Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52023PC0793

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot goedkeuring van een verordening (Euratom) van de Commissie betreffende de toepassing van de veiligheidscontrole van Euratom

    COM/2023/793 final

    Brussel, 21.12.2023

    COM(2023) 793 final

    2023/0465(NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    tot goedkeuring van een verordening (Euratom) van de Commissie
    betreffende de toepassing van de veiligheidscontrole van Euratom


    TOELICHTING

    1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

    Motivering en doel van het voorstel

    De (nucleaire) veiligheidscontrole van Euratom is de wettelijke en technische term voor alle onderdelen van het systeem voor toezicht op kerntechnisch materiaal, dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Euratom-Gemeenschap valt en dat bij hoofdstuk 7 van het Euratom-Verdrag is vastgesteld en door de Europese Commissie namens de Gemeenschap wordt uitgevoerd, voor alle lidstaten van deze gemeenschap. Artikel 77 van het Verdrag vereist uitdrukkelijk dat de Commissie zich ervan vergewist dat civiel kerntechnisch materiaal niet voor andere doeleinden wordt aangewend 1 dan waarvoor de gebruikers verklaard hebben het te bestemmen en dat de verbintenissen betreffende controle, die de Gemeenschap in internationale akkoorden heeft aangegaan, worden nageleefd. Overeenkomstig artikel 79, eerste alinea, van het Verdrag verlangt de Commissie het bijhouden en overleggen van werkstaten, om de rekening en verantwoording van de gebruikte of geproduceerde ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen mogelijk te maken. Hetzelfde geldt voor de vervoerde grondstoffen en bijzondere splijtstoffen. Artikel 79, derde alinea, bepaalt dat “[d]e aard en de strekking van de in de eerste alinea [...] bedoelde verplichtingen worden omschreven in een door de Commissie op te maken en door de Raad goed te keuren verordening”.

    Verordening (Euratom) nr. 302/2005 van de Commissie van 8 februari 2005 betreffende de toepassing van de veiligheidscontrole van Euratom 2 (hierna: “Verordening 302/2005” of “de verordening”) is de meest recente verordening sinds 1959 waarin dit is geregeld. In deze verordening is de specifieke informatie vastgelegd die door gebruikers van kerntechnisch materiaal (exploitanten) bij de Europese Commissie moet worden aangegeven. In de verordening worden bovendien de overzichten gespecificeerd die exploitanten moeten bijhouden en waarmee de Commissie kan controleren of kerntechnisch materiaal niet voor andere dan de beoogde doeleinden wordt aangewend.

    In 2022 is een diepgaande Refit-evaluatie 3 (hierna: “de evaluatie”) van Verordening 302/2005 verricht. Hieruit bleek dat de verordening op succesvolle wijze was uitgevoerd; de doeltreffendheid ervan was echter geleidelijk afgenomen, voornamelijk vanwege de technologische vooruitgang en de ontwikkelingen in de kerntechnische sector in de afgelopen 17 jaar. Een gerichte herziening van Verordening 302/2005 werd daarom nodig geacht.

    De herziening van Verordening 302/2005 heeft tot doel de blijvende doeltreffendheid en efficiëntie van de veiligheidscontrole van Euratom te waarborgen in het licht van de recente ontwikkelingen in de kerntechnische sector en op het gebied van informatietechnologie.

    Met het voorstel voor een nieuwe (herziene) verordening (Euratom) van de Commissie betreffende de toepassing van de veiligheidscontrole van Euratom (hierna: “de nieuwe verordening”), dat bij dit voorstel voor een besluit van de Raad is gevoegd, wordt gevolg gegeven aan de conclusies van de evaluatie. De in de nieuwe verordening ingevoerde herzieningen zijn van een beperkte omvang en gericht op specifieke maatregelen die in de evaluatie als geleerde lessen zijn opgesomd.

    Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

    Uit de evaluatie bleek dat de samenhang tussen Verordening 302/2005 en de Euratom-richtlijnen tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming tegen de gevaren verbonden aan de blootstelling aan ioniserende straling 4 , inzake de nucleaire veiligheid van kerninstallaties 5 , inzake het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval 6 en inzake het toezicht en de controle op de overbrenging van radioactieve afvalstoffen en bestraalde splijtstof 7 moest worden versterkt. Hierbij gaat het met name om definities in verband met afvalstoffen en de modellen en termijnen om de fundamentele technische kenmerken van complexe installaties in Verordening 302/2005 aan te geven.

    Het concept van de kerntechnische veiligheidscontrole (dat gericht is op het voorkomen dat kerntechnisch materiaal voor andere dan de beoogde doeleinden wordt aangewend) is gescheiden van de concepten van de bescherming tegen straling en de kerntechnische veiligheid (die gericht zijn op de bescherming van mensen tegen de gevaren van ioniserende straling). Hoewel er geen rechtstreekse wisselwerking is tussen Verordening 302/2005 en deze richtlijnen, vult de verordening de richtlijnen wel aan. Het is daarom belangrijk om ervoor te zorgen dat de onderling verbonden doelstellingen zo goed mogelijk worden behaald.

    De herziene definities en de nieuwe definities van de nieuwe verordening zorgen voor een zo goed mogelijke consistentie tussen de nieuwe verordening en de bovengenoemde richtlijnen. Met name de bijgewerkte definities van “afvalstoffen” en “verbruikte splijtstof” zijn om verschillende redenen beter, maar niet volledig, afgestemd op de definities van “radioactief afval” en “verbruikte splijtstof” in de richtlijnen:

    ten eerste omdat de richtlijnen en de nieuwe verordening tot andere actoren gericht zijn en andere doeleinden hebben. De richtlijnen bevatten een definitie van “radioactief afval”, terwijl de verordening een definitie van “afvalstoffen” bevat. Met het oog op de veiligheidscontrole moeten bij de definitie van “afvalstoffen” de strategische waarde en het risico op aanwending van kerntechnisch materiaal in afvalstoffen voor andere doeleinden in aanmerking worden genomen; het concept dat kerntechnisch materiaal om economische of praktische redenen niet terugwinbaar is, moet daarom deel uitmaken van de definitie. “Afvalstoffen” zijn bovendien een materiaalomschrijving die in boekhoudkundige rapporten als zodanig wordt aangemerkt. Daarnaast geven de richtlijnen “de lidstaat of een natuurlijke persoon of rechtspersoon wiens beslissing door de lidstaat is aanvaard” rechtstreekse invloed op wat (in de desbetreffende lidstaat) als radioactief afval moet worden beschouwd, terwijl in het geval van de verordening inzake de Euratom-veiligheidscontrole Euratom/de Commissie als regelgever optreedt;

    ten tweede omdat de formulering van de definitie van “afvalstoffen” gevolgen heeft voor activiteiten in het kader van de Euratom-veiligheidscontrole, evenals voor het nakomen van de verplichtingen op grond van de veiligheidscontrole-overeenkomsten met het IAEA. Deze overeenkomsten bevatten specifieke bepalingen voor kerntechnisch materiaal in afvalstoffen, ook voor het melden van dergelijk materiaal bij het IAEA. Kerntechnisch materiaal blijft onder de IAEA-veiligheidscontrole vallen totdat het aan de door het IAEA gedefinieerde technische criteria voor de beëindiging van zijn veiligheidscontrole voldoet.

    De nieuwe vereisten inzake modellen en termijnen voor het aangeven van de fundamentele technische kenmerken van complexe installaties, die in de nieuwe verordening worden ingevoerd, waarborgen dat maatregelen in het kader van de kerntechnische veiligheidscontrole in een vroeg stadium van de planning en het ontwerp worden opgenomen, in de verschillende fasen van de levenscyclus van deze installaties (het “veiligheidscontrole-by-design”-concept), in overeenstemming met hieraan gerelateerde bepalingen inzake vergunningen van de bovengenoemde richtlijnen.

    Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

    De nieuwe verordening is verenigbaar met het informatieveiligheidsbeleid van de EU. Besluit (EU, Euratom) 2015/444 van de Commissie 8 blijft van toepassing op de door de partijen die de nieuwe verordening uitvoeren verworven informatie, kennis en documenten, zonder afbreuk te doen aan Raadsverordening nr. 3 van 31 juli 1958 ter toepassing van artikel 24 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie 9 .

    De nieuwe verordening zal met haar nieuwe vereisten voor het verstrekken van rapporten en aangiften in elektronische vorm bijdragen tot de digitale strategie van de Europese Commissie 10 .

    2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

    Rechtsgrondslag

    De rechtsgrondslag van het Commissievoorstel voor een besluit van de Raad tot goedkeuring van de nieuwe verordening is het Euratom-Verdrag, en met name artikel 79, derde alinea.

    De rechtsgrondslag van het Commissievoorstel voor een verordening betreffende de toepassing van de veiligheidscontrole van Euratom is het Euratom-Verdrag, en met name de artikelen 77, 78, 79, 81 en 84.

    Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

    De voorgestelde verordening valt onder het beleidsgebied kerntechnische veiligheidscontrole, dat op grond van het Euratom-Verdrag onder de exclusieve bevoegdheid van de Euratom-Gemeenschap valt, die door de Commissie wordt uitgevoerd.

    Evenredigheid

    Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel, omdat het niet verder gaat dan nodig is om de verwezenlijking van de doelstellingen van de Euratom-veiligheidscontrole te blijven waarborgen. Die beogen met name de Commissie in staat te stellen om de Euratom-veiligheidscontrole uit te voeren en daarmee te waarborgen dat civiel kerntechnisch materiaal op het grondgebied van de EU niet voor andere dan de beoogde doeleinden wordt aangewend en dat de verbintenissen betreffende controle die de Euratom-Gemeenschap in internationale akkoorden heeft aangegaan, worden nagekomen.

    Keuze van het instrument

    Omdat een verbindende, rechtstreeks toepasselijke handeling nodig is, is een verordening het enige passende instrument, zoals ook is bepaald in artikel 79, derde alinea, van het Euratom-Verdrag. Met deze verordening moeten de bestaande regels van Verordening 302/2005 worden bijgewerkt en verbeterd teneinde de voortdurende doeltreffendheid en efficiëntie van de Euratom-veiligheidscontrole te waarborgen. Met het oog op de duidelijkheid wordt Verordening 302/2005 ingetrokken en vervangen door de nieuwe verordening.

    3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

    Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

    In de evaluatie werd geconcludeerd dat Verordening 302/2005 voor een groot deel effectief was ten aanzien van het op doeltreffende en efficiënte wijze behalen van de doelstellingen. De verordening was over het algemeen ook in samenhang met de internationale verbintenissen inzake de veiligheidscontrole die door Euratom zijn aangegaan, en met ander Euratom- en EU-beleid. Verordening 302/2005 was zeer relevant en zal dit waarschijnlijk ook blijven. Enkele gerichte aanpassingen van de verordening zouden echter de recente en verwachte ontwikkelingen in de kerntechnische sector beter weerspiegelen. De nodige veranderingen zijn als geleerde lessen opgenomen in de lijst van het evaluatieverslag:

    de invoering van een graduele benadering op het gebied van de rapportage van kerntechnisch materiaal, op basis van de strategische waarde van materiaal, en van gerelateerde installaties en activiteiten;

    de invoering van bepalingen voor de toepassing van het concept van “veiligheidscontrole-by-design” voor bepaalde complexe installaties, met inbegrip van nieuwe gebouwen, grote aanpassingen en ontmantelingen;

    een goede aanpak van de bijzonderheden van de processen van ontmanteling van kerninstallaties en de geologische berging van afvalstoffen en verbruikte splijtstof;

    de aanpassing van de verordening aan nieuwe soorten installaties die naar verwachting in de nabije toekomst operationeel zullen worden, zoals geologische opbergingsmijnen, installaties voor inkapseling en nieuwe soorten reactoren;

    een goede aanpak van installaties met kleine hoeveelheden kerntechnisch materiaal, dat wil zeggen plaatsen buiten faciliteiten (LOF’s), nationale LOF’s en installaties in het Catch All MBA (CAM-houders);

    het waarborgen van samenhang met alle internationale verbintenissen, met inbegrip van overeenkomsten voor nucleaire samenwerking tussen de Euratom-Gemeenschap en derde landen;

    het verkennen van het potentieel voor vereenvoudiging door middel van het gebruik van digitale technologieën;

    het dienovereenkomstig bijwerken van de definities.

    In punt 5 (“Gedetailleerde toelichting van de specifieke bepalingen van het voorstel”) wordt informatie verstrekt over de manier waarop deze noodzakelijke verbetering met de nieuwe verordening wordt aangepakt.

    Raadpleging van belanghebbenden

    Voor haar raadpleging van belanghebbenden met het oog op de evaluatie heeft de Commissie de volgende raadplegingsinstrumenten gebruikt:

    gerichte raadplegingen van belanghebbenden om de standpunten en ervaringen te verzamelen van belanghebbenden die rechtstreeks worden getroffen door de uitvoering van de verordening, dat wil zeggen exploitanten en de verantwoordelijke nationale autoriteiten 11 in de EU-lidstaten, en hiermee rekening te houden;

    bredere raadplegingen van belanghebbenden — waarbij de standpunten van de bredere gemeenschap van kerntechnische veiligheidscontroles ten aanzien van de aspecten in verband met de uitvoering van de verordening werden verzameld, die op verschillende fora op EU- en mondiaal niveau werden geuit.

    In het kader van de gerichte raadplegingen zijn bijdragen ingediend door 85 exploitanten en 23 nationale autoriteiten uit 26 lidstaten. De bijdragen van belanghebbenden zijn over het algemeen in overeenstemming met de standpunten van de Commissie. Er moet worden opgemerkt dat de belanghebbenden niet alleen hun mening uitten over de doeltreffendheid, efficiëntie, relevantie en samenhang van Verordening 302/2005, maar ook suggesties deden voor de herziening ervan.

    Naast de gerichte raadplegingen werden de lidstaten geraadpleegd op het niveau van de deskundigengroep Uitvoering kerntechnische veiligheidscontrole (hoofdstuk VII, Euratom-Verdrag) 12 .

    De standpunten en suggesties van de belanghebbenden zijn zorgvuldig overwogen en in aanmerking genomen in het voorstel voor de nieuwe verordening.

    Bijeenbrengen en gebruik van expertise

    Dankzij de standpunten van de bredere gemeenschap van kerntechnische veiligheidscontroles met betrekking tot aspecten in verband met de uitvoering van de verordening, die in het kader van de evaluatie werden verzameld, met name van het Europees verbond voor veiligheidscontrole-onderzoek en ontwikkeling 13 (Esarda), is een herziening van Verordening 302/2005 op basis van de best beschikbare kennis gewaarborgd.

    De gedeelde ervaringen van Finland en België bij het toepassen van het concept van “veiligheidscontrole-by-design” zijn daarnaast naar behoren overwogen bij de herziening van Verordening 302/2005; deze omvatten onder meer het witboek inzake veiligheidscontroles by design van het Fins Agentschap voor radioactieve straling en nucleaire veiligheid (STUK) en het Belgische Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC).

    Effectbeoordeling

    Het voorstel is in overeenstemming met de richtsnoeren voor betere regelgeving van de Commissie. Gezien de evaluatie en de gevoeligheid van de informatie over de Euratom-veiligheidscontrole, evenals de zeer technische en zeer specifieke bepalingen van Verordening 302/2005, werden sommige instrumenten, en met name de effectbeoordeling, het uitvoeringsplan, het verzoek om input en de openbare raadpleging, niet uitgevoerd.

    Op basis van alle noodzakelijke analyses en ondersteunend bewijsmateriaal werd in de evaluatie geconcludeerd dat een gerichte herziening van Verordening 302/2005 moest worden overwogen. Uit de evaluatie bleek bovendien dat een mogelijke herziening van uitsluitend de aanbevelingen van de Commissie 14 , die op grond van artikel 37 van Verordening 302/2005 waren goedgekeurd, ontoereikend zou zijn.

    In dit verband is een gerichte herziening van Verordening 302/2005 de enige mogelijke en meest geëigende oplossing voor de Commissie waarmee aan de conclusies van de evaluatie wordt beantwoord.

    Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

    Hoewel de voordelen van Verordening 302/2005 immaterieel zijn, zijn zij aanzienlijk, aangezien het doel van de verordening bestaat in het voorkomen van gebeurtenissen met een geringe waarschijnlijkheid, die bijzonder grote gevolgen voor de openbare veiligheid kunnen hebben. De non-proliferatie van kernwapens, met inbegrip van het niet-aanwenden van kerntechnisch materiaal voor andere dan de beoogde doeleinden, is een politieke doelstelling op hoog niveau. Uit de evaluatie is gebleken dat de Euratom-veiligheidscontrole overeenkomstig Verordening 302/2005 efficiënt wordt toegepast, maar dat er niettemin enige ruimte bestaat voor verduidelijking, vereenvoudiging en vermindering van de administratieve lasten voor exploitanten.

    In lijn met de conclusies van de evaluatie regelt de nieuwe verordening een meer stapsgewijze aanpak van de rapportage van kerntechnisch materiaal, met inbegrip van afwijkingen, zodat de lasten voor exploitanten worden beperkt. De ingevoerde nieuwe vereisten voor een breder gebruik van digitale instrumenten, met name voor de rapportage en het indienen van aangiften en overige gevraagde informatie, zullen de communicatie bovendien naar verwachting vereenvoudigen, de administratieve lasten verder beperken en de kwaliteit en tijdigheid van de verzamelde gegevens verbeteren.

    Grondrechten

    Het voorstel heeft geen gevolgen voor de grondrechten die in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn verankerd.

    4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

    De gevolgen voor de begroting van dit voorstel zullen worden gedekt binnen de overeengekomen begroting voor het prerogatief nucleaire veiligheidscontrole onder begrotingsonderdeel 12 20 04 01.

    5.OVERIGE ELEMENTEN

    Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

    De bij de nieuwe verordening ingevoerde herzieningen zijn van een beperkte omvang en gericht op specifieke maatregelen die geen afzonderlijk uitvoeringsplan vereisen.

    Artikel 37 van Verordening 302/2005 vereist reeds dat de Commissie “door middel van een aanbeveling richtsnoeren [aanneemt] voor de toepassing van deze verordening, [...] deze [bekendmaakt] en [...] deze indien nodig [bijwerkt] in het licht van de opgedane ervaring, in nauw overleg met de lidstaten en aan de hand van de opmerkingen van de betrokken partijen”. Deze verplichting voor de Commissie blijft in de nieuwe verordening ongewijzigd. Na de inwerkingtreding van de nieuwe verordening zal de Commissie de krachtens Verordening 302/2005 goedgekeurde aanbevelingen dienovereenkomstig herzien.

    De benadering van de Commissie voor de uitvoering van de Euratom-veiligheidscontrole is uiteengezet in werkdocumenten van de diensten van de Commissie 15 .

    Gezien de technologische vooruitgang in de kerntechnische industrie en de ontwikkelingen op het gebied van informatietechnologieën, kan op zijn vroegst acht jaar na de inwerkingtreding van de nieuwe verordening een eerste diepgaande evaluatie worden verwacht. In bijzondere omstandigheden is het echter mogelijk dat deze nieuwe verordening vóór die evaluatie moet worden herzien, bijvoorbeeld om specifieke verbintenissen inzake de veiligheidscontrole na te komen die door de Euratom-Gemeenschap zijn aangegaan in het kader van een overeenkomst met een derde land of internationale organisatie.

    Artikelsgewijze toelichting

    HOOFDSTUK I — TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

    Artikel 1 — Toepassingsgebied

    Het toepassingsgebied van de verordening is uitgebreid om daaronder installaties voor de berging van verbruikte splijtstof en afvalstoffen op te nemen, alsook personen of ondernemingen die andere artikelen dan kerntechnisch materiaal bezitten, invoeren of overbrengen, indien dergelijke artikelen onder de overeenkomsten voor nucleaire samenwerking vallen. Met deze wijzigingen moet worden gezorgd voor meer duidelijkheid en moet worden geprofiteerd van de ervaring die is opgedaan met de uitvoering van deze overeenkomsten. Daarnaast is de term “eindproducten” verduidelijkt.

    Artikel 2 — Definities

    Vanwege de duidelijkheid zijn definities herzien en/of ingevoerd, zoals “exploitant” en “categorieën” (kerntechnisch materiaal), en met het oog op veranderingen in het EU-lidmaatschap, zoals “lidstaten die niet over kernwapens beschikken” en “lidstaat die over kernwapens beschikt”. De definities van “installatie” en “locatie” zijn bijgewerkt met het oog op het uitgebreide toepassingsgebied van de nieuwe verordening en voor een betere afstemming op de definities van het IAEA. Daarnaast zijn enkele bestaande definities herzien om te zorgen voor een betere afstemming op de Euratom-richtlijnen uit hoofde van hoofdstuk 3 van het Euratom-Verdrag, alsook op de IAEA-terminologie, zoals “afvalstoffen”, “bewaarde afvalstoffen”, “geconditioneerde afvalstoffen” en “uitstoot in het milieu”.

    Er zijn nieuwe definities ingevoerd om ervoor te zorgen dat (met de nieuwe vereisten) het volgende naar behoren wordt behandeld: installaties die kleine hoeveelheden kerntechnisch materiaal bezitten, zoals “plaatsen buiten faciliteiten” (LOF’s), “nationale plaatsen buiten faciliteiten” en “Catch All MBA’s” (CAM’s); de bijzonderheden van verbruikte splijtstof en de berging van afvalstoffen, zoals “verbruikte splijtstof” en “berging”; bijzonderheden in verband met de boekhouding van kerntechnisch materiaal, zoals “gelijkwaardigheidsbeginsel”, “gelijkwaardigheidscriteria”, “evenredigheidsbeginsel”, “poolboekhouding” en “boekhoudkundige pool”. Met deze wijzigingen moet worden gezorgd voor duidelijkheid en moet worden geprofiteerd van de ervaring die is opgedaan met de uitvoering van Verordening 302/2005 en de overeenkomsten voor nucleaire samenwerking.

    HOOFDSTUK II — FUNDAMENTELE TECHNISCHE KENMERKEN EN BIJZONDERE BEPALINGEN INZAKE DE VEILIGHEIDSCONTROLE

    Artikel 3 — Mededeling van de fundamentele technische kenmerken

    Artikel 3, lid 1, is herzien met het oog op de duidelijkheid en om nieuwe vereisten in te voeren voor het indienen van aangiften in elektronische vorm en het verstrekken van gevraagde aanvullende informatie. De vroegere leden 2 en 3 van artikel 3 zijn vervangen door het nieuwe artikel 6.

    Artikel 4 — Termijnen voor de eerste aangifte van de fundamentele technische kenmerken

    Dit artikel is herzien om nieuwe termijnen op de nemen in het kader van de “veiligheidscontrole-by-design”, alsook voor de goedkeuring van de technieken die moeten worden gebruikt voor de chemische verwerking van bestraald kerntechnisch materiaal overeenkomstig artikel 78 van het Euratom-Verdrag. Daarnaast is het vroegere artikel 4 gedeeltelijk vervangen (wijzigingen van de fundamentele technische kenmerken) door het nieuwe artikel 5.

    Artikel 5 — Mededeling van wijzigingen van de fundamentele technische kenmerken (nieuw)

    Dit is een nieuw, specifiek artikel dat het vroegere artikel 4 deels vervangt. Er worden nieuwe vereisten ingevoerd in het kader van de “veiligheidscontrole-by-design”, ook voor de ontmanteling.

    Artikel 6 — Mededeling van een algemene beschrijving van de locatie (nieuw)

    Dit is een nieuw, specifiek artikel dat het vroegere artikel 3 voor een deel vervangt. Er worden nieuwe vereisten ingevoerd in de ongewijzigde tekst van de vroegere leden 2 en 3 van artikel 3 met betrekking tot het indienen van aangiften in elektronische vorm en het verstrekken van aanvullende gevraagde informatie.

    Artikel 7 — Werkprogramma (oud artikel 5)

    Dit artikel is licht aangepast. Er zijn een afwijking voor gebruikers van kleine hoeveelheden kerntechnisch materiaal, een uiterste termijn voor het indienen van het werkprogramma en een vereiste voor het verstrekken van het programma in elektronische vorm ingevoerd.

    Artikel 8 — Bijzondere controlebepalingen (oud artikel 6)

    Dit artikel is licht aangepast. Het wordt mogelijk gemaakt om één beschikking van de Commissie vast te stellen waarin bijzondere controlebepalingen worden vastgesteld die gericht zijn tot alle gebruikers van kleine hoeveelheden kerntechnisch materiaal. Daarnaast zijn de bepalingen inzake de vergoeding verduidelijkt wat betreft het beginsel van niet-terugwerkende betalingen en het non-profitbeginsel in de vergoedingsovereenkomsten.

    HOOFDSTUK III — BOEKHOUDING VAN KERNTECHNISCH MATERIAAL

    Artikel 9 — Boekhoudsysteem (oud artikel 7)

    Dit artikel is licht aangepast. De vereisten voor boekhoudsystemen en de bewaarperioden voor de boekhouding zijn verduidelijkt. Er wordt een vereiste ingevoerd voor het verstrekken van een actuele lijst van artikelen in de inventaris, in elektronische vorm en op verzoek van de inspecteurs van de Commissie, met een afwijking voor gebruikers van kleine hoeveelheden kerntechnisch materiaal. In de nieuwe bijlage X wordt een model voor de lijst van inventarisartikelen ingevoerd.

    Artikel 10 — Werkstaten (oud artikel 8)

    Dit artikel is licht aangepast. Er worden vereisten ingevoerd in verband met de kwaliteitscontrole en het verstrekken van kopieën van de boekhouding op verzoek van de inspecteurs van de Commissie.

    Artikel 11 — Boekhoudkundige overzichten (oud artikel 9)

    Het artikel blijft ongewijzigd.

    Artikel 12 — Boekhoudkundige rapporten (oud artikel 10)

    Het artikel is slechts geactualiseerd met betrekking tot de definitie van “exploitant”.

    Artikel 13 — Oorspronkelijke formele inventaris (oud artikel 11)

    Dit artikel is herzien om alleen te worden toegepast op gebruikers van kerntechnisch materiaal uit staten die tot de EU toetreden en om hun verplichtingen te verduidelijken, onder meer met betrekking tot kerntechnisch materiaal dat voorheen als bewaarde afvalstoffen werd beschouwd en kerntechnisch materiaal dat voorheen van de IAEA-veiligheidscontrole was vrijgesteld.

    Artikel 14 — Rapport over de inventariswijzigingen (oud artikel 12)

    Het artikel is slechts geactualiseerd met betrekking tot de definitie van “exploitant”.

    Artikel 15 — Materiaalbalansrapport en feitelijke inventarislijst (oud artikel 13)

    Dit artikel is licht aangepast om te zorgen voor meer duidelijkheid met betrekking tot de feitelijke inventarislijst.

    Artikel 16 — Bijzondere rapporten (oud artikel 14)

    Het artikel is slechts geactualiseerd met betrekking tot de definitie van “exploitant”.

    Artikel 17 — Buitengewone gebeurtenissen (oud artikel 15)

    Dit artikel is herzien om vereisten in te voeren voor de inhoud van de bijzondere rapporten, met inbegrip van een verwijzing naar de bijzondere controlebepalingen.

    Artikel 18 — Melding van kerntransformaties (oud artikel 16)

    Het artikel blijft ongewijzigd.

    Artikel 19 — Bijzondere verbintenis inzake de veiligheidscontrole (oud artikel 17)

    Dit artikel is herzien om vereisten in te voeren voor het verstrekken van codes voor verbintenissen in de boekhouding en voor de naleving van het evenredigheidsbeginsel, krachtens de overeenkomsten inzake nucleaire samenwerking.

    Artikel 20 — Poolboekhouding en uitwisselingen van verbintenissen (nieuw)

    Dit is een nieuw, specifiek artikel inzake poolboekhouding en uitwisselingen van verbintenissen. Hoewel dit een nieuw artikel is, zijn de bepalingen ervan in lijn met een gevestigde praktijk die het mogelijk maakt dat de verbintenissen van de Gemeenschap die voortvloeien uit overeenkomsten voor nucleaire samenwerking vervuld blijven. In de nieuwe bijlage XVI wordt een model voor verzoeken om toestemming voor een uitwisseling van verbintenissen ingevoerd.

    Artikel 21 — Gewichtseenheden en categorieën kerntechnisch materiaal (oud artikel 18)

    Het artikel blijft ongewijzigd.

    Artikel 22 — Afwijkingen (oud artikel 19)

    Dit artikel is herzien om de afwijking inzake de vorm te schrappen en de afwijking voor alle gebruikers van kleine hoeveelheden kerntechnisch materiaal (d.w.z. CAM-houders en LOF’s) te harmoniseren.

    HOOFDSTUK IV — OVERDRACHTEN TUSSEN LANDEN

    Artikel 23 — Uitvoer en verzending (oud artikel 20)

    Dit artikel is herzien om het concept van voorafgaande toestemming in te voeren, dat een reeds lang bestaand vereiste van de overeenkomsten voor nucleaire samenwerking vormt.

    Artikel 24 — Invoer en ontvangst (oud artikel 21)

    Het artikel is slechts geactualiseerd met betrekking tot de definitie van “exploitant”.

    Artikel 25 — Verlies of vertraging tijdens de overdracht (oud artikel 22)

    Dit artikel is herzien om hierin een verwijzing naar de bijzondere controlebepalingen op te nemen.

    Artikel 26 — Mededeling van de wijziging van data (oud artikel 23)

    Het artikel blijft ongewijzigd.

    HOOFDSTUK V — BIJZONDERE BEPALINGEN

    Artikel 27 — Ertsproducenten (oud artikel 24)

    Het artikel is herzien met betrekking tot de termijnen voor het meedelen van de fundamentele technische kenmerken van de ertswinningsactiviteiten.

    Artikel 28 — Rapporten inzake verzending/uitvoer van erts (oud artikel 25)

    Het artikel is slechts geactualiseerd met betrekking tot de definitie van “exploitant”.

    Artikel 29 — Vervoerders en tijdelijke bezitters (oud artikel 26)

    Het artikel is slechts geactualiseerd met betrekking tot de definitie van “exploitant”.

    Artikel 30 — Vervangende documenten voor vervoerders en tijdelijke bezitters (oud artikel 27)

    Het artikel blijft ongewijzigd.

    Artikel 31 — Tussenpersonen (oud artikel 28)

    Het artikel blijft ongewijzigd.

    Artikel 32 — Doorgeven van informatie en gegevens (oud artikel 29)

    Het artikel blijft ongewijzigd.

    Artikel 33 — Initiële voorraadlijst en boekhoudkundige overzichten van afvalstoffen (oud artikel 30)

    Het eerste lid van dit artikel is herzien zodat het uitsluitend van toepassing is op geconditioneerde afvalstoffen in staten die tot de EU toetreden, wat toereikend is gezien de reeds in artikel 13 geformuleerde vereisten.

    Artikel 34 — Verwerking van afvalstoffen (oud artikel 31)

    Het artikel is slechts geactualiseerd met betrekking tot de definitie van “exploitant”.

    Artikel 35 — Overdrachten van geconditioneerde afvalstoffen (oud artikel 32)

    De tweede alinea van dit artikel is voor de duidelijkheid herzien.

    Artikel 36 — Beëindiging van de veiligheidscontrole (nieuw)

    Dit is een nieuw, specifiek artikel inzake de beëindiging van de veiligheidscontrole.

    Artikel 37 — Overdrachten en inventarissen van andere artikelen dan kerntechnisch materiaal (nieuw)

    Dit is een nieuw, specifiek artikel inzake overdrachten van andere artikelen dan kerntechnisch materiaal, waarmee moet worden gewaarborgd dat dienovereenkomstige uit overeenkomsten voor nucleaire samenwerking die voortvloeiende verbintenissen van de Gemeenschap vervuld blijven. Modellen voor kennisgevingen van niet-kerntechnisch materiaal, kerntechnische apparatuur of nucleaire technologie, indien deze artikelen onder een overeenkomst voor nucleaire samenwerking vallen, worden ingevoerd in de nieuwe bijlage XVII.

    Artikel 38 — Nationale LOF (nieuw)

    Dit is een nieuw, specifiek artikel inzake bepalingen voor nationale LOF’s. Deze bepalingen zijn in lijn met de huidige praktijk en houden rekening met de ervaring die de Commissie heeft opgedaan bij haar contact met de autoriteiten van de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor de nationale LOF’s.

    Artikel 39 — Internationale verbintenissen (oud artikel 33)

    Het artikel is herzien om rekening te houden met specifieke vereisten die voortvloeien uit overeenkomsten voor nucleaire samenwerking en uit veiligheidscontrole-overeenkomsten met het IAEA.

    HOOFDSTUK VI — BIJZONDERE BEPALINGEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP HET GRONDGEBIED VAN DE LIDSTAAT DIE OVER KERNWAPENS BESCHIKT

    Artikel 40 — Bijzondere bepalingen voor de lidstaat die over kernwapens beschikt (oud artikel 34)

    Het artikel is herzien om vereisten in te voeren voor een mogelijke afwijking in verband met vervoersdocumenten en voor de ontmanteling van installaties of delen van installaties die voor defensiedoeleinden bestemd zouden kunnen worden, rekening houdend met de ervaringen die zijn opgedaan bij de toepassing van de Euratom-veiligheidscontrole.

    HOOFDSTUK VII — SLOTBEPALINGEN

    Artikel 41 — Vertrouwelijk karakter van de gegevens (oud artikel 35)

    Het artikel is geactualiseerd met betrekking tot de regels van de Commissie, waaronder het vervangen en ingetrokken Commissiebesluit.

    Artikel 42 — Installaties onder zeggenschap van een persoon of onderneming buiten de Gemeenschap (oud artikel 36)

    Het artikel blijft ongewijzigd.

    Artikel 43 — Uitvoering en monitoring (oud artikel 37)

    Het artikel is herzien om een vereiste voor de evaluatie van de verordening in te voeren.

    Artikel 44 — Intrekking (oud artikel 38)

    Het artikel is slechts geactualiseerd met betrekking tot de ingetrokken verordening.

    Artikel 45 — Overgangsperiode (oud artikel 39)

    Het artikel is herzien om slechts te verwijzen naar de toekenning van een uitzondering van de verplichting tot het gebruik van het speciale model voor de lijst van inventarisartikelen.

    Artikel 46 — Inwerkingtreding (oud artikel 40)

    Het artikel blijft ongewijzigd.

    BIJLAGE I — VRAGENLIJST VOOR DE MEDEDELING VAN DE FUNDAMENTELE TECHNISCHE KENMERKEN VAN DE INSTALLATIES

    De vragenlijsten van deze bijlage zijn herzien op basis van de meest recente vragenlijsten voor ontwerpinformatie van het IAEA (indien beschikbaar) in de context van het concept “veiligheidscontrole-by-design”, met inbegrip van ontmanteling, en met betrekking tot de definitie van “berging”. Daarnaast zijn de vragenlijsten als volgt herzien:

    I-A ONDERZOEKS- EN ENERGIEREACTOREN

    De reikwijdte van deze vragenlijst is uitgebreid tot onderzoeksreactoren.

    I-B KRITISCHE EN ONDERKRITISCHE INSTALLATIES

    De reikwijdte van deze vragenlijst is uitgebreid tot alle onderkritische installaties.

    I-C OMZETTINGS- EN SPLIJTSTOFVERVAARDIGINGSINSTALLATIES

    De opwerkingsinstallaties zijn geschrapt uit de reikwijdte van deze vragenlijst.

    I-D OPWERKINGSINSTALLATIES (nieuw)

    Deze vragenlijst vervangt deels de vroegere I-C-vragenlijst . 

    I-E ISOTOPENVERRIJKINGSINSTALLATIES

    Deze vragenlijst vervangt de vroegere vragenlijst I-E ISOTOPENSCHEIDINGSINSTALLATIES.

    I-F INSTALLATIES VOOR ONDERZOEK EN ONTWIKKELING (O&O) (nieuw)

    Dit is een specifieke vragenlijst voor O&O-installaties.

    I-G OPSLAGINSTALLATIES (oud I-D)

    Deze vragenlijst vervangt de vroegere vragenlijst I-D OPSLAGINSTALLATIES.

    I-H INSTALLATIES VOOR DE BEHANDELING, OPSLAG EN BERGING VAN AFVALSTOFFEN

    De reikwijdte van deze vragenlijst is uitgebreid tot andere installaties voor de berging van afvalstoffen dan geologische opbergingsmijnen.

    I-J INSTALLATIES VOOR DE INKAPSELING VAN VERBRUIKTE SPLIJTSTOF (nieuw)

    Dit is een specifieke vragenlijst voor installaties voor de inkapseling van verbruikte splijtstof. De vroegere vragenlijst I-J ANDERE INSTALLATIES is geschrapt.

    I-K GEOLOGISCHE OPBERGINGSMIJNEN (nieuw)

    Dit is een specifieke vragenlijst voor geologische opbergingsmijnen voor de berging van verbruikte splijtstof en afvalstoffen.

    I-L PLAATS BUITEN FACILITEITEN (LOF) (nieuw)

    Dit is een specifieke vragenlijst voor LOF’s.

    I-M NATIONALE PLAATS BUITEN FACILITEITEN (NATIONALE LOF) (nieuw)

    Dit is een specifieke vragenlijst voor nationale LOF’s.

    I-N INSTALLATIES KANDIDAAT-LEDEN CATCH ALL MBA (CAM) (oud I-G)

    De vroegere vragenlijst I-G INSTALLATIES KANDIDAAT-LEDEN CATCH ALL MBA (CAM) is geactualiseerd.

    I-P ANDERE INSTALLATIES WAARIN HOEVEELHEDEN VAN MEER DAN ÉÉN KILOGRAM EFFECTIEF KERNTECHNISCH MATERIAAL WORDEN GEBRUIKT (oud I-F)

    De vroegere vragenlijst I-F INSTALLATIES WAARIN HOEVEELHEDEN VAN MEER DAN ÉÉN KILOGRAM EFFECTIEF KERNTECHNISCH MATERIAAL WORDEN GEBRUIKT is geactualiseerd.

    I-Q ERTSPRODUCENTEN (nieuw)

    Deze vragenlijst is hetzelfde als de vroegere vragenlijst I-J ANDERE INSTALLATIES.

    BIJLAGE II — ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE LOCATIE

    Deze bijlage is licht herzien om een verplichte elektronische rapportage op te nemen.

    BIJLAGE III — RAPPORT OVER DE INVENTARISWIJZIGINGEN (ICR)

    Deze bijlage is herzien om nieuwe IC-codes op te nemen voor kerntechnisch materiaal dat afkomstig is van de ontmanteling, overdrachten naar geologische opbergingsmijnen en de beëindiging van de veiligheidscontrole. De IC-code voor balansaanpassing, die in de praktijk niet werd gebruikt en tot verwarring leidde, is geschrapt.

    BIJLAGE IV — MATERIAALBALANSRAPPORT (MBR)

    Deze bijlage is herzien om nieuwe IC-codes op te nemen voor kerntechnisch materiaal dat afkomstig is van de ontmanteling, overdrachten naar geologische opbergingsmijnen, de terugwinning uit geologische opbergingsmijnen en de beëindiging van de veiligheidscontrole. De IC-code voor de balansaanpassing is geschrapt.

    BIJLAGE V — FEITELIJKE INVENTARISLIJST (PIL)

    Deze bijlage blijft ongewijzigd.

    BIJLAGE VI — VOORAFGAANDE KENNISGEVING VAN DE UITVOER/VERZENDING VAN KERNTECHNISCH MATERIAAL

    Deze bijlage is licht herzien om de verplichte elektronische verzending op te nemen.

    BIJLAGE VII — VOORAFGAANDE KENNISGEVING VAN DE INVOER/ONTVANGST VAN KERNTECHNISCH MATERIAAL

    Deze bijlage is licht herzien om de verplichte elektronische verzending op te nemen.

    BIJLAGE VIII — RAPPORT VAN UITVOER/VERZENDING VAN ERTS

    Deze bijlage is licht herzien om de verplichte elektronische verzending op te nemen.

    BIJLAGE IX — VERZOEK OM EEN AFWIJKING VAN DE VOORSCHRIFTEN VOOR DE VORM EN DE PERIODICITEIT VAN DE KENNISGEVINGEN VOOR EEN INSTALLATIE

    Deze bijlage is licht herzien om de verplichte elektronische verzending op te nemen.

    BIJLAGE X — LIJST VAN INVENTARISARTIKELEN (nieuw)

    Dit is een nieuwe bijlage voor de vereiste inhoud en het elektronische model van een lijst van inventarisartikelen.

    De vroegere BIJLAGE X — JAARLIJKS RAPPORT OF UITVOERRAPPORT VOOR KERNTECHNISCH MATERIAAL WAARVOOR EEN AFWIJKING IS TOEGESTAAN is geschrapt, in lijn met de herziene benadering van afwijkingen.

    BIJLAGE XI — ALGEMEEN WERKPROGRAMMA

    Deze bijlage is licht herzien om de verplichte elektronische verzending op te nemen.

    BIJLAGE XII — VOORAFGAANDE KENNISGEVING VAN VERDERE AFVALVERWERKINGSACTIVITEITEN

    Deze bijlage is licht herzien om de verplichte elektronische verzending op te nemen.

    BIJLAGE XIII — JAARLIJKS RAPPORT VAN UITVOER/VERZENDING VAN GECONDITIONEERDE AFVALSTOFFEN

    Deze bijlage is licht herzien om een verplichte elektronische verzending op te nemen.

    BIJLAGE XIV — JAARLIJKS RAPPORT VAN INVOER/ONTVANGST VAN GECONDITIONEERDE AFVALSTOFFEN

    Deze bijlage is licht herzien om de verplichte elektronische verzending op te nemen.

    BIJLAGE XV — JAARLIJKS RAPPORT OVER VERPLAATSINGEN VAN GECONDITIONEERDE AFVALSTOFFEN

    Deze bijlage is licht herzien om de verplichte elektronische verzending op te nemen.

    BIJLAGE XVI — VERZOEK OM TOESTEMMING VOOR EEN UITWISSELING VAN VERBINTENISSEN INZAKE DE VEILIGHEIDSCONTROLE VAN KERNTECHNISCH MATERIAAL (nieuw)

    Dit is een specifieke nieuwe bijlage, die de informatie bevat die nodig is om te verzoeken om toestemming voor een uitwisseling van verbintenissen inzake de veiligheidscontrole van kerntechnisch materiaal.

    BIJLAGE XVII — KENNISGEVING VAN DE OVERDRACHT VAN ANDERE ARTIKELEN DAN KERNTECHNISCH MATERIAAL (nieuw)

    Dit is een specifieke nieuwe bijlage, waarin de kennisgevingsverplichtingen zijn geschetst voor overdrachten van niet-kerntechnisch materiaal, kerntechnische apparatuur of nucleaire technologie, indien dergelijke artikelen onder een overeenkomst voor nucleaire samenwerking vallen. Hiermee wordt rekening gehouden met de ervaring die de Commissie bij de uitvoering van de overeenkomsten heeft opgedaan; de bijlage komt overeen met gewone informatie waarom wordt verzocht bij de uitvoer/invoer of terugboeking van andere artikelen dan kerntechnisch materiaal.

    2023/0465 (NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    tot goedkeuring van een verordening (Euratom) van de Commissie
    betreffende de toepassing van de veiligheidscontrole van Euratom

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 79,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    Het is belangrijk om de voorschriften van Verordening (Euratom) nr. 302/2005 van de Commissie van 8 februari 2005 betreffende de toepassing van de veiligheidscontrole van Euratom 16 aan te passen aan het huidige wettelijke kader en de ontwikkelingen op het gebied van de nucleaire technologie en de informatietechnologie,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Enig artikel

    De verordening van de Commissie betreffende de toepassing van de veiligheidscontrole van Euratom wordt hierbij goedgekeurd.

    De tekst van de verordening is aan dit besluit gehecht.

    Gedaan te Brussel,

       Voor de Raad

       De voorzitter

    (1)    “Kerntechnisch materiaal”: ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen in de zin van artikel 197 van het Euratom-Verdrag. Overeenkomstig artikel 84 van het Euratom-Verdrag “[mag de] controle [...] zich niet uitstrekken tot materialen bestemd voor defensiedoeleinden, welke voor die doeleinden in bijzondere bewerking zijn of welke na die bewerking, krachtens een operatieplan, in een militaire inrichting worden geplaatst of opgeslagen”.
    (2)    PB L 54 van 28.2.2005, blz. 1. Verordening zoals laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 519/2013 van de Commissie van 21 februari 2013 (PB L 158 van 10.6.2013, blz. 74).
    (3)    Werkdocument van de diensten van de Commissie SWD(2023) 5 final, Evaluation of Commission Regulation (Euratom) No 302/2005 of 8 February 2005 on the application of Euratom safeguards.
    (4)    PB L 13 van 17.1.2014, blz. 1.
    (5)    PB L 172 van 2.7.2009, blz. 18. Richtlijn zoals gewijzigd bij PB L 219 van 25.7.2014, blz. 42.
    (6)    PB L 199 van 2.8.2011, blz. 48.
    (7)    PB L 337 van 5.12.2006, blz. 21.
    (8)    PB L 72 van 17.3.2015, blz. 53.
    (9)    PB 17 van 6.10.1958, blz. 406/58.
    (10)    Mededeling aan de Commissie: European Commission digital strategy — Next generation digital Commission (Digitale strategie van de Europese Commissie — De digitale Commissie van de volgende generatie), Brussel, C(2022) 4388 van 30.6.2022.
    (11)    De autoriteiten zoals bepaald in artikel 79 van het Euratom-Verdrag.
    (12)    https://ec.europa.eu/transparency/expert-groups-register/screen/expert-groups/consult?lang=nl&groupID=1084
    (13)    https://esarda.jrc.ec.europa.eu/index_en
    (14)    Aanbeveling van de Commissie van 15 december 2005 inzake richtsnoeren voor de toepassing van Verordening (Euratom) nr. 302/2005 betreffende de toepassing van de veiligheidscontrole van Euratom (2006/40/Euratom), PB L 28 van 1.2.2006, blz. 1; en Aanbeveling van de Commissie van 11 februari 2009 betreffende de toepassing van een systeem van boekhouding van en controle op kerntechnisch materiaal door de exploitanten van nucleaire installaties (2009/120/Euratom), PB L 41 van 12.2.2009, blz. 17.
    (15)    Werkdocumenten van de diensten van de Commissie on the principles and modalities of the implementation of the European Commission's nuclear safeguards tasks “Implementing Euratom Treaty Safeguards”, SEC (2007) 293, en on the revised Implementation of Euratom Treaty Safeguards (IETS), SWD (2021) 215 final.
    (16)    PB L 54 van 28.2.2005, blz. 1. Verordening zoals laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 519/2013 van de Commissie van 21 februari 2013 (PB L 158 van 10.6.2013, blz. 74).
    Top

    Brussel, 21.12.2023

    COM(2023) 793 final

    BIJLAGE

    bij

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

    tot goedkeuring van een verordening (Euratom) van de Commissie
    betreffende de toepassing van de veiligheidscontrole van Euratom


    INHOUD

    BIJLAGE

    HOOFDSTUK I TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

    HOOFDSTUK II FUNDAMENTELE TECHNISCHE KENMERKEN EN BIJZONDERE BEPALINGEN INZAKE DE VEILIGHEIDSCONTROLE

    HOOFDSTUK III BOEKHOUDING VAN KERNTECHNISCH MATERIAAL

    HOOFDSTUK IV OVERDRACHTEN TUSSEN LANDEN

    HOOFDSTUK V BIJZONDERE BEPALINGEN

    HOOFDSTUK VI BIJZONDERE BEPALINGEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP HET GRONDGEBIED VAN DE LIDSTAAT DIE OVER KERNWAPENS BESCHIKT

    HOOFDSTUK VII SLOTBEPALINGEN

    BIJLAGE I VRAGENLIJST VOOR DE MEDEDELING VAN DE FUNDAMENTELE TECHNISCHE KENMERKEN VAN DE INSTALLATIES

    BIJLAGE I-A. ONDERZOEKS- EN ENERGIEREACTOREN

    BIJLAGE I-B. KRITISCHE EN ONDERKRITISCHE INSTALLATIES

    BIJLAGE I-C. OMZETTINGS- EN SPLIJTSTOFVERVAARDIGINGSINSTALLATIES

    BIJLAGE I-D. OPWERKINGSINSTALLATIES

    BIJLAGE I-E. ISOTOPENVERRIJKINGSINSTALLATIES

    BIJLAGE I-F. INSTALLATIES VOOR ONDERZOEK EN ONTWIKKELING (O&O)

    BIJLAGE I-G. OPSLAGINSTALLATIES

    BIJLAGE I-H. INSTALLATIES VOOR DE BEHANDELING, OPSLAG EN BERGING VAN AFVALSTOFFEN

    BIJLAGE I-J. INSTALLATIES VOOR DE INKAPSELING VAN VERBRUIKTE SPLIJTSTOF

    BIJLAGE I-K. GEOLOGISCHE OPBERGINGSMIJNEN

    BIJLAGE I-L. PLAATS BUITEN FACILITEITEN (LOF)

    BIJLAGE I-M. NATIONALE PLAATS BUITEN FACILITEITEN (NATIONALE LOF)

    BIJLAGE I-N. INSTALLATIES KANDIDAAT-LEDEN CATCH ALL MBA (CAM)

    BIJLAGE I-P. ANDERE INSTALLATIES WAARIN HOEVEELHEDEN VAN MEER DAN ÉÉN KILOGRAM EFFECTIEF KERNTECHNISCH MATERIAAL WORDEN GEBRUIKT

    BIJLAGE I-Q. ERTSPRODUCENTEN

    BIJLAGE II ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE LOCATIE (1)

    BIJLAGE III RAPPORT OVER DE INVENTARISWIJZIGINGEN (ICR)

    BIJLAGE IV MATERIAALBALANSRAPPORT (MBR)

    BIJLAGE V FEITELIJKE INVENTARISLIJST (PIL)

    BIJLAGE VI VOORAFGAANDE KENNISGEVING VAN DE UITVOER/VERZENDING VAN KERNTECHNISCH MATERIAAL

    BIJLAGE VII VOORAFGAANDE KENNISGEVING VAN DE INVOER/ONTVANGST VAN KERNTECHNISCH MATERIAAL

    BIJLAGE VIII RAPPORT VAN UITVOER/VERZENDING VAN ERTS

    BIJLAGE IX VERZOEK OM EEN AFWIJKING VAN DE VOORSCHRIFTEN VOOR DE VORM EN DE PERIODICITEIT VAN DE KENNISGEVINGEN VOOR EEN INSTALLATIE

    BIJLAGE X LIJST VAN INVENTARISARTIKELEN (LII)

    BIJLAGE XI ALGEMEEN WERKPROGRAMMA

    BIJLAGE XII VOORAFGAANDE KENNISGEVING VAN VERDERE AFVALVERWERKINGSACTIVITEITEN

    BIJLAGE XIII JAARLIJKS RAPPORT VAN UITVOER/VERZENDING VAN GECONDITIONEERDE AFVALSTOFFEN

    BIJLAGE XIV JAARLIJKS RAPPORT VAN INVOER/ONTVANGST VAN GECONDITIONEERDE AFVALSTOFFEN

    BIJLAGE XV JAARLIJKS RAPPORT OVER VERPLAATSINGEN VAN GECONDITIONEERDE AFVALSTOFFEN

    BIJLAGE XVI VERZOEK OM TOESTEMMING VOOR EEN UITWISSELING VAN VERBINTENISSEN INZAKE DE VEILIGHEIDSCONTROLE VAN KERNTECHNISCH MATERIAAL

    BIJLAGE XVII KENNISGEVING VAN DE OVERDRACHT VAN ANDERE ARTIKELEN DAN KERNTECHNISCH MATERIAAL

    BIJLAGE XVII-A. KENNISGEVING VAN DE OVERDRACHT VAN NIET-KERNTECHNISCH MATERIAAL

    BIJLAGE XVII-B. KENNISGEVING VAN DE OVERDRACHT VAN KERNTECHNISCHE APPARATUUR

    BIJLAGE XVII-C. KENNISGEVING VAN DE OVERDRACHT VAN NUCLEAIRE TECHNOLOGIE

    BIJLAGE

    Ontwerp

    VERORDENING (EURATOM) NR. ..../.. VAN DE COMMISSIE

    van 0.0.0

    betreffende de toepassing van de veiligheidscontrole van Euratom

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna “het Verdrag”), en met name de artikelen 77, 78, 79, 81 en 84,

    Gezien de goedkeuring door de Raad,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)In Verordening (Euratom) nr. 302/2005 van de Commissie van 8 februari 2005 betreffende de toepassing van de veiligheidscontrole van Euratom 1  worden de aard en de strekking van de in de artikelen 78 en 79 van het Verdrag bedoelde verplichtingen omschreven.

    (2)Gezien de toename van de in de Gemeenschap geproduceerde, gebruikte, vervoerde en gerecycleerde en voor berging bestemde hoeveelheden kerntechnisch materiaal en de ontwikkeling van de handel in dit materiaal, is het van wezenlijk belang om de doeltreffendheid en efficiëntie van de veiligheidscontrole te waarborgen. Daartoe moeten de aard en de strekking van de in artikel 79 van het Verdrag bedoelde verplichtingen, die nader zijn uitgewerkt in Verordening (Euratom) nr. 302/2005, worden bijgewerkt in het licht van de ontwikkelingen, met name op het gebied van de nucleaire technologie en de informatietechnologie.

    (3)België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Zweden en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn partij bij Overeenkomst 78/164/Euratom 2 met het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie ter uitvoering van artikel III, leden 1 en 4, van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens. Overeenkomst 78/164/Euratom is op 21 februari 1977 in werking getreden en is aangevuld met Aanvullend Protocol 1999/188/Euratom 3 , dat op 30 april 2004 in werking is getreden.

