Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52020JC0004

GEZAMENLIJKE MEDEDELING AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Naar een brede strategie met Afrika

JOIN/2020/4 final

Brussel, 9.3.2020

JOIN(2020) 4 final

GEZAMENLIJKE MEDEDELING AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Naar een brede strategie met Afrika







Naar een brede strategie met Afrika

Afrika is de naaste buur van Europa. Afrika en de Europese Unie (EU) onderhouden talrijke en diepgaande banden als gevolg van de geschiedenis, nabijheid en gedeelde belangen. Met de 6e top tussen de Afrikaanse Unie (AU) en de EU en de afronding van de onderhandelingen over de nieuwe partnerschapsovereenkomst tussen de EU en de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan wordt 2020 een cruciaal jaar om onze ambitie van een nog sterker partnerschap te verwezenlijken. In Afrika bieden economische, politieke, sociale, technologische, demografische, klimatologische en ecologische veranderingen nieuwe vooruitzichten en uitdagingen. We moeten samenwerken met Afrika, ons zustercontinent, om samen de uitdagingen van de 21e eeuw aan te gaan, onze gemeenschappelijke belangen te behartigen en onze gemeenschappelijke toekomst verder vorm te geven.

Afrika heeft een zeer diverse bevolking van ruim 1 miljard inwoners en de jongste en snelst groeiende middenklasse ter wereld. Afrikaanse jongeren hebben het potentieel om de politieke, economische en sociale vooruitzichten van hun continent te veranderen, maar daartoe moeten zij toegang hebben tot waardig werk, een plek in de samenleving, sociale diensten en energie en infrastructuur, en moeten zij de toekomst van hun land actief mee kunnen bepalen. Met name Afrikaanse vrouwen zijn belangrijke stuwende krachten voor duurzame groei, ontwikkeling en vrede. Rekening houden met hun ambities zal bepalend zijn voor de toekomst van het continent.

Afrika kent gestage economische groei. In 2018 waren zes van de tien snelst groeiende economieën in de wereld Afrikaanse landen. Dertig Afrikaanse landen hebben een middelhoog of hoog inkomen. Dankzij de nieuwe kansen die ontstaan door de digitalisering, het demografisch dividend, goedkope hernieuwbare energie, de groene transitie en een koolstofarme, blauwe en circulaire economie kan de economische expansie van het continent de bredere sociale en menselijke ontwikkeling versnellen en stimuleren. Dit weerspiegelt de visie die is vervat in de transformatieve initiatieven van de Afrikaanse leiders, waaronder de Agenda 2063 van de Afrikaanse Unie, de vrijhandelsruimte op het Afrikaanse continent, het Afrikaanse visumvrije gebied, een eengemaakte Afrikaanse digitale markt en de eengemaakte Afrikaanse markt voor luchtvervoer.

Er blijft echter een aantal uitdagingen bestaan. 36 van de meest kwetsbare landen in de wereld bevinden zich in Afrika. Zij zijn vaak verzwakt door conflicten. Op het continent leven 390 miljoen mensen onder de armoedegrens. De groei was, met name als gevolg van bestuurlijke problemen, niet altijd inclusief. Net zoals de rest van de wereld wordt Afrika getroffen door de gevolgen van klimaatverandering, milieuaantasting en vervuiling. De EU en Afrika kunnen samenwerken om de kansen te grijpen en deze uitdagingen aan te gaan door stabiliteit, vrede, veiligheid, mensenrechten, democratie, gendergelijkheid, duurzame bestaansmiddelen en duurzame economische groei te bevorderen, op basis van gezonde ecosystemen, sociale samenhang en goed bestuur.

Om ervoor te zorgen dat ons partnerschap beide continenten ten goede komt, moet het gebaseerd zijn op duidelijk afgebakende respectieve en wederzijdse belangen en verantwoordelijkheden, en het brede karakter en de maturiteit van onze relatie weerspiegelen. Deze belangen zijn onder meer: ontwikkelen van een model voor groene groei; bevorderen van het ondernemings- en investeringsklimaat; stimuleren van onderwijs, onderzoek en innovatie, creëren van waardig werk en toegevoegde waarde door middel van duurzame investeringen; maximaliseren van de voordelen van regionale economische integratie en handel; zorgen voor voedselzekerheid en plattelandsontwikkeling; bestrijden van de klimaatverandering; zorgen voor toegang tot duurzame energie en beschermen van de biodiversiteit en de natuurlijke hulpbronnen; bevorderen van vrede en veiligheid; zorgen voor een goed beheer van migratie en mobiliteit; samenwerken op het wereldtoneel om de multilaterale, op regels gebaseerde orde te versterken, en universele waarden, mensenrechten, democratie, de rechtsstaat en gendergelijkheid te bevorderen.

Positieve ontwikkelingen op een bepaald gebied zijn afhankelijk van vorderingen op andere gebieden. Deze vorderingen kunnen slechts worden gemaakt door samen te werken op basis van gezamenlijke mondiale toezeggingen, zoals de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling, de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering en de Agenda 2063.

Het potentieel van Afrika wekt toenemende belangstelling bij vele spelers op het wereldtoneel. Dit is een welkome ontwikkeling aangezien Afrika zo meer opties heeft en er ruimte ontstaat voor synergieën. Het betekent ook dat Europa — waarbij de EU en haar lidstaten eendrachtig opereren — anders moet samenwerken met Afrika; daarbij moeten we ervoor zorgen dat onze stellingname overeenstemt met onze gemeenschappelijke belangen en moeten we een prominentere plaats geven aan waarden, kernbeginselen en goede regelgevingspraktijken. De EU en haar lidstaten zijn op alle gebied de grootste partners van Afrika, zowel op het vlak van investeringen als van handel, officiële ontwikkelingshulp en veiligheid. De bedoeling is dat dit betrouwbare veelzijdige langetermijnpartnerschap nu ook een sterke politieke alliantie wordt. Sterkere politieke, economische en culturele banden tussen Europa en Afrika zijn erg belangrijk in een multipolaire wereld waar collectieve actie hard nodig is. Nauwere samenwerking inzake multilaterale en mondiale vraagstukken zullen de kern vormen van ons gemeenschappelijk optreden.

Om de strategische alliantie van de EU met Afrika te versterken, stellen de Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor om besprekingen aan te gaan met Afrikaanse partners met als doel op de komende top tussen de EU en de AU gezamenlijk een nieuwe brede strategie van de EU met Afrika vast te stellen, die op vijf partnerschappen kan worden gebaseerd:

1.een partnerschap voor de groene transitie en toegang tot energie;

2.een partnerschap voor digitalisering;

3.een partnerschap voor duurzame groei en werkgelegenheid;

4.een partnerschap voor vrede en bestuur, en

5.een partnerschap inzake migratie en mobiliteit.

Deze nieuwe strategie en partnerschappen zijn in overeenstemming met de gemeenschappelijke prioriteiten die de EU en de Afrikaanse Unie tijdens de top in Abidjan in 2017 hebben bepaald. De strategie vloeit voort uit de zeer vruchtbare besprekingen tijdens de ontmoeting tussen de Europese Commissie en de Commissie van de Afrikaanse Unie die op 27 februari 2020 in Addis Abeba plaatsvond. Zij weerspiegelt de voorstellen van de EU voor de uitwisselingen met Afrikaanse partners die gaande zijn met het oog op de vaststelling van een agenda voor een gezamenlijk partnerschap tijdens de komende top tussen de EU en de AU in oktober 2020. De betrekkingen tussen de EU en Afrika worden voortgezet op bilateraal, regionaal en continentaal niveau.

I.Partners voor groene transitie en toegang tot energie

De strijd tegen de klimaatverandering en milieuaantasting is de bepalende taak van deze generatie. Europa en Afrika zijn dan ook bondgenoten in de ontwikkeling van duurzame energie, vervoeroplossingen, landbouw en circulaire en blauwe economieën die de economische groei van Afrika kunnen ondersteunen. Om de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling te verwezenlijken, moeten zowel de EU als Afrika, in overeenstemming met de Overeenkomst van Parijs, kiezen voor een koolstofarme, hulpbronnenefficiënte en klimaatbestendige toekomst. Afrikaanse landen zijn bijzonder kwetsbaar voor de klimaatverandering, die een bedreiging vormt voor de vooruitgang die wordt geboekt inzake duurzame ontwikkeling.

