Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52021PC0168

    Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1342 tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan het Koninkrijk België om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken

    COM/2021/168 final

    Brussel, 29.3.2021

    COM(2021) 168 final

    2021/0091(NLE)

    Voorstel voor een

    UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

    tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1342 tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan het Koninkrijk België om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken


    TOELICHTING

    1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

    Motivering en doel van het voorstel

       

    In Verordening (EU) 2020/672 van de Raad (“SURE-verordening”) is het rechtskader vastgesteld waarbinnen de Unie aan een lidstaat die een ernstige economische verstoring ondervindt of dreigt te ondervinden als gevolg van de COVID-19-uitbraak, financiële bijstand kan verlenen. Steun in het kader van SURE dient voor het financieren van hoofdzakelijk werktijdverkortingsregelingen of soortgelijke maatregelen ter bescherming van werknemers en zelfstandigen, en zodoende voor het verminderen van werkloosheid en inkomensverlies, alsook, in aanvulling daarop, voor de financiering van sommige maatregelen op gezondheidsgebied, met name op de werkplek.

    Op 25 september 2020 heeft de Raad financiële bijstand aan België verleend als aanvulling op zijn nationale inspanningen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en aan de sociaal-economische gevolgen daarvan voor werknemers en zelfstandigen.

    Op 11 maart 2021 heeft België een nieuw verzoek om financiële bijstand van de Unie op grond van de SURE-verordening ingediend.

    Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van de SURE-verordening heeft de Commissie de Belgische autoriteiten geraadpleegd om de plotse en sterke stijging te verifiëren van de werkelijke en geplande uitgaven die rechtstreeks verband houden met Belgische arbeidsmarktmaatregelen en maatregelen op gezondheidsgebied als gevolg van de COVID-19-pandemie. De gestegen uitgaven waarvoor om aanvullende financiële bijstand wordt verzocht, hebben met name betrekking op een combinatie van een nieuwe maatregel en bestaande maatregelen als bedoeld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1342 van de Raad:

    een aantal regionale en gemeenschapsregelingen inzake inkomenssteun voor zelfstandigen, eenmanszaken en andere soorten werknemers die niet in aanmerking komen voor andere vormen van inkomenssteun. Met name de compensatiepremie voor bedrijven en voor ondernemers en een nieuwe maatregel bestaande uit noodsteun aan ondernemers en eenmanszaken in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de corona-hinderpremie, de compensatiepremie en de ondersteuningspremie (en de drie uitbreidingen daarvan) in het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap en de compensatievergoeding voor sluiting van de onderneming (en de twee uitbreidingen daarvan) in het Waalse Gewest vormen veralgemeende eenmalige en sectorspecifieke steun voor ondernemingen en zelfstandigen die hun activiteiten moesten stopzetten of een aanzienlijke omzetdaling hadden ten gevolge van COVID-19. Andere maatregelen (de compensatiepremie voor cultuurwerkers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de subsidie voor opvangvoorzieningen en de subsidie voor culturele operatoren in de Franse Gemeenschap, de opleidingsactiviteiten in Wallonië) zijn gericht op de zelfstandigen en werknemers die geen toegang hebben tot de regeling voor tijdelijke werkloosheid in specifieke sectoren (culturele sector en zorgsector, opleidingsactiviteiten).

    België heeft de Commissie de nodige informatie verschaft.

    Rekening houdende met het beschikbare bewijsmateriaal stelt de Commissie de Raad voor om een uitvoeringsbesluit vast te stellen waarbij op grond van de SURE-verordening ten behoeve van de bovengenoemde maatregelen financiële bijstand aan België wordt verleend.

    Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

    Dit voorstel is volledig verenigbaar met Verordening (EU) 2020/672 van de Raad, op grond waarvan het voorstel wordt gedaan.

    Dit voorstel vormt een aanvulling op een ander wetgevingsinstrument van de Unie om steun te verlenen aan lidstaten in noodsituaties, namelijk Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (“Verordening (EG) nr. 2012/2002”). Op 30 maart is Verordening (EU) 2020/461 van het Europees Parlement en de Raad vastgesteld; bij die verordening wordt het toepassingsgebied van het bovengenoemde instrument uitgebreid tot grote volksgezondheidscrises en wordt bepaald welke specifieke acties in aanmerking komen voor financiering.

    Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

    Het voorstel maakt deel uit van een reeks maatregelen die zijn genomen in respons op de huidige COVID-19-pandemie, zoals het corona-investeringsinitiatief, en vormt een aanvulling op andere instrumenten die de werkgelegenheid ondersteunen, zoals het Europees Sociaal Fonds en het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI)/InvestEU. Aangezien dit instrument gebruikmaakt van het opnemen en verstrekken van leningen om de lidstaten in dit specifieke geval van de COVID-19-uitbraak te ondersteunen, fungeert dit voorstel als tweede verdedigingslinie voor de financiering van regelingen voor werktijdverkorting en soortgelijke maatregelen, die banen en dus ook werknemers en zelfstandigen helpen te beschermen tegen het risico van werkloosheid.

    2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

    Rechtsgrondslag

    De rechtsgrondslag voor dit instrument is Verordening (EU) 2020/672 van de Raad.

    Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

    Het voorstel komt er na een verzoek van een lidstaat en is een blijk van Europese solidariteit, doordat financiële bijstand van de Unie in de vorm van tijdelijke leningen wordt verstrekt aan een lidstaat die zwaar door de COVID-19-uitbraak wordt getroffen. Deze financiële bijstand vormt een tweede verdedigingslinie voor een overheid die wordt geconfronteerd met een tijdelijke toename van de overheidsuitgaven voor werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen om banen te beschermen, en dus ook om werknemers en zelfstandigen te beschermen tegen het risico op werkloosheid en inkomstenverlies.

    Deze steun helpt de getroffen bevolking en draagt bij tot het beperken van de directe maatschappelijke en economische gevolgen van de COVID-19-crisis.

    Evenredigheid

    Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. Het gaat niet verder dan wat nodig is om de met het instrument beoogde doelstellingen te verwezenlijken.

    3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

    Raadpleging van belanghebbenden

    Het voorstel moest dringend worden voorbereid zodat het tijdig kan worden aangenomen door de Raad. Daardoor kon geen raadpleging van de belanghebbenden worden uitgevoerd.

    Effectbeoordeling

    Gezien de urgentie van het voorstel heeft geen effectbeoordeling plaatsgevonden.

    4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

    De Commissie moet leningen op de financiële markten kunnen aangaan en deze vervolgens kunnen gebruiken om zelf leningen te verstrekken aan de lidstaten die financiële bijstand vragen in het kader van het SURE-instrument.

    Naast de garanties van de lidstaten worden ook andere waarborgen in het systeem ingebouwd om de financiële soliditeit van de regeling te garanderen:

    ·een strikte en conservatieve benadering van financieel beheer;

    ·een leningenportefeuille die zodanig is opgebouwd dat het concentratierisico, het jaarlijkse risico en de buitensporige blootstelling aan risico’s van individuele lidstaten beperkt blijven en die er tegelijkertijd voor zorgt dat voldoende middelen kunnen worden toegekend aan de meest behoeftige lidstaten; alsmede

    ·de mogelijkheid om schulden door te rollen.

    2021/0091 (NLE)

    Voorstel voor een

    UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

    tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1342 tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan het Koninkrijk België om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2020/672 van de Raad van 19 mei 2020 betreffende de instelling van een Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (SURE) als gevolg van de COVID-19-uitbraak 1 , en met name artikel 6, lid 1,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)Op 25 september 2020 heeft de Raad naar aanleiding van het verzoek van België van 7 augustus 2020 financiële bijstand aan België toegekend in de vorm van een lening van maximaal 7 803 380 000 EUR met een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar, als aanvulling op zijn nationale inspanningen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en aan de sociaal-economische gevolgen daarvan voor werknemers en zelfstandigen.

    (2)De lening diende ter financiering van de werktijdverkortingsregelingen, soortgelijke maatregelen en gezondheidsgerelateerde maatregelen van België als bedoeld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1342 2 .

    (3)Door de COVID-19-uitbraak is een aanzienlijk deel van de beroepsbevolking in België nog steeds inactief. Dit heeft geleid tot een toch nog plotse en sterke stijging van de overheidsuitgaven van België in verband met een nieuwe maatregel, namelijk een nieuwe steunregeling voor kleine bedrijven in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en andere bestaande regionale maatregelen, waarvan sommige zijn uitgebreid, als bedoeld in artikel 3, punt d), i) tot en met iv), van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1342.