    (4)Overeenkomst 78/164/Euratom bevat een bijzondere verbintenis die de Gemeenschap is aangegaan met betrekking tot de toepassing van de veiligheidscontrole inzake grondstoffen en bijzondere splijtstoffen op het grondgebied van de lidstaten die niet over kernwapens beschikken en die partij zijn bij het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens.

    (5)De in Overeenkomst 78/164/Euratom vastgestelde procedures zijn het resultaat van uitgebreide internationale onderhandelingen met het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie over de toepassing van artikel III, leden 1 en 4, van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens. Deze procedures zijn goedgekeurd door de raad van bestuur van dit agentschap.

    (6)De Gemeenschap, Frankrijk en het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie hebben een overeenkomst gesloten over de toepassing van de veiligheidscontrole in Frankrijk 4 . Die overeenkomst is op 12 september 1981 in werking getreden en is aangevuld met een aanvullend protocol, dat op 30 april 2004 in werking is getreden.

    (7)Op het grondgebied van Frankrijk kunnen bepaalde installaties of delen van installaties en bepaalde stoffen in de productiecyclus voor defensiedoeleinden worden gebruikt. Derhalve moeten speciale controleprocedures worden toegepast om rekening te houden met deze omstandigheden.

    (8)Overeenkomsten voor nucleaire samenwerking (NCA’s) zijn overeenkomsten voor samenwerking op het gebied van het gebruik van kernenergie voor vreedzame doeleinden die tussen de Gemeenschap en derde landen worden gesloten. Zij zijn erop gericht de handel in kerntechnisch materiaal, ondernemingen op het gebied van onderzoek en ontwikkeling of andere activiteiten van gemeenschappelijk belang van de partijen in verband met het gebruik van kernenergie voor vreedzame doeleinden te bevorderen in het belang van de splijtstofkringloopindustrie, de nutsbedrijven, onderzoeksinstellingen en consumenten, waarbij de verbintenissen en het beleid van de Gemeenschap in acht worden genomen. Op grond van artikel 77, punt b), van het Verdrag moet de Europese Commissie zich ervan vergewissen dat op het grondgebied van de lidstaten bijzondere verbintenissen betreffende controle, die de Gemeenschap is aangegaan in een dergelijke overeenkomst, worden nageleefd.

    (9)Om de doeltreffendheid van de veiligheidscontrole te waarborgen, is het essentieel dat overwegingen in verband met de veiligheidscontrole reeds in een vroeg stadium van de planning en het ontwerp van nieuwe installaties en voor belangrijke aanpassingen en de ontmanteling van bestaande installaties worden opgenomen.

    (10)Om de efficiëntie van de veiligheidscontrole te waarborgen, moet met de aard en de strekking van de verplichtingen tot het rapporteren van kerntechnisch materiaal en het meedelen van de fundamentele technische kenmerken van kerninstallaties rekening worden gehouden met de geschiktheid van het kerntechnisch materiaal en de installatie voor gebruik voor vreedzame doeleinden, zonder afbreuk te doen aan eventuele specifieke verbintenissen inzake de veiligheidscontrole die de Gemeenschap is aangegaan in het kader van een overeenkomst met een derde land of een internationale organisatie.

    (11)In de digitale strategie van de Europese Commissie 5 wordt gewezen op het belang van de herstructurering van de toegang tot gegevens en de uitwisseling tussen de Europese Commissie en de lidstaten. Als onderdeel van deze strategie wil de Europese Commissie de grensoverschrijdende digitale interactie, interoperabiliteit en digitale modernisering van de Europese overheden mogelijk maken. Tegen deze achtergrond en om de efficiëntie van de veiligheidscontrole te verbeteren, moeten rapporten en aangiften in elektronische vorm worden ingediend.

    (12)De bepalingen inzake veiligheidsvoorschriften van Besluit (EU, Euratom) 2015/443 van de Commissie 6 en van Besluit (EU, Euratom) 2015/444 van de Commissie 7 moeten van toepassing zijn op informatie die uit hoofde van deze verordening is verworven, zonder afbreuk te doen aan Raadsverordening nr. 3 van 31 juli 1958 ter toepassing van artikel 24 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie 8 .

    (13)De toepassing van deze verordening moet binnen tien jaar na de inwerkingtreding ervan worden geëvalueerd in het licht van de technologische vooruitgang in de kerntechnische industrie en de ontwikkelingen op het gebied van informatietechnologieën. In bijzondere omstandigheden is het echter mogelijk dat de verordening vóór die evaluatie moet worden herzien, bijvoorbeeld om specifieke verbintenissen inzake de veiligheidscontrole na te komen die door de Gemeenschap zijn aangegaan in het kader van een overeenkomst met een derde land of een internationale organisatie.

    (14)Ter wille van de duidelijkheid moet Verordening (Euratom) nr. 302/2005 van de Commissie door de onderhavige verordening worden vervangen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    HOOFDSTUK I 

    TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

    Artikel 1
    Toepassingsgebied

    Deze verordening is van toepassing op alle personen of ondernemingen die een installatie voor de productie, scheiding, opwerking, opslag, berging of een ander gebruik van kerntechnisch materiaal vestigen of exploiteren. Deze verordening is ook van toepassing op alle personen of ondernemingen die andere artikelen dan kerntechnisch materiaal bezitten, uitvoeren, invoeren of overbrengen, indien dergelijke artikelen vallen onder verplichtingen die voortvloeien uit NCA’s die van kracht zijn tussen de Gemeenschap en derde landen.

    Deze verordening is niet van toepassing op houders van voor niet-nucleaire doeleinden gebruikte eindproducten, zoals legeringen of keramisch materiaal, waarin zich kerntechnisch materiaal bevindt dat vrijwel niet meer terug te winnen is.

    Artikel 2
    Definities

    In de context van de Euratom-veiligheidscontrole op grond van deze verordening wordt verstaan onder:

    1.“lidstaten die niet over kernwapens beschikken”: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië en Zweden;

    2.“lidstaat die over kernwapens beschikt”: Frankrijk;

    3.“derde land”: alle staten die geen lid van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn;

    4.“kerntechnisch materiaal”: ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen zoals gedefinieerd in artikel 197 van het Verdrag;

    5.“afvalstoffen”: kerntechnisch materiaal in zodanige concentraties of vormen waardoor het om praktische of economische redenen niet terugwinbaar is, waarvoor geen verder gebruik wordt beoogd en dat kan worden geborgen;

    6.“bewaarde afvalstoffen”: een gemeten of op grond van metingen geraamde hoeveelheid afvalstoffen die voortkomt uit verwerking of uit een bedrijfsongeluk en die is overgebracht naar en opgeslagen op een specifieke plaats in het materiaalbalansgebied waaruit deze hoeveelheid kan worden teruggehaald;

    7.“geconditioneerde afvalstoffen”: afvalstoffen waarin een gemeten of op grond van metingen geraamde hoeveelheid kerntechnisch materiaal op zodanige wijze is geconditioneerd (bijvoorbeeld in glas, cement, beton of bitumen) dat dit niet meer geschikt is voor verder nucleair gebruik;

    8.“uitstoot in het milieu”: een gemeten of op grond van metingen geraamde hoeveelheid kerntechnisch materiaal dat als gevolg van een geplande lozing onherroepelijk in het milieu is uitgestoten, op zodanige wijze dat het niet meer geschikt is voor verder gebruik;

    9.“berging”: de opberging van afvalstoffen of verbruikte splijtstof in een installatie, zonder de bedoeling deze terug te halen;

    10.“verbruikte splijtstof”: kernsplijtstof die bestraald is en permanent uit een reactorkern is verwijderd; verbruikte splijtstof kan worden beschouwd als bruikbare grondstof die kan worden opgewerkt of kan worden geborgen indien geen verder gebruik is voorzien;

    11.“categorieën” (kerntechnisch materiaal): natuurlijk uranium, verarmd uranium, uranium verrijkt in uranium-235 of uranium-233 tot minder dan 20 %, uranium verrijkt in uranium-235 of uranium-233 tot 20 % of meer, thorium, plutonium en alle andere splijtstoffen die door de Raad overeenkomstig artikel 197 van het Verdrag worden vastgesteld;

    12.“artikel”: een identificeerbare eenheid, zoals een splijtstofelement of splijtstofstaaf;

    13.“partij”: een hoeveelheid kerntechnisch materiaal die met het oog op de boekhouding in een hoofdmeetpunt als een eenheid wordt behandeld en waarvan de samenstelling en de hoeveelheid door een enkele reeks kenmerken of metingen zijn vastgesteld. Het kerntechnische materiaal kan in bulkvorm zijn of in een aantal artikelen zijn vervat;

    14.“partijgegevens”: het totale gewicht van elke categorie kerntechnisch materiaal en, in het geval van uranium en plutonium, voor zover van toepassing, de isotopensamenstelling. Met het oog op de rapporten wordt het gewicht van de verschillende artikelen van de partij opgeteld en vervolgens op de dichtstbijzijnde eenheid afgerond;

    15.“kilogram effectief”: een speciale eenheid die wordt gebruikt bij de toepassing van de veiligheidscontrole op kerntechnisch materiaal en wordt verkregen door:

    (a)bij plutonium het gewicht in kilogram te nemen;

    (b)bij uranium met een verrijkingsgraad van 0,01 (1 %) en meer, het gewicht in kilogram te nemen, vermenigvuldigd met het kwadraat van de verrijkingsgraad;

    (c)bij uranium met een verrijkingsgraad van minder dan 0,01 (1 %) en meer dan 0,005 (0,5 %), het gewicht in kilogram te nemen, vermenigvuldigd met 0,0001;

    en

    (d)bij verarmd uranium met een verrijkingsgraad van 0,005 (0,5 %) en minder, en bij thorium, door hun gewicht in kilogram te vermenigvuldigen met 0,00005;

    16.“materiaalbalansgebied”: een zodanig gebied, met het oog op de vaststelling van de materiaalbalans, dat:

    (a)de hoeveelheid kerntechnisch materiaal bij iedere overbrenging naar of vanuit elk materiaalbalansgebied kan worden vastgesteld;

    en

    (b)de feitelijke inventaris van kerntechnisch materiaal in elk materiaalbalansgebied indien nodig volgens nader omschreven procedures kan worden bepaald;

    17.“hoofdmeetpunt”: een plaats waar het kerntechnische materiaal in een zodanige vorm aanwezig is dat het kan worden gemeten ter bepaling van de materiaalcirculatie of de inventaris, met inbegrip van onder meer, doch niet uitsluitend, de plaatsen in materiaalbalansgebieden waar kerntechnisch materiaal wordt aangevoerd, afgevoerd of opgeslagen;

    18.“formele inventaris” van een materiaalbalansgebied: de algebraïsche som van de meest recente feitelijke inventaris van het materiaalbalansgebied en alle inventariswijzigingen die zich sinds de opstelling van deze feitelijke inventaris hebben voorgedaan;

    19.“feitelijke inventaris”: de som van alle gemeten of berekende ramingen van de hoeveelheden kerntechnisch materiaal van de partijen die zich op een bepaald moment in een materiaalbalansgebied bevinden, welke som wordt berekend volgens vastgestelde procedures;

    20.“onboekbaar materiaal”: het verschil tussen de feitelijke inventaris en de formele inventaris;

    21.“expeditieverschil”: het verschil tussen de hoeveelheid kerntechnisch materiaal van een partij, zoals gemeten door het materiaalbalansgebied van bestemming en de hoeveelheid opgegeven door het materiaalbalansgebied van verzending;

    22.“basisgegevens”: de gegevens die zijn geregistreerd bij het uitvoeren van metingen of ijkingen of zijn gebruikt om daaruit empirische betrekkingen af te leiden die het kerntechnische materiaal identificeren en de partijgegevens bepalen, waaronder: het gewicht van de verbindingen, de omzettingsfactoren die zijn gebruikt om het gewicht van het element te bepalen, de soortelijke massa, de concentratie van het element, de isotopenverhoudingen, het verband tussen volume en manometeraanwijzigingen, en het verband tussen het geproduceerde plutonium en de opgewekte energie;

    23.“locatie”: een door de Gemeenschap en de lidstaat afgebakend terrein, dat een of meer installaties omvat, met inbegrip van buiten gebruik gestelde installaties, zoals deze in hun respectieve fundamentele technische kenmerken zijn omschreven, met dien verstande dat:

    (a)in het geval van een buiten gebruik gestelde installatie waar gewoonlijk grondstoffen of bijzondere splijtstoffen in hoeveelheden van minder dan één kilogram effectief werden gebruikt, “locatie” alleen plaatsen betreft met hete cellen of plaatsen waar activiteiten in verband met de omzetting, verrijking, bereiding of opwerking plaatsvonden,

    (b)“locatie” ook alle gebouwen omvat die zich bij de installaties bevinden en die essentiële diensten leveren of gebruiken, zoals hete cellen voor de verwerking van bestraald materiaal dat geen kerntechnisch materiaal bevat, installaties voor de behandeling, opslag en berging van afvalstoffen, en gebouwen die betrekking hebben op in bijlage 1 bij Aanvullend Protocol 1999/188/Euratom vermelde en door het betrokken land vastgestelde activiteiten;

    (c)in het geval van een nationale LOF, alle opgenomen gebruikers van kleine hoeveelheden kerntechnisch materiaal samen één locatie vormen;

    24.“locatievertegenwoordiger”: een door de lidstaat aangewezen persoon, onderneming of entiteit die met de verantwoordelijkheid voor de in artikel 6, lid 1, bedoelde mededelingen is belast;

    25.“installatie”: vanaf de planningsfase tot de bevestiging van ontmanteling ervan:

    (a)een reactor, een kritische installatie, een omzettingsfabriek, een bereidingsfabriek, een opwerkingsfabriek, een isotopenscheidingsinstallatie, een afzonderlijke opslaginstallatie, een installatie voor inkapseling, een geologische opbergingsmijn, een installatie voor de behandeling, de opslag of de berging van afvalstoffen of een andere plaats waar gewoonlijk grondstoffen of bijzondere splijtstoffen in hoeveelheden van meer dan één kilogram effectief worden bewaard of gebruikt,

    (b)een plaats die niet onder punt a) valt waar gewoonlijk grondstoffen of bijzondere splijtstoffen in hoeveelheden van minder dan één kilogram effectief worden bewaard of gebruikt en waarnaar wordt verwezen als “plaats buiten faciliteiten” (LOF),

    (c)alle plaatsen waar erts wordt gewonnen, opgeslagen of gebruikt;

    26.“buiten gebruik gestelde installatie”: een installatie ten aanzien waarvan bij controle is gebleken dat de activiteiten zijn gestaakt en al het kerntechnische materiaal dat onder de Euratom-veiligheidscontrole valt, is verwijderd;

    27.“installatie in ontmanteling”: een installatie ten aanzien waarvan activiteiten voor de ontmanteling en/of de terugwinning en verwijdering van kerntechnisch materiaal en/of de verwijdering of het onbruikbaar maken van essentiële apparatuur worden verricht met als doel de installatie te ontmantelen;

    28.“ontmantelde installatie”: een installatie ten aanzien waarvan bij controle is gebleken dat al het kerntechnisch materiaal dat onder de Euratom-veiligheidscontrole valt, is verwijderd en dat overgebleven constructies en apparatuur die essentieel waren voor het gebruik van de installatie voor andere doeleinden dan de berging van kerntechnisch materiaal dat niet langer onder de Euratom-veiligheidscontrole valt, zijn verwijderd of onbruikbaar zijn gemaakt, zodat de behandeling, de verwerking of het gebruik van kerntechnisch materiaal niet langer mogelijk is;

    29.“nationale plaats buiten faciliteiten”: een specifieke LOF, bestaande uit verschillende bezitters van kleine hoeveelheden kerntechnisch materiaal, in lijn met door de lidstaat waar zij zijn gevestigd en de Commissie overeengekomen criteria;

    30.“Catch All MBA (CAM)”: een specifieke LOF, bestaande uit verschillende bezitters van kleine hoeveelheden kerntechnisch materiaal volgens de in bijlage I-N uiteengezette criteria;

    31.“gelijkwaardigheidsbeginsel”: het concept dat een specifieke verbintenis inzake de veiligheidscontrole die van toepassing is op een hoeveelheid kerntechnisch materiaal kan worden overgeboekt naar een andere hoeveelheid kerntechnisch materiaal, met inachtneming van de gelijkwaardigheidscriteria;

    32.“gelijkwaardigheidscriteria”: specifieke criteria waaraan moet worden voldaan met betrekking tot de hoeveelheid, de categorie, de isotopensamenstelling, de fysische vorm, de chemische vorm en de toestand van het kerntechnisch materiaal om het gelijkwaardigheidsbeginsel toe te passen;

    33.“evenredigheidsbeginsel”: het concept dat, wanneer kerntechnisch materiaal dat onder een specifieke verbintenis inzake de veiligheidscontrole valt, wordt gemengd of omgevormd in een bepaalde verhouding met kerntechnisch materiaal dat hier niet onder valt, het product, het bijproduct, de afvalstoffen of verliezen die met de verwerking worden gegenereerd, in dezelfde verhouding onder de specifieke verbintenis inzake de veiligheidscontrole zullen vallen;

    34.“poolboekhouding”: een specifieke boekhoudkundige methode waarbij een unieke verbinteniscode (poolcode) wordt gebruikt voor het meedelen van de formele inventarissen en feitelijke inventarislijsten aan de Commissie overeenkomstig de artikelen 14 en 15, hoewel het kerntechnisch materiaal onder diverse specifieke verbintenissen inzake de veiligheidscontrole kan vallen;

    35.“boekhoudkundige pool”: het toepassingsgebied waarbinnen de toepassing van de poolboekhouding op een of meerdere materiaalbalansgebieden is goedgekeurd;

    36.“exploitant”: een persoon, onderneming of organisatie die een installatie exploiteert of een installatie wil vestigen.



    HOOFDSTUK II 

    FUNDAMENTELE TECHNISCHE KENMERKEN EN BIJZONDERE BEPALINGEN INZAKE DE VEILIGHEIDSCONTROLE

    Artikel 3
    Mededeling van de fundamentele technische kenmerken

    1.Alle exploitanten delen de fundamentele technische kenmerken van hun installaties aan de Commissie mee.

    Voor ertsproducenten zijn de artikelen 27 en 28 van toepassing.

    Voor nationale LOF’s is artikel 38 van toepassing.

    2.Wanneer de fundamentele technische kenmerken voor het eerst worden aangegeven of bijgewerkt, moet de desbetreffende vragenlijst van bijlage I worden gebruikt.

    3.De aangifte wordt in elektronische vorm ingediend.

    4.Indien hierom wordt verzocht, worden nadere details of toelichtingen in verband met de in de aangifte ingediende informatie binnen 30 dagen, of binnen een andere overeengekomen termijn, aan de Commissie verstrekt.

    Artikel 4
    Termijnen voor de eerste aangifte van de fundamentele technische kenmerken

    1.De volledige aangifte van de fundamentele technische kenmerken van nieuwe installaties wordt uiterlijk 200 dagen vóór de geplande datum van de eerste ontvangst van kerntechnisch materiaal overeenkomstig artikel 3, lid 1, bij de Commissie ingediend.

    2.Voor nieuwe installaties als bedoeld in artikel 2, punt 25, a), worden alle gegevens betreffende de eigenaar, de exploitant, de plaats, het doel en het type van de installatie, de capaciteit en de informatie voorafgaande aan het bedrijf zodra de informatie beschikbaar is en uiterlijk 200 dagen vóór de datum van het verzoek om een bouwvergunning, of binnen een andere overeengekomen termijn, aan de Commissie meegedeeld.

    Om het mogelijk te maken vereisten in verband met de veiligheidscontrole vroeg in het ontwerpproces van kerninstallaties op te nemen, worden op dat moment ook ten minste het type, de vorm en de verwachte omzet en inventarissen van kerntechnisch materiaal, evenals de tekeningen waarop de circulatie en opslag van kerntechnisch materiaal worden vermeld, verstrekt.

    3.Alle exploitanten van een installatie die technieken willen gebruiken voor de chemische verwerking van bestraald materiaal verstrekken op hetzelfde moment eventuele aanvullende informatie die nodig is om de Commissie in staat te stellen deze technieken goed te keuren, zoals vereist op grond van artikel 78 van het Verdrag.

    4.De krachtens de leden 2 en 3 vereiste informatie wordt verstrekt in de speciale velden van de desbetreffende vragenlijst van bijlage I.

    5.Installaties op het grondgebied van staten die tot de Europese Unie toetreden, delen de Commissie hun fundamentele technische kenmerken binnen dertig dagen na de inwerkingtreding van deze verordening in die staat, of binnen een andere overeengekomen termijn, mee.

    Artikel 5
    Mededeling van wijzigingen van de fundamentele technische kenmerken

    1.Wijzigingen in de in artikel 4, leden 2 en 3, bedoelde informatie worden aan de Commissie meegedeeld wanneer het ontwerp van de installatie wordt aangepast of binnen een andere overeengekomen termijn.

    2.Wijzigingen van de fundamentele technische kenmerken met betrekking tot het doel, het type of de indeling van de installatie, en met name wijzigingen die gevolgen hebben voor de toegangswegen tot gebieden waar kerntechnisch materiaal wordt gebruikt of opgeslagen, worden meegedeeld zodra het besluit over de uitvoering ervan is genomen en uiterlijk 20 dagen voordat de werkzaamheden in verband met de wijziging volgens de planning zullen beginnen. Aanvullende vereisten met betrekking tot wijzigingen van de fundamentele technische kenmerken waarvoor voorafgaande kennisgeving vereist is, kunnen in de bijzondere controlebepalingen, als bedoeld in artikel 8, worden gespecificeerd.

    3.Wijzigingen van de fundamentele technische kenmerken waarvoor geen voorafgaande kennisgeving vereist is, zoals bepaald in lid 2, worden binnen dertig dagen nadat de wijziging is doorgevoerd, meegedeeld.

    4.Plannen voor de ontmanteling en termijnen voor de uitvoering hiervan worden meegedeeld met gebruik van de speciale velden van de vragenlijst van bijlage I. Deze informatie wordt meegedeeld zodra het besluit tot staking van de exploitatie van de installatie is genomen en worden elke keer dat de plannen of termijnen worden gewijzigd, geactualiseerd. Wijzigingen van de fundamentele technische kenmerken die voortvloeien uit ontmantelingsactiviteiten, en met name de verwijdering of het onbruikbaar maken van essentiële apparatuur, worden binnen 30 dagen nadat de wijziging is doorgevoerd, meegedeeld.

    Artikel 6
    Mededeling van een algemene beschrijving van de locatie

    1.De lidstaten die partij zijn bij Aanvullend Protocol 1999/188/Euratom wijzen voor elke locatie op hun grondgebied een vertegenwoordiger aan, die de Commissie een algemene beschrijving van de locatie aan de hand van de vragenlijst in bijlage II meedeelt.

    Deze mededeling moet binnen 120 dagen na de inwerkingtreding van Aanvullend Protocol 1999/188/Euratom in de betrokken lidstaat worden ingediend. Uiterlijk op 1 april van elk jaar moet een bijgewerkte versie worden ingediend. De aangiften worden in elektronische vorm ingediend.

    De mededeling moet voldoen aan de vereisten van artikel 2, punt a), iii), van Aanvullend Protocol 1999/188/Euratom, en staat los van de in artikel 3, lid 1, bedoelde mededeling.

    2.De locatievertegenwoordiger is verantwoordelijk voor de tijdige verzameling van de relevante informatie en voor het indienen van de algemene beschrijving van de locatie bij de Commissie, maar de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de aangiften blijft rusten bij de personen of ondernemingen die de installatie vestigen of exploiteren en, voor gebouwen op een locatie die geen betrekking hebben op kerntechnisch materiaal, bij de betrokken lidstaat.

    3.Indien hierom wordt verzocht, worden nadere details of toelichtingen in verband met de in de aangifte ingediende informatie binnen 15 dagen aan de Commissie verstrekt.

    Artikel 7
    Werkprogramma

    1.Om de Commissie in staat te stellen haar controleactiviteiten te plannen, delen de exploitanten de Commissie de volgende informatie op elektronische wijze mee:

    (a)een algemeen werkprogramma dat is opgesteld overeenkomstig bijlage XI, onder vermelding van met name de voorlopige data voor de opstelling van de feitelijke inventaris;

    (b)ten minste 40 dagen vóór de opstelling van de feitelijke inventaris, het programma daarvoor.

    Voor installaties als bedoeld in artikel 2, punt 25, b), worden ten minste de voorlopige data voor de opstelling van de feitelijke inventaris meegedeeld.

    Veranderingen in het algemene werkprogramma, en met name met betrekking tot de opstelling van de feitelijke inventaris, worden onverwijld aan de Commissie meegedeeld.

    2.Tenzij anders bepaald in de bijzondere controlebepalingen, als bedoeld in artikel 8, wordt het werkprogramma jaarlijks meegedeeld, uiterlijk op 15 november van het jaar ervoor.

    Artikel 8
    Bijzondere controlebepalingen

    1.Aan de hand van de fundamentele technische kenmerken die overeenkomstig artikel 3, lid 1, en artikel 4 worden meegedeeld, stelt de Commissie bijzondere controlebepalingen vast met betrekking tot de in lid 2 van dit artikel genoemde aangelegenheden.

    Voor installaties als bedoeld in artikel 2, punt 25, a), worden de bijzondere controlebepalingen opgesteld bij een beschikking van de Commissie, gericht tot de betrokken exploitant, rekening houdend met operationele en technische beperkingen en in nauw overleg met de betrokken exploitant en de desbetreffende lidstaat.

    Voor installaties als bedoeld in artikel 2, punt 25, b), kan één beschikking van de Commissie worden opgesteld dat gericht is tot verschillende of alle betrokken exploitanten en waarin de bijzondere controlebepalingen uiteen worden gezet.

    De exploitant tot wie een beschikking van de Commissie is gericht, wordt daarvan in kennis gesteld. Een afschrift van deze kennisgeving wordt de betrokken lidstaat toegezonden.

    2.Voor installaties als bedoeld in artikel 2, punt 25, a), omvatten de bijzondere controlebepalingen het volgende:

    (a)de materiaalbalansgebieden en de keuze van de hoofdmeetpunten voor de bepaling van de circulatie en de inventaris van kerntechnisch materiaal;

    (b)de wijzigingen van de fundamentele technische kenmerken waarvoor voorafgaande kennisgeving is vereist;

    (c)de procedures voor het bijhouden van de boekhouding van het kerntechnische materiaal voor elk materiaalbalansgebied en voor het opstellen van de rapporten;

    (d)de frequentie van en de procedures voor de opstelling van de feitelijke inventaris voor boekhoudkundige doeleinden in verband met de veiligheidscontrole;

    (e)de maatregelen voor insluiting en toezicht, overeenkomstig de met de betrokken exploitant overeengekomen regelingen;

    (f)de bemonstering door de betrokken persoon of onderneming, uitsluitend voor veiligheidscontroledoeleinden.

    Voor installaties als bedoeld in artikel 2, punt 25, b), kunnen de bijzondere controlebepalingen worden beperkt tot de punten a), c) en d).

    3.In de bijzondere controlebepalingen kan ook het volgende worden gespecificeerd:

    (a)de inhoud van de krachtens artikel 7 of 16 vereiste latere mededelingen;

    (b)de voorwaarden waaronder deze verordening wordt toegepast, en met name de voorwaarden waaronder verzending en ontvangst van kerntechnisch materiaal een voorafgaande kennisgeving vereisen;

    (c)maatregelen die noodzakelijk worden geacht om te waarborgen dat kerntechnisch materiaal niet voor andere dan de beoogde doeleinden wordt aangewend.

    4.De Commissie vergoedt de betrokken exploitant de kosten voor de buitengewone diensten die de bijzondere controlebepalingen voorschrijven of die voortvloeien uit een speciaal verzoek van de Commissie of haar inspecteurs, uitsluitend op basis van een overeenkomst waarin deze kosten en de voorwaarden voor de vergoeding ervan zijn gedefinieerd. Werkzaamheden die de exploitant uitvoert voordat de overeenkomst is ondertekend, kunnen niet worden vergoed. De vergoeding is beperkt tot het bedrag dat noodzakelijk is om de door de exploitant gemaakte kosten voor de buitengewone diensten te dekken en mag geen winst omvatten.

    HOOFDSTUK III 

    BOEKHOUDING VAN KERNTECHNISCH MATERIAAL

    Artikel 9
    Boekhoudsysteem

    1.Exploitanten gebruiken een systeem voor de boekhouding van en de controle op het kerntechnische materiaal, waarmee ervoor wordt gezorgd dat onregelmatigheden, die leiden tot situaties waarin kerntechnisch materiaal onjuist wordt geboekt, worden voorkomen, worden opgespoord en tijdig worden verholpen. Dit systeem omvat boekhoudkundige overzichten en werkstaten en met name gegevens over de hoeveelheden, de categorie, de vorm en de samenstelling van dit materiaal, zoals bepaald in artikel 21, de feitelijke plaats ervan en de in artikel 19 neergelegde bijzondere verbintenis inzake de veiligheidscontrole, en, bij overdracht van kerntechnisch materiaal, nadere gegevens over de ontvanger of de verzender.

    2.Het systeem van metingen waarop de boekhouding is gebaseerd, moet voldoen aan de meest recente internationale normen of daaraan kwalitatief gelijkwaardig zijn. Aan de hand van deze boekhoudkundige overzichten moeten alle mededelingen aan de Commissie kunnen worden opgesteld en gestaafd. Alle boekhoudkundige overzichten worden bewaard zolang het kerntechnisch materiaal in de installatie aanwezig is en gedurende ten minste vijf jaar nadat het kerntechnisch materiaal niet langer in de installatie of ontmantelde installatie aanwezig is. De in artikel 8 bedoelde bijzondere controlebepalingen kunnen voor elke installatie nadere bepalingen bevatten.

    3.Indien de installatie de boekhoudkundige overzichten en werkstaten in elektronische vorm bijhoudt, worden zij in deze vorm ter beschikking gesteld. Voor in artikel 2, punt 25, a), bedoelde installaties wordt een actuele lijst van inventarisartikelen op verzoek in elektronische vorm aan de inspecteurs van de Commissie ter beschikking gesteld, met gebruik van het model van bijlage X.

    Artikel 10
    Werkstaten

    1.De werkstaten bevatten, voorzover van toepassing, voor elk materiaalbalansgebied de volgende elementen:

    (a)de bedrijfsgegevens die worden gebruikt om alle wijzigingen in de hoeveelheid en samenstelling van het in de installatie aanwezige kerntechnische materiaal vast te stellen, met inbegrip van vervoersdocumenten voor zowel ontvangen als verzonden partijen kerntechnisch materiaal;

    (b)een zo goed mogelijk bijgewerkte lijst van alle artikelen in de inventaris en hun plaats;

    (c)de gegevens die zijn verkregen door de ijking van reservoirs en instrumenten en door bemonstering en analyse, met inbegrip van afgeleide schattingen van de toevallige en systematische fouten;

    (d)de gegevens die zijn verkregen door kwaliteitscontrolemaatregelen met betrekking tot het materiaalboekhoudsyteem, met inbegrip van afgeleide schattingen van de toevallige en systematische fouten;

    (e)een beschrijving van de procedure voor de voorbereiding en opstelling van de feitelijke inventaris en van de maatregelen om ervoor te zorgen dat de inventaris nauwkeurig en volledig is;

    (f)een beschrijving van de maatregelen die zijn genomen om onregelmatigheden in de boekhouding van kerntechnisch materiaal en de controle te erkennen, te onderzoeken en op te lossen;

    (g)de resultaten van procedures voor de controle van de inventaris en van de proeven voor de goedkeuring van de materiaalbalans, rekening houdend met gerechtvaardigde meet- en procesonzekerheden;

    (h)een beschrijving van de maatregelen om de oorzaak en de omvang vast te stellen van elk ongewenst of niet gemeten verlies dat zich zou kunnen hebben voorgedaan;

    (i)de isotopensamenstelling van het plutonium, met inbegrip van de vervalisotopen, en de referentiedata, indien deze voor operationele doeleinden in de installatie geregistreerd zijn.

    2.De oorspronkelijke werkstaten worden, indien beschikbaar, in elektronische vorm aan de inspecteurs van de Commissie ter beschikking gesteld. Op gemotiveerd verzoek worden kopieën van de werkstaten, indien beschikbaar, in elektronische vorm aan de Commissie meegedeeld. Op gemotiveerd verzoek van de exploitant kunnen speciale regelingen met betrekking tot de vorm en de overdracht van informatie overeen worden gekomen.

    Artikel 11
    Boekhoudkundige overzichten

    De boekhoudkundige overzichten bevatten voor elk materiaalbalansgebied het volgende:

    (a)alle inventariswijzigingen, zodat de formele inventaris op elk moment kan worden vastgesteld;

    (b)alle resultaten van de metingen en de tellingen aan de hand waarvan de feitelijke inventaris wordt vastgesteld;

    (c)alle correcties die zijn aangebracht in de inventariswijzigingen, de formele inventarissen en de feitelijke inventarissen.

    In de boekhoudkundige overzichten met betrekking tot inventariswijzigingen en feitelijke inventarissen worden voor elke partij de identificatie van het materiaal, de partijgegevens en de basisgegevens vermeld. Afzonderlijke overzichten worden gegeven voor uranium, thorium en plutonium, overeenkomstig de in artikel 21, lid 2, punt b), vermelde categorieën. Bovendien worden voor elke inventariswijziging de datum van de wijziging en, voorzover van toepassing, het materiaalbalansgebied van verzending of de verzender en het materiaalbalansgebied van bestemming of de geadresseerde vermeld.

    Artikel 12
    Boekhoudkundige rapporten

    Exploitanten voorzien de Commissie van boekhoudkundige rapporten.

    De boekhoudkundige rapporten bevatten de gegevens die beschikbaar zijn op de datum waarop zij worden opgesteld en moeten, indien nodig, later worden herzien. Boekhoudkundige rapporten worden in elektronische vorm aan de Commissie verstuurd.

    Indien hierom wordt verzocht, worden nadere details of toelichtingen in verband met de in deze rapporten binnen drie weken, of binnen een andere overeengekomen termijn, aan de Commissie verstrekt.

    Artikel 13
    Oorspronkelijke formele inventaris

    Exploitanten op het grondgebied van staten die toetreden tot de Europese Unie dienen binnen 30 dagen na de inwerkingtreding van deze verordening in die staat bij de Commissie een oorspronkelijke formele inventaris in van al het kerntechnisch materiaal waarover zij beschikken (met inbegrip van kerntechnisch materiaal dat voorheen als bewaarde afvalstoffen werd beschouwd en kerntechnisch materiaal dat voorheen was vrijgesteld van de IAEA-veiligheidscontrole), met uitzondering van kerntechnisch materiaal ten aanzien waarvan de IAEA-veiligheidscontrole is beëindigd. Hiervoor wordt het model van bijlage V gebruikt.

    Artikel 14
    Rapport over de inventariswijzigingen

    1.Voor elk materiaalbalansgebied dienen de exploitanten, met gebruik van het model van bijlage III, voor al het kerntechnisch materiaal rapporten over de inventariswijzigingen bij de Commissie in.

    Deze rapporten worden maandelijks en uiterlijk 15 dagen na het einde van de maand verzonden en bevatten alle inventariswijzigingen die zich tijdens die maand hebben voorgedaan of zijn vastgesteld.

    2.Voor de maanden waarin een feitelijke inventaris wordt opgesteld en de datum van opstelling van de feitelijke inventaris niet de laatste dag van de maand is, worden de volgende twee afzonderlijke rapporten over de inventariswijzigingen verzonden:

    (a)een eerste rapport over de inventariswijzigingen dat alle inventariswijzigingen bevat tot en met de datum van de opstelling van de feitelijke inventaris, en dat uiterlijk samen met het tweede rapport over de inventariswijzigingen wordt verzonden, of samen met de feitelijke inventarislijst en het materiaalbalansrapport indien deze vóór het tweede rapport over de inventarislijst worden verzonden;

    (b)een tweede rapport over de inventariswijzigingen dat alle inventariswijzigingen bevat vanaf de eerste dag na de datum van opstelling van de feitelijke inventaris tot het einde van de maand, en dat wordt verzonden uiterlijk 15 dagen na het einde van de maand.

    3.Voor de maanden waarin zich geen enkele inventariswijziging voordoet, dienen de exploitanten een rapport in over de inventariswijzigingen waarin zij de formele eindinventaris van de vorige maand overnemen.

    4.Kleine inventariswijzigingen, zoals overbrengingen van monsters voor analysedoeleinden, mogen, overeenkomstig de in artikel 8 bedoelde bijzondere controlebepalingen voor de betrokken installatie, worden gegroepeerd en als één inventariswijziging worden gemeld.

    5.Bij de rapporten over de inventariswijzigingen kunnen toelichtingen bij de inventariswijzigingen worden gevoegd.

    Artikel 15
    Materiaalbalansrapport en feitelijke inventarislijst

    1.Exploitanten dienen voor elk materiaalbalansgebied de volgende stukken bij de Commissie in:

    (a)overeenkomstig het model van bijlage IV opgestelde materiaalbalansrapporten, waarin de volgende gegevens worden vermeld:

    i) de feitelijke begininventaris;

    ii) de inventariswijzigingen (eerst de verhogingen, vervolgens de verminderingen);

    iii) de formele eindinventaris;

    iv) de feitelijke eindinventaris;

    v) het onboekbare materiaal;

    (b)een overeenkomstig het model van bijlage V opgestelde feitelijke inventarislijst, waarin alle partijen afzonderlijk worden vermeld.

    2.De rapporten en de inventarislijst worden zo snel mogelijk en uiterlijk 30 dagen na de opstelling van de feitelijke inventaris verzonden.

    3.Tenzij in de in artikel 8 bedoelde bijzondere controlebepalingen voor een installatie anders wordt bepaald, wordt een feitelijke inventarislijst, op basis van een daadwerkelijke opstelling van de inventaris van al het kerntechnisch materiaal dat in het materiaalbalansgebied aanwezig is, elk kalenderjaar opgesteld en bedraagt de periode tussen twee opeenvolgende feitelijke inventarissen niet meer dan 14 maanden.

    Artikel 16
    Bijzondere rapporten

    Exploitanten dienen, telkens wanneer de in de artikelen 17 of 25 bedoelde omstandigheden zich voordoen, een bijzonder rapport bij de Commissie in.

    De bijzondere rapporten en alle bijzonderheden of toelichtingen in verband hiermee, moeten onverwijld aan de Commissie worden toegezonden. Indien nadere technische onderzoeken noodzakelijk zijn, bevatten de rapporten de informatie die op de datum van de rapportage beschikbaar is en worden zij zo snel mogelijk aangevuld met de uitkomst van de onderzoeken.

    Artikel 17
    Buitengewone gebeurtenissen

    In de volgende gevallen moet een bijzonder rapport, als bedoeld in artikel 16, worden opgesteld:

    (a)indien, naar aanleiding van buitengewone voorvallen of omstandigheden, het vermoeden bestaat dat kerntechnisch materiaal is toegenomen of kan zijn toegenomen, of verloren is gegaan of verloren kan zijn gegaan, ook tijdens een overdracht naar of vanaf de installatie. In dergelijke gevallen bevat het rapport een beschrijving van het voorval of de omstandigheden, het gewicht van het uranium, thorium en plutonium, overeenkomstig de in artikel 21, lid 2, punt b), opgenomen categorieën, het gewicht van de splijtbare isotopen in het geval van verrijkt uranium, evenals een beschrijving van de manier waarop het gewicht is vastgesteld, en eventuele nadere maatregelen die zijn getroffen, ook om te voorkomen dat zich opnieuw een verlies voordoet;

    (b)indien een onvoorziene verandering van de insluiting heeft plaatsgevonden, in een zodanige mate dat een ongeoorloofde verwijdering van kerntechnisch materiaal mogelijk is geworden. In dergelijke gevallen bevat het bijzondere rapport een beschrijving van het vooral of de omstandigheden, evenals een beschrijving van eventuele maatregelen die zijn getroffen om het risico op ongeoorloofde verwijdering te beperken en te voorkomen dat een dergelijke situatie zich opnieuw voordoet.

    De betrokken exploitanten dienen deze rapporten in zodra zij kennis hebben genomen van een dergelijke toename of een dergelijk verlies of een dergelijke onvoorziene verandering van de insluiting, of van enig ander feit op grond waarvan zij kunnen aannemen dat een dergelijke gebeurtenis zich heeft voorgedaan. Zodra de oorzaken bekend zijn, worden ook deze meegedeeld.

    De in artikel 8 bedoelde bijzondere controlebepalingen kunnen voor elke installatie nadere bepalingen bevatten met betrekking tot de informatie die moet worden verstrekt.

    Artikel 18
    Melding van kerntransformaties

    Met betrekking tot reactoren worden de berekende gegevens van de kerntransformaties uiterlijk bij de overdracht van de bestraalde splijtstoffen vanuit het materiaalbalansgebied van een reactor in het rapport over de inventariswijzigingen opgenomen. Voorts kunnen in de in artikel 8 bedoelde bijzondere controlebepalingen andere procedures voor het registreren en melden van kerntransformaties worden vastgesteld.

    Artikel 19
    Bijzondere verbintenis inzake de veiligheidscontrole

    1.Kerntechnisch materiaal dat onder een bijzondere verbintenis inzake de veiligheidscontrole valt die door de Gemeenschap in een overeenkomst met een derde land of een internationale organisatie is aangegaan, wordt in de volgende kennisgevingen en overzichten aangemerkt met de passende verbinteniscode, zoals meegedeeld door de Commissie:

    (a)de oorspronkelijke formele inventaris als bedoeld in artikel 13;

    (b)rapporten over de inventariswijzigingen, met inbegrip van formele eindinventarissen als bedoeld in artikel 14;

    (c)materiaalbalansrapporten en feitelijke inventarislijsten als bedoeld in artikel 15;

    (d)voorgenomen in- en uitvoer als bedoeld in de artikelen 23 en 24;

    (e)boekhoudkundige overzichten als bedoeld in artikel 11.

    De vermelding sluit de mogelijkheid van vermenging van materiaal niet uit, tenzij dit in een van deze overeenkomsten uitdrukkelijk is verboden.

    2.Indien van toepassing geschiedt de toekenning van verbinteniscodes in de rapporten als bedoeld in de artikelen 14 en 15 en de overzichten als bedoeld in artikel 11 in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

    3.Lid 1 is niet van toepassing op de overeenkomsten die de Gemeenschap en de lidstaten met het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie hebben gesloten.

    Artikel 20
    Poolboekhouding en uitwisselingen van verbintenissen

    1.Het gebruik, het toepassingsgebied, de rapportage en de modaliteiten van de poolboekhouding vereisen een voorafgaande goedkeuring van de Commissie, die per geval kan worden toegekend, indien een dergelijk gebruik gerechtvaardigd is gezien het type en de activiteiten van de installatie. De modaliteiten van de poolboekhouding doen geen afbreuk aan het nakomen van de verbintenissen van de Gemeenschap, zoals de eerbiediging van het gelijkwaardigheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel.

    Een met redenen omkleed en gemotiveerd verzoek om toestemming voor het gebruik van poolboekhouding wordt schriftelijk bij de Commissie ingediend, samen met een voorstel voor de modaliteiten van de poolboekhouding.

    2.De poolcode, zoals meegedeeld door de Commissie, wordt gebruikt om al het kerntechnisch materiaal in de boekhoudkundige pool te identificeren, in de rapporten als bedoeld in de artikelen 14 en 15 en de overzichten als bedoeld in artikel 11. De totale hoeveelheden kerntechnisch materiaal dat aan de pool is toegewezen, zijn te allen tijde voor elke verbinteniscode bekend en worden elke maand aan de Commissie verstrekt in de vorm van een elektronisch poolrapport.

    3.De goedkeuring kan worden ingetrokken indien deze verordening of de in de goedkeuring gespecificeerde voorwaarden niet langer worden nageleefd.

    4.Bijzondere verbintenissen inzake de veiligheidscontrole kunnen worden uitgewisseld tussen twee hoeveelheden kerntechnisch materiaal, met inachtneming van gelijkwaardigheidscriteria die van toepassing zijn op de desbetreffende NCA(’s) en specifieke voorwaarden die na ontvangst van het verzoek aan de exploitant zijn meegedeeld.

    Een met redenen omkleed en gemotiveerd verzoek om een uitwisseling van verbintenissen wordt op elektronische wijze, met gebruik van het formulier van bijlage XVI, aan de Commissie verzonden. De betrokken exploitant wordt ervan op de hoogte gesteld of aan de voorwaarden voor de uitwisseling van de verbintenissen is voldaan.

    Artikel 21
    Gewichtseenheden en categorieën kerntechnisch materiaal

    1.In de in deze verordening bedoelde kennisgevingen worden de hoeveelheden kerntechnisch materiaal uitgedrukt in gram.

    De desbetreffende materiaalboekhouding wordt bijgehouden in gram of in kleinere eenheden. De materiaalboekhouding moet op betrouwbare wijze worden bijgehouden en in het bijzonder aan de geldende gebruiken in de lidstaten beantwoorden.

    In de kennisgevingen mogen de hoeveelheden naar beneden worden afgerond wanneer de eerste decimaal 0 tot en met 4 bedraagt, en naar boven worden afgerond wanneer deze decimaal 5 tot en met 9 bedraagt.

    2.Tenzij in de in artikel 8 bedoelde bijzondere controlebepalingen anders wordt bepaald, bevatten de kennisgevingen het volgende:

    (a)het totale gewicht van de aanwezige elementen uranium, thorium, plutonium en, bij verrijkt uranium, het totale gewicht van de splijtbare isotopen;

    (b)afzonderlijke materiaalbalansrapporten en afzonderlijke boekingen in de rapporten over de inventariswijzigingen en in de feitelijke inventarislijsten voor de volgende categorieën kerntechnisch materiaal:

    i) verarmd uranium;

    ii) natuurlijk uranium;

    iii) uranium met een verrijking van minder dan 20 %;

    iv) uranium met een verrijking van 20 % of meer;

    v) plutonium;

    vi) thorium.

    Artikel 22
    Afwijkingen

    1.Een exploitant kan toestemming krijgen om af te wijken van de regels inzake de periodiciteit van de in de artikel 14 bedoelde rapporten, teneinde rekening te houden met eventuele bijzondere omstandigheden waarin aan de veiligheidscontrole onderworpen materiaal wordt gebruikt of geproduceerd.

    Een verzoek om afwijking wordt op elektronische wijze bij de Commissie ingediend door de betrokken exploitant, met gebruik van het model van bijlage IX.

    De afwijking mag slechts gelden voor een volledig materiaalbalansgebied waarin het kerntechnische materiaal niet samen met ander kerntechnisch materiaal waarvoor geen afwijking wordt toegestaan, wordt verwerkt of opgeslagen.

    2.Een afwijking kan gelden voor een materiaalbalansgebied waarin zich het volgende materiaal bevindt:

    (a)hoeveelheden kerntechnisch materiaal in overeenstemming met de in bijlage I-N vermelde hoeveelheden, die gedurende lange perioden in dezelfde staat worden bewaard;

    (b)verarmd plutonium, natuurlijk uranium of thorium dat alleen voor niet-nucleaire activiteiten wordt gebruikt;

    (c)bijzondere splijtstoffen die in hoeveelheden van ten hoogste één gram worden gebruikt als detectoren in apparaten;

    (d)plutonium met een isotopenconcentratie van meer dan 80 % plutonium-238.

    3.De betrokken exploitant wordt geïnformeerd of aan de bovenstaande voorwaarden voor afwijking is voldaan. Indien aan deze voorwaarden is voldaan, wordt uiterlijk op 31 januari van elk jaar een jaarlijks rapport over de inventariswijzigingen op elektronische wijze aan de Commissie verzonden, mits zich in de periode geen inventariswijzigingen hebben voorgedaan, met gebruik van het model van bijlage III. In dit rapport wordt de situatie op 31 december van het voorgaande kalenderjaar beschreven. Op hetzelfde moment worden een materiaalbalansrapport en een feitelijke inventarislijst, met alle afzonderlijke partijen, op elektronische wijze ingediend, met gebruik van de modellen van de bijlagen IV en V.

    4.Wanneer zich in de loop van het jaar in een materiaalbalansgebied waarvoor een afwijking geldt een inventariswijziging heeft voorgedaan, verstuurt de betrokken exploitant zo snel mogelijk en ten laatste binnen 15 dagen na het einde van de maand waarin de inventariswijziging zich heeft voorgedaan, op elektronische wijze een rapport over de inventariswijzigingen aan de Commissie, met gebruik van het model van bijlage III.

    5.Indien niet langer aan de voorwaarden voor de afwijking wordt voldaan, is de afwijking niet langer van toepassing.

    HOOFDSTUK IV 

    OVERDRACHTEN TUSSEN LANDEN

    Artikel 23
    Uitvoer en verzending

    1.Exploitanten stellen de Commissie vooraf in kennis wanneer grondstoffen of bijzondere splijtstoffen:

    (a)naar een derde land worden uitgevoerd;

    (b)van een lidstaat die niet over kernwapens beschikt, worden verzonden naar een lidstaat die over kernwapens beschikt;

    (c)van een lidstaat die over kernwapens beschikt, worden verzonden naar een lidstaat die niet over kernwapens beschikt.

    2.De voorafgaande kennisgeving is alleen vereist:

    (a)wanneer de verzending meer dan één kilogram effectief inhoudt;

    of

    (b)indien een installatie naar eenzelfde land een totale hoeveelheid materiaal verzendt die over een willekeurige periode van twaalf achtereenvolgende maanden meer dan één kilogram effectief bedraagt of kan bedragen, hoewel geen van de afzonderlijke verzendingen meer dan één kilogram effectief inhoudt.

    3.De kennisgeving geschiedt na de sluiting van het contract betreffende de overdracht, aan de hand van het formulier van bijlage VI, en moet ten minste acht werkdagen voordat het materiaal voor verzending wordt ingepakt, in het bezit van de Commissie zijn.

    4.Indien een voorafgaande toestemming van een derde land voor de overdracht vereist is, vindt de verzending niet plaats voordat de Commissie heeft bevestigd dat een dergelijke voorafgaande toestemming is gegeven.

    5.Op gemotiveerd verzoek van de exploitant kunnen speciale regelingen met betrekking tot de vorm en de overdracht van de kennisgeving overeen worden gekomen.

    6.De leden 1 tot en met 4 zijn niet van toepassing op de uitvoer en verzending van kerntechnisch materiaal vervat in afvalstoffen of ertsen.



    Artikel 24
    Invoer en ontvangst

    1.Exploitanten stellen de Commissie vooraf in kennis wanneer grondstoffen of bijzondere splijtstoffen:

    (a)uit een derde land worden ingevoerd;

    (b)in een lidstaat die niet over kernwapens beschikt, worden ontvangen uit een lidstaat die over kernwapens beschikt;

    (c)in een lidstaat die over kernwapens beschikt, worden ontvangen uit een lidstaat die niet over kernwapens beschikt.

    2.De voorafgaande kennisgeving is alleen vereist:

    (a)wanneer de verzending meer dan één kilogram effectief inhoudt;

    of

    (b)wanneer een installatie uit eenzelfde land een totale hoeveelheid materiaal invoert of ontvangt die over een willekeurige periode van twaalf achtereenvolgende maanden meer dan één kilogram effectief bedraagt of kan bedragen, hoewel geen van de afzonderlijke verzendingen meer dan één kilogram effectief inhoudt.

    3.De kennisgeving geschiedt zo lang mogelijk vóór de verwachte datum van aankomst van het materiaal en uiterlijk op de datum van ontvangst, aan de hand van het formulier van bijlage VII, en moet ten minste vijf werkdagen voordat het materiaal worden uitgepakt, in het bezit van de Commissie zijn.

    4.Op gemotiveerd verzoek van de exploitant kunnen speciale regelingen met betrekking tot de vorm en de overdracht van de kennisgeving overeen worden gekomen.

    5.De leden 1 tot en met 4 zijn niet van toepassing op de invoer en ontvangst van kerntechnisch materiaal vervat in afvalstoffen of ertsen.

    Artikel 25
    Verlies of vertraging tijdens de overdracht

    De exploitanten die uit hoofde van de artikelen 23 en 24 een overdracht melden, dienen een bijzonder rapport in, als bedoeld in artikel 16, wanneer zij na bijzondere omstandigheden of een voorval, hebben vernomen dat kerntechnisch materiaal verloren is gegaan of lijkt te zijn gegaan, of wanneer zich tijdens de overdracht een belangrijke vertraging heeft voorgedaan. In dergelijke gevallen bevat het bijzondere rapport een beschrijving van het voorval of de omstandigheden en eventuele verdere getroffen maatregelen.

    De in artikel 8 bedoelde bijzondere controlebepalingen kunnen voor elke installatie nadere bepalingen bevatten met betrekking tot de informatie die moet worden verstrekt.

    Artikel 26
    Mededeling van wijziging van data

    Wijzigingen van de data voor het inpakken voor overdracht, de verzending of het uitpakken van kerntechnisch materiaal ten opzichte van de data die in de in de artikelen 23 en 24 voorgeschreven kennisgevingen zijn vermeld, moeten onverwijld worden meegedeeld, onder opgave van de nieuwe data indien bekend, tenzij deze wijzigingen tot een afzonderlijk bijzonder rapport aanleiding geven.



