EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52018PC0143

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1343/2011 tot vaststelling van een aantal bepalingen voor de visserij in het GFCM-overeenkomstgebied (General Fisheries Commission for the Mediterranean – Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee)

COM/2018/0143 final - 2018/069 (COD)

Brussel,22.3.2018

COM(2018) 143 final

2018/0069(COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1343/2011 tot vaststelling van een aantal bepalingen voor de visserij in het GFCM-overeenkomstgebied (General Fisheries Commission for the Mediterranean – Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee)


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het voorstel is erop gericht een aantal maatregelen die de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (GFCM) op haar jaarvergaderingen van 2015, 2016 en 2017 heeft vastgesteld, in het recht van de Unie om te zetten. De GFCM is een regionale organisatie voor visserijbeheer die is ingesteld krachtens artikel XIV van de oprichtingsakte van de FAO. De belangrijkste doelstellingen ervan zijn de bevordering van de ontwikkeling, de instandhouding, het rationele beheer en het optimale gebruik van levende mariene hulpbronnen en de duurzame ontwikkeling van de aquacultuur in de Middellandse Zee, de Zwarte Zee en de daarmee in verbinding staande wateren. De GFCM heeft de bevoegdheid om bindende besluiten ("aanbevelingen") vast te stellen in haar bevoegdheidsgebied. Die handelingen zijn hoofdzakelijk gericht tot de overeenkomstsluitende partijen, maar kunnen ook verplichtingen bevatten voor exploitanten (bijvoorbeeld de kapitein van een vaartuig). De aanbevelingen worden bindend binnen 120 dagen na de eerste kennisgeving, op voorwaarde dat er geen bezwaren zijn ingediend.

De EU en tien lidstaten (Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Frankrijk, Griekenland, Italië, Malta, Slovenië, Spanje en Roemenië) zijn overeenkomstsluitende partijen bij de GFCM-overeenkomst. Voor zover de inhoud van de GFCM-aanbevelingen niet of slechts ten dele wordt gedekt door bestaand recht van de Unie, is de omzetting van de ter zake toepasselijke GFCM-bepalingen noodzakelijk om ervoor te zorgen dat deze in de Europese Unie overal op uniforme en doeltreffende wijze worden toegepast.

De laatste omzetting van de GFCM-besluiten werd verricht door middel van Verordening (EU) nr. 1343/2011 1 , zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2015/2102 2 . Bij het onderhavige voorstel worden in die rechtshandeling door middel van wijzigingen de om te zetten maatregelen ingevoegd.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het voorstel is in overeenstemming met het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB). Het heeft betrekking op instandhoudingsmaatregelen, beheersmaatregelen, monitoring-, controle- en bewakingsmaatregelen en maatregelen ter bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij. Deze maatregelen betreffen heek en roze diepzeegarnaal in het Kanaal van Sicilië, tarbot in de Zwarte Zee, zeebrasem in de Zee van Alborán en rood koraal. Het voorstel stelt ook een voor de visserij beperkt gebied in de Adriatische Zee (Jabuka/Pomo Pit-gebied) vast. Deze maatregelen gaan verder dan de bestaande EU-regelgeving.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Artikel 43, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Subsidiariteit

Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie valt.

Evenredigheid

De voorgestelde tekst garandeert de omzetting van de betrokken GFCM-maatregelen in het recht van de Unie en gaat niet verder dan nodig is om het gestelde doel te bereiken.

Keuze van het instrument

Voorgesteld instrument: Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van een bestaande verordening.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden ongeschikt zijn: een verordening moet worden gewijzigd bij een verordening.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Het was niet nodig belanghebbende partijen te raadplegen of een effectbeoordeling uit te voeren.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De voorgestelde maatregel brengt geen extra uitgaven voor de Unie mee.

2018/0069 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1343/2011 tot vaststelling van een aantal bepalingen voor de visserij in het GFCM-overeenkomstgebied (General Fisheries Commission for the Mediterranean – Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)De overeenkomst tot vaststelling van de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee ("de GFCM-overeenkomst") biedt een adequaat kader voor multilaterale samenwerking ter bevordering van de ontwikkeling, de instandhouding, het rationele beheer en het optimale gebruik van levende mariene hulpbronnen in de Middellandse en de Zwarte Zee op een niveau dat als duurzaam wordt beschouwd en waarbij het risico van ineenstorting gering is.

(2)De Europese Unie en Bulgarije, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Cyprus, Malta, Roemenië en Slovenië zijn overeenkomstsluitende partijen bij de GFCM-overeenkomst.

(3)De door de GFCM aangenomen aanbevelingen zijn bindend voor de overeenkomstsluitende partijen. Aangezien de Unie een overeenkomstsluitende partij is bij de GFCM-overeenkomst, zijn deze aanbevelingen bindend voor de Unie en moeten zij derhalve in het recht van de Unie worden omgezet, tenzij de inhoud ervan daardoor al wordt gedekt.

(4)Verordening (EU) nr. 1343/2011 van het Europees Parlement en de Raad stelt bepaalde voorschriften vast voor de visserij in het GFCM-overeenkomstgebied. Het is de passende wetgevingshandeling ter omzetting van de inhoud van de door de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (GFCM) vastgestelde GFCM-aanbevelingen die nog niet door het recht van de Unie worden gedekt.

(5)Tijdens haar jaarvergadering in 2015 heeft de GFCM Aanbeveling GFCM/39/2015/2 inzake de vaststelling van een reeks minimumnormen voor de bodemtrawlvisserij op demersale bestanden in het Kanaal van Sicilië aangenomen. Deze normen omvatten technische instandhoudingsmaatregelen voor roze diepzeegarnaal (Parapenaeus longirostris) en heek (Merluccius merluccius). Delen van deze maatregelen zijn reeds opgenomen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad 3 inzake de minimuminstandhoudingsreferentiegrootten van de betrokken soorten. De in Aanbeveling 39/2015/2 vervatte maatregelen inzake vlootbeheer moeten echter door middel van Verordening (EU) nr. 1343/2011 in het recht van de Unie worden omgezet.

(6)Tijdens haar jaarvergadering in 2015 heeft de GFCM haar goedkeuring gehecht aan Aanbeveling GFCM/39/2015/3 inzake de vaststelling van een reeks maatregelen om de illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO) op tarbot (Psetta maxima) in de Zwarte Zee te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen. In de meeste van die maatregelen is al voorzien bij Verordening (EG) nr. 26/2004 van de Commissie 4 , Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad 5 , Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad 6 , Verordening (EU) nr. 1380/2013 7 , Verordening (EU) nr. 1343/2011 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie 8 . Enkele in Aanbeveling 39/2015/2 vastgestelde vlootbeheersmaatregelen worden niet door de wetgeving van de Unie gedekt en moeten derhalve worden opgenomen in Verordening (EU) nr. 1343/2011.

(7)Tijdens haar jaarvergadering in 2016 heeft de GFCM Aanbeveling GFCM/40/2016/4 tot vaststelling van een meerjarig beheersplan voor de visserij op heek en roze diepzeegarnaal in het Kanaal van Sicilië (geografische deelgebieden 12 tot en met 16) aangenomen. In bepaalde elementen van dat meerjarenplan is al voorzien in Verordening (EG) nr. 26/2004 en Verordening (EU) nr. 1380/2013. Bepaalde maatregelen van Aanbeveling 40/2016/4 worden echter niet door de wetgeving van de Unie gedekt en moeten derhalve worden opgenomen in Verordening (EU) nr. 1343/2011.

