Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52022PC0242

    Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1305/2013 wat betreft een specifieke maatregel om uitzonderlijke tijdelijke steun te verlenen uit hoofde van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) naar aanleiding van de gevolgen van de Russische invasie van Oekraïne

    COM/2022/242 final

    Brussel, 20.5.2022

    COM(2022) 242 final

    2022/0166(COD)

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1305/2013 wat betreft een specifieke maatregel om uitzonderlijke tijdelijke steun te verlenen uit hoofde van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) naar aanleiding van de gevolgen van de Russische invasie van Oekraïne


    TOELICHTING

    1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

    Motivering en doel van het voorstel

    Zoals vermeld in de mededeling van de Commissie “De voedselzekerheid waarborgen en de veerkracht van voedselsystemen versterken” van 23 maart 2022 (COM(2022) 133 final) heeft de niet-uitgelokte invasie van Oekraïne door Rusland de reeds kwetsbare landbouwmarkten verder gedestabiliseerd. Vóór de inval was er op de grondstoffenmarkten al een aanzienlijke prijsstijging, die op de landbouwmarkten voelbaar was door de toenemende kosten voor energie, meststoffen en veevoeder. De verder stijgende kosten voor landbouwers en kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) die landbouwproducten verwerken, afzetten of ontwikkelen, beïnvloeden de prijs van levensmiddelen en tonen de kwetsbaarheid van het Europese voedselsysteem, met name de afhankelijkheid van invoer. Hierdoor ontstaat bezorgdheid over het inkomen van landbouwers en producenten in de agrovoedingsketen.

    Dit komt op een moment waarop de Europese landbouw al onder druk staat als gevolg van de COVID-19-pandemie.

    Ook de klimaatverandering en milieuproblemen moeten worden aangepakt. In de bovengenoemde mededeling riep de Commissie ertoe op “de tekortkomingen die door de zich ontwikkelende crisis zijn blootgelegd, aan te pakken op manieren die de transitie naar duurzame, veerkrachtige en eerlijke voedselsystemen in de EU en wereldwijd bevorderen”.

    De verstoring van de handel geeft aanleiding tot ernstige bezorgdheid over de mondiale voedselzekerheid als gevolg van de kortetermijnimpact van de oorlog en de daarmee gepaard gaande onzekerheden op langere termijn.

    Hoewel de stabiliteit van de voedselvoorziening in de EU geen gevaar loopt, kunnen er gevolgen zijn voor de leveringszekerheid als de aanzienlijk hogere productiekosten op landbouwbedrijfsniveau niet worden gecompenseerd door hogere prijzen.

    Het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) voorziet in een reeks maatregelen, waaronder een vangnet voor de prijzen en de mogelijkheid om uitzonderlijke maatregelen te nemen. In haar mededeling van 23 maart 2022 heeft de Commissie reeds een aantal uitzonderlijke initiatieven gepresenteerd om de voedselzekerheid te waarborgen en de veerkracht van de voedselsystemen te versterken. De huidige situatie is echter ongezien en vereist aanvullende initiatieven, aangezien bepaalde kleine bedrijven en landbouwers dringend behoefte hebben aan noodsteun om het hoofd boven water te houden.

    De Commissie stelt daarom als aanvullende maatregel voor, financiering uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) beschikbaar te maken zodat de lidstaten liquiditeitssteun kunnen verlenen aan landbouwers en agrovoedingsbedrijven die met aanzienlijk hogere productiekosten te maken hebben, met name aan diervoeder- en meststoffenbedrijven en aan energie-intensieve bedrijven in de verwerkende industrie die hun gas- en elektriciteitskosten zien stijgen. Door de cashflowproblemen van dergelijke bedrijven rechtstreeks aan te pakken, zal de steun de mondiale voedselzekerheid bevorderen en marktverstoringen als gevolg van hogere productiekosten het hoofd bieden.