    HOOFDSTUK V 

    BIJZONDERE BEPALINGEN

    Artikel 27
    Ertsproducenten

    1.Personen of ondernemingen die op het grondgebied van een lidstaat ertsen winnen, delen de Commissie uiterlijk 120 dagen voorafgaand aan het begin van de ertswinning de fundamentele technische kenmerken van de installatie mee aan de hand van de vragenlijst in bijlage I-Q en doen overeenkomstig artikel 7 mededeling van het werkprogramma.

    2.In afwijking van de artikelen 9, 10 en 11, houden personen of ondernemingen die erts winnen boekhoudkundige overzichten bij, waarin met name de hoeveelheid gewonnen erts, het gemiddelde uranium- en thoriumgehalte en de voorraad gewonnen erts in de mijn worden vermeld. Deze overzichten bevatten ook nadere bijzonderheden over de verzendingen, met vermelding van de datum, de geadresseerde en de hoeveelheid.

    De bedoelde overzichten worden gedurende ten minste vijf jaar bewaard.

    3.Ertsproducenten op het grondgebied van staten die tot de Europese Unie toetreden, delen de Commissie hun fundamentele technische kenmerken binnen 30 dagen na de inwerkingtreding van deze verordening in die staat mee.

    Artikel 28
    Rapporten inzake verzending/uitvoer van erts

    In afwijking van de artikelen 12 tot en met 19 en artikel 21 stellen exploitanten die erts winnen de Commissie aan de hand van het formulier van bijlage VIII in kennis van:

    (a)de hoeveelheid materiaal die vanuit elke mijn is verzonden, uiterlijk op 31 januari van elk jaar voor het voorgaande kalenderjaar;

    en

    (b)de uitvoer van erts naar derde landen, uiterlijk op de datum van verzending.

    Artikel 29
    Vervoerders en tijdelijke bezitters

    Personen of ondernemingen die op het grondgebied van de lidstaten kerntechnisch materiaal vervoeren of dit materiaal tijdelijk tijdens een transport in bezit hebben, mogen dit slechts in ontvangst nemen of afleveren tegen afgifte van een naar behoren ondertekend en gedateerd ontvangstbewijs. Daarop worden de namen van degene die het materiaal afstaat en degene die het ontvangt, de vervoerde hoeveelheden, alsmede de categorie, de vorm en de samenstelling van het materiaal vermeld.

    Indien dit om redenen van fysieke bescherming noodzakelijk is, kan de gedetailleerde lijst van het overgebrachte materiaal worden vervangen door een passende omschrijving van de verzending. Deze omschrijving moet terug te voeren zijn in documenten van de exploitanten die het materiaal verzenden en ontvangen.

    Deze documenten worden gedurende ten minste vijf jaar door de overeenkomstsluitende partijen bewaard.

    Artikel 30
    Vervangende documenten voor vervoerders en tijdelijke bezitters

    De in artikel 29 bedoelde documenten kunnen worden vervangen door documenten die de betrokken personen of ondernemingen bijhouden overeenkomstig de bestaande regelgeving die op hen van toepassing is op het grondgebied van de lidstaat waar zij werkzaam zijn, mits deze documenten alle overeenkomstig dat artikel vereiste gegevens bevatten.

    Artikel 31
    Tussenpersonen

    Tussenpersonen bij de sluiting van een overeenkomst voor de levering van kerntechnisch materiaal, zoals gevolmachtigden, makelaars of commissionairs, bewaren alle documenten betreffende de door hen of namens hen afgewikkelde transacties gedurende ten minste vijf jaar na het verstrijken van de overeenkomst. In deze documenten moeten de naam van de overeenkomstsluitende partijen, de datum van de overeenkomst, alsmede de hoeveelheid, de categorie, de vorm, de samenstelling, de herkomst en de bestemming van het materiaal zijn vermeld.

    Artikel 32
    Doorgeven van informatie en gegevens

    De Commissie kan de uit hoofde van deze verordening verkregen informatie en gegevens doorgeven aan het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie.

    Artikel 33
    Initiële voorraadlijst en boekhoudkundige overzichten van afvalstoffen

    1.Exploitanten op het grondgebied van staten die toetreden tot de Europese Unie die kerntechnisch materiaal in geconditioneerde afvalstoffen bezitten ten aanzien waarvan de IAEA-veiligheidscontrole is beëindigd, zenden de Commissie uiterlijk 30 dagen na de inwerkingtreding van deze verordening in die staat een initiële voorraadlijst van al het kerntechnisch materiaal per categorie toe.

    2.Exploitanten die kerntechnische materialen behandelen of opslaan die voordien als bewaarde afvalstoffen of geconditioneerde afvalstoffen zijn aangegeven, houden daarvan boekhoudkundige overzichten bij.

    In afwijking van de artikelen 9 tot en met 13, artikel 15 en artikel 19, lid 1, wat materialen betreft die voordien als bewaarde afvalstoffen zijn aangegeven, en van de artikelen 9 tot en met 15 en artikel 19, lid 1, wat materialen betreft die voordien als geconditioneerde afvalstoffen zijn aangegeven, bevatten deze overzichten de volgende gegevens:

    (a)de bedrijfsgegevens die worden gebruikt om wijzigingen in de hoeveelheid en samenstelling van het kerntechnische materiaal vast te stellen;

    (b)een voorraadlijst die jaarlijks na de opstelling van de feitelijke inventaris moet worden bijgewerkt;

    (c)een beschrijving van de procedure voor de voorbereiding en opstelling van de feitelijke inventaris en van de maatregelen om ervoor te zorgen dat de inventaris nauwkeurig en volledig is;

    (d)een beschrijving van de maatregelen om de oorzaak en de omvang vast te stellen van elk ongewenst verlies dat zich zou kunnen hebben voorgedaan;

    (e)alle voorraadwijzigingen, zodat de formele inventaris op verzoek kan worden vastgesteld.

    Specifieke rapportagevereisten voor de verwerking van afvalstoffen kunnen worden bepaald in de in artikel 8 bedoelde bijzondere controlebepalingen.

    Artikel 34
    Verwerking van afvalstoffen

    Exploitanten stellen de Commissie vooraf in kennis van elke verwerkingscampagne van materiaal dat voordien als bewaarde afvalstoffen of geconditioneerde afvalstoffen was aangegeven, met uitzondering van het opnieuw verpakken en de verdere conditionering waarbij geen elementen worden gescheiden.

    In deze voorafgaande kennisgeving, aan de hand van het formulier van bijlage XII, wordt informatie over de hoeveelheid materiaal (plutonium, hoogverrijkt uranium en uranium-233) per partij, de vorm (gas, hoogactieve vloeistof enz.), de verwachte duur van de campagne en de plaats waar het materiaal zich vóór en na de campagne bevindt, vermeld. Deze kennisgeving moet de Commissie uiterlijk 200 dagen vóór het begin van de campagne in elektronische vorm worden meegedeeld.

    Artikel 35
    Overdrachten van geconditioneerde afvalstoffen

    Exploitanten dienen uiterlijk op 31 januari van elk jaar in elektronische vorm een jaarlijks rapport in over:

    (a)de verzending of uitvoer van geconditioneerde afvalstoffen naar een installatie binnen of buiten het grondgebied van de lidstaten, aan de hand van het formulier van bijlage XIII;

    (b)de ontvangst of invoer van geconditioneerde afvalstoffen van een installatie binnen of buiten het grondgebied van de lidstaten, aan de hand van het formulier van bijlage XIV;

    (c)de verplaatsing van geconditioneerde afvalstoffen die plutonium, hoogverrijkt uranium of uranium-233 bevatten, aan de hand van het formulier van bijlage XV.

    Artikel 36
    Beëindiging van de veiligheidscontrole

    1.De veiligheidscontrole op grond van deze verordening kan in de volgende omstandigheden worden beëindigd ten aanzien van:

    (a)gemeten of op grond van metingen geraamde hoeveelheden kerntechnisch materiaal die op grond van een geplande lozing onherroepelijk in het milieu zijn uitgestoten. Met het oog hierop wordt de uitstoot in het milieu gemeld in het rapport over de inventariswijzigingen als bedoeld in artikel 14;

    (b)kerntechnisch materiaal dat om praktische of economische redenen niet terugwinbaar wordt geacht en dat is opgenomen in eindproducten die voor niet-nucleaire doeleinden worden gebruikt, zoals legeringen of keramiek. Met het oog hierop wordt de beëindiging van het gebruik vermeld in het rapport over de inventariswijzigingen als bedoeld in artikel 14;

    (c)    kerntechnisch materiaal dat om praktische of economische redenen niet terugwinbaar wordt geacht en dat in zeer lage concentraties, gemeten of op grond van metingen geschat, is opgenomen in afvalstoffen, zelfs indien dit materiaal niet wordt geborgen. Met het oog hierop wordt de beëindiging van de veiligheidscontrole gemeld in het rapport over de inventariswijzigingen als bedoeld in artikel 14.

    2.Voor de beëindiging van de veiligheidscontrole zoals voorzien in de punten b) en c) wordt een met redenen omkleed en gerechtvaardigd verzoek aan de Commissie gestuurd. De betrokken exploitant wordt ervan op de hoogte gesteld of aan de voorwaarden voor de beëindiging van de veiligheidscontrole is voldaan.

    Artikel 37
    Overdrachten en inventarissen van andere artikelen dan kerntechnisch materiaal

    1.De in artikel 1 bedoelde personen of ondernemingen stellen de Commissie vooraf in kennis en verstrekken zo snel mogelijk een bevestiging aan de Commissie van overdrachten van andere artikelen dan kerntechnisch materiaal, indien dergelijke artikelen onder een NCA vallen, met gebruik van het desbetreffende formulier van bijlage XVII of een vergelijkbaar aanvaard formulier.

    2.Indien een voorafgaande toestemming van het derde land voor de overdracht vereist is, vindt de verzending niet plaats voordat de Commissie heeft bevestigd dat een dergelijke voorafgaande toestemming is gegeven.

    3.Personen of ondernemingen die andere artikelen dan kerntechnisch materiaal bezitten die onder een NCA vallen, voorzien de Commissie uiterlijk 31 januari van het volgende jaar van een jaarlijks rapport in elektronische vorm, waarin de inventaris op 31 december wordt weergegeven.

    Artikel 38
    Nationale LOF

    1.Een nationale LOF, die bestaat uit verschillende afzonderlijke bezitters van kleine hoeveelheden kerntechnisch materiaal (kleine bezitters) in die lidstaat, kan op verzoek van de verantwoordelijke autoriteit van een lidstaat aan de Commissie worden ingesteld.

    2.De verantwoordelijke autoriteit houdt toezicht op de nationale LOF en waarborgt dat de artikelen 3 tot en met 7, 12 tot en met 19, 21 en 23 tot en met 26 worden uitgevoerd.

    3.De gecombineerde inventaris van grondstoffen en bijzondere splijtstoffen in een nationale LOF mag niet groter zijn dan één kilogram effectief.

    4.De aangifte van de fundamentele technische kenmerken van de nationale LOF wordt door de verantwoordelijke autoriteit bij de Commissie ingediend, met gebruik van de vragenlijst van bijlage I-M. Eventuele bijwerkingen worden uiterlijk bij het versturen van de feitelijke inventarislijst als bedoeld in artikel 15 ingediend.

    5.In de aangifte van de fundamentele technische kenmerken wordt beschreven hoe de verantwoordelijkheden worden gedeeld tussen de verantwoordelijke autoriteiten en de afzonderlijke kleine bezitters met het oog op de uitvoering van de artikelen 9 tot en met 11.

    6.De verantwoordelijke autoriteit neemt met het oog op de uitvoering van de artikelen 9, 14 en 15 passende maatregelen om ervoor te zorgen dat:

    (a)de feitelijke inventaris door alle afzonderlijke kleine bezitters van de nationale LOF op dezelfde datum wordt opgesteld;

    (b)de feitelijke inventaris van elke afzonderlijke kleine bezitter kan worden gevonden in de feitelijke inventarislijst die aan de Commissie wordt gestuurd;

    (c)de boekhoudkundige rapporten worden gestaafd met passende werkstaten;

    (d)deze verordening op doeltreffende wijze wordt uitgevoerd binnen de reikwijdte van de nationale LOF.



    Artikel 39
    Internationale verbintenissen

    1.Deze verordening, en met name artikel 6, lid 1, artikel 34 en artikel 35, punt c), wordt toegepast in overeenstemming met de verbintenissen van de Gemeenschap en de lidstaten die niet over kernwapens beschikken, krachtens Aanvullend Protocol 1999/188/Euratom.

    2.Deze verordening, en met name de artikelen 19, 20, 23, 24 en 37, wordt toegepast in overeenstemming met de geldende NCA’s tussen de Gemeenschap en derde landen en op zodanige wijze dat de Commissie de verbintenissen van de Gemeenschap uit hoofde van dergelijke overeenkomsten kan nakomen.

    3.Deze verordening, en met name de artikelen 9 tot en met 18, 22 tot en met 26 en 36, wordt toegepast in overeenstemming met de verbintenissen van de Gemeenschap en haar lidstaten uit hoofde van veiligheidscontrole-overeenkomsten met het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie.

    HOOFDSTUK VI 

    BIJZONDERE BEPALINGEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP HET GRONDGEBIED VAN DE LIDSTAAT DIE OVER KERNWAPENS BESCHIKT

    Artikel 40
    Bijzondere bepalingen voor de lidstaat die over kernwapens beschikt

    1.Deze verordening is niet van toepassing:

    (a)op installaties of delen van installaties die voor defensiedoeleinden bestemd zijn en zich bevinden op het grondgebied van de lidstaat die over kernwapens beschikt;

    of

    (b)op kerntechnisch materiaal dat door een lidstaat die over kernwapens beschikt voor defensiedoeleinden bestemd is.

    2.Wat betreft kerntechnisch materiaal, installaties of delen van installaties die voor defensiedoeleinden zouden kunnen worden bestemd en die zich bevinden op het grondgebied van een lidstaat die over kernwapens beschikt, worden de werkingssfeer van deze verordening en de daaruit voortvloeiende procedures gedefinieerd in een overeenkomst tussen de Commissie en de betrokken lidstaat die over kernwapens beschikt, met inachtneming van artikel 84, tweede alinea, van het Verdrag. Dergelijke procedures doen geen afbreuk aan de mogelijkheid van de inspecteurs van de Commissie om een veiligheidscontrole toe te passen en de naleving van artikel 77 van het Verdrag te waarborgen. Dergelijke procedures omvatten bepalingen voor installaties of delen van installaties in ontmanteling. In afwijking hiervan kan per geval worden overeengekomen dat bijzondere rapporten aan de inspecteurs van de Commissie worden voorgelegd in plaats van de in artikel 10, punt a), bedoelde vervoersdocumenten.



    3.Niettegenstaande de leden 1 en 2:

    (a)zijn artikel 3, lid 1, en de artikelen 4 en 8 van toepassing op installaties of delen van installaties die op bepaalde momenten uitsluitend werken met kerntechnisch materiaal dat voor defensiedoeleinden zou kunnen worden bestemd, maar op andere momenten uitsluitend met civiel kerntechnisch materiaal werken;

    (b)zijn artikel 3, lid 1, en de artikelen 4 en 8, onder voorbehoud van redenen van nationale veiligheid, van toepassing op installaties of delen van installaties waartoe de toegang om dergelijke redenen kan worden beperkt, maar die gelijktijdig zowel civiel kerntechnisch materiaal als kerntechnisch materiaal dat voor defensiedoeleinden bestemd is of bestemd zou kunnen worden, produceren, behandelen, scheiden, opwerken of op andere wijze gebruiken;

    (c)zijn de artikelen 2 en 7, de artikelen 9 tot en met 37, de leden 1 en 2 van het onderhavige artikel, en de artikelen 41, 42 en 43 van toepassing op al het civiele kerntechnische materiaal dat zich bevindt in de in de punten a) en b) van dit lid bedoelde installaties of delen van installaties;

    (d)zijn artikel 6, lid 1, artikel 34 en artikel 35, punt c), niet van toepassing op het grondgebied van de lidstaat die over kernwapens beschikt.

    HOOFDSTUK VII 

    SLOTBEPALINGEN

    Artikel 41
    Vertrouwelijk karakter van de gegevens

    1.Op de door de Commissie uit hoofde van de onderhavige verordening verkregen of behandelde informatie zijn de veiligheidsvoorschriften van Besluit (EU, Euratom) 2015/443 van de Commissie en Besluit (EU, Euratom) 2015/444 van de Commissie van toepassing, zonder afbreuk te doen aan Verordening 3 ter toepassing van artikel 24 van het Verdrag.

    2.De beveiliging van de doorgifte van informatie is in overeenstemming met de regels van de Commissie en de eisen van de lidstaat voor het doorgeven van dergelijke informatie.

    Artikel 42
    Installaties onder zeggenschap van een persoon of onderneming buiten de Gemeenschap

    Indien een installatie onder de zeggenschap van een persoon of onderneming valt die buiten de Gemeenschap gevestigd is, moet de plaatselijke directie van de installatie aan de bij deze verordening opgelegde verplichtingen voldoen.

    Artikel 43
    Uitvoering en monitoring

    1.De Commissie neemt door middel van een aanbeveling richtsnoeren aan voor de toepassing van deze verordening, maakt deze bekend en werkt deze indien nodig bij in het licht van de opgedane ervaring, in nauw overleg met de lidstaten en aan de hand van de opmerkingen van de betrokken partijen.

    2.De Commissie verricht binnen tien jaar na de inwerkingtreding van deze verordening een evaluatie van de toepassing ervan en brengt verslag uit aan de Raad over de belangrijkste bevindingen.

    Artikel 44
    Intrekking

    Verordening (Euratom) nr. 302/2005 wordt ingetrokken.

    Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening.

    Artikel 45
    Overgangsperiode

    De Commissie kan op een naar behoren gerechtvaardigd verzoek en na het voorleggen van een werkprogramma per geval een vrijstelling toestaan van het verplichte gebruik van het model van bijlage X voor de lijst van inventarisartikelen. Zij wordt toegestaan voor een periode van ten hoogste twee jaar.

    Artikel 46
    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de xxxe dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel,

    Voor de Commissie

    Lid van de Commissie

    BIJLAGE I

    VRAGENLIJST VOOR DE MEDEDELING VAN DE FUNDAMENTELE TECHNISCHE KENMERKEN VAN DE INSTALLATIES

    Opmerking:

    1.Op vragen die ten aanzien van de specifieke situatie van de installatie niet ter zake doen, mag “niet van toepassing” worden geantwoord. In een dergelijk geval moet kort worden toegelicht waarom de vraag niet van toepassing wordt geacht.

    2.Bij bijwerkingen van de aangifte moeten de ingevoerde wijzigingen worden gemarkeerd. In het geval van bijwerkingen moet de volledige mededeling van de fundamentele technische kenmerken met een nieuw versienummer worden verzonden.

    3.De Commissie stelt elektronische modellen ter beschikking.

    4.De aangifte moet naar behoren vervolledigd en (indien mogelijk, digitaal) ondertekend in elektronische vorm worden verzonden aan de Europese Commissie, Euratom-veiligheidscontrole.

    BIJLAGE I-A. ONDERZOEKS- EN ENERGIEREACTOREN

    Administratieve gegevens:

    (a)datum (de datum waarop de mededeling van de fundamentele technische kenmerken is voltooid);

    (b)versie (uniek nummer als referentie);

    (c)verantwoordelijk functionaris (naam en contactgegevens).

    IDENTIFICATIE VAN DE INSTALLATIE

    1.Naam van de installatie (vermeld de gebruikelijke afkorting, indien van toepassing).

    -    Vermeld de MBA-code(s) (zodra toegekend).

    2.Locatie, post- en e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    3.Eigenaar (wettelijk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon) met contactgegevens.

    4.Exploitant (wettelijk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon) met contactgegevens.

    5.Beschrijving (alleen belangrijkste kenmerken).

    6.Doel en type van de installatie.

    7.Huidige status (bv. in ontwerp, in aanbouw, in bedrijf, buiten gebruik gesteld en/of in ontmanteling).

    8.Informatie voorafgaande aan het bedrijf.

    Geplande data voor het ontwerp en de bouw, geraamde data van de inbedrijfstelling en het begin van het bedrijf. Gevraagde en/of goedgekeurde vergunningsdata (bv. principebesluit, bouw en verwachte data voor het verzoek om de vergunning voor het bedrijf). Informatie over de verwachte datum van ontvangsten van kerntechnisch materiaal. Schetsen van het ontwerp van de installatie, die zo snel mogelijk moeten worden meegedeeld zodra deze beschikbaar zijn.

    Informatie voorafgaande aan het bedrijf houdt verband met het proces van “veiligheidscontrole-by-design” en is essentieel om de integratie van infrastructuur van apparatuur voor de veiligheidscontrole in het ontwerp en de daaropvolgende bouw van de installatie mogelijk te maken.

    9.Gewoonlijke wijze van exploitatie (toegepast ploegensysteem, benaderende tijdstippen van de bedrijfsperioden per jaar enz.).

    10.Situatieschets (kaart van de installatie, de reactor(en) en opslagzones, de begrenzingen, de gebouwen, wegen, rivieren, spoorwegen enz.).

    11.Indeling van de installatie:

    (a)aanmerking van de belangrijkste gebieden (structurele insluiting, omheiningen en toegangswegen);

    (b)zone voor de opslag van inkomend materiaal;

    (c)zones met reactor(en);

    (d)zone voor proeven en experimenten, laboratoria;

    (e)zone voor de opslag van uitgaand materiaal;

    (f)zone voor de opslag van afvalstoffen.

    12.De voor de veiligheidscontrole verantwoordelijke persoon, ook voor de boekhouding van kerntechnisch materiaal, met e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    Algemene gegevens over de reactor

    13.Beschrijving van de installatie (met vermelding van de belangrijkste apparatuur).

    14.Nominaal thermisch en elektriciteitsrendement (indien van toepassing).

    15.Aantal eenheden.

    16.Reactortype.

    17.Soort herlading (cycluslengte, gedurende bedrijf of tijdens stillegging, percentage herlading).

    18.Verrijkingsinterval van de kern en plutoniumconcentratie (in evenwichtstoestand voor reactoren met continue herlading, oorspronkelijk en definitief voor reactoren zonder continue herlading).

    19.Moderator.

    20.Koelmiddel.

    21.Mantel, reflector.

    ALGEMENE INRICHTING VAN DE INSTALLATIE, MET INBEGRIP VAN MATERIAALGEBRUIK EN -BEHANDELING

    Beschrijving van het kerntechnische materiaal

    22.Typen onbestraalde splijtstof.

    23.Verrijking van onbestraalde splijtstof (U-235) en/of plutoniumgehalte (gemiddelde verrijking voor elk type pakket).

    24.Nominaal gewicht van de splijtstof in elementen/pakketten, met ontwerp-toleranties.

    25.Fysische en chemische vorm van de onbestraalde splijtstof.

    26.Gedetailleerde beschrijving van de pakketten van de reactor:

    (a)type splijtstofpakketten;

    (b)aantal splijtstofpakketten, regel- en trimstaven, experimentele pakketten in de kern, in de mantelzone(s);

    (c)aantal en typen splijtstofstaven/-elementen;

    (d)gemiddelde verrijking en/of gemiddeld plutoniumgehalte per pakket;

    (e)algemene structuur;

    (f)geometrische vorm;

    (g)afmetingen;

    (h)omhullingsmateriaal.

    27.Gedetailleerde beschrijving van elk type onbestraalde splijtstof:

    (a)fysische en chemische vorm van de splijtstof;

    (b)kerntechnisch materiaal en splijtstoffen en hoeveelheid ervan;

    (c)verrijking en/of plutoniumgehalte;

    (d)geometrische vorm;

    (e)afmetingen;

    (f)aantal splijtstofstaafjes/tabletten per element;

    (g)samenstelling van legering;

    (h)omhullingsmateriaal (dikte, samenstelling van materiaal, binding).

    28.Maatregelen voor de vervanging van de staven voor elk type splijtstofpakket. Geef aan of dit een routinehandeling moet worden.

    29.Operationele boekhoudkundige basiseenheden (splijtstofelementen/-pakketten enz.).

    30.Overige typen boekhoudkundige eenheden.

    31.Middelen voor de identificatie van kerntechnisch materiaal en/of splijtstof.

    32.Overig kerntechnisch materiaal en dummy’s (bv. afscherming, splijtingsvat, bronnen enz.).

    Circulatie van kerntechnisch materiaal

    33.Schematisch stroomdiagram voor kerntechnisch materiaal (waarop de meetpunten, verantwoordelijkheidsgebieden en inventarisplaatsen worden aangemerkt).

    34.Inventaris met kwantiteitsbereik, met inbegrip van de uraniumverrijking en het plutoniumgehalte, het aantal artikelen op hoofdmeetpunten (onder gewone bedrijfsomstandigheden):

    (a)in de opslag voor onbestraalde splijtstof;

    (b)in de reactorkern;

    (c)in de opslag voor verbruikte splijtstof:

    (d)op overige plaatsen.

    35.Belastingsfactor.

    36.Lading van de reactorkern (aantal elementen en pakketten).

    37.Herladingsvereisten.

    38.Gemiddelde en maximale versplijting.

    39.Vermeld de manier waarop pakketten bestraalde splijtstof moeten worden behandeld (of zij droog/nat moeten worden opgeslagen of moeten worden opgewerkt).

    Hantering van het kerntechnische materiaal

    40.Algemene inrichting voor onbestraalde splijtstof:

    (a)indeling, plattegrond van de opslag en verpakking;

    (b)capaciteit van de opslag;

    (c)ruimte voor het prepareren en/of beproeven van splijtstof en laadzone van de reactor, beschrijving en indicatie van de indeling en algemene inrichting.

    41.Apparatuur voor de overdracht van splijtstof (met inbegrip van de machine voor het laden).

    42.Gevolgde routes voor onbestraalde en bestraalde splijtstof, mantel en overig kerntechnisch materiaal.

    43.Reactorvat (met de plaats van de kern, de toegang tot het vat, de openingen in het vat en het hanteren van de splijtstof in het vat).

    44.Diagram van de reactorkern (met de algemene staat, het rooster, de vorm, de steek, de afmetingen van de kern, de reflector, de mantel, de plaats, de vorm en de afmetingen van de splijtstofelementen/-pakketten, controle-elementen/-pakketten, experimentele elementen/pakketten).

    45.Aantal en afmetingen van de kanalen voor de splijtstofelementen of -pakketten en van de controle-elementen in de kern.

    46.De gemiddelde neutronenflux in de kern (thermisch/snel).

    47.Instrumentatie voor het meten van de neutronen- en gammaflux.

    48.Algemene inrichting voor bestraalde splijtstof:

    (a)indeling, opslag voor verbruikte splijtstof;

    (b)opslagmethode;

    (c)geplande opslagcapaciteit;

    (d)minimale en normale koelingsperiode voorafgaande aan verzending;

    (e)beschrijving van de vervoersapparatuur en de transportcontainer voor bestraalde splijtstof.

    49.Maximale activiteit van splijtstof/mantel na herladen (op het oppervlak en op een afstand van 1 meter).

    50.Gebruikte methoden en apparatuur voor het hanteren van bestraalde splijtstof (verwijdering van de staaf, bovenkant van de tuit)

    51.Zone voor de beproeving van kerntechnisch materiaal (in voorkomend geval):

    (a)korte beschrijving van de uitgevoerde werkzaamheden;

    (b)beschrijving van de voornaamste uitrusting (bv. hete cel, apparatuur voor het mechanisch verwijderen van de omhulling en het chemisch oplossen van splijtstofelementen);

    (c)beschrijving van de transport- en opslagcontainers voor kerntechnisch materiaal en de verpakking van afvalstoffen en procesafval (bv. om te bepalen of verzegeling mogelijk is);

    (d)beschrijving van de zone voor de opslag van bestraald en niet-bestraald kerntechnisch materiaal;

    (e)indeling en algemene inrichting.

    Gegevens over het koelmiddel

    52.Stroomdiagram (met vermelding van het debiet, de temperatuur en de druk op de voornaamste punten enz.).

    Beschermings- en veiligheidsmaatregelen

    53.Basismaatregelen voor de fysieke bescherming van kerntechnisch materiaal.

    54.Specifieke gezondheids- en veiligheidsregels voor de naleving door inspecteurs.

    BOEKHOUDING EN CONTROLE VAN HET KERNTECHNISCHE MATERIAAL (NMAC)

    55.Het NMAC-systeem wordt beschreven onder de volgende kopjes:

    (a)Algemeen

    Beschrijving van de grootboeken en de vorm hiervan (elektronische of papieren versie), de methode voor het registreren van de boekhoudkundige gegevens en het vaststellen van de materiaalbalans;

    (b)Belangrijkste inventariswijzigingen

    Beschrijving van de typische inventariswijzigingen, zoals ontvangsten, zendingen (met inbegrip van afvalstoffen), nucleair verlies en nucleaire productie, met inbegrip van een beschrijving van de manier waarop deze wijzigingen worden vastgesteld. De bijbehorende werkstaten en basisgegevens (bv. ontvangst- en verzendformulieren, de initiële registratie van metingen en evaluatiebladen voor de meting) moeten worden bepaald;

    (c)Feitelijke inventaris

    Beschrijving van procedures, geplande periodiciteit, inventarisatiemethoden van de exploitant (zowel voor het aantal artikelen als voor het gewicht van het kerntechnisch materiaal ervan), met inbegrip van relevante controlemethoden en de verwachte nauwkeurigheid, toegang tot kerntechnisch materiaal, mogelijke methoden voor de feitelijke verificatie van onbestraald en bestraald kerntechnisch materiaal;

    (d)Werkstaten en boekhoudkundige overzichten (met inbegrip van logboeken, algemene grootboeken, formulieren voor interne overboekingen, methode van aanpassing of correctie, controlemaatregelen en verantwoordelijkheid voor de overzichten)

    Beschrijving van de manier waarop deze overzichten worden bijgehouden, ook wanneer een aanpassing of correctie nodig is, plaats waar de overzichten kunnen worden geraadpleegd, periode dat deze worden bewaard en taal;

    (e)Bijzondere boekhoudkundige bepalingen

    Beschrijving van bijzondere bepalingen, bijvoorbeeld voor het aanwijzen van partij-ID’s en methoden voor het voorkomen, opsporen en tijdig verhelpen van onregelmatigheden in de boekhouding.

    56.Bepalingen in verband met bestaande of voorziene insluitings- en toezichtsmaatregelen (algemene beschrijving met verwijzing naar de plattegrond en de indeling van de installatie, die het mogelijk maakt om afdichtingen, camera’s, lasers, gegevensdoorgifte op afstand enz. te installeren).

    57.Verstrek voor elk meetpunt van het materiaalbalansgebied de volgende informatie, indien van toepassing:

    (a)plaats, type, identificatie;

    (b)verwachte typen inventariswijzigingen;

    (c)mogelijkheid om dit meetpunt te gebruiken voor de feitelijke inventarisatie;

    (d)fysische en chemische vorm van het kerntechnische materiaal;

    (e)recipiënten en verpakking van het kerntechnische materiaal;

    (f)procedures voor steekproeven en gebruikte apparatuur;

    (g)meetmethoden en gebruikte apparatuur voor het tellen van artikelen, de neutronenflux, het vermogensniveau, de nucleaire versplijting en productie enz.;

    (h)bron en mate van nauwkeurigheid;

    (i)techniek en periodiciteit van de ijking en gebruikte apparatuur;

    (j)programma voor de continue evaluatie van de nauwkeurigheid van de gebruikte methoden en technieken;

    (k)methode voor de omzetting van basisgegevens naar partijgegevens (rekenkundige procedures, gebruikte constante enz.);

    (l)verwachte partijdebiet per jaar;

    (m)verwacht aantal inventarispartijen;

    (n)verwacht aantal artikelen per stroom;

    (o)type, samenstelling en geraamde kwantiteit van kerntechnisch materiaal per partij (gemiddeld), vorm van het kerntechnische materiaal en typische isotopensamenstelling;

    (p)toegang tot kerntechnisch materiaal en de plaats hiervan.

    INFORMATIE NA HET BEDRIJF

    58.Data van het ontmantelingsschema (data voor het einde van het bedrijf en de ontmanteling).

    59.Ontmantelingsplan, dat het volgende omvat:

    (a)belangrijke momenten in het ontmantelingsplan;

    (b)verwijdering en terugwinning van kerntechnisch materiaal. Verstrek een plan met schattingen van de manier waarop, waar en wanneer kerntechnisch materiaal zal worden teruggewonnen en/of verwijderd (bv. los materiaal dat in artikelen is geconsolideerd, de verwijdering van artikelen, de terugwinning/verwijdering van materiaal uit ontsmettingsactiviteiten en terugwinning/verwijdering van kerntechnisch materiaal in afvalstoffen) en hoe dit zal worden geboekt;

    (c)verwijdering of onbruikbaar maken van apparatuur die essentieel is voor de werking van de installatie, of voor het hanteren of opslaan van kerntechnisch materiaal.

    OVERIGE INFORMATIE DIE RELEVANT IS VOOR DE TOEPASSING VAN DE VEILIGHEIDSCONTROLE

    60.Overige optionele informatie en tekeningen die de exploitant relevant acht voor de beveiliging van de installatie.

    BIJLAGE I-B. KRITISCHE EN ONDERKRITISCHE INSTALLATIES

    Administratieve gegevens:

    (a)datum (de datum waarop de mededeling van de fundamentele technische kenmerken is voltooid);

    (b)versie (uniek nummer als referentie);

    (c)verantwoordelijk functionaris (naam en contactgegevens).

    IDENTIFICATIE VAN DE INSTALLATIE    

    1.Naam van de installatie (vermeld de gebruikelijke afkorting, indien van toepassing).

    -    Vermeld de MBA-code(s) (zodra toegekend).

    2.Locatie, post- en e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    3.Eigenaar (wettelijk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon) met contactgegevens.

    4.Exploitant (wettelijk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon) met contactgegevens.

    5.Beschrijving (alleen belangrijkste kenmerken).

    6.Doel en type van de installatie.

    7.Huidige status (bv. in ontwerp, in aanbouw, in bedrijf, buiten gebruik gesteld en/of in ontmanteling).

    8.Informatie voorafgaande aan het bedrijf.

    Geplande data voor het ontwerp en de bouw, geschatte data van de inbedrijfstelling en het begin van het bedrijf. Gevraagde en/of goedgekeurde vergunningsdata (bv. principebesluit, bouw en verwachte data voor het verzoek om de vergunning voor het bedrijf). Informatie over de verwachte datum van ontvangsten van kerntechnisch materiaal. Schetsen van het ontwerp van de installatie, die zo snel mogelijk moeten worden meegedeeld zodra deze beschikbaar zijn.

    Informatie voorafgaande aan het bedrijf houdt verband met het proces van “veiligheidscontrole-by-design” en is essentieel om de integratie van infrastructuur van apparatuur voor de veiligheidscontrole in het ontwerp en de daaropvolgende bouw van de installatie mogelijk te maken.

    9.Gewoonlijke wijze van exploitatie (toegepast ploegensysteem, benaderende tijdstippen van de bedrijfsperioden per jaar enz.).

    10.Situatieschets (kaart van de installatie, de begrenzingen, de gebouwen, wegen, rivieren, spoorwegen enz.).

    11.Indeling van de installatie:

    (a)aanmerking van de belangrijkste gebieden (structurele insluiting, omheiningen en toegangswegen);

    (b)zone(s) voor de opslag van kerntechnisch materiaal;

    (c)zones voor de opslag van afvalstoffen;

    (d)gevolgde routes voor het vervoer van kerntechnisch materiaal;

    (e)zones voor proeven en experimenten, laboratoria;

    12.De voor de veiligheidscontrole verantwoordelijke persoon, ook voor de boekhouding van kerntechnisch materiaal, met e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    Algemene gegevens over de installatie

    13.Aantal kritische opstellingen in de installatie en de plaats hiervan.

    14.Verwacht maximumvermogen bij exploitatie en/of verwachte maximale neutronenflux.

    15.Beschrijving van de moderator, de reflector, de mantel en het koelmiddel.

    ALGEMENE INRICHTING VAN DE INSTALLATIE, MET INBEGRIP VAN MATERIAALGEBRUIK EN -BEHANDELING

    Beschrijving van het kerntechnische materiaal

    16.Belangrijkste typen kerntechnisch materiaal/splijtstof en nominaal gewicht van kerntechnisch materiaal in de installatie.

    17.Interval van splijtstofverrijking en plutoniumgehalte.

    18.Beschrijving, aan de hand van tekeningen of op een andere wijze, van het materiaal waaruit de splijtstof is samengesteld (voor elk type);

    (a)chemische samenstelling of voornaamste legeringen;

    (b)vorm en afmetingen;

    (c)aantal splijtstofstaafjes per element;

    (d)verrijking;

    (e)nominaal gewicht van het kerntechnische materiaal met ontwerptoleranties;

    (f)samenstelling van legering enz.

    19.Omhullingsmateriaal (dikte, samenstelling van materiaal en binding).

    20.Subpakketten van splijtstof (aantal splijtstofelementen per kerntechnisch pakket, inrichting van splijtstofelementen in subpakket, configuratie en nominaal gewicht van kerntechnisch materiaal per subpakket met ontwerptolerantie).

    21.Operationele boekhoudkundige basiseenheid (splijtstofelementen/-pakketten enz.).

    22.Overige typen eenheden.

    23.Middelen voor de identificatie van kerntechnisch materiaal/splijtstof.

    24.Overig kerntechnisch materiaal en dummy’s (korte opsomming van het materiaal, doel en gebruikswijze, bv. als booster rods, afscherming, splijtingsvat, bronnen).

    Circulatie van kerntechnisch materiaal

    25.Schematisch stroomdiagram voor kerntechnisch materiaal (waarop de meetpunten, verantwoordelijkheidsgebieden, inventarisplaatsen enz. worden vermeld, voor de doeleinden van de exploitant).

    26.Inventaris met kwantiteitsbereik, met inbegrip van uraniumverrijking en plutoniumgehalte, voor:

    (a)zone(s) voor de opslag van kerntechnisch materiaal;

    (b)kerngebied(en);

    (c)kern(en) van de opstelling zelf;

    (d)overige plaatsen.

    Plaats en hantering van het kerntechnische materiaal (voor elk verantwoordelijkheidsgebied)

    27.Diagram van de kern (voor elke kritische opstelling, met de algemene staat, steunconstructie van de kern, de afscherming en de afvoersystemen voor de warmte, kanalen voor de splijtstofelementen of subpakketten, controlestaven, moderator, reflector, stralingsbuis, afmetingen enz.).

    28.Bereik van kritische massa en maximale radius.

    29.Beschrijving van de meest voorkomende configuraties.

    30.Gemiddelde neutronenflux in de kern (thermisch/snel).

    31.Instrumentatie voor het meten van de neutronen- en gammaflux (nauwkeurigheid en type instrumenten; locatie van de indicator en het registrerend instrument).

    32.Stralingsniveau buiten/binnen de afscherming op gespecificeerde plekken.

    33.Maximale stralingsniveau van splijtstof na herladen (op het oppervlak en op een afstand van 1 meter).

    34.Zone voor de opslag van kerntechnisch materiaal:

    (a)beschrijving van de verpakking;

    (b)opslagplan en inrichting;

    (c)capaciteit van de opslag;

    (d)prepareren van het kerntechnische materiaal (beschrijving en identificatie van de plattegrond en algemene inrichting).

    35.Gevolgde routes voor het vervoer van kerntechnisch materiaal.

    36.Belangrijkste apparatuur gebruikt voor:

    (a)het samenstellen en ontmantelen van splijtstof;

    (b)het testen van kerntechnisch materiaal;

    (c)het meten van kerntechnisch materiaal.

    37.Apparatuur voor de overdracht van splijtstof, indien voorhanden.

    Beschermings- en veiligheidsmaatregelen

    38.Basismaatregelen voor de fysieke bescherming van kerntechnisch materiaal.

    39.Specifieke gezondheids- en veiligheidsregels voor de naleving door inspecteurs.

    BOEKHOUDING EN CONTROLE VAN HET KERNTECHNISCHE MATERIAAL (NMAC)

    40.Het NMAC-systeem wordt beschreven onder de volgende kopjes:

    (a)Algemeen

    Beschrijving van de grootboeken en de formaten hiervan (elektronische of papieren versie), de methode voor het registreren van de boekhoudkundige gegevens en het vaststellen van de materiaalbalans;

    (b)Belangrijkste inventariswijzigingen

    Beschrijving van de typische inventariswijzigingen, zoals ontvangsten en zendingen, met inbegrip van een beschrijving van de manier waarop deze wijzigingen worden vastgesteld. Bijbehorende werkstaten en basisgegevens (bv. ontvangst- en verzendformulieren, de initiële registratie van metingen en evaluatiebladen voor de meting) moeten worden bepaald;

    (c)Feitelijke inventaris

    Beschrijving van procedures, geplande periodiciteit, inventarisatiemethoden van de exploitant (zowel voor het aantal artikelen als voor het gewicht van het kerntechnisch materiaal ervan), met inbegrip van relevante controlemethoden en de verwachte nauwkeurigheid, toegang tot kerntechnisch materiaal, mogelijke methoden voor de feitelijke verificatie van onbestraald en bestraald kerntechnisch materiaal;

    (d)Werkstaten en boekhoudkundige overzichten (met inbegrip van logboeken, algemene grootboeken, formulieren voor interne overdrachten, methode van aanpassing of correctie, controlemaatregelen en verantwoordelijkheid voor de overzichten).

    Beschrijving van de manier waarop deze overzichten worden bijgehouden, ook wanneer een aanpassing of correctie nodig is, plaats waar de overzichten kunnen worden geraadpleegd, periode dat deze worden bewaard en taal;

    (e)Bijzondere boekhoudkundige bepalingen

    Beschrijving van bijzondere bepalingen, bijvoorbeeld voor het aanwijzen van partij-ID’s en methoden voor het voorkomen, opsporen en tijdig verhelpen van onregelmatigheden in de boekhouding.

    41.Periodiciteit van het ontmantelen van de kern om de verificatie van opgenomen kerntechnisch materiaal mogelijk te maken.

    42.Bepalingen in verband met bestaande of voorziene insluitings- en toezichtsmaatregelen (algemene beschrijving met verwijzing naar de plattegrond en de indeling van de installatie, die het mogelijk maakt om afdichtingen, camera’s, lasers, gegevensdoorgifte op afstand enz. te installeren).

    43.Verstrek voor elk meetpunt van het materiaalbalansgebied de volgende informatie, indien van toepassing:

    (a)beschrijving van plaats, type, identificatie;

    (b)verwachte typen inventariswijzigingen;

    (c)mogelijkheden om dit meetpunt te gebruiken voor de feitelijke inventarisatie;

    (d)fysische en chemische vorm van het kerntechnische materiaal (met een beschrijving van het omhullingsmateriaal);

    (e)recipiënten voor het kerntechnische materiaal, verpakking;

    (f)procedure voor steekproeven en gebruikte apparatuur;

    (g)meetmethode(n) en gebruikte apparatuur;

    (h)bron en aantal willekeurige en systematische fouten (metingen);

    (i)techniek en periodiciteit van de ijking en gebruikte apparatuur;

    (j)methoden voor het omzetten van basisgegevens in partijgegevens;

    (k)middelen voor de identificatie van partijen;

    (l)verwachte partijdebiet per jaar;

    (m)verwacht aantal inventarispartijen;

    (n)verwacht aantal artikelen per stroom;

    (o)type, samenstelling en kwantiteit van kerntechnisch materiaal per partij, totaal gewicht van kerntechnisch materiaal in een artikel, de isotopensamenstelling, indien passend, en de vorm van het kerntechnische materiaal.

    INFORMATIE NA HET BEDRIJF

    44.Data van het ontmantelingsschema (data voor het einde van het bedrijf en de ontmanteling).

    45.Ontmantelingsplan, dat het volgende omvat:

    (a)belangrijke momenten in het ontmantelingsplan;

    (b)verwijdering en terugwinning van kerntechnisch materiaal. Verstrek een plan met schattingen van de manier waarop, waar en wanneer kerntechnisch materiaal zal worden teruggewonnen en/of verwijderd (bv. los materiaal dat in artikelen is geconsolideerd, de verwijdering van artikelen, de terugwinning/verwijdering van materiaal uit ontsmettingsactiviteiten en terugwinning/verwijdering van kerntechnisch materiaal in afvalstoffen) en hoe dit zal worden geboekt;

    (c)verwijdering of onbruikbaar maken van apparatuur die essentieel is voor de werking van de installatie, of voor het hanteren of opslaan van kerntechnisch materiaal.

    OVERIGE INFORMATIE DIE RELEVANT IS VOOR DE TOEPASSING VAN DE VEILIGHEIDSCONTROLE

    46.Overige optionele informatie die de exploitant relevant acht voor de beveiliging van de installatie.



    BIJLAGE I-C. OMZETTINGS- EN SPLIJTSTOFVERVAARDIGINGSINSTALLATIES

    Administratieve gegevens:

    (a)datum (de datum waarop de mededeling van de fundamentele technische kenmerken is voltooid);

    (b)versie (uniek nummer als referentie);

    (c)verantwoordelijk functionaris (naam en contactgegevens).

    IDENTIFICATIE VAN DE INSTALLATIE

    1.Naam van de installatie (vermeld de gebruikelijke afkorting, indien van toepassing).

    -    Vermeld de MBA-code(s) (zodra toegekend).

    2.Locatie, post- en e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    3.Eigenaar (wettelijk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon) met contactgegevens.

    4.Exploitant (wettelijk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon) met contactgegevens.

    5.Beschrijving (alleen belangrijkste kenmerken).

    6.Doel en type van de installatie.

    7.Huidige status (bv. in ontwerp, in aanbouw, in bedrijf, buiten gebruik gesteld en/of in ontmanteling).

    8.Informatie voorafgaande aan het bedrijf.

    Geplande data voor het ontwerp en de bouw, geschatte data van de inbedrijfstelling en het begin van het bedrijf. Gevraagde en/of goedgekeurde vergunningsdata (bv. principebesluit, bouw en verwachte data voor het verzoek om de vergunning voor het bedrijf). Informatie over de verwachte datum van ontvangsten van kerntechnisch materiaal. Schetsen van het ontwerp van de installatie, die zo snel mogelijk moeten worden meegedeeld zodra deze beschikbaar zijn.

    Informatie voorafgaande aan het bedrijf houdt verband met het proces van “veiligheidscontrole-by-design” en is essentieel om de infrastructuur van apparatuur voor de veiligheidscontrole in een vroeg stadium van het bouwproject in het ontwerp van de installatie te kunnen opnemen.

    9.Wijze van exploitatie die van invloed is op de productie (toegepast ploegensysteem, benaderende tijdstippen van de bedrijfsperioden per jaar enz.).

    10.Situatieschets (kaart van de installatie, de begrenzingen, de gebouwen, wegen, rivieren, spoorwegen enz.).

    11.Indeling van de installatie:

    (a)structurele insluiting, omheiningen en toegangswegen;

    (b)insluiting van bepaalde gedeelten van de installatie;

    (c)gevolgde routes voor het vervoer van kerntechnisch materiaal;

    (d)zone voor de opslag van kerntechnisch materiaal;

    (e)elke hoofdzone voor de verwerking en het verwerkingslaboratorium;

    (f)zones voor proeven en experimenten;

    (g)zone voor de opslag van afvalstoffen;

    (h)analytisch laboratorium.

    12.De voor de veiligheidscontrole verantwoordelijke persoon, ook voor de boekhouding van kerntechnisch materiaal, met e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    Algemene procesparameters

    13.Beschrijving van de installatie (met vermelding van de belangrijkste apparatuur).

    14.Beschrijving van het proces (met vermelding van het type omzetting, de bereidingsmethode, de bemonsteringsmethoden enz. en de aanpassing van de fysische en chemische vorm).

    15.Ontwerpcapaciteit (in gewicht van belangrijkste producten per jaar).

    16.Verwachte omzet (in de vorm van een toekomstgericht programma, met vermelding van de aandelen van diverse toevoeren en producten).

    17.Overige belangrijke apparatuur waarvoor kerntechnisch materiaal wordt gebruikt of waarmee dit wordt geproduceerd of verwerkt (zoals test- en experimentele apparatuur).

    ALGEMENE INRICHTING VAN DE INSTALLATIE, MET INBEGRIP VAN MATERIAALGEBRUIK, MATERIAALBOEKHOUDING, INSLUITING EN BEWAKING

    Beschrijving van het kerntechnische materiaal

    18.Beschrijving van het belangrijkste materiaal (toevoer, tussenproduct, product):

    (a)chemische en fysische vorm (neem voor producten de typen splijtstofelementen/-pakketten op, geef een gedetailleerde beschrijving van de algemene structuur en totale structuur en totale afmetingen van het splijtstofelement/-pakket, met inbegrip van de het gehalte aan kerntechnisch materiaal en de verrijking);

    (b)omzet, verrijkingsintervallen en plutoniumgehalten (voor een normaal bedrijf volgens het stroomdiagram met vermelding van het al dan niet plaatsvinden van mengen en/of recycling);

    (c)omvang van de partij/het debiet en campagneperiode, middelen voor de identificatie van partijen;

    (d)opslag en installatie-inventaris (met vermelding van eventuele veranderingen in de omzet);

    (e)frequentie van ontvangsten of zendingen (partijen/eenheden per maand).

    19.Procesafval.

    20.Afvalmateriaal (met inbegrip van besmette uitrusting en bewaarde afvalstoffen). Voor elke afvalstroom een beschrijving van:

    (a)de belangrijkste bijdragen (bronnen);

    (b)de soorten afvalstoffen;

    (c)de chemische en fysische vorm (vloeibaar, vast enz.);

    (d)de geraamde verrijkingsintervallen en het uranium-/plutoniumgehalte;

    (e)de geraamde hoeveelheden per jaar, de opslagperiode;

    (f)de percentages gegenereerde afvalstoffen (als % van de invoer/omzet, hoeveelheden per maand);

    (g)omvang van de opslaginventaris en maximale capaciteit;

    (h)methode en periodiciteit van de terugwinning/uitstoot.

    21.Afvalbehandelingssysteem (voeg diagrammen bij).

    22.Overig kerntechnisch materiaal in de installatie en op de plaats ervan, indien van toepassing.

    23.Schematisch stroomdiagram voor kerntechnisch materiaal (waarop de bemonsteringspunten, de circulatie- en inventarismeetpunten, de verantwoordelijkheidsgebieden, de inventarislocaties enz. worden vermeld).

    24.Typen, vorm, omvang van het gehalte aan kerntechnisch materiaal (met inbegrip van verrijking, zoals van toepassing), omvang van hoeveelheden circulerend kerntechnisch materiaal voor elk hanteringsgebied voor kerntechnisch materiaal.

    25.Recyclingprocessen (korte beschrijving van dergelijke processen, met vermelding van de bron en de vorm van het materiaal, de opslagmethode, de gewoonlijke inventaris, de frequentie van de verwerking, de duur van de tijdelijke opslag, de tijdschema’s voor eventuele externe recycling, de meetmethode voor splijtstoffen in recyclebaar materiaal).

    26.Inventaris:

    (a)tijdens het proces (binnen de fabriek en de apparatuur tijdens het normale bedrijf, met vermelding van de hoeveelheid, het verrijkingsinterval, het plutoniumgehalte, de vorm en belangrijkste plaatsen en eventuele wezenlijke veranderingen in tijd of omzet; met vermelding van de verwachte restanten en het daartoe leidende mechanisme, zoals depositie of condensatie);

    (b)toevoer en productopslag;

    (c)overige plaatsen (hoeveelheid, verrijkingsinterval, plutoniumgehalte, vorm en locatie van niet reeds gespecificeerde inventaris).

    Hantering van het kerntechnische materiaal

    27.Beschrijving van recipiënten, verpakking en opslagzone.

    Beschrijf voor de toevoer, producten en afvalstoffen: het type en de omvang van de gebruikte opslag- en transportcontainers en verpakking (met inbegrip van de nominale capaciteit en de capaciteit voor normaal bedrijf, en het type materiaal); de opslag- of verpakkingsmethode, de procedures voor het vullen en legen, afscherming; en eventuele bijzondere identificatiekenmerken.

    28.Methoden en middelen voor de overdracht van kerntechnisch materiaal (beschrijf ook de apparatuur die wordt gebruikt voor het hanteren van de toevoer, producten en afvalstoffen).

    29.De gevolgde routes voor het vervoer van kerntechnisch materiaal (met een verwijzing naar de plattegrond van de installatie).

    30.Afscherming (voor het opslag-, overdrachts- en verwerkingsgebied).

    Onderhoud van de installatie

    31.Onderhoud, ontsmetting, schoonmaken (geef in gevallen waarin schoonmaken en/of bemonstering niet mogelijk is aan hoe de restanten kerntechnisch materiaal worden gemeten of berekend):

    (a)normaal onderhoud van de installatie;

    (b)ontsmetting van de installatie en apparatuur en latere terugwinning van kerntechnisch materiaal;

    (c)schoonmaken van de installatie en apparatuur, met inbegrip van manieren om te waarborgen dat vaten leeg zijn;

    (d)opstarten en uitschakelen van de installatie (indien dit verschilt van het normale bedrijf).

    Beschermings- en veiligheidsmaatregelen

    32.Basismaatregelen voor de fysieke bescherming van kerntechnisch materiaal.

    33.Specifieke gezondheids- en veiligheidsregels voor de naleving door inspecteurs (indien omvangrijk, afzonderlijk bijvoegen).

