herziene financieel memorandum;

    ·versterking van het programma voor beveiligde ruimtevaartconnectiviteit met een bedrag van 50 miljoen EUR aan vastleggingskredieten, teneinde de financiering van het programma voor de periode tot eind 2027 te voltooien 9 ;

    ·aanpassing van de EU-bijdrage en/of het personeelsbestand van de antiwitwasautoriteit (AMLA), het Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER), het Bureau voor ondersteuning van het Orgaan van Europese regulerende instanties voor elektronische communicatie (Berec) en het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) om rekening te houden met wijzigingen in hun mandaat;

    ·aanpassing van de personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en digitaal beleid (Hadea) om rekening te houden met een kleine wijziging in de personeelsstructuur van het uitvoerend agentschap;

    ·verhoging van de kredieten van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS) voor de financiering van proceskosten na een toename van het aantal rechtszaken in verband met de toepassing van de algemene verordening gegevensbescherming (AVG) 10 .

    In totaal komt het netto-effect van OGB 1 op de uitgaven neer op een verhoging van de vastleggingskredieten met 52,6 miljoen EUR. Er worden geen extra betalingskredieten gevraagd.

    2.REPowerEU

    De geopolitieke context is aanzienlijk veranderd sinds de vaststelling van de verordening tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit 11 . Om nieuwe uitdagingen aan te pakken, heeft de Commissie op 18 mei 2022 voorgesteld de slagkracht van de herstel- en veerkrachtfaciliteit te versterken door middel van het REPowerEU-plan.

    In de verordening 12 over het opnemen van specifieke REPowerEU-hoofdstukken in de herstel- en veerkrachtplannen zijn specifieke REPowerEU-doelstellingen vastgesteld die moeten worden aangepakt met de in de bestaande herstel- en veerkrachtplannen op te nemen investeringen en hervormingen. Daarnaast voorziet de verordening in aanvullende bronnen van specifieke financiering om de desbetreffende maatregelen te financieren. Hieronder vallen ook extra opbrengsten uit de veiling van rechten uit het emissiehandelssysteem uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG en uit vrijwillige overdrachten uit de reserve voor aanpassing aan de brexit (BAR). De aanvullende financiële steun in verband met de REPowerEU-hoofdstukken wordt bovenop de initiële financiële bijdrage uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en, in voorkomend geval, de steun via leningen uitbetaald volgens een gemeenschappelijk tijdschema voor de tranches.

    Op 1 februari 2023 13 heeft de Commissie nieuwe richtsnoeren voor de herstel- en veerkrachtplannen gepubliceerd. Om een snelle uitrol van REPowerEU-maatregelen te waarborgen, moeten de lidstaten ernaar streven hun gewijzigde herstel- en veerkrachtplannen met REPowerEU-hoofdstukken uiterlijk op 30 april 2023 in te dienen. Dit is vóór de voorgeschreven termijn van 31 augustus 2023, rekening houdend met het feit dat de uiterste datum voor de vastlegging van de beschikbare bedragen voor de resterende 30 % van de subsidietoewijzing eind 2023 is. Om de Commissie in staat te stellen de begrotingsvastleggingen tijdig na de vaststelling van de uitvoeringsbesluiten van de Raad te verrichten, stelt de Commissie voor alle nodige aanvullende aanpassingen in de begrotingsnomenclatuur en -toelichting in OGB 1 aan te brengen. Daarom stelt de Commissie voor een nieuw begrotingsonderdeel 16 02 04 “Herstel- en veerkrachtfaciliteit – Bijdrage uit de BAR” te creëren, en wel als volgt:

    EUR

    Begrotings-onderdeel

    Naam

    Vastleggings-kredieten

    Betalings-kredieten

    Afdeling III – Commissie

    16 02 04

    Herstel- en veerkrachtfaciliteit – Bijdrage uit de BAR

    p.m.

    p.m.

    Totaal    

    p.m.

    p.m.

    Daarnaast wordt voorgesteld begrotingsonderdeel 08 03 05 “Herstel- en veerkrachtfaciliteit – Bijdrage uit het Elfpo” te schrappen en ramingen op te nemen met betrekking tot de aanvullende financiering uit het REPowerEU-ETS voor begrotingshoofdstuk 06 02 – Herstel- en veerkrachtfaciliteit en instrument voor technische ondersteuning.