(8)Tijdens haar jaarvergadering in 2017 heeft de GFCM Aanbeveling GFCM/41/2017/2 inzake het beheer van de zeebrasemvisserij in de Zee van Alborán (de geografische deelgebieden 1, 2 en 3) voor een overgangsperiode van twee jaar aangenomen. De operationele doelstelling van deze aanbeveling bestaat erin de visserijsterfte voor zeebrasem te handhaven binnen overeengekomen, op het voorzorgsbeginsel gebaseerde referentiepunten en zo snel mogelijk de maximale duurzame opbrengst te bereiken of te behouden.

(9)Tijdens haar jaarvergadering in 2017 heeft de GFCM Aanbeveling GFCM/41/2017/3 inzake de vaststelling van een voor de visserij beperkt gebied in het Jabuka/Pomo Pit-gebied in de Adriatische Zee aangenomen.

(10) Tijdens haar jaarvergadering in 2017 heeft de GFCM aanbeveling GFCM/41/2017/4 inzake een meerjarig beheersplan voor de tarbotvisserij in geografisch deelgebied 29 (Zwarte Zee) aangenomen. De aanbeveling voorziet in een reeks beheersmaatregelen, technische maatregelen, vlootmaatregelen en controlemaatregelen, bij wijze van proefproject ter bestrijding van IOO-tarbotvisserij in de Zwarte Zee. In bepaalde elementen van dat meerjarenplan is al voorzien in Verordening (EG) nr. 26/2004 van de Commissie, Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad 9 , Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad 10 , Verordening (EU) nr. 1380/2013, Verordening (EU) nr. 1343/2011 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie 11 . Bepaalde maatregelen van Aanbeveling 41/2017/4 worden echter niet door de wetgeving van de Unie gedekt en moeten derhalve worden opgenomen in Verordening (EU) nr. 1343/2011.

(11)Tijdens haar jaarvergadering in 2017 heeft de GFCM Aanbeveling GFCM/41/2017/5 inzake de vaststelling van een regionaal adaptief beheersplan voor de exploitatie van rood koraal in de Middellandse Zee aangenomen.

(12)Tijdens haar jaarvergadering in 2017 heeft de GFCM Aanbeveling GFCM/41/2017/8 aangenomen inzake een internationale gezamenlijke inspectie- en surveillanceregeling buiten de wateren onder nationale jurisdictie van de geografische deelgebieden 12, 13, 14, 15 en 16 (Kanaal van Sicilië), waaraan de lidstaten kunnen besluiten deel te nemen. Ter waarborging van de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid is Uniewetgeving vastgesteld om een systeem voor controle, inspectie en handhaving op te zetten, dat onder meer illegale, ongemelde en ongereglementeerde (IOO) activiteiten bestrijdt. In het bijzonder is bij Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad 12 een Unieregeling voor controle, inspectie en handhaving vastgesteld die een alomvattende en geïntegreerde aanpak biedt en aldus naleving van alle regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid waarborgt. Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie 13 zijn uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1224/2009 vastgesteld. Bij Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad 14 is een communautair systeem opgezet om IOO-visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen. Deze verordeningen voorzien al in een aantal van de in Aanbeveling GFCM/41/2017/8 vastgestelde maatregelen. Die maatregelen hoeven dus niet in de onderhavige verordening te worden opgenomen. Bepaalde maatregelen van die aanbeveling worden echter niet door wetgeving van de Unie gedekt en moeten derhalve worden opgenomen in Verordening (EU) nr. 1343/2011.

(13)Verordening (EU) nr. 1343/2011 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 1343/2011

Verordening (EU) nr. 1343/2011 wordt als volgt gewijzigd:

(1)Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

(a)    de aanhef wordt vervangen door:

"Voor de toepassing van deze verordening zijn naast de definities van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1380/2013*, artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1967/2006 en artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1224/2009, de volgende definities van toepassing:

–––––––––

(*)Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).";

(b)de volgende punten e) en f) worden toegevoegd:

e)"bufferzone": een zone die is ingesteld rond een voor de visserij beperkt gebied om accidentele toegang ertoe te voorkomen;

f)"op zeebrasem vissen": visserijactiviteiten verrichten waarbij de hoeveelheden zeebrasem die zich aan boord bevinden of worden aangeland, na sortering meer uitmaken dan 20 % van de vangst in levend gewicht per tij.".

(2)Het volgende artikel 10 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 10 bis
Voor de visserij beperkte gebieden in het Kanaal van Sicilië

 

Vissen met bodemtrawls is verboden in de volgende gebieden:

(1)het voor de visserij beperkte gebied "East of Adventure Bank" binnen de lijnen die de volgende punten met elkaar verbinden:

37°23,850′ NB, 12°30,072′ OL

37°23,884′ NB, 12°48,282′ OL

37°11,567′ NB, 12°48,305′ OL

37°11,532′ NB, 12°30,095′ OL;

(2)het voor de visserij beperkte gebied "West of Gela Basin" binnen de lijnen die de volgende punten met elkaar verbinden:

37°12,040′ NB, 13°17,925′ OL

37°12,047′ NB, 13°36,170′ OL

36°59,725′ NB, 13°36,175′ OL

36°59,717′ NB, 13°17,930′ OL;

(3)het voor de visserij beperkte gebied "East of Malta Bank" binnen de lijnen die de volgende punten met elkaar verbinden:

36°12,621′ NB, 15°13,338′ OL

36°12,621′ NB, 15°26,062′ OL

36°59,344′ NB, 15°26,062′ OL

36°59,344′ NB, 15°13,338′ OL.".

(3)De volgende artikelen 10 ter, 10 quater, 10 quinquies en 10 sexies worden ingevoegd:

"Artikel 10 ter
Bufferzones in het Kanaal van Sicilië

1. Rond het voor de visserij beperkt gebied "East of Adventure Bank" als bedoeld in artikel 10 bis, lid 1, wordt een bufferzone ingesteld binnen de lijnen die de volgende punten met elkaar verbinden:

37°24,849′ NB, 12°28,814′ OL

37°24,888′ NB, 12°49,536′ OL

37°10,567′ NB, 12°49,559′ OL

37°10,528′ NB, 12°28,845′ OL.

2.Rond het voor de visserij beperkt gebied "West of Gela Basin" als bedoeld in artikel 10 bis, lid 2, wordt een bufferzone ingesteld binnen de lijnen die de volgende punten met elkaar verbinden:

37°13,041′ NB, 13°16,672′ OL

37°13,049′ NB, 13°37,422′ OL

36°58,723′ NB, 13°37,424′ OL

36°58,715′ NB, 13°16,682′ OL.

3.Rond het voor de visserij beperkt gebied "East of Malta Bank" als bedoeld in artikel 10 bis, lid 3, wordt een bufferzone ingesteld binnen de lijnen die de volgende punten met elkaar verbinden:

36°13,624′ NB, 15°12,102′ OL

36°13,624′ NB, 15°27,298′ OL

36°58,342′ NB, 15°27,294′ OL

36°58,342′ NB, 15°12,106′ OL.

