EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52011PC0051
Proposal for a COUNCIL DECISION on the conclusion and provisional application of the Cooperation Agreement on Satellite Navigation between the European Union and its Member States and the Kingdom of Norway
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting en voorlopige toepassing van de Samenwerkingsovereenkomst inzake satellietnavigatie tussen de Europese Unie en haar lidstaten en het Koninkrijk Noorwegen
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting en voorlopige toepassing van de Samenwerkingsovereenkomst inzake satellietnavigatie tussen de Europese Unie en haar lidstaten en het Koninkrijk Noorwegen
/* COM(2011) 51 definitief - 2011/00330(NLE) */
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting en voorlopige toepassing van de Samenwerkingsovereenkomst inzake satellietnavigatie tussen de Europese Unie en haar lidstaten en het Koninkrijk Noorwegen /* COM(2011) 51 definitief - 2011/00330(NLE) */
NL || EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.2.2011 COM(2011) 51 definitief 2011/0033 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting en voorlopige
toepassing van de Samenwerkingsovereenkomst inzake satellietnavigatie tussen de
Europese Unie en haar lidstaten en het Koninkrijk Noorwegen TOELICHTING Noorwegen is de niet-EU partner waarmee wij
het nauwst samenwerken voor de Europese GNSS-systemen Galileo en EGNOS.
Noorwegen heeft in de afgelopen jaren politiek, technisch en financieel aan
alle fasen van Galileo meegewerkt via zijn lidmaatschap van het Europees
Ruimteagentschap en zijn informele deelname aan de Galileospecifieke
EG-bestuursstructuren. Deze overeenkomst formaliseert, samen met
Besluit nr. 94/2009 van het Gemengd comité van de EER waarbij Verordening nr.
683/2008 en Verordening nr. 1321/2004 (zoals gewijzigd) in de EER-overeenkomst
zijn opgenomen, de samenwerking tussen Noorwegen en de Europese Unie op het
gebied van satellietnavigatie. De overeenkomst legt de algemene beginselen
voor samenwerking vast alsmede de rechten en verplichtingen van Noorwegen op
gebieden -met name dat van de beveiliging- die niet door het bestaande
Galileo-acquis, d.w.z. het hiervoor genoemde Besluit nr. 94/2009, zijn gedekt. De overeenkomst is noodzakelijk want in
Noorwegen zullen zich twee belangrijke grondinstallaties bevinden die aan het
adequate functioneren van het systeem zullen bijdragen. In dit kader verbindt
Noorwegen zich politiek om mee te doen met het toekomstige Unie-beleid op het
gebied van de bescherming van Europese GNSS-systemen. Over de overeenkomst is onderhandeld op basis
van door de Raad op 8 juli 2005 aangenomen onderhandelingsrichtsnoeren. De
overeenkomst is op 22 september 2010 ondertekend. Deze
overeenkomst vult Besluit nr. 94/2009 van het Gemengd comité van de EER aan
door wijziging van de Protocollen 31 en 37 bij de EER-Overeenkomst waarbij
Noorwegen Verordening (EG) nr. 1321/2004 van de Raad van 12 juli 2004 inzake de
beheerstructuren van de Europese programma's voor radionavigatie per satelliet,
Verordening (EG) nr. 1942/2006 van 12 december 2006 tot wijziging van
Verordening (EG) nr. 1321/2004 en Verordening (EG) nr. 683/2008 van het
Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende de voortzetting van
de uitvoering van de Europese programma’s voor navigatie per satelliet (EGNOS
en Galileo) onderschrijft. Overlappingen tussen de twee instrumenten zijn
vermeden. Met het oog op de ondertekening van de
overeenkomst heeft overleg tussen de diensten plaatsgevonden (CISNet – uiterste
datum 29/06/2009 – overleg TREN-54986) en is rekening gehouden met opmerkingen
van de diensten. Een en ander heeft geleid
tot een voorstel van de Commissie voor een besluit van de Raad betreffende
ondertekening (COM(2009)453). De overeenkomst is op