We moeten werken aan gezonde ecosystemen door de opwarming van de aarde te beperken en te stoppen, kwetsbaarheden weg te werken en zowel mensen als ecosystemen meer mogelijkheden te bieden om zich aan te passen. Daartoe moeten we meer inspanningen leveren om de klimaatverandering te matigen en onze weerbaarheid te vergroten, alsook voldoende en sociaal duurzame aanpassingsmaatregelen treffen.

Innovatie staat centraal om de groene transitie te stimuleren. Investeringen moeten daarom gericht zijn op het versterken van de wetenschappelijke capaciteit in Afrika door toegang te verlenen tot technologieën en deze aan te passen aan de lokale realiteit. Afrikaanse landen zullen zo een koolstofarm, klimaatbestendig traject kunnen volgen van ecologisch duurzame groei, waarbij inefficiënte technologieën worden vermeden en geen nieuwe investeringen in de opwekking van elektriciteit uit kolen worden gedaan, maar in plaats daarvan wordt ingezet op nieuwe hernieuwbare energiebronnen en de productie van waterstof. Handel moet ook de invoering van innovatieve en duurzame bedrijfsmodellen vergemakkelijken en een doorslaggevende factor worden bij de vormgeving van een klimaatneutrale toekomst.

Afrika herbergt een grote natuurlijke rijkdom, een unieke biodiversiteit en unieke ecosystemen zoals bossen. Dit biedt aanzienlijke mogelijkheden voor sociale en economische ontwikkeling en kan bijdragen tot duurzame, op de natuur gebaseerde oplossingen voor de matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering. Er bestaat echter ook een risico op overexploitatie en uitputting, naast de bedreigingen die uitgaan van niet-duurzame visserij en niet-duurzaam beheer van watervoorraden, milieuverontreiniging, woestijnvorming en in het geval van kustgebieden stijging van de zeespiegel.

Een schone circulaire economie met duurzame en eerlijke waardeketens zal van cruciaal belang zijn voor de transitie naar een duurzaam economisch model. Dit betekent dat de waarde van producten, materialen en hulpbronnen zo lang mogelijk blijft behouden in de economie. Het houdt ook in dat afval tot een minimum wordt beperkt en dat natuurlijke hulpbronnen, drinkwater en afvalwater duurzaam worden beheerd. Hiervoor moeten de EU en Afrika nauwer samenwerken aan een verantwoordelijke grondstoffensector en veilige en schone industriële waardeketens die ambitieuze milieu- en klimaatnormen respecteren.

Voor Afrikaanse steden is een belangrijke rol weggelegd in de transitie naar een groene economie; de EU moet de ontwikkeling van groene en slimme modellen voor steden en bedrijven in Afrika ondersteunen en zo de vervuiling aanpakken.

Om tegemoet te komen aan de behoeften van de groeiende bevolking en economie moet Afrika zijn energievoorziening tussen nu en 2040 verdubbelen en 600 miljoen mensen toegang bieden tot elektriciteit. Dit betekent dat de nadruk moet worden gelegd op veerkrachtige infrastructuur, schonere, duurzamere en veiligere toegang tot energie, maximaal gebruik van hernieuwbare energiebronnen, energietransitie en -efficiëntie in alle waardeketens, en regionale integratie voor energiezekerheid. De EU moet met Afrika een sterk partnerschap opbouwen op het gebied van duurzame energie, voor zowel de stad als het platteland.

De EU en Afrika moeten de krachten bundelen om de duurzameontwikkelingsdoelstelling inzake het uitbannen van honger te verwezenlijken en moeten de uitdagingen op het gebied van voeding en voedselzekerheid aanpakken door veilige en duurzame agrovoedingssystemen te stimuleren. Een partnerschap op het gebied van landbouw zou de ontwikkeling van milieuvriendelijke landbouwpraktijken, de lokale productie en biodiversiteit bevorderen. Dit omvat het vaststellen van sanitaire en fytosanitaire normen en de bescherming van natuurlijke hulpbronnen. De handel tussen de EU en Afrika speelt een essentiële rol bij de ondersteuning van de mogelijkheden voor duurzame voedselsystemen.

Tegelijkertijd vertegenwoordigt de voor de productie, verwerking en distributie van voedsel bestemde landbouw het leeuwendeel van de rechtstreekse werkgelegenheid en de inkomens in Afrika, met name in plattelandsgebieden, en draagt zo bij tot een evenwichtige territoriale ontwikkeling. De sector heeft het potentieel om werk te bieden aan een aanzienlijk deel van de 800 miljoen Afrikanen die de komende 30 jaar naar verwachting zullen toetreden tot de arbeidsmarkt 1 .

Actievoorstel 1 – Als partner met Afrika samenwerken om de voordelen van de groene transitie maximaal te benutten en de bedreigingen voor het milieu tot een minimum te beperken, met volledige inachtneming van de Overeenkomst van Parijs 2 . 

Daartoe wordt voorgesteld dat de EU de uitvoering van nationaal vastgestelde bijdragen steunt, ambitieuze langetermijnstrategieën voor het terugdringen van emissies helpt ontwerpen en bijdraagt aan de ontwikkeling van nationale aanpassingsplannen.

Door geïntegreerde nationale financieringskaders te steunen, blijft de EU landen helpen bij hun inspanningen om een breed scala van financieringsbronnen te mobiliseren en af te stemmen op hun prioriteiten voor duurzame ontwikkeling. De EU moet als partner met Afrika samenwerken op het vlak van groene financiering, duurzame energie en energie-efficiëntie door een initiatief inzake groene energie op te zetten dat voortbouwt op de aanbevelingen van het forum op hoog niveau voor investeringen in duurzame energie in Afrika. De EU en Afrika moeten ook ervaringen uitwisselen over het beheren van een sociaal rechtvaardige omschakeling op niet-fossiele brandstoffen.

De EU en Afrika moeten als partners betere oceaangovernance aanmoedigen, waaronder de ontwikkeling van duurzame visserij en een blauwe economie. De EU is bereid de strijd tegen illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij op te voeren om de ecologische bedreiging tegen te gaan die deze vormen van visserij betekenen voor de duurzaamheid van de visbestanden, de winst van de vissers en de kustgemeenschappen die zich aan de regels houden.

Tot slot moeten de EU en Afrika gezamenlijk actie ondernemen om bossen, water en mariene ecosystemen te beschermen en de druk erop te verminderen, en deze tegelijkertijd beter te beheren door illegale kap aan te pakken en milieucriminaliteit te bestrijden en aldus de oorzaken van het verlies aan biodiversiteit aan te pakken. Dit kan onder meer worden verwezenlijkt door een “NaturAfrica”-initiatief op te zetten.

II.Partners voor digitalisering

Door te investeren in infrastructuur en betrouwbare bronnen van elektriciteit moet iedereen toegang krijgen tot veilige en betaalbare digitale diensten. Daarnaast is het van cruciaal belang om een regelgevingsklimaat te scheppen voor concurrerende en geharmoniseerde regionale connectiviteitsmarkten. Om het potentieel van de digitalisering te kunnen aanboren, is een solide regelgevingskader vereist op gebieden zoals gegevens- en consumentenbescherming, digitale financiële diensten, cybercriminaliteit en e-governance. Er zijn specifieke beleidsmaatregelen nodig om ervoor te zorgen dat niemand achterblijft bij de digitalisering en dat vrouwen en gemarginaliseerde gemeenschappen op gelijke voet aan het digitale leven kunnen deelnemen.

Geschat wordt dat een toename van de digitale dekking met 10 % het bbp van Afrika met ruim 1 % kan doen stijgen. Door passende hervormingen en investeringen ter ondersteuning van de Afrikaanse ambities om een eengemaakte digitale markt voor Afrika tot stand te brengen, en voortbouwend op een nieuwe strategie voor digitale transformatie, kan Afrika de digitalisering gebruiken als een impuls voor groei in alle sectoren van de economie. Digitale infrastructuren en steun voor digitaal ondernemerschap en digitale innovatie hebben het potentieel om de broodnodige banen te scheppen voor de 15 tot 20 miljoen jongeren die elk jaar toetreden tot de arbeidsmarkt.