4.Vaartuigen die in de in het onderhavige artikel bedoelde bufferzones visserijactiviteiten met bodemtrawls verrichten, zorgen voor een passende zendfrequentie van hun VMS-signalen (Vessel Monitoring System – volgsysteem voor vaartuigen). Vaartuigen die niet met een VMS-transponder zijn uitgerust en die de bedoeling hebben met bodemtrawls te vissen in de bufferzones, zijn uitgerust met een ander systeem voor geolokalisatie dat de controleautoriteiten in staat stelt hun activiteiten te volgen.

   

Artikel 10 quater
Visserijbeperkingen in het Jabuka/Pomo Pit-gebied in de Adriatische Zee

1.Recreatieve visserij en visserij met geankerde netten, bodemtrawls, grondbeugen en vallen is verboden in een gebied binnen de lijnen die de volgende punten met elkaar verbinden:

43°32,044' NB, 15°16,501' OL

43°05,452' NB, 14°58,658' OL

43°03,477' NB, 14°54,982' OL

42°50,450' NB, 15°07,431' OL

42°55,618' NB, 15°18,194' OL

43°17,436' NB, 15°29,496' OL

43°24,758' NB, 15°33,215' OL.

2.Elk jaar is van 1 september tot en met 31 oktober visserij met geankerde netten, bodemtrawls, grondbeugen en vallen verboden in een gebied binnen de lijnen die de volgende punten met elkaar verbinden:

43°03,477' NB, 14°54,982' OL

42°49,811' NB, 14°29,550' OL

42°35,205' NB, 14°59,611' OL

42°49,668' NB, 15°05,802' OL

42°50,450' NB, 15°07,431' OL.

3.Elk jaar is van 1 september tot en met 31 oktober recreatieve visserij en visserij met geankerde netten, bodemtrawls, grondbeugen en vallen verboden in een gebied binnen de lijnen die de volgende punten met elkaar verbinden:

43°17,436' NB, 15°29,496' OL

43°24,758' NB, 15°33,215' OL

43°20,345' NB, 15°47,012' OL

43°18,150' NB, 15°51,362' OL

43°13,984' NB, 15°55,232' OL

43°12,873' NB, 15°52,761' OL

43°13,494' NB, 15°40,040' OL.

Artikel 10 quinquies
Gemachtigde vaartuigen in het Jabuka/Pomo Pit-gebied

1.Onverminderd artikel 10 quater, leden 2 en 3, zijn commerciële visserijactiviteiten die worden verricht met geankerde netten, bodemtrawls, grondbeugen en vallen, enkel in het in die leden bedoelde gebied toegestaan indien het vaartuig in het bezit is van een specifieke machtiging en indien het kan aantonen dat het in het verleden visserijactiviteiten in de betrokken gebieden heeft verricht.

2.Gemachtigde vaartuigen die met bodemtrawls vissen, mogen enkel vissen op zaterdag en zondag van 5.00 uur tot 22.00 uur. Gemachtigde vaartuigen die met geankerde netten, grondbeugen en vallen vissen, mogen enkel van maandag 5.00 uur tot donderdag 22.00 uur vissen.

3.Aan de vaartuigen die gemachtigd zijn om in het in artikel 10 quater, leden 2 en 3, bedoelde gebied te vissen met de in lid 1 van het onderhavige artikel bedoelde vistuigen, wordt door hun lidstaat een vismachtiging afgegeven overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

4.De lidstaten delen uiterlijk op 30 april 2018 aan het uitvoerend secretariaat van de GFCM de voor 2018 vastgestelde lijst van gemachtigde vaartuigen mee en vervolgens, elk jaar uiterlijk op 30 april, de voor het volgende jaar vastgestelde lijst van gemachtigde vaartuigen. Voor elk vaartuig bevat de lijst de volgende informatie:

(a)naam van het vaartuig;

(b)registernummer van het vaartuig;

(c)unieke identificatiecode van de GFCM (drieletterige ISO-landencode + negen cijfers, bijvoorbeeld xxx000000001);

(d)vorige naam (indien van toepassing);

(e)vorige vlag (indien van toepassing);

(f)vorige gegevens inzake schrapping uit andere registers (indien van toepassing);

(g)internationale radioroepnaam (indien van toepassing);

(h)vaartuigtype, lengte over alles (LOA) en brutotonnage (BT) en/of de brutoregistertonnage (BRT);

(i)naam en adres van de eigenaar(s) en de exploitant(en);

(j)voornaamste vistuig(en) dat (die) wordt (worden) gebruikt in het voor de visserij beperkt gebied;

(k)seizoen waarin in het voor de visserij beperkt gebied mag worden gevist;

(l)aantal visdagen dat elk vaartuig mag maken;

(m)aangewezen haven.

5.Gemachtigde vissersvaartuigen landen vangsten van demersale bestanden enkel aan in aangewezen havens. Daartoe wijst elke betrokken lidstaat de havens aan waar aanlandingen van vangsten uit het voor de visserij beperkt gebied Jabuka/Pomo Pit zijn toegestaan. De lijst van deze havens wordt elk jaar uiterlijk op 30 april aan het GFCM-secretariaat meegedeeld.

6.Vissersvaartuigen die gemachtigd zijn om te vissen in de in artikel 10 quater, leden 2 en 3, bedoelde gebieden met de in lid 1 van het onderhavige artikel bedoelde vistuigen, beschikken over correct functionerende VMS- en/of AIS-systemen, en de vistuigen die zich aan boord bevinden of worden gebruikt, worden naar behoren geïdentificeerd, genummerd en van merktekens voorzien voordat in die gebieden visserijactiviteiten worden aangevangen of wordt gevaren.

7.Vissersvaartuigen zonder machtiging die met geankerde netten, bodemtrawls, grondbeugen en vallen zijn uitgerust, mogen enkel door het voor de visserij beperkt gebied varen indien zij een directe koers volgen met een constante snelheid van niet minder dan zeven knopen en hun VMS en/of AIS aan boord in werking zijn/is.

Artikel 10 sexies Ruimtelijke/temporele beperkingen in de Zee van Alborán

1.Rekening houdend met het beschikbare wetenschappelijke advies kunnen de lidstaten in de Zee van Alborán (de geografische GFCM-deelgebieden 1, 2 en 3, zoals omschreven in bijlage I) ruimtelijke/temporele beperkingen vaststellen waarbij visserijactiviteiten worden verboden of beperkt om verzamelgebieden van juveniele of paaiende zeebrasem te beschermen.

2.De lidstaten stellen de GFCM uiterlijk op 31 januari 2019 in kennis van de ruimtelijke/temporele beperkingen die zij toepassen.".

(4)In titel II wordt het volgende hoofdstuk II bis ingevoegd:

"HOOFDSTUK II bis

GESLOTEN VISSEIZOENEN IN DE ZWARTE ZEE

Artikel 14 bis Sluitingsperiode tijdens het paaiseizoen van tarbot in de Zwarte Zee

1.Elk jaar stelt elke betrokken lidstaat in de periode van april tot en met juni een sluitingsperiode van ten minste twee maanden in de Zwarte Zee vast.