22 september 2010 ondertekend. Zij moet thans worden
gesloten. Voorstel De Commissie stelt de Raad voor op basis van
de artikelen 171 en 172 in samenhang met artikel 218, lid 8, van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie machtiging te verlenen tot de
sluiting en de voorlopige toepassing van de Samenwerkingsovereenkomst inzake
satellietnavigatie tussen de Europese Unie en haar lidstaten en het Koninkrijk
Noorwegen. De Commissie wordt verzocht dit voorstel aan
te nemen en ter goedkeuring aan de Raad voor te leggen. 2011/0033 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting en voorlopige
toepassing van de Samenwerkingsovereenkomst inzake satellietnavigatie tussen de
Europese Unie en haar lidstaten en het Koninkrijk Noorwegen DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 172, in samenhang met artikel 218,
lid 8, Gezien het voorstel van de Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1)
De Commissie heeft met het Koninkrijk Noorwegen
onderhandelingen gevoerd over de Samenwerkingsovereenkomst inzake
satellietnavigatie (hierna "de overeenkomst" genoemd), die op 22
september 2010 is ondertekend. (2)
De overeenkomst moet ook door de lidstaten worden
geratificeerd. (3)
Overeenkomstig artikel 12, lid 4, van de
overeenkomst moet deze, hangende de inwerkingtreding ervan, door het Koninkrijk
Noorwegen en door de Europese Unie wat betreft aangelegenheden die binnen haar
bevoegdheid vallen, voorlopig worden toegepast. (4)
De overeenkomst is ondertekend namens de Europese
Unie en dient voorlopig te worden toegepast zoals bepaald in dit besluit. HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1 De Samenwerkingsovereenkomst inzake
satellietnavigatie tussen de Europese Unie en haar lidstaten en het Koninkrijk
Noorwegen wordt namens de Unie goedgekeurd. De tekst van de overeenkomst is bij dit
besluit gevoegd. Artikel 2 Overeenkomstig artikel 12, lid 4, van de
overeenkomst moet deze hangende de inwerkingtreding ervan voorlopig worden
toegepast wat betreft aangelegenheden die binnen de bevoegdheid van de Unie
vallen. De Commissie zal in het Publicatieblad van de Europese Unie een
bericht publiceren met informatie over de datum van voorlopige toepassing van
de overeenkomst. Artikel 3 Dit besluit
wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter BIJLAGE SAMENWERKINGSOVEREENKOMST
INZAKE SATELLIETNAVIGATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE
EN HAAR LIDSTATEN EN HET KONINKRIJK NOORWEGEN DE EUROPESE UNIE, hierna "de
Unie" of "de EU" genoemd, en HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND, DE HELLEENSE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK SPANJE, DE FRANSE REPUBLIEK, IERLAND, DE ITALIAANSE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK CYPRUS, DE REPUBLIEK LETLAND, DE REPUBLIEK LITOUWEN, HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG, DE REPUBLIEK HONGARIJE, MALTA, HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN, DE REPUBLIEK OOSTENRIJK, DE REPUBLIEK POLEN, DE PORTUGESE REPUBLIEK, ROEMENIË, DE REPUBLIEK SLOVENIË, DE SLOWAAKSE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK FINLAND, HET KONINKRIJK ZWEDEN, HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË
EN NOORD-IERLAND, de partijen bij het Verdrag betreffende de
werking van de Europese Unie, hierna "de lidstaten" genoemd, enerzijds,
en HET KONINKRIJK NOORWEGEN, hierna
"Noorwegen" genoemd, anderzijds, De Europese Unie, de lidstaten en Noorwegen,
hierna gezamenlijk "de partijen" genoemd, ERKENNENDE de nauwe deelname van Noorwegen aan
de Galileo- en EGNOS-programma’s sinds de definitiefasen van die programma’s, ZICH BEWUST van de ontwikkeling in het
bestuur, de eigendom en de financiering van de Europese GNSS-programma’s
krachtens Verordening (EG) nr. 1321/2004 van de Raad van 12 juli 2004 inzake de