    Met het oog daarop zal de steun in de vorm worden gegoten van een eenmalig vast bedrag voor landbouwers en voor kmo’s die actief zijn op het gebied van de verwerking, afzet of ontwikkeling van landbouwproducten. De betalingen van de Commissie moeten in overeenstemming zijn met de begrotingskredieten en afhangen van de beschikbaarheid van financiering.

    Om ervoor te zorgen dat de middelen die in het kader van de bestaande plattelandsontwikkelingsprogramma’s beschikbaar zijn, zo efficiënt mogelijk worden aangewend, moeten de lidstaten aantonen dat de steun gericht is op degenen die het zwaarst zijn getroffen, en wordt verleend op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria. De lidstaten zouden de maatregel in hun plattelandsontwikkelingsprogramma’s moeten opnemen via een programmawijziging. De lidstaten kunnen van start gaan met betalingen aan de begunstigden zodra ze een programmawijziging tot invoering van de nieuwe maatregel hebben ingediend. Dat kan na de vaststelling van dit voorstel en van de wijzigingen van de desbetreffende secundaire wetgeving (Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 808/2014 en (EU) nr. 809/2014 van de Commissie).

    Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

    Het voorstel is verenigbaar met het algehele juridische kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI-fondsen) en beperkt zich tot een gerichte wijziging van Verordening (EU) nr. 1305/2013. Het voorstel vormt een aanvulling op alle andere maatregelen van de Unie om de huidige ongekende situatie het hoofd te bieden, en met name de maatregelen om de markten te ondersteunen en voedselzekerheid te garanderen. Het laat de minimumuitgavenvereisten van artikel 59, leden 5 en 6, van Verordening (EU) nr. 1305/2013 en het non-regressiebeginsel van artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) 2020/2220 onverlet.

    Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

    Het voorstel beperkt zich tot gerichte wijzigingen van Verordening (EU) nr. 1305/2013 en is verenigbaar met de andere beleidsterreinen van de Unie.

    2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

    Rechtsgrondslag

    Het voorstel is gebaseerd op artikel 42 en artikel 43, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

    Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

    In het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is bepaald dat de bevoegdheid voor landbouw moet wordt gedeeld door de Unie en de lidstaten en dat een gemeenschappelijk landbouwbeleid met gemeenschappelijke doelstellingen en een gemeenschappelijke uitvoering moet worden opgezet. Het voorstel bevat een nieuwe plattelandsontwikkelingsmaatregel met gemeenschappelijke doelstellingen en een gemeenschappelijke uitvoering ervan.

     Evenredigheid

    Het voorstel bevat beperkte, gerichte wijzigingen die niet verder gaan dan nodig is om het beoogde doel te bereiken, namelijk dat uitzonderlijke, tijdelijke ondersteuning wordt geboden aan landbouwers en kmo’s die actief zijn op het gebied van de verwerking, afzet of ontwikkeling van landbouwproducten en die hard geraakt zijn door de gevolgen van de Russische invasie van Oekraïne.

    Keuze van het instrument

    Een verordening is het geschikte instrument om de aanvullende maatregel in te voeren die nodig is in deze ongekende omstandigheden.

    3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

    Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

    N.v.t.

    Raadpleging van belanghebbenden

    Er zijn geen externe belanghebbenden geraadpleegd. Wel is in het voorstel rekening gehouden met het overleg dat de afgelopen weken is gevoerd met de lidstaten en met leden van het Europees Parlement.

    Bijeenbrengen en gebruik van expertise

    N.v.t.

    Effectbeoordeling

    In het kader van het voorstel voor Verordening (EU) nr. 1305/2013 is een effectbeoordeling uitgevoerd. Voor de voorgestelde beperkte wijzigingen is geen aparte effectbeoordeling vereist.

    Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

    N.v.t.

    Grondrechten

    N.v.t.