Digitalisering kan ook traditionele sectoren zoals landbouw moderniseren, betere toegang bieden tot hoogwaardige diensten, de overheidsinkomsten doen stijgen, en de publieke sector transparanter maken en ervoor zorgen dat deze meer verantwoording aflegt om het vertrouwen van het publiek in regeringen te vergroten. Digitalisering kan ook verandering teweegbrengen in de openbaredienstverlening zoals onderwijs, opleiding, energie en gezondheidszorg, door onder meer gezondheidsdiensten toegankelijker te maken voor mensen die wonen in afgelegen gebieden en door diagnostiek en behandeling te vergemakkelijken. Dankzij e-governance zullen consumenten en hun privacy worden beschermd en kan de strijd tegen corruptie worden opgevoerd. E‑commerce en digitale financiële diensten kunnen de economische integratie van Afrika stimuleren door de toegang tot goederen en diensten over het hele continent te verbeteren. Digitale diensten kunnen ook de toegang tot transactierekeningen en digitale financieringsoplossingen verbeteren voor bank-, verzekerings- of betalingsdiensten, waaronder geldovermakingen.

Overheidsdiensten moeten sneller de digitale omschakeling maken om waarde te kunnen creëren voor burgers en bedrijven in Europa en Afrika. Het is ook een essentieel element in het bereiken van de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling. Daartoe zou nauwere samenwerking bij de invoering van interoperabele digitale oplossingen nuttig zijn om de kloof op het gebied van digitale vaardigheden aan te pakken, het gebruik van open data te bevorderen, de cyberbeveiliging te versterken en nieuwe technologieën zoals kunstmatige intelligentie, blockchain en big data in te zetten. In dat verband is capaciteitsopbouw in de publieke sector van belang om de bredere agenda voor digitale transformatie te ondersteunen.

De digitalisering moet gepaard gaan met krachtige maatregelen om de veiligheid te waarborgen en te zorgen voor weerbaarheid tegen en afschrikking van cybercriminaliteit, met inbegrip van internationale samenwerking binnen de bestaande rechtskaders. De EU en Afrika moeten nauwer gaan samenwerken op dit gebied, onder meer om het gebruik van internet voor terrorisme en gewelddadig extremisme te voorkomen.

Er zal passende wetgeving en operationele capaciteit nodig zijn om op deze gebieden vooruitgang te boeken en de onlinebedreigingen voor de democratie en de mensenrechten te beperken. Wat de aanpak van desinformatie betreft, heeft de EU nuttige instrumenten ontwikkeld en zal zij nauw blijven samenwerken met haar Afrikaanse partners om gemeenschappelijke benaderingen te vinden en beste praktijken uit te wisselen.

In een digitale economie zijn betere digitale vaardigheden en geletterdheid nodig en bestaat grote vraag naar een gekwalificeerde lokale beroepsbevolking in alle sectoren die van de digitale transformatie kunnen profiteren. De mogelijkheden voor hoogwaardig onderwijs en hoogwaardige beroepsopleiding die door publieke en private instellingen worden aangeboden, moeten verder worden ontwikkeld.

Het gebruik van satellietgegevens en ruimtetechnologie draagt bij tot slim en veilig vervoer, groene steden, duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen en efficiënte landbouw. De open en gratis gegevens die door de ruimtevaartprogramma’s van de EU worden verstrekt, kunnen een impuls geven aan een beginnende Afrikaanse particuliere ruimtevaartsector, waardoor startende en kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) lokale innovatieve oplossingen en diensten kunnen ontwikkelen. De monitoring van natuurlijke hulpbronnen, bodembestemming, zoetwatervoorraden en van mariene en kustecosystemen met behulp van aardobservatie kan de beleids- en besluitvorming in Afrika ondersteunen.

Actievoorstel 2 – Als partner met Afrika samenwerken om de digitalisering van het continent te stimuleren 3 . 

Daartoe moet de nadruk worden gelegd op convergentie van de regelgeving, waaronder de versterking van de bescherming van persoonsgegevens, investeringen in cruciale duurzame sleutelinfrastructuur, de digitalisering van overheidsdiensten voor het aanbieden van e-diensten, meer onderwijs- en opleidingsmogelijkheden en meer veilige gegevensstromen. De EU moet ook haar samenwerking met Afrika voortzetten op het gebied van kunstmatige intelligentie, die op verantwoorde wijze moet worden ontwikkeld en gebruikt.

III.Partners voor duurzame groei en werkgelegenheid

Door hun hechte banden en geografische nabijheid zijn de EU en Afrika natuurlijke bondgenoten om inclusieve en duurzame economische groei op beide continenten tot stand te brengen. Er kunnen aanzienlijk meer economische kansen en waardige banen worden gecreëerd in Afrika en de EU indien zij op vier prioritaire gebieden gezamenlijk optreden:

a)handel en duurzame investeringen in Afrika bevorderen;

b)het ondernemings- en investeringsklimaat bevorderen;

c)de toegang tot hoogwaardig onderwijs en vaardigheden, onderzoek, innovatie, gezondheid en sociale rechten vergroten;

d)de regionale en continentale integratie stimuleren.

De Europese Green Deal 4 is niet alleen de nieuwe groeistrategie van de EU maar ook een plan om Europa als eerste continent klimaatneutraal te maken in 2050. Dankzij zijn enorme potentieel op het vlak van hernieuwbare energie en biodiversiteit bevindt Afrika zich in een uitzonderlijk goede positie om duurzame oplossingen te ontwikkelen en uit te voeren naarmate zijn economie groeit.

Voortbouwend op de eerste successen van de Afrikaans-Europese alliantie voor duurzame investeringen en banen en op de werkzaamheden van de gezamenlijke taskforces inzake de digitale economie, energie, vervoer en het Afrikaanse platteland, stelt de EU voor om de alliantie 5 de centrale pijler van de economische betrekkingen tussen de twee continenten te maken.

a.Duurzame investeringen

Publieke en particuliere investeringen zijn van cruciaal belang om ondernemerschap en duurzame economische diversificatie te stimuleren. De nadruk moet liggen op: hoogwaardige klimaatbestendige kerninfrastructuur; toegang tot financiering; betere gegevens om te helpen vaststellen op welke manieren nieuwe duurzame energiebronnen het meest efficiënt en effectief kunnen worden ingezet; de ontwikkeling van een particuliere sector die waarde toevoegt en veel economische groei en waardige banen kan scheppen. Met een totaalbedrag aan buitenlandse directe investeringen van 222 miljard EUR is de EU de grootste investeerder in Afrika, ruim vóór de VS (42 miljard EUR) en China (38 miljard EUR) 6 . Onder de koepel van de Afrikaans-Europese alliantie voor duurzame investeringen en banen zijn met EU-instrumenten zoals het mandaat voor externe leningen, de investeringsfaciliteit voor Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en, meer recentelijk, het Europees plan voor externe investeringen, aanzienlijke investeringen in Afrika mogelijk gemaakt.

Het gaat daarbij om investeringen in de sectoren vervoer, schone energie en landbouw en de ontwikkeling van de particuliere sector. Afrika en de EU moeten blijven samenwerken om dergelijke duurzame investeringen nog een versnelling hoger te schakelen.

Overeenkomstig het voorstel van de Commissie voor een instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI) 7 moet de EU de diverse financieringsinstrumenten van de EU ten volle kunnen inzetten, zoals begrotingsgaranties en blending in het kader van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling, die naar verwachting vanaf 2021 zullen worden uitgerold. In het kader van het voorgestelde NDICI zou de garantie voor extern optreden tot 60 miljard EUR aan garantieoperaties kunnen bieden om duurzame investeringen in de periode 2021-2027 te stimuleren, waarbij de nadruk in de eerste plaats op Afrika komt te liggen.

Deze operaties moeten worden uitgevoerd in gecoördineerde samenwerking met de Europese instellingen voor ontwikkelingsfinanciering. Samen hebben deze instellingen de sterkste aanwezigheid in Sub-Saharaans Afrika met een gecombineerde portefeuille die goed is voor een derde van alle activiteiten van de instellingen voor ontwikkelingsfinanciering en drie vierde van het meest risicoabsorberend kapitaal. Een meer gecoördineerde benadering tussen de financieringsinstrumenten van de EU en de Europese instellingen voor ontwikkelingsfinanciering zal de mobilisatie van private investeerders en binnenlandse middelen vergroten, de verschuiving naar meer verantwoordelijke en klimaatneutrale investeringen versnellen en de ontwikkeling van de particuliere sector in Afrika stimuleren.

b.