beheerstructuren van de Europese programma's voor radionavigatie per satelliet[1], de wijzigingen ervan en Verordening (EG)
nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende
de voortzetting van de uitvoering van de Europese programma’s voor navigatie
per satelliet (EGNOS en Galileo)[2], OVERWEGENDE de voordelen van een gelijkwaardig
niveau van bescherming van Europese GNSS en de diensten ervan op de
grondgebieden van de partijen, ERKENNENDE het voornemen van Noorwegen om
binnen zijn rechtsgebied tijdig maatregelen aan te nemen en te handhaven die
voorzien in een gelijkwaardig niveau van beveiliging en veiligheid als die
welke in de Europese Unie van toepassing zijn, ERKENNENDE de verplichtingen van de partijen
volgens het internationaal recht, ERKENNENDE de belangstelling van Noorwegen
voor alle Galileo-diensten, inclusief de publiek gereguleerde dienst
("public regulated service" (PRS)), ERKENNENDE de Overeenkomst tussen Noorwegen en
de Europese Unie inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling van
gerubriceerde informatie, WENSENDE formeel nauwe samenwerking wat alle
aspecten van de Europese GNSS-programma’s betreft tot stand te brengen, BESCHOUWENDE de Overeenkomst betreffende de
Europese Economische Ruimte (hierna de"EER-overeenkomst" genoemd) als
een geschikte wettelijke en institutionele basis om samenwerking tussen de
Europese Unie en Noorwegen op het gebied van satellietnavigatie tot stand te
brengen, WENSENDE de bepalingen van de EER-overeenkomst
aan te vullen door middel van een bilaterale overeenkomst inzake
satellietnavigatie in aangelegenheden die specifiek relevant zijn voor
Noorwegen, de Unie en haar lidstaten, HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT
DE VOLGENDE BEPALINGEN: Artikel 1 Doel
van de overeenkomst Het hoofddoel van deze overeenkomst is de
samenwerking tussen de partijen verder te versterken door de op
satellietnavigatie toepasselijke bepalingen van de EER-overeenkomst aan te
vullen. Artikel 2 Definities Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt
verstaan onder: a) "European Global navigation
satellite systems (GNSS)": het Galileo-systeem en het European
Geostationary Navigation Overlay System (EGNOS); b) "augmentatie" : regionale
mechanismen zoals EGNOS. Die mechanismen stellen de gebruikers van GNSS in
staat een verbeterde prestatie te verkrijgen, zoals verhoogde nauwkeurigheid,
beschikbaarheid, integriteit en betrouwbaarheid; c) "Galileo" : een autonoom civiel
Europees mondiaal satellietnavigatie- en tijdbepalingssysteem onder civiele
leiding, voor de aanbieding van GNSS-diensten die zijn ontworpen en ontwikkeld
door de Unie en haar lidstaten. De exploitatie van Galileo kan aan een private
partij worden overgedragen.
Galileo voorziet in open diensten, commerciële diensten, diensten voor
beveiliging van mensenlevens en opsporings- en reddingsdiensten naast een
beveiligde publiek gereguleerde dienst ("public regulated service"
(PRS)) met beperkte toegang om te voldoen aan de behoeften van geautoriseerde
gebruikers uit de overheidssector; d) "regulerende maatregel": een
wet, regeling, beleid, regel, procedure, beslissing of soortgelijke
administratieve handeling door een partij; e) "gerubriceerde informatie":
informatie in elke vorm die bescherming vereist tegen onbevoegde openbaarmaking
waardoor de wezenlijke belangen, waaronder de nationale veiligheid, van de
partijen of van afzonderlijke lidstaten in verschillende mate zouden kunnen
worden geschaad. De rubricering ervan wordt aangeduid met een
rubriceringsmarkering. Dergelijke informatie wordt door de partijen
gerubriceerd in overeenstemming met de van toepassing zijnde wet- en
regelgeving en moet tegen elk verlies van vertrouwelijkheid, integriteit en
beschikbaarheid worden beschermd. Artikel 3 Beginselen
van de samenwerking 1.