    4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

    De voorgestelde wijziging verandert niets aan de jaarlijkse maxima van het meerjarig financieel kader voor vastleggingen en betalingen als bedoeld in bijlage I bij Verordening (EU) 2020/2093. De totale jaarlijkse verdeling van de vastleggingskredieten voor het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) blijft ongewijzigd. De betalingen worden vóór 15 oktober 2023 aan de begunstigden gedaan en moeten derhalve in het kader van de begroting van 2023 worden gefinancierd. De betalingskredieten die nodig zijn voor de financiering van deze maatregel, lopen via het Elfpo-begrotingsonderdeel van de aanstaande ontwerpbegroting 2023 van de Commissie en zullen worden gecompenseerd door een overeenkomstige daling van de behoefte aan betalingskredieten in de daaropvolgende jaren.

    5.OVERIGE ELEMENTEN

    Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

    In het kader van de algemene rapportagemechanismen van de Verordeningen (EU) nr. 1303/2013 en (EU) nr. 1305/2013 zal worden toegezien op en gerapporteerd over de uitvoering van de maatregelen.

    Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

    N.v.t.

    Artikelsgewijze toelichting

    Voorgesteld wordt om Verordening (EU) nr. 1305/2013 te wijzigen.

    2022/0166 (COD)

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1305/2013 wat betreft een specifieke maatregel om uitzonderlijke tijdelijke steun te verlenen uit hoofde van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) naar aanleiding van de gevolgen van de Russische invasie van Oekraïne

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 42 en artikel 43, lid 2,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

    Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 1 ,

    Gezien het advies van het Comité van de Regio’s 2 ,

    Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)Landbouwers en plattelandsbedrijven zijn ongekend zwaar getroffen door de gevolgen van de Russische invasie van Oekraïne. Stijgende prijzen voor productiemiddelen, met name voor energie, meststoffen en diervoeders, hebben geleid tot een economische ontwrichting van landbouw en platteland en tot liquiditeitsproblemen bij landbouwers en bij kleine plattelandsbedrijven die actief zijn op het gebied van de verwerking, afzet of ontwikkeling van landbouwproducten. Daardoor is een uitzonderlijke situatie ontstaan die moet worden aangepakt.

    (2)Om de gevolgen van de Russische invasie van Oekraïne het hoofd te bieden, is er een nieuwe, uitzonderlijke en tijdelijke maatregel nodig voor de aanpak van de liquiditeitsproblemen, die een gevaar vormen voor de continuïteit van de landbouwactiviteiten en van kleine bedrijven die actief zijn op het gebied van de verwerking, afzet of ontwikkeling van landbouwproducten.

    (3)De steun, die het concurrentievermogen van de agro-industrie en de levensvatbaarheid van de landbouwbedrijven moet veiligstellen, moet berusten op objectieve en niet-discriminerende criteria die ervoor zorgen dat de beschikbare middelen zoveel mogelijk terechtkomen bij hen die het meest te lijden hebben onder de gevolgen van de Russische invasie van Oekraïne. Bij dergelijke criteria kan in het geval van landbouwers worden gedacht aan productiesectoren, soorten landbouw of landbouwbedrijfsstructuren, en in het geval van kmo’s aan sectoren, soorten activiteiten, soorten regio’s of andere specifieke beperkingen.

    (4)De huidige, dramatische crisis bevestigt de noodzaak om de transitie naar duurzaamheid te bespoedigen teneinde beter voorbereid te zijn op toekomstige crises; de steun in het kader van deze maatregel mag daarom niet leiden tot een verlaging van het totale aandeel van de Elfpo-bijdrage dat is gereserveerd voor de in artikel 59, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1305/2013 bedoelde maatregelen.

    (5)Vanwege de urgentie en het tijdelijke en uitzonderlijke karakter van deze maatregel moet worden voorzien in een eenmalige betaling en een einddatum voor de toepassing van de maatregel, terwijl gememoreerd moet worden aan het beginsel dat betalingen van de Commissie moeten worden gedaan overeenkomstig de begrotingskredieten en onder voorbehoud van de beschikbaarheid van begrotingsmiddelen.