    BOEKHOUDING EN CONTROLE VAN HET KERNTECHNISCHE MATERIAAL (NMAC)

    34.Beschrijving van het NMAC-systeem, de methode voor het registreren en rapporteren van boekhoudkundige gegevens en het vaststellen van materiaalbalansen, de frequentie van de materiaalbalansen, de procedures voor de aanpassing van de boekhouding na fouten bij de inventarisatie van de installatie enz., onder de volgende kopjes:

    (a)Algemeen

    Beschrijving van de grootboeken en de vorm hiervan (elektronisch of papier). Basisgegevens (bv. verzend- en ontvangstformulieren, interne-overdrachtsdocumenten, formulieren voor de feitelijke inventaris, de oorspronkelijke registratie van metingen en evaluatiebladen voor de meting). Procedures voor aanpassingen en correcties (met vermelding van de manier waarop aanpassingen worden goedgekeurd en gestaafd);

    (b)Ontvangstbewijzen (met inbegrip van de methode voor de omgang met expeditieverschillen en daaropvolgende correcties van de boekhouding; controles en metingen om het gehalte aan kerntechnisch materiaal te bevestigen);

    (c)Zendingen (producten, afvalstoffen);

    (d)Overboekingen naar bewaarde afvalstoffen (methode voor het vaststellen van hoeveelheden, opslagmethode en beoogde opslagperiode, mogelijk later gebruik van bewaarde afvalstoffen);

    (e)Uitstoot in het milieu (methode voor het vaststellen van hoeveelheden, uitstootmethode);

    (f)Overige inventariswijzigingen, bv. overboekingen naar geconditioneerde afvalstoffen, niet-gemeten verlies (methode voor het vaststellen van hoeveelheden);

    (g)Feitelijke inventaris

    Beschrijving van de procedures, geplande frequentie, geschatte verspreiding van kerntechnisch materiaal, inventarisatiemethoden van de exploitant (zowel voor het aantal artikelen als het gewicht van het kerntechnisch materiaal ervan, met inbegrip van de desbetreffende controlemethode), toegankelijkheid en mogelijke verificatiemethode voor kerntechnisch materiaal, verwachte nauwkeurigheid en toegang tot kerntechnisch materiaal. Met name de beschrijving van de procedures moet ertoe leiden dat de basisbenadering voor de inventaris wordt gebruikt, dat wil zeggen het plannen, organiseren en uitvoeren van de inventarisatie, de hoofdverantwoordelijkheid voor de inventaris, het schoonmaken na het proces en de boekhouding van de restanten na het proces;

    (h)Werkstaten en boekhoudkundige overzichten (met inbegrip van logboeken, algemene grootboeken, formulieren voor interne overdrachten, methode van aanpassing of correctie, controlemaatregelen en verantwoordelijkheid voor de overzichten). Beschrijving van de manier waarop deze overzichten worden bijgehouden, ook wanneer een aanpassing of correctie nodig is, plaats waar de overzichten kunnen worden geraadpleegd, periode dat deze worden bewaard en taal;

    (i)Bijzondere boekhoudkundige bepalingen

    Beschrijving van bijzondere bepalingen, bijvoorbeeld voor het aanwijzen van partij-ID’s en methoden voor het voorkomen, opsporen en tijdig verhelpen van onregelmatigheden in de boekhouding.

    35.Kenmerken in verband met insluitings- en toezichtsmaatregelen (algemene beschrijving van toegepaste of mogelijke maatregelen met verwijzing naar de plattegrond of indeling van de installatie).

    36.Vermeld voor elk circulatie- en inventarismeetpunt en de bemonsteringspunten van de verantwoordelijkheidsgebieden het volgende:

    (a)beschrijving van plaats, type, identificatie;

    (b)verwachte typen inventariswijzigingen bij dit meetpunt en de mogelijkheid om dit meetpunt te gebruiken voor de feitelijke inventarisatie;

    (c)fysische en chemische vorm van het kerntechnische materiaal (met vermelding van het verrijkingsinterval, het plutoniumgehalte en een beschrijving van het omhullingsmateriaal);

    (d)recipiënten voor het kerntechnische materiaal, verpakking en opslagmethode;

    (e)procedure voor steekproeven en gebruikte apparatuur (met inbegrip van het aantal genomen steekproeven, de frequentie en afkeuringscriteria);

    (f)meet-/analytische methode(n) en gebruikte apparatuur en bijbehorende nauwkeurigheid;

    (g)bron en aantal willekeurige en systematische fouten voor toevoer, product, schroot, afvalstoffen (gewicht, volume, bemonstering, analytisch);

    (h)rekenkundige technieken en technieken voor de foutenvoortplanting;

    (i)techniek en frequentie van de ijking van de gebruikte apparatuur en toegepaste normen;

    (j)programma voor de continue evaluatie van de nauwkeurigheid van het gewicht, het volume, de bemonstering en de analytische technieken en meetmethoden;

    (k)programma voor de statistische evaluatie van de gegevens uit i) en j);

    (l)middelen voor de identificatie van partijen;

    (m)verwachte partijdebiet per jaar;

    (n)verwacht aantal inventarispartijen;

    (o)verwacht aantal artikelen per stroom en inventarispartijen;

    (p)type, samenstelling en hoeveelheid kerntechnisch materiaal per partij (met vermelding van de partijgegevens, het totale gewicht van elk element kerntechnisch materiaal en de vorm van het kerntechnische materiaal);

    (q)kenmerken in verband met insluitings-/toezichtsmaatregelen.

    37.Algemene maximale toelaatbare fouten. Beschrijf de procedures voor het combineren van vastgestelde individuele meetfouten om de algemene maximale toelaatbare fouten te bepalen voor:

    (a)expeditieverschillen;

    (b)de formele inventaris;

    (c)de feitelijke inventaris;

    (d)het onboekbare materiaal.

    INFORMATIE NA HET BEDRIJF

    38.Data van het ontmantelingsschema (data voor het einde van het bedrijf en de ontmanteling).

    39.Ontmantelingsplan, dat het volgende omvat:

    (a)belangrijke momenten in het ontmantelingsplan;

    (b)verwijdering en terugwinning van kerntechnisch materiaal. Verstrek een plan met ramingen van de manier waarop, waar en wanneer kerntechnisch materiaal zal worden teruggewonnen en/of verwijderd (bv. los materiaal dat in artikelen is geconsolideerd, de verwijdering van artikelen, de terugwinning/verwijdering van materiaal uit ontsmettingsactiviteiten en terugwinning/verwijdering van kerntechnisch materiaal in afvalstoffen) en hoe dit zal worden geboekt;

    (c)verwijdering of onbruikbaar maken van apparatuur die essentieel is voor de werking van de installatie, of voor het hanteren of opslaan van kerntechnisch materiaal.

    OVERIGE INFORMATIE DIE RELEVANT IS VOOR DE TOEPASSING VAN DE VEILIGHEIDSCONTROLE

    40.Overige optionele informatie die de exploitant relevant acht voor de beveiliging van de installatie.

    BIJLAGE I-D. OPWERKINGSINSTALLATIES

    Administratieve gegevens:

    (a)datum (de datum waarop de mededeling van de fundamentele technische kenmerken is voltooid);

    (b)versie (uniek nummer als referentie);

    (c)verantwoordelijk functionaris (naam en contactgegevens).

    IDENTIFICATIE VAN DE INSTALLATIE

    1.Naam van de installatie (vermeld de gebruikelijke afkorting, indien van toepassing).

    -    Vermeld de MBA-code(s) (zodra toegekend).

    2.Locatie, post- en e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    3.Eigenaar (wettelijk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon) met contactgegevens.

    4.Exploitant (wettelijk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon) met contactgegevens.

    5.Beschrijving (alleen belangrijkste kenmerken).

    6.Doel en type van de installatie.

    7.Huidige status (bv. in ontwerp, in aanbouw, in bedrijf, buiten gebruik gesteld en/of in ontmanteling).

    8.Informatie voorafgaande aan het bedrijf.

    Geplande data voor het ontwerp en de bouw, geschatte data van de inbedrijfstelling en het begin van het bedrijf. Gevraagde en/of goedgekeurde vergunningsdata (bv. principebesluit, bouw en verwachte data voor het verzoek om de vergunning voor het bedrijf). Informatie over de verwachte datum van ontvangsten van kerntechnisch materiaal en/of splijtstofpakketten. Schetsen van het ontwerp van de installatie, die zo snel mogelijk moeten worden meegedeeld zodra deze beschikbaar zijn.

    Informatie voorafgaande aan het bedrijf houdt verband met het proces van “veiligheidscontrole-by-design” en is essentieel om de infrastructuur van apparatuur voor de veiligheidscontrole in een vroeg stadium van het bouwproject in het ontwerp van de installatie te kunnen opnemen.

    9.Wijze van exploitatie die van invloed is op de productie (toegepast ploegensysteem, benaderende tijdstippen van de bedrijfsperioden per jaar).

    10.Situatieschets (kaart van de installatie, de begrenzingen, de gebouwen, wegen, rivieren, spoorwegen enz.).

    11.Indeling van de installatie:

    (a)structurele insluiting, omheiningen en toegangswegen;

    (b)insluiting van bepaalde gedeelten van de installatie;

    (c)gevolgde routes voor het vervoer van kerntechnisch materiaal;

    (d)zone voor de opslag van kerntechnisch materiaal;

    (e)elke hoofdzone voor de verwerking en het verwerkingslaboratorium;

    (f)zones voor proeven en experimenten;

    (g)zone voor de opslag van afvalstoffen;

    (h)analytisch laboratorium.

    12.De voor de veiligheidscontrole verantwoordelijke persoon, ook voor de boekhouding van kerntechnisch materiaal, met e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    Algemene procesparameters

    13.Beschrijving van de installatie (met vermelding van de belangrijkste apparatuur).

    14.Beschrijving van het proces (met vermelding van de wijziging van de fysische en chemische vorm).

    15.Ontwerpcapaciteit (in gewicht van belangrijkste producten per jaar).

    16.Verwachte omzet (in de vorm van een activiteitenplanning, met vermelding van de aandelen van diverse toevoeren en producten).

    17.Overige belangrijke apparatuur waarvoor kerntechnisch materiaal wordt gebruikt of waarmee dit wordt geproduceerd of verwerkt (zoals test- en experimentele apparatuur).

    ALGEMENE INRICHTING VAN DE INSTALLATIE, MET INBEGRIP VAN MATERIAALGEBRUIK, MATERIAALBOEKHOUDING, INSLUITING EN BEWAKING

    Beschrijving van het kerntechnische materiaal

    18.Beschrijving van het belangrijkste materiaal (toevoer, product (U, Pu)):

    (a)chemische en fysische vorm (neem voor de toevoer de typen splijtstofelementen/-pakketten op, geef een gedetailleerde beschrijving van de algemene structuur en totale structuur en totale afmetingen van de splijtstofelementen/-pakketten, met inbegrip van de het gehalte aan kerntechnisch materiaal en de verrijking);

    (b)omzet, verrijkingsintervallen en plutoniumgehalten (voor een normaal bedrijf volgens het stroomdiagram met vermelding van het al dan niet plaatsvinden van mengen en/of recycling);

    (c)omvang van de partij/het debiet en campagneperiode, middelen voor de identificatie van partijen;

    (d)opslag en installatie-inventaris (met vermelding van eventuele veranderingen in de omzet);

    (e)frequentie van ontvangsten of zendingen (partijen/eenheden per maand).

    19.Afvalmateriaal (met inbegrip van besmette uitrusting en bewaarde afvalstoffen). Voor elke afvalstroom een beschrijving van:

    (a)de belangrijkste bijdragen (bronnen);

    (b)de soorten afvalstoffen na de afvalverwerking;

    (c)de chemische en fysische vorm (vloeibaar, vast enz.) van afvalstoffen, tussentijdse opslag en afvalproducten na de verwerking;

    (d)voor elk materiaal van punt c), het uraniumgehalte en het verrijkingsinterval, het plutoniumgehalte;

    (e)de geraamde hoeveelheden per jaar, de opslagperiode;

    (f)de percentages gegenereerde afvalstoffen (als % van de invoer/omzet, hoeveelheden per maand);

    (g)omvang van de opslaginventaris en maximale capaciteit;

    (h)methode en periodiciteit van de terugwinning/uitstoot.

    20.Afvalbehandelingssysteem (voeg diagrammen bij).

    21.Overig kerntechnisch materiaal in de installatie en op de plaats ervan, indien van toepassing.

    22.Schematisch stroomdiagram voor kerntechnisch materiaal (waarop de bemonsteringspunten, de circulatie- en inventarismeetpunten, de verantwoordelijkheidsgebieden, de inventarislocaties enz. worden vermeld).

    23.Typen, vorm, omvang van het gehalte aan kerntechnisch materiaal (met inbegrip van verrijking, zoals van toepassing), omvang van hoeveelheden circulerend kerntechnisch materiaal voor elk hanteringsgebied voor kerntechnisch materiaal.

    24.Recyclingprocessen (korte beschrijving van dergelijke processen, met vermelding van de bron en de vorm van het materiaal, de opslagmethode, de gewoonlijke inventaris, de frequentie van de verwerking, de duur van de tijdelijke opslag, de tijdschema’s voor eventuele externe recycling, de meetmethode voor splijtstoffen in recyclebaar materiaal).

    25.Inventaris:

    (a)tijdens het proces (binnen de fabriek en de apparatuur tijdens het normale bedrijf, met vermelding van de hoeveelheid, het verrijkingsinterval, het plutoniumgehalte, de vorm en belangrijkste plaatsen en eventuele wezenlijke veranderingen in tijd of omzet; met vermelding van de verwachte restanten en het mechanisme, zoals depositie of condensatie);

    (b)toevoer en productopslag;

    (c)overige plaatsen (hoeveelheid, verrijkingsinterval, plutoniumgehalte, vorm en locatie van niet reeds gespecificeerde inventaris).

    Hantering van het kerntechnische materiaal

    26.Beschrijving van recipiënten, verpakking en opslagzone.

    Voor de toevoer, producten en afvalstoffen, een beschrijving van het type en de omvang van de gebruikte opslag- en transportcontainers en verpakking (met inbegrip van de nominale capaciteit en de capaciteit voor normaal bedrijf, en het type materiaal). Beschrijving van de procedures voor de opslag, de verpakking, het vullen en het legen;

    27.Methoden en middelen voor de overdracht van kerntechnisch materiaal (beschrijf ook de apparatuur die wordt gebruikt voor het hanteren van de toevoer, producten en afvalstoffen).

    28.De gevolgde routes voor het vervoer van kerntechnisch materiaal (met een verwijzing naar de plattegrond van de installatie).

    29.Afscherming (voor opslag en overdracht).

    Onderhoud van de installatie

    30.Onderhoud, ontsmetting, schoonmaken (geef in gevallen waarin schoonmaken en/of bemonstering niet mogelijk is aan hoe de restanten kerntechnisch materiaal worden gemeten of berekend):

    (a)normaal onderhoud van de installatie;

    (b)ontsmetting van de installatie en apparatuur en latere terugwinning van kerntechnisch materiaal;

    (c)schoonmaken van de installatie en apparatuur, met inbegrip van manieren om te waarborgen dat vaten leeg zijn;

    (d)opstarten en uitschakelen van de installatie (indien dit verschilt van het normale bedrijf).

    Beschermings- en veiligheidsmaatregelen

    31.Basismaatregelen voor de fysieke bescherming van kerntechnisch materiaal.

    32.Specifieke gezondheids- en veiligheidsregels voor de naleving door inspecteurs (indien omvangrijk, afzonderlijk bijvoegen).

    BOEKHOUDING EN CONTROLE VAN HET KERNTECHNISCHE MATERIAAL (NMAC)

    33.Beschrijving van het NMAC-systeem, de methode voor het registreren en rapporteren van boekhoudkundige gegevens en het vaststellen van materiaalbalansen, de frequentie van de materiaalbalansen, de procedures voor de aanpassing van de boekhouding na fouten bij de inventarisatie van de installatie enz., onder de volgende kopjes:

    (a)Algemeen

    Beschrijving van de grootboeken en de vorm hiervan (elektronisch of papier). Basisgegevens (bv. verzend- en ontvangstformulieren, interne-overdrachtsdocumenten, formulieren voor de feitelijke inventaris, de oorspronkelijke registratie van metingen en evaluatiebladen voor de meting). Procedures voor aanpassingen en correcties (met vermelding van de manier waarop aanpassingen worden goedgekeurd en gestaafd);

    (b)Ontvangstbewijzen (met inbegrip van de methode voor de omgang met expeditieverschillen en daaropvolgende correcties van de boekhouding; controles en metingen om het gehalte aan kerntechnisch materiaal te bevestigen);

    (c)Zendingen (producten, afvalstoffen);

    (d)Overboekingen naar bewaarde afvalstoffen (methode voor het vaststellen van hoeveelheden, opslagmethode en beoogde opslagperiode, mogelijk later gebruik van bewaarde afvalstoffen);

    (e)Uitstoot in het milieu (methode voor het vaststellen van hoeveelheden, uitstootmethode);

    (f)Overige inventariswijzigingen, bv. overboekingen naar geconditioneerde afvalstoffen, niet-gemeten verlies (methode voor het vaststellen van hoeveelheden);

    (g)Feitelijke inventaris

    Beschrijving van de procedures, geplande frequentie, geschatte verspreiding van kerntechnisch materiaal, inventarisatiemethoden van de exploitant (zowel voor het aantal artikelen als het gewicht van het kerntechnisch materiaal ervan, met inbegrip van de desbetreffende controlemethode), toegankelijkheid en mogelijke verificatiemethode voor kerntechnisch materiaal, verwachte nauwkeurigheid en toegang tot kerntechnisch materiaal. Met name de beschrijving van de procedures moet ertoe leiden dat de basisbenadering voor de inventaris wordt gebruikt, dat wil zeggen het plannen, organiseren en uitvoeren van de inventarisatie, de hoofdverantwoordelijkheid voor de inventaris, het schoonmaken na het proces en de boekhouding van de restanten na het proces;

    (h)Werkstaten en boekhoudkundige overzichten (met inbegrip van logboeken, algemene grootboeken, formulieren voor interne overdrachten, methode van aanpassing of correctie, controlemaatregelen en verantwoordelijkheid voor de overzichten). Beschrijving van de manier waarop deze overzichten worden bijgehouden, ook wanneer een aanpassing of correctie nodig is, plaats waar de overzichten kunnen worden geraadpleegd, periode dat deze worden bewaard en taal;

    (i)Bijzondere boekhoudkundige bepalingen

    Beschrijving van bijzondere bepalingen, bijvoorbeeld voor het aanwijzen van partij-ID’s en methoden voor het voorkomen, opsporen en tijdig verhelpen van onregelmatigheden in de boekhouding.

    34.Kenmerken in verband met insluitings- en toezichtsmaatregelen (algemene beschrijving van toegepaste of mogelijke maatregelen met verwijzing naar de plattegrond of indeling van de installatie).

    35.Vermeld voor elk circulatie- en inventarismeetpunt en de bemonsteringspunten van de verantwoordelijkheidsgebieden de volgende informatie, indien van toepassing:

    (a)beschrijving van plaats, type, identificatie;

    (b)verwachte typen inventariswijzigingen bij dit meetpunt en de mogelijkheid om dit meetpunt te gebruiken voor de feitelijke inventarisatie;

    (c)fysische en chemische vorm van het kerntechnische materiaal (met vermelding van het verrijkingsinterval, het plutoniumgehalte en een beschrijving van het omhullingsmateriaal);

    (d)recipiënten voor het kerntechnische materiaal, verpakking en opslagmethode;

    (e)procedure voor steekproeven en gebruikte apparatuur (met inbegrip van het aantal genomen steekproeven, de frequentie en afkeuringscriteria);

    (f)meet-/analytische methode(n) en gebruikte apparatuur en bijbehorende nauwkeurigheid;

    (g)bron en aantal willekeurige en systematische fouten voor toevoer, product, schroot, afvalstoffen (gewicht, volume, bemonstering, analytisch);

    (h)rekenkundige technieken en technieken voor de foutenvoortplanting;

    (i)techniek en frequentie van de ijking van de gebruikte apparatuur en toegepaste normen;

    (j)programma voor de continue evaluatie van de nauwkeurigheid van het gewicht, het volume, de bemonstering en de analytische technieken en meetmethoden;

    (k)programma voor de statistische evaluatie van de gegevens uit i) en j);

    (l)middelen voor de identificatie van partijen;

    (m)verwachte partijdebiet per jaar;

    (n)verwacht aantal inventarispartijen;

    (o)verwacht aantal artikelen per doorstroming en inventarispartijen;

    (p)type, samenstelling en hoeveelheid kerntechnisch materiaal per partij (met vermelding van de partijgegevens, het totale gewicht van elk element kerntechnisch materiaal en de vorm van het kerntechnische materiaal);

    (q)kenmerken in verband met insluitings-/toezichtsmaatregelen.

    36.Algemene maximale toelaatbare fouten. Beschrijf de procedures voor het combineren van vastgestelde individuele meetfouten om de algemene maximale toelaatbare fouten te bepalen voor:

    (a)expeditieverschillen;

    (b)de formele inventaris;

    (c)de feitelijke inventaris;

    (d)het onboekbare materiaal.

    INFORMATIE NA HET BEDRIJF

    37.Data van het ontmantelingsschema (data voor het einde van het bedrijf en de ontmanteling).

    38.Ontmantelingsplan, dat het volgende omvat:

    (a)belangrijke momenten in het ontmantelingsplan;

    (b)verwijdering en terugwinning van kerntechnisch materiaal. Verstrek een plan met schattingen van de manier waarop, waar en wanneer kerntechnisch materiaal zal worden teruggewonnen en/of verwijderd (bv. los materiaal dat in artikelen is geconsolideerd, de verwijdering van artikelen, de terugwinning/verwijdering van materiaal uit ontsmettingsactiviteiten en terugwinning/verwijdering van kerntechnisch materiaal in afvalstoffen) en hoe dit zal worden geboekt;

    (c)verwijdering of onbruikbaar maken van apparatuur die essentieel is voor de werking van de installatie, of voor het hanteren of opslaan van kerntechnisch materiaal.

    OVERIGE INFORMATIE DIE RELEVANT IS VOOR DE TOEPASSING VAN DE VEILIGHEIDSCONTROLE

    39.Overige optionele informatie die de exploitant relevant acht voor de beveiliging van de installatie.

    BIJLAGE I-E. ISOTOPENVERRIJKINGSINSTALLATIES

    Administratieve gegevens:

    (a)datum (de datum waarop de mededeling van de fundamentele technische kenmerken is voltooid);

    (b)versie (uniek nummer als referentie);

    (c)verantwoordelijk functionaris (naam en contactgegevens).

    IDENTIFICATIE VAN DE INSTALLATIE

    1.Naam van de installatie (vermeld gebruikelijke afkorting, indien van toepassing)

    -    Vermeld de MBA-code(s) (zodra toegekend).

    2.Locatie, post- en e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    3.Eigenaar (wettelijk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon) met contactgegevens.

    4.Exploitant (wettelijk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon) met contactgegevens.

    5.Beschrijving (alleen belangrijkste kenmerken).

    6.Doel en type van de installatie.

    7.Huidige status (bv. in ontwerp, in aanbouw, in bedrijf, buiten gebruik gesteld en/of in ontmanteling).

    8.Informatie voorafgaande aan het bedrijf.

    Geplande data voor het ontwerp en de bouw, geschatte data van de inbedrijfstelling en het begin van het bedrijf. Gevraagde en/of goedgekeurde vergunningsdata (bv. principebesluit, bouw en verwachte data voor het verzoek om de vergunning voor het bedrijf). Informatie over de verwachte datum van ontvangsten van kerntechnisch materiaal en/of splijtstofpakketten. Schetsen van het ontwerp van de installatie, die zo snel mogelijk moeten worden meegedeeld zodra deze beschikbaar zijn.

    Informatie voorafgaande aan het bedrijf houdt verband met het proces van “veiligheidscontrole-by-design” en is essentieel om de infrastructuur van apparatuur voor de veiligheidscontrole in een vroeg stadium van het bouwproject in het ontwerp van de installatie te kunnen opnemen.

    9.Wijze van exploitatie die van invloed is op de productie (toegepast ploegensysteem, benaderende tijdstippen van de bedrijfsperioden per jaar).

    10.Situatieschets (kaart van de installatie, de begrenzingen, de gebouwen, wegen, rivieren, spoorwegen enz.).

    11.Indeling van de installatie:

    (a)structurele insluiting, omheiningen en toegangswegen;

    (b)insluiting van bepaalde gedeelten van de installatie;

    (c)gevolgde routes voor het vervoer van kerntechnisch materiaal;

    (d)zone voor de opslag van kerntechnisch materiaal;

    (e)elke hoofdzone voor de verwerking en het verwerkingslaboratorium;

    (f)zones voor proeven en experimenten;

    (g)zone voor de opslag van afvalstoffen;

    (h)analytisch laboratorium.

    12.De voor de veiligheidscontrole verantwoordelijke persoon, ook voor de boekhouding van kerntechnisch materiaal, met e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    Algemene procesparameters

    13.Beschrijving van de installatie (met vermelding van de belangrijkste apparatuur).

    14.Beschrijving van het proces (met aanwijzing van bemonsterings- en hoofdmeetpunten, MBA’s, inventarisplaatsen).

    15.Ontwerpcapaciteit (omzet en energieverbruik).

    16.Verwachte omzet (in de vorm van een toekomstgericht programma, met vermelding van de aandelen van diverse toevoeren en producten).

    17.Overige belangrijke apparatuur waarvoor kerntechnisch materiaal wordt gebruikt of waarmee dit wordt geproduceerd of verwerkt (zoals test- en experimentele apparatuur).

    ALGEMENE INRICHTING VAN DE INSTALLATIE, MET INBEGRIP VAN MATERIAALGEBRUIK, MATERIAALBOEKHOUDING, INSLUITING EN BEWAKING

    Beschrijving van het kerntechnische materiaal

    18.Beschrijving van het belangrijkste materiaal (toevoer, product, restmateriaal):

    (a)chemische en fysische vorm;

    (b)omzet en verrijkingsintervallen (voor normaal bedrijf volgens het stroomdiagram met vermelding van het al dan niet plaatsvinden van mengen en/of recycling);

    (c)omvang/debiet van de partij en campagneperiode;

    (d)maximumcapaciteit als concentratie van belangrijkste product (op basis van natuurlijk uranium-toevoer);

    (e)opslaginventaris;

    (f)frequentie van ontvangst of verzending.

    19.Afvalstoffen:

    (a)bron en vorm (met vermelding van belangrijke bijdragen; vloeibaar of vast; omvang van bestanddelen; verrijkingsinterval; vermeld ook besmette uitrusting);

    (b)omvang van de opslaginventaris, methode en frequentie van de terugwinning/uitstoot.

    20.Beschrijvingen van recipiënten en opslaggebied.

    21.Uitstoot in het milieu, geconditioneerde afvalstoffen en bewaarde afvalstoffen als % van de toevoer.

    22.Inventaris tijdens het proces (binnen de installatie en apparatuur bij normaal bedrijf; vermeld de hoeveelheid, vorm en belangrijkste plaatsen en wezenlijke wijzigingen van de tijd of omzet).

    Onderhoud van de installatie

    23.Onderhoud, ontsmetting, schoonmaken:

    (a)normaal onderhoud van de installatie;

    (b)ontsmetting van de installatie en apparatuur en latere terugwinning van kerntechnisch materiaal;

    (c)schoonmaken van de installatie en apparatuur, met inbegrip van manieren om te waarborgen dat vaten leeg zijn.

    Beschermings- en veiligheidsmaatregelen

    24.Basismaatregelen voor de fysieke bescherming van kerntechnisch materiaal.

    25.Specifieke gezondheids- en veiligheidsregels voor de naleving door inspecteurs (indien omvangrijk, afzonderlijk bijvoegen).

    BOEKHOUDING EN CONTROLE VAN HET KERNTECHNISCHE MATERIAAL (NMAC)

    26.Beschrijving van het NMAC-systeem, de methode voor het registreren en rapporteren van boekhoudkundige gegevens en het vaststellen van materiaalbalansen, de frequentie van de materiaalbalansen, de procedures voor de aanpassing van de boekhouding na fouten bij de inventarisatie van de installatie enz., onder de volgende kopjes:

    (a)Algemeen

    Beschrijving van de grootboeken en de vorm hiervan (elektronisch of papier). Basisgegevens (bv. verzend- en ontvangstformulieren, interne-overdrachtsdocumenten, formulieren voor de feitelijke inventaris, de oorspronkelijke registratie van metingen en evaluatiebladen voor de meting). Procedures voor aanpassingen en correcties (met vermelding van de manier waarop aanpassingen worden goedgekeurd en gestaafd);

    (b)Ontvangstbewijzen (met inbegrip van de methode voor de omgang met expeditieverschillen en daaropvolgende correcties van de boekhouding; controles en metingen om het gehalte aan kerntechnisch materiaal te bevestigen);

    (c)Zendingen (producten, afvalstoffen);

    (d)Overboekingen naar bewaarde afvalstoffen (methode voor het vaststellen van hoeveelheden, opslagmethode en beoogde opslagperiode, mogelijk later gebruik van bewaarde afvalstoffen);

    (e)Uitstoot in het milieu (methode voor het vaststellen van hoeveelheden, uitstootmethode);

    (f)Overige inventariswijzigingen, bv. overboekingen naar geconditioneerde afvalstoffen, niet-gemeten verlies (methode voor het vaststellen van hoeveelheden);

    (g)Feitelijke inventaris

    Beschrijving van de procedures, geplande frequentie, geschatte verspreiding van kerntechnisch materiaal, inventarisatiemethoden van de exploitant (zowel voor het aantal artikelen als het gewicht van het kerntechnisch materiaal ervan, met inbegrip van de desbetreffende controlemethode), toegankelijkheid en mogelijke verificatiemethode voor kerntechnisch materiaal, verwachte nauwkeurigheid en toegang tot kerntechnisch materiaal. Met name de beschrijving van de procedures moet ertoe leiden dat de basisbenadering voor de inventaris wordt gebruikt, dat wil zeggen het plannen, organiseren en uitvoeren van de inventarisatie, de hoofdverantwoordelijkheid voor de inventaris, het schoonmaken na het proces en de boekhouding van de restanten na het proces;

    (h)Werkstaten en boekhoudkundige overzichten (met inbegrip van logboeken, algemene grootboeken, formulieren voor interne overdrachten, methode van aanpassing of correctie, controlemaatregelen en verantwoordelijkheid voor de overzichten). Beschrijving van de manier waarop deze overzichten worden bijgehouden, ook wanneer een aanpassing of correctie nodig is, plaats waar de overzichten kunnen worden geraadpleegd, periode dat deze worden bewaard en taal;

    (i)Bijzondere boekhoudkundige bepalingen

    Beschrijving van bijzondere bepalingen, bijvoorbeeld voor het aanwijzen van partij-ID’s en methoden voor het voorkomen, opsporen en tijdig verhelpen van onregelmatigheden in de boekhouding.

    27.Kenmerken in verband met insluitings- en toezichtsmaatregelen (algemene beschrijving van toegepaste of mogelijke maatregelen met verwijzing naar de plattegrond of indeling van de installatie).

    28.Verstrek voor elk hoofdmeetpunt de volgende informatie, indien van toepassing:

    (a)beschrijving van plaats, type, identificatie;

    (b)verwachte typen inventariswijzigingen bij dit meetpunt en de mogelijkheid om dit meetpunt te gebruiken voor de feitelijke inventarisatie;

    (c)chemische en fysische vorm van het materiaal;

    (d)procedure voor steekproeven en gebruikte apparatuur;

    (e)meet-/analytische methode en gebruikte apparatuur;

    (f)bron en aantal willekeurige en systematische fouten (weging, volume, bemonstering, analytisch);

    (g)rekenkundige techniek en techniek voor de foutenvoortplanting;

    (h)techniek en periodiciteit van de ijking en gebruikte apparatuur;

    (i)programma voor de continue evaluatie van de nauwkeurigheid van het gewicht, het volume, de bemonsteringstechnieken en meetmethoden;

    (j)programma voor de statistische evaluatie van de gegevens uit h) en i);

    29.Algemene maximale toelaatbare fouten. Beschrijf de procedures voor het combineren van vastgestelde individuele meetfouten om de algemene maximale toelaatbare fouten te bepalen voor:

    (a)expeditieverschillen;

    (b)de formele inventaris;

    (c)de feitelijke inventaris;

    (d)het onboekbare materiaal.



    INFORMATIE NA HET BEDRIJF

    30.Data van het ontmantelingsschema (data voor het einde van het bedrijf en de ontmanteling).

    31.Ontmantelingsplan, dat het volgende omvat:

    (a)belangrijke momenten in het ontmantelingsplan;

    (b)verwijdering en terugwinning van kerntechnisch materiaal. Verstrek een plan met schattingen van de manier waarop, waar en wanneer kerntechnisch materiaal zal worden teruggewonnen en/of verwijderd (bv. los materiaal dat in artikelen is geconsolideerd, de verwijdering van artikelen, de terugwinning/verwijdering van materiaal uit ontsmettingsactiviteiten en terugwinning/verwijdering van kerntechnisch materiaal in afvalstoffen) en hoe dit zal worden geboekt;

    (c)verwijdering of onbruikbaar maken van apparatuur die essentieel is voor de werking van de installatie, of voor het hanteren of opslaan van kerntechnisch materiaal.

    OVERIGE INFORMATIE DIE RELEVANT IS VOOR DE TOEPASSING VAN DE VEILIGHEIDSCONTROLE

    32.Overige optionele informatie die de exploitant relevant acht voor de beveiliging van de installatie.

    BIJLAGE I-F. INSTALLATIES VOOR ONDERZOEK EN ONTWIKKELING (O&O)

    Administratieve gegevens:

    (a)datum (de datum waarop de mededeling van de fundamentele technische kenmerken is voltooid);

    (b)versie (uniek nummer als referentie);

    (c)verantwoordelijk functionaris (naam en contactgegevens).

    IDENTIFICATIE VAN DE INSTALLATIE    

    1.Naam van de installatie (vermeld de gebruikelijke afkorting, indien van toepassing).

    -    Vermeld de MBA-code(s) (zodra toegekend).

    2.Locatie, post- en e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    3.Eigenaar (wettelijk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon) met contactgegevens.

    4.Exploitant (wettelijk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon) met contactgegevens.

    5.Beschrijving (alleen belangrijkste kenmerken).

    6.Doel en type van de installatie.

    7.Huidige status (bv. in ontwerp, in aanbouw, in bedrijf, buiten gebruik gesteld en/of in ontmanteling).

    8.Informatie voorafgaande aan het bedrijf.

    Geplande data voor het ontwerp en de bouw, geschatte data van de inbedrijfstelling en het begin van het bedrijf. Gevraagde en/of goedgekeurde vergunningsdata (bv. principebesluit, bouw en verwachte data voor het verzoek om de vergunning voor het bedrijf). Informatie over de verwachte datum van ontvangsten van kerntechnisch materiaal. Schetsen van het ontwerp van de installatie, die zo snel mogelijk moeten worden meegedeeld zodra deze beschikbaar zijn.

    Informatie voorafgaande aan het bedrijf houdt verband met het proces van “veiligheidscontrole-by-design” en is essentieel om de integratie van infrastructuur van apparatuur voor de veiligheidscontrole in het ontwerp en de daaropvolgende bouw van de installatie mogelijk te maken.

    9.Gewoonlijke wijze van exploitatie (toegepast ploegensysteem, benaderende tijdstippen van de bedrijfsperioden per jaar enz.).

    10.Situatieschets (kaart van de installatie, de begrenzingen, de gebouwen, wegen, rivieren, spoorwegen enz.).

    11.Indeling van de installatie:

    (a)aanmerking van de belangrijkste gebieden (structurele insluiting, omheiningen en toegangswegen);

    (b)zone voor de opslag van kerntechnisch materiaal;

    (c)zone voor de opslag van afvalstoffen;

    (d)gevolgde routes voor het vervoer van kerntechnisch materiaal;

    (e)zone voor proeven en experimenten, laboratoria.

    12.De voor de veiligheidscontrole verantwoordelijke persoon, ook voor de boekhouding van kerntechnisch materiaal, met e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    Algemene gegevens over de installatie

    13.Beschrijving van de installatie (met vermelding van verantwoordelijkheidsgebieden).

    14.Geschatte totale inventaris per plaats en per categorie.

    15.Verwachte jaarlijkse omzet per categorie.

    16.Beschrijving van het gebruik van het kerntechnische materiaal.

    17.Belangrijke apparatuur waarvoor kerntechnisch materiaal wordt gebruikt of waarmee dit wordt geproduceerd of verwerkt.

    ALGEMENE INRICHTING VAN DE INSTALLATIE, MET INBEGRIP VAN MATERIAALGEBRUIK EN -BEHANDELING

    Beschrijving van het kerntechnische materiaal

    18.Belangrijkste typen boekhoudkundige eenheden die in de installatie moeten worden behandeld.

    19.Beschrijving, aan de hand van tekeningen of op een andere wijze, van al het kerntechnische materiaal voor elk verantwoordelijkheidsgebied, met vermelding van:

    (a)chemische en fysische vorm (met een beschrijving van het omhullingsmateriaal);

    (b)verrijkingsinterval en plutoniumgehalte;

    (c)geschat nominaal gewicht van het kerntechnische materiaal.

    20.Afvalstoffen:

    (a)bron en vorm (met vermelding van belangrijke bijdragen; vloeibaar of vast; omvang van bestanddelen, verrijkingsinterval en plutoniumgehalte, met inbegrip van besmette uitrusting);

    (b)hoeveelheden in de opslag en op andere plaatsen;

    (c)methode en periodiciteit van de terugwinning/uitstoot.

    21.Overig kerntechnisch materiaal dat niet eerder is genoemd, en de plaats ervan.

    22.Middelen voor de identificatie van kerntechnisch materiaal.

    23.Stralingsniveau op de locaties van kerntechnisch materiaal (op gespecificeerde plaatsen).

    Circulatie van kerntechnisch materiaal

    24.Schematisch stroomdiagram voor kerntechnisch materiaal (waarop de meetpunten, verantwoordelijkheidsgebieden, inventarisplaatsen enz. worden vermeld, voor de doeleinden van de exploitant).

    25.Typen, vorm en omvang van hoeveelheden kerntechnisch materiaal op exploitatieplaatsen, zone voor de opslag en andere plaatsen (gemiddelde gegevens voor elke plaats).

    Plaats en hantering van het kerntechnische materiaal (voor elk verantwoordelijkheidsgebied)

    26.Beschrijving van elke zone voor de opslag van kerntechnisch materiaal (met vermelding van de capaciteit, de verwachte inventaris en de omzet enz.).

    27.Maximale hoeveelheid kerntechnisch materiaal dat in verantwoordelijkheidsgebieden moet worden gehanteerd.

    28.Wijziging van de fysische/chemische vorm tijdens het bedrijf.

    29.Overdracht van kerntechnisch materiaal.

    30.Frequentie van ontvangst en verzending.

    31.Apparatuur voor de overdracht van kerntechnisch materiaal (in voorkomend geval).

    32.Beschrijving van de recipiënten die worden gebruikt voor de opslag en de behandeling.

    33.Gevolgde routes voor het vervoer van kerntechnisch materiaal.

    34.Afscherming (voor opslag en overdracht).

    Beschermings- en veiligheidsmaatregelen

    35.Basismaatregelen voor de fysieke bescherming van kerntechnisch materiaal.

    36.Specifieke gezondheids- en veiligheidsregels voor de naleving door inspecteurs.

    BOEKHOUDING EN CONTROLE VAN HET KERNTECHNISCHE MATERIAAL (NMAC)

    37.Het NMAC-systeem wordt beschreven onder de volgende kopjes:

    (a)Algemeen

    Beschrijving van de grootboeken en de formaten hiervan (elektronische of papieren versie), de methode voor het registreren van de boekhoudkundige gegevens en het vaststellen van de materiaalbalans;

    (b)Belangrijkste inventariswijzigingen

    Beschrijving van de typische inventariswijzigingen, bv. ontvangsten (met inbegrip van de methode voor het omgaan met expeditieverschillen en hierop volgende boekhoudkundige correcties), zendingen en inventariswijzigingen in verband met afvalstoffen, met inbegrip van een beschrijving van de manier waarop deze wijzigingen worden vastgesteld. Bijbehorende werkstaten en basisgegevens (bv. ontvangst- en verzendformulieren, de initiële registratie van metingen en evaluatiebladen voor de meting) moeten worden bepaald;

    (c)Feitelijke inventaris

    Beschrijving van procedures, geplande periodiciteit, inventarisatiemethoden van de exploitant (zowel voor het aantal artikelen als voor het gewicht van het kerntechnisch materiaal ervan), met inbegrip van relevante controlemethoden en de verwachte nauwkeurigheid, toegang tot kerntechnisch materiaal, mogelijke methoden voor de feitelijke verificatie van onbestraald en bestraald kerntechnisch materiaal;

    (d)Werkstaten en boekhoudkundige overzichten (met inbegrip van logboeken, algemene grootboeken, formulieren voor interne overdrachten, methode van aanpassing of correctie, controlemaatregelen en verantwoordelijkheid voor de overzichten).

    Beschrijving van de manier waarop deze overzichten worden bijgehouden, ook wanneer een aanpassing of correctie nodig is, plaats waar de overzichten kunnen worden geraadpleegd, periode dat deze worden bewaard en taal;

    (e)Bijzondere boekhoudkundige bepalingen

    Beschrijving van bijzondere bepalingen, bijvoorbeeld voor het aanwijzen van partij-ID’s en methoden voor het voorkomen, opsporen en tijdig verhelpen van onregelmatigheden in de boekhouding.

    38.Bepalingen in verband met bestaande of voorziene insluitings- en toezichtsmaatregelen (algemene beschrijving met verwijzing naar de plattegrond en de indeling van de installatie, die het mogelijk maakt om afdichtingen, camera’s, lasers, gegevensdoorgifte op afstand enz. te installeren).

    39.Verstrek voor elk meetpunt van het materiaalbalansgebied de volgende informatie, indien van toepassing:

    (a)beschrijving van plaats, type, identificatie;

    (b)verwachte typen inventariswijzigingen;

    (c)mogelijkheid om dit meetpunt te gebruiken voor de feitelijke inventarisatie;

    (d)fysische en chemische vorm van het kerntechnische materiaal (met een beschrijving van het omhullingsmateriaal);

    (e)recipiënten voor het kerntechnische materiaal, verpakking;

    (f)procedure voor steekproeven en gebruikte apparatuur;

    (g)meetmethode(n) en gebruikte apparatuur;

    (h)bron en aantal willekeurige en systematische fouten (gewicht, volume, bemonstering, niet-destructief onderzoek);

    (i)techniek en periodiciteit van de ijking en gebruikte apparatuur;

    (j)methoden voor het omzetten van basisgegevens in partijgegevens;

    (k)middelen voor de identificatie van partijen;

    (l)verwachte partijdebiet per jaar;

    (m)verwacht aantal inventarispartijen;

    (n)verwacht aantal artikelen per stroom;

    (o)type, samenstelling en kwantiteit van kerntechnisch materiaal per partij, totaal gewicht van kerntechnisch materiaal in een artikel, de isotopensamenstelling, indien passend, en de vorm van het kerntechnische materiaal.

    INFORMATIE NA HET BEDRIJF

    40.Data van het ontmantelingsschema (data voor het einde van het bedrijf en de ontmanteling).

    41.Ontmantelingsplan, dat het volgende omvat:

    (a)belangrijke momenten in het ontmantelingsplan;

    (b)verwijdering en terugwinning van kerntechnisch materiaal. Verstrek een plan met schattingen van de manier waarop, waar en wanneer kerntechnisch materiaal zal worden teruggewonnen en/of verwijderd (bv. los materiaal dat in artikelen is geconsolideerd, de verwijdering van artikelen, de terugwinning/verwijdering van materiaal uit ontsmettingsactiviteiten en terugwinning/verwijdering van kerntechnisch materiaal in afvalstoffen) en hoe dit zal worden geboekt;

    (c)verwijdering of onbruikbaar maken van apparatuur die essentieel is voor de werking van de installatie, of voor het hanteren of opslaan van kerntechnisch materiaal.

    OVERIGE INFORMATIE DIE RELEVANT IS VOOR DE TOEPASSING VAN DE VEILIGHEIDSCONTROLE

    42.Overige optionele informatie die de exploitant relevant acht voor de beveiliging van de installatie.

    BIJLAGE I-G. OPSLAGINSTALLATIES

    Administratieve gegevens:

    (a)datum (de datum waarop de mededeling van de fundamentele technische kenmerken is voltooid);

    (b)versie (uniek nummer als referentie);

    (c)verantwoordelijk functionaris (naam en contactgegevens).

    IDENTIFICATIE VAN DE INSTALLATIE    

    1.Naam van de installatie (vermeld de gebruikelijke afkorting, indien van toepassing).

    -    Vermeld de MBA-code(s) (na toekenning).

    2.Locatie, post- en e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    3.Eigenaar (wettelijk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon) met contactgegevens.

    4.Exploitant (wettelijk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon) met contactgegevens.

    5.Beschrijving (alleen belangrijkste kenmerken).

    6.Doel en type van de installatie.

    7.Huidige status (bv. in ontwerp, in aanbouw, in bedrijf, buiten gebruik gesteld en/of in ontmanteling).

    8.Informatie voorafgaande aan het bedrijf.

    Geplande data voor het ontwerp en de bouw, geschatte data van de inbedrijfstelling en het begin van het bedrijf. Gevraagde en/of goedgekeurde vergunningsdata (bv. principebesluit, bouw en verwachte data voor het verzoek om de vergunning voor het bedrijf). Informatie over de verwachte datum van ontvangsten van kerntechnisch materiaal. Schetsen van het ontwerp van de installatie, die zo snel mogelijk moeten worden meegedeeld zodra deze beschikbaar zijn.

    Informatie voorafgaande aan het bedrijf houdt verband met het proces van “veiligheidscontrole-by-design” en is essentieel om de integratie van infrastructuur van apparatuur voor de veiligheidscontrole in het ontwerp en de daaropvolgende bouw van de installatie mogelijk te maken.

    9.Gewoonlijke wijze van exploitatie (toegepast ploegensysteem, benaderende tijdstippen van de bedrijfsperioden per jaar enz.).

    10.Situatieschets (kaart van de installatie, de begrenzingen, de gebouwen, wegen, rivieren, spoorwegen enz.).

    11.Indeling van de installatie:

    (a)aanmerking van de belangrijkste gebieden (structurele insluiting, omheiningen en toegangswegen);

    (b)zone voor de opslag van kerntechnisch materiaal;

    (c)zone voor de opslag van afvalstoffen;

    (d)gevolgde routes voor het vervoer van kerntechnisch materiaal;

    (e)zone voor proeven en experimenten, laboratoria.

    12.De voor de veiligheidscontrole verantwoordelijke persoon, ook voor de boekhouding van kerntechnisch materiaal, met e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    Algemene gegevens over de opslag

    13.Beschrijving van de installatie (met vermelding van de belangrijkste apparatuur voor elke opslagzone).

    14.Ontwerpcapaciteit.

    15.Verwachte jaarlijkse omzet en inventaris.

    ALGEMENE INRICHTING VAN DE INSTALLATIE, MET INBEGRIP VAN MATERIAALGEBRUIK EN -BEHANDELING

    Beschrijving van het kerntechnische materiaal

    16.Beschrijving van het gebruik van het kerntechnische materiaal.

    17.Beschrijf, aan de hand van tekeningen of op een andere manier, al het kerntechnische materiaal dat zich in de installatie bevindt:

    (a)alle typen artikelen die bij de installatie worden gehanteerd;

    (b)chemische samenstelling of voornaamste legeringen;

    (c)vorm en afmetingen;

    (d)verrijkingsinterval en plutoniumgehalte;

    (e)nominaal gewicht van het kerntechnische materiaal met ontwerptoleranties;

    (f)omhullingsmateriaal;

    (g)methoden voor de identificatie van de artikelen;

    (h)stralingsniveau op de locatie van kerntechnisch materiaal.

    Circulatie van kerntechnisch materiaal

    18.Schematisch stroomdiagram voor kerntechnisch materiaal (waarop de meetpunten, verantwoordelijkheidsgebieden, inventarisplaatsen enz. worden vermeld, voor de doeleinden van de exploitant).

    Plaats en hantering van het kerntechnische materiaal

    19.Beschrijving van elke zone voor de opslag van kerntechnisch materiaal (inventarisplaatsen):

    20.Geschatte omvang van de inventaris aan kerntechnisch materiaal in elke opslagzone.

    21.Methode voor het plaatsen van kerntechnisch materiaal in de opslag.

    22.Routes en gebruikte apparatuur voor het hanteren en de verplaatsing van kerntechnisch materiaal.

    23.Frequentie van ontvangst en verzending.

    24.Recipiënten voor de opslag of de verzending van kerntechnisch materiaal en de afscherming.

    Beschermings- en veiligheidsmaatregelen

    25.Basismaatregelen voor de fysieke bescherming van kerntechnisch materiaal.

    26.Specifieke gezondheids- en veiligheidsregels voor de naleving door inspecteurs.

    BOEKHOUDING EN CONTROLE VAN HET KERNTECHNISCHE MATERIAAL (NMAC)

    27.Het NMAC-systeem wordt beschreven onder de volgende kopjes:

    (a)Algemeen

    Beschrijving van de grootboeken en de formaten hiervan (elektronische of papieren versie), de methode voor het registreren van de boekhoudkundige gegevens en het vaststellen van de materiaalbalans;

    (b)Belangrijkste inventariswijzigingen

    Beschrijving van de typische inventariswijzigingen, bv. ontvangsten (met inbegrip van de methode voor het omgaan met expeditieverschillen en hierop volgende boekhoudkundige correcties), zendingen en inventariswijzigingen in verband met afvalstoffen, met inbegrip van een beschrijving van de manier waarop deze wijzigingen worden vastgesteld. Bijbehorende werkstaten en basisgegevens (bv. ontvangst- en verzendformulieren, de initiële registratie van metingen en evaluatiebladen voor de meting) moeten worden bepaald;

    (c)Feitelijke inventaris

    Beschrijving van procedures, geplande periodiciteit, inventarisatiemethoden van de exploitant (zowel voor het aantal artikelen als voor het gewicht van het kerntechnisch materiaal ervan), met inbegrip van relevante controlemethoden en de verwachte nauwkeurigheid, toegang tot kerntechnisch materiaal, mogelijke methoden voor de feitelijke verificatie van onbestraald en bestraald kerntechnisch materiaal;

    (d)Werkstaten en boekhoudkundige overzichten (met inbegrip van logboeken, algemene grootboeken, formulieren voor interne overdrachten, methode van aanpassing of correctie, controlemaatregelen en verantwoordelijkheid voor de overzichten).

    Beschrijving van de manier waarop deze overzichten worden bijgehouden, ook wanneer een aanpassing of correctie nodig is, plaats waar de overzichten kunnen worden geraadpleegd, periode dat deze worden bewaard en taal;

    (e)Bijzondere boekhoudkundige bepalingen

    Beschrijving van bijzondere bepalingen, bijvoorbeeld voor het aanwijzen van partij-ID’s en methoden voor het voorkomen, opsporen en tijdig verhelpen van onregelmatigheden in de boekhouding.

    28.Bepalingen in verband met bestaande of voorziene insluitings- en toezichtsmaatregelen (algemene beschrijving met verwijzing naar de plattegrond en de indeling van de installatie, die het mogelijk maakt om afdichtingen, camera’s, lasers, gegevensdoorgifte op afstand enz. te installeren).

    29.Verstrek voor elk meetpunt van het materiaalbalansgebied de volgende informatie, indien van toepassing:

    (a)beschrijving van plaats, type, identificatie;

    (b)verwachte typen inventariswijzigingen;

    (c)mogelijkheid om dit meetpunt te gebruiken voor de feitelijke inventarisatie;

    (d)fysische en chemische vorm van het kerntechnische materiaal;

    (e)recipiënten voor het kerntechnische materiaal;

    (f)procedures voor steekproeven en gebruikte apparatuur;

    (g)meetmethoden en -apparatuur;

    (h)bron en aantal willekeurige en systematische fouten (gewicht, volume, bemonstering, NDA);

    (i)techniek en periodiciteit van de ijking en gebruikte apparatuur;

    (j)methoden voor het omzetten van basisgegevens in partijgegevens;

    (k)middelen voor de identificatie van partijen;

    (l)verwachte partijdebiet per jaar;

    (m)verwacht aantal inventarispartijen met bijbehorende opslagcapaciteit;

    (n)verwacht aantal artikelen per doorstroming;

    (o)type, samenstelling en hoeveelheid van kerntechnisch materiaal per partij, geschat gewicht van elk element kerntechnisch materiaal, de isotopensamenstelling, indien passend, en de vorm van het kerntechnische materiaal.

    INFORMATIE NA HET BEDRIJF

    30.Data van het ontmantelingsschema (data voor het einde van het bedrijf en de ontmanteling).

    31.Ontmantelingsplan, dat het volgende omvat:

    (a)belangrijke momenten in het ontmantelingsplan;

    (b)verwijdering en terugwinning van kerntechnisch materiaal. Verstrek een plan met schattingen van de manier waarop, waar en wanneer kerntechnisch materiaal zal worden teruggewonnen en/of verwijderd (bv. los materiaal dat in artikelen is geconsolideerd, de verwijdering van artikelen, de terugwinning/verwijdering van materiaal uit ontsmettingsactiviteiten en terugwinning/verwijdering van kerntechnisch materiaal in afvalstoffen) en hoe dit zal worden geboekt;

    (c)verwijdering of onbruikbaar maken van apparatuur die essentieel is voor de werking van de installatie, of voor het hanteren of opslaan van kerntechnisch materiaal.

