EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52007PC0831

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan

/* COM/2007/0831 def. - CNS 2007/0285 */

52007PC0831

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan /* COM/2007/0831 def. - CNS 2007/0285 */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 20.12.2007

COM(2007) 831 definitief

2007/0285 (CNS)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

In 2000 hebben de visserijstaten in het zuiden van de Indische Oceaan samen met de FAO het initiatief genomen om te beginnen met het opzetten van een nieuwe regionale visserijorganisatie (Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan).

In november 2000 heeft de Commissie een mandaat gekregen van de Raad om namens de Gemeenschap deel te nemen aan de onderhandelingen over deze overeenkomst.

Na vijf intergouvernementele conferenties, waarvan de laatste in april 2005 in Mombassa, Kenia, plaatsvond, kwamen de betrokken partijen tot een overeenkomst over een ontwerptekst. Deze tekst is toen nog eens door een groep redacteurs bekeken, waarna de definitieve tekst op 7 juli 2006 tijdens een diplomatieke conferentie in Rome is goedgekeurd en vervolgens voor ondertekening is opengesteld.

De Gemeenschap heeft er door actieve deelname aan de onderhandelingen over de tekst voor gezorgd dat in de tekst van de SIOFA-overeenkomst de recentste internationale juridische ontwikkelingen op het gebied van visserijwetgeving tot uitdrukking zijn gekomen. Deze nieuwe regionale visserijorganisatie wordt verantwoordelijk voor een doeltreffende bescherming en een doeltreffend beheer van andere soorten dan tonijn op volle zee in het zuidelijke deel van de Indische Oceaan, in overeenstemming met de beginselen en normen van het zeerecht.

Op grond van artikel 24 treedt deze overeenkomst in werking op de negentigste dag volgende op de datum van ontvangst door de depositaris van de vierde akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, op voorwaarde dat ten minste twee van de neergelegde akten afkomstig zijn van aan de zone grenzende staten.

De Gemeenschap heeft visserijbelangen in het zuidelijke deel van de Indische Oceaan en is ook kuststaat vanwege het eiland Réunion. Bijgevolg moet de Gemeenschap krachtens het VN-zeerechtverdrag met de andere betrokken partijen samenwerken bij het beheer en de instandhouding van de bestanden in die regio.

De Gemeenschap heeft de SIOFA-overeenkomst op 7 juli 2006 ondertekend overeenkomstig Besluit 2006/496/EG, dat op 6 juli 2006 door de Raad was goedgekeurd.

De Gemeenschap moet derhalve de SIOFA-overeenkomst sluiten om volwaardig lid te worden van SIOFA.

De Raad wordt verzocht bijgaand besluit goed te keuren.

2007/0285 (CNS)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37 juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie[1],

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Gemeenschap is bevoegd om instandhoudings- en beheersmaatregelen voor de visbestanden vast te stellen en overeenkomsten met andere landen en internationale organisaties te sluiten.

(2) De Gemeenschap is verdragspartij bij het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee, waarin is bepaald dat alle leden van de internationale gemeenschap de plicht hebben samen te werken voor de instandhouding en het beheer van de levende rijkdommen van de zee.

(3) De Gemeenschap en haar lidstaten hebben de Overeenkomst over de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 die betrekking hebben op de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestanden, ondertekend en geratificeerd.

(4) De Gemeenschap heeft vanaf het begin deelgenomen aan de onderhandelingen over de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan (SIOFA) en heeft bij het onderhandelingsproces een actieve en constructieve rol gespeeld, die uiteindelijk heeft geleid tot de goedkeuring van die overeenkomst tijdens de diplomatieke conferentie in Rome op 7 juli 2006.

(5) De SIOFA-overeenkomst is op 7 juli 2006 voor ondertekening opengesteld en diezelfde dag door de Gemeenschap ondertekend overeenkomstig Besluit 2006/496/EG van de Raad[2].

(6) De vissersvloot van de Gemeenschap vist in het gebied dat onder de overeenkomst valt en het is in haar belang een effectieve rol te spelen bij de tenuitvoerlegging van de overeenkomst.