    (6)Om ervoor te zorgen dat de zwaarst getroffen landbouwers en kmo’s meer steun krijgen, moet het de lidstaten worden toegestaan om de hoogte van de vaste bedragen te variëren naargelang van de categorie waarin een in aanmerking komende begunstigde valt, bijvoorbeeld door bepaalde marges of brede categorieën vast te stellen, op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria.

    (7)Om een adequate financiering van de nieuwe maatregel te waarborgen en tegelijk te voorkomen dat andere doelstellingen van de plattelandsontwikkelingsprogramma’s in het gedrang komen, moet een maximumpercentage voor de bijdrage van de Unie aan deze maatregel worden vastgesteld.

    (8)Verordening (EU) nr. 1305/2013 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (9)In het licht van de Russische invasie van Oekraïne en de urgentie om de gevolgen daarvan voor de agrovoedingssector van de Unie te bestrijden, wordt het nodig geacht een uitzondering te maken op de periode van acht weken genoemd in artikel 4 van Protocol nr. 1 betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie, dat gehecht is aan het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

    (10)Gezien de urgentie van de situatie ten gevolge van de Russische invasie van Oekraïne, moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

    HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1 

    Verordening (EU) nr. 1305/2013 wordt als volgt gewijzigd:

    1)Het volgende artikel wordt ingevoegd: 

    “Artikel 39 quater
    Uitzonderlijke tijdelijke steun voor zwaar door de gevolgen van de Russische invasie van Oekraïne getroffen landbouwers en kmo’s

     

    1.In het kader van deze maatregel wordt onder de voorwaarden van dit artikel steun verleend in de vorm van noodbijstand aan zwaar door de gevolgen van de Russische invasie van Oekraïne getroffen landbouwers en kmo’s, die erop gericht is de continuïteit van hun bedrijfsactiviteiten te waarborgen.

    2.De steun wordt verleend aan landbouwers of aan kmo’s die actief zijn op het gebied van de verwerking, afzet of ontwikkeling van in bijlage I bij het VWEU vermelde landbouwproducten of katoen, met uitzondering van visserijproducten. Het productieproces kan een product opleveren dat niet in die bijlage wordt vermeld.

    3.De lidstaten richten de steun op de begunstigden die het zwaarst zijn getroffen, door het opstellen, op basis van de beschikbare feiten, van subsidiabiliteitsvoorwaarden en, indien passend geacht, selectiecriteria die objectief en niet-discriminerend zijn. De door de lidstaten verleende steun draagt bij tot de voedselzekerheid of tot de aanpak van een verstoord marktevenwicht en ondersteunt landbouwers of kmo’s die een of meer van de volgende activiteiten verrichten waarmee die doelstellingen worden nagestreefd:

    a)circulaire economie;

    b)nutriëntenbeheer;

    c)efficiënt gebruik van grondstoffen;

    d)milieu- en klimaatvriendelijke productiemethoden.

    4.De steun neemt de vorm aan van een vaste betaling die uiterlijk op 15 oktober 2023 wordt gedaan, op basis van de door de bevoegde autoriteit uiterlijk op 31 maart 2023 goedgekeurde aanvragen voor steun. De daaropvolgende vergoeding van de Commissie geschiedt overeenkomstig de begrotingskredieten en onder voorbehoud van de beschikbaarheid van begrotingsmiddelen. De hoogte van de betaling mag worden gedifferentieerd per categorie begunstigden, op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria.

    5.Het maximumsteunbedrag is niet hoger dan 15 000 EUR per landbouwer en 100 000 EUR per kmo.

    6.Bij de verlening van steun uit hoofde van dit artikel houden de lidstaten rekening met de steun die is verleend uit hoofde van andere nationale en Uniesteuninstrumenten en particuliere regelingen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de Russische invasie van Oekraïne.”.