Regionale en continentale economische integratie

Vooruitgang boeken met de economische integratie op regionaal en continentaal niveau is een essentieel onderdeel van een samenhangende, duurzame economische strategie.

Wij zijn verheugd over de Afrikaanse continentale vrijhandelsovereenkomst, die sinds mei 2019 van kracht is aangezien zij een sterke impuls geeft aan de continentale integratie, en over het uiteindelijke doel: een continentale eengemaakte markt. Dit zal zorgen voor meer handel binnen Afrika, ook met landen in Noord-Afrika, diversificatie van de uitvoer, en betere productkwaliteit en -veiligheid.

Het bouwen van betrouwbare en duurzame energie-, vervoer- en digitale systemen op continentale schaal voor mensen, bedrijven en industrieën zal de ontwikkeling ondersteunen van waardeketens die kunnen bijdragen aan een vrijhandelsruimte op het Afrikaanse continent. De EU en de Afrikaanse Unie hebben allebei belang bij een stabiel, op regels gebaseerd multilateraal handelsstelsel waarin de Wereldhandelsorganisatie (WTO) centraal staat.

Actievoorstel 3 – Als partner met Afrika samenwerken aan een forse verhoging van ecologisch, sociaal en financieel duurzame investeringen die bestand zijn tegen de gevolgen van de klimaatverandering; de investeringsmogelijkheden bevorderen door innovatieve financieringsmechanismen meer ingang te doen vinden 8 , en de economische integratie op regionale en continentale schaal stimuleren, met name door middel van de Afrikaanse continentale vrijhandelsovereenkomst 9 .

Dit laatste zal worden bereikt door van de politieke, technische en financiële ondersteuning van de Afrikaanse continentale vrijhandelsovereenkomst (waarvoor de EU-steun reeds is gestegen van 12,5 miljoen EUR in 2014-2017 tot 60 miljoen EUR in 2018-2020) een topprioriteit te maken. Wij zijn bereid om onze ervaring met een douane-unie en eengemaakte markt te delen. Ook het vooruitzicht op lange termijn van een brede vrijhandelszone tussen de continenten zal een gunstig effect hebben op de samenwerking inzake strategische corridors die de handel en investeringen binnen Afrika en tussen Afrika en Europa vergemakkelijkt en duurzame, efficiënte en veilige connectiviteit tussen beide continenten verbetert. Ondernemersorganisaties in de EU kunnen een belangrijke rol spelen in het handelsforum dat in de marge van de komende top tussen de AU en de EU wordt georganiseerd. De instrumenten om dit te bereiken zijn samenwerking en dialoog, partnerschappen tussen bedrijven binnen kritieke waardeketens, en de verdieping van de economische partnerschapsovereenkomsten en andere handelsovereenkomsten van de EU met Afrikaanse partnerlanden.

* * De overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko over de wijziging van de Protocollen nrs. 1 en 4 van de Euro-mediterrane Associatieovereenkomst, die op 19 juli 2019 in werking is getreden, voorziet in de uitbreiding van de tariefpreferenties naar producten van oorsprong uit het niet-autonome grondgebied van de Westelijke Sahara.

c.Ondernemings- en investeringsklimaat

Particuliere investeringen stimuleren is van essentieel belang om duurzame economische groei en waardige werkgelegenheid te versnellen. Om het vertrouwen van investeerders in Afrika te vergroten, zal het van essentieel belang zijn te zorgen voor meer veiligheid en effectieve, transparante en stabiele regelgevingskaders in combinatie met facilitering en bescherming van investeringen, macro-economische stabiliteit, robuuste financiële stelsels, toegang tot krediet, innovatie en noodzakelijke gegevens ter ondersteuning van de groene transitie.

Daarnaast zijn ook beleidshervormingen van cruciaal belang op gebieden zoals bestuur, de rechtsstaat, het rechtsstelsel, beheer van de overheidsfinanciën (waaronder de kwaliteit en de doeltreffendheid van overheidsuitgaven), schuldbeheer, transparante overheidsopdrachten, mededinging, normen en handelsfacilitatie, investeringskaders en fiscaliteit voor ecologisch duurzame groei. Dit omvat ook de bestrijding van corruptie, fraude, illegale geldstromen, witwaspraktijken en terrorismefinanciering.

Actievoorstel 4 – Als partner met Afrika samenwerken om investeerders aan te trekken door Afrikaanse staten te ondersteunen bij het vaststellen van beleid en regelgevingshervormingen die het ondernemings- en investeringsklimaat verbeteren en daarbij een gelijk speelveld creëren voor bedrijven 10 .

In dit verband wordt voorgesteld dat de EU ambitieuzere regelingen ontwikkelt om investeringen in Afrika te faciliteren, aan te trekken en te ondersteunen. De EU moet het gebruik van platforms zoals het platform voor duurzaam ondernemerschap voor Afrika en het internationaal platform inzake duurzame financiering verder ontwikkelen. Daarnaast is het belangrijk om hervormingen van de regelgeving te stimuleren en de institutionele capaciteit van overheidsinstanties, ondernemersorganisaties en ondernemers, met inbegrip van sociale ondernemers, te versterken en tegelijkertijd de capaciteitsopbouw in verband met de toegang van kmo’s tot markten en financiering te vergroten. In dit verband moeten Europese ondernemersorganisaties ondernemerschap in Afrika blijven steunen.

De EU moet ook de regelgevingsdialoog met overheidsdiensten aanmoedigen om goede praktijken uit te wisselen. De dialoog over begrotingssteun moet een belangrijk instrument blijven om hervormingen te stimuleren. Tot slot zullen ook handelsovereenkomsten en investeringsbepalingen om duurzame investeringen aan te trekken, te faciliteren en te ondersteunen, bijdragen tot een beter ondernemingsklimaat.

d.Onderwijs, vaardigheden, onderzoek, innovatie, gezondheid en sociale rechten

Investeren in mensen, met name in jongeren, is van cruciaal belang om een nog sterker partnerschap tussen onze twee continenten tot stand te brengen. In de komende 15 jaar zullen naar verwachting ongeveer 375 miljoen jongeren in Afrika de werkzame leeftijd bereiken.

Momenteel volgt minder dan 10 % van de Afrikaanse jongeren tussen 18 en 24 jaar een vorm van postsecundair onderwijs of postsecundaire opleiding. Onderwijs, opleiding en vaardigheden voor jongeren, en hen voorbereiden op de nieuwe kansen die de toekomstige arbeidsmarkt biedt, is een gemeenschappelijke strategische prioriteit. Om ervoor te zorgen dat jonge vrouwen en mannen economische kansen ten volle kunnen benutten, moeten zij meer toegang krijgen tot hoogwaardig inclusief en billijk onderwijs, waaronder hoger onderwijs, en tot leer- en opleidingsmogelijkheden. Daarbij moet bijzondere aandacht worden besteed aan meisjes en vrouwen. Om de emancipatie van vrouwen te ondersteunen, moeten discriminerende regelgeving en praktijken worden weggenomen en moeten vrouwen toegang krijgen tot kennis, vaardigheden, microkredieten en financiering voor ondernemerschap.

Om de inzetbaarheid van afgestudeerden en hun ondernemingszin te vergroten, moeten de onderwijsstelsels ervoor zorgen dat de aangeleerde vaardigheden en leerresultaten beter worden afgestemd op de vraag op de arbeidsmarkt en in nieuwe opkomende sectoren, met name de digitale sector en de sector van groene en klimaatvriendelijke technologieën. Het zal ook van essentieel belang zijn om de samenwerking tussen de academische wereld, onderzoeksinstellingen en lokale ondernemingen aan te moedigen en innovatieve opleidingsmethoden te ondersteunen. Ook meer samenwerking in de culturele sector biedt vele mogelijkheden voor nieuwe banen en nauwere contacten tussen mensen.

Kansen op waardig werk zullen van essentieel belang zijn om het snel toenemende aantal Afrikaanse jongeren perspectieven te bieden. Dit gaat samen met een gezonde beroepsbevolking, een gezond milieu en fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden. Daarvoor moet met name aandacht worden besteed aan en worden gezorgd voor gezondheid en veiligheid op het werk, inclusieve socialebeschermingsstelsels, universele gezondheidszorg, toegang tot hoogwaardige gezondheidszorg, met inbegrip van gezinsplanning, en moeten ongelijkheid en discriminatie, kinderarbeid — met name in de landbouwsector — en dwangarbeid worden bestreden. Ook moet worden overgeschakeld van een informele economie naar een formele economie. In dit verband zal een doeltreffende sociale dialoog met overheidsdiensten en werknemers- en werkgeversorganisaties zowel het sociale als het zakelijke klimaat ten goede komen.