    OVERIGE INFORMATIE DIE RELEVANT IS VOOR DE TOEPASSING VAN DE VEILIGHEIDSCONTROLE

    32.Overige optionele informatie die de exploitant relevant acht voor de beveiliging van de installatie.

    BIJLAGE I-H. INSTALLATIES VOOR DE BEHANDELING, OPSLAG EN BERGING VAN AFVALSTOFFEN

    Administratieve gegevens:

    (a)datum (de datum waarop de mededeling van de fundamentele technische kenmerken is voltooid);

    (b)versie (uniek nummer als referentie);

    (c)verantwoordelijk functionaris (naam en contactgegevens).

    IDENTIFICATIE VAN DE INSTALLATIE

    1.Naam van de installatie (vermeld de gebruikelijke afkorting, indien van toepassing).

    -    Vermeld de MBA-code(s) (zodra toegekend).

    2.Locatie, post- en e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    3.Eigenaar (wettelijk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon) met contactgegevens.

    4.Exploitant (wettelijk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon) met contactgegevens.

    5.Beschrijving (alleen belangrijkste kenmerken).

    6.Doel en type van de installatie.

    7.Huidige status (bv. in ontwerp, in aanbouw, in bedrijf, buiten gebruik gesteld en/of in ontmanteling, gesloten (alleen voor bergingsinstallaties)).

    8.Informatie voorafgaande aan het bedrijf.

    Geplande data voor het ontwerp en de bouw, geschatte data van de inbedrijfstelling en het begin van het bedrijf. Gevraagde en/of goedgekeurde vergunningsdata (bv. principebesluit, bouw en verwachte data voor het verzoek om de vergunning voor het bedrijf). Informatie over de verwachte datum van ontvangsten van kerntechnisch materiaal. Schetsen van het ontwerp van de installatie, die zo snel mogelijk moeten worden meegedeeld zodra deze beschikbaar zijn.

    Informatie voorafgaande aan het bedrijf houdt verband met het proces van “veiligheidscontrole-by-design” en is essentieel om de infrastructuur van apparatuur voor de veiligheidscontrole in een vroeg stadium van het bouwproject in het ontwerp van de installatie te kunnen opnemen.

    9.Wijze van exploitatie die van invloed is op de productie (toegepast ploegensysteem, benaderende tijdstippen van de bedrijfsperioden per jaar).

    10.Situatieschets (kaart van de installatie, de begrenzingen, de gebouwen, wegen, rivieren, spoorwegen enz.).

    11.Indeling van de installatie:

    (a)structurele insluiting, omheiningen en toegangswegen;

    (b)gevolgde routes voor het vervoer van kerntechnisch materiaal;

    (c)zones voor de opslag van afvalstoffen;

    (d)zones voor de berging van afvalstoffen;

    (e)elke hoofdzone voor de verwerking en het verwerkingslaboratorium;

    (f)zones voor proeven en experimenten;

    (g)analytisch laboratorium.

    12.De voor de veiligheidscontrole verantwoordelijke persoon, ook voor de boekhouding van kerntechnisch materiaal, met e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    Algemene procesparameters

    13.Beschrijving van de installatie (met vermelding van de belangrijkste apparatuur).

    14.Beschrijving van het proces (met vermelding van de wijziging van de fysische en chemische vorm).

    15.Ontwerpcapaciteit (in gewicht van belangrijkste producten per jaar).

    16.Verwachte omzet (in de vorm van een toekomstgericht programma, met vermelding van de aandelen van diverse toevoeren en producten).

    17.Overige belangrijke apparatuur waarvoor kerntechnisch materiaal wordt gebruikt of waarmee dit wordt geproduceerd of verwerkt (zoals test- en experimentele apparatuur).

    ALGEMENE INRICHTING VAN DE INSTALLATIE, MET INBEGRIP VAN MATERIAALGEBRUIK, MATERIAALBOEKHOUDING, INSLUITING EN BEWAKING

    Beschrijving van het kerntechnische materiaal

    18.Beschrijving van het belangrijkste materiaal:

    (a)chemische en fysische vorm (met inbegrip van het gehalte aan kerntechnisch materiaal en de verrijking);

    (b)omvang van de partij/het debiet en campagneperiode, middelen voor de identificatie van partijen;

    (c)zone voor de opslag van kerntechnisch materiaal en installatie-inventaris (met vermelding van eventuele veranderingen in de omzet);

    (d)frequentie van ontvangsten of zendingen (partijen/eenheden per maand).

    19.Overig kerntechnisch materiaal in de installatie en op de plaats ervan, indien van toepassing.

    20.Schematisch stroomdiagram voor kerntechnisch materiaal (waarop de bemonsteringspunten, de circulatie- en inventarismeetpunten, de verantwoordelijkheidsgebieden, de inventarislocaties enz. worden vermeld).

    21.Typen, vorm, omvang van het gehalte aan kerntechnisch materiaal (met inbegrip van verrijking, zoals van toepassing), omvang van hoeveelheden circulerend kerntechnisch materiaal voor elk hanteringsgebied voor kerntechnisch materiaal.

    Hantering van het kerntechnische materiaal

    22.Beschrijving van recipiënten, verpakking en opslagzone.

    23.Methoden en middelen voor de overdracht van kerntechnisch materiaal (beschrijf ook de gebruikte apparatuur).

    24.De gevolgde routes voor het vervoer van kerntechnisch materiaal (met een verwijzing naar de plattegrond van de installatie).

    25.Afscherming (voor opslag en overdracht).

    Onderhoud van de installatie

    26.Onderhoud, ontsmetting, schoonmaken (geef in gevallen waarin schoonmaken en/of bemonstering niet mogelijk is aan hoe de restanten kerntechnisch materiaal worden gemeten of berekend):

    (a)normaal onderhoud van de installatie;

    (b)ontsmetting van de installatie en apparatuur en latere terugwinning van kerntechnisch materiaal;

    (c)schoonmaken van de installatie en apparatuur, met inbegrip van manieren om te waarborgen dat vaten leeg zijn;

    (d)opstarten en uitschakelen van de installatie (indien dit verschilt van het normale bedrijf).

    Beschermings- en veiligheidsmaatregelen

    27.Basismaatregelen voor de fysieke bescherming van kerntechnisch materiaal.

    28.Specifieke gezondheids- en veiligheidsregels voor de naleving door inspecteurs (indien omvangrijk, afzonderlijk bijvoegen).

    BOEKHOUDING EN CONTROLE VAN HET KERNTECHNISCHE MATERIAAL (NMAC)

    29.Beschrijving van het NMAC-systeem, de methode voor het registreren en rapporteren van boekhoudkundige gegevens en het vaststellen van materiaalbalansen, de frequentie van de materiaalbalansen, de procedures voor de aanpassing van de boekhouding na fouten bij de inventarisatie van de installatie enz., onder de volgende kopjes:

    (a)Algemeen

    Beschrijving van de grootboeken en de vorm hiervan (elektronisch of papier). Basisgegevens (bv. verzend- en ontvangstformulieren, interne-overdrachtsdocumenten, formulieren voor de feitelijke inventaris, de oorspronkelijke registratie van metingen en evaluatiebladen voor de meting). Procedures voor aanpassingen en correcties (met vermelding van de manier waarop aanpassingen worden goedgekeurd en gestaafd);

    (b)Ontvangstbewijzen (met inbegrip van de methode voor de omgang met expeditieverschillen en daaropvolgende correcties van de boekhouding; controles en metingen om het gehalte aan kerntechnisch materiaal te bevestigen);

    (c)Zendingen (producten, afvalstoffen);

    (d)Overboekingen naar bewaarde afvalstoffen (methode voor het vaststellen van hoeveelheden, opslagmethode en beoogde opslagperiode, mogelijk later gebruik van bewaarde afvalstoffen);

    (e)Uitstoot in het milieu (methode voor het vaststellen van hoeveelheden, uitstootmethode);

    (f)Overige inventariswijzigingen, bv. overboekingen naar geconditioneerde afvalstoffen, niet-gemeten verlies (methode voor het vaststellen van hoeveelheden);

    (g)Feitelijke inventaris

    Beschrijving van de procedures, geplande frequentie, geschatte verspreiding van kerntechnisch materiaal, inventarisatiemethoden van de exploitant (zowel voor het aantal artikelen als het gewicht van het kerntechnisch materiaal ervan, met inbegrip van de desbetreffende controlemethode), toegankelijkheid en mogelijke verificatiemethode voor kerntechnisch materiaal, verwachte nauwkeurigheid en toegang tot kerntechnisch materiaal. Met name de beschrijving van de procedures moet ertoe leiden dat de basisbenadering voor de inventaris wordt gebruikt, dat wil zeggen het plannen, organiseren en uitvoeren van de inventarisatie, de hoofdverantwoordelijkheid voor de inventaris, het schoonmaken na het proces en de boekhouding van de restanten na het proces;

    (h)Werkstaten en boekhoudkundige overzichten (met inbegrip van logboeken, algemene grootboeken, formulieren voor interne overdrachten, methode van aanpassing of correctie, controlemaatregelen en verantwoordelijkheid voor de overzichten). Beschrijving van de manier waarop deze overzichten worden bijgehouden, ook wanneer een aanpassing of correctie nodig is, plaats waar de overzichten kunnen worden geraadpleegd, periode dat deze worden bewaard en taal;

    (i)Bijzondere boekhoudkundige bepalingen

    Beschrijving van bijzondere bepalingen, bijvoorbeeld voor het aanwijzen van partij-ID’s en methoden voor het voorkomen, opsporen en tijdig verhelpen van onregelmatigheden in de boekhouding.

    30.Vermeld voor elk circulatie- en inventarismeetpunt en de bemonsteringspunten van de verantwoordelijkheidsgebieden de volgende informatie, indien van toepassing:

    (a)beschrijving van plaats, type, identificatie;

    (b)verwachte typen inventariswijzigingen bij dit meetpunt en de mogelijkheid om dit meetpunt te gebruiken voor de feitelijke inventarisatie;

    (c)chemische en fysische vorm van het materiaal;

    (d)procedure voor steekproeven en gebruikte apparatuur;

    (e)meet-/analytische methode en gebruikte apparatuur;

    (f)bron en aantal willekeurige en systematische fouten (weging, volume, bemonstering, analytisch);

    (g)rekenkundige techniek en techniek voor de foutenvoortplanting;

    (h)techniek en periodiciteit van de ijking en gebruikte apparatuur;

    (i)programma voor de continue evaluatie van de nauwkeurigheid van het gewicht, het volume, de bemonsteringstechnieken en meetmethoden;

    j)    programma voor de statistische evaluatie van de gegevens uit h) en i);

    31.Algemene maximale toelaatbare fouten. Beschrijf de procedures voor het combineren van vastgestelde individuele meetfouten om de algemene maximale toelaatbare fouten te bepalen voor:

    (a)expeditieverschillen;

    (b)de formele inventaris;

    (c)de feitelijke inventaris;

    (d)het onboekbare materiaal.



    INFORMATIE NA HET BEDRIJF

    32.Data van het ontmantelingsschema (data voor het einde van het bedrijf en de ontmanteling).

    33.Ontmantelingsplan, dat het volgende omvat:

    (a)belangrijke momenten in het ontmantelingsplan;

    (b)verwijdering en terugwinning van kerntechnisch materiaal. Verstrek een plan met schattingen van de manier waarop, waar en wanneer kerntechnisch materiaal zal worden teruggewonnen en/of verwijderd (bv. los materiaal dat in artikelen is geconsolideerd, de verwijdering van artikelen, de terugwinning/verwijdering van materiaal uit ontsmettingsactiviteiten en terugwinning/verwijdering van kerntechnisch materiaal in afvalstoffen) en hoe dit zal worden geboekt;

    (c)verwijdering of onbruikbaar maken van apparatuur die essentieel is voor de werking van de installatie, of voor het hanteren of opslaan van kerntechnisch materiaal.

    OVERIGE INFORMATIE DIE RELEVANT IS VOOR DE TOEPASSING VAN DE VEILIGHEIDSCONTROLE

    34.Overige optionele informatie die de exploitant relevant acht voor de beveiliging van de installatie.

    BIJLAGE I-J. INSTALLATIES VOOR DE INKAPSELING VAN VERBRUIKTE SPLIJTSTOF

    Administratieve gegevens:

    (a)datum (de datum waarop de mededeling van de fundamentele technische kenmerken is voltooid);

    (b)versie (uniek nummer als referentie);

    (c)verantwoordelijk functionaris (naam en contactgegevens).

    IDENTIFICATIE VAN DE INSTALLATIE    

    1.Naam van de installatie (vermeld de gebruikelijke afkorting, indien van toepassing).

    -    vermeld de MBA-code (zodra toegekend).

    2.Locatie, post- en e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    3.Eigenaar (wettelijk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon) met contactgegevens.

    4.Exploitant (wettelijk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon) met contactgegevens.

    5.Beschrijving (alleen belangrijkste kenmerken).

    6.Doel en type van de installatie.

    7.Huidige status (bv. in ontwerp, in aanbouw, in bedrijf, buiten gebruik gesteld en/of in ontmanteling).

    8.Informatie voorafgaande aan het bedrijf.

    Geplande data voor het ontwerp en de bouw, geschatte data van de inbedrijfstelling en het begin van het bedrijf. Gevraagde en/of goedgekeurde vergunningsdata (bv. principebesluit, bouw en verwachte data voor het verzoek om de vergunning voor het bedrijf). Informatie over de verwachte datum van ontvangsten van kerntechnisch materiaal. Schetsen van het ontwerp van de installatie, die zo snel mogelijk moeten worden meegedeeld zodra deze beschikbaar zijn.

    Informatie voorafgaande aan het bedrijf houdt verband met het proces van “veiligheidscontrole-by-design” en is essentieel om de integratie van infrastructuur van apparatuur voor de veiligheidscontrole in het ontwerp en de daaropvolgende bouw van de installatie mogelijk te maken.

    9.Gewoonlijke wijze van exploitatie (toegepast ploegensysteem, benaderende tijdstippen van de bedrijfsperioden per jaar enz.).

    10.Situatieschets (kaart van de installatie, de begrenzingen, de gebouwen, wegen, rivieren, spoorwegen enz.).

    11.Plattegrond van de installatie, met inbegrip van tekeningen van verdiepingen en afdelingen:

    (a)aanmerking van de belangrijkste gebieden (structurele insluiting, omheiningen en toegangswegen);

    (b)gevolgde routes voor het vervoer van kerntechnisch materiaal, bergingsvaten en containers voor verbruikte splijtstof;

    (c)zones voor de opslag van kerntechnisch materiaal en bergingsvaten;

    (d)zone voor de opslag van afvalstoffen;

    (e)elke hoofdzone voor de verwerking en het verwerkingslaboratorium;

    (f)zone voor proeven en experimenten, analytische laboratoria, indien van toepassing.

    12.De voor de veiligheidscontrole verantwoordelijke persoon, ook voor de boekhouding van kerntechnisch materiaal, met e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    Algemene gegevens over de installatie

    13.Beschrijving van het proces en de plaatsen, met vermelding van:

    (a)alle fasen van het proces;

    (b)alle zones voor ontvangst, verzending, verwerking en opslag.

    14.Beschrijving van het proces, met inbegrip van het stroomdiagram voor het proces.

    15.Ontwerpcapaciteit.

    16.Verwachte jaarlijkse omzet en inventaris van zones voor de opslag en het proces.

    17.Belangrijkste artikelen die in de installatie worden gebruikt, met inbegrip van toezichts- en meetapparatuur, ook voor test- en experimentele doeleinden.

    ALGEMENE INRICHTING VAN DE INSTALLATIE, MET INBEGRIP VAN HET GEBRUIK EN DE BEHANDELING VAN KERNTECHNISCH MATERIAAL

    Beschrijving en circulatie van kerntechnisch materiaal

    18.Beschrijving van het kerntechnische materiaal:

    (a)belangrijkste typen kerntechnisch materiaal en boekhoudkundige eenheden die in de installatie moeten worden behandeld;

    (b)fysische (mechanische) vorm, omhulling en algehele afmetingen van pakketten van verbruikte splijtstof;

    (c)    fysische (mechanische) vorm, algehele afmetingen en capaciteit van bergingsvaten;

    (d)fysische vorm en algehele afmetingen en capaciteit van andere typen recipiënten en verpakkingen;

    (e)middelen voor de identificatie van partijen en artikelen, omvang van de partij, debiet en campagneperiode;

    (f)bereik van oorspronkelijke gewichten van zware metalen en oorspronkelijke verrijking van splijtstofpakketten;

    (g)omvang van de versplijting van verbruikte splijtstof, afkoelingstijden en plutoniumgehalte van splijtstofpakketten;

    (h)bereik van de stralingsniveaus in zones voor de opslag en verwerking van kerntechnisch materiaal;

    (i)bereik van stralings- en warmteniveaus aan de buitenkant van transportcontainers en bergingsvaten.

    19.Overig kerntechnisch materiaal in de installatie naast verbruikte splijtstof (type, vorm, hoeveelheid en plaats).

    20.Circulatie van kerntechnisch materiaal:

    (a)schematisch stroomdiagram en tekeningen;

    (b)debiet- en inventarismeetpunten, verantwoordelijkheidsgebieden, inventarisplaatsen;

    (c)frequentie van ontvangst en verzending.

    21.Omvang van de stroom aan kerntechnisch materiaal voor elk hanteringsgebied voor kerntechnisch materiaal, met inbegrip van de omvang en de maximale hoeveelheden van kerntechnisch materiaal:

    (a)zones voor de ontvangst en verzending;

    (b)zone voor de verwerking (d.w.z. hanteringscel);

    (c)opslagzone;

    (d)overige plaatsen.

    22.Ontwerpomvang van de inventaris aan kerntechnisch materiaal in elke opslagzone.

    Hantering van het kerntechnische materiaal

    23.Beschrijving van de recipiënten, vaten en verpakkingen waarin kerntechnisch materiaal wordt vervoerd (met inbegrip van de omvang, het ontwerp, het ontwerp van de binnenkant van de vaten, het gebruikte materiaal, de capaciteit, de sluiting enz.). Verwijs indien beschikbaar naar tekeningen.

    24.Beschrijving van elke zone voor de opslag en verwerking van kerntechnisch materiaal, met inbegrip van het bereik van de stralingsniveaus in deze zones.

    25.Afscherming in verschillende verwerkings-, opslag- en overdrachtszones.

    26.Methoden en middelen voor het hanteren en vervoeren van kerntechnisch materiaal en van transportcontainers in verwerkings- en opslagzones.

    27.De gevolgde routes voor het vervoer van kerntechnisch materiaal, recipiënten en vaten, met een verwijzing naar de plattegrond van de installatie.

    28.Onderhoud en ontsmetting:

    (a)normaal onderhoud van de installatie;

    (b)ontsmetting van de installatie en apparatuur;

    (c)procedures voor het opstarten en uitschakelen van de installatie.

    Beschermings- en veiligheidsmaatregelen

    29.Basismaatregelen voor de fysieke bescherming van kerntechnisch materiaal.

    30.Specifieke gezondheids- en veiligheidsregels voor de naleving door inspecteurs.

    BOEKHOUDING EN CONTROLE VAN HET KERNTECHNISCHE MATERIAAL

    31.Het NMAC-systeem wordt beschreven onder de volgende kopjes:

    (a)Algemeen

    Beschrijving van de grootboeken en de formaten hiervan (elektronische of papieren versie), de methode voor het registreren van de boekhoudkundige gegevens en het vaststellen van de materiaalbalansen;

    (b)Belangrijkste inventariswijzigingen

    Beschrijving van de typische inventariswijzigingen, bv. ontvangsten (met inbegrip van de methode voor het omgaan met boekhoudkundige correcties, de toegepaste controles en metingen om verbruikte-splijtstofartikelen te bevestigen), veranderingen van partij, zendingen van bergingsvaten en overig kerntechnisch materiaal (inclusief afvalstoffen), met inbegrip van een beschrijving van de manier waarop deze wijzigingen worden vastgesteld. Overeenkomstige werkstaten en basisgegevens (bv. ontvangst- en verzendformulieren) moeten worden bepaald;

    (c)Feitelijke inventaris

    Beschrijving van de procedures, de inventarisatiemethode van de exploitant, de geplande frequentie, de geschatte verspreiding van kerntechnisch materiaal, de toegankelijkheid en de verificatiemethode;

    (d)Werkstaten en boekhoudkundige overzichten (met inbegrip van logboeken, algemene grootboeken, formulieren voor interne overdrachten, methode van aanpassing of correctie, controlemaatregelen en verantwoordelijkheid voor de overzichten).

    Beschrijving van de manier waarop deze overzichten worden bijgehouden, ook wanneer een aanpassing of correctie nodig is, plaats waar de overzichten kunnen worden geraadpleegd, periode dat deze worden bewaard en taal;

    (e)Bijzondere boekhoudkundige bepalingen

    Beschrijving van bijzondere bepalingen, bijvoorbeeld voor het aanwijzen van partij-ID’s en methoden voor het voorkomen, opsporen en tijdig verhelpen van onregelmatigheden in de boekhouding.

    32.Bepalingen in verband met bestaande of voorziene insluitings- en toezichtsmaatregelen (algemene beschrijving met verwijzing naar de plattegrond en de indeling van de installatie, die het mogelijk maakt om afdichtingen, camera’s, lasers, gegevensdoorgifte op afstand enz. te installeren).

    33.Verstrek voor elk meetpunt van het materiaalbalansgebied de volgende informatie, indien van toepassing:

    (a)beschrijving van plaats, type, identificatie;

    (b)verwachte typen inventariswijzigingen en de mogelijkheid om dit meetpunt te gebruiken voor de feitelijke inventarisatie;

    (c)fysische en chemische vorm van het kerntechnische materiaal;

    (d)recipiënten voor het kerntechnische materiaal;

    (e)procedures voor steekproeven en gebruikte apparatuur;

    (f)gebruikte meetmethoden en -apparatuur, met inbegrip van stralingsmetingen in de hanteringscel;

    (g)bron en mate van nauwkeurigheid;

    (h)techniek en periodiciteit van de ijking en gebruikte apparatuur;

    (i)methoden voor het omzetten van basisgegevens in partijgegevens;

    (j)middelen voor de identificatie van partijen;

    (k)verwachte partijdebiet per jaar;

    (l)verwacht aantal inventarispartijen;

    (m)verwacht aantal artikelen per doorstroming;

    (n)type, samenstelling en kwantiteit van kerntechnisch materiaal per partij, totaal gewicht van elk element kerntechnisch materiaal, de isotopensamenstelling, indien passend, en de vorm van het kerntechnische materiaal.

    INFORMATIE NA HET BEDRIJF

    34.Data van het ontmantelingsschema (data voor het einde van het bedrijf en de ontmanteling).

    35.Ontmantelingsplan, dat het volgende omvat:

    (a)belangrijke momenten in het ontmantelingsplan;

    (b)verwijdering en terugwinning van kerntechnisch materiaal. Verstrek een plan met schattingen van de manier waarop, waar en wanneer kerntechnisch materiaal zal worden teruggewonnen en/of verwijderd (bv. los materiaal dat in artikelen is geconsolideerd, de verwijdering van artikelen, de terugwinning/verwijdering van materiaal uit ontsmettingsactiviteiten en terugwinning/verwijdering van kerntechnisch materiaal in afvalstoffen) en hoe dit zal worden geboekt;

    (c)verwijdering of onbruikbaar maken van apparatuur die essentieel is voor de werking van de installatie, of voor het hanteren of opslaan van kerntechnisch materiaal.

    OVERIGE INFORMATIE DIE RELEVANT IS VOOR DE TOEPASSING VAN DE VEILIGHEIDSCONTROLE

    36.Overige optionele informatie die de exploitant relevant acht voor de beveiliging van de installatie.

    BIJLAGE I-K. GEOLOGISCHE OPBERGINGSMIJNEN

    Administratieve gegevens:

    (a)datum (de datum waarop de mededeling van de fundamentele technische kenmerken is voltooid);

    (b)versie (uniek nummer als referentie);

    (c)verantwoordelijk functionaris (naam en contactgegevens).

    IDENTIFICATIE VAN DE INSTALLATIE    

    1.Naam van de installatie (vermeld de gebruikelijke afkorting, indien van toepassing).

    -    vermeld de MBA-code(s) (zodra toegekend).

    2.Locatie, post- en e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    3.Eigenaar (wettelijk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon) met contactgegevens.

    4.Exploitant (wettelijk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon) met contactgegevens.

    5.Beschrijving (alleen belangrijkste kenmerken).

    6.Doel en type van de installatie.

    7.Huidige status (bv. in ontwerp, in aanbouw, in bedrijf, fase na bedrijf).

    8.Informatie voorafgaande aan het bedrijf.

    Geplande data voor het ontwerp en de bouw, geschatte data van de inbedrijfstelling en het begin van het bedrijf. Gevraagde en/of goedgekeurde vergunningsdata (bv. principebesluit, bouw en verwachte data voor het verzoek om de vergunning voor het bedrijf). Informatie over de verwachte datum van ontvangsten van kerntechnisch materiaal. Schetsen van het ontwerp van de installatie, die zo snel mogelijk moeten worden meegedeeld zodra deze beschikbaar zijn.

    Informatie voorafgaande aan het bedrijf houdt verband met het proces van “veiligheidscontrole-by-design” en is essentieel om de integratie van infrastructuur van apparatuur voor de veiligheidscontrole in het ontwerp en de daaropvolgende bouw van de installatie mogelijk te maken.

    9.Gewoonlijke wijze van exploitatie (toegepast ploegensysteem, benaderende tijdstippen van de bedrijfsperioden per jaar enz.).

    10.Situatieschets (kaart van de installatie, de begrenzingen, de gebouwen, wegen, rivieren, spoorwegen enz.).

    11.Plattegrond van de installatie, met inbegrip van gerelateerde tekeningen:

    (a)aanmerking van de belangrijkste gebieden (structurele insluiting, omheiningen en toegangswegen);

    (b)gevolgde routes voor het vervoer van kerntechnisch materiaal, bergingsvaten;

    (c)zones voor de opslag van kerntechnisch materiaal en bergingsvaten;

    (d)zone voor berging;

    (e)belangrijkste toegangswegen voor voertuigen en personeel en ventilatieschachten;

    (f)toegangs- en bergingstunnels;

    (g)zone voor proeven en experimenten, analytische laboratoria, indien van toepassing.

    12.De voor de veiligheidscontrole verantwoordelijke persoon, ook voor de boekhouding van kerntechnisch materiaal, met e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    Algemene gegevens over de installatie

    13.Beschrijving van de geologische gegevens en het ontwerp van de installatie:

    (a)informatie over de gastgeologie van de geologische opbergingsmijn (met inbegrip van de geologische stratificatie; geochemie; geofysica; de identificatie van radionucliden in de omgeving van de opbergingsmijn; en bewijs en conclusies met betrekking tot de integriteit van het gastgesteente);

    (b)beschrijving van de verboden zone en andere gecontroleerde zones die rond de opbergingsmijn zijn vastgesteld;

    (c)kenmerkende activiteiten in de geologische opbergingsmijn (bv. ondergrondse opgravingen en verkennende activiteiten);

    (d)monitoringsystemen voor opgravingsactiviteiten (met inbegrip van typen, exacte locaties en diepte van de sensoren; overige monitoringsystemen, met inbegrip van veiligheidsmonitoring; overige apparatuur, met inbegrip van test- en experimentele apparatuur);

    (e)informatie over het ontwerp van de oppervlaktegebieden (met inbegrip van ontvangst, opslag en voorbereiding van vaten voor berging);

    (f)informatie over het ontwerp van het ondergrondse deel van de geologische opbergingsmijn (met inbegrip van een plattegrond, isolerende deuren, maatregelen om de wanden en plafonds van uitgravingen te versterken of stabiliseren; grootte en kenmerken van de schacht en het ventilatiegat enz.);

    (g)informatie over de toegangswegen voor personeel en materiaal; nutsvoorzieningen; zones voor ontvangst en opslag van bergingsvaten;

    (h)takel en capaciteit van het voertuig voor het vervoer van vaten (maximaal gewicht van de lading).

    14.Beschrijving van het proces, met inbegrip van activiteiten boven en onder de grond, wisselende belasting, uitgravingen van de tunnel en schacht, verwijdering van steen, preparatie, vervoer en opslag van vaten en opvulling en sluiting van de tunnel, met een nominale planning van de verschillende processen.

    15.Ontwerpcapaciteit.

    16.Verwacht jaarlijks bergingsplan.

    17.Belangrijkste apparatuur die in de installatie wordt gebruikt.

    ALGEMENE INRICHTING VAN DE INSTALLATIE, MET INBEGRIP VAN HET GEBRUIK EN DE BEHANDELING VAN KERNTECHNISCH MATERIAAL

    Beschrijving en circulatie van kerntechnisch materiaal

    18.Beschrijving van het kerntechnische materiaal:

    (a)typen kerntechnisch materiaal, met inbegrip van overig kerntechnisch en radioactief materiaal in de installatie naast verbruikte splijtstof, indien van toepassing (type, vorm, hoeveelheid en plaats);

    (b)typen verantwoordelijkheidseenheden (bv. bergingsvaten en andere recipiënten) die in de installatie moeten worden behandeld;

    (c)verschijning, middelen voor de identificatie en algemene omvang van verantwoordelijkheidseenheden;

    (d)aantal splijtstofpakketten of hoeveelheid ander radioactief materiaal per bergingsvat of andere recipiënt;

    (e)aantal bergingsvaten of andere recipiënten per transportcontainer of transportvoertuig;

    (f)gewichtsbereik van het kerntechnische materiaal per bergingsvat of andere recipiënt;

    (g)bereik van stralings- en warmteniveaus aan de buitenkant van bergingsvaten en/of -containers.

    19.Circulatie van kerntechnisch materiaal:

    (a)schematisch stroomdiagram;

    (b)debiet- en inventarismeetpunten, verantwoordelijkheidsgebieden, inventarisplaatsen;

    (c)frequentie van de ontvangst van boekhoudkundige eenheden en overbrengingen naar plaatsen onder de grond;

    (d)gevolgde routes en opberging van bergingsvaten of andere recipiënten.

    20.Ontworpen omvang van de inventaris aan kerntechnisch materiaal in elke opslagzone.

    Bedrijf van de installatie en behandeling van het kerntechnische materiaal

    21.Beschrijving van de recipiënten, vaten en verpakkingen waarin kerntechnisch materiaal wordt vervoerd (met inbegrip van de omvang, het ontwerp, het ontwerp van de binnenkant van de vaten, het gebruikte materiaal, de capaciteit, de sluiting enz.). Verwijs indien beschikbaar naar tekeningen.

    22.Afscherming in verschillende opslag- en overdrachtszones.

    23.Methoden en middelen voor het hanteren en overbrengen van kerntechnisch materiaal en vaten in zones voor opslag en opberging, met inbegrip van een beschrijving van het transportvoertuig.

    24.De gevolgde routes voor het vervoer van kerntechnisch materiaal (met een verwijzing naar de plattegrond van de installatie).

    25.Beschrijving van elke zone voor de opslag van kerntechnisch materiaal.

    26.Methode voor het plaatsen van kerntechnisch materiaal in de opslagzones.

    27.Methode voor het opbergen van kerntechnisch materiaal en de opvulling.

    28.Beschrijving van en aantal zones voor de opberging van kerntechnisch materiaal en bergingstunnel.

    29.Beschrijving van onderhoudsactiviteiten en -gebieden.

    Beschermings- en veiligheidsmaatregelen

    30.Basismaatregelen voor de fysieke bescherming van kerntechnisch materiaal.

    31.Specifieke gezondheids- en veiligheidsregels voor de naleving door inspecteurs.

    BOEKHOUDING EN CONTROLE VAN HET KERNTECHNISCHE MATERIAAL (NMAC)

    32.Het NMAC-systeem wordt beschreven onder de volgende kopjes:

    (a)Algemeen

    Beschrijving van de grootboeken en de formaten hiervan (elektronische of papieren versie), de methode voor het registreren van de boekhoudkundige gegevens en het vaststellen van de materiaalbalansen;

    (b)Belangrijkste inventariswijzigingen

    Beschrijving van de typische inventariswijzigingen, bv. ontvangsten (met inbegrip van de methode voor het omgaan met boekhoudkundige correcties, de gebruikte verificaties) en zendingen van bergingsvaten, indien plaatsgevonden, en overbrengingen, indien van toepassing. Overeenkomstige werkstaten en basisgegevens, zoals ontvangst- en verzendformulieren, moeten worden bepaald;

    (c)Feitelijke inventaris

    Beschrijving van de procedures, de inventarisatiemethode van de exploitant, de geplande frequentie, de geschatte verspreiding van kerntechnisch materiaal, de toegankelijkheid en de verificatiemethode;

    (d)Werkstaten en boekhoudkundige overzichten (met inbegrip van logboeken, algemene grootboeken, formulieren voor interne overdrachten, methode van aanpassing of correctie, controlemaatregelen en verantwoordelijkheid voor de overzichten).

    Beschrijving van de manier waarop deze overzichten worden bijgehouden, ook wanneer een aanpassing of correctie nodig is, plaats waar de overzichten kunnen worden geraadpleegd, periode dat deze worden bewaard en taal;

    (e)Bijzondere boekhoudkundige bepalingen

    Beschrijving van bijzondere bepalingen, bijvoorbeeld voor het aanwijzen van partij-ID’s en methoden voor het voorkomen, opsporen en tijdig verhelpen van onregelmatigheden in de boekhouding.

    33.Bepalingen in verband met bestaande of mogelijke insluitings- en toezichtsmaatregelen (algemene beschrijving met verwijzing naar de plattegrond en de indeling van de installatie, die het mogelijk maakt om afdichtingen, camera’s, lasers, gegevensdoorgifte op afstand enz. te installeren).

    34.Verstrek voor elk meetpunt van het materiaalbalansgebied (bv. opslagzone, bergingstunnel) de volgende informatie, indien van toepassing:

    (a)beschrijving van plaats, type, identificatie;

    (b)verwachte typen inventariswijzigingen en de mogelijkheid om dit meetpunt te gebruiken voor de feitelijke inventarisatie;

    (c)gebruikte apparatuur voor hantering en overbrenging;

    (d)verificatiemethoden en gebruikte apparatuur;

    (e)middelen voor de identificatie van partijen;

    (f)verwacht aantal inventarispartijen en stroom per jaar.

    OVERIGE INFORMATIE DIE RELEVANT IS VOOR DE TOEPASSING VAN DE VEILIGHEIDSCONTROLE

    35.Overige optionele informatie die de exploitant relevant acht voor de beveiliging van de installatie.

    BIJLAGE I-L. PLAATS BUITEN FACILITEITEN (LOF)

    Administratieve gegevens:

    (a)datum (de datum waarop de mededeling van de fundamentele technische kenmerken is voltooid);

    (b)versie (uniek nummer als referentie);

    (c)verantwoordelijk functionaris (naam en contactgegevens).

    IDENTIFICATIE VAN DE INSTALLATIE EN HET KERNTECHNISCHE MATERIAAL

    1.Naam van de installatie (vermeld de gebruikelijke afkorting, indien van toepassing).

    -    Vermeld de MBA-code(s) (zodra toegekend).

    2.Locatie, post- en e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    3.Eigenaar (wettelijk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon) met contactgegevens.

    4.Exploitant (wettelijk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon) met contactgegevens.

    5.Beschrijving (belangrijkste kenmerken).

    6.Doel (beoogde gebruik van het kerntechnische materiaal).

    7.Huidige status (bv. in aanbouw, in bedrijf, buiten gebruik gesteld en/of in ontmanteling).

    8.Plattegrond van het gebied (met de locatie van de installatie, toegangswegen, rivieren, spoorwegen enz.).

    9.Indeling van de installatie (met de zones voor de hantering en opslag van kerntechnisch materiaal, laboratoria, handschoenkasten, grenzen, omheiningen enz.).

    10.De voor de veiligheidscontrole verantwoordelijke persoon, ook voor de boekhouding van kerntechnisch materiaal, met e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    11.Categorieën kerntechnisch materiaal dat in de installatie wordt gebruikt.

    12.Beschrijving van het kerntechnische materiaal:

    (a)beschrijf voor elke categorie de gangbare partijen en artikelen;

    (b)chemische en fysische vorm;

    (c)verrijkingsinterval en plutoniumgehalte;

    (d)hoeveelheid kerntechnisch materiaal dat gewoonlijk op de plaats wordt bewaard per categorie.

    13.Middelen voor de identificatie van kerntechnisch materiaal.

    14.Stralingsniveau (dosissnelheid op het oppervlak en op 1 meter afstand van het kerntechnische materiaal).

    15.Beschrijving van de belangrijkste recipiënten die worden gebruikt voor het transport, de opslag en de behandeling.

    16.Apparatuur voor de overdracht van kerntechnisch materiaal.

    17.Identificatie van de meetpunten, verantwoordelijkheidsgebieden, inventarisplaatsen, schematisch stroomdiagram, indien beschikbaar.

    Beschermings- en veiligheidsmaatregelen

    18.Basismaatregelen voor de fysieke bescherming van kerntechnisch materiaal.

    19.Specifieke gezondheids- en veiligheidsregels.

    BOEKHOUDING EN CONTROLE VAN HET KERNTECHNISCHE MATERIAAL (NMAC)

    20.Het NMAC-systeem wordt beschreven onder de volgende kopjes:

    (a)Algemeen

    Beschrijving van de grootboeken en de formaten hiervan (elektronische of papieren versie), de methode voor het registreren van de boekhoudkundige gegevens en het vaststellen van de materiaalbalans;

    (b)Belangrijkste inventariswijzigingen

    Beschrijving van de typische inventariswijzigingen, bv. ontvangsten, zendingen, wijzigingen in verband met afvalstoffen, afronding en aanpassingen (de overzichten en basisgegevens moeten worden bewaard), met inbegrip van een beschrijving van de manier waarop deze wijzigingen zijn vastgesteld. Bijbehorende werkstaten en basisgegevens (bv. ontvangst- en verzendformulieren, de initiële registratie van metingen en evaluatiebladen voor de meting) moeten worden bepaald;

    (c)Feitelijke inventaris

    Beschrijving van procedures, geplande frequentie, inventarisatiemethoden van de exploitant (zowel voor het aantal artikelen als voor het gewicht van het kerntechnisch materiaal ervan), met inbegrip van relevante controlemethoden en de verwachte nauwkeurigheid, toegang tot kerntechnisch materiaal, mogelijke methoden voor de feitelijke verificatie van kerntechnisch materiaal;

    (d)Werkstaten en boekhoudkundige overzichten (met inbegrip van logboeken, algemene grootboeken, formulieren voor interne overdrachten, methode van aanpassing of correctie, controlemaatregelen en verantwoordelijkheid voor de overzichten).

    Beschrijving van de manier waarop deze overzichten worden bijgehouden, ook wanneer een aanpassing of correctie nodig is, plaats waar de overzichten kunnen worden geraadpleegd, periode dat deze worden bewaard en taal;

    (e)Bijzondere boekhoudkundige bepalingen

    Beschrijving van bijzondere bepalingen, bijvoorbeeld voor het aanwijzen van partij-ID’s en methoden voor het voorkomen, opsporen en tijdig verhelpen van onregelmatigheden in de boekhouding.

    21.Bepalingen in verband met bestaande of voorziene insluitings- en toezichtsmaatregelen (algemene beschrijving met verwijzing naar de plattegrond en de indeling van de installatie, die het mogelijk maakt om afdichtingen, camera’s enz. te installeren).

    22.Verstrek voor elk meetpunt van het materiaalbalansgebied de volgende informatie, indien van toepassing:

    (a)beschrijving van plaats, type en identificatie;

    (b)fysische en chemische vorm van het kerntechnische materiaal (met een beschrijving van het omhullingsmateriaal);

    (c)meetmethoden en gebruikte apparatuur;

    (d)methoden voor het omzetten van basisgegevens in partijgegevens;

    (e)middelen voor de identificatie van partijen en beschrijving van gegevens;

    OVERIGE INFORMATIE DIE RELEVANT IS VOOR DE TOEPASSING VAN DE VEILIGHEIDSCONTROLE

    23.Eventuele overige informatie die de exploitant relevant acht voor de toepassing van de veiligheidscontrole.

    BIJLAGE I-M. NATIONALE PLAATS BUITEN FACILITEITEN (NATIONALE LOF)

    Administratieve gegevens:

    (a)datum (de datum waarop de mededeling van de fundamentele technische kenmerken is voltooid);

    (b)versie (uniek nummer als referentie);

    (c)verantwoordelijk functionaris (naam en contactgegevens).

    IDENTIFICATIE VAN DE INSTALLATIE(S) EN HET KERNTECHNISCHE MATERIAAL

    1.Naam, post- en e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer van de entiteit (bv. nationale autoriteit) die verantwoordelijk is voor de nationale LOF.

    -    Vermeld de MBA-code (zodra toegekend).

    2.De voor de veiligheidscontrole verantwoordelijke persoon, ook voor de boekhouding van kerntechnisch materiaal, met e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    3.Lijst van de verschillende installaties die tot de nationale LOF behoren. Een uniek identificatienummer is nodig voor de identificatie van elke installatie.

    BOEKHOUDING EN CONTROLE VAN HET KERNTECHNISCHE MATERIAAL

    4.Beschrijving van de procedures voor het systeem voor de boekhouding en controle van het kerntechnische materiaal, met inbegrip van procedures voor de feitelijke inventarisatie (zowel voor het aantal artikelen als het gewicht van het kerntechnische materiaal ervan). Uit de lijst van inventarisartikelen en de feitelijke inventarislijst moet de plaats van elk vermeld artikel/elke vermelde partij kunnen worden opgemaakt.

    Daarnaast, voor elke installatie:

    1.Naam van de installatie en identificatienummer.

    2.Locatie, post- en e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    3.Eigenaar (wettelijk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon) met contactgegevens.

    4.Exploitant (wettelijk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon) met contactgegevens.

    5.Doel en belangrijkste kenmerken van de installatie.

    6.Beschrijving van het gebruik van het kerntechnische materiaal.

    7.Beschrijving van de zones voor de behandeling en opslag van kerntechnisch materiaal.

    BIJLAGE I-N. INSTALLATIES KANDIDAAT-LEDEN CATCH ALL MBA (CAM)

    Administratieve gegevens:

    (a)datum (de datum waarop de mededeling van de fundamentele technische kenmerken is voltooid);

    (b)versie (uniek nummer als referentie);

    (c)verantwoordelijk functionaris (naam en contactgegevens).

    Opmerking:

    Informatie die in het kader van deze bijlage wordt verstrekt, wordt niet beschouwd als informatie over de boekhouding van kerntechnisch materiaal die moet worden verstrekt als rapport over de inventariswijzigingen en lijst van inventarisartikelen.

    Indien de installatie niet of niet langer deel mag uitmaken van de Catch All MBA of indien in de lidstaat een nationale LOF wordt opgericht, moet een ander model worden gebruikt.

    Voor deze bezitters van kleine hoeveelheden kerntechnisch materiaal (kleine bezitters) wordt de totale inventaris berekend als de som van de voorraden van elke categorie kerntechnisch materiaal, uitgedrukt als percentage van de volgende maxima:

    verarmd uranium        350 000 g of

    thorium            200 000 g of

    natuurlijk uranium        100 000 g of

    laagverrijkt uranium    1 000 g of

    hoogverrijkt uranium    5 g of

    plutonium            5 g

    Bijvoorbeeld:

    (a)Een installatie die 4 g plutonium bezit, heeft een percentage-inventaris van 80 % (4/5).

    (b)Een installatie die 1 g hoogverrijkt uranium en 20 000 g natuurlijk uranium bezit, heeft een percentage-inventaris van 40 % (1/5 + 20 000/100 000).

    IDENTIFICATIE VAN DE INSTALLATIE EN HET KERNTECHNISCHE MATERIAAL

    1.Naam.

    2.Eigenaar en/of exploitant.

    3.Locatie, post- en e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    4.Type en hoeveelheid kerntechnisch materiaal.

    5.Beschrijving van de recipiënten die worden gebruikt voor de opslag en de behandeling.

    6.Beschrijving van het gebruik van het kerntechnische materiaal.

    BOEKHOUDING EN CONTROLE VAN HET KERNTECHNISCHE MATERIAAL (NMAC)

    De verplichtingen van kleine bezitters zijn als volgt vereenvoudigd:

    A. Beperkingen op bezit en verplaatsing

    Indien een afzonderlijke ontvangst van kerntechnisch materiaal bovengenoemde maxima overschrijdt of indien de “percentage-inventaris” van de installatie op een bepaald moment meer dan 100 % bedraagt, moet de Commissie onverwijld op de hoogte worden gesteld.

    B. Bij te houden boekhouding en werkstaten

    Er moeten een boekhouding en werkstaten worden bijgehouden zodat de bij de Commissie ingediende rapporten gemakkelijk kunnen worden gecontroleerd en gecorrigeerd.

    C. Rapport over de inventariswijzigingen (ICR)

    Uiterlijk 31 januari van elk jaar moet er een jaarlijks rapport over de inventariswijzigingen bij de Commissie worden ingediend, mits er tijdens de periode geen inventariswijziging heeft plaatsgevonden. In dit rapport wordt de situatie op 31 december van het vorige kalenderjaar beschreven.

    Indien er tijdens het jaar een inventariswijziging heeft plaatsgevonden, wordt zo snel mogelijk en uiterlijk 15 dagen na het einde van de maand waarin de inventariswijziging heeft plaatsgevonden een rapport over de inventariswijzigingen bij de Commissie ingediend.

    Rapporten over de inventariswijzigingen worden verstrekt in overeenstemming met de vereisten van bijlage III, in elektronische vorm met gebruik van een speciaal Excelmodel voor ICR’s dat door de Commissie beschikbaar moet worden gemaakt.

    D. Lijst van inventarisartikelen (LII)

    Uiterlijk 31 januari van het volgende jaar moet een jaarlijkse lijst van inventarisartikelen bij de Commissie worden ingediend, waarop alle artikelen afzonderlijk worden vermeld, in overeenstemming met de vereisten voor de feitelijke inventarislijst zoals uiteengezet in bijlage V. De LII wordt in elektronische vorm ingediend. De Commissie maakt hiervoor een speciaal LII-Excelmodel beschikbaar.

    BIJLAGE I-P. ANDERE INSTALLATIES WAARIN HOEVEELHEDEN VAN MEER DAN ÉÉN KILOGRAM EFFECTIEF KERNTECHNISCH MATERIAAL WORDEN GEBRUIKT

    Administratieve gegevens:

    (a)datum (de datum waarop de mededeling van de fundamentele technische kenmerken is voltooid);

    (b)versie (uniek nummer als referentie);

    (c)verantwoordelijk functionaris (naam en contactgegevens).

    IDENTIFICATIE VAN DE INSTALLATIE EN HET KERNTECHNISCHE MATERIAAL

    1.Naam van de installatie (vermeld de gebruikelijke afkorting, indien van toepassing).

    -    Vermeld de MBA-code(s) (zodra toegekend).

    2.Locatie, post- en e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    3.Eigenaar (wettelijk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon) met contactgegevens.

    4.Exploitant (wettelijk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon) met contactgegevens.

    5.Beschrijving (belangrijkste kenmerken).

    6.Doel (beoogde gebruik van het kerntechnische materiaal).

    7.Huidige status (bv. in ontwerp, in aanbouw, in bedrijf, buiten gebruik gesteld of in ontmanteling).

    8.Informatie voorafgaande aan het bedrijf.

    Geplande data voor het ontwerp en de bouw, geschatte data van de inbedrijfstelling en het begin van het bedrijf. Gevraagde en/of goedgekeurde vergunningsdata (bv. principebesluit, bouw en verwachte data voor het verzoek om de vergunning voor het bedrijf). Informatie over de verwachte datum van ontvangsten van kerntechnisch materiaal. Schetsen van het ontwerp van de installatie, die zo snel mogelijk moeten worden meegedeeld zodra deze beschikbaar zijn.

    Informatie voorafgaande aan het bedrijf houdt verband met het proces van “veiligheidscontrole-by-design” en is essentieel om de integratie van infrastructuur van apparatuur voor de veiligheidscontrole in het ontwerp en de daaropvolgende bouw van de installatie mogelijk te maken.

    9.Plattegrond van het gebied (met de locatie van de installatie, toegangswegen, rivieren, spoorwegen enz.).

    10.Indeling van de installatie (met de zones voor de hantering en opslag van kerntechnisch materiaal, laboratoria, handschoenkasten, grenzen, omheiningen enz.).

    11.De voor de veiligheidscontrole verantwoordelijke persoon, ook voor de boekhouding van kerntechnisch materiaal, met e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    12.Categorieën kerntechnisch materiaal dat in de installatie wordt gebruikt.

    13.Beschrijving van het kerntechnische materiaal:

    (a)beschrijf voor elke categorie de gangbare partijen en artikelen;

    (b)chemische en fysische vorm;

    (c)verrijkingsinterval en plutoniumgehalte;

    (d)hoeveelheid kerntechnisch materiaal dat gewoonlijk op de plaats wordt bewaard per categorie.

    14.Middelen voor de identificatie van kerntechnisch materiaal.

    15.Stralingsniveau (dosissnelheid op het oppervlak en op 1 meter afstand van het kerntechnische materiaal).

    16.Beschrijving van de belangrijkste recipiënten die worden gebruikt voor het transport, de opslag en de behandeling.

    17.Apparatuur voor de overdracht van kerntechnisch materiaal.

    18.Identificatie van de meetpunten, verantwoordelijkheidsgebieden, inventarisplaatsen, schematisch stroomdiagram, indien beschikbaar.

    Beschermings- en veiligheidsmaatregelen

    19.Basismaatregelen voor de fysieke bescherming van kerntechnisch materiaal.

    20.Specifieke gezondheids- en veiligheidsregels.

    BOEKHOUDING EN CONTROLE VAN HET KERNTECHNISCHE MATERIAAL (NMAC)

    21.Het NMAC-systeem wordt beschreven onder de volgende kopjes:

    (a)Algemeen

    Beschrijving van de grootboeken en de formaten hiervan (elektronische of papieren versie), de methode voor het registreren van de boekhoudkundige gegevens en het vaststellen van de materiaalbalans;

    (b)Belangrijkste inventariswijzigingen

    Beschrijving van de typische inventariswijzigingen, bv. ontvangsten, zendingen, wijzigingen in verband met afvalstoffen, afronding en aanpassingen (de overzichten en basisgegevens moeten worden bewaard), met inbegrip van een beschrijving van de manier waarop deze wijzigingen zijn vastgesteld. Bijbehorende werkstaten en basisgegevens (bv. ontvangst- en verzendformulieren, de initiële registratie van metingen en evaluatiebladen voor de meting) moeten worden bepaald;

    (c)Feitelijke inventaris

    Beschrijving van procedures, geplande frequentie, inventarisatiemethoden van de exploitant (zowel voor het aantal artikelen als voor het gewicht van het kerntechnisch materiaal ervan), met inbegrip van relevante controlemethoden en de verwachte nauwkeurigheid, toegang tot kerntechnisch materiaal, mogelijke methoden voor de feitelijke verificatie van kerntechnisch materiaal;

    (d)Werkstaten en boekhoudkundige overzichten (met inbegrip van logboeken, algemene grootboeken, formulieren voor interne overdrachten, methode van aanpassing of correctie, controlemaatregelen en verantwoordelijkheid voor de overzichten).

    Beschrijving van de manier waarop deze overzichten worden bijgehouden, ook wanneer een aanpassing of correctie nodig is, plaats waar de overzichten kunnen worden geraadpleegd, periode dat deze worden bewaard en taal;

    (e)Bijzondere boekhoudkundige bepalingen

    Beschrijving van bijzondere bepalingen, bijvoorbeeld voor het aanwijzen van partij-ID’s en methoden voor het voorkomen, opsporen en tijdig verhelpen van onregelmatigheden in de boekhouding.

    22.Bepalingen in verband met bestaande of voorziene insluitings- en toezichtsmaatregelen (algemene beschrijving met verwijzing naar de plattegrond en de indeling van de installatie, die het mogelijk maakt om afdichtingen, camera’s, lasers, gegevensdoorgifte op afstand enz. te installeren).

    23.Verstrek voor elk meetpunt van het materiaalbalansgebied de volgende informatie, indien van toepassing:

    (a)beschrijving van plaats, type en identificatie;

    (b)fysische en chemische vorm van het kerntechnische materiaal (met een beschrijving van het omhullingsmateriaal);

    (c)meetmethoden en gebruikte apparatuur;

    (d)methoden voor het omzetten van basisgegevens in partijgegevens;

    (e)middelen voor de identificatie van partijen en beschrijving van gegevens;

    INFORMATIE NA HET BEDRIJF

    24.Data van het ontmantelingsschema (data voor het einde van het bedrijf en de ontmanteling).

    25.Ontmantelingsplan, dat het volgende omvat:

    (a)belangrijke momenten in het ontmantelingsplan;

    (b)verwijdering en terugwinning van kerntechnisch materiaal. Verstrek een plan met schattingen van hoe, waar en wanneer kerntechnisch materiaal zal worden teruggewonnen en/of verwijderd (bv. los materiaal dat in artikelen is geconsolideerd, de verwijdering van artikelen, de terugwinning/verwijdering van materiaal uit ontsmettingsactiviteiten en terugwinning/verwijdering van kerntechnisch materiaal in afvalstoffen) en hoe dit zal worden geboekt;

    (c)verwijdering of onbruikbaar maken van apparatuur die essentieel is voor de werking van de installatie, of voor het hanteren of opslaan van kerntechnisch materiaal.

    OVERIGE INFORMATIE DIE RELEVANT IS VOOR DE TOEPASSING VAN DE VEILIGHEIDSCONTROLE

    26.Eventuele overige informatie die de exploitant relevant acht voor de toepassing van de veiligheidscontrole.