    2)In artikel 49 wordt lid 2 vervangen door:

    “2. De voor de selectie van concrete acties bevoegde autoriteit van de lidstaat ziet erop toe dat concrete acties, met uitzondering van de in artikel 18, lid 1, punt b), artikel 24, lid 1, punt d), en de artikelen 28 tot en met 31, 33, 34 en 36 tot en met 39 quater bedoelde concrete acties, worden geselecteerd overeenkomstig de in lid 1 van dit artikel bedoelde selectiecriteria en volgens een transparante en goed gedocumenteerde procedure.”.

    3)In artikel 59 wordt het volgende lid ingevoegd: 

    “6 ter. De Elfpo-steun die uit hoofde van artikel 39 quater wordt verleend, bedraagt ten hoogste 5 % van de totale Elfpo-bijdrage aan het plattelandsontwikkelingsprogramma voor de jaren 2021-2022 als bepaald in deel twee van bijlage I.”.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel,

    Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

    De voorzitter    De voorzitter

    FINANCIEEL MEMORANDUM

    1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 

    1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1305/2013 wat betreft een specifieke maatregel om uitzonderlijke tijdelijke steun te verlenen uit hoofde van het Elfpo naar aanleiding van de gevolgen van de Russische invasie van Oekraïne

    1.2.Het voorstel/initiatief betreft: 

     een nieuwe actie 

     een nieuwe actie na een proefproject/voorbereidende actie 3  

     de verlenging van een bestaande actie 

    X de samenvoeging of ombuiging van een of meer acties naar een andere/een nieuwe actie 

    1.3.Doelstelling(en)

    1.3.1.Algemene doelstelling(en)

    Voorzien in een nieuwe, uitzonderlijke en tijdelijke maatregel voor de aanpak van de liquiditeitsproblemen, die een gevaar vormen voor de continuïteit van de landbouwactiviteiten en van kleine bedrijven die landbouwproducten verwerken

    1.3.2.Specifieke doelstelling(en)

    Specifieke doelstelling nr.

    N.v.t.

    1.3.3.Verwacht(e) resulta(a)t(en) en gevolg(en)

    Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben voor de begunstigden/doelgroepen.

    N.v.t.

    1.3.4.Prestatie-indicatoren

    Vermeld de indicatoren voor de monitoring van de voortgang en de beoordeling van de resultaten.

    N.v.t.

    1.4.Motivering van het voorstel/initiatief 

    1.4.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien, met een gedetailleerd tijdschema voor de uitrol van het initiatief

    N.v.t.

    1.4.2.Toegevoegde waarde van de deelname van de Unie (deze kan het resultaat zijn van verschillende factoren, bijvoorbeeld coördinatiewinst, rechtszekerheid, grotere doeltreffendheid of complementariteit). Voor de toepassing van dit punt wordt onder “toegevoegde waarde van de deelname van de Unie” verstaan de waarde die een optreden van de Unie oplevert bovenop de waarde die door een optreden van alleen de lidstaat zou zijn gecreëerd.

    N.v.t.

    1.4.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

    N.v.t.

    1.4.4.Verenigbaarheid met het meerjarig financieel kader en eventuele synergie met andere passende instrumenten

    N.v.t.

    1.4.5.Beoordeling van de verschillende beschikbare financieringsopties, waaronder mogelijkheden voor herschikking

    N.v.t.

    1.5.Duur en financiële gevolgen van het voorstel/initiatief

    X beperkte geldigheidsduur

       van kracht vanaf [DD/MM]JJJJ tot en met [DD/MM]JJJJ

    X    Per saldo geen financiële gevolgen voor vastleggings- en betalingskredieten

    onbeperkte geldigheidsduur

    Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en met JJJJ,

    gevolgd door een volledige uitvoering.

    1.6.Beheersvorm(en) 4   

     Direct beheer door de Commissie

    door haar diensten, waaronder het personeel in de delegaties van de Unie;

       door de uitvoerende agentschappen;

    X Gedeeld beheer met de lidstaten

     Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:

    derde landen of de door hen aangewezen organen;

    internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

    de EIB en het Europees Investeringsfonds;

    de in de artikelen 70 en 71 van het Financieel Reglement bedoelde organen;

    publiekrechtelijke organen;

    privaatrechtelijke organen met een openbaredienstverleningstaak, voor zover zij zijn voorzien van voldoende financiële garanties;

    privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die zijn voorzien van voldoende financiële garanties;

    personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

    Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder “Opmerkingen”.