    (4)De COVID-19-uitbraak en de buitengewone maatregelen die België in 2020 en 2021 heeft getroffen om de uitbraak en de sociaal-economische en gezondheidseffecten daarvan in te perken, hadden en hebben nog steeds een dramatisch effect op de overheidsfinanciën. Volgens de najaarsprognose 2020 van de Commissie zou België tegen het einde van 2020 een overheidstekort van 11,2 % van het bruto binnenlands product (bbp) en een overheidsschuld van 117,7 % van het bbp hebben. In 2021 zullen het overheidstekort en de overheidsschuld van België naar verwachting respectievelijk 7,1 % en 117,8 % van het bbp bedragen. Volgens de tussentijdse winterprognose 2021 van de Commissie zou het bbp van België in 2021 met 3,9 % toenemen.

    (5)    Op 11 maart 2021 heeft België de Unie om 394 150 000 EUR aan verdere financiële bijstand verzocht als aanvulling op zijn in 2020 en 2021 gedane nationale inspanningen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en aan de sociaal-economische gevolgen daarvan voor werknemers en zelfstandigen. Hierbij gaat het met name om de in de overwegingen 6 en 7 beschreven maatregelen.

    (6)Hierbij gaat het om een verzoek om steun voor een uitbreiding van bestaande regionale en gemeenschapsregelingen inzake inkomenssteun als bedoeld in artikel 3, punt d), i) tot en met iv), van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1342 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschap:

    “Bijzonderemachtenbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke regering nr. 2020/019 van 23 april 2020/Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale de pouvoirs spéciaux n° 2020/019 du 23 avril 2020” 3 ;

    “Bijzonderemachtenbesluit nr. 2020/030 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 mei 2020/Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale de pouvoirs spéciaux n° 2020/030 du 28 mai 2020” 4 , zoals uitgebreid bij “Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 oktober 2020 betreffende steun aan de evenementen-, uitgaans-, toeristische en culturele sector in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19/Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 15 octobre 2020 relatif à une aide aux secteurs de l'événementiel, du monde de la nuit, du tourisme et de la culture dans le cadre de la crise sanitaire du COVID-19” en “Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 november 2020 betreffende steun aan de eet- en drankgelegenhedenondernemingen in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19/Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 12 novembre 2020 relatif à une aide aux entreprises débits de boissons et restaurants dans le cadre de la crise sanitaire du COVID-19”. De twee uitgebreide regelingen voorzien in compensatiepremies voor zelfstandigen en eenmanszaken in sectoren die in de context van de pandemie moesten sluiten;

    “Betekening van de vergadering van de Ministerraad van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van donderdag 14 mei 2020/Notification de la réunion du conseil des ministres du gouvernement de la région de Bruxelles-Capitale du jeudi 14 mai 2020”, zoals omgezet in “Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 juli 2020 houdende invoering van uitzonderlijke steun voor de cultuurwerkers/Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 24 juillet 2020 instaurant une aide exceptionnelle pour les travailleurs intermittents de la culture” 5 ;

    “Besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2020” 6 ;

    “Besluit van de Vlaamse Regering van 10 april 2020” 7 ;

    “Besluit van de Vlaamse Regering van 12 juni 2020” 8 tot vaststelling van een “ondersteuningspremie”, zoals uitgebreid bij “Besluit van de Vlaamse Regering van 23 oktober 2020”, “Besluit van de Vlaamse Regering van 7 augustus 2020” en “Besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020”. De drie uitgebreide regelingen, die ook respectievelijk “Vlaams beschermingsmechanisme 1, 2 en 3” worden genoemd, voorzien in een ondersteuningspremie voor bedrijven die open zijn maar een omzetdaling van ten minste 60 % kennen of die moesten sluiten als gevolg van federale veiligheids- en beveiligingsmaatregelen;

    “Arrêté du Gouvernement de la Communauté française de pouvoirs spéciaux n° 4 du 23 avril 2020” 9 , “Arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 7 avril 2020” 10 ; “Arrêté ministériel du 8 avril 2020 portant exécution de l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 mars 2020” 11 ; “Arrêté du Gouvernement wallon du 19 juin 2020” 12 ;