    BIJLAGE I-Q. ERTSPRODUCENTEN

    Administratieve gegevens:

    (a)datum (de datum waarop de mededeling van de fundamentele technische kenmerken is voltooid);

    (b)versie (uniek nummer als referentie);

    (c)verantwoordelijk functionaris (naam en contactgegevens).

    IDENTIFICATIE VAN DE INSTALLATIE EN HET KERNTECHNISCHE MATERIAAL

    1.Naam van de installatie (vermeld de gebruikelijke afkorting, indien van toepassing).

    -    Vermeld de MBA-code (zodra toegekend).

    2.Locatie, post- en e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    3.Eigenaar (wettelijk verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersoon).

    4.Exploitant (wettelijk verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersoon).

    5.Type kerntechnisch materiaal (uraniumerts, thoriumerts of beide).

    6.Beschrijving van de recipiënten voor opslag en hantering (bv. om te bepalen of verzegeling mogelijk is).

    7.Beschrijving van het gebruik van het kerntechnische materiaal.

    8.De potentiële jaarlijkse omzet van de installatie.

    9.Huidige status (bv. in aanbouw, in bedrijf of buiten gebruik gesteld).

    10.De voor de veiligheidscontrole verantwoordelijke persoon, ook voor de boekhouding van kerntechnisch materiaal, met e-mailadres (functionele mailbox, indien beschikbaar) en telefoonnummer.

    BOEKHOUDING EN CONTROLE VAN HET KERNTECHNISCHE MATERIAAL

    11.Beschrijf de procedures voor de boekhouding en de controle van het kerntechnische materiaal, met inbegrip van de procedures voor het opstellen van de feitelijke inventaris.

    OVERIGE INFORMATIE DIE RELEVANT IS VOOR DE TOEPASSING VAN DE VEILIGHEIDSCONTROLE

    12.Eventuele overige informatie die de exploitant relevant acht voor de toepassing van de veiligheidscontrole.



    BIJLAGE II 
    ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE LOCATIE (
    1)

    Identificatie van de locatie

    Aangiftenr. (2)

    Datum van aangifte

    Rapportageperiode (3)

    Naam van de vertegenwoordiger van de locatie

    Opmerkingen (4)

    Boeking (5)

    Ref. (6)

    MBA-code (7)

    Gebouw (8)

    Algemene beschrijving, met name gebruik van de inhoud (9)

    Opmerkingen (10)

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Betekenis

    (1)In de eerste aangifte moeten alle kerntechnische installaties en alle andere gebouwen op de desbetreffende locaties worden opgenomen, zoals omschreven in artikel 2, punt 23. Elk gebouw op de locatie moet afzonderlijk worden geboekt. In latere, bijgewerkte jaarlijkse aangiften moeten enkel de locaties en gebouwen vermeld worden die sinds de vorige aangifte veranderd zijn. Aan de eerste verklaring wordt een plattegrond van de locatie gehecht, die zo nodig wordt bijgewerkt.

    (2)Het “Aangiftenr.” is een volgnummer voor elke locatie, te beginnen met “1” voor de eerste aangifte van de locatie.

    (3)De “rapportageperiode” voor de eerste aangifte is een “vanaf”-datum, en voor de daaropvolgende jaarlijkse bijwerkingen gelden de begin- en einddatum van de tijdspanne als juiste boeking. Uiteraard is de verstrekte informatie geldig vanaf de einddatum.

    (4)De opmerkingen betreffen de hele locatie.

    (5)Elke “Boeking” in elke aangifte krijgt een volgnummer, te beginnen met “1”.

    (6)De kolom “Ref.” dient naar een andere boeking te verwijzen. De verwijzing bestaat uit het desbetreffende aangifte- en boekingsnummer (bv. 10-20 verwijst naar boeking 20 in aangifte 10). De verwijzing houdt in dat de boeking in kwestie een aanvulling of bijwerking vormt van eerder gerapporteerde informatie. Zo nodig kunnen verscheidene referenties worden gebruikt.

    (7)De kolom “MBA-code” dient te verwijzen naar de MBA-code waartoe het gebouw in deze boeking behoort.

    (8)De kolom “Gebouw” bevat een gebouwnummer of andere aanduiding aan de hand waarvan het gebouw duidelijk op de kaart van de locatie is terug te vinden.

    (9)De “Algemene beschrijving” van elk gebouw omvat:

    (a)de geschatte afmetingen van het gebouw, d.w.z. het aantal verdiepingen en de totale vloeroppervlakte in vierkante meters;

    (b)het gebruik van het gebouw, met inbegrip van eventueel vroeger gebruik dat van nut kan zijn om andere informatie waarover de Commissie beschikt, zoals de resultaten van milieubemonstering, te interpreteren;

    en

    (c)de voornaamste inhoud van het gebouw, voor zover deze niet uit het vermelde gebruik blijkt.

    De activiteiten die al in de vragenlijst over de Fundamentele Technische Kenmerken zijn vermeld, hoeven echter niet opnieuw te worden beschreven.

    (10)De opmerkingen betreffen afzonderlijke boekingen.

    ALGEMENE OPMERKINGEN OVER DE RAPPORTEN

    1.Overeenkomstig artikel 79 van het Verdrag geven degenen die aan de controle onderworpen zijn, aan de autoriteiten van de betrokken lidstaat kennis van de mededelingen die zij krachtens artikel 78 en de eerste alinea van artikel 79 aan de Commissie doen toekomen.

    2.Rapporten moeten op elektronische wijze worden opgesteld, in een overeengekomen model. Zij moeten, naar behoren vervolledigd en (indien mogelijk, digitaal) ondertekend, worden doorgestuurd naar de Europese Commissie, Euratom-veiligheidscontrole.



    BIJLAGE III

    RAPPORT OVER DE INVENTARISWIJZIGINGEN (ICR)

    Kop

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    MBA

    Teken (4)

    MBA-code van het MBA in kwestie

    1

    Report type

    Teken (1)

    I voor rapport over de inventariswijzigingen

    2

    Report date

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum waarop het rapport is voltooid

    3

    Report number

    Nummer

    Volgnummer, doorlopend

    4

    Line count

    Nummer

    Totaal aantal gerapporteerde regels

    5

    Start report

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum van de eerste dag van de rapportageperiode

    6

    End report

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum van de laatste dag van de rapportageperiode

    7

    Reporting person

    Teken (64)

    Naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is

    8

    Boekingen

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    Transaction ID

    Nummer

    Volgnummer

    9

    IC code

    Teken (2)

    Type inventariswijziging

    10

    Batch

    Teken (20)

    Unieke benaming van een partij kerntechnisch materiaal

    11

    KMP

    Teken (1)

    Hoofdmeetpunt

    12

    Measurement

    Teken (1)

    Meetcode

    13

    Material form

    Teken (2)

    Code voor de fysische vorm

    14

    Material container

    Teken (1)

    Code voor de verpakking van het materiaal

    15

    Material state

    Teken (1)

    Code voor de toestand van het materiaal

    16

    Shipper MBA

    Teken (4)

    MBA-code van het MBA van verzending (alleen voor inventariswijzigingscodes RD en RF)

    17

    Receiver MBA

    Teken (4)

    MBA-code van het MBA van ontvangst (alleen voor inventariswijzigingscodes SD en SF)

    18

    Previous batch

    Teken (20)

    Benaming van de vorige partij (alleen voor inventariswijzigingscode RB)

    19

    Original date

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Boekingsdatum van de te corrigeren regel (altijd datum van eerste regel van de correctiereeks)

    20

    PIT date

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum van de opstelling van de feitelijke inventaris (PIT) waarop de correctie voor onboekbaar materiaal betrekking heeft (alleen te gebruiken met inventariswijzigingscode MUF)

    21

    Line number

    Nummer

    Volgnummer, doorlopend

    22

    Accounting date

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum waarop de inventariswijziging heeft plaatsgevonden of is vastgesteld

    23

    Number of items

    Nummer

    Aantal artikelen

    24

    Element category

    Teken (1)

    Categorie van het kerntechnische materiaal

    25

    Element weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van het element

    26

    Isotope

    Teken (1)

    G voor U-235, K voor U-233, J voor een mengsel van U-235 en U-233

    27

    Fissile weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van de splijtbare isotopen

    28

    Isotopic composition

    Cijfer (24,3) (voor elke isotoop)

    U, Pu isotopisch gewicht (alleen indien overeengekomen in bijzondere veiligheidsbepalingen)

    29

    Obligation

    Teken (5)

    Verbintenis inzake de veiligheidscontrole

    30

    Previous element category

    Teken (1)

    Vorige elementencategorie van het kerntechnische materiaal (alleen voor de inventariswijzigingscodes CB, CC en CE)

    31

    Previous obligation

    Teken (5)

    Vorige verbintenis (alleen voor de inventariswijzigingscodes BR, CR, PR en SR)

    32

    Shipper CAM code

    Teken (8)

    Identificatiecode voor de kleine bezitter van verzending

    33

    Receiver CAM code

    Teken (8)

    Identificatiecode voor ontvangende kleine bezitter

    34

    Document

    Teken (70)

    Door de exploitant vastgestelde referentie naar bewijsstukken

    35

    Container ID

    Teken (20)

    Door de exploitant vastgestelde benaming van de verpakking

    36

    Correction

    Teken (1)

    D voor schrapping, A voor toevoeging van een schrapping/toevoeging-paar, L voor late boeking (losstaande toevoeging)

    37

    Previous report

    Nummer

    Rapportnummer van de te corrigeren regel

    38

    Previous line

    Nummer

    Regelnummer van de te corrigeren regel

    39

    Comment

    Teken (256)

    Opmerking van de exploitant

    40

    Burn-up

    Nummer

    Versplijting in MWdagen/ton (alleen voor de inventariswijzigingscodes NL en NP in kernreactoren)

    41

    CRC

    Nummer

    Hashcode van de regel, met het oog op de kwaliteitscontrole

    42

    Previous CRC

    Nummer

    Hashcode van de te corrigeren regel

    43

    Advance notification reference code

    Teken (12)

    Referentiecode voor de voorafgaande kennisgeving aan Euratom (alleen voor de inventariswijzigingscodes RD, RF, SD en SF)

    44

    Campaign

    Teken (12)

    Identificatiecode voor de campagne voor opwerkingsinstallaties

    45

    Reactor

    Teken (12)

    Reactorcode voor opwerkingscampagnes

    46

    Safeguards info

    Teken (256)

    Code voor het verstrekken van aanvullende informatie

    47

    Betekenis

    1.MBA: Code van het materiaalbalansgebied in kwestie. Deze code wordt door de Commissie aan de betrokken installatie meegedeeld.

    2.Report type/ Rapporttype: I voor rapport over de inventariswijzigingen.

    3.Report date/ Datum van het rapport: datum waarop het rapport is voltooid.

    4.Report number/ Nummer van het rapport: volgnummer dat wordt gebruikt voor de rapporten over de inventariswijzigingen, materiaalbalansrapporten en feitelijke inventarislijsten, doorlopend.

    5.Line count/ Aantal regels: totaal aantal gerapporteerde regels.

    6.Start report/ Begin rapport: datum van de eerste dag van de rapportageperiode.

    7.End report/ Einde rapport: datum van de laatste dag van de rapportageperiode.

    8.Reporting person/ Rapporteur: naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is.

    9.Transaction ID/ ID transactie: volgnummer. Dit wordt gebruikt om alle inventariswijzigingsregels te identificeren die naar dezelfde fysieke transactie verwijzen.

    10.IC code:/ IC-code:

    maak daarvoor gebruik van onderstaande codes:

    Trefwoord

    Code

    Betekenis

    Ontvangst

    RD

    Ontvangst van kerntechnisch materiaal uit een materiaalbalansgebied in de Europese Unie.

    Invoer

    RF

    Invoer van kerntechnisch materiaal uit een derde land.

    Ontvangst uit een activiteit die niet aan de veiligheidscontrole is onderworpen

    RN

    Ontvangst van kerntechnisch materiaal uit een activiteit die niet aan de veiligheidscontrole is onderworpen (artikel 40).

    Zending

    SD

    Verzending van kerntechnisch materiaal naar een materiaalbalansgebied in de Europese Unie.

    Uitvoer

    SF

    Uitvoer van kerntechnisch materiaal naar een derde land.

    Verzending naar een activiteit die niet aan de veiligheidscontrole is onderworpen

    SN

    Verzending van kerntechnisch materiaal naar een activiteit die niet aan de veiligheidscontrole is onderworpen (artikel 40).

    Overboeking naar geconditioneerde afvalstoffen

    TC

    Gemeten of op grond van metingen geraamde hoeveelheid kerntechnisch materiaal in afvalstoffen dat op zodanige wijze is geconditioneerd (bv. in glas, cement, beton of bitumen) dat het niet meer geschikt is voor nucleair gebruik. Het kan installaties op basis van een met redenen omkleed en gerechtvaardigd verzoek en overeengekomen rapportagemodaliteiten worden toegestaan om deze code te gebruiken.

    Van dit materiaal moet een afzonderlijke boekhouding worden bijgehouden.

    Overbrenging naar een zone voor geologische berging

    TG

    Overbrenging van kerntechnisch materiaal dat noch als bewaard, noch als geconditioneerd wordt beschouwd naar een zone voor geologische berging. Het kan installaties op basis van een met redenen omkleed en gerechtvaardigd verzoek en overeengekomen rapportagemodaliteiten worden toegestaan om deze code te gebruiken.

    Uitstoot in het milieu

    TE

    Gemeten of op grond van metingen geraamde hoeveelheden kerntechnisch materiaal die op grond van een geplande lozing onherroepelijk in het milieu zijn uitgestoten (artikel 36, lid 1, punt a)).

    Overboeking naar bewaarde afvalstoffen

    TW

    Gemeten of op grond van metingen geraamde hoeveelheid kerntechnisch materiaal, gegenereerd uit verwerking of een bedrijfsongeluk, in afvalstoffen die is overgebracht naar een specifieke plaats in het materiaalbalansgebied waaruit deze hoeveelheid kan worden teruggehaald.

    Van dit materiaal moet een afzonderlijke boekhouding worden bijgehouden.

    Terugboeking uit geconditioneerde afvalstoffen

    FC

    Terugboeking van geconditioneerde afvalstoffen naar de inventaris van het materiaalbalansgebied. Dit is het geval wanneer geconditioneerde afvalstoffen worden verwerkt.

    Terugboeking uit een zone voor geologische berging

    FG

    Terughalen van kerntechnisch materiaal uit een geologische bergingszone nadat het als overboeking naar die geologische bergingszone is aangegeven. Wanneer deze code wordt gebruikt, moet een speciaal rapport worden ingediend bij de Commissie.

    Terugboeking uit bewaarde afvalstoffen

    FW

    Terugboeking van bewaarde afvalstoffen naar de inventaris van het materiaalbalansgebied. Dit is het geval wanneer bewaarde afvalstoffen worden teruggehaald van hun specifieke plaats in het materiaalbalansgebied waarnaar zij zijn overgebracht, hetzij voor verwerking in het materiaalbalansgebied, hetzij voor verzending uit het materiaalbalansgebied.

    Accidenteel verlies

    LA

    Onherstelbaar en onopzettelijk verlies van een hoeveelheid kerntechnisch materiaal als gevolg van een bedrijfsongeluk. Wanneer deze code wordt gebruikt, moet een speciaal rapport worden ingediend bij de Commissie.

    Accidentele aanwinst

    GA

    Kerntechnisch materiaal dat onverwacht wordt aangetroffen, behalve tijdens het opstellen van de feitelijke inventaris. Wanneer deze code wordt gebruikt, moet een speciaal rapport worden ingediend bij de Commissie.

    Ontmantelingsaanwinst

    GD

    Kerntechnisch materiaal dat afkomstig is van ontmantelingsactiviteiten of buitengewone verrichtingen. Het kan installaties op basis van een met redenen omkleed en gerechtvaardigd verzoek worden toegestaan deze code te gebruiken.

    Verandering van categorie

    CE

    Overboeking van een hoeveelheid kerntechnisch materiaal van de ene categorie naar een andere (artikel 21) als gevolg van een verrijkingsproces (slechts één regel per verandering van categorie gebruiken).

    Verandering van categorie

    CB

    Overboeking van een hoeveelheid kerntechnisch materiaal van de ene categorie naar een andere (artikel 21) als gevolg van een menging (slechts één regel per verandering van categorie gebruiken).

    Verandering van categorie

    CC

    Overboeking van een hoeveelheid kerntechnisch materiaal van de ene categorie naar een andere (artikel 21) voor alle veranderingen van categorie, zoals tijdens bestraling of om buitengewone en gerechtvaardigde redenen, die niet onder de codes CE en CB (slechts één regel per verandering van categorie gebruiken) of onder een correctie vallen.

    Verandering van partij

    RB

    Overboeking van een hoeveelheid kerntechnisch materiaal van de ene partij naar een andere (slechts één regel per verandering van partij gebruiken).

    Verandering van bijzondere verbintenis

    BR

    Overboeking van een hoeveelheid kerntechnisch materiaal van de ene bijzondere verbintenis naar een andere (artikel 19, lid 1) teneinde de totale voorraad uranium in evenwicht te brengen na een menging (slechts één regel per verandering van verbintenis gebruiken).

    Verandering van bijzondere verbintenis

    PR

    Overboeking van een hoeveelheid kerntechnisch materiaal van de ene bijzondere verbintenis naar een andere (artikel 19, lid 1) waarbij kerntechnisch materiaal een gemeenschappelijke boekhoudingspool binnenkomt of verlaat (slechts één regel per verandering van verbintenis gebruiken).

    Verandering van bijzondere verbintenis

    SR

    Overboeking van een hoeveelheid kerntechnisch materiaal van de ene bijzondere verbintenis naar een andere (artikel 19, lid 1) als gevolg van een uitwisseling of vervanging van de verbintenis (slechts één regel per verandering van verbintenis gebruiken). Het gebruik van deze code vereist een voorafgaande goedkeuring (artikel 20, lid 1).

    Verandering van bijzondere verbintenis

    CR

    Overboeking van een hoeveelheid kerntechnisch materiaal van de ene bijzondere verbintenis naar een andere (artikel 19, lid 1) voor alle gevallen die niet onder de codes BR, PR of SR vallen (slechts één regel per verandering van verbintenis gebruiken).

    Nucleaire productie

    NP

    Toename van de hoeveelheid kerntechnisch materiaal door nucleaire transformatie.

    Nucleair verlies

    NL

    Afname van de hoeveelheid kerntechnisch materiaal door nucleaire transformatie.

    Expeditieverschil

    DI

    Expeditieverschil (zie artikel 2, punt 21).

    Nieuwe meting

    NM

    De in het materiaalbalansgebied geboekte hoeveelheid kerntechnisch materiaal in één bepaalde partij die het verschil vormt tussen een nieuw gemeten hoeveelheid en de voordien geboekte hoeveelheid, en die noch een expeditieverschil, noch een correctie vormt.

    Onboekbaar materiaal

    MF

    Boekhoudkundige aanpassing voor onboekbaar materiaal. Deze is gelijk aan het verschil tussen de feitelijke eindinventaris (PE) en de formele eindinventaris (BA) zoals vermeld in het materiaalbalansrapport (bijlage IV). De oorspronkelijke datum is die van de opstelling van de feitelijke inventaris; de boekhoudkundige datum valt na de datum van de opstelling van de feitelijke inventaris.

    Afrondingen

    RA

    Afrondende aanpassing om de som van de hoeveelheden waarover in een bepaalde periode verslag wordt gedaan zo nodig te laten samenvallen met de uiteindelijke formele inventaris van het materiaalbalansgebied.

    Isotopenaanpassing

    R5

    Aanpassing om de som van de gerapporteerde hoeveelheden isotopen te laten samenvallen met de formele eindinventaris voor U-235 van het materiaalbalansgebied.

    Materiaalproductie

    MP

    Hoeveelheid kerntechnisch materiaal gewonnen uit stoffen die aanvankelijk niet aan de veiligheidscontrole waren onderworpen, en die nu wel aan de veiligheidscontrole is onderworpen omdat de concentratie nu grenswaarde overschrijdt.

    Einde gebruik

    TU

    Een hoeveelheid kerntechnisch materiaal die om praktische of economische redenen niet terugwinbaar wordt geacht en die is opgenomen in eindproducten die voor niet-nucleaire doeleinden worden gebruikt, zoals legeringen of keramiek (artikel 36, lid 1, punt b)).

    Het gebruik van deze code vereist een voorafgaande goedkeuring.

    Beëindiging van de veiligheidscontrole

    TZ

    Een hoeveelheid kerntechnisch materiaal die om praktische of economische redenen niet terugwinbaar wordt geacht en die in zeer kleine gemeten of op grond van metingen geraamde concentraties is opgenomen in afvalstoffen, zelfs wanneer dit materiaal niet wordt geborgen (artikel 36, lid 1, punt c)). Het kan installaties op basis van een met redenen omkleed en gerechtvaardigd verzoek en overeengekomen rapportagemodaliteiten worden toegestaan om deze code te gebruiken.

    Formele eindinventaris

    BA

    Formele inventaris aan het einde van een rapportageperiode en op de datum van de opstelling van de feitelijke inventaris, per categorie kerntechnisch materiaal en per bijzondere verbintenis inzake de veiligheidscontrole.

    11.Batch/ Partij: De exploitant mag de benaming van de partij vrij kiezen, maar:

    (a)in geval van inventariswijziging “Ontvangst (RD)” moet de benaming worden vermeld die de verzender heeft gebruikt;

    (b)een benaming van een partij mag niet opnieuw worden gebruikt voor een andere partij in hetzelfde materiaalbalansgebied.

    12.KMP: hoofdmeetpunt. De codes worden aan de betrokken installatie meegedeeld en opgenomen in de bijzondere controlebepalingen. Indien geen specifieke codes zijn vermeld, moet “&” worden gebruikt.

    13.Measurement/ Meting: Vermeld op welke basis de hoeveelheid kerntechnisch materiaal in het rapport is vastgesteld. Maak daarvoor gebruik van onderstaande codes:

    Gemeten

    Geraamd

    Betekenis

    M

    E

    In het betreffende materiaalbalansgebied.

    N

    F

    In een ander materiaalbalansgebied.

    T

    G

    In het betreffende materiaalbalansgebied wanneer de gewichten reeds zijn vermeld in een vorig rapport over de inventariswijzigingen of in een feitelijke inventarislijst.

    L

    H

    In een ander materiaalbalansgebied wanneer de gewichten reeds zijn vermeld in een vorig rapport betreffende inventariswijziging of in een staat van de feitelijke inventaris van het huidige materiaalbalansgebied.

    14.Material form/ Fysische vorm:

    Gebruik de volgende codes:

    Hoofdtype fysische vorm

    Subtype

    Code

    Ertsen

     

    OR

    Concentraat

     

    YC

    Uraniumhexafluoride (UF6)

     

    U6

    Uraniumtetrafluoride (UF4)

     

    U4

    Uraniumdioxide (UO2)

     

    U2

    Uraniumtrioxide (UO3)

     

    U3

    Uraniumoxide (U3O8)

     

    U8

    Thoriumoxide (ThO2)

     

    T2

    Oplossing

    Nitraat

    LN

    Fluoride

    LF

    Andere

    LO

    Poeder

    Homogeen

    PH

    Heterogeen

    PN

    Keramisch materiaal

    Tabletten

    CP

    Bolvormig gesinterd materiaal

    CS

    Andere

    CO

    Metaal

    Zuiver

    MP

    Legeringen

    MA

    Splijtstof

    Staven, naalden

    ER

    Platen

    EP

    Bundels

    EB

    Pakketten

    EA

    Andere

    EO

    Ingekapselde bronnen

     

    QS

    Kleine hoeveelheden/monsters

     

    SS

    Procesafval

    Homogeen

    SH

    Heterogeen (residuen, slak, slib, fijnslib, andere)

    SN

    Vaste afvalstoffen

    Omhulling

    AH

    Gemengde (plastics, handschoenen, papier enz.)

    AM

    Besmette uitrusting

    AC

    Andere

    AO

    Vloeibare afvalstoffen

    Laagactief

    WL

    Middelactief

    WM

    Hoogactief

    WH

    Geconditioneerde afvalstoffen

    Glas

    NG

    Bitumen

    NB

    Beton

    NC

    Andere

    NO

    15.Material container/ Verpakking van het materiaal:

    Gebruik de volgende codes:

    Aard van de verpakking

    Code

    Cilinders

    C

    Pakketten

    P

    Vaten

    D

    Afzonderlijke splijtstofelementen

    S

    Birdcage

    B

    Flessen

    F

    Reservoir

    T

    Andere

    O

    16.Material state/ Toestand van het materiaal:

    Gebruik de volgende codes:

    Toestand

    Code

    Onbestraald kerntechnisch materiaal

    F

    Bestraald kerntechnisch materiaal

    I

    Opgewerkt kerntechnisch materiaal (uitsluitend van toepassing op uranium)

    P

    Afvalstoffen

    W

    Niet-terugwinbaar materiaal

    N

    17.Shipper MBA/ MBA van verzending: Alleen te gebruiken voor de inventariswijzigingscodes RD en RF. Vermeld voor de inventariswijzigingscode RD de code van het materiaalbalansgebied waaruit het materiaal wordt verzonden. Indien u deze code niet kent, gebruik dan de code “F” of “W” (voor een MBA van verzending in respectievelijk Frankrijk of een lidstaat die niet over kernwapens beschikt) en vermeld de volledige naam en het adres van de verzender in het veld “Opmerkingen” (40). Vermeld voor de inventariswijzigingscode RF de code van het land van verzending of de MBA-code van de installatie van verzending, indien bekend, en vermeld de volledige naam en het adres van de verzender in het veld “Opmerkingen” (40).

    18.Receiver MBA/ MBA van ontvangst: Alleen te gebruiken voor de inventariswijzigingscodes SD en SF. Vermeld voor de inventariswijzigingscode SD de code van het materiaalbalansgebied waarin het materiaal wordt ontvangen. Indien u deze code niet kent, gebruik dan de code “F” of “W” (voor een MBA van ontvangst in respectievelijk Frankrijk of een lidstaat die niet over kernwapens beschikt) en vermeld de volledige naam en adres van de ontvanger in het veld “Opmerkingen” (40). Vermeld voor de inventariswijzigingscode SF de code van het land van ontvangst of de MBA-code van de installatie van ontvangst, indien bekend, en vermeld de volledige naam en adres van de ontvanger in het veld “Opmerkingen” (40).

    19.Previous batch/ Vorige partij: Benaming van de partij vóór de verandering van partij. Vermeld de benaming van de partij na de verandering van partij in veld 11.

    20.Original date/ Oorspronkelijke datum: Vermeld in geval van correctie de datum (dag, maand en jaar) waarop de te corrigeren regel oorspronkelijk werd geboekt. Bij een correctiereeks is de oorspronkelijke datum steeds de boekingsdatum van de eerste regel in de reeks. Bij late boekingen (losstaande toevoegingen) is de oorspronkelijke datum de datum waarop de inventariswijziging heeft plaatsgevonden.

    21.PIT date/ PIT-datum (datum van de opstelling van de feitelijke inventaris): Datum van de opstelling van de feitelijke inventaris zoals vermeld in het materiaalbalansrapport waarop de aanpassing van de boekhouding voor onboekbaar materiaal is gebaseerd. Alleen te gebruiken met de inventariswijzigingscode MF.

    22.Line number/ Regelnummer: volgnummer, in elk rapport te beginnen met 1, doorlopend.

    23.Accounting date/ Datum van boeking: datum waarop de inventariswijziging heeft plaatsgevonden of is vastgesteld.

    24.Number of items/ Aantal artikelen: Vermeld uit hoeveel artikelen de partij bestaat. Indien een inventariswijziging uit verscheidene regels bestaat, is de som van de daarin vermelde artikelen gelijk aan het totale aantal artikelen die onder dezelfde transactie vallen. Indien de transactie meer dan één element betreft, wordt het aantal artikelen alleen in de regel(s) voor de categorie waartoe het element behoort met de hoogste strategische waarde (in dalende volgorde: P, H, L, N, D, T) vermeld.

    25.Element category/ Categorie waartoe het element behoort:

    Gebruik de volgende codes:

    Categorie van het kerntechnische materiaal

    Code

    Plutonium

    P

    Hoogverrijkt uranium

    (20 % verrijking en meer)

    H

    Laagverrijkt uranium

    (meer dan natuurlijk maar minder dan 20 % verrijking)

    L

    Natuurlijk uranium

    N

    Verarmd uranium

    D

    Thorium

    T

    26.Element weight/ Gewicht van het element: Vermeld het gewicht van de in veld 25 bedoelde categorie waartoe het element behoort. Druk het gewicht uit in gram. Cijfers na de komma in de boekhouding kunnen tot maximaal drie cijfers na de komma worden overgenomen.

    27.Isotope/ Isotoop: Deze code geeft de splijtbare isotopen in kwestie aan en moet worden vermeld indien het gewicht aan splijtbare isotopen in het rapport is opgenomen (28).

    Gebruik de volgende codes:

    Splijtbare isotoop/isotopen

    Code

    Uranium-235

    G

    Uranium-233

    K

    Een mengsel van uranium-235 en uranium-233

    J

    28.Fissile weight/ Gewicht van de splijtstof: Tenzij in de bijzondere controlebepalingen anders is voorgeschreven, moet het gewicht aan splijtbare isotopen alleen worden vermeld voor verrijkt uranium en veranderingen van categorie die verrijkt uranium betreffen. Druk het gewicht uit in gram. Cijfers na de komma in de boekhouding kunnen tot maximaal drie cijfers na de komma worden overgenomen.

    29.Isotopic composition/ Isotopensamenstelling: Indien overeengekomen in de bijzondere bepalingen inzake veiligheidscontrole moet de isotopensamenstelling van U en/of Pu worden uitgedrukt in het formaat van een lijst gewichten, gescheiden door een puntkomma voor het gewicht van U-233, U-234, U-235, U-236, U-238 of Pu-238, Pu-239, Pu-240, Pu-241, Pu-242. Cijfers na de komma in de boekhouding kunnen tot maximaal drie cijfers na de komma worden overgenomen.

    30.Obligation/ Verbintenis: Vermeld welke bijzondere verbintenis inzake de veiligheidscontrole (door de Gemeenschap aangegaan in een met een derde land of een internationale organisatie gesloten overeenkomst) van toepassing is op het kerntechnische materiaal (artikel 19). De Commissie zal de desbetreffende codes op verzoek aan de installaties meedelen.

    31.Previous element category/ Vorige categorie: Code van de elementencategorie van het kerntechnische materiaal vóór de verandering van categorie. Vermeld de overeenkomstige code na de verandering in veld 25. Alleen te gebruiken voor de inventariswijzigingscodes CE, CB en CC.

    32.Previous obligation/ Vorige verbintenis: Code van de bijzondere verbintenis inzake de veiligheidscontrole die vóór de verandering op het kerntechnische materiaal van toepassing was. Vermeld de overeenkomstige code na de verandering in veld 30. Alleen te gebruiken voor de inventariswijzigingscodes BR, CR, PR en SR.

    33.Shipper CAM code/ CAM-code verzender: Code van de installatie van bijlage I-N die materiaal verzendt. De Commissie zal de desbetreffende code aan de exploitant of entiteit meedelen. Deze exploitanten mogen vereenvoudigde rapportageprocedures volgen.

    34.Receiver CAM code/ CAM-code ontvanger: Code van de installatie van bijlage I-N die materiaal ontvangt. De Commissie zal de desbetreffende code aan de exploitant of entiteit meedelen. Deze exploitanten mogen vereenvoudigde rapportageprocedures volgen.

    35.Document/ Stuk: door de exploitant vastgestelde referentie naar (een) bewijsstuk(ken).

    36.Container ID/ ID verpakking: door de exploitant vastgesteld nummer van de verpakking. Optioneel gegevenselement dat kan worden gebruikt wanneer het nummer van de verpakking niet voorkomt in de benaming van de partij.

    37.Correction/ Correctie: Breng zo nodig correcties aan door de verkeerde regel(s) te schrappen en de goede regel(s) toe te voegen.

    Gebruik de volgende codes:

    Code

    Betekenis

    D

    Schrapping. Duid de te schrappen regel als volgt aan:

    -vermeld in veld 38 het rapportnummer (4), in veld 39 het regelnummer (22) van de oorspronkelijke regel. De andere velden hoeven niet te worden vermeld;

    of

    -herhaal de regel volledig, met uitzondering van de boekingsdatum (23), die moet overeenkomen met de datum waarop de schrapping in de boekhoudkundige overzichten is doorgevoerd. De velden kunnen codes bevatten die in deze verordening niet langer worden gebruikt.

    A

    Toevoeging (die deel uitmaakt van een schrapping/toevoeging-paar). Vermeld alle gegevensvelden van de correcte regel, plus het veld “vorig rapport” (38) en het veld “vorige regel” (39). Neem in het veld “vorige regel” (39) het regelnummer (22) over van de regel die door het schrapping/toevoeging-paar wordt vervangen. De boekingsdatum (23) moet overeenkomen met de datum waarop de toevoeging in de boekhoudkundige overzichten is doorgevoerd.

    L

    Late boeking (losstaande toevoeging). Vermeld alle velden van de late boeking, plus het veld “vorig rapport” (38). Vul in het veld “vorig rapport” (38) het rapportnummer (4) in van het rapport waarin de late boeking had moeten worden vermeld. De boekingsdatum (23) moet overeenkomen met de datum waarop de late boeking in de boekhoudkundige overzichten is opgenomen.

    38.Previous report/ Vorig rapport: vermeld het rapportnummer (4) van de te corrigeren regel.

    39.Previous line/ Vorige regel: vermeld bij schrappingen of toevoegingen die deel uitmaken van een schrapping/toevoeging-paar het regelnummer (22) van de te corrigeren regel.

    40.Comment/ Opmerking: vrije-tekstveld voor opmerkingen van de exploitant.

    41.Burn-Up/ Versplijting: vermeld de versplijting in MWdagen/ton voor inventariswijzigingen van het type NP of NL in kernreactoren.

    42.CRC: hashcode van de regel, met het oog op de kwaliteitscontrole. De Commissie zal de exploitant laten weten welk algoritme moet worden gebruikt.

    43.Previous CRC/ Vorige CRC: hashcode van de te corrigeren regel.

    44.Advance notification reference code/ Referentiecode voorafgaande kennisgeving: referentiecode die wordt gebruikt voor de voorafgaande kennisgeving. Moet worden gebruikt bij inventariscodes SF, RF, SD en RD, indien vereist (de artikelen 23 en 24).

    45.Campaign/ Campagne: unieke identificatiecode voor de opwerkingscampagne. Alleen te gebruiken voor inventariswijzigingen in het (de) materiaalbalansgebied(en) in opwerkingsinstallaties voor verbruikte splijtstof.

    46.Reactor: unieke identificatiecode voor de reactor waaruit bestraalde splijtstof wordt opgeslagen of opgewerkt. Alleen te gebruiken voor inventariswijzigingen in opslag- of opwerkingsinstallaties voor verbruikte splijtstof.

    47.Safeguards info/ Info veiligheidscontrole: aanvullende informatie, indien vereist door de Commissie.

    ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET INVULLEN VAN DE RAPPORTEN

    1.In geval van overdracht van kerntechnisch materiaal moet de verzender aan de geadresseerde alle nodige informatie verstrekken voor het rapport over de inventariswijzigingen.

    2.Wanneer numerieke gegevens fracties van de gebruikte eenheden omvatten, moeten de decimalen door een punt worden voorafgegaan.

    3.De volgende 55 tekens kunnen worden gebruikt: de 26 hoofdletters van A tot en met Z, de cijfers 0 tot en met 9, en de tekens “plus”, “min”, “schuine streep”, “sterretje”, “spatie”, “is gelijk aan”, “groter dan”, “kleiner dan”, “punt”, “komma”, “haakjes openen”, “haakjes sluiten”, “dubbele punt”, “dollar”, “percent”, “aanhalingsteken”, “puntkomma”, “vraagteken” en “ampersand”.

    4.Overeenkomstig artikel 79 van het Verdrag geven degenen die aan de controle onderworpen zijn, aan de autoriteiten van de betrokken lidstaat kennis van de mededelingen die zij krachtens artikel 78 en de eerste alinea van artikel 79 aan de Commissie doen toekomen.

    5.Rapporten moeten in xml-formaat worden opgesteld.

    6.De rapporten moeten naar behoren vervolledigd en (indien mogelijk, digitaal) ondertekend worden verzonden aan de Europese Commissie, Euratom-veiligheidscontrole.



    BIJLAGE IV

    MATERIAALBALANSRAPPORT (MBR)

    Kop

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    MBA

    Teken (4)

    MBA-code van het MBA in kwestie

    1

    Report type

    Teken (1)

    M voor materiaalbalansrapport

    2

    Report date

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum waarop het rapport is voltooid

    3

    Start report

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Begindatum van het MBR (datum van de laatste PIT + 1 dag)

    4

    End report

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Einddatum van het MBR (datum van de lopende PIT)

    5

    Report number

    Nummer

    Volgnummer, doorlopend

    6

    Line count

    Nummer

    Totaal aantal gerapporteerde regels

    7

    Reporting person

    Teken (64)

    Naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is

    8

    Boekingen

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    IC code

    Teken (2)

    Type inventariswijziging

    9

    Line number

    Nummer

    Volgnummer, doorlopend

    10

    Element category

    Teken (1)

    Categorie van het kerntechnische materiaal

    11

    Element weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van het element

    12

    Isotope

    Teken (1)

    G voor U-235, K voor U-233, J voor een mengsel van U-235 en U-233

    13

    Fissile weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van de splijtbare isotopen

    14

    Obligation

    Teken (5)

    Verbintenis inzake de veiligheidscontrole

    15

    Correction

    Teken (1)

    D voor schrapping, A voor toevoeging van een schrapping/toevoeging-paar, L voor late boeking (losstaande toevoeging)

    16

    Previous report

    Nummer

    Rapportnummer van de te corrigeren regel

    17

    Previous line

    Nummer

    Regelnummer van de te corrigeren regel

    18

    Comment

    Teken (256)

    Opmerking van de exploitant

    19

    CRC

    Nummer

    Hashcode van de regel, met het oog op de kwaliteitscontrole

    20

    Previous CRC

    Nummer

    Hashcode van de te corrigeren regel

    21

    Betekenis

    1.MBA: code van het materiaalbalansgebied in kwestie. Deze code wordt door de Commissie aan de betrokken installatie meegedeeld.

    2.Report type/ Rapporttype: M voor materiaalbalansrapport.

    3.Report date/ Datum van het rapport: datum waarop het rapport is voltooid.

    4.Start report/ Begin rapport: begindatum van het MBR, datum van de dag die volgt op de dag van de vorige opstelling van de feitelijke inventaris.

    5.End report/ Einde rapport: einddatum van het MBR, datum van de lopende opstelling van de feitelijke inventaris.

    6.Report number/ Nummer van het rapport: volgnummer dat wordt gebruikt voor de rapporten over de inventariswijzigingen, materiaalbalansrapporten en feitelijke inventarislijsten, doorlopend.

    7.Line count/ Aantal regels: totaal aantal gerapporteerde regels.

    8.Reporting person/ Meldende persoon: naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is.

    9.IC code/ IC-code: Vermeld verschillende typen boeking en inventariswijzigingen in de hierna aangegeven volgorde.

    Gebruik de volgende codes:

    Trefwoord

    Code

    Betekenis

    Feitelijke begininventaris

    PB

    Feitelijke inventaris bij het begin van de rapportageperiode (moet gelijk zijn aan de feitelijke inventaris aan het einde van de vorige rapportageperiode).

    Inventariswijzigingen

    (alleen codes in de lijst hieronder)

    Voor elk type inventariswijziging wordt een samenvattende regel (per element en per verbintenis inzake de veiligheidscontrole) geboekt voor de volledige rapportageperiode (eerst de vermeerderingen, vervolgens de verminderingen).

    Formele eindinventaris

    BA

    Formele inventaris aan het einde van de verslagperiode. Deze moet gelijk zijn aan de rekenkundige som van bovengenoemde boekingen in het MBR.

    Feitelijke eindinventaris

    PE

    Feitelijke inventaris aan het einde van de verslagperiode.

    Onboekbaar materiaal

    MF

    Onboekbaar materiaal. Dit wordt als volgt berekend:

    “feitelijke eindinventaris (PE)”

    min

    “formele eindinventaris (BA)”.

    Gebruik voor inventariswijzigingen een van de volgende codes:

    Trefwoord

    Code

    Betekenis

    Ontvangst

    RD

    Ontvangst van kerntechnisch materiaal uit een materiaalbalansgebied in de Europese Unie.

    Invoer

    RF

    Invoer van kerntechnisch materiaal uit een derde land.

    Ontvangst uit een activiteit die niet aan de veiligheidscontrole is onderworpen

    RN

    Ontvangst van kerntechnisch materiaal uit een activiteit die niet aan de veiligheidscontrole is onderworpen (artikel 40).

    Zending

    SD

    Verzending van kerntechnisch materiaal naar een materiaalbalansgebied in de Europese Unie.

    Uitvoer

    SF

    Uitvoer van kerntechnisch materiaal naar een derde land.

    Verzending naar een activiteit die niet aan de veiligheidscontrole is onderworpen

    SN

    Verzending van kerntechnisch materiaal naar een activiteit die niet aan de veiligheidscontrole is onderworpen (artikel 40).

    Overboeking naar geconditioneerde afvalstoffen

    TC

    Gemeten of op grond van metingen geraamde hoeveelheid kerntechnisch materiaal in afvalstoffen dat op zodanige wijze is geconditioneerd (bv. in glas, cement, beton of bitumen) dat het niet meer geschikt is voor nucleair gebruik. Het kan installaties op basis van een met redenen omkleed en gerechtvaardigd verzoek en overeengekomen rapportagemodaliteiten worden toegestaan om deze code te gebruiken.

    Van dit materiaal moet een afzonderlijke boekhouding worden bijgehouden.

    Overbrenging naar een zone voor geologische berging

    TG

    Overbrenging van kerntechnisch materiaal dat noch als bewaard, noch als geconditioneerd wordt beschouwd naar een zone voor geologische berging. Het kan installaties op basis van een met redenen omkleed en gerechtvaardigd verzoek worden toegestaan deze code te gebruiken.

    Uitstoot in het milieu

    TE

    Gemeten of op grond van metingen geraamde hoeveelheden kerntechnisch materiaal die op grond van een geplande lozing onherroepelijk in het milieu zijn uitgestoten (artikel 36, lid 1, punt a)).

    Overboeking naar bewaarde afvalstoffen

    TW

    Gemeten of op grond van metingen geraamde hoeveelheid kerntechnisch materiaal, gegenereerd uit verwerking of een bedrijfsongeluk, in afvalstoffen die is overgebracht naar een specifieke plaats in het materiaalbalansgebied waaruit deze hoeveelheid kan worden teruggehaald. Van dit materiaal moet een afzonderlijke boekhouding worden bijgehouden.

    Terugboeking uit geconditioneerde afvalstoffen

    FC

    Terugboeking van geconditioneerde afvalstoffen naar de inventaris van het materiaalbalansgebied. Dit is het geval wanneer geconditioneerde afvalstoffen worden verwerkt.

    Terugboeking uit een zone voor geologische berging

    FG

    Terughalen van kerntechnisch materiaal uit een geologische bergingszone nadat het als overboeking naar die geologische bergingszone is aangegeven. Wanneer deze code wordt gebruikt, moet een speciaal rapport worden ingediend bij de Commissie.

    Terugboeking uit bewaarde afvalstoffen

    FW

    Terugboeking van bewaarde afvalstoffen naar de inventaris van het materiaalbalansgebied. Dit is het geval wanneer bewaarde afvalstoffen worden teruggehaald van hun specifieke plaats in het materiaalbalansgebied, hetzij voor verwerking met scheiding van elementen in het materiaalbalansgebied, hetzij voor verzending uit het materiaalbalansgebied.

    Accidenteel verlies

    LA

    Onherstelbaar en onopzettelijk verlies van een hoeveelheid kerntechnisch materiaal als gevolg van een bedrijfsongeluk. Wanneer deze code wordt gebruikt, moet een speciaal rapport worden ingediend bij de Commissie.

    Accidentele aanwinst

    GA

    Kerntechnisch materiaal dat onverwacht wordt aangetroffen, behalve tijdens het opstellen van de feitelijke inventaris. Wanneer deze code wordt gebruikt, moet een speciaal rapport worden ingediend bij de Commissie.

    Ontmantelingsaanwinst

    GD

    Kerntechnisch materiaal dat afkomstig is van ontmantelingsactiviteiten of buitengewone verrichtingen. Het kan installaties op basis van een met redenen omkleed en gerechtvaardigd verzoek worden toegestaan deze code te gebruiken.

    Verandering van categorie

    CE

    Overboeking van een hoeveelheid kerntechnisch materiaal van de ene categorie naar een andere (artikel 21) als gevolg van een verrijkingsproces (slechts één regel per verandering van categorie gebruiken).

    Verandering van categorie

    CB

    Overboeking van een hoeveelheid kerntechnisch materiaal van de ene categorie naar een andere (artikel 21) als gevolg van een menging (slechts één regel per verandering van categorie gebruiken).

    Verandering van categorie

    CC

    Overboeking van een hoeveelheid kerntechnisch materiaal van de ene categorie naar een andere (artikel 21) voor alle veranderingen van categorie die niet onder de codes CE en CB vallen (slechts één regel per verandering van categorie gebruiken), zoals tijdens bestraling of om buitengewone en gerechtvaardigde redenen.

    Verandering van bijzondere verbintenis

    BR

    Overboeking van een hoeveelheid kerntechnisch materiaal van de ene bijzondere verbintenis naar een andere (artikel 19, lid 1) teneinde de totale voorraad uranium in evenwicht te brengen na een menging (slechts één regel per verandering van verbintenis gebruiken).

    Verandering van bijzondere verbintenis

    PR

    Overboeking van een hoeveelheid kerntechnisch materiaal van de ene bijzondere verbintenis naar een andere (artikel 19, lid 1) waarbij kerntechnisch materiaal een gemeenschappelijke boekhoudingspool binnenkomt of verlaat (slechts één regel per verandering van verbintenis gebruiken).

    Verandering van bijzondere verbintenis

    SR

    Overboeking van een hoeveelheid kerntechnisch materiaal van de ene bijzondere verbintenis naar een andere (artikel 19, lid 1) als gevolg van een uitwisseling of vervanging van de verbintenis (slechts één regel per verandering van verbintenis gebruiken). Het gebruik van deze code vereist een voorafgaande goedkeuring (artikel 20, lid 1).

    Verandering van bijzondere verbintenis

    CR

    Overboeking van een hoeveelheid kerntechnisch materiaal van de ene bijzondere verbintenis naar een andere (artikel 19, lid 1) voor alle gevallen die niet onder de codes BR, PR of SR vallen (slechts één regel per verandering van verbintenis gebruiken).

    Nucleaire productie

    NP

    Toename van de hoeveelheid kerntechnisch materiaal door nucleaire transformatie.

    Nucleair verlies

    NL

    Afname van de hoeveelheid kerntechnisch materiaal door nucleaire transformatie.

    Expeditieverschil

    DI

    Expeditieverschil (zie artikel 2, punt 21).

    Nieuwe meting

    NM

    De in het materiaalbalansgebied geboekte hoeveelheid kerntechnisch materiaal in één bepaalde partij die het verschil vormt tussen een nieuw gemeten hoeveelheid en de voordien geboekte hoeveelheid, en die noch een expeditieverschil, noch een correctie vormt.

    Afrondingen

    RA

    Afrondende aanpassing om de som van de hoeveelheden waarover in een bepaalde periode verslag wordt gedaan zo nodig te laten samenvallen met de uiteindelijke formele inventaris van het materiaalbalansgebied.

    Isotopenaanpassing

    R5

    Aanpassing om de som van de gerapporteerde hoeveelheden isotopen te laten samenvallen met de formele eindinventaris voor U-235 van het materiaalbalansgebied.

    Materiaalproductie

    MP

    Hoeveelheid kerntechnisch materiaal gewonnen uit stoffen die aanvankelijk niet aan de veiligheidscontrole waren onderworpen, en die nu wel aan de veiligheidscontrole is onderworpen omdat de concentratie nu grenswaarde overschrijdt.

    Einde gebruik

    TU

    Een hoeveelheid kerntechnisch materiaal die om praktische of economische redenen niet terugwinbaar wordt geacht en die is opgenomen in eindproducten die voor niet-nucleaire doeleinden worden gebruikt, zoals legeringen of keramiek (artikel 36, lid 1, punt b)).

    Het gebruik van deze code vereist een voorafgaande goedkeuring.

    Beëindiging van de veiligheidscontrole

    TZ

    Een hoeveelheid kerntechnisch materiaal die om praktische of economische redenen niet terugwinbaar wordt geacht en die in zeer kleine gemeten of op grond van metingen geraamde concentraties is opgenomen in afvalstoffen, zelfs wanneer dit materiaal niet in het milieu wordt uitgestoten (artikel 36, lid 1, punt c)). Het kan installaties op basis van een met redenen omkleed en gerechtvaardigd verzoek en overeengekomen rapportagemodaliteiten worden toegestaan om deze code te gebruiken.

    10.Line number/ Regelnummer: volgnummer, te beginnen met 1, doorlopend.

    11.Element category/ Categorie waartoe het element behoort: de elementencategorie van het kerntechnische materiaal, met gebruik van de categoriecodes zoals vermeld in bijlage III (25) bij deze verordening.

    12.Element weight/ Gewicht van het element: Vermeld het gewicht van de in veld 11 bedoelde categorie waartoe het element behoort. Druk het gewicht uit in gram. Cijfers na de komma in de boekhouding kunnen tot maximaal drie cijfers na de komma worden overgenomen.

    13.Isotope/ Isotoop: Deze code geeft het betrokken soort splijtbare isotopen aan en moet alleen worden vermeld indien het gewicht aan splijtbare isotopen in het rapport is opgenomen. Gebruik de codes zoals vermeld in bijlage III (27) bij deze verordening.

    14.Fissile weight/ Gewicht van de splijtstof: Tenzij in de bijzondere controlebepalingen anders is voorgeschreven, moet het gewicht aan splijtbare isotopen alleen worden vermeld voor verrijkt uranium en veranderingen van categorie die verrijkt uranium betreffen. Druk het gewicht uit in gram. Cijfers na de komma in de boekhouding kunnen tot maximaal drie cijfers na de komma worden overgenomen.

    15.Obligation/ Verbintenis: Vermeld welke bijzondere verbintenis inzake de veiligheidscontrole (door de Gemeenschap aangegaan in een met een derde land of een internationale organisatie gesloten overeenkomst) van toepassing is op het kerntechnische materiaal (artikel 19). De Commissie zal de desbetreffende codes op verzoek aan de installaties meedelen.

    16.Correction/ Correctie: Breng zo nodig correcties aan door de verkeerde regel(s) te schrappen en de goede regel(s) toe te voegen.

    Gebruik de volgende codes:

    Code

    Betekenis

    D

    Schrapping. Duid de te schrappen regel als volgt aan:

    -vermeld in veld 17 het rapportnummer (6), in veld 18 het regelnummer (11) van de oorspronkelijke regel. De andere velden hoeven niet te worden vermeld;

    of

    -herhaal de regel volledig. De velden kunnen codes bevatten die in deze verordening niet langer worden gebruikt.

    A

    Toevoeging (die deel uitmaakt van een schrapping/toevoeging-paar). Vermeld alle gegevensvelden van de correcte regel, plus het veld “vorig rapport” (17) en het veld “vorige regel” (18). Neem in het veld “vorige regel” (18) het regelnummer (10) over van de regel die door het schrapping/toevoeging-paar wordt vervangen.

    L

    Late boeking (losstaande toevoeging). Vermeld alle velden van de late boeking, plus het veld “vorig rapport” (17). Vul in het veld “vorig rapport” (17) het rapportnummer (6) in van het rapport waarin de late boeking had moeten worden vermeld.

    17.Previous report/ Vorig rapport: vermeld het rapportnummer (6) van de te corrigeren regel.

    18.Previous line/ Vorige regel: vermeld bij schrappingen of toevoegingen die deel uitmaken van een schrapping/toevoeging-paar het regelnummer (10) van de te corrigeren regel.

    19.Comment/ Opmerking: vrije-tekstveld voor opmerkingen van de exploitant.

    20.CRC: hashcode van de regel, met het oog op de kwaliteitscontrole. De Commissie zal de exploitant laten weten welk algoritme moet worden gebruikt.

    21.Previous CRC/ Vorige CRC: hashcode van de te corrigeren regel.

    ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET INVULLEN VAN DE RAPPORTEN

    De algemene opmerkingen 2, 3, 4, 5 en 6 aan het einde van bijlage III zijn van overeenkomstige toepassing.