2.De lidstaten kunnen aanvullende ruimtelijke/temporele beperkingen vaststellen waarbij visserijactiviteiten worden verboden of beperkt om verzamelgebieden van juveniele tarbot te beschermen.".

(5)De volgende artikelen 16 quater bis en 16 quater ter, worden ingevoegd:

"Artikel 16 quater bis Voorzorgssluitingen voor rood koraal

1.Als een vangstdrempel voor rood koraal zoals vastgesteld in de leden 2 en 3, wordt bereikt, sluiten de lidstaten het betrokken gebied tijdelijk voor elke visserij op rood koraal.

2.De vangstdrempel wordt geacht te zijn bereikt wanneer kolonies van rood koraal waarvan de voetdiameter kleiner is dan 7 mm, meer dan 25 % uitmaken van de totale vangst die in een bepaald jaar van een bepaalde roodkoraalbank wordt geoogst.

3.Wanneer de koraalbanken nog niet naar behoren zijn geïdentificeerd, gelden de in lid 1 bedoelde vangstdrempel en sluiting op de schaal van het statistische vak van de GFCM.

4.In hun besluit tot vaststelling van een sluiting als bedoeld in lid 1 stellen de lidstaten het betrokken geografische gebied, de duur van de sluiting en de voorwaarden voor visserij in dat gebied gedurende de sluiting vast.

5.De lidstaten die sluitingen vaststellen, stellen het GFCM-secretariaat en de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Artikel 16 quater ter
Ruimtelijke/temporele sluitingen

De lidstaten die actief rood koraal oogsten, voeren uiterlijk op 1 januari 2019 op basis van het beschikbare wetenschappelijke advies aanvullende sluitingen ter bescherming van rood koraal in.".

(6)De volgende titel II bis wordt ingevoegd:

"TITEL II bis
VANGSTCAPACITEIT EN VANGSTMOGELIJKHEDEN

Artikel 16 quaterdecies

Vangstbeperkingen voor rood koraal

Elke lidstaat kan in de Middellandse Zee een systeem van individuele dagelijkse en/of jaarlijkse vangstbeperkingen voor rood koraal vaststellen.

Artikel 16 quindecies Visserijvlootcapaciteit of visserijinspanning voor zeebrasem in de Zee van Alborán

1.Voor de exploitatie van zeebrasem in de Zee van Alborán (de geografische deelgebieden 1, 2 en 3 van de GFCM, zoals omschreven in bijlage I) handhaven de lidstaten uiterlijk in 2020 de vlootcapaciteit of de visserijinspanning op de daarvoor in de voorafgaande twee jaar toegestane en toegepaste niveaus.

2.De in lid 1 bedoelde beperkingen van de vissersvlootcapaciteit of de visserijinspanning zijn van toepassing op alle commerciële en recreatieve vissersvaartuigen die zeebrasem vangen.".

(7)Artikel 17 bis wordt geschrapt.

(8)In titel III worden de volgende hoofdstukken III en IV toegevoegd:

"HOOFDSTUK III

Controle van de koraalvisserij

Artikel 22 bis
Machtigingen voor de visserij op rood koraal

1.Vaartuigen en vissers die gemachtigd zijn om rood koraal te oogsten in de Middellandse Zee, beschikken over een geldige vismachtiging waarin de technische voorwaarden zijn gespecificeerd waaronder de visserij mag worden verricht.

2.Bij ontstentenis van een machtiging als bedoeld in lid 1 is het verboden rood koraal te oogsten, aan boord te houden, over te laden, aan te landen, over te dragen, op te slaan, te verkopen of uit te stallen of te koop aan te bieden.

3.De lidstaten houden een geactualiseerd register van de in lid 1 bedoelde vismachtigingen bij en delen elk jaar uiterlijk op 30 april aan het GFCM-secretariaat en de Commissie de lijst mee van vaartuigen waarvoor machtigingen zijn afgegeven. Die lijst bevat voor elk vaartuig de volgende informatie:

(a)naam van het vaartuig;

(b)registernummer van het vaartuig (door de overeenkomstsluitende partij toegewezen code);

(c)registratienummer van de GFCM (drieletterige ISO-landencode + negen cijfers, bijvoorbeeld xxx000000001);

(d)haven van registratie (volledige naam van de haven);

(e)vorige naam (indien van toepassing);

(f)vorige vlag (indien van toepassing);

(g)vorige gegevens inzake schrapping uit andere registers (indien van toepassing);

(h)internationale radioroepnaam (indien van toepassing);

(i)VMS of andere apparatuur voor vaartuiggeolokalisatie (geef aan J/N);

(j)vaartuigtype, lengte over alles (LOA) en brutotonnage (BT) en/of brutoregistertonnage (BRT) en motorvermogen uitgedrukt in kW;

(k)veiligheids- en beveiligingsapparatuur om waarnemer(s) aan boord te ontvangen (geef aan J/N);

(l)periode waarin de visserij op rood koraal is toegestaan;

(m)gebied(en) waarin de visserij op rood koraal is toegestaan: geografische GFCM-deelgebieden en cellen van het statistische raster van GFCM;

(n)deelname aan onderzoeksprogramma's onder leiding van nationale/internationale wetenschappelijke instellingen (geef aan J/N; geef een omschrijving).

4.De lidstaten verhogen het aantal vismachtigingen niet totdat uit wetenschappelijk advies blijkt dat de populaties rood koraal zich in een gunstige staat bevinden.

Artikel 22 ter Registratie van vangsten van rood koraal

1.Vissers of kapiteins van vaartuigen die gemachtigd zijn om rood koraal te oogsten, registreren de vangsten in levend gewicht, en indien mogelijk het aantal kolonies, na de visserijactiviteiten of, in het geval van dagelijkse visreizen, uiterlijk bij de aanlanding in de haven.

2.Vissersvaartuigen met een machtiging tot het oogsten van rood koraal hebben een logboek aan boord waarin de dagelijkse vangsten van rood koraal, ongeacht het levend gewicht van de oogst, en de visserijactiviteit per gebied en diepte, met inbegrip van het aantal visdagen en duiken, worden geregistreerd. Die informatie wordt binnen de in artikel 14, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 vastgestelde termijn aan de bevoegde nationale autoriteiten meegedeeld.

Artikel 22 quater Voorafgaande kennisgeving voor rood koraal

Tussen twee en vier uur vóór het geraamde tijdstip van aankomst in de haven stelt de kapitein van het vissersvaartuig of zijn vertegenwoordiger de bevoegde autoriteiten in kennis van de volgende informatie:

(a)het geraamde tijdstip van aankomst;

(b)het externe identificatienummer en de naam van het vissersvaartuig;

(c)de geraamde hoeveelheid rood koraal in levend gewicht en indien mogelijk het aantal kolonies rood koraal dat aan boord wordt gehouden;

(d)de informatie inzake het geografische gebied waar de vangst is gedaan.

Artikel 22 quinquies
Aangewezen havens voor rood koraal 

Gemachtigde vissers of vissersvaartuigen landen vangsten van rood koraal enkel aan in aangewezen havens. Hiertoe wijst elke lidstaat havens aan waar de aanlanding van rood koraal is toegestaan en deelt hij elk jaar uiterlijk op 30 april de lijst van deze havens mee aan het GFCM-secretariaat, tenzij de reeds meegedeelde lijst van aangewezen havens niet is gewijzigd.