    De bovengenoemde maatregelen hebben betrekking op regelingen inzake inkomenssteun voor zelfstandigen, eenmanszaken en andere soorten werknemers die niet in aanmerking komen voor andere vormen van inkomenssteun. Met name de compensatiepremie voor bedrijven en voor ondernemers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de corona-hinderpremie, de compensatiepremie en de ondersteuningspremie in het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap en de compensatievergoeding voor sluiting van de onderneming in het Waalse Gewest vormen veralgemeende eenmalige steun voor ondernemingen en zelfstandigen die hun activiteiten moesten stopzetten of een aanzienlijke omzetdaling hadden ten gevolge van COVID-19.

    Wanneer de maatregelen gericht zijn op een breder scala aan begunstigden, worden alleen de bedragen gevraagd voor de uitgaven voor de steun aan zelfstandigen en eenmanszaken. Andere maatregelen (de compensatiepremie voor cultuurwerkers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de subsidie voor opvangvoorzieningen en de subsidie voor culturele operatoren in de Franse Gemeenschap, de opleidingsactiviteiten in het Waalse Gewest en de subsidie voor culturele operatoren en zelfstandigen) zijn gericht op de zelfstandigen en werknemers die geen toegang hebben tot de regeling voor tijdelijke werkloosheid in specifieke sectoren (culturele sector en zorgsector, opleidingsactiviteiten).

    (7)Ook wordt steun gevraagd voor een nieuwe maatregel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Hierbij gaat het om “Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale concernant l’octroi d’une subvention de 1.625.000,00 EUR à la SA Brusoc dans le cadre de l’octroi de micro-crédits de trésorerie pour les indépendants et les micro-entreprises en raison de la crise sanitaire du COVID-19/Toekenning van micro-kaskredieten voor zelfstandigen en zko’s”. De maatregel voorziet met name in microkredieten voor ondernemers en eenmanszaken in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Er wordt alleen gevraagd om het deel van de overheidsuitgaven dat verband houdt met de verwachte verliezen. Het gevraagde bedrag voor uitgaven heeft uitsluitend betrekking op de steun voor zelfstandigen en eenmanszaken.

    (8)België voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van Verordening (EU) 2020/672 om financiële bijstand te kunnen aanvragen. België heeft de Commissie het nodige bewijsmateriaal verschaft dat de werkelijke en geplande overheidsuitgaven sinds 1 februari 2020 met 10 103 933 459 EUR zijn gestegen als gevolg van de nationale maatregelen om de sociaal-economische gevolgen van de COVID-19-uitbraak het hoofd te bieden. Dit is een plotse en sterke stijging omdat zij ook verband houdt met een nieuwe maatregel en bestaande maatregelen die rechtstreeks verband houden met werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen, waarvan sommige zijn uitgebreid, die een aanzienlijk deel van de ondernemingen en de beroepsbevolking in België bestrijken. België is voornemens 1 906 403 459 EUR van de extra overheidsuitgaven met eigen middelen te financieren.

    (9)De Commissie heeft, overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) 2020/672, België geraadpleegd en heeft de plotse en sterke stijging geverifieerd van de werkelijke en geplande overheidsuitgaven die rechtstreeks verband houden met werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen, waarvan sprake is in het verzoek van 11 maart 2021.

    (10)Daarom moet financiële bijstand worden verleend om België te helpen het hoofd te bieden aan de sociaal-economische gevolgen van de ernstige economische verstoring als gevolg van de COVID-19-uitbraak. De Commissie moet de besluiten inzake de looptijd, omvang en vrijgave van de tranches en deeltranches in nauwe samenwerking met de nationale autoriteiten nemen.

    (11)België en de Commissie moeten in de in artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2020/672 bedoelde leningsovereenkomst met dit besluit rekening houden.

    (12)Dit besluit moet de uitkomst onverlet laten van eventuele procedures met betrekking tot verstoringen van de werking van de interne markt, met name uit hoofde van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag. Het doet geen afbreuk aan het vereiste dat de lidstaten, uit hoofde van artikel 108 van het Verdrag, de Commissie op de hoogte brengen van voorgenomen steunmaatregelen.