    De bijbehorende toelichting is opgenomen in de begrotingsbijlage.

    3.Mechanisme voor koolstofgrenscorrectie (CBAM)

    Het oorspronkelijke voorstel van de Commissie voor de instelling van het mechanisme voor koolstofgrenscorrectie (CBAM) 14 was gebaseerd op een gedecentraliseerd governancemodel met aanzienlijke betrokkenheid van de lidstaten bij de uitvoering van het mechanisme. Zoals uiteengezet in het oorspronkelijke financieel memorandum bij het voorstel, zou hiervoor een relatief bescheiden IT-systeem moeten worden ontwikkeld (dat de Commissie in de ontwerpbegroting 2023 wilde financieren uit rubriek 1 Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid) en zouden beperkte personele middelen bij de Commissie nodig zijn (maximaal acht posten in de personeelsformatie op volle kruissnelheid, te financieren uit rubriek 7 Europees openbaar bestuur).

    Het definitieve akkoord dat het Europees Parlement en de Raad in december 2022 hebben bereikt over de instelling van het mechanisme is echter gebaseerd op een gecentraliseerd governancemodel, dat een sterke betrokkenheid van de Commissie bij de uitvoering, de ontwikkeling en het onderhoud van een substantieel IT-systeem vereist. Tegelijkertijd hebben de medewetgevers niet gekozen voor de mogelijkheid om het CBAM te financieren uit externe bestemmingsontvangsten uit het emissiehandelssysteem. De hogere kosten voor het IT-systeem zullen dus moeten worden gefinancierd uit de marge onder het uitgavenmaximum van rubriek 3 (Natuurlijke hulpbronnen en milieu), terwijl het extra personeel van de Commissie zal moeten worden gefinancierd uit rubriek 7.

    Op 1 februari 2023 heeft de Commissie een herzien financieel memorandum bij het Europees Parlement en de Raad ingediend, waarin de budgettaire gevolgen van het nieuwe governancemodel voor de periode 2023-2027 worden uiteengezet. De Commissie stelt voor de gevolgen voor het begrotingsjaar 2023 op te nemen in OGB 1, met enkele kleine verlagingen van kredieten ten opzichte van de ramingen in het herziene financieel memorandum voor 2023. Gezien de noodzaak om de voorbereidingen voor het opzetten van het IT-systeem te versnellen, heeft de Commissie 7,7 miljoen EUR van de in het herziene financieel memorandum vastgestelde CBAM-behoeften kunnen dekken met kredieten die beschikbaar zijn in het kader van het Douane-programma en het Fiscalis-programma in 2023.

    Daarom stelt de Commissie voor een nieuw begrotingsonderdeel voor het CBAM in rubriek 3 te creëren met 4,1 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 1,6 miljoen EUR aan betalingskredieten, en het bestaande begrotingsonderdeel in rubriek 1 te schrappen, waarbij de kredieten worden toegevoegd aan de desbetreffende marge in rubriek 1, en wel als volgt:

    EUR

    Begrotings-onderdeel

    Naam

    Vastleggings-kredieten

    Betalings-kredieten

    Afdeling III – Commissie

    30 02 02

    Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 03 20 03 02)

    -2 250 000

    -2 250 000

    09 20 04 01

    Mechanisme voor koolstofgrenscorrectie

    4 150 000

    1 565 679

    Totaal    

    1 900 000

    -684 321

    Wat personeel betreft, was de Commissie ten volle bereid om in de initiële personeelsbehoeften van maximaal acht posten in het kader van het gedecentraliseerde governancemodel te voorzien door herschikking en herprioritering van middelen binnen de instelling, in overeenstemming met het stabiele personeelsbeleid dat de Commissie sinds het begin van het huidige MFK voert. Om het gecentraliseerde beheer van het CBAM op volle kruissnelheid te waarborgen, zullen naar schatting echter 90 personeelsleden nodig zijn, waarvan 16 posten en vier externe personeelsleden in 2023. Aangezien de Commissie de afgelopen jaren in het kader van haar stabiele personeelsbeleid heeft voorzien in de behoeften van andere prioritaire gebieden, zoals de COVID-19-respons, de energiecrisis en de uitgebreide werkzaamheden met betrekking tot Oekraïne, is het niet mogelijk om dergelijke grote aantallen personeelsleden door middel van herschikking te vinden zonder andere kritieke lopende activiteiten in gevaar te brengen. Om die reden heeft de Commissie op 1 februari 2023 een unilaterale verklaring afgelegd over de financiering van personele middelen voor het CBAM:

    “De Commissie herinnert eraan dat het definitieve akkoord dat de medewetgevers hebben bereikt over de instelling van het mechanisme voor koolstofgrenscorrectie (CBAM) aanzienlijk is geëvolueerd wat betreft de personele middelen die nodig zijn voor de uitvoering ervan binnen de Commissie, vergeleken met het financieel memorandum bij het oorspronkelijke voorstel (COM(2021) 564 final van 14.7.2021), dat gebaseerd was op een gedecentraliseerd uitvoeringsmodel.

    De aanvullende personele middelen van de Commissie die vereist zijn op grond van het definitieve akkoord dat door de medewetgevers is goedgekeurd, zullen de Commissie niet in staat stellen het beginsel van stabiele personeelsbezetting in acht te nemen; er zullen extra middelen nodig zijn, die door het Europees Parlement en de Raad moeten worden goedgekeurd tijdens de jaarlijkse begrotingsprocedure, samen met de bijbehorende begrotingskredieten.

    Zonder aanvullende middelen, zoals de externe bestemmingsontvangsten uit het ETS, is het niet gemakkelijk opties te vinden voor de financiering van de noodzakelijke administratieve uitgaven (personeel en IT) voor het CBAM. Rubriek 7 Europees openbaar bestuur van het meerjarig financieel kader 2021-2027 was gebaseerd op het beginsel van stabiele personeelsbezetting, en er is geen marge om extra ambtenaren te financieren.

    De marge in rubriek 3 Natuurlijke hulpbronnen en milieu kan in beginsel rekening houden met IT-gerelateerde uitgaven, binnen de grenzen ervan. De beperkte beschikbaarheid in het kader van deze rubriek zal het vermogen van de EU-begroting om nieuwe politieke prioriteiten te financieren, beperken.”

    Tegen deze achtergrond vraagt de Commissie nu om 16 extra posten in haar personeelsformatie en vier arbeidscontractanten in 2023, alsmede een bijbehorend bedrag van 1,5 miljoen EUR ter dekking van de administratieve uitgaven in rubriek 7, uitgaande van een gemiddelde aanwerving halverwege het jaar.

    Dit extra personeel zal taken uitvoeren die verband houden met zowel de uitvoering van het CBAM als het IT-project. 12 AD-posten zijn nodig om de werklast in 2023 aan te kunnen in verband met verschillende gedelegeerde en uitvoeringshandelingen, de methode voor de berekening van ingebedde emissies, het toezicht op de financiële verantwoordelijkheid en contracten en verslagen. De ambtenaren van de Commissie zullen ook de werking van het CBAM-systeem moeten evalueren en beoordelen en het IT-systeem moeten implementeren. Bovendien vereisen het strategische belang, de omvang en de complexiteit van het IT-project voor het CBAM een specifiek CBAM-IT-team dat wordt geraamd op in totaal 15 vte’s om de algehele uitvoering en verrichtingen van het project te beheren. De Commissie heeft hiertoe al zeven vte’s intern herschikt. In 2023 zijn dus nog eens acht vte’s nodig, waarvan vier AD-posten en vier arbeidscontractanten.

    EUR

    Begrotings-

    onderdeel

    Naam

    Vastleggings-kredieten

    Betalings-kredieten

    Afdeling III – Commissie

    20 01 02 01

    Salarissen en vergoedingen — Centrale diensten en vertegenwoordigingen

    764 000

    764 000

    20 01 02 02

    Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst — Centrale diensten en vertegenwoordigingen

    181 000

    181 000

    20 02 01 01

    Arbeidscontractanten

    122 591

    122 591

    20 02 06 01

    Dienstreizen en representatiekosten

    75 000

    75 000

    20 02 06 02

    Kosten voor vergaderingen, deskundigengroepen en conferenties

     200 000

     200 000

    20 02 06 03

    Vergaderingen van comités

    27 000 

    27 000 

    20 02 06 04

    Studies en raadplegingen

     100 000

     100 000

    Totaal    

    1 469 591

    1 469 591

    De geactualiseerde personeelsformatie is opgenomen in de budgettaire bijlage.

