This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013DC0518
DRAFT AMENDING BUDGET N° 6 TO THE GENERAL BUDGET 2013 STATEMENT OF REVENUE BY SECTION
ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING NR. 6 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2013 STAAT VAN ONTVANGSTEN PER AFDELING
ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING NR. 6 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2013 STAAT VAN ONTVANGSTEN PER AFDELING
/* COM/2013/0518 final */
ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING NR. 6 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2013 STAAT VAN ONTVANGSTEN PER AFDELING /* COM/2013/0518 final - 2013/ () */
ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING NR. 6
BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2013 STAAT VAN ONTVANGSTEN PER AFDELING Gezien: –
het Verdrag betreffende de werking van de Europese
Unie, en met name artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van
de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis, –
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het
Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de
financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot
intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 41/2002[1], en met
name artikel 41; –
de algemene begroting van de Europese Unie voor het
begrotingsjaar 2013, die op 12 december 2012 is goedgekeurd[2], –
de gewijzigde begroting nr. 1/2013, die op 4 juli 2013
is goedgekeurd, –
het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2013[3], die op 27
maart 2013 is goedgekeurd, –
het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3/2013[4], dat op 15
april 2013 is goedgekeurd, –
het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2013[5], dat op 29
april 2013 is goedgekeurd, –
het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 5/2013[6], dat op 2
mei 2013 is goedgekeurd, dient de Europese
Commissie bij de begrotingsautoriteit het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6
bij de begroting 2013 in. WIJZIGINGEN
IN DE STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING De wijzigingen in
de staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling zijn beschikbaar via EUR-Lex:
(http://eur-lex.europa.eu/budget/www/index-nl.htm).
Ter informatie is een Engelse versie van de wijzigingen in deze staat als
budgettaire bijlage bijgevoegd. INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding.. 4 2. Eigen middelen.. 4 2.1. Inleiding.. 4 2.2. Herziening van de ramingen
van TEM en de btw- en bni-grondslagen.. 5 2.3. 2009
and 2012 UK correction.. 7 2.3.1 Inleiding.. 7 2.3.2 Berekening
van de correcties. 8 2.3.3 Opneming
in het OGB 6/2013 van de eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2012,
en van het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2009. 10 2.4 Herziening van de
financiering van de brutoverminderingen van de bni-afdrachten van Zweden en
Nederland in 2013. 11 3. Overige ontvangsten - Geldboetes.. 13 4. Trustfondsen van de Unie voor
externe maatregelen.. 13 5. Overzichtstabel per rubriek
van het financieel kader.. 14 1. Inleiding Dit ontwerp van gewijzigde
begroting (OGB) nr. 6 voor 2013 heeft betrekking op het volgende: – de herziening van de raming van de traditionele eigen middelen (TEM,
d.w.z. douanerechten en heffingen in de suikersector), de btw- en de
bni-grondslagen, de opname in de begroting van de relevante Britse correcties
en de financiering daarvan, en de herziening van de financiering van de
vermindering van de bni-afdrachten ten voordele van Nederland en Zweden in 2013,
die leiden tot een wijziging van de eigenmiddelenbijdragen van de lidstaten aan
de EU-begroting; – de herziening van de raming van de overige ontvangsten, in verband met
de aan Microsoft opgelegde geldboete van 561 miljoen EUR; – de aanpassing van de begrotingsstructuur om de oprichting van
trustfondsen van de Unie overeenkomstig artikel 187 van het Financieel
Reglement op te vangen. 2. Eigen middelen 2.1. Inleiding In onderstaande