De EU en Afrika hebben er ook allebei belang bij dat meer wordt geïnvesteerd in basisgezondheidszorg, schoon water, huisvesting en de ontwikkeling van infrastructuur en capaciteit om uitbraken van ziekten aan te kunnen.

Actievoorstel 5 – Als partner met Afrika samenwerken om ervoor te zorgen dat leren, kennis en vaardigheden, en onderzoek en innovatie met name bij vrouwen en jongeren snel toenemen, om de sociale rechten te verbeteren en te beschermen en kinderarbeid uit te roeien 11 .

Voorgesteld wordt dat de EU de academische en wetenschappelijke samenwerking met Afrika opvoert, onder meer op het gebied van technisch en beroepsonderwijs en -opleiding, en door de ontwikkeling van vaardigheden (ook in samenwerking met EU-bedrijven) om een kennismaatschappij en -economie tot stand te brengen. De EU moet de mobiliteit van studenten, docenten, opleiders en onderzoekers vergemakkelijken. Zij moet ook de capaciteitsopbouw binnen Afrika, hoogwaardige opleidingen voor docenten en de ontwikkeling van de onderzoeks- en innovatiecapaciteit ondersteunen, en daarbij de interactie benutten tussen onderwijs, wetenschap, technologie en innovatie met het oog op beter leren. Daarnaast moet de EU ernaar streven om de dialoog over werk aan te gaan met Afrikaanse landen om de sociale rechten te beschermen en met name kinderarbeid uit te bannen. De EU stelt voor meer steun te bieden voor de versterking van de gezondheidsstelsels.

IV.Partners voor vrede, veiligheid, bestuur en veerkracht

Zorgen voor duurzame vrede en veiligheid in Afrika is evenzeer in het belang van Afrika als van de EU. Vrede en veiligheid zijn essentiële voorwaarden voor duurzame ontwikkeling.

Hoewel de doelstelling is om in heel Afrika vrede en veiligheid te bewerkstelligen, moet prioriteit worden gegeven aan de regio’s waar de spanningen het hoogst zijn. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt hoofdzakelijk bij de Afrikaanse staten, met steun van regionale en continentale organisaties, omdat zij in de eerste plaats zelf moeten zorgen voor hun eigen veiligheid. De EU is echter bereid haar steun aan Afrika in samenwerking met de internationale gemeenschap aanzienlijk op te voeren. Veerkracht moet met name de kern vormen van de inspanningen van Afrika en de EU om een oplossing te vinden voor aanhoudende conflicten en kwetsbaarheid.

Het zijn niet langer conflicten tussen staten die aan de basis liggen van de instabiliteit in Afrika, wel de afgenomen controle van de staat over grond en maritieme gebieden, minder sociale cohesie, binnenlands extremisme, conflicten tussen gemeenschappen, de verspreiding van gewapende groepen en terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, waaronder cybercriminaliteit. De klimaatverandering, meer concurrentie om natuurlijke hulpbronnen, milieuproblemen, het gebrek aan sociale basisvoorzieningen, pandemieën en andere bedreigingen voor de gezondheid zijn extra bronnen van instabiliteit.

Regeringen worden geacht om de politieke en economische verwachtingen van het groeiende aantal jongeren in te lossen, onder meer met betrekking tot mensenrechten; het verwaarlozen van de mensenrechten verergert de latente spanningen tussen gemeenschappen.

a.Vrede en veiligheid

Hoewel het partnerschap EU-Afrika inzake vrede en veiligheid een groot aantal goede resultaten heeft opgeleverd die met name in het memorandum van overeenstemming tussen de EU en de AU inzake vrede, veiligheid en goed bestuur zijn beschreven, moeten we onze samenwerking aanzienlijk opvoeren gezien de complexiteit van de inspanningen en de verslechterende situatie in bepaalde regio’s. Dit houdt ook samenwerking met internationale partners in, met name de Verenigde Naties. Het door de AU geleide initiatief “Silencing the Guns” is in dit verband belangrijk.

De instrumenten van de EU en de capaciteit van Afrika moeten verder op elkaar worden afgestemd. Er bestaat een duidelijke behoefte om onze samenwerking te herzien en deze op een meer strategische en op maat gesneden manier verder te versterken op basis van wederzijdse toezeggingen, verantwoordingsplicht en zeggenschap. Ondanks de vooruitgang die is geboekt met het vredesfonds van de AU blijft de financiering van door Afrika geleide vredesmissies, onder meer via door de VN vastgestelde bijdragen, een kwestie die moet worden aangepakt. De EU en Afrika moeten ook de manier waarop zij in kwetsbare gebieden samenwerken, aanpassen zodat hun optreden kan wegen op het bestuur op lokaal niveau.

In de huidige geïntegreerde aanpak van de EU wordt het volledige scala van instrumenten ingezet, waaronder politieke topdiplomatie, regelmatig overleg, bemiddeling inzake conflictpreventie en ‑oplossing, beperkende maatregelen en samenwerking inzake terrorismebestrijding, de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit, waaronder mensenhandel, en maritieme beveiliging. Via de Vredesfaciliteit voor Afrika 12 steunt de EU door Afrika geleide vredesoperaties en de Afrikaanse vredes- en veiligheidsarchitectuur (African Peace and Security Architecture — APSA). Op operationeel niveau leveren missies in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) en andere operaties van de EU-lidstaten op het gebied van veiligheid en defensie een tastbare bijdrage aan de vrede en veiligheid in de Sahel, de Hoorn van Afrika, de Golf van Guinee, het Tsjaadbekken en de Centraal-Afrikaanse Republiek.

Actievoorstel 6 – Als partner met Afrika samenwerken om Afrikaanse landen meer en aangepaste EU-steun te bieden bij hun inspanningen voor vrede door middel van meer gestructureerde en strategische vormen van samenwerking, met bijzondere aandacht voor de regio’s die het kwetsbaarst zijn en waar de spanningen het hoogst oplopen 13 .

Om onze doelstellingen te bereiken, zal in topontmoetingen en bij diplomatie op hoog niveau de meeste aandacht uitgaan naar met name de ontwikkeling van strategieën en concrete maatregelen voor het oplossen van de crises in onder andere Libië, de Sahel, het gebied van de Grote Meren en de Hoorn van Afrika. De EU stelt voor om de inspanningen van haar Afrikaanse partners te ondersteunen zodat zij het volledige spectrum van uitdagingen kunnen aanpakken en hun algemene veerkracht kunnen vergroten. De EU stelt ook voor de capaciteit van Afrika op het gebied van defensie en veiligheid te ondersteunen, door de voorgestelde Europese Vredesfaciliteit in te zetten en gebruik te maken van haar GVDB-missies en van veiligheids- en defensiegerelateerde instrumenten, zodat Afrikaanse actoren de uitdagingen op het gebied van veiligheid en defensie waarmee zij in de praktijk te maken hebben, beter kunnen aanpakken. De EU stelt voor om haar huidige inspanningen inzake de eerbiediging van de mensenrechten, de bescherming van burgers en het internationaal humanitair recht, op te voeren. De acties zullen worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met de EU-lidstaten, de Afrikaanse Unie, Afrikaanse regionale organisaties, de VN en andere belangrijke partners, onder meer door middel van trilaterale samenwerking tussen de EU, de AU en de VN. Er zal ook bijzondere aandacht worden besteed aan de uitvoering van de agenda voor vrouwen, vrede en veiligheid en de agenda voor jongeren, vrede en veiligheid.