    (13)België moet de Commissie op regelmatige basis informeren over de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven, zodat de Commissie kan beoordelen in hoeverre België die uitgaven ten uitvoer heeft gelegd.

    (14)Bij het nemen van het besluit om financiële bijstand te verlenen is rekening gehouden met de bestaande en verwachte behoeften van België en met verzoeken om financiële bijstand op grond van Verordening (EU) 2020/672 die reeds door andere lidstaten zijn ingediend of gepland, met toepassing van de beginselen inzake gelijke behandeling, solidariteit, evenredigheid en transparantie,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1342 wordt als volgt gewijzigd:

    (1)Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)lid 1 wordt vervangen door:

    “1. De Unie stelt België een lening van maximaal 8 197 530 000 EUR beschikbaar. De lening heeft een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar.”;

    (b)lid 4 wordt vervangen door:

    “4. De vrijgave van de eerste tranche hangt af van de inwerkingtreding van de in artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2020/672 bedoelde leningsovereenkomst. Eventuele verdere tranches worden vrijgegeven overeenkomstig de voorwaarden van een dergelijke leningsovereenkomst of zijn, in voorkomend geval, onderworpen aan de inwerkingtreding van een addendum bij die overeenkomst of van een gewijzigde leningsovereenkomst tussen België en de Commissie.”.

    (2)Artikel 3 wordt vervangen door:

    Artikel 3

    België mag de volgende maatregelen financieren:

    (a)de regeling voor “tijdelijke werkloosheid/chômage temporaire” waarin wordt voorzien door het “Koninklijk Besluit van 30 maart 2020 tot aanpassing van de procedures in het kader van tijdelijke werkloosheid omwille van het Covid-19-virus en tot wijziging van artikel 10 van het Koninklijk Besluit van 6 mei 2019 tot wijziging van de artikelen 27, 51, 52 bis, 58, 58/3 en 63 van het Koninklijk Besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en tot invoeging van de artikelen 36sexies, 63 bis en 124 bis in hetzelfde besluit/Arrêté royal du 30 mars 2020 visant à adapter les procédures dans le cadre du chômage temporaire dû au virus Covid-19 et à modifier l’article 10 de l’arrêté royal du 6 mai 2019 modifiant les articles 27, 51, 52 bis, 58, 58/3 et 63 de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage et insérant les articles 36sexies, 63 bis et 124 bis dans le même arrêté”;

    (b)het COVID-19-vervangingsinkomen voor zelfstandigen (het “corona-overbruggingsrecht"/"droit passerelle corona”) waarin wordt voorzien door de “Wet van 23 maart 2020 tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen/Loi du 23 mars 2020 modifiant la loi du 22 décembre 2016 instaurant un droit passerelle en faveur des travailleurs indépendants et introduisant les mesures temporaires dans le cadre du COVID-19 en faveur des travailleurs indépendants”;

    (c)het corona-ouderschapsverlof waarin wordt voorzien door het “Koninklijk Besluit nr. 23 van 13 mei 2020, tot uitvoering van artikel 5, § 1, 5°, van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II) houdende het corona ouderschapsverlof/Arrêté royal n° 23 du 13 mai 2020 pris en exécution de l’article 5, § 1, 5°, de la loi du 27 mars 2020 accordant des pouvoirs au Roi afin de prendre des mesures dans la lutte contre la propagation du coronavirus COVID-19 (II) visant le congé parental corona”;

    (d)regionale en gemeenschapsregelingen inzake inkomenssteun, met name:

    i) voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest:

    de compensatiepremie voor bedrijven waarin wordt voorzien door het “Bijzonderemachtenbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke regering nr. 2020/019 van 23 april 2020/Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale de pouvoirs spéciaux n° 2020/019 du 23 avril 2020”, voor het deel van de uitgaven voor de steun voor zelfstandigen en eenmanszaken;

    de compensatiepremie voor ondernemers waarin wordt voorzien door “Bijzonderemachtenbesluit nr. 2020/030 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 mei 2020/Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale de pouvoirs spéciaux n° 2020/030 du 28 mai 2020”, voor het deel van de uitgaven in verband met de steun voor zelfstandigen en eenmanszaken, zoals uitgebreid bij “Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 oktober 2020 betreffende steun aan de evenementen-, uitgaans-, toeristische en culturele sector in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19/Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 15 octobre 2020 relatif à une aide aux secteurs de l'événementiel, du monde de la nuit, du tourisme et de la culture dans le cadre de la crise sanitaire du COVID-19” en zoals uitgebreid bij “Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 november 2020 betreffende steun aan de eet- en drankgelegenhedenondernemingen in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19/Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 12 novembre 2020 relatif à une aide aux entreprises débits de boissons et restaurants dans le cadre de la crise sanitaire du COVID-19”.