overzichtstabel zijn de totale eigenmiddelenbetalingen weergegeven per
lidstaat, zoals opgenomen in: – de begroting 2013, – het ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) 5/2013, betreffende het
aanspreken van het Solidariteitsfonds van de EU voor een bedrag van 14 607 942 EUR
aan vastleggings- en betalingskredieten in verband met overstromingen in Slovenië,
Kroatië en Oostenrijk in het najaar van 2012, – dit OGB nr. 6/2013. bedragen in miljoen euro || Begroting 2013 || OGB 5/2013 || OGB 6/2013 || || OGB 6/2013 t.o.v. OGB 5/2013 || (1) || (2) || (3) || in % || (4) = (3) – (2) BE || 5 510,4 || 5 807,6 || 5 633,2 || 4,00% || - 174,4 BG || 437,0 || 467,2 || 466,1 || 0,33% || - 1,1 CZ || 1 624,0 || 1 735,3 || 1 669,7 || 1,18% || - 65,7 DK || 2 728,2 || 2 922,9 || 2 923,8 || 2,07% || + 0,8 DE || 26 174,2 || 28 244,7 || 28 591,6 || 20,28% || + 346,9 EE || 182,6 || 195,2 || 203,0 || 0,14% || + 7,8 IE || 1 416,2 || 1 512,4 || 1 607,5 || 1,14% || + 95,1 EL || 1 973,4 || 2 122,6 || 1 940,9 || 1,38% || - 181,7 ES || 10 869,0 || 11 649,9 || 11 716,0 || 8,31% || + 66,1 FR || 21 917,3 || 23 524,9 || 23 395,5 || 16,59% || - 129,5 HR || --- || 251,0 || 243,3 || 0,17% || - 7,7 IT || 16 512,5 || 17 722,6 || 17 421,8 || 12,36% || - 300,8 CY || 190,2 || 203,4 || 183,2 || 0,13% || - 20,2 LV || 222,7 || 239,2 || 260,8 || 0,18% || + 21,6 LT || 355,1 || 380,1 || 390,5 || 0,28% || + 10,4 LU || 320,3 || 344,6 || 356,1 || 0,25% || + 11,5 HU || 1 043,3 || 1 119,6 || 1 066,2 || 0,76% || - 53,4 MT || 68,9 || 73,6 || 78,9 || 0,06% || + 5,3 NL || 6 335,7 || 6 805,1 || 6 733,1 || 4,78% || - 72,0 AT || 2 931,9 || 3 170,3 || 3 213,2 || 2,28% || + 42,9 PL || 4 114,3 || 4 409,3 || 4 443,1 || 3,15% || + 33,8 PT || 1 659,0 || 1 781,5 || 1 788,4 || 1,27% || + 6,9 RO || 1 406,7 || 1 514,1 || 1 539,3 || 1,09% || + 25,2 SI || 415,6 || 442,3 || 427,1 || 0,30% || - 15,2 SK || 796,8 || 851,6 || 829,3 || 0,59% || - 22,3 FI || 2 088,5 || 2 244,0 || 2 222,5 || 1,58% || - 21,5 SE || 3 720,3 || 4 037,7 || 4 213,4 || 2,99% || + 175,7 UK || 16 273,9 || 17 781,8 || 17 436,1 || 12,37% || - 345,7 EU || 131 288,0 || 141 554,6 || 140 993,6 || 100,00% || - 561,0 2.2. Herziening van de
ramingen van TEM en de btw- en bni-grondslagen Volgens vaste praktijk stelt
de Commissie voor de financiering van de begroting te herzien op grond van
recentere economische ramingen, goedgekeurd op een vergadering van het
Raadgevend Comité voor de eigen middelen (RCEM). De herziening heeft
betrekking op de ramingen van de traditionele eigen middelen (TEM) die in 2013
moeten worden afgedragen aan de begroting, en op de geraamde btw- en
bni-grondslagen voor 2013. De in de begroting 2013 (en in GB 1/2013 tot OGB 5/2013)
opgenomen raming werd vastgesteld tijdens de 154e vergadering van het RCEM van 21
mei 2012. De herziene raming waarvan dit OGB 6/2013 uitgaat, is aangenomen
tijdens de 157e vergadering van het RCEM van 16 mei 2013. Door gebruik te maken
van een bijgestelde eigenmiddelenraming kan nauwkeuriger worden bepaald welke
bijdragen tijdens het begrotingsjaar van de lidstaten worden gevraagd en wordt
het effect van de onvermijdelijke ramingsfouten van het jaar voordien beperkt. Ten opzichte van de in mei 2012
goedgekeurde raming is de in mei 2013 goedgekeurde raming op de volgende punten
herzien: – Het geraamde totaalbedrag van de nettosuikerheffingen 2013 is niet
gewijzigd en bedraagt 123,4 miljoen EUR (na aftrek van 25 %
inningskosten). – De totale nettodouanerechten 2013 (inclusief douanerechten op
landbouwproducten) worden nu geraamd op 16 761,3 miljoen EUR (na
aftrek van 25 % inningskosten), hetgeen neerkomt op een daling met 10,1 %
ten opzichte van de in mei 2012 geraamde 18 654,2 miljoen EUR. De
belangrijkste reden voor deze daling is een lager geraamd gemiddeld tarief (1,21 %
ten opzichte van 1,32 %). Bij de ramingen per lidstaat is gebruikgemaakt
van de voorspelde groeipercentages van de invoer uit derde landen, die op 3 mei
2013 in de voorjaarsprognoses 2013 werden bekendgemaakt. –
De totale niet-afgetopte btw-grondslag voor de EU