    Opmerkingen

    Dit nieuwe voorstel verandert niets aan de jaarlijkse maxima van het meerjarig financieel kader voor vastleggingen en betalingen als bedoeld in bijlage I bij Verordening (EU) 2020/2093. De jaarlijkse verdeling van de vastleggingskredieten voor het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling blijft ongewijzigd.

    Per saldo zijn er geen extra betalingskredieten nodig voor deze maatregel. De betalingskredieten die in 2023 nodig zijn voor de financiering van deze maatregel, zullen worden gecompenseerd door een geringere behoefte aan betalingskredieten in de daaropvolgende jaren.

    2.BEHEERSMAATREGELEN 

    2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen 

    Vermeld frequentie en voorwaarden.

    N.v.t.

    2.2.Beheers- en controlesyste(e)m(en) 

    2.2.1.Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

    N.v.t.

    2.2.2.Informatie over de geïdentificeerde risico’s en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico’s te beperken

    N.v.t.

    2.2.3.Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting) 

    N.v.t.

    2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden 

    Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld in het kader van de fraudebestrijdingsstrategie.

    N.v.t.

    3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 

    3.1.Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven 

    ·Bestaande begrotingsonderdelen

    In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

    Rubriek van het meerjarig financieel kader

    Begrotingsonderdeel

    Soort
    uitgave

    Bijdrage

    Nummer  

    GK/ NGK 5

    van EVA-landen 6

    van kandidaat-lidstaten 7

    van derde landen

    in de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement

    3

    08.030102

    GK

    NEE

    NEE

    NEE

    NEE

    ·Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen

    In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

    Rubriek van het meerjarig financieel kader

    Begrotingsonderdeel

    Soort 
    uitgave

    Bijdrage

    Nummer  

    GK/NGK

    van EVA-landen

    van kandidaat-lidstaten

    van derde landen

    in de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement

    N.v.t.

    /NEE

    /NEE

    /NEE

    /NEE

    3.2.Geraamde financiële gevolgen van het voorstel inzake kredieten 

    3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de beleidskredieten 

       Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

    X    Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

    in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

    Rubriek van het meerjarig
    financieel kader

    Nummer

    3

    Natuurlijke hulpbronnen en milieu

    Er zijn geen gevolgen voor de vastleggingskredieten. Aangezien deze wijziging binnen de overeengekomen budgetten wordt gefinancierd via wijzigingen in de plattelandsontwikkelingsprogramma’s van de lidstaten, zijn er per saldo geen extra betalingskredieten nodig: de betalingen in het kader van deze maatregel worden gecompenseerd door lagere betalingen in het kader van andere plattelandsontwikkelingsmaatregelen.

    Aangenomen wordt dat het voorstel geen gevolgen heeft voor de Elfpo-betalingskredieten van de begroting van 2022. Gezien de tijd die de lidstaten nodig hebben voor de invoering van deze nieuwe maatregel, wordt ervan uitgegaan dat de bijbehorende uitgaven worden gedeclareerd in het derde kwartaal van 2023 en dus ten laste komen van de begroting van 2023. De gevolgen voor de betalingskredieten, die geraamd worden op rond de 450 miljoen EUR, worden opgevangen door een aanpassing van de hoogte van de in de ontwerpbegroting van 2023 gevraagde betalingskredieten en zullen worden gecompenseerd door een overeenkomstige daling van de behoefte aan betalingskredieten in de daaropvolgende jaren, overeenkomstig de ramingen hieronder.