Artikel 22 sexies Controle van aanlandingen van rood koraal

Elke lidstaat stelt op basis van een risicoanalyse een controleprogramma vast, met name om de aanlandingen te verifiëren en de logboeken te valideren.

Artikel 22 septies Overlading van rood koraal

Overlading op zee van rood koraal is verboden.

Artikel 22 octies Wetenschappelijke informatie voor rood koraal

De lidstaten die vissersvloten hebben die op rood koraal vissen, waarborgen dat er een mechanisme voor adequate wetenschappelijke monitoring van de visserij en de vangsten is dat het Wetenschappelijk Raadgevend Comité van de GFCM in staat stelt beschrijvende informatie en advies te verstrekken over ten minste:

(a)de visserijinspanning (bijvoorbeeld aantal duiken/week) en algemene vangstniveaus per bestand op lokaal, nationaal of supranationaal niveau;

(b)de referentiepunten voor instandhouding en beheer met het oog op de verdere verbetering van het regionaal beheersplan overeenkomstig de doelstelling van een maximale duurzame opbrengst en een laag risico op ineenstorting van het bestand;

(c)de biologische en sociaaleconomische effecten van alternatieve beheersscenario's, met inbegrip van input/outputcontrole en/of technische maatregelen, zoals voorgesteld door de overeenkomstsluitende partijen bij de GFCM-overeenkomst;

(d)mogelijke ruimtelijke/temporele sluitingen met het oog op de instandhouding van de duurzaamheid van de visserij.

HOOFDSTUK IV
CONTROLEMAATREGELEN MET BETREKKING TOT BEPAALDE GEOGRAFISCHE DEELGEBIEDEN

Afdeling 1
Controle van de visserij op zeebrasem in de Zee van Alborán

Artikel 22 nonies Rapportage van dagelijkse vangsten en bijvangsten van zeebrasem

Onverminderd artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 stellen de lidstaten een mechanisme in om te waarborgen dat alle dagelijkse commerciële vangsten en bijvangsten van zeebrasem in de Zee van Alborán (de geografische GFCM-deelgebieden 1, 2 en 3, zoals omschreven in bijlage I), ongeacht het levend gewicht van de vangst, worden gerapporteerd. De vangsten van deze soort in de recreatievisserij worden door de lidstaten geregistreerd of geraamd.

Artikel 22 decies Vismachtigingen en visserijactiviteiten

1.De lidstaten leggen een register aan van de vissersvaartuigen die gemachtigd zijn om in de Zee van Alborán gevangen hoeveelheden zeebrasem die na sortering meer dan 20 % van de vangst in levend gewicht per tij uitmaken, aan boord te houden of aan te landen.

2.Vissersvaartuigen die op zeebrasem vissen, mogen enkel visserijactiviteiten verrichten indien deze zijn vermeld in een geldige vismachtiging die is afgegeven door de bevoegde autoriteiten en waarin de technische voorwaarden zijn gespecificeerd waaronder die activiteiten mogen worden verricht. De machtiging bevat de in bijlage VIII vastgestelde gegevens.

3.De lidstaten delen aan het secretariaat van de GFCM het volgende mee:

a)elk jaar uiterlijk eind februari, de lijst van actieve vaartuigen waarvoor de machtiging is afgegeven voor het lopende jaar, het daaropvolgende jaar of de daaropvolgende jaren; de lijst bevat de in bijlage VIII vastgestelde gegevens;

b)vanaf 30 november 2018 en uiterlijk vanaf 30 november 2020, elk jaar uiterlijk eind november een verslag over de door de in artikel 22 decies, lid 1, bedoelde vaartuigen verrichte visserijactiviteiten, in een geaggregeerd formaat, met minstens de volgende informatie:

(i)aantal visdagen;

(ii)exploitatiegebied; en

(iii)vangsten van zeebrasem.

4.Alle vaartuigen met een lengte over alles van meer dan twaalf meter die gemachtigd zijn om op zeebrasem te vissen, zijn uitgerust met een satellietvolgsysteem voor vaartuigen (VMS) of een ander systeem voor geolokalisatie dat de controleautoriteiten in staat stelt hun activiteiten te volgen.

Artikel 22 undecies Wetenschappelijke monitoring

De lidstaten met vissersvloten die op zeebrasem vissen, verzamelen beschrijvende gegevens over ten minste:

a)de kenmerken van de vistuigen, waaronder de maximale lengte van de beug en de staande netten en het aantal, de soort en de omvang van de haken;

b) de visserijinspanning (bijvoorbeeld aantal visdagen/week) en de algemene vangstniveaus per commerciële vissersvloot; ook wordt een raming van de vangsten van de recreatievisserij verstrekt;

c)de referentiepunten voor instandhouding en beheer met het oog op de vaststelling van meerjarige beheersplannen voor duurzame visserij overeenkomstig de doelstelling van een maximale duurzame opbrengst en een laag risico op ineenstorting van het bestand;

d)de sociaaleconomische effecten van alternatieve beheersscenario's, met inbegrip van input/outputcontrole en/of technische maatregelen, zoals vastgesteld door de GFCM en/of de overeenkomstsluitende partijen;

e)mogelijke ruimtelijke/temporele sluitingen met het oog op de instandhouding van de duurzaamheid van de visserij;

f)de potentiële impact van de recreatievisserij op de staat van het zeebrasembestand / de zeebrasembestanden.

Afdeling 2

Kanaal van Sicilië

Artikel 22 duodecies Machtigingen voor bodemtrawlvisserij op demersale bestanden in het Kanaal van Sicilië

1.Bodemtrawlers die vissen op demersale bestanden in het Kanaal van Sicilië (de geografische deelgebieden 12, 13, 14, 15 en 16 van de GFCM, zoals omschreven in bijlage I) mogen enkel de specifieke visserijactiviteiten verrichten die zijn vermeld in een geldige vismachtiging die is afgegeven door de bevoegde autoriteiten en waarin de technische voorwaarden zijn gespecificeerd waaronder die activiteiten mogen worden verricht.

2.    De in lid 1 bedoelde vismachtiging omvat, naast de in bijlage I bij Verordening 2017/218 omschreven gegevens, de volgende gegevens:

(a)het GFCM-registratienummer;

(b)    de vorige naam (indien van toepassing);

(c)    de vroegere vlag (indien van toepassing);

(d)    vorige gegevens inzake schrapping uit andere registers (indien van toepassing).

Artikel 22 terdecies Internationale gezamenlijke inspectie- en surveillanceregeling in het Kanaal van Sicilië

1.Met het oog op de naleving van de bepalingen van artikel 10 bis en 10 ter kunnen de lidstaten inspectie- en surveillanceactiviteiten verrichten in het kader van de gezamenlijke inspectie- en surveillanceregeling (hierna "de regeling" genoemd) in de wateren buiten nationale jurisdictie in de geografische deelgebieden 12, 13, 14, 15 en 16 van de GFCM, zoals omschreven in bijlage I (hierna "het inspectie- en surveillancegebied" genoemd).