in 2013 wordt momenteel geraamd op 5.846.022,6 miljoen EUR, hetgeen neerkomt op
een daling met 2,3 % in vergelijking met de in mei 2012 geraamde 5.982.822,3
miljoen EUR. De totale niet-afgetopte btw-grondslag[7]
voor de EU in 2013 wordt momenteel geraamd op 5.828.300,4 miljoen EUR, hetgeen
neerkomt op een daling met 2,3 % in vergelijking met de in mei 2012 geraamde 5.963.921,0
miljoen EUR. –
De totale bni-grondslag voor de EU in 2013 wordt
thans geraamd op 13 142 971,2 miljoen EUR, wat neerkomt op
een daling met 1,9 % in vergelijking met de in mei 2012 geraamde 13 400 305,0 miljoen EUR. Voor de omrekening van de in
nationale valuta luidende geraamde btw- en bni-grondslagen naar euro (voor de
elf lidstaten die geen lid zijn van de eurozone) is de wisselkoers van 31
december 2012 gebruikt. Distorsies worden voorkomen doordat dezelfde koers wordt
gebruikt wanneer de in de begroting opgenomen eigen middelen van euro worden
omgerekend naar nationale valuta bij de afroeping van de bedragen
(overeenkomstig artikel 10, lid 3, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000
van de Raad). De herziene ramingen van TEM,
niet-afgetopte btw-grondslagen en bni-grondslagen voor 2013 zoals vastgesteld
tijdens de 157e vergadering van het RCEM van 16 mei 2013 zijn weergegeven in
onderstaande tabel (afgeronde cijfers): Herziene
ramingen van TEM, btw- en bni-grondslagen voor 2013 (in miljoen EUR) || Suiker heffingen (75%) || Douanerechten (75%) || Niet-afgetopte btw-grondslagen || Bni-grondslagen || Afgetopte VAT bases[8] BE || 6,6 || 1 654,3 || 163 128,3 || 387 739,3 || 163 128,30 BG || 0,4 || 49,5 || 19 416,1 || 39 794,9 || 19 416,10 CZ || 3,4 || 190,7 || 64 470,5 || 142 601,1 || 64 470,50 DK || 3,4 || 324,5 || 99 134,9 || 256 070,9 || 99 134,90 DE || 26,3 || 3 406,0 || 1 198 450,5 || 2 750 613,3 || 1 198 450,50 EE || 0,0 || 23,4 || 8 339,0 || 17 211,5 || 8 339,00 IE || 0,0 || 210,7 || 64 780,0 || 133 949,9 || 64 780,00 EL || 1,4 || 114,4 || 66 547,7 || 182 207,7 || 66 547,70 ES || 4,7 || 1 089,9 || 451 441,7 || 1 033 368,9 || 451 441,70 FR || 30,9 || 1 710,6 || 945 535,7 || 2 098 834,7 || 945 535,70 HR || 0,0 || 18,3 || 13 563,1 || 21 458,5 || 10 729,25 IT || 4,7 || 1 495,9 || 643 318,1 || 1 559 710,2 || 643 318,10 CY || 0,0 || 16,2 || 11 202,8 || 15 957,9 || 7 978,95 LV || 0,0 || 25,9 || 7 814,8 || 23 520,0 || 7 814,80 LT || 0,8 || 51,8 || 13 302,5 || 33 188,2 || 13 302,50 LU || 0,0 || 12,1 || 25 844,8 || 32 873,9 || 16 436,95 HU || 2,0 || 95,2 || 39 368,8 || 94 958,6 || 39 368,80 MT || 0,0 || 0,2 || 5 112,5 || 6 548,7 || 3 274,35 NL || 7,3 || 1 973,1 || 259 068,8 || 610 922,0 || 259 068,80 AT || 3,2 || 181,1 || 144 527,2 || 318 341,1 || 144 527,20 PL || 12,8 || 399,5 || 189 272,5 || 385 684,1 || 189 272,50 PT || 0,2 || 124,2 || 76 940,3 || 159 509,0 || 76 940,30 RO || 1,0 || 141,9 || 50 203,8 || 138 621,6 || 50 203,80 SI || 0,0 || 64,3 || 17 738,8 || 34 640,6 || 17 320,30 SK || 1,4 || 102,1 || 25 290,0 || 72 469,5 || 25 290,00 FI || 0,8 || 145,0 || 94 451,4 || 199 676,7 || 94 451,40 SE || 2,6 || 89,5 || 190 320,1 || 435 621,4 || 190 320,10 UK || 9,5 || 2 641,0 || 957 437,9 || 1 956 877,0 || 957 437,90 EU || 123,4 || 16 761,3 || 5 846 022,6 || 13 142 971,2 || 5 828 300,40 2.3. Britse correctie
2009 en 2012 2.3.1 Inleiding De correctie voor
begrotingsonevenwichtigheden ten voordele van het Verenigd Koninkrijk (de
"Britse correctie") die in dit OGB moet worden opgenomen, heeft
betrekking op twee jaren: 2009 en 2012. Op de Britse correcties voor 2009
en 2012 zijn de bepalingen van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad en
het bijbehorende werkdocument, de Berekeningsmethode 2007[9],
van toepassing. Overeenkomstig de bepalingen van dit besluit worden de netto
"buitengewone voordelen", of "meevallers" als gevolg van de
verhoging van het percentage dat de lidstaten sinds 2001 als inningskosten
mogen inhouden, geneutraliseerd bij de berekening van de Britse correctie en
worden de toegewezen uitgaven verminderd met: – de pretoetredingsuitgaven (PTU) betaald uit kredieten voor betalingen