De partijen komen overeen de volgende beginselen
toe te passen op onder deze overeenkomst vallende samenwerkingsactiviteiten: a) de EER-Overeenkomst is de basis voor
samenwerking op het gebied van satellietnavigatie tussen de partijen; b) vrijheid om satellietnavigatiediensten te
verlenen op de grondgebieden van de partijen; c) vrijheid om alle Galileo- en
EGNOS-diensten, inclusief PRS, te gebruiken, met inachtneming van de
voorwaarden die op het gebruik ervan van toepassing zijn; d) nauwe samenwerking in GNSS-beveiligingsaangelegenheden
door het nemen en handhaven van gelijkwaardige GNSS-beveiligingsmaatregelen
zowel in de Unie als in Noorwegen; e) passende inachtneming van de
internationale verplichtingen van de partijen met betrekking tot
grondfaciliteiten van Europese GNSS. 2.
Deze overeenkomst is niet van invloed op de ten
behoeve van de activiteiten van het Galileo-programma krachtens het recht van
de Europese Unie ingestelde institutionele structuur. Deze overeenkomst is
evenmin van invloed op de toepasselijke regulerende maatregelen ter uitvoering
van non-proliferatieverbintenissen en exportcontrole, controles van immateriële
overdrachten van technologie, noch op nationale veiligheidsmaatregelen. Artikel 4 Radiospectrum 1.
De partijen komen overeen in de Internationale
Telecommunicatie-unie (ITU) samen te werken op het gebied van
radiospectrumkwesties betreffende Europese satellietnavigatiesystemen, rekening
houdend met het op 5 november 2004 ondertekende "Memorandum of
Understanding on the Management of ITU filings of the Galileo radio-navigation
satellite service system". 2.
In deze context beschermen de partijen adequate
frequentietoewijzingen voor Europese satellietnavigatiesystemen om de
beschikbaarheid van de diensten van deze systemen ten voordele van de gebruikers
te verzekeren. 3.
Bovendien erkennen de partijen het belang om het
radionavigatiespectrum te beschermen tegen verstoring en interferentie. Daartoe
sporen zij bronnen van interferentie op en streven zij wederzijds aanvaardbare
oplossingen na om interferentie te bestrijden. 4.
Niets in deze overeenkomst mag aldus worden
geïnterpreteerd dat afbreuk wordt gedaan aan de toepasselijke bepalingen van de
ITU, inclusief de ITU-radioreglementen. Artikel 5 Grondfaciliteiten
van Europese GNSS 1.
Noorwegen neemt alle haalbare maatregelen om de
plaatsing, het onderhoud en de vervanging van grondfaciliteiten van Europese
GNSS ("grondfaciliteiten") op de onder zijn jurisdictie vallende
grondgebieden te vergemakkelijken. 2.
Noorwegen neemt alle haalbare maatregelen om de
bescherming en de ononderbroken en ongestoorde werking van grondfaciliteiten op
zijn grondgebieden te verzekeren inclusief, in voorkomend geval, door het
inzetten van zijn rechtshandhavingsinstanties. Noorwegen zet alle praktisch
uitvoerbare middelen in om de faciliteiten vrij te houden van lokale
radio-interferentie, hacking en pogingen tot afluisteren. 3.
De contractuele relaties betreffende de
grondfaciliteiten zullen worden overeengekomen tussen de Europese Commissie en
de houder van de eigendomsrechten. De Noorse autoriteiten zullen ten volle de
speciale status van de grondfaciliteiten respecteren en streven telkens wanneer
mogelijk voorafgaande overeenstemming met de Europese Commissie na alvorens
enige maatregel betreffende grondfaciliteiten wordt genomen. 4.
Noorwegen staat ononderbroken en ongehinderde
toegang tot de grondfaciliteiten toe aan alle door de Europese Unie aangewezen
of op andere wijze gemachtigde personen. Daartoe richt Noorwegen een
aanspreekpunt op dat informatie ontvangt over naar de grondfaciliteiten
reizende personen en op andere wijze het verkeer en de activiteiten van
dergelijke personen in de praktijk vergemakkelijkt. 5.