De EU moet de Afrikaanse landen meer en aangepaste steun bieden bij hun inspanningen voor vrede, en daarbij de nadruk leggen op een geïntegreerde aanpak van conflicten en crises, waarbij zij in alle stadia van de conflictcyclus optreedt, investeert in de strijd tegen radicalisering, in oplossing en stabilisering, en humanitaire en ontwikkelingshulp en inspanningen op het vlak van vrede en veiligheid beter koppelt.

b.Governance, democratie, mensenrechten en de rechtsstaat

Veiligheid en ontwikkeling kunnen alleen duurzaam zijn op de lange termijn als deze worden geschraagd door volledige eerbiediging van de mensenrechten — zonder discriminatie op welke grond dan ook 14 —, democratische beginselen, gendergelijkheid en de rechtsstaat. De EU en de Afrikaanse landen erkennen dat alle mensenrechten universeel, ondeelbaar en onderling afhankelijk en verbonden zijn, en zetten zich daarom in voor de bevordering en bescherming van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden wereldwijd.

Goed bestuur, doeltreffend en inclusief economisch, sociaal, onderwijs- en gezondheidsbeleid, gelijke toegang tot sociale basisvoorzieningen, gelijke toegang tot en eerlijke herverdeling van middelen, gelijke toegang tot justitie en open en inclusieve samenlevingen bevorderen vrede en stabiliteit, fungeren als basis voor banen en groei en trekken investeringen aan. Daarbij verdient de waarborging en bescherming van de rechten van het kind bijzondere aandacht.

Actievoorstel 7 – Als partner met Afrika samenwerken inzake de integratie van goed bestuur, democratie, mensenrechten, de rechtsstaat en gendergelijkheid in onze acties en samenwerking 15 .

Eerbiediging van de universele mensenrechten — zij het politieke, burgerlijke, economische, sociale of culturele rechten — blijft een essentieel kenmerk van ons partnerschap met alle relevante actoren en ondersteunende grote initiatieven zoals de “African Governance Architecture”. Er zal worden gekozen voor een meer strategische en gestructureerde benadering van de politieke dialogen met Afrikaanse landen over mensenrechten, in aanvulling op regelmatig overleg met Afrikaanse regionale organisaties en de gevestigde mensenrechtendialoog tussen de AU en de EU.

De EU wil geloofwaardige, inclusieve en transparante verkiezingen en democratische processen blijven ondersteunen, onder meer door een betere coördinatie tussen de AU en de EU inzake verkiezingswaarnemingmissies en de follow-up daarvan. De EU is ook voornemens de samenwerking op het gebied van democratisch bestuur en de rechtsstaat op beide continenten op te voeren, onder meer op het vlak van verantwoordingsplicht en transparantie van overheidsinstellingen, onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak en de strijd tegen corruptie, grensoverschrijdende criminaliteit en mensenhandel.

De EU moet concrete initiatieven ter versterking van maatschappelijke organisaties en verdedigers van de mensenrechten steunen om een einde te maken aan straffeloosheid, verhaal voor slachtoffers te waarborgen en verzoening te bevorderen. Er zullen initiatieven worden genomen voor en met vrouwen en jongeren (waaronder kinderen), om hun economische emancipatie te ondersteunen, ervoor te zorgen dat zij actief worden betrokken bij de besluitvormingsprocessen van het maatschappelijke en politieke leven, seksuele en reproductieve gezondheid en rechten te bevorderen, en alle vormen van geweld tegen vrouwen en meisjes, waaronder conflictgerelateerd seksueel en gendergerelateerd geweld, te voorkomen en uit te bannen.

c.    Veerkracht

Veerkracht, vrede, veiligheid en governance zijn nauw met elkaar verbonden. Daarom moet de EU met Afrikaanse belanghebbenden als partners samenwerken om de veerkracht te vergroten, rekening houdend met het volledige spectrum van uitdagingen gaande van de onderliggende oorzaken van conflicten tot de impact van crises. Dit zal worden bereikt door meer EU-steun te bieden voor de vredesinspanningen in Afrika door middel van een geïntegreerde benadering in alle fasen van conflict- en crisiscycli. Dit omvat inspanningen op het gebied van preventie, oplossing en stabilisering door middel van doelgerichte acties op het gebied van humanitaire en ontwikkelingshulp, vrede en veiligheid, in overeenstemming met hun meerwaarde en de respectieve mandaten.

Actievoorstel 8 – Als partner met Afrika samenwerken om de veerkracht te bestendigen door humanitaire en ontwikkelingshulp en interventies op het vlak van vrede en veiligheid te koppelen in alle fasen van conflicten en crises.

V.Partners inzake migratie en mobiliteit

Demografische ontwikkelingen, het verlangen naar economische kansen en politieke stabiliteit, het ontvluchten van crises en conflicten, en aanpassing aan de klimaatverandering en milieuaantasting hebben allemaal tot gevolg dat de omvang van migratie en gedwongen ontheemding beide continenten tegelijk problemen en mogelijkheden zal blijven opleveren.

Goed geregelde migratie en mobiliteit kunnen een positief effect hebben op de landen van herkomst, doorreis en bestemming. De Afrikaanse migratie- en mobiliteitsstromen vinden grotendeels plaats binnen Afrika en zowel op regionaal als continentaal niveau worden regelingen voor vrij verkeer toegepast. In sommige lidstaten van de Afrikaanse Unie verblijft een aanzienlijk aantal migranten, vluchtelingen en gedwongen ontheemden; deze landen hebben dus te maken met aanzienlijke problemen en mogelijkheden. Migratie stelt ook de EU-lidstaten voor problemen en mogelijkheden.

Sinds 2015 hebben de EU en de Afrikaanse landen een gezamenlijke aanpak ontwikkeld voor het beheer van migratie en mobiliteit 16 . Dankzij deze aanpak is het aantal irreguliere binnenkomsten in Europa verminderd, is de samenwerking bij de bestrijding van migrantensmokkel verbeterd en zijn duurzamere benaderingen ontwikkeld met betrekking tot vluchtelingen in gastlanden in Afrika.

Er blijven echter grote uitdagingen bestaan. In Sub-Saharaans Afrika verblijft meer dan een kwart van alle vluchtelingen in de wereld. Gevaarlijke reizen en pogingen om de Middellandse Zee over te steken, blijven mensenlevens eisen en criminele activiteiten voeden. Om deze uitdagingen het hoofd te bieden, hebben Afrika en de EU behoefte aan een evenwichtige, samenhangende en brede aanpak van migratie en mobiliteit, die gestoeld is op de beginselen van solidariteit, partnerschap en gedeelde verantwoordelijkheid en op de eerbiediging van de mensenrechten en het internationaal recht. Duurzaam en effectief migratiebeheer moet het gezamenlijke doel zijn voor de EU en haar Afrikaanse partners.

Bij alle activiteiten zal de EU bijzondere aandacht blijven besteden aan de eerbiediging van haar kernwaarden en in het bijzonder aan de inachtneming van de bijzondere behoeften van personen in kwetsbare situaties, waaronder vrouwen, kinderen, niet-begeleide minderjarigen en personen met een beperking.

De bescherming van personen in nood zoals vluchtelingen, intern ontheemden en andere kwetsbare ontheemden, moet een gemeenschappelijke prioriteit blijven. De EU blijft vastbesloten haar Afrikaanse partners te helpen de vluchtelingencrises aan te pakken en duurzame oplossingen te vinden voor vluchtelingen in de gastlanden. De EU moet evenzeer haar inspanningen voortzetten om mensen die internationale bescherming nodig hebben, te hervestigen.

Er moet meer worden gedaan om irreguliere migratie te voorkomen en een einde te maken aan het verlies van mensenlevens op zee. Dit houdt onder meer in dat de strijd tegen migrantensmokkel moet worden opgevoerd en toegespitst op de rol van criminele netwerken, en dat parallel daaraan mensenhandel moet worden bestreden. Capaciteitsopbouw voor effectief migratiebeheer, waaronder doeltreffend grensbeheer, is van bijzonder groot belang, en de EU moet de Afrikaanse partners op dit gebied blijven steunen. Daarnaast zijn verdere maatregelen nodig om de diepere oorzaken van irreguliere migratie en gedwongen ontheemding aan te pakken, voortbouwend op de uiteenlopende vormen van ondersteuning die via het EU-trustfonds voor Afrika worden verleend.

De samenwerking op het gebied van terugkeer en overname en de effectieve terugkeerpercentages moeten worden verbeterd. De EU en Afrika moeten werk maken van efficiëntere en duurzamere mechanismen, onder meer door middel van steun voor vrijwillige terugkeer en door overnameovereenkomsten te sluiten en effectief uit te voeren. Terugkeer moet gepaard gaan met duurzame re-integratie in de landen van herkomst.