van het begrotingsjaar vóór dat van de uitbreiding. Dit correctiemechanisme
voor de PTU zal bij elke volgende uitbreiding worden toegepast, maar zal niet
meer gelden vanaf de correctie die voor het eerst in 2014 in de begroting wordt
opgenomen; – voor de correctie voor 2009 70 % en voor de correctie voor 2012 100
% van de totale toegewezen uitgaven in de lidstaten die na 30 april 2004 tot de
Europese Unie zijn toegetreden, met uitzondering van de rechtstreekse
landbouwbetalingen en marktgerelateerde uitgaven, alsmede het gedeelte van de
uitgaven voor plattelandsontwikkeling dat afkomstig is uit het EOGFL, afdeling
Garantie. Deze vermindering werd geleidelijk doorgevoerd (20% voor de correctie
2008 die in de begroting 2009 wordt opgenomen, 70% voor de correctie 2009 die
in de begroting 2010 wordt opgenomen en 100% voor de correctie 2010 die in de
begroting 2011 wordt opgenomen). Bovendien wordt het
respectieve aandeel van Oostenrijk, Duitsland, Nederland en Zweden in de
financiering van de Britse correctie beperkt tot een vierde van wat normaal hun
aandeel zou zijn. De verlaging wordt gefinancierd door de overige lidstaten,
met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk. Het verschil tussen het definitieve
bedrag van de Britse correctie voor 2009 en het bedrag dat eerder in de
begroting werd opgenomen (eerste bijstelling in GB 4/2010) wordt in
hoofdstuk 35 van OGB 6/2013 opgevoerd. Het bedrag van de eerste
bijstelling van de Britse correctie voor 2012 is in hoofdstuk 15 van
het OGB 6/2013 opgenomen, in de plaats van het in hoofdstuk 15 van de
begroting 2013 opgenomen voorlopige bedrag van de Britse correctie
voor 2012. 2.3.2 Berekening van de
correcties In dit OGB worden de
berekening en de financiering van de eerste bijstelling van de Britse
correctie voor 2012, alsmede het definitieve bedrag van de Britse correctie voor
2009 opgenomen. Wat de Britse correcties voor
2010 en 2011 betreft, zal de Commissie overeenkomstig de berekeningsmethode 2007
voorstellen om bijstellingen in de begroting op te nemen als deze correcties
wezenlijk van de eerder in de begroting opgenomen berekening verschillen. Volgens
de huidige berekeningen van de Commissie verschillen de bedragen van de Britse
correcties voor 2010 en 2011 niet wezenlijk van de eerder gebudgetteerde
bedragen (de eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2011, opgenomen
in de GB 4/2012, en de tweede bijstelling van de Britse correctie voor 2010,
opgenomen in de GB 4/2012). Bijgevolg wordt niet voorgesteld om in dit OGB
6/2013 bijstellingen op te nemen. 2.3.2.1 Britse correctie 2012 In de onderstaande tabel
worden de verschillen samengevat tussen het in de begroting 2013 opgenomen
voorlopige bedrag van de Britse correctie voor 2012 en de in OGB 6/2013
op te nemen eerste bijstelling van de correctie voor 2012. || Britse correctie 2012 || Britse correctie 2012 VOORLOPIG Begroting 2013 || Britse correctie 2012 BIJSTELLING OGB 6/2013 || Verschil (1) Aandeel van het VK in niet-afgetopte btw-grondslag || 15,2078% || 16,2252% || + 1,0175% (2) Aandeel van het Verenigd Koninkrijk in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven || 7,2969% || 7,2419% || - 0,0550% (3) = (1) - (2) || 7,9109% || 8,9834% || + 1,0725% (4) Totale toegerekende uitgaven || 118 254 315 352 || 125 988 772 407 || + 7 734 457 056 (5) Uitbreidingsuitgaven = (5a) + (5b) || 28 277 437 283 || 30 204 999 085 || + 1 927 561 802 (5a) Pretoetredingsuitgaven || 3 082 696 513 || 3 079 384 770 || - 3 311 743 (5b) Uitgaven in verband met artikel 4, lid 1, onder g) || 25 194 740 770 || 27 125 614 315 || + 1 930 873 545 (6) Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) - (5) || 89 976 878 069 || 95 783 773 323 || + 5 806 895 254 (7) Oorspronkelijk bedrag van de Britse correctie = (3) x (6) x 0,66 || 4 697 847 740 || 5 679 045 800 || + 981 198 060 (8) Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk || 620 273 811 || 1 038 296 680 || + 418 022 869 (9) Kernkorting voor het VK = (7) - (8) || 4 077 573 929 || 4 640 749 120 || + 563 175 191 (10) Meevallers TEM || 5 148 759 || 9 347 792 || + 4 199 033 (11) Britse correctie = (9) - (10) || 4 072 425 170 || 4 631 401 328 || + 558 976 158 De eerste bijstelling