    de compensatiepremie voor cultuurwerkers waarin wordt voorzien door het “Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke regering van 24 juli 2020 houdende invoering van uitzonderlijke steun voor de cultuurwerkers/Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 24 juillet 2020 instaurant une aide exceptionnelle pour les travailleurs intermittents de la culture”;

    een noodsteunregeling voor ondernemers en eenmanszaken waarin wordt voorzien door “Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale concernant l’octroi d’une subvention de 1.625.000,00 EUR à la SA Brusoc dans le cadre de l’octroi de micro-crédits de trésorerie pour les indépendants et les micro-entreprises en raison de la crise sanitaire du COVID-19/Toekenning van micro-kaskredieten voor zelfstandigen en zko’s”, voor het deel van de overheidsuitgaven dat verband houdt met de verwachte verliezen op leningen aan zelfstandigen en eenmanszaken;

    ii) voor het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap:

    de corona-hinderpremie waarin wordt voorzien door het “Besluit van de Vlaamse regering van 20 maart 2020”, voor het deel van de uitgaven voor de steun voor zelfstandigen en eenmanszaken;

    de compensatiepremie waarin wordt voorzien door het “Besluit van de Vlaamse regering van 10 april 2020”, voor het deel van de uitgaven voor de steun voor zelfstandigen en eenmanszaken;

    de ondersteuningspremie waarin wordt voorzien door het “Besluit van de Vlaamse regering van 12 juni 2020”, voor het deel van de uitgaven voor de steun voor zelfstandigen en eenmanszaken, zoals uitgebreid bij “Besluit van de Vlaamse Regering van 23 oktober 2020”, “Besluit van de Vlaamse Regering van 7 augustus 2020” en “Besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020” (Vlaams beschermingsmechanisme 1, 2, 3);

    iii) voor de Franse Gemeenschap:

    een subsidie voor culturele operatoren waarin wordt voorzien door het “Arrêté du Gouvernement de la Communauté française de pouvoirs spéciaux n° 4 du 23 avril 2020”;

    een subsidie voor opvangvoorzieningen waarin wordt voorzien door het “Arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 7 avril 2020”, voor het deel van de uitgaven voor de steun voor zelfstandigen en eenmanszaken;

    iv) voor het Waals Gewest:

    een compensatievergoeding voor de sluiting van ondernemingen waarin wordt voorzien door het “Arrêté ministériel du 8 avril 2020 portant exécution de l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 mars 2020”, voor het deel van de uitgaven voor de steun voor zelfstandigen en eenmanszaken;

    opleidingsactiviteiten waarin wordt voorzien door het “Arrêté du Gouvernement wallon du 19 juin 2020”;

    v) voor de Duitstalige Gemeenschap:

    een subsidie voor culturele operatoren en zelfstandigen waarin wordt voorzien door artikel 7 van het “Parlament der Deutschsprachigen Gemeinschaft, Corona-Krisendekret I vom 6. April 2020”, voor het deel van de uitgaven voor leningen die in subsidies worden omgezet;

    een subsidie voor toeristische operatoren waarin wordt voorzien door artikel 4 van het “Parlament der Deutschsprachigen Gemeinschaft, Corona-Krisendekret III vom 20. Juli 2020”, voor het deel van de uitgaven voor de steun voor zelfstandigen en eenmanszaken;

    (e)maatregelen op gezondheidsgebied in de Duitstalige Gemeenschap waarin wordt voorzien door artikel 7 van het “Parlament der Deutschsprachigen Gemeinschaft, Corona-Krisendekret I vom 6. April 2020”.”.