    BIJLAGE V

    FEITELIJKE INVENTARISLIJST (PIL)

    Kop

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    MBA

    Teken (4)

    MBA-code van het MBA in kwestie

    1

    Report type

    Teken (1)

    P voor feitelijke inventarislijsten

    2

    Report date

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum waarop het rapport is voltooid

    3

    Report number

    Nummer

    Volgnummer, doorlopend

    4

    PIT date

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum waarop de feitelijke inventaris is opgesteld

    5

    Line count

    Nummer

    Totaal aantal gerapporteerde regels

    6

    Reporting person

    Teken (64)

    Naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is

    7

    Boekingen

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    Item ID

    Teken (20)

    Volgnummer

    8

    Batch

    Teken (20)

    Unieke benaming van een partij kerntechnisch materiaal

    9

    KMP

    Teken (1)

    Hoofdmeetpunt

    10

    Measurement

    Teken (1)

    Meetcode

    11

    Element category

    Teken (1)

    Categorie van het kerntechnische materiaal

    12

    Material form

    Teken (2)

    Code voor de fysische vorm

    13

    Material container

    Teken (1)

    Code voor de verpakking van het materiaal

    14

    Material state

    Teken (1)

    Code voor de toestand van het materiaal

    15

    Line number

    Nummer

    Volgnummer, doorlopend

    16

    Number of items

    Nummer

    Aantal artikelen

    17

    Element weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van het element

    18

    Isotope

    Teken (1)

    G voor U-235, K voor U-233, J voor een mengsel van U-235 en U-233

    19

    Fissile weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van de splijtbare isotopen

    20

    Obligation

    Teken (5)

    Verbintenis inzake de veiligheidscontrole

    21

    Document

    Teken (70)

    Door de exploitant vastgestelde referentie naar bewijsstukken

    22

    Container ID

    Teken (20)

    Door de exploitant vastgestelde benaming van de verpakking

    23

    Correction

    Teken (1)

    D voor schrapping, A voor toevoeging van een schrapping/toevoeging-paar, L voor late boeking (losstaande toevoeging)

    24

    Previous report

    Nummer

    Rapportnummer van de te corrigeren regel

    25

    Previous line

    Nummer

    Regelnummer van de te corrigeren regel

    26

    Comment

    Teken (256)

    Opmerking van de exploitant

    27

    CRC

    Nummer

    Hashcode van de regel, met het oog op de kwaliteitscontrole

    28

    Previous CRC

    Nummer

    Hashcode van de te corrigeren regel

    29

    Betekenis

    1.MBA: code van het materiaalbalansgebied in kwestie. Deze code wordt door de Commissie aan de betrokken installatie meegedeeld.

    2.Report type/ Rapporttype: P voor feitelijke inventarislijsten.

    3.Report date/ Datum van het rapport: datum waarop het rapport is voltooid.

    4.Report number/ Nummer van het rapport: volgnummer dat wordt gebruikt voor de rapporten over de inventariswijzigingen, materiaalbalansrapporten en feitelijke inventarislijsten, doorlopend.

    5.PIT date/ PIT-datum (datum van de opstelling van de feitelijke inventaris): dag, maand en jaar van de opstelling van de feitelijke inventaris om 24.00 uur.

    6.Line count/ Aantal regels: totaal aantal gerapporteerde regels.

    7.Reporting person/ Meldende persoon: naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is.

    8.Item ID/ ID artikel: volgnummer voor alle PIL-regels in verband met hetzelfde fysische object.

    9.Batch/ Partij: indien in de bijzondere controlebepalingen follow-up van de partij wordt vereist, moet de benaming die eerder voor deze partij is gebruikt in een rapport over de inventariswijzigingen of in een vorige feitelijke inventarislijst, worden gebruikt.

    10.KMP: hoofdmeetpunt. De codes worden aan de betrokken installatie meegedeeld en opgenomen in de bijzondere controlebepalingen. Indien geen specifieke codes zijn vermeld, moet “&” worden gebruikt.

    11.Measurement/ Meting: de basis waarop de hoeveelheid kerntechnisch materiaal die is gemeld, is vastgesteld, moet worden vermeld, met gebruik van de categoriecodes zoals vermeld in bijlage III (13) bij deze verordening.

    12.Element category/ Categorie waartoe het element behoort: de elementencategorie van het kerntechnische materiaal, met gebruik van de categoriecodes zoals vermeld in bijlage III (25) bij deze verordening.

    13.Material form/ Fysische vorm: de fysische vorm van de partij, met gebruik van de materiaalomschrijving zoals vermeld in bijlage III (14) bij deze verordening.

    14.Material container/ Verpakking van het materiaal: het type verpakking van het kerntechnische materiaal, met gebruik van de categoriecodes zoals vermeld in bijlage III (15) bij deze verordening.

    15.Material state/ Toestand van het materiaal: de toestand van het materiaal van de partij, met gebruik van de codes voor de toestand van het materiaal zoals vermeld in bijlage III (16) bij deze verordening.

    16.Line number/ Regelnummer: volgnummer, in elk rapport te beginnen met 1, doorlopend.

    17.Number of items/ Aantal artikelen: In elke regel van de feitelijke inventaris moet het aantal betrokken artikelen worden vermeld. Indien een groep artikelen die tot dezelfde partij behoren, in verscheidene regels wordt gerapporteerd, is de som van de daarin vermelde artikelen gelijk aan het totale aantal artikelen in de groep. Indien de regels meer dan één elementcategorie bevatten, wordt het aantal artikelen alleen in de regel(s) voor de elementcategorie met de hoogste relevantie voor de veiligheidscontrole (in dalende volgorde: P, H, L, N, D, T) vermeld.

    18.Element weight/ Gewicht van het element: Vermeld het gewicht van de in veld 12 bedoelde categorie waartoe het element behoort. Druk het gewicht uit in gram. Cijfers na de komma in de boekhouding kunnen tot maximaal drie cijfers na de komma worden overgenomen.

    19.Isotope/ Isotoop: Deze code geeft het betrokken soort splijtbare isotopen aan en moet alleen worden vermeld indien het gewicht aan splijtbare isotopen in het rapport is opgenomen. Gebruik de codes zoals vermeld in bijlage III (27) bij deze verordening.

    20.Fissile weight/ Gewicht van de splijtstof: Tenzij in de bijzondere controlebepalingen anders is voorgeschreven, moet het gewicht aan splijtbare isotopen alleen worden vermeld voor verrijkt uranium en veranderingen van categorie die verrijkt uranium betreffen. Druk het gewicht uit in gram. Cijfers na de komma in de boekhouding kunnen tot maximaal drie cijfers na de komma worden overgenomen.

    21.Obligation/ Verbintenis: Vermeld welke bijzondere verbintenis inzake de veiligheidscontrole (door de Gemeenschap aangegaan in een met een derde land of een internationale organisatie gesloten overeenkomst) van toepassing is op het kerntechnische materiaal (artikel 19). De Commissie zal de desbetreffende codes op verzoek aan de installaties meedelen.

    22.Document/ Stuk: door de exploitant vastgestelde referentie naar (een) bewijsstuk(ken).

    23.Container ID/ ID verpakking: door de exploitant vastgesteld nummer van de verpakking. Optioneel gegevenselement dat kan worden gebruikt wanneer het nummer van de verpakking niet voorkomt in de benaming van de partij.

    24.Correction/ Correctie:: Breng zo nodig correcties aan door de verkeerde regel(s) te schrappen en de goede regel(s) toe te voegen.

    Gebruik de volgende codes:

    Code

    Betekenis

    D

    Schrapping. Duid de te schrappen regel als volgt aan:

    -vermeld in veld 25 het rapportnummer (4), in veld 26 het regelnummer (16) van de oorspronkelijke regel. De andere velden hoeven niet te worden vermeld;

    of

    -herhaal de regel volledig. De velden kunnen codes bevatten die in deze verordening niet langer worden gebruikt.

    A

    Toevoeging (die deel uitmaakt van een schrapping/toevoeging-paar). Vermeld alle gegevensvelden van de correcte regel, plus het veld “vorig rapport” (25) en het veld “vorige regel” (26). Neem in het veld “vorige regel” (26) het regelnummer (16) over van de regel die door het schrapping/toevoeging-paar wordt vervangen.

    L

    Late boeking (losstaande toevoeging). Vermeld alle velden van de late boeking, plus het veld “vorig rapport” (25). Vul in het veld “vorig rapport” (25) het rapportnummer (4) in van het rapport waarin de late boeking had moeten worden vermeld.

    25.Previous report/ Vorig rapport: vermeld het rapportnummer (4) van de te corrigeren regel.

    26.Previous line/ Vorige regel: vermeld bij schrappingen of toevoegingen die deel uitmaken van een schrapping/toevoeging-paar het regelnummer (16) van de te corrigeren regel.

    27.Comment/ Opmerking: vrije-tekstveld voor opmerkingen van de exploitant (vervangt de afzonderlijke beknopte nota).

    28.CRC: hashcode van de regel, met het oog op de kwaliteitscontrole. De Commissie zal de exploitant laten weten welk algoritme moet worden gebruikt.

    29.Previous CRC/ Vorige CRC: hashcode van de te corrigeren regel.

    ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET INVULLEN VAN DE RAPPORTEN

    1.Indien op de datum waarop de feitelijke inventaris is opgesteld geen kerntechnisch materiaal in het materiaalbalansgebied aanwezig was, moeten alleen de labels 1 tot en met 7, 16, 17 en 28 worden ingevuld. Labels 24 tot en met en label 29 moeten worden ingevuld indien van toepassing.

    2.De algemene opmerkingen 2, 3, 4, 5 en 6 aan het einde van bijlage III zijn van overeenkomstige toepassing.



    BIJLAGE VI

    VOORAFGAANDE KENNISGEVING VAN DE UITVOER/VERZENDING VAN KERNTECHNISCH MATERIAAL

    Kop

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    Legal entity or name of installation

    Teken (256)

    Rechtspersoon of naam van de installatie

    1

    Report type

    Teken (4)

    ANXS die voor dit rapporttype moeten worden gebruikt

    2

    Advance notification reference code

    Teken (12)

    Referentiecode voor de voorafgaande kennisgeving.

    3

    Shipper MBA

    Teken (4)

    MBA-code van de installatie van verzending

    4

    Receiver MBA

    Teken (4)

    MBA-code van de installatie van ontvangst

    5

    Shipping installation

    Teken (256)

    Contactgegevens van de installatie van verzending

    6

    Receiving installation

    Teken (256)

    Contactgegevens van de installatie van ontvangst

    7

    Report date

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum waarop het rapport is voltooid

    8

    Reporting person

    Teken (64)

    Naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is

    9

    Boekingen

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    Line number

    Nummer

    Volgnummer, doorlopend

    10

    Batch

    Teken (20)

    Unieke benaming van een partij kerntechnisch materiaal

    11

    Element category

    Teken (1)

    Categorie van het kerntechnische materiaal

    12

    Obligation

    Teken (5)

    Verbintenis inzake de veiligheidscontrole

    13

    Chemical composition

    Teken (64)

    Chemische samenstelling

    14

    Isotope

    Teken (1)

    Uraniumisotoop

    15

    Enrichment

    Cijfer (3,3)

    Procentuele samenstelling van uranium-235

    16

    Material state

    Teken (1)

    Toestand van het materiaal

    17

    Material form

    Teken (2)

    Fysische vorm

    18

    Number of items

    Nummer

    Aantal artikelen

    19

    Description of containers and seals

    Teken (256)

    Beschrijving van de transportcontainers en verzegelmogelijkheden

    20

    Element weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van het element

    21

    Fissile weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van de splijtbare isotoop

    22

    Material container

    Teken (1)

    Code voor de verpakking van het materiaal

    23

    Means of transport

    Teken (1) (voor elk vervoermiddel)

    Vervoermiddel voor het kerntechnische materiaal

    24

    Location where material will be stored or prepared

    Teken (256)

    Plaats waar het kerntechnische materiaal voor geprepareerd voor de verzending

    25

    Last date when material can be identified

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Uiterste termijn voor identificatie van kerntechnisch materiaal

    26

    Date of dispatch

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Geplande datum van verzending

    27

    Date of arrival

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Geplande datum van aankomst op de bestemming

    28

    Intended use

    Teken (256)

    Beoogd gebruik van het kerntechnische materiaal

    29

    Euratom Supply Agency (ESA) contractual reference

    Teken (64)

    Nummer van de contractreferentie van het ESA

    30

    Betekenis

    1.Legal entity or name of installation/ Rechtspersoon of naam van de installatie: de naam van de rechtspersoon of de installatie die de informatie aan de Commissie meedeelt.

    2.Report type/ Rapporttype: ANXS die voor dit rapporttype moet worden gebruikt.

    3.Advance notification reference code/ Referentiecode voorafgaande kennisgeving:: de referentiecode voor voorafgaande kennisgevingen die in het rapport over de inventariswijzigingen moet worden gebruikt.

    4.Shipper MBA/ MBA van verzending: de code van het materiaalbalansgebied van de verzender die door de Commissie aan de betrokken installatie is meegedeeld.

    5.Receiver MBA/ MBA van ontvangst: de code van het materiaalbalansgebied van de ontvanger in het geval van een overdracht binnen de EU en in het geval van de uitvoer naar een derde land, indien bekend.

    6.Shipping installation/ Installatie van verzending: de naam, het adres en het land van de installatie die het kerntechnische materiaal verzendt.

    7.Receiving installation/ Installatie van ontvangst: de naam, het adres en het land van de installatie die het kerntechnische materiaal ontvangt.

    8.Report date/ Datum van het rapport: de datum waarop het rapport is voltooid.

    9.Reporting person/ Meldende persoon: naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is.

    10.Line number/ Regelnummer: volgnummer, in elk rapport te beginnen met 1, doorlopend.

    11.Batch/ Partij: het identificatienummer van de partij. De informatie moet voor elke partij worden ingevuld.

    12.Element category/ Categorie waartoe het element behoort: de categorie van het kerntechnische materiaal. Gebruik de categoriecodes zoals vermeld in bijlage III (25) bij deze verordening.

    13.Obligation/ Verbintenis: Vermeld welke bijzondere verbintenis inzake de veiligheidscontrole (door de Gemeenschap aangegaan in een met een derde land of een internationale organisatie gesloten overeenkomst) van toepassing is op het kerntechnische materiaal (artikel 19). De Commissie zal de desbetreffende codes op verzoek aan de installaties meedelen. De informatie moet voor elke partij worden ingevuld.

    14.Chemical composition/ Chemische samenstelling: de chemische samenstelling van de partij. De informatie moet voor elke partij worden ingevuld.

    15.Isotope/ Isotoop: Deze code geeft het betrokken soort splijtbare isotopen aan en moet alleen worden vermeld indien het gewicht aan splijtbare isotopen in het rapport is opgenomen. Gebruik de isotopencodes zoals vermeld in bijlage III (27) bij deze verordening. De informatie moet voor elke partij die uranium bevat worden ingevuld.

    16.Enrichment/ Verrijking: procentuele samenstelling van U-235. De informatie moet voor elke partij die uranium bevat worden ingevuld.

    17.Material state/ Toestand van het materiaal: de toestand van het materiaal van de partij, met gebruik van de codes voor de toestand van het materiaal zoals vermeld in bijlage III (16) bij deze verordening. De informatie moet voor elke partij worden ingevuld.

    18.Material form/ Fysische vorm: de fysische vorm van de partij, met gebruik van de materiaalomschrijving zoals vermeld in bijlage III (14) bij deze verordening. De informatie moet voor elke partij worden ingevuld.

    19.Number of items/ Aantal artikelen: Het aantal artikelen in de partij, overeenkomstig bijlage III (24) bij deze verordening.

    20.Description of containers and seals/ Beschrijving van de recipiënten en zegels: Een beschrijving van de recipiënten, met inbegrip van de manier waarop ze kunnen worden verzegeld. De informatie moet voor elke partij worden ingevuld.

    21.Element weight/ Gewicht van het element: Het gewicht van het element moet in gram worden vermeld. De informatie moet voor elke partij worden ingevuld.

    22.Fissile weight/ Gewicht van de splijtstof: Het gewicht van de splijtbare isotoop/isotopen (voor laagverrijkt uranium en hoogverrijkt uranium: gewicht van isotoop U-233 en U-235) moet in gram worden vermeld. De informatie moet voor elke partij die uranium bevat worden ingevuld.

    23.Material container/ Verpakking van het materiaal: het type verpakking van het kerntechnische materiaal, met gebruik van de categoriecodes zoals vermeld in bijlage III (15) bij deze verordening.

    24.Means of transport/ Vervoermiddel:: Vermeld in voorkomend geval het vervoermiddel. Er kan meer dan één code worden gebruikt als meerdere vervoermiddelen worden gebruikt. In dergelijke gevallen moeten de codes worden gescheiden door een puntkomma.

    Gebruik de volgende codes:

    Vervoermiddel

    Code

    Lucht

    A

    Water

    W

    Wegvervoer

    R

    Trein

    T

    Andere

    O

    25.Location where material will be stored or prepared/ Plaats waar het materiaal wordt opgeslagen of geprepareerd: de plaats binnen het materiaalbalansgebied waar het kerntechnische materiaal voor verzending wordt geprepareerd en kan worden geïdentificeerd en waar de hoeveelheid en samenstelling kunnen worden gecontroleerd.

    26.Last date when material can be identified/ Uiterste termijn voor identificatie van materiaal: de uiterste datum waarop het materiaal kan worden geïdentificeerd en de hoeveelheid en samenstelling ervan kunnen worden gecontroleerd.

    27.Date of dispatch/ Datum van verzending: geplande datum van verzending. Per partij moet één datum worden vermeld.

    28.Date of arrival/ Datum van aankomst: geplande datum van aankomst op de bestemming. Per partij moet één datum worden vermeld.

    29.Intended use/ Beoogd gebruik: het gebruik waarvoor het kerntechnische materiaal bestemd is.

    30.Euratom Supply Agency (ESA) contractual reference/ Contractreferentie van het Voorzieningsagentschap van Euratom (ESA): Vermeld, waar passend:

    de contractreferentie van het ESA of, indien deze niet beschikbaar is, de datum waarop de overeenkomst is gesloten of geacht wordt te zijn gesloten door het Voorzieningsagentschap, alsmede alle dienstige desbetreffende gegevens;

    voor looncontracten (artikel 75 van het Verdrag) en voor contracten voor de levering van kleine hoeveelheden materiaal (artikel 74 van het Verdrag en Verordening nr. 17/66/Euratom van de Commissie zoals gewijzigd bij Verordening (Euratom) nr. 3137/74), de datum van mededeling aan het ESA, en eventuele referenties.

    ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET INVULLEN VAN DE RAPPORTEN

    1.Alle gevraagde informatie moet, indien van toepassing, worden verstrekt.

    2.In geval van een overdracht binnen de EU moet de verzender aan de geadresseerde alle nodige informatie verstrekken.

    3.Wanneer numerieke gegevens fracties van de gebruikte eenheden omvatten, moeten de decimalen door een punt worden voorafgegaan.

    4.De volgende 55 tekens kunnen worden gebruikt: de 26 hoofdletters van A tot en met Z, de cijfers 0 tot en met 9, en de tekens “plus”, “min”, “schuine streep”, “sterretje”, “spatie”, “is gelijk aan”, “groter dan”, “kleiner dan”, “punt”, “komma”, “haakjes openen”, “haakjes sluiten”, “dubbele punt”, “dollar”, “percent”, “aanhalingsteken”, “puntkomma”, “vraagteken” en “ampersand”.

    5.Overeenkomstig artikel 79 van het Verdrag geven degenen die aan de controle onderworpen zijn, aan de autoriteiten van de betrokken lidstaat kennis van de mededelingen die zij krachtens artikel 78 en de eerste alinea van artikel 79 aan de Commissie doen toekomen.

    6.Rapporten moeten in xml-formaat worden opgesteld.

    7.De rapporten moeten naar behoren vervolledigd en (indien mogelijk, digitaal) ondertekend worden verzonden aan de Europese Commissie, Euratom-veiligheidscontrole.


    BIJLAGE VII

    VOORAFGAANDE KENNISGEVING VAN DE INVOER/ONTVANGST VAN KERNTECHNISCH MATERIAAL

    Kop

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    Legal entity or name of installation

    Teken (256)

    Rechtspersoon of naam van de installatie

    1

    Report type

    Teken (4)

    ANIR die voor dit rapporttype moet worden gebruikt

    2

    Advance notification reference code

    Teken (12)

    Referentiecode voor de voorafgaande kennisgeving.

    3

    Shipper MBA

    Teken (4)

    MBA-code van de installatie van verzending

    4

    Receiver MBA

    Teken (4)

    MBA-code van de installatie van ontvangst

    5

    Shipping installation

    Teken (256)

    Contactgegevens van de installatie van verzending

    6

    Receiving installation

    Teken (256)

    Contactgegevens van de installatie van ontvangst

    7

    Report date

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum waarop het rapport is voltooid

    8

    Reporting person

    Teken (64)

    Naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is

    9

    Boekingen

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    Line number

    Nummer

    Volgnummer, doorlopend

    10

    Batch

    Teken (20)

    Unieke benaming van een partij kerntechnisch materiaal

    11

    Element category

    Teken (1)

    Categorie van het kerntechnische materiaal

    12

    Obligation

    Teken (5)

    Verbintenis inzake de veiligheidscontrole

    13

    Chemical composition

    Teken (64)

    Chemische samenstelling

    14

    Isotope

    Teken (1)

    Splijtbare uraniumisotoop

    15

    Enrichment

    Cijfer (3,3)

    Procentuele samenstelling van uranium-235

    16

    Material state

    Teken (1)

    Toestand van het materiaal

    17

    Material form

    Teken (2)

    Fysische vorm

    18

    Number of items

    Nummer

    Aantal artikelen

    19

    Description of containers and seals

    Teken (256)

    Beschrijving van de transportcontainers en verzegelmogelijkheden

    20

    Element weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van het element

    21

    Fissile weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van de splijtbare isotoop

    22

    Means of transport

    Teken (1) (voor elk vervoermiddel)

    Vervoermiddel voor het kerntechnische materiaal

    23

    Date of arrival

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum van aankomst van het kerntechnische materiaal

    24

    Location where materials will be unpacked

    Teken (256)

    Plaats waar het kerntechnische materiaal wordt uitgepakt

    25

    Date when materials will be unpacked

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum waarop het kerntechnische materiaal wordt uitgepakt

    26

    Intended use

    Teken (256)

    Beoogd gebruik van het kerntechnische materiaal

    27

    Euratom Supply Agency (ESA) contractual reference

    Teken (64)

    Nummer van de contractreferentie van het ESA

    28

    Betekenis

    1.Legal entity or name of installation/ Rechtspersoon of naam van de installatie: de naam van de rechtspersoon of de installatie die de informatie aan de Commissie meedeelt.

    2.Report type/ Rapporttype: ANIR die voor dit rapporttype moet worden gebruikt.

    3.Advance notification reference code/ Referentiecode voorafgaande kennisgeving: de referentiecode voor voorafgaande kennisgevingen die in het rapport over de inventariswijzigingen moet worden gebruikt.

    4.Shipper MBA/ MBA van verzending: de code van het materiaalbalansgebied van de verzender in het geval van een overdracht binnen de EU en in het geval van de invoer uit een derde land, indien bekend.

    5.Receiver MBA/ MBA van ontvangst: de code van het materiaalbalansgebied van de ontvanger die door de Commissie aan de betrokken installatie is meegedeeld.

    6.Shipping installation/ Installatie van verzending: de naam, het adres en het land van de installatie die het kerntechnische materiaal verzendt.

    7.Receiving installation/ Installatie van ontvangst: de naam, het adres en het land van de installatie die het kerntechnische materiaal ontvangt.

    8.Report date/ Datum van het rapport: de datum waarop het rapport is voltooid.

    9.Reporting person/ Meldende persoon: naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is.

    10.Line number/ Regelnummer: volgnummer, in elk rapport te beginnen met 1, doorlopend.

    11.Batch/ Partij: het identificatienummer van de partij. De informatie moet voor elke partij worden ingevuld.

    12.Element category/ Categorie waartoe het element behoort: de categorie van het kerntechnische materiaal. Gebruik de categoriecodes zoals vermeld in bijlage III (25) bij deze verordening.

    13.Obligation/ Verbintenis: Vermeld welke bijzondere verbintenis inzake de veiligheidscontrole (door de Gemeenschap aangegaan in een met een derde land of een internationale organisatie gesloten overeenkomst) van toepassing is op het kerntechnische materiaal (artikel 19). De Commissie zal de desbetreffende codes op verzoek aan de installaties meedelen. De informatie moet voor elke partij worden ingevuld.

    14.Chemical composition/ Chemische samenstelling: de chemische samenstelling van de partij. De informatie moet voor elke partij worden ingevuld.

    15.Isotope/ Isotoop: Deze code geeft het betrokken soort splijtbare isotopen aan en moet alleen worden vermeld indien het gewicht aan splijtbare isotopen in het rapport is opgenomen. Gebruik de isotopencodes zoals vermeld in bijlage III (27) bij deze verordening. De informatie moet voor elke partij die uranium bevat worden ingevuld.

    16.Enrichment/ Verrijking: procentuele samenstelling van uranium-235. De informatie moet voor elke partij die uranium bevat worden ingevuld.

    17.Material state/ Toestand van het materiaal: de toestand van het materiaal van de partij, met gebruik van de codes voor de toestand van het materiaal zoals vermeld in bijlage III (16) bij deze verordening. De informatie moet voor elke partij worden ingevuld.

    18.Material form/ Fysische vorm: de fysische vorm van de partij, met gebruik van de materiaalomschrijving zoals vermeld in bijlage III (14) bij deze verordening. De informatie moet voor elke partij worden ingevuld.

    19.Number of items/ Aantal artikelen: Het aantal artikelen in de partij, overeenkomstig bijlage III (24) bij deze verordening.

    20.Description of containers and seals/ Beschrijving van de recipiënten en zegels: Een beschrijving van de recipiënten, met inbegrip van de manier waarop ze kunnen worden verzegeld. De informatie moet voor elke partij worden ingevuld.

    21.Element weight/ Gewicht van het element: Het gewicht van het element moet in gram worden vermeld. De informatie moet voor elke partij worden ingevuld.

    22.Fissile weight/ Gewicht van de splijtstof: Het gewicht van de splijtbare isotoop/isotopen (voor laagverrijkt uranium en hoogverrijkt uranium: gewicht van isotoop U-233 en U-235) moet in gram worden vermeld. De informatie moet voor elke partij die verrijkt uranium bevat worden ingevuld.

    23.Means of transport/ Vervoermiddel: vermeld, waar passend, het vervoermiddel, met gebruik van de codes zoals vermeld in bijlage VI (24) bij deze verordening.

    24.Date of arrival/ Datum van aankomst: de datum van de verwachte of daadwerkelijke aankomst in het materiaalbalansgebied.

    25.Location where materials will be unpacked/ Plaats waar het materiaal wordt uitgepakt: de plaats binnen het materiaalbalansgebied waar het materiaal wordt uitgepakt en kan worden geïdentificeerd en waar hoeveelheid en samenstelling kunnen worden gecontroleerd.

    26.Date when materials will be unpacked/ Datum waarop het materiaal wordt uitgepakt: de verwachte datum waarop het materiaal wordt uitgepakt.

    27.Intended use/ Beoogd gebruik: het gebruik waarvoor het kerntechnische materiaal bestemd is.

    28.Euratom Supply Agency (ESA) contractual reference/ Contractreferentie van het Voorzieningsagentschap van Euratom (ESA): Vermeld, waar passend:

    de contractreferentie van het ESA of, indien deze niet beschikbaar is, de datum waarop de overeenkomst is gesloten of geacht wordt te zijn gesloten door het ESA, alsmede alle dienstige desbetreffende gegevens;

    voor looncontracten (artikel 75 van het Verdrag) en voor contracten voor de levering van kleine hoeveelheden materiaal (artikel 74 van het Verdrag en Verordening nr. 17/66/Euratom van de Commissie zoals gewijzigd bij Verordening (Euratom) nr. 3137/74), de datum van mededeling aan het Voorzieningsagentschap, en eventuele referenties.

    ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET INVULLEN VAN DE RAPPORTEN

    1.Alle gevraagde informatie moet, indien van toepassing, worden verstrekt.

    2.Wanneer numerieke gegevens fracties van de gebruikte eenheden omvatten, moeten de decimalen door een punt worden voorafgegaan.

    3.De volgende 55 tekens kunnen worden gebruikt: de 26 hoofdletters van A tot en met Z, de cijfers 0 tot en met 9, en de tekens “plus”, “min”, “schuine streep”, “sterretje”, “spatie”, “is gelijk aan”, “groter dan”, “kleiner dan”, “punt”, “komma”, “haakjes openen”, “haakjes sluiten”, “dubbele punt”, “dollar”, “percent”, “aanhalingsteken”, “puntkomma”, “vraagteken” en “ampersand”.

    4.Overeenkomstig artikel 79 van het Verdrag geven degenen die aan de controle onderworpen zijn, aan de autoriteiten van de betrokken lidstaat kennis van de mededelingen die zij krachtens artikel 78 en de eerste alinea van artikel 79 aan de Commissie doen toekomen.

    5.Rapporten moeten in xml-formaat worden opgesteld.

    6.De rapporten moeten naar behoren vervolledigd en (indien mogelijk, digitaal) ondertekend worden verzonden aan de Europese Commissie, Euratom-veiligheidscontrole.


    BIJLAGE VIII

    RAPPORT VAN UITVOER/VERZENDING VAN ERTS

    Kop

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    Undertaking

    Teken (256)

    Naam en adres van de betrokken onderneming

    1

    Report type

    Teken (5)

    OREXS die voor dit rapporttype moet worden gebruikt

    2

    Mine name

    Teken (256)

    Naam van de mijn

    3

    Mine code

    Teken (4)

    Code van de mijn

    4

    Report year

    Jaar

    Het jaar waarop het rapport betrekking heeft

    5

    Report date

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum waarop het rapport wordt ingediend

    6

    Reporting person

    Teken (64)

    Naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is

    7

    Report number

    Nummer

    Uniek referentienummer

    8

    Boekingen

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    Line number

    Nummer

    Volgnummer, doorlopend

    9

    Date of dispatch

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum van afzonderlijke uitvoer/zendingen

    10

    Consignee

    Teken (256)

    De ontvanger van de invoer/de ontvangst

    11

    Uranium weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van het uranium

    12

    Thorium weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van het thorium

    13

    Comment

    Teken (256)

    Aanvullende opmerking

    14

    Betekenis

    1.Undertaking/ Onderneming: naam en adres van de betrokken onderneming.

    2.Report type/ Rapporttype: OREXS die voor dit rapporttype moet worden gebruikt.

    3.Mine name/ Naam van de mijn: naam van de mijn waarvoor het rapport is opgesteld.

    4.Mine code/ Mijncode: code van de mijn, zoals door de Commissie aan de onderneming meegedeeld.

    5.Report year/ Rapportagejaar: het kalenderjaar waarop het rapport betrekking heeft.

    6.Report date/ Datum van het rapport: datum waarop het rapport is voltooid.

    7.Reporting person/ Meldende persoon: naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is.

    8.Report number/ Nummer van het rapport: volgnummer, doorlopend, voor het rapport van de uitvoer/verzending van erts.

    9.Line number/ Regelnummer: volgnummer, in elk rapport te beginnen met 1, doorlopend.

    10.Date of dispatch/ Datum van verzending: de datum van afzonderlijke uitvoer/zendingen.

    11.Consignee/ Ontvanger: de ontvanger van de invoer/de ontvangst.

    12.Uranium weight/ Gewicht van het uranium: het gewicht van het uranium in de erts, in gram.

    13.Thorium weight/ Gewicht van het thorium: het gewicht van het thorium in de erts, in gram.

    14.Comment/ Opmerking: eventuele aanvullende relevante informatie met betrekking tot de uitvoer/verzending van erts.

    ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET INVULLEN VAN DE RAPPORTEN

    1.Het rapport van verzending moet uiterlijk eind januari van elk jaar, voor elke ontvanger afzonderlijk, voor het voorgaande jaar worden opgesteld. In het rapport moet een afzonderlijke regel worden ingevoerd voor elke uitvoerverzending op de datum van verzending.

    2.Alle gevraagde informatie moet, indien van toepassing, worden verstrekt.

    3.In geval van een overdracht binnen de EU moet de verzender aan de geadresseerde alle nodige informatie verstrekken.

    4.Wanneer numerieke gegevens fracties van de gebruikte eenheden omvatten, moeten de decimalen door een punt worden voorafgegaan.

    5.De volgende 55 tekens kunnen worden gebruikt: de 26 hoofdletters van A tot en met Z, de cijfers 0 tot en met 9, en de tekens “plus”, “min”, “schuine streep”, “sterretje”, “spatie”, “is gelijk aan”, “groter dan”, “kleiner dan”, “punt”, “komma”, “haakjes openen”, “haakjes sluiten”, “dubbele punt”, “dollar”, “percent”, “aanhalingsteken”, “puntkomma”, “vraagteken” en “ampersand”.

    6.Overeenkomstig artikel 79 van het Verdrag geven degenen die aan de controle onderworpen zijn, aan de autoriteiten van de betrokken lidstaat kennis van de mededelingen die zij krachtens artikel 78 en de eerste alinea van artikel 79 aan de Commissie doen toekomen.

    7.Rapporten moeten in xml-formaat worden opgesteld.

    8.De rapporten moeten naar behoren vervolledigd en (indien mogelijk, digitaal) ondertekend worden verzonden aan de Europese Commissie, Euratom-veiligheidscontrole.


    BIJLAGE IX

    VERZOEK OM EEN AFWIJKING VAN DE VOORSCHRIFTEN VOOR DE VORM EN DE PERIODICITEIT VAN DE KENNISGEVINGEN VOOR EEN INSTALLATIE

    Kop

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    Installation

    Teken (256)

    Naam en adres van de installatie

    1

    Report type

    Teken (5)

    DERRQ die voor dit rapporttype moet worden gebruikt

    2

    MBA

    Teken (4)

    MBA-code van het MBA in kwestie

    3

    Element category

    Teken (1)

    Categorie van het kerntechnische materiaal

    4

    Derogation type

    Teken (1)

    Type afwijking

    5

    Intended use

    Teken (256)

    Beoogd gebruik van het kerntechnische materiaal

    6

    Request date

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum waarop het verzoek bij de Commissie is ingediend

    7

    Reporting person

    Teken (64)

    Naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is

    8

    Report number

    Nummer

    Uniek referentienummer

    9

    Boekingen

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    Line number

    Nummer

    Volgnummer, doorlopend

    10

    Enrichment

    Cijfer (3,3)

    Procentuele samenstelling van uranium-235

    11

    Isotopic composition

    Cijfer (24,3) (voor elke isotoop)

    Plutonium, isotopisch gewicht

    12

    Element weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van het element

    13

    Fissile weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van de splijtbare isotoop

    14

    Chemical composition

    Teken (64)

    Chemische samenstelling van de artikelen in de inventaris

    15

    Material form

    Teken (2)

    Fysische vorm

    16

    Number of items

    Nummer

    Aantal artikelen

    17

    Obligation

    Teken (5)

    Verbintenis inzake de veiligheidscontrole

    18

    Betekenis

    1.Installation/ Installatie: naam en adres van de installatie.

    2.Report type/ Rapporttype: DERRQ die voor dit rapporttype moet worden gebruikt.

    3.MBA: code van het materiaalbalansgebied in kwestie. Deze code wordt door de Commissie aan de betrokken installatie meegedeeld.

    4.Element category/ Categorie waartoe het element behoort: de elementencategorie van het kerntechnische materiaal, met gebruik van de categoriecodes zoals vermeld in bijlage III (25) bij deze verordening.

    5.Derogation type/ Type afwijking:: het type afwijking (artikel 22, lid 2) moet worden vermeld.

    Gebruik de volgende codes:

    Type afwijking

    Code

    Kleine hoeveelheden die gedurende een lange periode onveranderd blijven

    A

    Exclusief gebruik voor niet-nucleaire activiteiten

    B

    Gebruik in detectoren

    C

    Pu met een Pu-238-gehalte van meer dan 80 %

    D

    6.Intended use/ Beoogd gebruik: het beoogde gebruik van het kerntechnische materiaal.

    7.Request date/ Datum van het verzoek: de datum waarop het verzoek bij de Commissie is ingediend.

    8.Reporting person/ Rapporteur: naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is.

    9.Report number/ Nummer van het rapport: volgnummer, doorlopend, voor het verzoek om afwijking.

    10.Line number/ Regelnummer: volgnummer, in elk rapport te beginnen met 1, doorlopend.

    11.Enrichment/ Verrijking: procentuele samenstelling van uranium-235. De informatie moet voor elke partij die uranium bevat worden ingevuld.

    12.Isotopic composition/ Isotopensamenstelling: de isotopensamenstelling van Pu moet worden uitgedrukt in het formaat van een lijst gewichten, gescheiden door een puntkomma voor het gewicht van Pu-238, Pu-239, Pu-240, Pu-241, en Pu-242.

    13.Element weight/ Gewicht van het element: Het gewicht van het element moet in gram worden vermeld.

    14.Fissile weight/ Gewicht van de splijtstof: Het gewicht van de splijtbare isotoop/isotopen (voor laagverrijkt uranium en hoogverrijkt uranium: gewicht van isotoop U-233 en U-235) moet in gram worden vermeld.

    15.Chemical composition/ Chemische samenstelling: de chemische samenstelling van de artikelen in de inventaris.

    16.Material form/ Fysische vorm: de fysische vorm(en) van de artikelen in de inventaris, met gebruik van de materiaalomschrijving zoals vermeld in bijlage III (14) bij deze verordening.

    17.Number of items/ Aantal artikelen: het aantal artikelen in de inventaris.

    18.Obligation/ Verbintenis: Vermeld welke bijzondere verbintenis inzake de veiligheidscontrole (door de Gemeenschap aangegaan in een met een derde land of een internationale organisatie gesloten overeenkomst) van toepassing is op het kerntechnische materiaal (artikel 19). De Commissie zal de desbetreffende codes op verzoek aan de installaties meedelen. De informatie moet voor elke partij worden ingevuld.

    ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET INVULLEN VAN DE RAPPORTEN

    1.Voor elk soort afwijking (artikel 22, lid 2) en voor elke elementencategorie moet een afzonderlijk verzoek worden ingediend.

    2.Alle gevraagde informatie moet, indien van toepassing, worden verstrekt.

    3.Wanneer numerieke gegevens fracties van de gebruikte eenheden omvatten, moeten de decimalen door een punt worden voorafgegaan.

    4.De volgende 55 tekens kunnen worden gebruikt: de 26 hoofdletters van A tot en met Z, de cijfers 0 tot en met 9, en de tekens “plus”, “min”, “schuine streep”, “sterretje”, “spatie”, “is gelijk aan”, “groter dan”, “kleiner dan”, “punt”, “komma”, “haakjes openen”, “haakjes sluiten”, “dubbele punt”, “dollar”, “percent”, “aanhalingsteken”, “puntkomma”, “vraagteken” en “ampersand”.

    5.Overeenkomstig artikel 79 van het Verdrag geven degenen die aan de controle onderworpen zijn, aan de autoriteiten van de betrokken lidstaat kennis van de mededelingen die zij krachtens artikel 78 en de eerste alinea van artikel 79 aan de Commissie doen toekomen.

    6.Rapporten moeten in xml-formaat worden opgesteld.

    7.De rapporten moeten naar behoren vervolledigd en (indien mogelijk, digitaal) ondertekend worden verzonden aan de Europese Commissie, Euratom-veiligheidscontrole.


    BIJLAGE X

    LIJST VAN INVENTARISARTIKELEN (LII)

    Kop

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    MBA

    Teken (4)

    MBA-code van het MBA in kwestie

    1

    Report type

    Teken (3)

    LII die voor dit rapporttype moet worden gebruikt

    2

    Report date

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum waarop de LII geldig is

    3

    Reporting person

    Teken (64)

    Naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is

    4

    Report number

    Nummer

    Uniek referentienummer

    5

    Report version

    Nummer

    Versie van de verstrekte LII

    6

    Boekingen

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    Line number

    Nummer

    Volgnummer, doorlopend

    7

    Item ID

    Teken (20)

    Unieke benaming van een artikel kerntechnisch materiaal

    8

    Batch

    Teken (20)

    Unieke benaming van een partij kerntechnisch materiaal

    9

    Container ID

    Teken (20)

    Unieke benaming van een recipiënt met kerntechnisch materiaal

    10

    KMP

    Teken (1)

    Hoofdmeetpunt (KMP)

    11

    Area

    Teken (10)

    Aanduiding van de zone (of het hoofdmeetpunt)

    12

    Sub area

    Teken (10)

    Aanduiding van de deelzone

    13

    Element category

    Teken (1)

    Categorie van het kerntechnische materiaal

    14

    Material form

    Teken (2)

    Code voor de fysische vorm

    15

    Material container

    Teken (1)

    Code voor de verpakking van het materiaal

    16

    Material state

    Teken (1)

    Code voor de toestand van het materiaal

    17

    Volume

    Cijfer (24,3)

    Volume van de vloeistof in het reservoir

    18

    Gross weight

    Cijfer (24,3)

    Brutogewicht van de recipiënt en het kerntechnische materiaal

    19

    Nuclear material weight

    Cijfer (24,3)

    Totaal gewicht van het kerntechnische materiaal

    20

    Uranium weight

    Cijfer (24,3)

    Totaal gewicht van het uranium

    21

    U233 weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van de uranium-233-isotoop

    22

    U235 weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van de uranium-235-isotoop

    23

    Plutonium weight

    Cijfer (24,3)

    Totaal gewicht van het plutonium

    24

    Thorium weight

    Cijfer (24,3)

    Totaal gewicht van het thorium

    25

    Obligation

    Teken (5)

    Verbintenis inzake de veiligheidscontrole

    26

    Accessibility for physical verification

    Teken (1)

    Vermelding van de toegankelijkheid van het artikel voor de fysieke controle

    27

    Comment

    Teken (256)

    Opmerking van de exploitant

    28

    Betekenis

    1.MBA: code van het materiaalbalansgebied in kwestie. Deze code wordt door de Commissie aan de betrokken installatie meegedeeld.

    2.Report type/ Rapporttype: LII die voor dit rapporttype moet worden gebruikt.

    3.Datum van het rapport: datum waarop de lijst van inventarisartikelen geldig is.

    4.Reporting person/ Meldende persoon: naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is.

    5.Report number/ Nummer van het rapport: volgnummer, doorlopend, voor de lijst van inventarisartikelen.

    6.Report version/ Versie van het rapport: versienummer van de LII. Volgnummer, doorlopend, waarbij het oorspronkelijke LII versie 1 is.

    7.Line number/ Regelnummer: volgnummer, te beginnen met 1, doorlopend.

    8.Item ID/ ID artikel: unieke identificatiecode van het artikel.

    9.Batch/ Partij: unieke identificatiecode van een partij kerntechnisch materiaal die uit een of meerdere artikelen bestaat. Dezelfde identificatiecode van een partij kan dus voor meerdere artikelen worden gebruikt.

    10.Container ID: unieke identificatiecode van de verpakking. Dezelfde identificatiecode van de verpakking kan voor meerdere artikelen worden gebruikt.

    11.KMP: hoofdmeetpunt. De codes worden aan de betrokken installatie meegedeeld en opgenomen in de bijzondere controlebepalingen. Indien geen specifieke codes zijn vermeld, moet “&” worden gebruikt.

    12.Area/ Zone: zone waar het artikel zich bevindt. Dit kan een hoofdmeetpunt zijn.

    13.Sub area/ Deelzone: deelzone waar het artikel zich bevindt.

    14.Categorie waartoe het element behoort: de elementencategorie van het kerntechnische materiaal, met gebruik van de categoriecodes zoals vermeld in bijlage III (25) bij deze verordening

    15.Material form/ Fysische vorm: de fysische vorm van de partij, met gebruik van de materiaalomschrijving zoals vermeld in bijlage III (14) bij deze verordening

    16.Material container/ Verpakking van het materiaal: het type verpakking van het kerntechnische materiaal, met gebruik van de categoriecodes zoals vermeld in bijlage III (15) bij deze verordening

    17.Material state/ Toestand van het materiaal: de toestand van het materiaal van de partij, met gebruik van de codes voor de toestand van het materiaal zoals vermeld in bijlage III (16) bij deze verordening

    18.Volume: het volume van de vloeistof in een reservoir, in liter, met maximaal drie cijfers na de komma.

    19.Gross weight/ Brutogewicht: brutogewicht van de recipiënt en het kerntechnische materiaal, in gram, met maximaal drie cijfers na de komma.

    20.Nuclear material weight/ Gewicht van het kerntechnische materiaal: totale gewicht van het kerntechnische materiaal, in gram, met maximaal drie cijfers na de komma.

    21.Uranium weight/ Gewicht van het uranium: het gewicht van het uranium, in gram, met maximaal drie cijfers na de komma.

    22.U233 weight/ Gewicht van U-233: het gewicht van uranium-233, in gram, met maximaal drie cijfers na de komma.

    23.U235 weight/ Gewicht van U-235: het gewicht van uranium-235, in gram, met maximaal drie cijfers na de komma.

    24.Plutonium weight/ Gewicht van het plutonium: het gewicht van het plutonium, in gram, met maximaal drie cijfers na de komma.

    25.Thorium weight/ Gewicht van het thorium: het gewicht van het thorium, in gram, met maximaal drie cijfers na de komma.

    26.Obligation/ Verbintenis: Vermeld welke bijzondere verbintenis inzake de veiligheidscontrole (door de Gemeenschap aangegaan in een met een derde land of een internationale organisatie gesloten overeenkomst) van toepassing is op het kerntechnische materiaal (artikel 19). De Commissie zal de desbetreffende codes op verzoek aan de installaties meedelen.

    27.Accessibility for physical verification/ Toegankelijkheid voor fysieke controle: vermelding van de toegankelijkheid van het artikel voor de fysieke controle door inspecteurs van de Commissie.

    Gebruik de volgende codes:

    Toegankelijkheid

    Code

    Gemakkelijk

    E

    Lastig

    D

    Onmogelijk

    I

    In het geval dat “lastig” of “onmogelijk” wordt gebruikt, is een rechtvaardiging in het opmerkingenveld (28) vereist.

    28.Comment/ Opmerking: optionele opmerking.

    ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET VERSTREKKEN VAN DE LIJST VAN INVENTARISARTIKELEN

    1.Alle informatie moet voor elk artikel worden verstrekt, indien van toepassing.

    2.De informatie kan worden verstrekt als onderdeel van een grotere hoeveelheid informatie die door de Commissie en de exploitant is overeengekomen.

    3.De volgende 55 tekens kunnen worden gebruikt: de 26 hoofdletters van A tot en met Z, de cijfers 0 tot en met 9, en de tekens “plus”, “min”, “schuine streep”, “sterretje”, “spatie”, “is gelijk aan”, “groter dan”, “kleiner dan”, “punt”, “komma”, “haakjes openen”, “haakjes sluiten”, “dubbele punt”, “dollar”, “percent”, “aanhalingsteken”, “puntkomma”, “vraagteken” en “ampersand”.

    4.De lijst van inventarisartikelen moet elektronisch, in xlm-formaat, worden verstrekt.


    BIJLAGE XI

    ALGEMEEN WERKPROGRAMMA

    In het algemene werkprogramma moet het volgende worden vermeld, indien van toepassing:

    de soort werkzaamheden, bv. voorgestelde campagnes met vermelding van het type en de hoeveelheid van de splijtstofelementen die moeten worden vervaardigd of opgewerkt, verrijkingsprogramma’s, reactorbedrijfstijdenprogramma’s met voorgenomen uitschakelingen;

    het verwachte schema van aankomst van het materiaal, met vermelding van de hoeveelheid materiaal per partij, de vorm (UF6, UO2, onbestraalde of bestraalde splijtstof enz.), en het verwachte type recipiënten of verpakking;

    het verwachte tijdschema voor de afvalverwerkingscampagnes (met uitzondering van het opnieuw verpakken en verdere conditionering waarbij geen elementen worden gescheiden), de hoeveelheid materiaal per partij, de vorm (gas, hoogactieve vloeistof enz.), de verwachte duur en de plaats;

    de vermoedelijke data waarop de hoeveelheid materiaal in de producten wordt bepaald en de data van verzending;

    de data en de tijdsduur van het opstellen van de feitelijke inventaris.

    ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET INVULLEN VAN DE RAPPORTEN

    1.Overeenkomstig artikel 79 van het Verdrag geven degenen die aan de controle onderworpen zijn, aan de autoriteiten van de betrokken lidstaat kennis van de mededelingen die zij krachtens artikel 78 en de eerste alinea van artikel 79 aan de Commissie doen toekomen.

    2.Het algemene werkprogramma moet in elektronische vorm worden verstrekt en moet worden doorgestuurd naar de Europese Commissie, Euratom-veiligheidscontrole.


    BIJLAGE XII

    VOORAFGAANDE KENNISGEVING VAN VERDERE AFVALVERWERKINGSACTIVITEITEN

    Kop

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    MBA

    Teken (4)

    MBA-code van het MBA in kwestie

    1

    Report type

    Teken (5)

    ANFWP die voor dit rapporttype moet worden gebruikt

    2

    Installation

    Teken (256)

    Naam van de installatie

    3

    Report date

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum waarop het rapport is voltooid

    4

    Reporting person

    Teken (64)

    Naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is

    5

    Report number

    Nummer

    Uniek referentienummer

    6

    Boekingen

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    Line number

    Nummer

    Volgnummer, doorlopend

    7

    Item ID

    Teken (20)

    Unieke benaming van een artikel kerntechnisch materiaal

    8

    Waste type

    Teken (2)

    Type afvalstoffen vóór conditionering

    9

    Conditioned form

    Teken (2)

    Huidige geconditioneerde vorm van de afvalstoffen

    10

    Number of items

    Nummer

    Aantal artikelen

    11

    Plutonium weight

    Cijfer (24,3)

    Pu-gewicht

    12

    HEU weight

    Cijfer (24,3)

    HEU-gewicht

    13

    U233 weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van U-233

    14

    Storage location

    Teken (256)

    De plaats waar zich de afvalstoffen op het moment van de verklaring van voorafgaande kennisgeving bevinden

    15

    Processing location

    Teken (256)

    De plaats waar de geplande verwerking zal plaatsvinden

    16

    Processing start date

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Begindatum van de verwerking

    17

    Processing end date

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Einddatum van de verwerking

    18

    Processing purpose

    Teken (256)

    Het beoogde resultaat van de verwerking

    19

    Previous report

    Nummer

    Rapport waarnaar de huidige boeking verwijst

    20

    Previous line

    Nummer

    Regel van het rapport onder 20 waarnaar de huidige boeking verwijst

    21

    Betekenis:

    1.MBA: de MBA-code van het materiaalbalansgebied in kwestie. Deze code wordt door de Commissie aan de betrokken installatie meegedeeld.

    2.Report type/ Rapporttype: ANFWP die voor dit rapporttype moet worden gebruikt.

    3.Installation/ Installatie: de naam van de installatie.

    4.Report date/ Datum van het rapport: datum waarop het rapport is voltooid.

    5.Reporting person/ Meldende persoon: naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is.

    6.Report number/ Nummer van het rapport: volgnummer, doorlopend, voor de voorafgaande kennisgeving van verdere afvalverwerkingsactiviteiten.

    7.Line number/ Regelnummer: volgnummer, te beginnen met 1, doorlopend.

    8.Item ID/ ID artikel: unieke identificatiecode van een artikel kerntechnisch materiaal.

    9.Waste type/ Type afvalstoffen: het type afvalstoffen vóór conditionering. Gebruik de codes voor de fysische vorm (die voor procesafval, vaste afvalstoffen of vloeibare afvalstoffen) zoals vermeld in bijlage III (14) bij deze verordening.

    10.Conditioned form/ Geconditioneerde vorm: de huidige geconditioneerde vorm van de afvalstoffen. Gebruik de codes voor de fysische vorm (die voor geconditioneerde afvalstoffen) zoals vermeld in bijlage III (14) bij deze verordening.

    11.Number of items/ Aantal artikelen: het aantal artikelen, bv. glazen vaten of cementblokken, die bij één verwerkingscampagne betrokken zijn.

    12.Plutonium weight/ Gewicht van het plutonium: het totale gewicht, in gram, van het plutonium in alle artikelen. Het gewicht mag worden gebaseerd op het in de rapporten over de inventariswijzigingen vermelde gewicht, en hoeft niet voor elk artikel te worden gemeten.

    13.HEU weight/ HEU-gewicht: het totale gewicht, in gram, van het hoogverrijkt uranium in alle artikelen. Het gewicht mag worden gebaseerd op het in de rapporten over de inventariswijzigingen vermelde gewicht, en hoeft niet voor elk artikel te worden gemeten.

    14.U233 weight/ Gewicht van U-233: het totale gewicht, in gram, van het uranium-233 in alle artikelen. Het gewicht mag worden gebaseerd op het in de rapporten over de inventariswijzigingen vermelde gewicht, en hoeft niet voor elk artikel te worden gemeten.

    15.Storage location/ Plaats van de opslag: Vermeld in de kolom “Plaats” de naam en het adres van de installatie en de plaats waar de afvalstoffen zich op het moment van de verklaring van voorafgaande kennisgeving bevinden. Het adres moet voldoende gedetailleerd zijn om de plaats ten opzichte van andere, in deze aangifte of in andere aangiften vermelde plaatsen, te kunnen situeren. Voor het geval een bezoek nodig is, moet worden vermeld hoe de plaats kan worden bereikt. Indien de plaats zich op de locatie van een nucleaire installatie bevindt, moet ook de code van de installatie worden vermeld.

    16.Processing location/ Plaats van de verwerking: de plaats waar de geplande verwerking zal plaatsvinden.

    17.Processing start date/ Begindatum van de verwerking: de datum waarop de verdere verwerkingscampagne naar verwachting zal beginnen.

    18.Processing end date/ Einddatum van de verwerking: de datum waarop de verdere verwerkingscampagne naar verwachting zal eindigen.

    19.Processing purpose/ Doel van de verwerking: het beoogde resultaat van de verwerking, bv. terugwinning van plutonium of scheiding van bepaalde splijtstoffen.

    20.Previous report/ Vorig rapport: “Vorig rapport” houdt in dat de boeking in kwestie een aanvulling vormt op of bijwerking vormt van eerder in dit genoemde rapport gerapporteerde informatie.