van de Britse correctie voor 2012 valt 559 miljoen EUR hoger uit dan het voorlopige
bedrag van de in de begroting 2013 opgenomen Britse correctie voor 2012. Voor de Britse correctie 2012
bedraagt het verschil van het oorspronkelijke bedrag van de Britse correctie
tussen eigenmiddelenbesluit (EMB) 2000 en EMB 2007 2.586,5 miljoen EUR in
prijzen van 2004 en 2.904,8 miljoen EUR in actuele prijzen. 2.3.2.2 Britse correctie 2009 In de tabel hierna worden de
verschillen weergegeven tussen de in GB 4/2010 opgenomen eerste bijstelling
van de Britse correctie voor 2009 en het in OGB 6/2013 op te nemen definitieve
bedrag van de Britse correctie voor 2009. || Britse correctie 2009 || Britse correctie 2009 bijstelling AB 4/2010 || Britse correctie 2009 DEFINITIEF OGB 6/2013 || Verschil (1) Aandeel van het VK in niet-afgetopte btw-grondslag || 15,3708% || 15,6778% || + 0,3070% (2) Aandeel van het Verenigd Koninkrijk in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven || 7,2824% || 7,2711% || - 0,0114% (3) = (1) - (2) || 8,0884% || 8,4067% || + 0,3184% (4) Totale toegerekende uitgaven || 102 757 465 239 || 101 944 631 886 || - 812 833 353 (5) Uitbreidingsuitgaven = (5a) + (5b) || 16 329 279 323 || 16 058 645 493 || - 270 633 830 (5a) Pretoetredingsuitgaven || 3 025 371 614 || 3 014 247 673 || - 11 123 940 (5b) Uitgaven in verband met artikel 4, lid 1, onder g) || 13 303 907 709 || 13 044 397 819 || - 259 509 889 (6) Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) - (5) || 86 428 185 916 || 85 885 986 393 || - 542 199 523 (7) Oorspronkelijk bedrag van de Britse correctie = (3) x (6) x 0,66 || 4 613 827 364 || 4 765 344 613 || + 151 517 249 (8) Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk || 1 094 564 313 || 1 377 819 752 || + 283 255 439 (9) Kernkorting voor het VK = (7) - (8) || 3 519 263 051 || 3 387 524 861 || - 131 738 190 (10) Meevallers TEM || -216 427 || -9 136 343 || - 8 919 916 (11) Britse correctie = (9) - (10) || 3 519 479 477 || 3 396 661 203 || - 122 818 274 Het definitieve bedrag
van de Britse correctie voor 2009 is 122,8 miljoen euro kleiner dan dat van de
eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2009 die in de GB 4/2010
was opgenomen. Voor de Britse correctie 2009
bedraagt het verschil van het oorspronkelijke bedrag van de Britse correctie
tussen eigenmiddelenbesluit (EMB) 2000 en EMB 2007 1.276,5 miljoen EUR in
prijzen van 2004 en 1.349,7 miljoen EUR in actuele prijzen. 2.3.2.4 Maximum van 10,5 miljard EUR Overeenkomstig artikel 4, lid
2, van Besluit 2007/436, mag de aanvullende bijdrage van het Verenigd
Koninkrijk als gevolg van de in lid 1, onder g), van het EMB 2007 bedoelde
vermindering van de toegewezen uitgaven in de periode 2007-2013 in totaal niet
meer bedragen dan 10,5 miljard EUR in prijzen van 2004. Het gecumuleerde effect
van de correcties voor 2007-2012 bedraagt 8 246,8 miljoen EUR in prijzen
van 2004 en 9 028,3 miljoen EUR in actuele prijzen. Correctie voor het Verenigd Koninkrijk 2007-2012 Verschil van het oorspronkelijke bedrag t.o.v. de grenswaarde van 10,5 miljard EUR (EMB 2007 t.o.v. EMB 2000), in EUR || Verschil in lopende prijzen || Verschil in constante prijzen van 2004 (A) Britse correctie 2007 || 0 || 0 (B) Britse correctie 2008 || - 301 679 647 || - 280 649 108 (C) Britse correctie 2009 || -1 349 749 997 || -1 276 489 414 (D) Britse correctie 2010 || -2 117 099 739 || -1 956 553 421 (E) Britse correctie 2011 || -2 355 028 746 || -2 146 661 679 (F) Britse correctie 2012 || -2 904 788 069 || -2 586 455 037 (G) Totaal verschil = (A) + (B) + (C) + (D) + (E) + (F) || -9 028 346 199 || -8 246 808 658 2.3.3 Opneming in het
OGB 6/2013 van de eerste bijstelling van de Britse correctie voor 2012, en van
het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2009 2.3.3.1 Britse correctie voor 2012 (hoofdstuk 15) Het bedrag van de Britse