De archieven en uitrusting van de grondfaciliteiten
en documenten in doorvoer, ongeacht de vorm ervan, die een officieel zegel of
merk dragen zijn niet onderworpen aan inspecties door douane of politie. 6.
In geval van een bedreiging of gevaar voor de
beveiliging van grondfaciliteiten of hun werking informeren Noorwegen en de
Europese Commissie elkaar zonder uitstel van de gebeurtenis en de stappen om de
situatie te verhelpen. De Europese Commissie kan een andere vertrouwensentiteit
aanwijzen om voor dergelijke informatieverstrekking als aanspreekpunt met
Noorwegen op te treden. 7.
De partijen stellen in een afzonderlijke regeling
nadere procedures vast betreffende de kwesties waarvan sprake in de leden 1 tot
en met 6. Dergelijke procedures hebben onder meer betrekking op
verduidelijkingen betreffende inspecties, taken van de aanspreekpunten, eisen
voor koeriers en maatregelen tegen lokale radiofrequentie-interferentie en
vijandige aanvallen. Artikel 6 Beveiliging 1.
De partijen zijn overtuigd van de noodzaak om
mondiale navigatiesatellietsystemen te beschermen tegen bedreigingen zoals
misbruik, interferentie, verstoring en vijandige handelingen. Dientengevolge
doen de partijen alle praktisch uitvoerbare stappen, inclusief in voorkomend
geval het sluiten van afzonderlijke overeenkomsten, om de continuïteit,
veiligheid en beveiliging van de satellietnavigatiediensten en gerelateerde
infrastructuur en kritieke voorzieningen op hun grondgebieden te verzekeren. De
Europese Commissie is voornemens maatregelen te ontwikkelen om gevoelige
voorzieningen, informatie en technologieën van de Europese GNSS-programma’s te
beschermen, te controleren en te beheren wat betreft dergelijke bedreigingen en
ongewenste proliferatie. 2.
In deze context bevestigt Noorwegen zijn voornemen
om binnen zijn rechtsgebied tijdig maatregelen te nemen en te handhaven die in
een gelijkwaardig niveau van beveiliging en veiligheid voorzien als die welke
in de Europese Unie van toepassing zijn.
Met het oog hierop behandelen de partijen GNSS-beveiligingskwesties inclusief
accreditatie in de hiervoor bevoegde comités van de bestuursstructuur van
Europese GNSS. De praktische regelingen en procedures moeten in de reglementen
van orde van de comités worden vastgesteld; hierbij wordt mede rekening
gehouden met het raamwerk van de EER-overeenkomst. 3.
Mocht zich een gebeurtenis voordoen waarbij een
dergelijk gelijkwaardig niveau van beveiliging en veiligheid niet kan worden
bereikt, dan voeren de partijen overleg om de situatie te verhelpen. In
voorkomend geval kan de reikwijdte van de samenwerking in deze sector
dienovereenkomstig worden aangepast. Artikel 7 Uitwisselingen
van gerubriceerde informatie 1.
De uitwisseling en bescherming van gerubriceerde
informatie van de Unie gebeurt overeenkomstig de op 22 november 2004
ondertekende Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen
inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling van gerubriceerde gegevens[3] alsook de uitvoeringsregelingen van die
overeenkomst. 2.
Noorwegen kan gerubriceerde informatie met een
nationaal rubriceringsmerk betreffende Galileo uitwisselen met de lidstaten
waarmee het met het oog daarop bilaterale overeenkomsten heeft gesloten. 3.
De partijen streven ernaar een algemeen en coherent
rechtskader in te stellen op grond waarvan uitwisselingen van gerubriceerde
informatie betreffende het Galileo-programma tussen hen mogelijk zijn. Artikel 8 Exportcontrole 1.
Om de toepassing van een uniform beleid van
exportcontroles en non-proliferatie betreffende Galileo tussen de partijen te
verzekeren, bevestigt Noorwegen zijn voornemen om binnen zijn rechtsgebied
tijdig maatregelen te nemen en te handhaven die een gelijkwaardig niveau van
exportcontrole en niet-proliferatie van Galileo-technologieën, -data en
-artikelen verzekeren als die welke in de Unie en haar lidstaten van toepassing
zijn. 2.