(7) De Overeenkomst moet derhalve worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

De Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan ("de overeenkomst") wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt hierbij gemachtigd de persoon of personen aan te wijzen die bevoegd zijn om, overeenkomstig artikel XXV van de overeenkomst, de akte van goedkeuring neer te leggen bij de directeur-generaal van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties, die als depositaris fungeert.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

[…]

FINANCIEEL MEMORANDUM

1. BENAMING VAN HET VOORSTEL

Sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan (SIOFA)

2. ABM/ABB-KADER

1103: Internationale visserij en zeerecht

3. BEGROTINGSONDERDELEN

3.1. Begrotingsonderdelen (beleidsuitgaven en bijbehorende uitgaven voor technische en administratieve bijstand) inclusief omschrijving:

Begrotingsonderdeel 11 03 02: Bijdragen aan internationale organisaties

Begrotingsonderdeel 11 01 04 05: Bijdragen aan internationale organisaties – Uitgaven voor administratief beheer

3.2. Duur van de actie en van de financiële gevolgen:

Actie met open einde, met ingang van de inwerkingtreding van de overeenkomst. De jaarlijkse uitgaven hangen af van de bijdrage die de Gemeenschap moet leveren aan de begroting van de organisatie, waarover tijdens de jaarvergadering van de SIOFA wordt besloten

3.3. Begrotingskenmerken:

Begrotingsonderdeel | Soort uitgave | Nieuw | Bijdrage EVA | Bijdragen kandidaat-lidstaten | Rubriek financiële vooruitzichten |

110302 | Verplicht | Gespl.[3]/ | NEEN | NEEN | NEEN | Nr. 2 |

4. OVERZICHT VAN DE MIDDELEN

4.1. Financiële middelen

4.1.1. Overzicht van de vastleggingskredieten (VK) en betalingskredieten (BK)

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Soort uitgave | Punt nr. | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | n + 5 e.v. | Totaal |

Beleidsuitgaven[4] |

Vastleggingskredieten (VK) | 8.1. | a | 0,100 | 0,100 | 0,100 | 0,100 | 0,100 | 0,100 |

Betalingskredieten (BK) | b | 0,100 | 0,100 | 0,100 | 0,100 | 0,100 | 0,100 |

Administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag[5] |

Technische & administratieve bijstand (NGK) | 8.2.4. | c | 0,050 | 0,050 | 0,050 | 0,050 | 0,050 | 0,050 |

TOTAAL REFERENTIEBEDRAG |

Vastleggingskredieten | a+c | 0,150 | 0,150 | 0,150 | 0,150 | 0,150 | 0,150 |

Betalingskredieten | b+c | 0,150 | 0,150 | 0,150 | 0,150 | 0,150 | 0,150 |

Administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen[6] |

Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven (NGK) | 8.2.5. | d | 0,050 | 0,050 | 0,050 | 0,050 | 0,050 | 0,050 |

Andere niet in het referentiebedrag begrepen administratieve uitgaven (NGK) | 8.2.6. | e | 0,100 | 0,100 | 0,100 | 0,100 | 0,100 | 0,100 |

Totale indicatieve kosten van de maatregel |

TOTAAL VK inclusief personeelsuitgaven | a+c+d+e | 0,300 | 0,300 | 0,300 | 0,300 | 0,300 | 0,300 |

TOTAAL BK inclusief personeelsuitgaven | b+c+d+e | 0,300 | 0,300 | 0,300 | 0,300 | 0,300 | 0,300 |

Medefinanciering

Indien het voorstel door lidstaten of uit andere bronnen (geef aan welke) wordt medegefinancierd, geef dan een raming daarvan in de onderstaande tabel (voeg extra rijen toe indien de medefinanciering uit meer dan een bron afkomstig is):

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Medefinancieringsbron | Jaar n | n + 1 | n + 2 | n + 3 | n + 4 | n + 5 e.v. | Totaal |

…………………… | f |

TOTAAL VK inclusief medefinanciering | a+c+d+e+f |

4.1.2. Verenigbaarheid met de financiële programmering

X Het voorstel is verenigbaar met de bestaande financiële programmering.

( Het voorstel vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van de financiële vooruitzichten.

( Het voorstel vergt wellicht toepassing van de bepalingen van het Interinstitutioneel Akkoord[7] (flexibiliteitsinstrument of herziening van de financiële vooruitzichten).

4.1.3. Financiële gevolgen voor de ontvangsten

X Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

( Het voorstel heeft de volgende financiële gevolgen voor de ontvangsten:

in miljoen euro (tot op een decimaal)

Vóór de actie [Jaar n-1] | Situatie na de actie |

Totale personele middelen in VTE | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 |

5. KENMERKEN EN DOELSTELLINGEN

5.1. Behoefte waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

Het belangrijkste doel van dit besluit van de Raad is de EG in staat te stellen om volwaardig lid te worden van de SIOFA; dit is nodig om ervoor te zorgen dat de Gemeenschap deelneemt aan de procedures van de organisatie waarvan het belangrijkste doel is de instandhouding op lange termijn en het duurzame gebruik van de visbestanden in de zone te garanderen door samenwerking tussen de overeenkomstsluitende partijen, en de duurzame ontwikkeling van de visserij in de zone te bevorderen, rekening houdend met de behoeften van de ontwikkelingslanden die aan de zone grenzen en overeenkomstsluitende partij zijn, en met name van de minst ontwikkelde landen en de zich ontwikkelende kleine eilandstaten.