correctie dat in hoofdstuk 15 van dit OGB 6/2013 moet worden
opgenomen, is het bedrag van de eerste bijstelling van de Britse
correctie voor 2012 (d.w.z. 4.631.401.328 EUR in plaats van het in de
begroting 2013 opgenomen bedrag van 4.072.425.170 EUR). Voor de financiering van dit
bedrag moet worden uitgegaan van de bij dit OGB 6/2013 herziene bni-grondslagen
voor 2013. In de onderstaande tabel is weergegeven hoe dit bedrag in hoofdstuk 15
wordt opgenomen: Britse correctie voor 2012 (hoofdstuk 15) BE || 230 617 663 || LU || 19 552 576 BG || 23 669 014 || HU || 56 479 006 CZ || 84 815 577 || MT || 3 895 003 DK || 152 304 583 || NL || 63 235 319 DE || 284 710 504 || AT || 32 950 853 EE || 10 236 971 || PL || 229 395 281 IE || 79 670 059 || PT || 94 871 974 EL || 108 372 594 || RO || 82 448 669 ES || 614 622 042 || SI || 20 603 365 FR || 1 248 334 520 || SK || 43 103 051 HR || 12 762 980 || FI || 118 762 720 IT || 927 676 717 || SE || 45 090 304 CY || 9 491 361 || UK || 0 LV || 13 989 109 || || LT || 19 739 513 || Totaal || 4 631 401 328 2.3.3.2 Britse correctie
voor 2009 (hoofdstuk 35) Het bedrag van de Britse
correctie dat in hoofdstuk 35 van dit OGB 6/2013 moet worden
opgenomen, is het verschil tussen het definitieve bedrag van de Britse
correctie voor 2009 (d.w.z. 3 396 661 203 EUR) en de eerste bijstelling
van de Britse correctie voor 2009 (d.w.z. de in GB 4/2010 opgenomen 3 519 479 477
EUR), dat 122 818 274 EUR bedraagt. Voor de financiering van dit
bedrag moet worden uitgegaan van de herziene bni-grondslagen 2009, zoals bekend
eind 2012. In de onderstaande tabel is weergegeven hoe dit bedrag in hoofdstuk 35
wordt opgenomen: Britse correctie voor 2009 – hoofdstuk 35 BE || -1 560 520 || LU || -694 287 BG || 347 361 || HU || -2 506 364 CZ || 638 761 || MT || 7 989 DK || -2 771 664 || NL || -2 758 821 DE || -5 926 083 || AT || -712 461 EE || -102 455 || PL || -3 037 695 IE || -1 276 162 || PT || -244 526 EL || -11 973 529 || RO || 23 753 ES || -19 472 383 || SI || -485 496 FR || -44 165 819 || SK || -1 338 212 IT || -25 357 823 || FI || -1 122 623 CY || -337 011 || SE || 2 136 996 LV || 85 188 || UK || 122 818 274 LT || -214 388 || Totaal || 0 2.4 Herziening van de
financiering van de brutoverminderingen van de bni-afdrachten van Zweden en
Nederland in 2013 De brutoverminderingen van de
bni-afdrachten van Nederland en Zweden voor 2013 werden in de begroting 2013
vastgesteld. De bedragen werden omgerekend in actuele prijzen door toepassing
van de door de Commissie in het kader van de economische voorjaarsprognoses 2012
meegedeelde bbp-deflator voor de EU in euro, en die dus bij opstelling van het
voorontwerp van de begroting 2013 beschikbaar was. Voor Nederland bedraagt het
brutobedrag 693,6 miljoen EUR en voor Zweden 172 miljoen EUR. Deze
bedragen zullen ongewijzigd blijven[10]. De verminderingen worden door
alle lidstaten gefinancierd, overeenkomstig hun aandeel in het bni. Derhalve
wordt de financiering gewijzigd overeenkomstig de bijstelling van de
bni-grondslagen voor 2013, zoals tijdens de 157e ramingsvergadering van het
RCEM op 16 mei 2013 is overeengekomen. In de onderstaande tabel is
een overzicht opgenomen van de brutoverminderingen voor 2013 en hun
financiering: Verminderingen 2013 bni-afdrachten Nederland en Zweden BE || 25 535 591 || LU || 2 164 997 BG || 2 620 798 || HU || 6 253 748 CZ || 9 391 370 || MT || 431 282 DK || 16 864 223 || NL || - 653 364 512 DE || 181 148 872 || AT || 20 965 190 EE || 1 133 509 || PL || 25 400 241 IE || 8 821 623 || PT || 10 504 885 EL || 11 999 767 || RO || 9 129 290 ES || 68 055 226 || SI || 2 281 348 FR || 138 224 279 || SK || 4 772 669 HR || 1 413 206 || FI || 13 150 234 IT || 102 718 817 || SE || - 143 277 550 CY || 1 050 949 || UK || 128 875 281 LV || 1 548 971 || || LT || 2 185 696 || Totaal || 0 3. Overige ontvangsten -
Geldboetes Op 6
maart 2013 heeft de Europese Commissie een geldboete van 561 miljoen EUR
opgelegd aan Microsoft wegens het niet nakomen van toezeggingen om gebruikers