2.Elk jaar stelt elke lidstaat uiterlijk op 1 december het GFCM-secretariaat in kennis van de lijst van de namen van de inspecteurs die gemachtigd zijn om inspectie- en surveillanceactiviteiten te verrichten in het in lid 1 bedoelde gebied.

3.De inspecteurs hebben een door de autoriteiten van de vlaggenlidstaat afgegeven identiteitsbewijs bij zich, dat de in bijlage IV vastgestelde vorm heeft.

4.Elke betrokken lidstaat stelt het GFCM-secretariaat zo snel mogelijk en uiterlijk op 15 december van het jaar vóór de aanvang van de inspectieactiviteiten in kennis van de namen van de voor de inspectie en surveillance gebruikte vaartuigen en luchtvaartuigen.

5.Vaartuigen die in het kader van de regeling inspecties aan boord verrichten, voeren een speciale vlag of wimpel, zoals beschreven in bijlage V.

6.Een lidstaat kan met wederzijdse instemming van een andere overeenkomstsluitende partij bij de GFCM inspecteurs die hij aan de regeling heeft toegewezen, op een inspectieplatform van die andere overeenkomstsluitende partij inzetten. De lidstaat stelt het GFCM-secretariaat daarvan vooraf in kennis.

7.Elke lidstaat waarborgt dat elk inspectieplatform dat zijn vlag mag voeren en in het in lid 1 bedoelde gebied actief is, met elk ander inspectieplatform dat in dat gebied actief is, op beveiligde wijze contact houdt, indien mogelijk dagelijks, om informatie uit te wisselen die nodig is voor het coördineren van de activiteiten.

8.Elke lidstaat met een inspectie- of surveillanceaanwezigheid in het in lid 1 bedoelde gebied verstrekt aan elk inspectieplatform, bij binnenkomst ervan in het gebied, een lijst van waarnemingen, inschepingen en inspecties die het heeft verricht in de voorgaande periode van tien dagen, met inbegrip van datums, coördinaten en alle andere relevante informatie.

Artikel 22 quaterdecies Verrichting van inspecties

1.Elke lidstaat met een inspectieaanwezigheid in het in artikel 22 duodecies, lid 1, bedoelde gebied zorgt ervoor dat zijn inspecteurs:

(a)vóór zij aan boord gaan, het vissersvaartuig in kennis stellen van de naam van het inspectievaartuig;

(b)op het inspectievaartuig en het boardingvaartuig de in bijlage V beschreven wimpel voeren;

(c)elk inspectieteam beperken tot een maximum van drie inspecteurs.

2.Bij het aan boord gaan van het vaartuig laten de inspecteurs de kapitein van het vissersvaartuig de in bijlage IV beschreven identiteitskaart zien. Inspecties worden verricht in een van de officiële talen van de GFCM en, indien mogelijk, in de taal van de kapitein van het vissersvaartuig.

3.De inspecteurs beperken hun onderzoeken tot de verificatie of de vlaggenstaat van het betrokken vaartuig artikel 10 bis en artikel 10 ter naleeft.

4.De inspecteurs stellen een inspectieverslag op in het in bijlage VI vastgestelde formaat.

5.De inspecteurs ondertekenen het verslag in aanwezigheid van de kapitein van het vaartuig, die het recht heeft om opmerkingen die hij nuttig acht, toe te voegen of te laten toevoegen en die het verslag medeondertekent.

6.Een kopie van het verslag wordt verstrekt aan de kapitein van het vaartuig en aan de autoriteiten van het inspectieteam, die op hun beurt een kopie bezorgen aan de autoriteiten van de vlaggenstaat van het geïnspecteerde vaartuig en aan het GFCM-secretariaat.

7.De omvang van het inspectieteam en de duur van de inspectie worden, rekening houdend met alle relevante omstandigheden, bepaald door de commandant van het inspectievaartuig.

Artikel 22 quindecies Inbreuken

1.Voor de toepassing van dit artikel worden de volgende activiteiten beschouwd als inbreuken:

a)de in artikel 3, lid 1, onder a), b), c), e), f), g) en h), van Verordening (EG) nr. 1005/2008 bedoelde activiteiten;

b) storen van het satellietvolgsysteem; en

c)actief zijn zonder VMS.

2.Wanneer de inspecteurs bij het aan boord gaan van een vissersvaartuig en de inspectie daarvan een inbreuk vaststellen, stellen de autoriteiten van de vlaggenlidstaat van het inspectievaartuig de vlaggenstaat van het vissersvaartuig daarvan onmiddellijk in kennis, zowel rechtstreeks als via het GFCM-secretariaat.

3.De vlaggenlidstaat van het vaartuig zorgt ervoor dat naar aanleiding van een in lid 2 bedoelde inspectie het betrokken vissersvaartuig elke visserijactiviteit stopzet. De vlaggenlidstaat verzoekt het vissersvaartuig zich binnen 72 uur naar een door hem aangewezen haven te begeven, waar een onderzoek wordt ingesteld.

4.Wanneer bij een inspectie een inbreuk is vastgesteld, worden de acties en de follow-upmaatregelen van de vlaggenlidstaat meegedeeld aan de nationale autoriteiten en aan het GFCM-secretariaat.

5.De autoriteiten van de lidstaten geven aan inspectieverslagen als bedoeld in artikel 22 quaterdecies, lid 4, en verklaringen op basis van documentinspecties door inspecteurs hetzelfde gevolg als aan verslagen en verklaringen van nationale inspecteurs.

Afdeling 3
Zwarte Zee


Artikel 22 sexdecies
Maatregelen om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij op tarbot in de Zwarte Zee te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen

1.Elk jaar uiterlijk op 30 november zendt elke lidstaat de Commissie via de gebruikelijke gegevensverwerkingssystemen een geactualiseerde lijst toe van de vaartuigen die geankerde kieuwnetten gebruiken en die gemachtigd zijn om in de Zwarte Zee (geografisch deelgebied 29 van de GFCM, zoals omschreven in bijlage I) op tarbot te vissen.

2.De in lid 1 bedoelde lijst omvat, naast de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 26/2004 vastgestelde gegevens, de volgende gegevens:

(a)het GFCM-registratienummer;

(b)de vorige naam (indien van toepassing);

(c)de vroegere vlag (indien van toepassing);

(d)vorige gegevens inzake schrapping uit andere registers (indien van toepassing);

(e)de voornaamste doelsoorten;

(f)voornaamste vistuig(en) gebruikt voor tarbot, vlootsegment en operationele eenheid als omschreven in taak 1 van de in afdeling C van bijlage III vastgestelde statistische matrix;

(g)de tijdsduur waarvoor machtiging is verleend voor het vissen met kieuwnetten of ander tuig waarmee waarschijnlijk tarbot wordt gevangen (indien er sprake is van een dergelijke machtiging).

3.Op verzoek van de GFCM verstrekken de lidstaten informatie over de vissersvaartuigen die gemachtigd zijn om in een bepaalde periode een visserijactiviteit te verrichten. Met name verstrekken de lidstaten de namen van de betrokken vissersvaartuigen, het extern identificatienummer ervan en de vangstmogelijkheden die aan elk ervan zijn toegewezen.