    4.Programma van de Unie voor beveiligde connectiviteit

    Tijdens de laatste trialoog op 23 november 2022 zijn de medewetgevers overeengekomen de financiering van het initiatief van de Unie voor beveiligde connectiviteit te verhogen met 50 miljoen EUR uit de niet-toegewezen marge onder het uitgavenmaximum van rubriek 1. Met het oog op de uitvoering van deze overeenkomst stelt de Commissie voor om in OGB 1 een bedrag van 50 miljoen EUR aan vastleggingskredieten op te nemen, hetgeen zal bijdragen tot de start van aanbestedingsprocedures in 2023. Het huidige niveau van de betalingskredieten in de begroting 2023 wordt toereikend geacht om de betalingsbehoeften van dit jaar te dekken.

    EUR

    Begrotings-onderdeel

    Naam

    Vastleggings-kredieten

    Betalings-kredieten

    Afdeling III – Commissie

    04 03 01

    Beveiligde connectiviteit van de Unie — Bijdrage uit rubriek 1

    50 000 000

    0

    Totaal    

    50 000 000

    0

    5.Gedecentraliseerde agentschappen

    5.1    Antiwitwasautoriteit

    Het voorstel van de Commissie tot oprichting van de antiwitwasautoriteit 15 voorzag in de start van de activiteiten in 2023. Overeenkomstig artikel 49 van het Financieel Reglement is het geplande bedrag van 1 085 270 EUR voor 2023 in de reserve opgenomen (titel “voorzieningen”). Omdat de onderhandelingen over het voorstel langer duren, zullen de activiteiten echter niet in 2023 van start gaan en kan het bedrag in de reserve derhalve worden geannuleerd. De marge in rubriek 1 zal dienovereenkomstig toenemen.

    EUR

    Begrotings-onderdeel

    Naam

    Vastleggings-kredieten

    Betalings-kredieten

    Afdeling III – Commissie

    30 02 02

    Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 03 10 05)

    - 1 085 270

    - 1 085 270

    Totaal    

    - 1 085 270

    - 1 085 270

    5.2    Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

    Voorgesteld wordt het mandaat van het Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) uit te breiden met de volgende twee nieuwe initiatieven.

    Ten eerste moet ACER overeenkomstig de verordening van de Raad inzake de bevordering van solidariteit via een betere coördinatie van de aankoop van gas, betrouwbare prijsbenchmarks en de uitwisseling van gas over de grenzen heen 16 een objectief prijsramingsinstrument – en in de loop der tijd een benchmark – voor de invoer van lng in de EU tot stand brengen door realtime-informatie over alle dagelijkse transacties te verzamelen. Om ACER in staat te stellen zijn nieuwe taken uit te voeren, stelt de Commissie voor de EU-bijdrage aan ACER in 2023 met 1,83 miljoen EUR te verhogen. Dit bedrag omvat de financiering van vijf extra posten in de personeelsformatie van het agentschap. Voorgesteld wordt de verhoging van de EU-bijdrage aan ACER te compenseren uit het CEF-energieprogramma.

    Ten tweede bepaalt de verordening van de Raad tot vaststelling van een marktcorrectiemechanisme om de burgers en de economie te beschermen tegen buitensporig hoge prijzen 17 dat ACER steun zal verlenen bij het monitoren, activeren en opschorten van het marktcorrectiemechanisme. Dit brengt extra taken mee, onder meer met betrekking tot de werking van de grondstoffenmarkten en de voorzieningszekerheid, die momenteel geen deel uitmaken van de rol van de Commissie. Om ACER in staat te stellen zijn nieuwe taken uit te voeren, stelt de Commissie voor de EU-bijdrage aan ACER in 2023 met 942 000 EUR te verhogen. Dit bedrag omvat de financiering van zes extra posten in de personeelsformatie van het agentschap. Voorgesteld wordt de verhoging van de EU-bijdrage aan ACER te compenseren uit het CEF-energieprogramma.