Tegelijkertijd kan meer samenwerking op het gebied van legale migratie aanzienlijke wederzijdse voordelen opleveren en werkgelegenheid creëren die aansluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt op beide continenten. Projecten met Afrikaanse landen op het gebied van legale en circulaire migratie en arbeidsmobiliteit en inspanningen ter verbetering van de ontwikkelingsvoordelen van migratie, onder meer via de facilitering van geldovermakingen, zouden in belangrijke mate kunnen bijdragen aan reguliere en veilige migratie en mobiliteit.

Actievoorstel 9 – Als partner met Afrika samenwerken om te zorgen voor een evenwichtige, samenhangende en brede aanpak van migratie en mobiliteit 17 .

Dit zal worden verwezenlijkt door migratie en mobiliteit op evenwichtige wijze op alle niveaus te integreren in ons algemene partnerschap. Wij zullen streven naar een totaalbenadering waarbij de hele route in aanmerking wordt genomen en wij samenwerken met de landen van herkomst, doorreis en bestemming. Ook zullen wij sterk de nadruk leggen op een verbetering van het migratiebeheer en van het vermogen van de partnerlanden om hun grenzen beter te beheren, en op de versterking van capaciteit en van op feiten gebaseerde samenwerking.

Op continentaal niveau stelt de EU voor om een gemeenschappelijk kader vast te stellen voor de intercontinentale dialoog over migratie en mobiliteit en om de trilaterale samenwerking tussen de AU, de EU en de VN op basis van de succesvolle ervaringen van de Task Force Migratie verder te versterken. Op regionaal niveau stelt de EU voor om samen met de AU, de VN, de EU-lidstaten en regionale organisaties vorderingen te maken met de uitvoering van het gezamenlijk actieplan van Valletta, het proces van Khartoem en het proces van Rabat.

Op bilateraal niveau moet de EU dialogen en partnerschappen op maat ontwikkelen als onderdeel van haar algemene relatie met Afrikaanse landen. Het is belangrijk ervoor te zorgen dat de bestaande en toekomstige samenwerkingskaders complementair zijn en meerwaarde hebben.

VI.Conclusie: samen werken aan de uitvoering van het partnerschap

Om de hierboven uiteengezette ambities te verwezenlijken en het nieuwe partnerschap effectief uit te voeren, moeten de EU en Afrika manieren vinden om nauwer samen te werken.

a.Op mondiaal niveau: op regels gebaseerd multilateralisme versterken

De Afrikaanse Unie en de EU komen op voor de op internationale regels gebaseerde orde en het multilaterale stelsel waarin de Verenigde Naties centraal staan 18 . Wij delen de overtuiging dat de wereldwijde uitdagingen niet door een land apart of een groep van landen kunnen worden opgelost. Wereldwijde samenwerking en regionale integratie bieden de beste garanties voor internationale stabiliteit en economische groei. Daarom hebben we er allebei belang bij om samen te werken op het gebied van multilateralisme en gemeenschappelijke agenda’s (zoals klimaatactie, governance van de digitalisering enz.) die alleen samen effectief kunnen worden aangepakt. Afrika en Europa hebben samen het grootste aantal stemmen in de VN. Door de krachten te bundelen, hebben we belangrijke internationale overeenkomsten bewerkstelligd, zoals de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling met de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling, en de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering, en wij zijn vastbesloten deze uit te voeren. Deze aanpak zou ook in de verschillende gespecialiseerde agentschappen van de VN moeten worden nagestreefd. Afrika en de EU moeten elke kans aangrijpen om effectief te blijven samenwerken op alle strategische gebieden van wederzijds belang binnen alle drie de pijlers van de VN, en er waar nodig voor zorgen dat wordt samengewerkt en dat de standpunten op elkaar worden afgestemd. Wij moeten ook in alle andere multilaterale fora, zoals de G20 en de Wereldhandelsorganisatie (WTO) als partners samenwerken en onze standpunten op elkaar trachten af te stemmen.

Alle lidstaten van de EU en van de Afrikaanse Unie moeten collectief werken aan en pleiten voor ondersteuning van de op regels gebaseerde internationale orde en het multilaterale stelsel. In een wereld waar de concurrentie steeds harder wordt, waar ideeën vrij circuleren en waarden onder druk komen te staan, zullen wij bijzondere aandacht besteden aan publieksdiplomatie ter ondersteuning van multilateralisme op beide continenten en in de hele wereld, door ons te richten op jongeren, academici en andere belanghebbenden die gezamenlijk de toekomstige wereldorde vormgeven.

Actievoorstel 10 – Als partner met Afrika samenwerken om de op internationale regels gebaseerde orde en het multilaterale stelsel met de Verenigde Naties als centraal element te versterken 19 .

Regelmatige politieke dialogen met Afrikaanse tegenpartijen over samenwerking in het multilaterale systeem op bilateraal niveau en binnen de VN moeten betrekking hebben op kwesties gaande van nieuwe mondiale uitdagingen tot samenwerking inzake aangelegenheden die verband houden met de VN-Veiligheidsraad. De EU moet ernaar streven om op gebieden van wederzijds belang een meer gestructureerde trilaterale samenwerking tussen de AU, de EU en de VN tot stand te brengen. Zij moet ook de noodzakelijke hervormingen en de modernisering van bestaande multilaterale instellingen ondersteunen om ervoor te zorgen dat zij toegerust zijn voor hun taak. Ter ondersteuning van de inspanningen om de stem van Afrika luider te laten klinken in de VN, in internationale financiële instellingen en andere multilaterale organisaties, steunt de EU het verzoek van de AU voor een versterkte waarnemersstatus in de WTO.

b.Op bilateraal niveau: intensiever samenwerken met Afrika

De topontmoetingen tussen de staatshoofden en regeringsleiders van de AU en de EU en de ministeriële bijeenkomsten zullen politieke sturing geven aan de samenwerking van de EU met Afrika. Er moet worden gezorgd voor samenhang tussen deze strategie en de juridisch bindende overeenkomsten tussen de EU en Afrikaanse landen, zowel via het protocol voor de landen van Afrika ten zuiden van de Sahara in het kader van de nieuwe partnerschapsovereenkomst tussen de EU en de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, als via de associatieovereenkomsten tussen de EU en Noord-Afrikaanse landen. Deze samenhang kan worden bereikt door voort te bouwen op de bestaande governancestructuren zoals topontmoetingen, ministeriële bijeenkomsten, bijeenkomsten tussen de Europese Commissie en de Commissie van de AU, de Politieke Commissie en de Commissie Vrede en Veiligheid. Er moet ook een dialoog worden aangegaan met belangrijke actoren, zoals jongeren, vrouwen, leiders uit het bedrijfsleven, het maatschappelijk middenveld, de academische wereld en denktanks 20 . De EU moet bereid zijn om het door de AU geïnitieerde proces van institutionele hervorming te ondersteunen. De EU moet ook met de diaspora’s blijven samenwerken om de verschillende manieren waarop zij kunnen bijdragen, te verbeteren.

Naast formele dialogen moeten de EU en Afrika zoeken naar manieren om de intermenselijke contacten te intensiveren door middel van uitwisselingsprogramma’s, gezamenlijke onderzoeksactiviteiten of jumelageinitiatieven tussen academische en culturele instellingen, de particuliere sector, bedrijven, agentschappen en nutsbedrijven, parlementen, lokale overheden of steden en regio’s. De EU stelt voor met haar Afrikaanse partners samen te werken om de kwetsbaarheid te verminderen, de veerkracht te vergroten en de instrumenten waarover zij beschikt op coherente wijze te gebruiken. De instanties moeten de politieke en beleidsdialoog ondersteunen door specifieke deskundigheid snel in te zetten en kennisplatforms op te richten die toegankelijk zijn voor de verschillende belanghebbenden. De succesvolle ervaring met de bedrijfstakspecifieke taskforces die in het kader van de Afrikaans-Europese alliantie voor duurzame investeringen en banen zijn opgezet, moet worden voortgezet en eventueel worden herhaald. De uitwisseling van beste praktijken en deskundigheid moet worden bevorderd.

c.Aan EU-kant: eendrachtig optreden en middelen mobiliseren

De EU blijft de grootste partner van Afrika op het gebied van investeringen, handel en ontwikkeling. Om ervoor te zorgen dat de verregaande samenwerking van de EU met Afrika de verwachte resultaten oplevert, moet de EU zorgen voor sterkere strategische en operationele coördinatie en gezamenlijke actie op het niveau van de centrale diensten en de partnerlanden met de EU-lidstaten en andere actoren, zoals de particuliere sector, instellingen voor ontwikkelingsfinanciering, banken, uitvoeringsagentschappen voor ontwikkelingsfinanciering, exportkredietinstellingen, lokale overheden, maatschappelijke organisaties of culturele, onderwijs- en onderzoeksinstellingen. De belangrijke deelname aan en werkzaamheden van de EU en haar lidstaten in internationale financiële instellingen beter benutten en coördineren, is van cruciaal belang. Lopende inspanningen, zoals de “beter samenwerken”-benadering via gezamenlijke programmering en uitvoering, ondersteunen reeds een coherente en gecoördineerde Europese strategische aanpak op nationaal niveau.