    (3)Artikel 4 wordt vervangen door:

    Artikel 4

    1.België stelt de Commissie uiterlijk op 30 maart 2021, en nadien om de zes maanden, in kennis van de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven totdat die geplande overheidsuitgaven volledig ten uitvoer zijn gelegd.

    2.Wanneer in artikel 3 bedoelde maatregelen gebaseerd zijn op geplande overheidsuitgaven en onderworpen zijn aan een uitvoeringsbesluit tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1342, informeert België de Commissie binnen zes maanden na de datum van vaststelling van dat besluit, en daarna elke zes maanden, over de uitvoering van de geplande overheidsuitgaven totdat de geplande overheidsuitgaven volledig zijn uitgevoerd.”.

    Artikel 2

    Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk België.

    Gedaan te Brussel,

       Voor de Raad

       De voorzitter

    (1)    PB L 159 van 20.5.2020, blz. 1.
    (2)    Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1342 van de Raad van 25 september 2020 tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan het Koninkrijk België om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken (PB L 314 van 29.9.2020, blz. 4).
    (3)    Bijzonderemachtenbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke regering nr. 2020/019 van 23 april 2020 tot wijziging van het bijzonderemachtenbesluit nr. 2020/013 van 7 april 2020 betreffende de steun tot vergoeding van de ondernemingen getroffen door de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken/Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale de pouvoirs spéciaux n° 2020/019 du 23 avril 2020 modifiant l’arrêté de pouvoirs spéciaux n° 2020/013 du 7 avril 2020 relatif à une aide en vue de l’indemnisation des entreprises affectées par les mesures d’urgence pour limiter la propagation du coronavirus COVID-19.
    (4)    Bijzonderemachtenbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke regering nr. 2020/030 van 28 mei 2020 betreffende de steun aan ondernemingen die een terugval van hun activiteit ondergaan als gevolg van de gezondheidscrisis COVID-19/Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale de pouvoirs spéciaux n° 2020/030 du 28 mai 2020 relatif à l’aide aux entreprises qui subissent une baisse d’activité en raison de la crise sanitaire du COVID-19.
    (5)    Betekening van de vergadering van de Ministerraad van de Brusselse Hoofdstedelijke regering van donderdag 14 mei 2020, punt 25/Notification de la réunion du conseil des ministres du gouvernement de la région de Bruxelles-Capitale du jeudi 14 mai 2020, point 25. Dit politiek besluit is omgezet in een rechtshandeling via het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke regering van 24 juli 2020 houdende invoering van uitzonderlijke steun voor de cultuurwerkers/Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 24 juillet 2020 instaurant une aide exceptionnelle pour les travailleurs intermittents de la culture.
    (6)    Besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die verplicht moeten sluiten ten gevolge van de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus.
    (7)    Besluit van de Vlaamse Regering van 10 april 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de exploitatiebeperkingen opgelegd door de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus.
    (8)    Besluit van de Vlaamse Regering van 12 juni 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die een omzetdaling hebben ondanks de versoepelde coronavirusmaatregelen, tot wijziging van de artikelen 1, 9 en 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 april 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de exploitatiebeperkingen opgelegd door de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus, en tot wijziging van de artikelen 1, 6, 9 en 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 maart 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die verplicht moeten sluiten ten gevolge van de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus.
    (9)    Arrêté du Gouvernement de la Communauté française de pouvoirs spéciaux n° 4 du 23 avril 2020 relatif au soutien du secteur culturel et du cinéma dans le cadre de la crise sanitaire du COVID-19.
    (10)    Arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 7 avril 2020 relatif au soutien des milieux d’accueil dans le cadre de la crise sanitaire du COVID-19.
    (11)    Arrêté ministériel du 8 avril 2020 portant exécution de l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 mars 2020 relatif à l’octroi d’indemnités compensatoires dans le cadre des mesures contre le coronavirus COVID-19 en Arrêté du Gouvernement wallon du 20 mars 2020 relatif à l’octroi d’indemnités compensatoires dans le cadre des mesures contre le coronavirus COVID-19.
    (12)    Arrêté du Gouvernement wallon du 19 juin 2020 portant des dispositions diverses relatives aux formateurs et au subventionnement des activités de formation des centres de formation du réseau IFAPME.
    Top