een browserkeuzescherm aan te bieden. De Commissie had deze toezeggingen in 2009
voor Microsoft juridisch verbindend tot 2014 gemaakt. Zij stelde echter vast
dat Microsoft had verzuimd het browserkeuzescherm aan te bieden met Service
Pack 1 voor Windows 7 van mei 2011 tot juli 2012. Microsoft heeft erkend dat dit
inderdaad het geval was in de betrokken periode en is niet in beroep gegaan
tegen het besluit van de Commissie. De geldboete is volledig betaald op 5 juni
2013. 4. Trustfondsen van de Unie voor externe maatregelen Overeenkomstig artikel 187
van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de
Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van
toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van
Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002[11] kan de Commissie voor noodsituaties,
operaties na een noodsituatie of crisis, of thematische acties trustfondsen
oprichten in het kader van een met andere donoren gesloten overeenkomst. Het betreft hier een nieuw
instrument waarmee de reikwijdte en de doeltreffendheid van de EU-begroting
worden vergroot. Via deze door de Commissie beheerde trustfondsen komen
gezamenlijke middelen (afkomstig o.a. van andere donoren) onder toezicht van de
EU. Het gebruik van middelen van andere donoren wordt hierdoor zeer transparant
en de verantwoording groter. De donorbijdragen aan
trustfondsen van de Unie worden op een specifiek daartoe bestemde bankrekening
geplaatst en niet in de begroting opgenomen (artikel 187, lid 6, van het
Financieel Reglement). De beheersvergoedingen uit hoofde van deze trustfondsen
worden als externe bestemmingsontvangsten op een begrotingsonderdeel opgenomen
(artikel 21, lid 2, onder b); artikel 21, lid 5 en artikel 187, lid 7, van het
Financieel Reglement). 5. Overzichtstabel
per rubriek van het financieel kader Financieel kader Rubriek/subrubriek || Herzien fin. kader 2013 || Begroting 2013 (incl. OGB 1-5/2013) || OGB 6/2013 || Begroting 2013 (incl. DAB 1-6/2013) VK || BK || VK || BK || VK || BK || VK || BK 1. DUURZAME GROEI || || || || || || || || 1a. Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid || 15 670 000 000 || || 16 168 150 291 || 12 886 628 095 || || || 16 168 150 291 || 12 886 628 095 Marge || || || 1 849 709 || || || || 1 849 709 || 1b. Cohesie voor groei en werkgelegenheid || 54 974 000 000 || || 54 958 049 037 || 56 349 544 736 || || || 54 958 049 037 || 56 349 544 736 Marge || || || 15 950 963 || || || || 15 950 963 || Totaal || 70 644 000 000 || || 71 126 199 328 || 69 236 172 831 || || || 71 126 199 328 || 69 236 172 831 Marge[12] || || || 17 800 672 || || || || 17 800 672 || 2. BESCHERMING EN BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN || || || || || || || || Marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen || 48 574 000 000 || || 43 956 548 610 || 43 934 188 711 || || || 43 956 548 610 || 43 934 188 711 Totaal || 61 289 000 000 || || 60 159 241 416 || 58 095 492 961 || || || 60 159 241 416 || 58 095 492 961 Marge || || || 1 129 758 584 || || || || 1 129 758 584 || 3. BURGERSCHAP, VEILIGHEID, VRIJHEID EN RECHTVAARDIGHEID || || || || || || || || 3a. Vrijheid, veiligheid en recht || 1 661 000 000 || || 1 440 827 200 || 1 046 033 652 || || || 1 440 827 200 || 1 046 033 652 Marge || || || 220 172 800 || || || || 220 172 800 || 3b. Burgerschap || 746 000 000 || || 753 287 942 || 669 173 557 || || || 753 287 942 || 669 173 557 Marge || || || 7 320 000 || || || || 7 320 000 || Totaal || 2 407 000 000 || || 2 194 115 142 || 1 715 207 209 || || || 2 194 115 142 || 1 715 207 209 Marge[13] || || || 227 492 800 || || || || 227 492 800 || 4. DE EU ALS MONDIALE PARTNER || 9 595 000 000 || || 9 583 118 711 || 6 898 914 260 || || || 9 583 118 711 || 6 898 914 260 Marge[14] || || || 275 996 289 || || || || 275 996 289 || 5. ADMINISTRATIE || 8 492 000 000 || || 8 430 374 740 || 8 430 049 740 || || || 8 430 374 740 || 8 430 049 740 Marge[15] || || || 147 625 260 || || || || 147 625 260 || 6. COMPENSATIES || 75 000 000 || || 75 000 000 || 75 000 000 || || || 75 000 000 || 75 000 000 Marge || || || || || || || || TOTAAL || 152 502 000 000 || 144 285 000 000 || 151 568 049 337 || 144 450 837 001 || || || 151 568 049 337 || 144 450 837 001 Marge [16][17] || || || 1 798 673 605 || 14 770 941 || || || 1 798 673 605 || 14 770 941 Bijlage:
Samenvatting van de gevolgen van OGB 6 voor de bijdragen van de lidstaten De gevolgen van dit OGB 6
voor de ontvangstenzijde van de begroting (B2013 + OGB 1-5) zijn als volgt: || Douanerechten || - 1 892 900 000 Btw || - 383 805 175 Bruto nationaal inkomen || + 1 715 705 175 Diverse ontvangsten (geldboetes) || + 561 000 000 Totaal || 0 De volgende tabel toont de
gevolgen voor de bni-bijdrage van de lidstaten: || BE || 34 741 430 BG || 7 106 091 CZ || - 9 136 443 DK || 39 153 139 DE || 692 568 743 EE || 7 490 831 IE || 81 240 977 EL || - 86 276 544 ES || 213 093 427 FR || 200 361 021 HR || - 3 042 090 IT || - 16 192 871 CY || - 9 062 080 LV || 17 898 336 LT || 7 735 866 LU || 12 265 677 HU || - 28 441 978 MT || 4 641 799 NL || 51 576 334 AT || 93 083 343 PL || 41 176 605 PT || 11 924 529 RO || 75 671 SI || 1 920 493 SK || 13 998 783 FI || - 8 462 502 SE || 222 582 698 UK || 121 683 890 EU || 1 715 705 175 [1] PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1. [2] PB L 66 van 8.3.2013, blz. 1. [3] COM(2013) 183. [4] COM(2013) 224. [5] COM(2013)
254. [6] COM(2013)
258. [7] Krachtens
Besluit nr. 2007/436 van de Raad wordt de btw-grondslag van de lidstaten
afgetopt op 50 % van hun bni. In het kader van OGB 6/2013 wordt voor vijf
lidstaten de btw-grondslag afgetopt op 50% van het bni: Cyprus, Luxemburg,
Malta, Slovenië en Kroatië. [8] De
bedragen tegen een grijze achtergrond zijn het resultaat van de aftopping van
de btw-grondslagen (zie voetnoot 7 hierboven). [9] Besluit 2007/436
van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de
Europese Gemeenschappen, te raadplegen op:
(http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2007:163:0017:0021:NL:PDF)
en werkdocument van de Commissie van 23 mei 2007 over de berekening,
financiering, betaling en opneming in de begroting van de correctie van
begrotingsonevenwichtigheden, overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van het Besluit
[2007/436] van de Raad betreffende het stelsel van eigen middelen van de EU, de
zogeheten Berekeningsmethode 2007, te vinden op: (http://ec.europa.eu/budget/library/documents/revenue_expenditure/own_resources/calc_own_res_nl.pdf). [10] Overeenkomstig
artikel 2, lid 5, van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad worden de
bedragen in actuele prijzen omgerekend door toepassing van de door de Commissie
meegedeelde, meest recente bbp-deflator voor de Europese Unie in euro, die
beschikbaar is bij de opstelling van het voorontwerp van begroting. [11] PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1. [12] Het Europees Fonds voor aanpassing
aan de globalisering (EFG) wordt niet opgenomen in de berekening van de marge
onder rubriek 1a (500 miljoen EUR). [13] Het bedrag voor het Solidariteitsfonds
van de Europese Unie (EUSF) wordt in de begroting opgenomen boven het maximum
van de betrokken rubrieken, overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord van 17
mei 2006 (PB C 139 van 14.6.2006). [14] Bij de marge voor 2013 in rubriek 4
wordt geen rekening gehouden met de kredieten betreffende de reserve voor
noodhulp (264,1 miljoen EUR). [15] Om de marge ten opzichte van het
maximum van rubriek 5 te berekenen, wordt rekening gehouden met voetnoot (1)
van het financieel kader 2007-2013 voor een bedrag van 86 miljoen EUR
aan bijdragen van de personeelsleden aan het pensioenstelsel. [16] De overkoepelende marge voor de vastleggingen houdt
geen rekening met de kredieten voor het EFG (500 miljoen EUR), de EAR (264,1
miljoen EUR) en de pensoneelsbijdragen voor pensioenen (86 miljoen EUR). [17] De overkoepelende marge voor de
betalingen houdt geen rekening met de kredieten voor de reserve voor spoedhulp
(80 miljoen EUR) en de pensioenbijdragen van het personeel (86 miljoen
EUR).