    DG AGRI

    Jaar 
    2022

    Jaar 
    2023

    Jaar 
    2024

    Jaar 
    2025

    zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

    TOTAAL

    • Beleidskredieten

    08.030102

    Vastleggingen

    (1a)

    0

    0

    0

    0

    0

    Betalingen

    (2a)

    0

    + 450

    -225

    -225

    0

    Uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten

    N.v.t.

    (3)

    TOTAAL kredieten 
    voor DG AGRI

    Vastleggingen

    =1a+1b +3

    0

    0

    0

    0

    0

    Betalingen

    =2a+2b

    +3

    0

    +450

    -225

    -225

    0



    TOTAAL beleidskredieten

    Vastleggingen

    (4)

    0

    0

    0

    0

    0

    Betalingen

    (5)

    0

    0

    0

    0

    0

    • TOTAAL uit het budget van specifieke programma’s gefinancierde administratieve kredieten

    (6)

    TOTAAL kredieten
    voor RUBRIEK
    3 
    van het meerjarig financieel kader

    Vastleggingen

    =4+ 6

    0

    0

    0

    0

    0

    Betalingen

    =5+ 6

    0

    +450

    -225

    -225

    0





    Rubriek van het meerjarig
    financieel kader

    7

    Europees openbaar bestuur

    Dit deel moet worden ingevuld aan de hand van de “administratieve begrotingsgegevens”, die eerst moeten worden opgenomen in de bijlage bij het financieel memorandum (Bijlage V bij de interne voorschriften), te uploaden in DECIDE met het oog op overleg tussen de diensten.

    in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

    Jaar 
    N

    Jaar 
    N+1

    Jaar 
    N+2

    Jaar 
    N+3

    zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

    TOTAAL

    DG: <…….>

    • Personele middelen

    • Andere administratieve uitgaven

    TOTAAL DG <…….>

    Kredieten

    TOTAAL kredieten 
    voor RUBRIEK 5 
    van het meerjarig financieel kader 

    (Totaal vastleggingen = totaal betalingen)

    in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

    Jaar 
    2022

    Jaar 
    2023

    Jaar 
    2024

    Jaar 
    2025

    zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

    TOTAAL

    TOTAAL kredieten
    onder de RUBRIEKEN
    1 tot en met 7 
    van het meerjarig financieel kader 

    Vastleggingen

    0

    0

    0

    0

    Betalingen

    0

    +450

    -225

    -225

    3.2.2.Geraamde output, gefinancierd met beleidskredieten 

    Vastleggingskredieten, in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

    Vermeld doelstellingen en outputs

    Jaar 
    N

    Jaar 
    N+1

    Jaar 
    N+2

    Jaar 
    N+3

    zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

    TOTAAL

    OUTPUTS

    Soort 8

    Gem. kosten

    Aantal

    Kosten

    Aantal

    Kosten

    Aantal

    Kosten

    Aantal

    Kosten

    Aantal

    Kosten

    Aantal

    Kosten

    Aantal

    Kosten

    Totaal aantal

    Totale kosten

    SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1 9

    0 Output

    0 Output

    0 Output

    Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1

    SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 2…

    0 Output

    Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2

    TOTAAL

    3.2.3.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten 

    X    Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

       Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

    in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

    Jaar 
    N 10

    Jaar 
    N+1

    Jaar 
    N+2

    Jaar 
    N+3

    zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

    TOTAAL

    RUBRIEK 7 
    van het meerjarig financieel kader

    Personele middelen

    Andere administratieve uitgaven

    Subtotaal RUBRIEK
    van het meerjarig financieel kader

    Buiten RUBRIEK 11  
    van het meerjarig financiële kader

    Personele middelen

    Andere administratieve
    uitgaven

    Subtotaal
    buiten RUBRIEK

    van het meerjarig

    financieel kader

    TOTAAL

    De benodigde kredieten voor personeel en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

    3.2.3.1.Geraamde personeelsbehoeften

    X    Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

       Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

    Raming in voltijdequivalenten

    Jaar 
    N

    Jaar 
    N+1

    Jaar N+2

    Jaar N+3

    zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

    • Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

    XX 01 01 01 (centrale diensten en vertegenwoordigingen van de Commissie)