    Het algehele effect op de uitgaven is als volgt:

    EUR

    Begrotings-onderdeel

    Naam

    Vastleggings-kredieten

    Betalings-kredieten

    Afdeling III – Commissie

    02 10 06

    Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

    2 772 000

    2 772 000

    02 03 02

    CEF — Energie

    - 2 772 000

    - 2 772 000

    Totaal    

    0

    0

    De geactualiseerde personeelsformatie is opgenomen in de budgettaire bijlage.

    5.3    Bureau voor ondersteuning van het orgaan van Europese regulerende instanties voor elektronische communicatie (Berec-Bureau)

    Naar aanleiding van de moeilijkheden die het Bureau voor ondersteuning van het Orgaan van Europese regulerende instanties voor elektronische communicatie (Berec-Bureau) ondervindt bij het toewijzen van voldoende tijdelijke posten aan zijn kernfuncties op het gebied van beheer en administratie, stelt de Commissie voor één post aan de personeelsformatie toe te voegen. De extra post zal worden gefinancierd uit de bestaande EU-bijdrage.

    De geactualiseerde personeelsformatie is opgenomen in de budgettaire bijlage.

    5.4    Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

    In het voorstel van de Commissie voor een verordening inzake batterijen en afgedankte batterijen 18 is voorgesteld nieuwe taken toe te wijzen aan het Europees Agentschap voor chemische stoffen – Milieurichtlijnen en internationale verdragen (ECHA), waarvoor in 2023 naar verwachting 602 000 EUR nodig zou zijn, gecompenseerd uit het LIFE-programma. Overeenkomstig artikel 49 van het Financieel Reglement is dit bedrag in de reserve opgenomen (titel “voorzieningen”). Naar aanleiding van een herzien financieel memorandum worden de desbetreffende financiële gevolgen echter uitgesteld tot 2024. De Commissie stelt derhalve voor de toewijzing voor 2023 als volgt terug te geven aan het LIFE-programma:

    EUR

    Begrotings-onderdeel

    Naam

    Vastleggings-kredieten

    Betalings-kredieten

    Afdeling III – Commissie

    30 02 02

    Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 09 10 01)

    - 602 000

    - 602 000

    09 02 02

    Circulaire economie en levenskwaliteit

    602 000

    602 000

    Totaal    

    0

    0

    6.Uitvoerende agentschappen

    6.1    Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en digitaal beleid (Hadea)

    De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en digitaal beleid (Hadea) moet worden gewijzigd om rekening te houden met een wijziging in de personeelsstructuur van het agentschap. Daarom wordt verzocht om een budgettair neutrale opwaardering van één AST-post tot één AD-post, zonder gevolgen voor de administratieve uitgaven van het agentschap voor 2023.

    De geactualiseerde personeelsformatie is opgenomen in de budgettaire bijlage.

    7.Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS)

    Gezien de rol van de EDPS bij de toepassing van de algemene verordening gegevensbescherming 19 is een verhoging van zijn begroting met 300 000 EUR nodig voor de financiering van proceskosten na een toename van het aantal rechtszaken.

    Naarmate de nationale gegevensbeschermingsautoriteiten hun handhavingsactiviteiten ontwikkelen, zijn er meer geschillen die de tussenkomst van het Europees Comité voor gegevensbescherming (EPDB) vereisen, een unieke verantwoordelijkheid in het digitale regelgevingslandschap van de EU. Bindende besluiten van het EDPB spelen een essentiële rol bij het waarborgen van de correcte en consistente toepassing van de AVG door de nationale toezichthoudende autoriteiten. Bindende besluiten pakken grootschalige grensoverschrijdende kwesties aan en hebben meestal betrekking op complexe onderwerpen in verband met verwerkingsactiviteiten door grote spelers. Die besluiten worden dus voor het Gerecht aangevochten. De beroepen van de verwerkingsverantwoordelijke tegen wie het onderzoek is gericht, worden niet-ontvankelijk geacht naar aanleiding van de beschikking van het Gerecht van 7 december 2022 in zaak T-709/21, WhatsApp/EDPB. Tegen deze beschikking loopt echter momenteel een hoger beroep, zodat nog niet definitief zeker is dat het EDPB van deze stroom rechtszaken verlost is. Dit is afhankelijk van de vraag of het Hof van Justitie de beschikking van het Gerecht bevestigt.