Mocht zich een gebeurtenis voordoen waarbij een
dergelijk gelijkwaardig niveau van exportcontrole en non-proliferatie niet kan
worden bereikt, dan voeren de partijen overleg om de situatie te verhelpen. In
voorkomend geval kan de reikwijdte van de samenwerking in deze sector
dienovereenkomstig worden aangepast. Artikel 9 Publiek
gereguleerde dienst (PRS) Noorwegen heeft belangstelling getoond voor de
PRS van Galileo en beschouwt deze als een belangrijk element van zijn deelname
aan de Europese GNSS-programma’s. De partijen komen overeen deze kwestie te
behandelen zodra de beleidslijnen en operationele regelingen betreffende
toegang tot de PRS zijn vastgesteld. Artikel 10 Internationale
samenwerking 1.
De partijen erkennen de betekenis van het
coördineren van de benaderingen in internationale normalisatie- en
certificeringsforums betreffende mondiale satellietnavigatiediensten. Met name
zullen de partijen gezamenlijk de ontwikkeling van Galileo-normen steunen en
bevorderen zij gezamenlijk de toepassing ervan wereldwijd, waarbij zij de
interoperabiliteit met andere GNSS benadrukken. 2.
Bijgevolg werken de partijen, ter bevordering en
implementatie van de doelstellingen van deze overeenkomst, waar passend samen
inzake alle GNSS-aangelegenheden die met name aan de orde komen in de
Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, de Internationale Maritieme Organisatie
en de ITU. Artikel 11 Overleg
en oplossing van geschillen De partijen voeren, op verzoek van een van
hen, onmiddellijk overleg over elk punt van discussie dat voortkomt uit de
interpretatie of toepassing van deze overeenkomst. Alle geschillen betreffende
de interpretatie of de toepassing van deze overeenkomst worden beslecht door
middel van overleg tussen de partijen. Artikel 12 Inwerkingtreding
en beëindiging 1.
Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste
dag van de maand volgende op die waarin de partijen elkaar in kennis hebben
gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures. De kennisgevingen
worden gezonden aan het secretariaat-generaal van de Raad, dat de depositaris
van deze overeenkomst is. 2.
Het verstrijken of opzeggen van deze overeenkomst
heeft geen invloed op de geldigheid of duur van in het kader van de
overeenkomst getroffen regelingen of op specifieke rechten en verplichtingen
die op het gebied van intellectuele eigendomsrechten zijn ontstaan. 3.
Deze overeenkomst kan worden gewijzigd wanneer de
partijen daarover schriftelijk onderlinge overeenstemming bereiken. Wijzigingen
treden in werking op de datum van ontvangst van de laatste diplomatieke nota
waarin de andere partij wordt geïnformeerd dat hun respectieve voor de inwerkingtreding
van bedoelde wijzigingen noodzakelijke interne procedures zijn voltooid. 4.
Onverminderd lid 1 stemmen Noorwegen en de Europese
Unie, wat betreft onderdelen die binnen haar bevoegdheid vallen, ermee in deze
overeenkomst voorlopig toe te passen vanaf de eerste dag van de maand volgende
op de datum waarop zij elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de
daartoe vereiste procedures. 5.
Elke partij kan, doordat zij de andere partij
daarvan zes maanden van tevoren schriftelijk in kennis stelt, deze overeenkomst
opzeggen. Deze overeenkomst
is opgesteld in twee exemplaren in de Bulgaarse, Deense, Duitse, Engelse,
Estse, Finse, Franse, Griekse, Hongaarse, Italiaanse, Letse, Litouwse, Maltese,
Nederlandse, Poolse, Portugese, Roemeense, Sloveense, Slowaakse, Spaanse,
Tsjechische, Zweedse en Noorse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk
authentiek. [1] PB L 246 van 20.7.2004, blz. 1. [2] PB L 196 van 24.7.2008, blz. 1. [3] PB L 362 van 9.12.2004, blz. 29.