    21.Previous line/ Vorige regel: “Vorige regel” houdt in dat de boeking in kwestie een aanvulling vormt op of bijwerking vormt van eerder in deze genoemde regel van het rapport, zoals bedoeld onder punt 20, gerapporteerde informatie.

    ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET INVULLEN VAN DE RAPPORTEN

    1.Dit formulier wordt gebruikt voor de voorafgaande kennisgeving van de geplande verdere verwerking van afval, overeenkomstig artikel 34. Eventuele wijzigingen van de data of de plaats van de verwerking moeten eveneens worden meegedeeld. Gebruik een afzonderlijke boeking voor elke verdere verwerkingscampagne voor opslag of verwijdering, met uitzondering van het opnieuw verpakken van afvalstoffen of verdere conditionering waarbij geen elementen worden gescheiden.

    2.Alle gevraagde informatie moet, indien van toepassing, worden verstrekt.

    3.Wanneer numerieke gegevens fracties van de gebruikte eenheden omvatten, moeten de decimalen door een punt worden voorafgegaan.

    4.De volgende 55 tekens kunnen worden gebruikt: de 26 hoofdletters van A tot en met Z, de cijfers 0 tot en met 9, en de tekens “plus”, “min”, “schuine streep”, “sterretje”, “spatie”, “is gelijk aan”, “groter dan”, “kleiner dan”, “punt”, “komma”, “haakjes openen”, “haakjes sluiten”, “dubbele punt”, “dollar”, “percent”, “aanhalingsteken”, “puntkomma”, “vraagteken” en “ampersand”.

    5.Overeenkomstig artikel 79 van het Verdrag geven degenen die aan de controle onderworpen zijn, aan de autoriteiten van de betrokken lidstaat kennis van de mededelingen die zij krachtens artikel 78 en de eerste alinea van artikel 79 aan de Commissie doen toekomen.

    6.Rapporten moeten in xml-formaat worden opgesteld.

    7.De rapporten moeten naar behoren vervolledigd en (indien mogelijk, digitaal) ondertekend worden verzonden aan de Europese Commissie, Euratom-veiligheidscontrole.


    BIJLAGE XIII

    JAARLIJKS RAPPORT VAN UITVOER/VERZENDING VAN GECONDITIONEERDE AFVALSTOFFEN

    Kop

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    Shipping installation

    Teken (256)

    Contactgegevens van de installatie van verzending

    1

    Shipper MBA

    Teken (4)

    MBA-code van de installatie van verzending

    2

    Report type

    Teken (4)

    CWXS die voor dit rapporttype moet worden gebruikt

    3

    Start report

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum van de eerste dag van de rapportageperiode

    4

    End report

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum van de laatste dag van de rapportageperiode

    5

    Report date

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum waarop het rapport is voltooid

    6

    Reporting person

    Teken (64)

    Naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is

    7

    Report number

    Nummer

    Uniek referentienummer

    8

    Boekingen

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    Line number

    Nummer

    Volgnummer, doorlopend

    9

    Date of dispatch

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum van afzonderlijke uitvoer/zendingen

    10

    Receiving installation

    Teken (256)

    Contactgegevens van de installatie van ontvangst

    11

    Receiver MBA

    Teken (4)

    MBA-code van de installatie van ontvangst

    12

    Conditioned form

    Teken (2)

    De geconditioneerde vorm van de afvalstoffen

    13

    Plutonium weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van het plutonium

    14

    U235 weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van U-235

    15

    Uranium weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van het uranium

    16

    Thorium weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van het thorium

    17

    Comment

    Teken (256)

    Aanvullende opmerking

    18

    Betekenis:

    1.Shipping installation/ Installatie van verzending: naam en adres van de installatie van verzending.

    2.Shipper MBA/ MBA van verzending: de MBA-code van het materiaalbalansgebied in kwestie. Deze code wordt door de Commissie aan de betrokken installatie meegedeeld.

    3.Report type/ Rapporttype: CWXS die voor dit rapporttype moet worden gebruikt.

    4.Start report/ Begin rapport: de datum van de eerste dag van de rapportageperiode.

    5.End report/ Einde rapport: de datum van de laatste dag van de rapportageperiode.

    6.Report date/ Datum van het rapport: datum waarop het rapport is voltooid.

    7.Reporting person/ Meldende persoon: naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is.

    8.Report number/ Nummer van het rapport: volgnummer, doorlopend, voor het jaarlijkse rapport van uitvoer/verzending van geconditioneerde afvalstoffen.

    9.Line number/ Regelnummer: volgnummer, te beginnen met 1, doorlopend.

    10.Date of dispatch/ Datum van verzending: de datum van afzonderlijke uitvoer/zendingen.

    11.Receiving installation/ Installatie van ontvangst: naam en adres van de installatie van ontvangst.

    12.Receiver MBA/ MBA van ontvangst: MBA-code van de installatie van ontvangst, die moet worden ingevuld voor zendingen aan installaties op het grondgebied van de lidstaten.

    13.Conditioned form/ Geconditioneerde vorm: de geconditioneerde vorm van de afvalstoffen. Gebruik de codes voor de fysische vorm (die voor geconditioneerde afvalstoffen) zoals vermeld in bijlage III (14) bij deze verordening.

    14.Plutonium weight/ Gewicht van het plutonium: voor het gewicht van het plutonium mogen de op de installatie geregistreerde gegevens over het gewicht worden gebruikt en hoeven er geen metingen van de uitgevoerde/verzonden artikelen te worden verricht.

    15.U235 weight/ Gewicht van U-235: voor het gewicht van het uranium-235 mogen de op de installatie geregistreerde gegevens over het gewicht worden gebruikt en hoeven er geen metingen van de uitgevoerde/verzonden artikelen te worden verricht.

    16.Uranium weight/ Gewicht van het uranium: voor het totale gewicht van het uranium mogen de op de installatie geregistreerde gegevens over het gewicht worden gebruikt en hoeven er geen metingen van de uitgevoerde/verzonden artikelen te worden verricht.

    17.Thorium weight/ Gewicht van het thorium: voor het gewicht van het thorium mogen de op de installatie geregistreerde gegevens over het gewicht worden gebruikt en hoeven er geen metingen van de uitgevoerde/verzonden artikelen te worden verricht.

    18.Comment/ Opmerking: hier kan een optionele opmerking worden toegevoegd.

    ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET INVULLEN VAN DE RAPPORTEN

    1.Dit rapport dient alle uitvoer of verzendingen van geconditioneerde afvalstoffen naar installaties op of buiten het grondgebied van de lidstaten die tijdens de rapportageperiode hebben plaatsgevonden, te omvatten.

    2.Alle gevraagde informatie moet, indien van toepassing, worden verstrekt.

    3.In geval van een overdracht binnen de EU moet de verzender aan de geadresseerde alle nodige informatie verstrekken.

    4.Wanneer numerieke gegevens fracties van de gebruikte eenheden omvatten, moeten de decimalen door een punt worden voorafgegaan.

    5.De volgende 55 tekens kunnen worden gebruikt: de 26 hoofdletters van A tot en met Z, de cijfers 0 tot en met 9, en de tekens “plus”, “min”, “schuine streep”, “sterretje”, “spatie”, “is gelijk aan”, “groter dan”, “kleiner dan”, “punt”, “komma”, “haakjes openen”, “haakjes sluiten”, “dubbele punt”, “dollar”, “percent”, “aanhalingsteken”, “puntkomma”, “vraagteken” en “ampersand”.

    6.Overeenkomstig artikel 79 van het Verdrag geven degenen die aan de controle onderworpen zijn, aan de autoriteiten van de betrokken lidstaat kennis van de mededelingen die zij krachtens artikel 78 en de eerste alinea van artikel 79 aan de Commissie doen toekomen.

    7.Rapporten moeten in xml-formaat worden opgesteld.

    8.De rapporten moeten naar behoren vervolledigd en (indien mogelijk, digitaal) ondertekend worden verzonden aan de Europese Commissie, Euratom-veiligheidscontrole.


    BIJLAGE XIV

    JAARLIJKS RAPPORT VAN INVOER/ONTVANGST VAN GECONDITIONEERDE AFVALSTOFFEN

    Kop

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    Receiving installation

    Teken (256)

    Contactgegevens van de installatie van ontvangst

    1

    Receiver MBA

    Teken (4)

    MBA-code van de installatie van ontvangst

    2

    Report type

    Teken (4)

    CWIR die voor dit rapporttype moet worden gebruikt

    3

    Start report

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum van de eerste dag van de rapportageperiode

    4

    End report

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum van de laatste dag van de rapportageperiode

    5

    Report date

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum waarop het rapport is voltooid

    6

    Reporting person

    Teken (64)

    Naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is

    7

    Report number

    Nummer

    Uniek referentienummer

    8

    Boekingen

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    Line number

    Nummer

    Volgnummer, doorlopend

    9

    Date of arrival

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum van aankomst van de geconditioneerde afvalstoffen

    10

    Shipping installation

    Teken (256)

    Contactgegevens van de installatie van verzending

    11

    Shipper MBA

    Teken (4)

    MBA-code van de installatie van verzending

    12

    Conditioned form

    Teken (2)

    De geconditioneerde vorm van de afvalstoffen

    13

    Plutonium weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van het plutonium

    14

    U235 weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van U-235

    15

    Uranium weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van het uranium

    16

    Thorium weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van het thorium

    17

    Comment

    Teken (256)

    Aanvullende opmerking

    18

    Betekenis:

    1.Receiving installation/ Installatie van ontvangst: naam en adres van de installatie van ontvangst.

    2.Receiver MBA/ MBA van ontvangst: de MBA-code van de installatie van ontvangst. Deze code wordt door de Commissie aan de betrokken installatie meegedeeld.

    3.Report type/ Rapporttype: CWIR die voor dit rapporttype moet worden gebruikt.

    4.Start report/ Begin rapport: de datum van de eerste dag van de rapportageperiode.

    5.End report/ Einde rapport: de datum van de laatste dag van de rapportageperiode.

    6.Report date/ Datum van het rapport: datum waarop het rapport is voltooid.

    7.Reporting person/ Meldende persoon: naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is.

    8.Report number/ Nummer van het rapport: volgnummer, doorlopend, voor het jaarlijkse rapport van invoer/ontvangst van geconditioneerde afvalstoffen.

    9.Line number/ Regelnummer: volgnummer, te beginnen met 1, doorlopend.

    10.Date of arrival/ Datum van aankomst: de datum van aankomst van de geconditioneerde afvalstoffen.

    11.Shipping installation/ Installatie van verzending: naam en adres van de installatie van verzending.

    12.Shipper MBA/ MBA van verzending: MBA-code van de installatie van verzending, die moet worden ingevuld voor ontvangsten van installaties op het grondgebied van de lidstaten.

    13.Conditioned form/ Geconditioneerde vorm: de geconditioneerde vorm van de afvalstoffen. Gebruik de codes voor de fysische vorm (die voor geconditioneerde afvalstoffen) zoals vermeld in bijlage III (14) bij deze verordening.

    14.Plutonium weight/ Gewicht van het plutonium: voor het gewicht van het plutonium mogen de op de installatie geregistreerde gegevens over het gewicht worden gebruikt en hoeven er geen metingen van de uitgevoerde/verzonden artikelen te worden verricht.

    15.U235 weight/ Gewicht van U-235: voor het gewicht van het uranium-235 mogen de op de installatie geregistreerde gegevens over het gewicht worden gebruikt en hoeven er geen metingen van de uitgevoerde/verzonden artikelen te worden verricht.

    16.Uranium weight/ Gewicht van het uranium: voor het totale gewicht van het uranium mogen de op de installatie geregistreerde gegevens over het gewicht worden gebruikt en hoeven er geen metingen van de uitgevoerde/verzonden artikelen te worden verricht.

    17.Thorium weight/ Gewicht van het thorium: voor het gewicht van het thorium mogen de op de installatie geregistreerde gegevens over het gewicht worden gebruikt en hoeven er geen metingen van de uitgevoerde/verzonden artikelen te worden verricht.

    18.Comment/ Opmerking: hier kan een optionele opmerking worden toegevoegd.

    ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET INVULLEN VAN DE RAPPORTEN

    1.Dit rapport dient alle invoer of ontvangsten van geconditioneerde afvalstoffen van installaties op of buiten het grondgebied van de lidstaten die tijdens de rapportageperiode hebben plaatsgevonden, te omvatten.

    2.Alle gevraagde informatie moet, indien van toepassing, worden verstrekt.

    3.Wanneer numerieke gegevens fracties van de gebruikte eenheden omvatten, moeten de decimalen door een punt worden voorafgegaan.

    4.De volgende 55 tekens kunnen worden gebruikt: de 26 hoofdletters van A tot en met Z, de cijfers 0 tot en met 9, en de tekens “plus”, “min”, “schuine streep”, “sterretje”, “spatie”, “is gelijk aan”, “groter dan”, “kleiner dan”, “punt”, “komma”, “haakjes openen”, “haakjes sluiten”, “dubbele punt”, “dollar”, “percent”, “aanhalingsteken”, “puntkomma”, “vraagteken” en “ampersand”.

    5.Overeenkomstig artikel 79 van het Verdrag geven degenen die aan de controle onderworpen zijn, aan de autoriteiten van de betrokken lidstaat kennis van de mededelingen die zij krachtens artikel 78 en de eerste alinea van artikel 79 aan de Commissie doen toekomen.

    6.Rapporten moeten in xml-formaat worden opgesteld.

    7.De rapporten moeten naar behoren vervolledigd en (indien mogelijk, digitaal) ondertekend worden verzonden aan de Europese Commissie, Euratom-veiligheidscontrole.


    BIJLAGE XV

    JAARLIJKS RAPPORT OVER VERPLAATSINGEN VAN GECONDITIONEERDE AFVALSTOFFEN

    Kop

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    MBA

    Teken (4)

    MBA-code van de installatie in kwestie

    1

    Report type

    Teken (5)

    CWLOC die voor dit rapporttype moet worden gebruikt

    2

    Installation

    Teken (256)

    Naam van de installatie in kwestie

    3

    Report number

    Nummer

    Volgnummer, doorlopend

    4

    Start report

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum van de eerste dag van de rapportageperiode

    5

    End report

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum van de laatste dag van de rapportageperiode

    6

    Report date

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum waarop het rapport is voltooid

    7

    Reporting person

    Teken (64)

    Naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is

    8

    Boekingen

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    Line number

    Nummer

    Volgnummer, doorlopend

    9

    Waste type

    Teken (2)

    Type afvalstoffen vóór conditionering

    10

    Conditioned form

    Teken (2)

    De geconditioneerde vorm van de afvalstoffen

    11

    Number of items

    Nummer

    Het aantal artikelen

    12

    Plutonium weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van het plutonium

    13

    HEU weight

    Cijfer (24,3)

    HEU-gewicht

    14

    U233 weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van U-233

    15

    Previous location

    Teken (256)

    De plaats waar de afvalstoffen zich vóór de verplaatsing bevonden

    16

    New location

    Teken (256)

    De plaats waar de afvalstoffen zich na de verplaatsing bevinden

    17

    Previous report

    Nummer

    Rapport waarnaar de huidige boeking verwijst

    18

    Previous line

    Nummer

    Regel van het rapport onder 18 waarnaar de huidige boeking verwijst

    19

    Betekenis:

    1.MBA: de MBA-code van de installatie in kwestie. Deze code wordt door de Commissie aan de betrokken installatie meegedeeld.

    2.Report type/ Rapporttype: CWLOC die voor dit rapporttype moet worden gebruikt.

    3.Installation/ Installatie: de naam van de installatie in kwestie.

    4.Report number/ Nummer van het rapport: volgnummer, doorlopend.

    5.Start report/ Begin rapport: datum van de eerste dag van de rapportageperiode.

    6.End report/ Einde rapport: datum van de laatste dag van de rapportageperiode.

    7.Report date/ Datum van het rapport: datum waarop het rapport is voltooid.

    8.Reporting person/ Meldende persoon: naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is.

    9.Line number/ Regelnummer: volgnummer, te beginnen met 1, doorlopend.

    10.Waste type/ Type afvalstoffen: het type afvalstoffen vóór conditionering. Gebruik de codes voor de fysische vorm (die voor procesafval, vaste afvalstoffen of vloeibare afvalstoffen) zoals vermeld in bijlage III (14) bij deze verordening.

    11.Conditioned form/ Geconditioneerde vorm: de geconditioneerde vorm van de afvalstoffen. Gebruik de codes voor de fysische vorm (die voor geconditioneerde afvalstoffen) zoals vermeld in bijlage III (14) bij deze verordening.

    12.Number of items/ Aantal artikelen: vermeld het aantal artikelen, bv. glazen vaten of cementblokken dat in één verwerkingscampagne moet worden verwerkt of het aantal artikelen dat in de loop van het jaar van dezelfde (“vorige”) plaats naar dezelfde nieuwe plaats is overgebracht.

    13.Plutonium weight/ Gewicht van het plutonium: het totale gewicht, in gram, van het plutonium in alle artikelen. Het gewicht mag worden gebaseerd op het in de rapporten over de inventariswijzigingen vermelde gewicht, bv. het gemiddelde gewicht van het kerntechnisch materiaal per artikel, en hoeft niet voor elk artikel te worden gemeten.

    14.HEU weight/ HEU-gewicht: het totale gewicht, in gram, van het hoogverrijkt uranium in alle artikelen. Het gewicht mag worden gebaseerd op het in de rapporten over de inventariswijzigingen vermelde gewicht, bv. het gemiddelde gewicht van het kerntechnisch materiaal per artikel, en hoeft niet voor elk artikel te worden gemeten.

    15.U233 weight/ Gewicht van U-233: het totale gewicht, in gram, van het uranium-233 in alle artikelen. Het gewicht mag worden gebaseerd op het in de rapporten over de inventariswijzigingen vermelde gewicht, bv. het gemiddelde gewicht van het kerntechnisch materiaal per artikel, en hoeft niet voor elk artikel te worden gemeten.

    16.Previous location/ Vorige plaats: de plaats waar de afvalstoffen zich vóór de verplaatsing bevonden.

    17.New location/ Nieuwe plaats: de plaats waar de afvalstoffen zich na de verplaatsing bevinden.

    18.Previous report/ Vorig rapport: “Vorig rapport” houdt in dat de regel in kwestie een aanvulling of bijwerking vormt van eerder in dit genoemde rapport gerapporteerde informatie.

    19.Previous line/ Vorige regel: “Vorige regel” houdt in dat de regel in kwestie een aanvulling of bijwerking vormt van eerder in deze genoemde regel van het rapport, zoals bedoeld onder punt 18, gerapporteerde informatie.

    ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET INVULLEN VAN DE RAPPORTEN

    1.Deze bijlage moet worden gebruikt voor het jaarlijkse rapport voor het aangeven van eventuele verplaatsingen van afvalstoffen (als bedoeld in artikel 35, punt c)) in de loop van het voorafgaande kalenderjaar. Elke verandering van plaats gedurende het jaar moet afzonderlijk worden geboekt.

    2.Alle overdrachten van geconditioneerde afvalstoffen moeten volgens type afvalstoffen (vóór en na conditionering) en volgens vorige plaats worden gegroepeerd.

    3.Alle gevraagde informatie moet, indien van toepassing, worden verstrekt.

    4.Wanneer numerieke gegevens fracties van de gebruikte eenheden omvatten, moeten de decimalen door een punt worden voorafgegaan.

    5.De volgende 55 tekens kunnen worden gebruikt: de 26 hoofdletters van A tot en met Z, de cijfers 0 tot en met 9, en de tekens “plus”, “min”, “schuine streep”, “sterretje”, “spatie”, “is gelijk aan”, “groter dan”, “kleiner dan”, “punt”, “komma”, “haakjes openen”, “haakjes sluiten”, “dubbele punt”, “dollar”, “percent”, “aanhalingsteken”, “puntkomma”, “vraagteken” en “ampersand”.

    6.Overeenkomstig artikel 79 van het Verdrag geven degenen die aan de controle onderworpen zijn, aan de autoriteiten van de betrokken lidstaat kennis van de mededelingen die zij krachtens artikel 78 en de eerste alinea van artikel 79 aan de Commissie doen toekomen.

    7.Rapporten moeten in xml-formaat worden opgesteld.

    8.De rapporten moeten naar behoren vervolledigd en (indien mogelijk, digitaal) ondertekend worden verzonden aan de Europese Commissie, Euratom-veiligheidscontrole.


    BIJLAGE XVI

    VERZOEK OM TOESTEMMING VOOR EEN UITWISSELING VAN VERBINTENISSEN INZAKE DE VEILIGHEIDSCONTROLE VAN KERNTECHNISCH MATERIAAL

    Kop

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    Legal entity or name of installation

    Teken (256)

    Rechtspersoon of naam van de installatie die het verzoek om toestemming voor een uitwisseling van verbintenissen indient

    1

    Reporting MBA

    Teken (4)

    MBA-code van de installatie in kwestie

    2

    Reporting installation

    Teken (256)

    Contactgegevens van de installatie in kwestie

    3

    Corresponding MBA

    Teken (4)

    MBA-code van de desbetreffende installatie

    4

    Corresponding installation

    Teken (256)

    Contactgegevens van de desbetreffende installatie

    5

    Nuclear material weight

    Cijfer (24,3)

    Totaal gewicht van de elementen van alle partijen waarop de uitwisseling van verbintenissen betrekking heeft

    6

    Exchange date

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Voor de uitwisseling van verbintenissen voorgestelde datum

    7

    Request date

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum van het verzoek om goedkeuring

    8

    Report type

    Teken (5)

    OBLRQ die voor dit rapporttype moet worden gebruikt

    9

    Reporting person

    Teken (64)

    Naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is

    10

    Report number

    Nummer

    Uniek referentienummer

    11

    Justification

    Teken (256)

    Rechtvaardiging voor de uitwisseling van verbintenissen

    12

    Boekingen

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    Line number

    Nummer

    Volgnummer, doorlopend

    13

    MBA

    Teken (4)

    MBA waarin de partij zich bevindt (het MBA in kwestie of het desbetreffende MBA)

    14

    Batch

    Teken (20)

    Identificatienummer voor de bij de uitwisseling van verbintenissen betrokken partij

    15

    Container ID

    Teken (20)

    Identificatienummer voor de verpakking

    16

    Element weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van het element

    17

    Fissile weight

    Cijfer (24,3)

    Gewicht van de splijtbare isotopen

    18

    Element category

    Teken (1)

    Categorie van het element

    19

    Chemical composition

    Teken (64)

    Chemische samenstelling

    20

    Enrichment

    Cijfer (3,3)

    Mate van verrijking

    21

    Isotopic composition

    Cijfer (24,3) (voor elke isotoop)

    Plutonium, isotopisch gewicht

    22

    Material state

    Teken (1)

    Code voor de toestand van het materiaal

    23

    Material form

    Teken (2)

    Code voor de fysische vorm

    24

    Number of items

    Nummer

    Aantal artikelen

    25

    Intended use

    Teken (256)

    Gebruik waarvoor het kerntechnische materiaal na de uitwisseling van verbintenissen bestemd is

    26

    Comment

    Teken (256)

    Eventuele relevante aanvullende informatie

    27

    Betekenis:

    1.Legal entity or name of installation/ Rechtspersoon of naam van de installatie: de naam van de rechtspersoon of de installatie die om de toestemming voor de uitwisseling van verbintenissen verzoekt.

    2.Reporting MBA/ MBA in kwestie: code van het materiaalbalansgebied in kwestie. Deze code wordt door de Commissie aan de betrokken installatie meegedeeld.

    3.Reporting installation/ Installatie in kwestie: naam en adres van de installatie in kwestie.

    4.Corresponding MBA/ Desbetreffend MBA: de code van het desbetreffende materiaalbalansgebied in het geval van een uitwisseling van verbintenissen binnen de EU en in het geval van een uitwisseling van verbintenissen met een installatie in een derde land, indien bekend.

    5.Corresponding installation/ Desbetreffende installatie: naam en adres van de desbetreffende installatie.

    6.Nuclear material weight/ Gewicht van het kerntechnische materiaal: totaal gewicht van de elementen van alle partijen waarop de uitwisseling van verbintenissen betrekking heeft.

    7.Exchange date/ Datum van uitwisseling: de door de rapporteur voorgestelde datum voor de uitwisseling van verbintenissen.

    8.Request date Datum van het verzoek: de datum waarop het verzoek om toestemming bij de Commissie is ingediend.

    9.Report type/ Rapporttype: OBLRQ die voor dit rapporttype moet worden gebruikt.

    10.Reporting person/ Meldende persoon: naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is.

    11.Report number/ Nummer van het rapport: volgnummer, doorlopend, voor het verzoek om toestemming.

    12.Justification/ Rechtvaardiging: een gedetailleerde rechtvaardiging van de noodzaak van de uitwisseling van verbintenissen.

    13.Line number/ Regelnummer: volgnummer, te beginnen met 1, doorlopend.

    14.MBA: MBA waarin de partij zich bevindt (het MBA in kwestie of het desbetreffende MBA); dat voor elke partij waarop de uitwisseling van verbintenissen betrekking heeft, moet worden vermeld.

    15.Batch/ Partij: identificatienummer voor de bij de uitwisseling van verbintenissen betrokken partij.

    16.Container ID/ ID verpakking: unieke identificatiecode van de verpakking. Dezelfde identificatiecode van de verpakking kan voor meerdere partijen worden gebruikt.

    17.Element weight/ Gewicht van het element: Het gewicht van het element moet in gram worden vermeld. De informatie moet voor elke partij worden ingevuld.

    18.Fissile weight/ Gewicht van de splijtstof: Het gewicht van de splijtbare isotoop/isotopen (voor laagverrijkt uranium en hoogverrijkt uranium: gewicht van isotoop U-233 en U-235) moet in gram worden vermeld. De informatie moet voor elke partij die uranium bevat worden ingevuld.

    19.Element category/ Categorie waartoe het element behoort: de categorie van het kerntechnische materiaal. Gebruik de categoriecodes zoals vermeld in bijlage III (25) bij deze verordening.

    20.Chemical composition/ Chemische samenstelling: de chemische samenstelling van de partijen waarop de uitwisseling van verbintenissen betrekking heeft. De chemische samenstelling moet voor alle partijen waarop de uitwisseling van verbintenissen betrekking heeft hetzelfde zijn.

    21.Enrichment/ Verrijking: procentuele samenstelling van uranium-235. De informatie moet voor elke partij die uranium bevat worden ingevuld.

    22.Isotopic composition/ Isotopensamenstelling: de isotopensamenstelling voor partijen die plutonium bevatten (gewicht van Pu-238, Pu-239, Pu-240, Pu-241 en Pu-242).

    23.Material state/ Toestand van het materiaal: de toestand van het materiaal van de partij, met gebruik van de codes voor de toestand van het materiaal zoals vermeld in bijlage III (16) bij deze verordening. De toestand van het materiaal moet voor alle partijen waarop de uitwisseling van verbintenissen betrekking heeft hetzelfde zijn.

    24.Material form/ Fysische vorm: de fysische vorm van de partij, met gebruik van de codes voor de fysische vorm zoals vermeld in bijlage III (14) bij deze verordening. De fysische vorm moet voor alle partijen waarop de uitwisseling van verbintenissen betrekking heeft hetzelfde zijn.

    25.Number of items/ Aantal artikelen: het aantal artikelen in de partij.

    26.Intended use/ Beoogd gebruik: het gebruik waarvoor het kerntechnische materiaal na de uitwisseling van verbintenissen bestemd is.

    27.Comment/ Opmerking: vul hier eventuele aanvullende relevante informatie in.

    ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET INVULLEN VAN DE RAPPORTEN

    1.Alle gevraagde informatie moet, indien van toepassing, worden verstrekt.

    2.Wanneer numerieke gegevens fracties van de gebruikte eenheden omvatten, moeten de decimalen door een punt worden voorafgegaan.

    3.De volgende 55 tekens kunnen worden gebruikt: de 26 hoofdletters van A tot en met Z, de cijfers 0 tot en met 9, en de tekens “plus”, “min”, “schuine streep”, “sterretje”, “spatie”, “is gelijk aan”, “groter dan”, “kleiner dan”, “punt”, “komma”, “haakjes openen”, “haakjes sluiten”, “dubbele punt”, “dollar”, “percent”, “aanhalingsteken”, “puntkomma”, “vraagteken” en “ampersand”.

    4.Overeenkomstig artikel 79 van het Verdrag geven degenen die aan de controle onderworpen zijn, aan de autoriteiten van de betrokken lidstaat kennis van de mededelingen die zij krachtens artikel 78 en de eerste alinea van artikel 79 aan de Commissie doen toekomen.

    5.De rapporten moeten naar behoren vervolledigd en (indien mogelijk, digitaal) ondertekend worden verzonden aan de Europese Commissie, Euratom-veiligheidscontrole.


    BIJLAGE XVII

    KENNISGEVING VAN DE OVERDRACHT VAN ANDERE ARTIKELEN DAN KERNTECHNISCH MATERIAAL

    BIJLAGE XVII-A. KENNISGEVING VAN DE OVERDRACHT VAN NIET-KERNTECHNISCH MATERIAAL

    Kop

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    Legal entity or name of installation

    Teken (256)

    Rechtspersoon of naam van de installatie

    1

    Report type

    Teken (5)

    TNNNM die voor dit rapporttype moet worden gebruikt

    2

    Notification type

    Teken (2)

    Type kennisgeving

    3

    Transfer type

    Teken (2)

    Soort overdracht

    4

    Reference code

    Teken (16)

    Referentiecode voor de kennisgeving

    5

    Shipper MBA

    Teken (4)

    MBA-code van de installatie van verzending

    6

    Receiver MBA

    Teken (4)

    MBA-code van de installatie van ontvangst

    7

    Shipping installation

    Teken (256)

    Contactgegevens van de installatie van verzending

    8

    Receiving installation

    Teken (256)

    Contactgegevens van de installatie van ontvangst

    9

    Report date

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum waarop het rapport is voltooid

    10

    Reporting person

    Teken (64)

    Naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is

    11

    Boekingen

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    Line number

    Nummer

    Volgnummer, doorlopend

    12

    Item type

    Teken (1)

    Type niet-kerntechnisch materiaal

    13

    Obligation

    Teken (5)

    Verbintenis inzake de veiligheidscontrole in verband met het artikel

    14

    Chemical composition

    Teken (64)

    Chemische samenstelling van het artikel

    15

    Chemical purity

    Cijfer (3,3)

    Chemische zuiverheid van het artikel

    16

    Physical form

    Teken (1)

    Fysische vorm van het artikel

    17

    Number of items

    Nummer

    Aantal artikelen

    18

    Non-nuclear material weight

    Cijfer (24,3)

    Nettogewicht van het niet-kerntechnische materiaal

    19

    Transport container

    Teken (64)

    Type container die voor het transport wordt gebruikt

    20

    Shipment identification data

    Teken (256)

    Gegevens om de zending te identificeren

    21

    Means of transport

    Teken (1) (voor elk vervoermiddel)

    Vervoermiddel voor het artikel

    22

    Date of dispatch

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    (Geplande) datum van verzending

    23

    Date of arrival

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    (Geplande) datum van aankomst op de bestemming

    24

    Intended use

    Teken (256)

    Beoogd gebruik van niet-kerntechnisch materiaal

    25

    Export/Import authorisation reference

    Teken (16)

    Referentiecode voor de toestemming zoals afgegeven door de verantwoordelijke autoriteit

    26

    Comment

    Teken (256)

    Overige relevantie informatie die nog niet is opgenomen

    27

    Betekenis:

    1.Legal entity or name of installation/ Rechtspersoon of naam van de installatie: de naam van de rechtspersoon of de installatie die de informatie aan de Commissie meedeelt.

    2.Report type/ Rapporttype: TNNNM die voor dit rapporttype moet worden gebruikt.

    3.Notification type/ Type kennisgeving: het type kennisgeving.

    Gebruik de volgende codes:

    Type kennisgeving

    Code

    Voorafgaande kennisgeving

    AN

    Bevestiging van de zending

    CS

    Bevestiging van de ontvangst

    CR

    Kennisgeving van terugboeking

    NR

    4.Transfer type/ Soort overdracht: het soort overdracht.

    Gebruik de volgende codes:

    Soort overdracht

    Code

    Verzending naar een plaats in de EU

    SD

    Uitvoer naar een derde land

    SF

    Ontvangst van een plaats in de EU

    RD

    Invoer uit een derde land

    RF

    5.Reference code/ Referentiecode: de door de exploitant of entiteit toegekende referentiecode om de kennisgeving te identificeren.

    6.Shipper MBA/ MBA van verzending: de code van het materiaalbalansgebied van de verzender die door de Commissie aan de betrokken installatie is meegedeeld (in het geval dat de overdracht een materiaalbalansgebied betreft).

    7.Receiver MBA/ MBA van ontvangst: de code van het materiaalbalansgebied van de ontvanger in het geval van een overdracht binnen de EU en in het geval van de uitvoer naar een derde land, indien bekend (in het geval dat de overdracht een materiaalbalansgebied betreft).

    8.Shipping installation/ Installatie van verzending: de naam, het adres en het land van de installatie die het niet-kerntechnische materiaal verzendt.

    9.Receiving installation/ Installatie van ontvangst: de naam, het adres en het land van de installatie die het niet-kerntechnische materiaal ontvangt.

    10.Report date/ Datum van het rapport: datum waarop het rapport is voltooid.

    11.Reporting person/ Meldende persoon: naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is.

    12.Line number/ Regelnummer: volgnummer, te beginnen met 1, doorlopend.

    13.Item type/ Type artikel: specificeer het type niet-kerntechnisch materiaal.

    Gebruik de volgende codes:

    Type artikel

    Code

    Zwaar water

    H

    Deuterium

    D

    Grafiet voor nucleaire toepassingen

    G

    Andere

    O

    14.Obligation/ Verbintenis: Vermeld welke bijzondere verbintenis inzake de veiligheidscontrole (door de Gemeenschap aangegaan in een met een derde land of een internationale organisatie gesloten overeenkomst) voorafgaand aan de overdracht van toepassing is op het niet-kerntechnische materiaal. De Commissie zal de desbetreffende codes op verzoek aan de installaties meedelen. De informatie moet voor elke partij worden ingevuld, indien van toepassing.

    15.Chemical composition/ Chemische samenstelling: de chemische formule van de samenstelling waarin zich het niet-kerntechnische materiaal bevindt.

    16.Chemical purity/ Chemische zuiverheid: de chemische zuiverheid (in procenten) van de samenstelling waarin zich het niet-kerntechnische materiaal bevindt.

    17.Physical form/ Fysische vorm: de fysische vorm waarin het niet-kerntechnische materiaal wordt overgebracht.

    Gebruik de volgende codes:

    Fysische vorm

    Code

    Vast

    S

    Vloeibaar

    L

    Gas

    G

     

    18.Number of items/ Aantal artikelen: het aantal artikelen in de zending.

    19.Non-nuclear material weight/ Gewicht van het niet-kerntechnische materiaal: het nettogewicht van het niet-kerntechnische materiaal (d.w.z. het gewicht van D2O in het geval van zwaar water, het gewicht van D in het geval van deuterium enz.), in gram.

    20.Transport container/ Transportcontainer: de aard van de verpakking die wordt gebruikt voor het vervoer van niet-nucleair materiaal.

    21.Shipment identification data/ Identificatiegegevens van de zending: gegevens ter identificatie van de zending (bv. merktekens of nummers van de transportcontainers).

    22.Means of transport/ Vervoermiddel: vermeld, waar passend, het vervoermiddel, met gebruik van de codes zoals vermeld in bijlage VI (24) bij deze verordening.

    23.Date of dispatch/ Datum van verzending: (geplande) datum van verzending van het artikelen/de artikelen.

    24.Date of arrival/ Datum van aankomst: (geplande) datum van aankomst op de bestemming.

    25.Intended use/ Beoogd gebruik: het gebruik waarvoor het niet-kerntechnische materiaal bestemd is.

    26.Export/Import authorisation reference/ Referentie voor de toestemming voor uitvoer/invoer: de referentiecode voor de toestemming voor invoer/uitvoer, zoals afgegeven door de verantwoordelijke autoriteit (nader te specificeren).

    27.Comment/ Opmerking: vul hier eventuele aanvullende informatie in (bv.: of de artikelen worden teruggestuurd aan de oorspronkelijke zender, of de artikelen vallen onder een aanvullende overeenkomst voor nucleaire samenwerking, het eindgebruikerscertificaat, het aantal overdrachten, indien meer dan één, aanvullende overdrachts- en aankomstdata, indien relevant enz.).

    ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET INVULLEN VAN DE RAPPORTEN

    1.Alle gevraagde informatie moet, indien van toepassing, worden verstrekt.

    2.In geval van een overdracht binnen de EU moet de verzender aan de geadresseerde alle nodige informatie verstrekken.

    3.Wanneer numerieke gegevens fracties van de gebruikte eenheden omvatten, moeten de decimalen door een punt worden voorafgegaan.

    4.De volgende 55 tekens kunnen worden gebruikt: de 26 hoofdletters van A tot en met Z, de cijfers 0 tot en met 9, en de tekens “plus”, “min”, “schuine streep”, “sterretje”, “spatie”, “is gelijk aan”, “groter dan”, “kleiner dan”, “punt”, “komma”, “haakjes openen”, “haakjes sluiten”, “dubbele punt”, “dollar”, “percent”, “aanhalingsteken”, “puntkomma”, “vraagteken” en “ampersand”.

    5.Overeenkomstig artikel 79 van het Verdrag geven degenen die aan de controle onderworpen zijn, aan de autoriteiten van de betrokken lidstaat kennis van de mededelingen die zij krachtens artikel 78 en de eerste alinea van artikel 79 aan de Commissie doen toekomen.

    6.Rapporten moeten in xml-formaat worden opgesteld.

    7.De rapporten moeten naar behoren vervolledigd en (indien mogelijk, digitaal) ondertekend worden verzonden aan de Europese Commissie, Euratom-veiligheidscontrole.


    BIJLAGE XVII-B. KENNISGEVING VAN DE OVERDRACHT VAN KERNTECHNISCHE APPARATUUR

    Kop

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    Legal entity or name of installation

    Teken (256)

    Rechtspersoon of naam van de installatie

    1

    Report type

    Teken (5)

    TNNEQ die voor dit rapporttype moet worden gebruikt

    2

    Notification type

    Teken (2)

    Type kennisgeving

    3

    Transfer type

    Teken (2)

    Soort overdracht

    4

    Reference code

    Teken (16)

    Referentiecode voor de kennisgeving

    5

    Shipper MBA

    Teken (4)

    MBA-code van de installatie van verzending

    6

    Receiver MBA

    Teken (4)

    MBA-code van de installatie van ontvangst

    7

    Shipping installation

    Teken (256)

    Contactgegevens van de installatie van verzending

    8

    Receiving installation

    Teken (256)

    Contactgegevens van de installatie van ontvangst

    9

    Report date

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum waarop het rapport is voltooid

    10

    Reporting person

    Teken (64)

    Naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is

    11

    Boekingen

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    Line number

    Nummer

    Volgnummer, doorlopend

    12

    Nuclear equipment category

    Teken (5)

    Categorie volgens Verordening (EU) 2021/821

    13

    Nuclear equipment description

    Teken (256)

    Een nauwkeurige beschrijving van de apparatuur

    14

    Obligation

    Teken (5)

    Verbintenis inzake de veiligheidscontrole in verband met de apparatuur

    15

    Number of items

    Nummer

    Aantal artikelen

    16

    Shipment identification data

    Teken (256)

    Gegevens om de zending te identificeren

    17

    Means of transport

    Teken (1) (voor elk vervoermiddel)

    Vervoermiddel voor de apparatuur

    18

    Date of dispatch

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    (Geplande) datum van verzending

    19

    Date of arrival

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    (Geplande) datum van aankomst op de bestemming

    20

    Intended use

    Teken (256)

    Beoogd gebruik van de apparatuur

    21

    Export/Import authorisation reference

    Teken (16)

    Referentiecode voor de toestemming zoals afgegeven door de verantwoordelijke autoriteit

    22

    Comment

    Teken (256)

    Overige relevantie informatie die nog niet is opgenomen

    23

    Betekenis:

    1.Legal entity or name of installation/ Rechtspersoon of naam van de installatie: de naam van de rechtspersoon of de installatie die de informatie aan de Commissie meedeelt.

    2.Report type/ Rapporttype: TNNEQ die voor dit rapporttype moet worden gebruikt.

    3.Notification type/ Type kennisgeving: het type kennisgeving, met gebruik van de codes zoals vermeld in bijlage XVII-A (3) bij deze verordening.

    4.Transfer type/ Soort overdracht: het soort overdracht, met gebruik van de codes zoals vermeld in bijlage XVII-A (4) bij deze verordening.

    5.Reference code/ Referentiecode: de door de exploitant of entiteit toegekende referentiecode om de kennisgeving te identificeren.

    6.Shipper MBA/ MBA van verzending: de code van het materiaalbalansgebied van de verzender die door de Commissie aan de betrokken installatie is meegedeeld (in het geval dat de overdracht een materiaalbalansgebied betreft).

    7.Receiver MBA/ MBA van ontvangst: de code van het materiaalbalansgebied van de ontvanger in het geval van een overdracht binnen de EU en in het geval van de uitvoer naar een derde land, indien bekend (in het geval dat de overdracht een materiaalbalansgebied betreft).

    8.Shipping installation/ Installatie van verzending: de naam, het adres en het land van de installatie die de kerntechnische apparatuur verzendt.

    9.Receiving installation/ Installatie van ontvangst: de naam, het adres en het land van de installatie die de kerntechnische apparatuur ontvangt.

    10.Report date/ Datum van het rapport: datum waarop het rapport is voltooid.

    11.Reporting person/ Meldende persoon: naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is.

    12.Line number/ Regelnummer: volgnummer, te beginnen met 1, doorlopend.

    13.Nuclear equipment category/ Categorie kerntechnische apparatuur: de categorie kerntechnische apparatuur volgens Verordening (EU) 2021/821, bijlage I, deel II (PB L 206 van 11.6.2021, blz. 1). Er moet een code uit de categorie 0A of 0B worden gebruikt.

    14.Nuclear equipment description/ Beschrijving van de kerntechnische apparatuur: een nauwkeurige beschrijving van de kerntechnische apparatuur.

    15.Obligation/ Verbintenis: Vermeld welke bijzondere verbintenis inzake de veiligheidscontrole (door de Gemeenschap aangegaan in een met een derde land of een internationale organisatie gesloten overeenkomst) voorafgaande aan de overdracht van toepassing is op de kerntechnische apparatuur. De Commissie zal de desbetreffende codes op verzoek aan de installaties meedelen. De informatie moet voor elke partij worden ingevuld, indien van toepassing.

    16.Number of items/ Aantal artikelen: het aantal artikelen in de zending.

    17.Shipment identification data/ Identificatiegegevens van de zending: identificatiegegevens van de zending (bv.: markeringen of nummers op de verpakking).

    18.Means of transport/ Vervoermiddel: vermeld, waar passend, het vervoermiddel, met gebruik van de codes zoals vermeld in bijlage VI (24) bij deze verordening.

    19.Date of dispatch/ Datum van verzending: (geplande) datum van verzending van de apparatuur.

    20.Date of arrival/ Datum van aankomst: (geplande) datum van aankomst op de bestemming.

    21.Intended use/ Beoogd gebruik: het gebruik waarvoor de kerntechnische apparatuur bestemd is.

    22.Export/Import authorisation reference/ Referentie voor de toestemming voor uitvoer/invoer: de referentiecode voor de toestemming voor invoer/uitvoer, zoals afgegeven door de verantwoordelijke autoriteit (nader te specificeren).

    23.Comment/ Opmerking: vul hier eventuele aanvullende informatie in (bv.: of de apparatuur wordt teruggestuurd aan de oorspronkelijke zender, of de apparatuur valt onder een aanvullende overeenkomst voor nucleaire samenwerking, het eindgebruikerscertificaat, het aantal overdrachten, indien meer dan één, aanvullende overdrachts- en aankomstdata, indien relevant enz.).

    ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET INVULLEN VAN DE RAPPORTEN

    1.Alle gevraagde informatie moet, indien van toepassing, worden verstrekt.

    2.In geval van een overdracht binnen de EU moet de verzender aan de geadresseerde alle nodige informatie verstrekken.

    3.Wanneer numerieke gegevens fracties van de gebruikte eenheden omvatten, moeten de decimalen door een punt worden voorafgegaan.

    4.De volgende 55 tekens kunnen worden gebruikt: de 26 hoofdletters van A tot en met Z, de cijfers 0 tot en met 9, en de tekens “plus”, “min”, “schuine streep”, “sterretje”, “spatie”, “is gelijk aan”, “groter dan”, “kleiner dan”, “punt”, “komma”, “haakjes openen”, “haakjes sluiten”, “dubbele punt”, “dollar”, “percent”, “aanhalingsteken”, “puntkomma”, “vraagteken” en “ampersand”.

    5.Overeenkomstig artikel 79 van het Verdrag geven degenen die aan de controle onderworpen zijn, aan de autoriteiten van de betrokken lidstaat kennis van de mededelingen die zij krachtens artikel 78 en de eerste alinea van artikel 79 aan de Commissie doen toekomen.

    6.Rapporten moeten in xml-formaat worden opgesteld.

    7.De rapporten moeten naar behoren vervolledigd en (indien mogelijk, digitaal) ondertekend worden verzonden aan de Europese Commissie, Euratom-veiligheidscontrole.


    BIJLAGE XVII-C. KENNISGEVING VAN DE OVERDRACHT VAN NUCLEAIRE TECHNOLOGIE

    Kop

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    Legal entity or name of installation

    Teken (256)

    Rechtspersoon of naam van de installatie

    1

    Report type

    Teken (5)

    TNNTC die voor dit rapporttype moet worden gebruikt

    2

    Notification type

    Teken (2)

    Type kennisgeving

    3

    Transfer type

    Teken (2)

    Soort overdracht

    4

    Reference code

    Teken (16)

    Referentiecode voor de kennisgeving

    5

    Shipper MBA

    Teken (4)

    MBA-code van de installatie van verzending

    6

    Receiver MBA

    Teken (4)

    MBA-code van de installatie van ontvangst

    7

    Shipping installation

    Teken (256)

    Contactgegevens van de installatie van verzending

    8

    Receiving installation

    Teken (256)

    Contactgegevens van de installatie van ontvangst

    9

    Report date

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    Datum waarop het rapport is voltooid

    10

    Reporting person

    Teken (64)

    Naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is

    11

    Boekingen

    Label/tag

    Inhoud

    Opmerkingen

    #

    Line number

    Nummer

    Volgnummer, doorlopend

    12

    Nuclear technology category

    Teken (5)

    Categorie volgens Verordening (EU) 2021/821

    13

    Nuclear technology description

    Teken (256)

    Een nauwkeurige beschrijving van de nucleaire technologie

    14

    Obligation

    Teken (5)

    Verbintenis inzake de veiligheidscontrole in verband met de technologie

    15

    Number of items

    Nummer

    Aantal artikelen

    16

    Date of dispatch

    Datum (JJJJ-MM-DD)

    (Geplande) datum van verzending

    17

    Intended use

    Teken (256)

    Beoogd gebruik van de nucleaire technologie

    18

    Export/Import authorisation reference

    Teken (16)

    Referentiecode voor de toestemming zoals afgegeven door de verantwoordelijke autoriteit

    19

    Comment

    Teken (256)

    Overige relevantie informatie die nog niet is opgenomen

    20

    Betekenis:

    1.Legal entity or name of installation/ Rechtspersoon of naam van de installatie: de naam van de rechtspersoon of de installatie die de informatie aan de Commissie meedeelt.

    2.Report type/ Rapporttype: TNNTC die voor dit rapporttype moet worden gebruikt.

    3.Notification type/ Type kennisgeving: het type kennisgeving, met gebruik van de codes zoals vermeld in bijlage XVII-A (3) bij deze verordening.

    4.Transfer type/ Type kennisgeving: het soort overdracht, met gebruik van de codes zoals vermeld in bijlage XVII-A (4) bij deze verordening.

    5.Reference code/ Referentiecode: de door de exploitant of entiteit toegekende referentiecode om de kennisgeving te identificeren.

    6.Shipper MBA/ MBA van verzending: de code van het materiaalbalansgebied van de verzender die door de Commissie aan de betrokken installatie is meegedeeld (in het geval dat de overdracht een materiaalbalansgebied betreft).

    7.Receiver MBA/ MBA van ontvangst: de code van het materiaalbalansgebied van de ontvanger in het geval van een overdracht binnen de EU en in het geval van de uitvoer naar een derde land, indien bekend (in het geval dat de overdracht een materiaalbalansgebied betreft).

    8.Shipping installation/ Installatie van verzending: de naam, het adres en het land van de installatie die de technologie verzendt.

    9.Receiving installation/ Installatie van ontvangst: de naam, het adres en het land van de installatie die de technologie ontvangt.

    10.Report date/ Datum van het rapport: de datum waarop het rapport is voltooid.

    11.Reporting person/ Meldende persoon: naam van de persoon die voor het rapport verantwoordelijk is.

    12.Line number/ Regelnummer: volgnummer, te beginnen met 1, doorlopend.

    13.Nuclear technology category/ Categorie nucleaire technologie: de categorie van het artikel dat met gebruik van de overgebrachte technologie zal worden ontwikkeld, geproduceerd of gebruikt, volgens Verordening (EU) 2021/821 (PB L 206 van 11.6.2021, blz. 1). Er moet een code uit de categorieën 0A tot en met 0E worden gebruikt.

    14.Nuclear technology description/ Beschrijving van de nucleaire technologie: een nauwkeurige beschrijving van de nucleaire technologie.

    15.Obligation/ Verbintenis: Vermeld welke bijzondere verbintenis inzake de veiligheidscontrole (door de Gemeenschap aangegaan in een met een derde land of een internationale organisatie gesloten overeenkomst) voorafgaand aan de overdracht van toepassing is op de nucleaire technologie. De Commissie zal de desbetreffende codes op verzoek aan de installaties meedelen. De informatie moet voor elke partij worden ingevuld, indien van toepassing.

    16.Number of items/ Aantal artikelen: het aantal artikelen die vallen onder de technologieoverdracht. Maak een schatting van het aantal en het soort technische documenten, softwarepakketten en/of -licenties, uitwisselingen van brieven, e-mails, technische vergaderingen enz.

    17.Date of dispatch/ Datum van verzending: geschatte datum waarop de overdracht zal plaatsvinden. Latere overdrachten hoeven niet te worden gemeld, mits de leverancier, de ontvanger en de beschrijving van de technologie hetzelfde zijn als in deze kennisgeving.

    18.Intended use/ Beoogd gebruik: het gebruik waarvoor de nucleaire technologie(ën) bestemd is/zijn.

    19.Referentie voor de toestemming voor uitvoer/invoer: de referentiecode voor de toestemming voor invoer/uitvoer, zoals afgegeven door de verantwoordelijke autoriteit (nader te specificeren).

    20.Comment/ Opmerking: vul hier eventuele aanvullende informatie in (bv.: of de technologie wordt teruggestuurd aan de oorspronkelijke zender, of de technologie valt onder een aanvullende overeenkomst voor nucleaire samenwerking, het eindgebruikerscertificaat, het aantal overdrachten, indien meer dan één, aanvullende overdrachts- en aankomstdata, indien relevant enz.).

    ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET INVULLEN VAN DE RAPPORTEN

    1.Alle gevraagde informatie moet, indien van toepassing, worden verstrekt.

    2.In geval van een overdracht binnen de EU moet de verzender aan de geadresseerde alle nodige informatie verstrekken.

    3.Wanneer numerieke gegevens fracties van de gebruikte eenheden omvatten, moeten de decimalen door een punt worden voorafgegaan.

    4.De volgende 55 tekens kunnen worden gebruikt: de 26 hoofdletters van A tot en met Z, de cijfers 0 tot en met 9, en de tekens “plus”, “min”, “schuine streep”, “sterretje”, “spatie”, “is gelijk aan”, “groter dan”, “kleiner dan”, “punt”, “komma”, “haakjes openen”, “haakjes sluiten”, “dubbele punt”, “dollar”, “percent”, “aanhalingsteken”, “puntkomma”, “vraagteken” en “ampersand”.

    5.Overeenkomstig artikel 79 van het Verdrag geven degenen die aan de controle onderworpen zijn, aan de autoriteiten van de betrokken lidstaat kennis van de mededelingen die zij krachtens artikel 78 en de eerste alinea van artikel 79 aan de Commissie doen toekomen.

    6.Rapporten moeten in xml-formaat worden opgesteld.

    7.De rapporten moeten naar behoren vervolledigd en (indien mogelijk, digitaal) ondertekend worden verzonden aan de Europese Commissie, Euratom-veiligheidscontrole.

    (1)    PB L 54 van 28.2.2005, blz. 1. Verordening zoals laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 519/2013 van de Commissie van 21 februari 2013 (PB L 158 van 10.6.2013, blz. 74).
    (2)    PB L 51 van 22.2.1978, blz. 1.
    (3)    PB L 67 van 13.3.1999, blz. 1.
    (4)    IAEA-document INFCIRC/290 van december 1981.
    (5)    Mededeling aan de Commissie: European Commission digital strategy — Next generation digital Commission (Digitale strategie van de Europese Commissie — De digitale Commissie van de volgende generatie), Brussel, C(2022) 4388 van 30.6.2022.
    (6)    PB L 72 van 17.3.2015, blz. 41.
    (7)    PB L 72 van 17.3.2015, blz. 53.
    (8)    PB 17 van 6.10.1958, blz. 406/58.
    Top