4.Niet-gemarkeerde, achtergelaten kieuwnetten die in de tarbotvisserij worden gebruikt en op zee worden aangetroffen, worden verzameld door de bevoegde autoriteiten van de kustlidstaat. Vervolgens worden deze netten hetzij in beslag genomen totdat de eigenaar is geïdentificeerd, hetzij vernietigd indien de eigenaar niet kan worden geïdentificeerd.

5.Elke betrokken lidstaat wijst overeenkomstig artikel 43, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 aanlandingspunten aan waar de aanlandingen en overladingen van in de Zwarte Zee gevangen tarbot moeten plaatsvinden. Elk jaar wordt uiterlijk op 30 november een lijst van dergelijke punten aan het GFCM-secretariaat meegedeeld.

6.Het is verboden in de Zwarte Zee gevangen tarbot vanaf vissersvaartuigen aan te landen of over te laden op andere plaatsen dan de in lid 5 bedoelde aanlandingspunten.

Artikel 22 septdecies
Nationale monitoring-, controle- en surveillanceplannen voor tarbotvisserij in de Zwarte Zee

1.De lidstaten stellen nationale monitoring-, controle- en surveillanceplannen (hierna "nationale plannen" genoemd) ter uitvoering van artikel 22 sexdecies op, waarbij onder meer wordt gezorgd voor een behoorlijke en nauwkeurige monitoring en registratie van de maandelijkse vangsten en/of visserijinspanning.

2.In de in lid 1 bedoelde nationale plannen worden de volgende elementen opgenomen:

a)een duidelijke omschrijving van de controlemiddelen, met een beschrijving van de personele, technische en financiële middelen die specifiek voor de uitvoering van de plannen beschikbaar zijn;

b)een duidelijke omschrijving van de inspectiestrategie (met inbegrip van inspectieprotocollen), die is toegespitst op vissersvaartuigen die waarschijnlijk tarbot en daarmee geassocieerde soorten vangen;

c)actieplannen voor de controle van markten en vervoer;

d)een omschrijving van de inspectietaken en -procedures, met inbegrip van de bemonsteringsstrategie die wordt toegepast om de weging van de vangsten bij eerste verkoop te verifiëren, en van de bemonsteringsstrategie voor vaartuigen die niet onder de regels inzake logboeken/aanlandingsaangiften vallen;

e)richtsnoeren voor inspecteurs, producentenorganisaties en vissers met betrekking tot de reeks regels die gelden voor visserijen die waarschijnlijk tarbot vangen, met inbegrip van:

(i)regels voor het invullen van documenten, waaronder inspectieverslagen, visserijlogboeken, overladingsaangiften, aanlandings- en overnameaangiften, vervoersdocumenten en verkoopdocumenten;

(ii)geldende technische maatregelen, onder meer betreffende maaswijdte en/of afmetingen van het net, minimumvangstmaten en tijdelijke beperkingen;

(iii)bemonsteringsstrategieën;

(iv)kruiscontrolemechanismen.

f)opleiding van nationale inspecteurs overeenkomstig de in bijlage II bij deze verordening vastgestelde vereisten.

Artikel 22 octodecies
Wetenschappelijke monitoring van tarbotvisserij in de Zwarte Zee

De lidstaten delen aan het raadgevend wetenschappelijk comité inzake visserij van de GFCM (Scientific Advisory Committee – SAC) elk jaar uiterlijk op 30 november alle aanvullende informatie ter ondersteuning van de wetenschappelijke monitoring van de tarbotvisserij in de Zwarte Zee mee.".

(9)Artikel 23 bis wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1, onder a), wordt vervangen door:

"a)de in artikel 22 ter bedoelde gegevens over rood koraal, en";

b) het volgende lid 8 wordt toegevoegd:

"8.De lidstaten dienen elk jaar uiterlijk op 30 juni bij het GFCM-secretariaat en de Commissie een gedetailleerd verslag van hun visserijactiviteiten in. Een dergelijk verslag bevat ten minste informatie over totale vangsten en exploitatiegebieden en, indien mogelijk, over het aantal duiken en de gemiddelde vangst per duik.".

(10)De bijlagen IV, V, VI, VII en VIII worden toegevoegd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2
Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

BIJLAGE

De volgende bijlagen IV, V, VI, VII en VIII worden toegevoegd aan Verordening (EU) nr. 1343/2011:

"BIJLAGE IV

Model van de identiteitskaart voor GFCM-inspecteurs

Algemene Visserijcommissie

voor de Middellandse Zee

GFCM

GFCM

De houder van deze identiteitskaart is een in het kader van de gezamenlijke inspectie- en surveillanceregeling van de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (GFCM) aangestelde GFCM-inspecteur en heeft de bevoegdheid om op te treden overeenkomstig de bepalingen van de GFCM-voorschriften.

IDENTITEITSKAART VAN INSPECTEUR

Foto

Overeenkomstsluitende partij

Naam van de inspecteur:

Kaartnummer:

………………………………

Autoriteit van afgifte

………………………………

Inspecteur

Datum van afgifte:

Vijf jaar geldig

BIJLAGE V

Model van de GFCM-inspectiewimpel



BIJLAGE VI

GFCM-inspectieverslag

1. INSPECTEUR(S)

Naam…………….……………………Overeenkomstsluitende partij…………….…………….Nummer van de GFCM-identiteitskaart…………………

Naam…………….……………………Overeenkomstsluitende partij…………….…………….Nummer van de GFCM-identiteitskaart…………………

Naam…………….……………………Overeenkomstsluitende partij…………….…………….Nummer van de GFCM-identiteitskaart…………………

2. VAARTUIG DAT DE INSPECTEUR(S) VERVOERT

2.1 Naam en registratie …………………………………………

2.2 Vlag……………………………………………………………..

3. INFORMATIE OVER HET GEÏNSPECTEERDE VAARTUIG

3.1 Naam en registratie…………………………………………....…..

3.2 Vlag……………………………………………………………..

3.3 Kapitein (naam en adres)………………………………………….

3.4 Scheepseigenaar (naam en adres)………………………………………….

3.5 GFCM-registratienummer…………………………………………....……..

3.6 Vaartuigtype………………………………………....…....…....……....

4. POSITIE

4.1 Positie die de kapitein van het inspectievaartuig om ………(UTC) heeft vastgesteld; breedtegraad………. lengtegraad………

4.2 Positie die de kapitein van het vissersvaartuig om ………(UTC) heeft vastgesteld; breedtegraad……… lengtegraad………

5. DATUM EN TIJDSTIP WAAROP DE INSPECTIE IS BEGONNEN EN BEËINDIGD

5.1 Datum ……… Aan boord gegaan om ……… UTC - Tijdstip van vertrek ………UTC

6. SOORT VISTUIG AAN BOORD 

Bodemottertrawl – OTB

Pelagische ottertrawl – OTM

Garnalentrawls – TBS

Ringzegen – PS

Geankerde kieuwnetten (staand) – GNS

Grondbeugen – LLS

Recreatievistuig – RG

Andere (specificeer)