    XX 01 01 02 (delegaties)

    XX 01 05 01/11/21 (onderzoek onder contract)

    10 01 05 01/11 (eigen onderzoek)

    Extern personeel (in voltijdequivalenten): VTE) 12

    XX 01 02 01 (AC, END, SNE van de “totale financiële middelen”)

    XX 01 02 02 (AC, AL, END, INT en JPD in de delegaties)

    XX 01 04 jj  13

    0 centrale diensten

    0 delegaties

    XX 01 05 02/12/22 (AC, END, INT 0 onderzoek onder contract)

    10 01 05 02/12 (AC, END, SNE – eigen onderzoek)

    Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)

    TOTAAL

    XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

    Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

    Beschrijving van de uit te voeren taken:

    Ambtenaren en tijdelijk personeel

    Extern personeel

    3.2.4.Verenigbaarheid met het huidig meerjarig financieel kader 

    Het voorstel/initiatief:

    X    kan volledig worden gefinancierd door middel van herschikking binnen de relevante rubriek van het meerjarig financieel kader (MFK).

    Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen. Verstrek een Excel-tabel in het geval van een omvangrijke herprogrammeringsexercitie.

       hiervoor moet een beroep worden gedaan op de niet-toegewezen marge in de desbetreffende rubriek van het MFK en/of op de speciale instrumenten zoals gedefinieerd in de MFK-verordening.

    Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen, de desbetreffende bedragen en de voorgestelde instrumenten.

       hiervoor is een herziening van het MFK nodig.

    Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

    3.2.5.Bijdragen van derden 

    Het voorstel/initiatief:

       voorziet niet in medefinanciering door derden

       voorziet in medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd:

    Kredieten in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

    Jaar 
    N 14

    Jaar 
    N+1

    Jaar 
    N+2

    Jaar 
    N+3

    zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

    Totaal

    Medefinancieringsbron 

    TOTAAL medegefinancierde kredieten

     

    3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten 

    X    Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.

       Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

       voor de eigen middelen

       voor overige ontvangsten

       Geef aan of de ontvangsten worden toegewezen aan de begrotingsonderdelen voor uitgaven

    in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

    Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:

    Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten

    Gevolgen van het voorstel/initiatief 15

    Jaar 
    N

    Jaar 
    N+1

    Jaar 
    N+2

    Jaar 
    N+3

    zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

    Artikel ………….

    Vermeld voor de toegewezen ontvangsten het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

    […]

    Andere opmerkingen (bv. over de methode/formule voor de berekening van de gevolgen voor de ontvangsten of andere informatie).

    […]

    (1)    PB C van , blz. .
    (2)    PB C van , blz. .
    (3)    In de zin van artikel 58, lid 2, punt a) of b), van het Financieel Reglement.
    (4)    Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: https://myintracomm.ec.europa.eu/budgweb/EN/man/budgmanag/Pages/budgmanag.aspx  
    (5)    GK = gesplitste kredieten / NGK = niet-gesplitste kredieten.
    (6)    EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
    (7)    Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, aspirant-kandidaten van de Westelijke Balkan.
    (8)    Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen enz.).
    (9)    Zoals beschreven in punt 1.4.2. “Specifieke doelstelling(en)…”.
    (10)    Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. Vervang “N” door het verwachte eerste jaar van uitvoering (bijvoorbeeld: 2021). Hetzelfde voor de volgende jaren.
    (11)    Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programmas en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek onder contract, eigen onderzoek.
    (12)    AC= Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT = Intérimaire (uitzendkracht); JPD = Junior Professionals in Delegations (jonge deskundige in delegaties).
    (13)    Subplafond voor extern personeel betaald uit beleidskredieten (vroegere “BA”-onderdelen).
    (14)    Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. Vervang “N” door het verwachte eerste jaar van uitvoering (bijvoorbeeld: 2021). Hetzelfde voor de volgende jaren.
    (15)    Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 20 % aan inningskosten.
    Top