EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 29.11.2017
COM(2017) 735 final
2017/0328(COD)
Voorstel voor een
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 726/2004 wat betreft de zetel van het Europees Geneesmiddelenbureau
(Voor de EER relevante tekst)
TOELICHTING
1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
Motivering en doel van het voorstel
Het Europees Geneesmiddelenbureau is opgericht bij Verordening (EEG) nr. 2309/93, die is vervangen door Verordening (EG) nr. 726/2004. Overeenkomstig artikel 1 van het Besluit van 29 oktober 1993 in onderlinge overeenstemming genomen door de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, op het niveau van de staatshoofden en regeringsleiders bijeen, inzake de vaststelling van de zetels van bepaalde organisaties en diensten van de Europese Gemeenschappen en Europol heeft het Europees Geneesmiddelenbureau zijn zetel in Londen, Verenigd Koninkrijk.
Op 29 maart 2017 heeft het Verenigd Koninkrijk ingevolge artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie kennisgeving aan de Europese Raad gedaan van zijn voornemen zich uit de Unie terug te trekken.
Op 20 november 2017 hebben de 27 resterende lidstaten in de marge van de Raad Algemene Zaken (artikel 50) Amsterdam, Nederland, gekozen als de nieuwe zetel van het Europees Geneesmiddelenbureau.
2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
•Rechtsgrondslag
Aangezien de te wijzigen handeling is gebaseerd op artikel 114 en artikel 168, lid 4, punt c), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), moet de wijzigingshandeling eveneens op die rechtsgrondslag berusten.
•Keuze van het instrument
Dit voorstel strekt tot wijziging van Verordening (EG) nr. 726/2004. Daarom heeft het voorstel de vorm van een wijzigingsverordening.
•Subsidiariteit en evenredigheid
De vaststelling van de zetel van het agentschap valt onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie. De maatregel is evenredig met het doel van de voorgestelde verordening, namelijk de bevestiging van de nieuwe zetel van het agentschap in het kader van Verordening (EG) nr. 726/2004.
4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
De hervestiging van het Europees Geneesmiddelenbureau zal gevolgen hebben voor de begroting, die vooral verband houden met de kosten van de voortijdige beëindiging van de huidige huurovereenkomst in Londen als gevolg van de terugtrekking, de kosten van de verhuizing zelf en de kosten van de ingebruikname van het nieuwe gebouw in Amsterdam. Zoals is aangegeven in de richtsnoeren van de Raad van 22 mei 2017 voor de onderhandelingen over een akkoord met het Verenigd Koninkrijk over de voorwaarden voor zijn terugtrekking uit de Europese Unie moeten de specifieke kosten van de terugtrekking, zoals de kosten van de verhuizing van de agentschappen die hun zetel in het Verenigd Koninkrijk hebben, volledig worden gedragen door het Verenigd Koninkrijk.
Het kan nodig zijn dat een deel van de kosten van de hervestiging in afwachting van de financiële afwikkeling uit de EU-begroting wordt voorgefinancierd. In dat verband zal de Commissie in overleg met het Europees Geneesmiddelenbureau nagaan welke mogelijke aanvullende financiering uit de EU-begroting nodig is. Zo nodig zal de Commissie hiertoe voorstellen aan het Europees Parlement en de Raad doen in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure voor 2019, en zo nodig voor 2018. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de kosten van de verhuizing zelf. Daarnaast zullen de kosten in verband met de ingebruikname van het nieuwe gebouw worden voorgesteld in het kader van de procedure voor gebouwen van artikel 203 van het Financieel Reglement, waarin bepaald is dat het Europees Parlement en de Raad voorafgaande toestemming moeten geven voordat overeenkomsten voor bouwprojecten worden gesloten. Deze procedure zal zo spoedig mogelijk (uiterlijk begin 2018) worden gestart.
2017/0328 (COD)
Voorstel voor een
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 726/2004 wat betreft de zetel van het Europees Geneesmiddelenbureau
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114 en artikel 168, lid 4, punt c),
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité,
Gezien het advies van het Comité van de Regio’s,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)In verband met de kennisgeving van 29 maart 2017 waarin het Verenigd Koninkrijk ingevolge artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie kennis heeft gegeven van zijn voornemen zich uit de Unie terug te trekken, hebben de overige 27 lidstaten in de marge van de Raad Algemene Zaken (artikel 50) Amsterdam, Nederland, gekozen als de nieuwe zetel van het Europees Geneesmiddelenbureau.
(2)Gezien artikel 50, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie moet het Europees Geneesmiddelenbureau zijn nieuwe zetel innemen vanaf de datum waarop de Verdragen niet meer op het Verenigd Koninkrijk van toepassing zijn of, als dat eerder is, vanaf 30 maart 2019.
(3)Om ervoor te zorgen dat het Europees Geneesmiddelenbureau op zijn nieuwe locatie naar behoren functioneert, moet een zetelovereenkomst worden gesloten voordat het Europees Geneesmiddelenbureau zijn nieuwe zetel inneemt.
(4)Om het Europees Geneesmiddelenbureau genoeg tijd te geven voor de hervestiging, moet deze verordening met spoed in werking treden.
(5)Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
In Verordening (EG) nr. 726/2004 wordt het volgende artikel 71 bis ingevoegd:
„Artikel 71 bis
Het bureau heeft zijn zetel in Amsterdam, Nederland.”
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is van toepassing vanaf de datum waarop de Verdragen niet meer op het Verenigd Koninkrijk van toepassing zijn of, als dat eerder is, vanaf 30 maart 2019.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel,
Voor het Europees Parlement
Voor de Raad
De voorzitter
De voorzitter