7. METING VAN DE MAZEN – IN MILLIMETER

7.1 Maaswijdte die wettelijk mag worden gebruikt: ………………mm

7.2 Resultaat van de meting van de maaswijdte (gemiddelde): ……………mm

7.3 Inbreuk: JA ◻ – NEE ◻ -------- Indien JA, verwijzing naar de wetgeving:

8. INSPECTIE VAN DE VANGSTEN AAN BOORD

8.1 Resultaten van de inspectie van de aan boord aanwezige vis

SOORT

(FAO-drielettercode)

Totaal (kg)

Aanbiedingsvorm

Geïnspecteerd monster

% ondermaatse vis

8.2 Inbreuk: JA ◻ – NEE ◻ -------- Indien JA, verwijzing naar de wetgeving:

9. INSPECTIE VAN DOCUMENTEN AAN BOORD EN VMS

9.1 Visserijlogboek: JA ◻ – NEE ◻

9.2 Inbreuk: JA ◻ – NEE ◻ -------- Indien JA, verwijzing naar de wetgeving:

9.3 Visvergunning: JA ◻ – NEE ◻

9.4 Inbreuk: JA ◻ – NEE ◻ -------- Indien JA, verwijzing naar de wetgeving:

9.5 Specifieke machtiging: JA ◻ – NEE ◻

9.6 Inbreuk: JA ◻ – NEE ◻ -------- Indien JA, verwijzing naar de wetgeving:

9.7 VMS: JA ◻ - NEE ◻ -------- in werking: JA ◻ – NEE ◻

9.8 Inbreuk: JA ◻ – NEE ◻ -------- Indien JA, verwijzing naar de wetgeving:

10. LIJST VAN INBREUKEN

□ Vissen zonder door de vlaggen-CPC afgegeven vergunning, document of machtiging – verwijzing naar de wetgeving:

□ Niet overeenkomstig de rapportagevoorschriften van de GFCM bijhouden van toereikende vangstaangiften en vangstgerelateerde gegevens of het apert verkeerd rapporteren van dergelijke vangst- en/of vangstgerelateerde gegevens – verwijzing naar de wetgeving:

□ Vissen in een gesloten gebied – verwijzing naar de wetgeving:

□ Vissen tijdens een gesloten seizoen – verwijzing naar de wetgeving:

□ Gebruik van verboden vistuig – verwijzing naar de wetgeving:

□ Vervalsen of bewust verbergen van de kentekens, de identiteit of de registratie van een vissersvaartuig – verwijzing naar de wetgeving:

□ Achterhouden, vervalsen of laten verdwijnen van bewijsmateriaal met betrekking tot het onderzoek van een inbreuk; – verwijzing naar de wetgeving:

□ Begaan van meerdere inbreuken die samen een ernstige schending van de geldende GFCM-maatregelen vormen;

□ Belagen, weerstaan, intimideren, seksueel intimideren, beïnvloeden, hinderen of vertragen van een erkende inspecteur;

□ Verstoren van de werking van het VMS-systeem en/of vissen zonder VMS-systeem – verwijzing naar de wetgeving:

11. Lijst van aan boord gekopieerde documenten

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

12. Opmerkingen en handtekening van de kapitein van het vaartuig 

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

Handtekening van de kapitein: …………………………………………………………………..

13. Opmerkingen en handtekening van de inspecteur(s) 

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

Handtekening van de inspecteur(s): ………………………………………………………….



BIJLAGE VII

GFCM-waarnemingsverslag

1. Datum van de waarnemingen ……/……/…….. Tijdstip:…………………UTC

2. Positie van het waargenomen vaartuig: breedtegraad ……………..........……… – lengtegraad …………………………….

3. Koers:……………………………….. – Snelheid………………………………………..

4. Naam van het waargenomen vaartuig:

5. Vlag van het waargenomen vaartuig:

6. Extern nummer/merkteken:

7. Vaartuigtype:

◻vissersvaartuig

◻transportvaartuig

◻vriesvaartuig

◻ander (specificeer)

8. Internationale radioroepnaam:

9. IMO-nummer (indien van toepassing):

10. Activiteit(en):

◻vissen

◻stomen

◻drijven

◻overladen

11. Radiocontact: ◻JA – ◻NEE

12. Naam en nationaliteit van de kapitein van het waargenomen vaartuig:…………………………………………..

13. Aantal personen aan boord van het waargenomen vaartuig:……………………………………………………………..

14. Vangsten aan boord van het waargenomen vaartuig: ……………………………………………………………………………………

15. Informatie ingewonnen door:

Naam van de inspecteur:

Overeenkomstsluitende partij:

Nummer van de GFCM-identiteitskaart:

Naam van het patrouillevaartuig:



 BIJLAGE VIII

In de lijst van op vaartuigen die op zeebrasem vissen op te nemen gegevens

De in artikel 22 decies bedoelde lijst bevat voor elk vaartuig de volgende informatie:

naam van het vaartuig;

Registernummer van het vaartuig (door de CPC's toegewezen code)

registratienummer van de GFCM (drieletterige ISO-landencode + negen cijfers, bijvoorbeeld xxx000000001);

Haven van registratie (volledige naam van de haven)

vorige naam (indien van toepassing);

vorige vlag (indien van toepassing);

vorige gegevens inzake schrapping uit andere registers (indien van toepassing);

internationale radioroepnaam (indien van toepassing);

VMS (geef aan J/N)

vaartuigtype, lengte over alles (LOA), brutotonnage (BT) en/of brutoregistertonnage (BRT) en motorvermogen uitgedrukt in kW;

Naam en adres van de eigenaar(s) en de exploitant(en)

Voornaamste vistuig(en) gebruikt om op zeebrasem te vissen en vlootsegmenttoewijzing en operationele eenheid zoals geïdentificeerd in het DCRF

Seizoen waarvoor machtiging is verleend om op zeebrasem te vissen"

(1)    Verordening (EU) nr.  1343/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 tot vaststelling van een aantal bepalingen voor de visserij in het GFCM-overeenkomstgebied (General Fisheries Commission for the Mediterranean – Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee) en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad inzake beheersmaatregelen voor de duurzame exploitatie van visbestanden in de Middellandse Zee (PB L 347 van 30.12.2011, blz. 44).
(2)    Verordening (EU) 2015/2102 van het Europees Parlement en de Raad van 28 oktober 2015 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1343/2011 tot vaststelling van een aantal bepalingen voor de visserij in het GFCM-overeenkomstgebied (General Fisheries Commission for the Mediterranean – Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee) (PB L 308 van 28.11.2015, blz.1).
(3)    Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad van 21 december 2006 inzake beheersmaatregelen voor de duurzame exploitatie van visbestanden in de Middellandse Zee, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1626/94 (PB L 409 van 30.12.2006, blz. 11).
(4)    Verordening (EG) nr. 26/2004 van de Commissie van 30 december 2003 betreffende het communautaire gegevensbestand over de vissersvloot (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 25).
(5)    Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999 (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1).
(6)    Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een controleregeling van de Unie die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).
(7)    Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).
(8)    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie van 8 april 2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 112 van 30.4.2011, blz. 1).
(9)    Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999 (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1).
(10)    Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een controleregeling van de Unie die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).
(11)    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie van 8 april 2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 112 van 30.4.2011, blz. 1).
(12)    Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een controleregeling van de Unie die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).
(13)    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie van 8 april 2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 112 van 30.4.2011, blz. 1).
(14)    Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999 (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1).
Top