    Binnenkort zullen nog meer beroepen worden ingesteld, en in maart 2023 zal het EDPB te maken hebben met negen rechtszaken tegelijk. In deze procedures zal het EDPB zich moeten laten bijstaan door een advocatenkantoor, aangezien het doorgaans gaat om nieuwe en/of complexe juridische kwesties inzake de uitlegging en toepassing van het EU-recht en van de AVG. Voor juridische bijstand is in 2023 naar raming in totaal 600 000 EUR aan kredieten nodig. Na een grondige beoordeling van de ruimte voor interne herschikking binnen titel 3 van de begroting van de EDPS blijkt dat 150 000 EUR uit andere begrotingsonderdelen kan worden herschikt. Omdat op het desbetreffende begrotingsonderdeel aanvankelijk al 150 000 EUR aan kredieten beschikbaar was, wordt voorgesteld de kredieten hiervoor met 300 000 EUR te verhogen.

    EUR

    Begrotings-onderdeel

    Naam

    Vastleggings-kredieten

    Betalings-kredieten

    Afdeling IX — Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

    3 0 4 5

    Externe consultancy en studies

    300 000

    300 000

    Totaal    

    300 000

    300 000

    8.Financiering

    In totaal komt het netto-effect van OGB 1 op de uitgaven neer op een verhoging van de vastleggingskredieten met 52,6 miljoen EUR. Er worden geen extra betalingskredieten gevraagd.



    9.Samenvatting per MFK-rubriek

    In EUR

     

    Begroting 2023

    Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1/2023

    Begroting 2023 (incl. OGB 1/2023)

    VK

    BK

    VK

    BK

    VK

    BK

    1.

    Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid

    21 548 391 859

    20 901 427 344

    46 664 730

    -3 335 270

    21 595 056 589

    20 898 092 074

     

    waarvan flexibiliteitsinstrument

     

     

     

     

     

     

     

    maximum

    21 727 000 000

     

     

     

    21 727 000 000

     

     

    marge

    178 608 141

     

    -46 664 730

     

    131 943 411

     

    2.

    Cohesie, veerkracht en waarden

    70 586 704 063

    58 058 661 399

     

     

    70 586 704 063

    58 058 661 399

     

    waarvan flexibiliteitsinstrument

    182 220 073

     

     

     

    182 220 073

     

     

    waarvan in het kader van het enkelvoudig marge-instrument artikel 11, lid 1, punt a)

    280 000 000

     

     

     

    280 000 000

     

     

    maximum

    70 137 000 000

     

     

     

    70 137 000 000

     

     

    marge

    12 516 010

     

     

     

    12 516 010

     

    2a.

    Economische, sociale en territoriale cohesie

    62 926 483 990

    50 874 959 229

     

     

    62 926 483 990

    50 874 959 229

     

    waarvan flexibiliteitsinstrument

     

     

     

     

     

     

     

    maximum

    62 939 000 000

     

     

     

    62 939 000 000

     

     

    marge

    12 516 010

     

     

     

    12 516 010

     

    2b.

    Veerkracht en waarden

    7 660 220 073

    7 183 702 170

     

     

    7 660 220 073

    7 183 702 170

     

    waarvan flexibiliteitsinstrument

    182 220 073

     

     

     

    182 220 073

     

     

    waarvan in het kader van het enkelvoudig marge-instrument artikel 11, lid 1, punt a)

    280 000 000

     

     

     

    280 000 000

     

     

    maximum

    7 198 000 000

     

     

     

    7 198 000 000

     

     

    marge

     

     

     

     

     

     

    3.

    Natuurlijke hulpbronnen en milieu

    57 259 258 225

    57 455 744 586

    4 150 000

    1 565 679

    57 263 408 225

    57 457 310 265

     

    waarvan flexibiliteitsinstrument

     

     

     

     

     

     

     

    maximum

    57 295 000 000

     

     

     

    57 295 000 000

     

     

    marge

    35 741 775

     

    -4 150 000

     

    31 591 775

     

     

    waarvan: marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen

    40 692 211

    40 698 181 356

     

     

    40 692 211

    40 698 181 356

     

    ELGF-submaximum

    41 518 000 000

     

     

     

    41 518 000 000

     

     

    afrondingsverschil uitgesloten voor de berekening van de submarge

    800 000

     

     

     

    800 000

     

     

    netto-overdracht tussen ELGF en Elfpo

    -825 800 000

     

     

     

    -825 800 000

     

     

    nettosaldo dat voor uitgaven uit het ELGF beschikbaar is (submaximum gecorrigeerd door overdrachten tussen het ELGF en het Elfpo)

    40 693 000 000

     

     

     

    40 693 000 000

     

     

    ELGF-submarge

    789 000

     

     

     

    789 000

     

    4.