De ingezette middelen moeten evenredig zijn met het strategisch belang van het partnerschap tussen de EU en Afrika. De Commissie stelde voor dat het nieuwe instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking vanaf 2021 meer dan 60 % van de middelen die het ter beschikking heeft, toewijst aan Sub-Saharaans Afrika en de buurlanden van de EU.

Overeenkomstig het beginsel “eerst het beleid” moet de EU haar instrumenten inzetten in volledige overeenstemming met de doelstellingen, normen en regels van het externe beleid van de EU, en in samenhang met het interne beleid.

In overeenstemming met de actieagenda van Addis Abeba moet de EU intensiever samenwerken met de lidstaten en instellingen van de EU, met inbegrip van de Europese instellingen voor ontwikkelingsfinanciering, om particuliere financiering aan te trekken. Om internationale investeerders aan te trekken, moet de EU het voortouw blijven nemen bij innovatieve inspanningen om een financieel systeem op te zetten dat duurzame groei ondersteunt. Daarbij zal de EU voortbouwen op initiatieven zoals het plan voor externe investeringen, de Afrikaans-Europese alliantie voor duurzame investeringen en banen en het internationaal platform inzake duurzame financiering.

Het succes van het partnerschap tussen Afrika en de EU zal worden gemeten aan de hand van de concrete uitkomsten van de in dit document uiteengezette acties en van de tastbare resultaten die het partnerschap voor de burgers op beide continenten zal hebben opgeleverd.

Samengevat wordt voorgesteld dat de EU en Afrika als partners de volgende 10 acties ondernemen:

1.de voordelen van de transitie naar een groene economie maximaal benutten en de bedreigingen voor het milieu tot een minimum beperken, met volledige inachtneming van de Overeenkomst van Parijs;

2.de digitalisering van het continent stimuleren;

3.ecologisch, sociaal en financieel duurzame investeringen die bestand zijn tegen de gevolgen van de klimaatverandering fors verhogen; de investeringsmogelijkheden bevorderen door innovatieve financieringsmechanismen meer ingang te doen vinden; en de economische integratie op regionale en continentale schaal stimuleren, met name door middel van de Afrikaanse continentale vrijhandelsovereenkomst;

4.investeerders aantrekken door Afrikaanse staten te ondersteunen bij het vaststellen van beleid en regelgevingshervormingen die het ondernemings- en investeringsklimaat verbeteren en daarbij een gelijk speelveld creëren voor bedrijven; 

5.ervoor zorgen dat leren, kennis en vaardigheden, en onderzoek en innovatie met name bij vrouwen en jongeren snel toenemen, de sociale rechten verbeteren en beschermen en kinderarbeid uitroeien;

6.Afrikaanse landen meer en aangepaste EU-steun bieden bij hun inspanningen voor vrede door middel van meer gestructureerde en strategische vormen van samenwerking, met bijzondere aandacht voor de meest kwetsbare regio’s;

7.goed bestuur, democratie, mensenrechten, de rechtsstaat en gendergelijkheid integreren in onze acties en samenwerking;

8.veerkracht bestendigen door humanitaire en ontwikkelingshulp en interventies op het vlak van vrede en veiligheid te koppelen in alle fasen van conflicten en crises;

9.zorgen voor evenwichtige, samenhangende en brede partnerschappen op het gebied van mobiliteit en migratie;

10.de op internationale regels gebaseerde orde en het multilaterale stelsel versterken en daarbij de Verenigde Naties centraal stellen.

(1)

UNDESA, world population prospects 2017.

(2)

Dit actievoorstel sluit aan bij de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling nrs. 2 (geen honger), 6 (schoon water), 7 (betaalbare en schone energie), 8 (goede werkgelegenheid en economische groei), 9 (industrie, innovatie en infrastructuur), 11 (duurzame steden en gemeenschappen), 12 (verantwoorde consumptie en productie), 13 (klimaatmaatregelen), 14 (leven onder water), en 15 (leven op het land).

(3)

Dit actievoorstel sluit aan bij de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling nrs. 4 (hoogwaardig onderwijs), 5 (gendergelijkheid) en 9 (industrie, innovatie en infrastructuur).

(4)

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank, 11 december 2019, COM(2019) 640 final.

(5)

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad en de Raad over een nieuwe Afrikaans-Europese alliantie voor duurzame investeringen en banen: ons partnerschap voor investeringen en banen naar een hoger niveau tillen, 12 september 2018, COM(2018) 643 final.

(6)

 Conferentie van de Verenigde Naties inzake handel en ontwikkeling, “World Investment Report” 2018, cijfers van 2016.

(7)

Voorstel van de Commissie voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking, 14 juni 2018, COM(2018) 460 final.

(8)

Dit actievoorstel sluit aan bij de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling nrs. 1 (geen armoede), 2 (geen honger), 7 (betaalbare en schone energie), 8 (goede werkgelegenheid en economische groei), en 9 (industrie, innovatie en infrastructuur).

(9)

Dit actievoorstel sluit aan bij de doelstelling voor duurzame ontwikkeling nr. 8 (goede werkgelegenheid en economische groei).

(10)

Dit actievoorstel sluit aan bij de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling nrs. 1 (geen armoede), 9 (industrie, innovatie en infrastructuur) en 16 (vrede, gerechtigheid en sterke instellingen).

(11)

Dit actievoorstel sluit aan bij de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling nrs. 1 (geen armoede), 3 (goede gezondheid en welzijn), 4 (hoogwaardig onderwijs), 5 (gendergelijkheid), 8 (goede werkgelegenheid en economische groei) en 10 (minder ongelijkheid).

(12)

Hiervoor heeft de EU sinds 2004 3,5 miljard EUR uitgetrokken.

(13)

Dit actievoorstel sluit aan bij de doelstelling voor duurzame ontwikkeling nr. 16 (vrede, gerechtigheid en sterke instellingen).

(14)

Zoals op grond van geslacht, ras, etnische of sociale afkomst, godsdienst of overtuiging, politieke of andere denkbeelden, handicap, leeftijd, seksuele gerichtheid en genderidentiteit.

(15)

Dit actievoorstel sluit aan bij de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling nrs. 5 (gendergelijkheid), 10 (ongelijkheid) en 16 (vrede, gerechtigheid en sterke instellingen).

(16)

Het gaat daarbij onder meer om het gezamenlijke actieplan van Valletta, het proces van Khartoem en het proces van Rabat, het EU-partnerschapskader inzake migratie voor bilaterale betrekkingen met partnerlanden, de gezamenlijke trilaterale taskforce inzake migratie tussen de AU, de EU en de VN, en de toezegging om een gezamenlijk kader te ontwikkelen voor de dialoog tussen de continenten over migratie en mobiliteit.

(17)

Dit actievoorstel sluit aan bij de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling nrs. 1 (geen armoede) en 10 (ongelijkheid).

(18)

Zoals weerspiegeld in het Verdrag betreffende de Europese Unie, de Agenda 2063 van de Afrikaanse Unie, de integrale strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU en de Europese consensus inzake ontwikkeling.

(19)

Dit actievoorstel sluit aan bij de doelstelling voor duurzame ontwikkeling nr. 17 (partnerschap).

(20)

De bedrijfstakspecifieke beleidsdialogen in het kader van de Afrikaans-Europese alliantie (over de digitale economie, vervoer, landbouw en het platteland en investeringen in duurzame energie) bieden een model dat moet worden verdiept en uitgebreid, bijvoorbeeld met betrekking tot de groene transitie.

Top