5.2. Meerwaarde van het communautaire optreden, samenhang van het voorstel met andere financiële instrumenten en mogelijke synergie

De Europese Gemeenschap heeft visserijbelangen in de Zuid-Indische Oceaan en is ook kuststaat vanwege het eiland Réunion. Bijgevolg moet de Gemeenschap krachtens het VN-zeerechtverdrag met de andere betrokken partijen samenwerken bij het beheer en de instandhouding van de bestanden in die regio.

De Gemeenschap heeft de SIOFA-overeenkomst op 7 juli 2006 ondertekend overeenkomstig Besluit 2006/496/EG, dat op 6 juli 2006 door de Raad was goedgekeurd.

De Gemeenschap moet derhalve de SIOFA-overeenkomst sluiten om volwaardig lid te worden van SIOFA.

5.3. Doelstellingen, verwachte resultaten en bijbehorende indicatoren van het voorstel in de context van het ABM

Ten aanzien van internationale zeeaangelegenheden zal de Commissie een leidende rol blijven spelen bij het versterken en verbeteren van de regionale en internationale wettelijke kaders en de versterking van de samenwerking met derde landen en internationale instellingen, met het oog op de bevordering van de duurzame visserij, de bescherming van de mariene biodiversiteit en de uitvoering van het zeerecht. Hiertoe zal de Gemeenschap bijdragen tot een beter functioneren van de Regionale Visserijorganisaties (RVO's) en zal zij bevorderen dat nieuwe RVO's worden opgezet voor gebieden op open zee waarvoor nog geen multilaterale regeling bestaat. Een beter beleid ten aanzien van de problematiek van de oceanen moet ook worden bereikt doordat de Gemeenschap zich intensiever inzet voor de ontwikkeling van het zeerecht.

In het kader van SIOFA wordt deze doelstelling bereikt door multilaterale onderhandelingen tijdens internationale bijeenkomsten waar de goedkeuring van bindende aanbevelingen inzake instandhoudings- en beheersmaatregelen en van aanbevelingen inzake de instelling van technische maatregelen om de visserijactiviteit in het gebied waarvoor SIOFA bevoegd is, te reguleren, worden besproken en mogelijk overeengekomen.

5.4. Wijze van uitvoering (indicatief)

( Gecentraliseerd beheer

X rechtstreeks door de Commissie

( gedelegeerd aan:

( uitvoerende agentschappen

( door de Gemeenschappen opgerichte organen als bedoeld in artikel 185 van het Financieel Reglement

( nationale publiekrechtelijke organen of organen met een openbaredienstverleningstaak

( Gedeeld of gedecentraliseerd beheer

( met lidstaten

( met derde landen

( Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke)

Opmerkingen:

6. TOEZICHT EN EVALUATIE

6.1. Toezicht

De Commissie kan elk jaar, wanneer de begroting van de organisatie wordt goedgekeurd, de door het secretariaat van SIOFA ingediende ontwerpbegroting onderzoeken, controleren en van commentaar voorzien. Elk jaar wordt de uitvoering van de begroting ook nog eens door de overeenkomstsluitende partijen aan een nauwgezet onderzoek onderworpen. De begroting wordt bij consensus tussen de verdragsluitende partijen goedgekeurd.

6.2. Evaluatie

6.2.1. Evaluatie vooraf

De deelname van de Gemeenschap aan SIOFA is essentieel om ervoor te zorgen dat de EG actief kan samenwerken met andere SIOFA-leden voor het duurzame beheer van de visserijbestanden in het gebied waarvoor SIOFA bevoegd is.

Dit wordt ten uitvoer gelegd door deelneming van de EG aan de plenaire vergaderingen van SIOFA, alsmede aan de werkgroepen.

Dit is de belangrijkste langetermijndoelstelling van de EG in dit verband; de resultaten die van de activiteiten van de EG binnen SIOFA worden verwacht, zijn de goedkeuring van aanbevelingen over instandhoudingsmaatregelen en maatregelen inzake toezicht en controle van de visserijactiviteit.

6.2.2. Naar aanleiding van een tussentijdse evaluatie of evaluatie achteraf genomen maatregelen (ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan)

Niet van toepassing – Nieuw voorstel.

6.2.3. Vorm en frequentie van toekomstige evaluaties

De resultaten van de SIOFA-activiteiten worden elke 3-5 jaar onderworpen aan een prestatiebeoordeling van de organisatie om de algemene prestatie ervan uit oogpunt van financiën, administratie en visserijbeheer te beoordelen, waarbij vooral wordt gekeken naar de aanbevelingen die in die periode van 3-5 jaar zijn goedgekeurd en naar het effect daarvan op de visbestanden die onder haar bevoegdheid vallen.

7. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

Voorts sluit de Commissie met de internationale organisaties overeenkomsten over auditbepalingen voor de uitvoering van specifieke acties/projecten die worden medegefinancierd door de Europese Gemeenschap. Op grond van deze bepalingen kan de Commissie de uitvoering van de door haar medegefinancierde projecten/acties aan de hand van documenten controleren.

8. MIDDELEN

8.1. Financiële kosten van de doelstellingen van het voorstel

Vastleggingskredieten, in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 | Jaar n+4 | Jaar n+5 |

Ambtenaren of tijdelijk personeel[10] (XX 01 01) | A*/AD | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 |

B*, C*/AST | 0,1 0,1 | 0,1 0,1 | 0,1 0,1 | 0,1 0,1 | 0,1 0,1 | 0,1 0,1 |

Uit art. XX 01 02 gefinancierd[11] personeel |

Uit art. XX 01 04/05 gefinancierd[12] ander personeel |

TOTAAL | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 |

8.2.2. Omschrijving van de taken die uit de actie voortvloeien

De personele middelen omvatten de gehele eenheid die voor de internationale en regionale visserijregelingen verantwoordelijk is.

8.2.3. Herkomst van het (statutaire) personeel

X Posten die momenteel zijn toegewezen aan het beheer van het te vervangen of te verlengen programma

( Posten die al zijn toegewezen in het kader van de JBS/VOB-procedure voor jaar n

( Posten waarom in het kader van de volgende JBS/VOB-procedure zal worden gevraagd

( Bestaande posten binnen de beherende dienst die worden heringedeeld (interne herindeling)

( Posten die voor jaar n nodig zijn maar die in het kader van de JBS/VOB-procedure voor dat jaar nog niet zijn toegewezen

8.2.4. Andere administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag (XX 01 04/05 – Uitgaven voor administratief beheer)

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Begrotingsonderdeel (nummer en omschrijving) | Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 | Jaar n+4 | Jaar n+5 e.v. | TO-TAAL |

Andere technische en administratieve bijstand |

- intern |

- extern | 0,050 | 0,050 | 0,050 | 0,050 | 0,050 | 0,050 |

Totaal Technische en administratieve bijstand | 0,050 | 0,050 | 0,050 | 0,050 | 0,050 | 0,050 |

8.2.5. Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Soort personeel | Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 | Jaar n+4 | Jaar n+5 e.v. |

Ambtenaren en tijdelijk personeel (XX 01 01) | 0,050 | 0,050 | 0,050 | 0,050 | 0,050 | 0,050 |

Uit art. XX 01 02 gefinancierd personeel (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, personeel op contractbasis, enz.) (vermeld begrotingsonderdeel) |

Totaal Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen | 0,050 | 0,050 | 0,050 | 0,050 | 0,050 | 0,050 |

Berekening – Ambtenaren en tijdelijke functionarissen |

2*A (2x 117.000 €) 1*B (1x 117.000 €) 0,050 miljoen € 1*C (1x 117.000 €) |

Berekening– Uit hoofde van artikel XX 01 02 gefinancierd personeel |

Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1. |

8.2.6. Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

in miljoen euro (tot op 3 decimalen) |

Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 | Jaar n+4 | Jaar n+5 e.v. | TO-TAAL |

XX 01 02 11 01 – Dienstreizen | 0,100 | 0,100 | 0,100 | 0,100 | 0,100 | 0,100 |

XX 01 02 11 02 – Conferenties en vergaderingen |

XX 01 02 11 03 – Comités[14] |

XX 01 02 11 04 – Studies en adviezen |

XX 01 02 11 05 - Informatiesystemen |

2 Totaal andere beheersuitgaven (XX 01 02 11) |

3 Andere uitgaven van administratieve aard (vermeld welke en verwijs naar het begrotingsonderdeel) |

Totale andere administratieve uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen | 0,100 | 0,100 | 0,100 | 0,100 | 0,100 | 0,100 |

Berekening – Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen |

[1] PB C […] van […] , blz. […].

[2] PB L 196 van 18.7.2006, blz. 14.

[3] Gesplitste kredieten.

[4] Uitgaven die niet onder hoofdstuk xx 01 van de betrokken titel xx vallen.

[5] Uitgaven die onder artikel xx 01 04 van titel xx vallen.

[6] Uitgaven die onder hoofdstuk xx 01, met uitzondering van de artikelen xx 01 04 en xx 01 05, vallen.

[7] Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord.

[8] Voeg zo nodig extra kolommen toe (wanneer de duur van de actie langer is dan 6 jaar).

[9] Zoals beschreven in punt 5.3.

[10] Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt.

[11] Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt.

[12] Waarvan de kosten door het referentiebedrag worden gedekt.

[13] Verwijs naar het specifieke financieel memorandum voor de betrokken uitvoerende agentschappen.

[14] Vermeld het soort comité en de groep waartoe het behoort.

Top