    Migratie en grensbeheer

    3 727 311 518

    3 038 380 252

     

     

    3 727 311 518

    3 038 380 252

     

    waarvan flexibiliteitsinstrument

     

     

     

     

     

     

     

    maximum

    3 814 000 000

     

     

     

    3 814 000 000

     

     

    marge

    86 688 482

     

     

     

    86 688 482

     

    5.

    Veiligheid en defensie

    2 116 636 829

    1 208 374 612

     

     

    2 116 636 829

    1 208 374 612

     

    waarvan flexibiliteitsinstrument

    170 636 829

     

     

     

    170 636 829

     

     

    maximum

    1 946 000 000

     

     

     

    1 946 000 000

     

     

    marge

     

     

     

     

     

     

    6.

    Nabuurschap en de wereld

    17 211 879 478

    13 994 937 845

     

     

    17 211 879 478

    13 994 937 845

     

    waarvan flexibiliteitsinstrument

    882 879 478

     

     

     

    882 879 478

     

     

    maximum

    16 329 000 000

     

     

     

    16 329 000 000

     

     

    marge

     

     

     

     

     

     

    7.

    Europees openbaar bestuur

    11 311 349 927

    11 311 349 927

    1 769 591

    1 769 591

    11 313 119 518

    11 313 119 518

     

    waarvan flexibiliteitsinstrument

     

     

     

     

     

     

     

    maximum

    11 419 000 000

     

     

     

    11 419 000 000

     

     

    marge

    107 650 073

     

    -1 769 591

     

    105 880 482

     

     

    waarvan: administratieve uitgaven van de instellingen

    8 743 830 451

    8 743 830 451

    1 769 591

    1 769 591

    8 745 600 042

    8 745 600 042

     

    submaximum

    8 772 000 000

     

     

     

    8 772 000 000

     

     

    submarge

    28 169 549

     

    -1 769 591

     

    26 399 958

     

    Kredieten voor rubrieken

    183 761 531 899

    165 968 875 965

    52 584 321

    0

    183 814 116 220

    165 968 875 965

     

    maximum

    182 667 000 000

    168 575 000 000

     

     

    182 667 000 000

    168 575 000 000

     

    waarvan flexibiliteitsinstrument

    1 235 736 380

    948 114 733

     

     

    1 235 736 380

    948 114 733

     

    waarvan in het kader van het enkelvoudig marge-instrument artikel 11, lid 1, punt a)

    280 000 000

     

     

     

    280 000 000

     

     

    marge

    421 204 481

    3 554 238 768

    -52 584 321

    0

    368 620 160

    3 554 238 768

     

    Thematische speciale instrumenten

    2 855 153 029

    2 679 794 000

     

     

    2 855 153 029

    2 679 794 000

    Totaal kredieten

    186 616 684 928

    168 648 669 965

    52 584 321

    0

    186 669 269 249

    168 6-48 669 965

    (1)    Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (PB L 424 van 15.12.2020).
    (2)    Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018).
    (3)    PB L 58 van 23.2.2023.
    (4)    COM(2022) 230 van 18.5.2022.
    (5)    COM(2022) 231 van 18.5.2022.
    (6)    PB L 57 van 18.2.2021.
    (7)    Richtlijn 2003/87/EG.
    (8)    PB L 357 van 8.10.2021.
    (9)    COM(2022) 57 van 15.2.2022.
    (10)    PB L 119 van 4.5.2016.
    (11)    PB L 57 van 18.2.2021.
    (12)    COM(2022) 230 van 18.5.2022.
    (13)    C(2023)876 Bijlage.
    (14)    COM(2021) 564 van 14.7.2021.
    (15)    COM(2021) 421 van 20.7.2021.
    (16)    PB L 335 van 29.12.2022, blz. 1.
    (17)    PB L 335 van 29.12.2022, blz. 45.
    (18)    COM(2020) 798 van 10.12.2020.
    (19)    PB L 119 van 4.5.2016.
    Top