Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52019PC0462

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het standpunt dat de Europese Unie moet innemen in het Gemengd Comité en het Subcomité handel en investeringen die zijn opgericht bij de kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds, over de vaststelling van besluiten met betrekking tot het reglement van orde van het Gemengd Comité en het reglement van orde van het Subcomité handel en investeringen

    COM/2019/462 final

    Brussel, 14.10.2019

    COM(2019) 462 final

    2019/0220(NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    tot vaststelling van het standpunt dat de Europese Unie moet innemen in het Gemengd Comité en het Subcomité handel en investeringen die zijn opgericht bij de kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds, over de vaststelling van besluiten met betrekking tot het reglement van orde van het Gemengd Comité en het reglement van orde van het Subcomité handel en investeringen


    TOELICHTING

    1.Onderwerp van het voorstel

    Dit voorstel heeft betrekking op het besluit tot vaststelling van het standpunt inzake de voorgenomen vaststelling van het reglement van orde van het Gemengd Comité, alsmede van het reglement van orde van het Subcomité handel en investeringen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité en het Subcomité handel en investeringen die zijn ingesteld bij de kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds (hierna "de overeenkomst" genoemd).

    2.Achtergrond van het voorstel

    2.1.Kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de EU en Mongolië

    De overeenkomst beoogt een versterkt partnerschap tussen de EU en haar lidstaten en Mongolië tot stand te brengen, evenals een nauwere en intensievere samenwerking inzake aangelegenheden van gemeenschappelijk belang, op basis van gedeelde waarden en gemeenschappelijke beginselen. De overeenkomst zal een coherent, wettelijk bindend kader voor de betrekkingen van de EU met Mongolië vormen. De overeenkomst is op 1 november 2017 in werking getreden.

    2.2.Het Gemengd Comité en het Subcomité handel en investeringen

    Het is opgericht bij artikel 56 van de overeenkomst. Zijn belangrijkste taken zijn: a) zorgen voor de goede werking en uitvoering van de overeenkomst; b) prioriteiten vaststellen met betrekking tot de doelstellingen van de overeenkomst; c) aanbevelingen doen ter bevordering van de doelstellingen van de overeenkomst.

    Waar nodig doet het Gemengd Comité aanbevelingen en stelt het besluiten vast om uitvoering te geven aan specifieke aspecten van de overeenkomst. Het Gemengd Comité vergadert op een passend hoog niveau. Het Gemengd Comité stelt zijn reglement van orde vast. Het Gemengd Comité kan gespecialiseerde werkgroepen instellen om specifieke kwesties te behandelen.

    Het Subcomité handel en investeringen is opgericht bij artikel 28 van de overeenkomst. De taak van het Subcomité handel en investeringen bestaat erin het Gemengd Comité bij te staan bij de uitvoering van zijn taken voor alle gebieden van samenwerking op het gebied van handel en investeringen.

    2.3.De beoogde handeling van het Gemengd Comité en het Subcomité handel en investeringen

    Het Gemengd Comité stelt een besluit vast betreffende de vaststelling van zijn reglement van orde en dit van de gespecialiseerde werkgroepen. Het Subcomité handel en investeringen stelt een besluit vast met betrekking tot de vaststelling van zijn reglement van orde (“de beoogde handeling”).

    De beoogde handelingen zijn bedoeld om overeenkomstig artikel 28, lid 3, en artikel 56, lid 6, van de overeenkomst, het reglement van orde dat ten grondslag ligt aan de organisatie van het Gemengd Comité, en het reglement van orde van het Subcomité handel en investeringen en van de gespecialiseerde subcomités vast te stellen, teneinde de tenuitvoerlegging van de overeenkomst mogelijk te maken.

    3.Namens de Unie in te nemen standpunt

    Het namens de Unie in te nemen standpunt strekt tot vaststelling van het reglement van orde van het Gemengd Comité EU-Mongolië en het reglement van orde van het Subcomité handel en investeringen en van de gespecialiseerde werkgroepen. Het standpunt moet worden gebaseerd op de ontwerpbesluiten van het Gemengd Comité en het Subcomité handel en investeringen.

    4.Rechtsgrondslag

    4.1.Procedurele rechtsgrondslag

    4.1.1.Beginselen

    Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van "de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst".

    Het begrip "handelingen met rechtsgevolgen" omvat tevens handelingen die rechtsgevolgen hebben uit hoofde van de op het betrokken lichaam toepasselijke volkenrechtelijke bepalingen. Onder dit begrip vallen tevens instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar die "beslissende invloed [kunnen hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt" 1 .

    4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval

    Het Gemengd Comité en het Subcomité handel en investeringen zijn lichamen die op grond van een overeenkomst zijn opgericht, namelijk de kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds.

    De handelingen die deze lichamen dienen vast te stellen, zijn handelingen met rechtsgevolgen. Overeenkomstig artikel 56, lid 2, van de overeenkomst stellen het Gemengd Comité en het Subcomité handel en investeringen immers besluiten vast, die bindend zijn voor de partijen bij de overeenkomst.

    De beoogde handelingen strekken niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.

    De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

    4.2.Materiële rechtsgrondslag

    4.2.1.Beginselen

    De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU, vast te stellen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Als de geplande handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of overwegende component, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU, te nemen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is gelet op de hoofddoelstelling of de overwegende component.

    Wanneer de beoogde handeling tegelijkertijd een aantal doelstellingen heeft, of meerdere componenten, die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, zonder dat de ene ondergeschikt is aan de andere, moet de materiële rechtsgrondslag waarop een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU, te nemen besluit wordt gebaseerd, uitzonderlijk de verschillende rechtsgrondslagen omvatten.

    4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval

    De beoogde handelingen hebben tot doel de doelstellingen van de overeenkomst te bevorderen en de tenuitvoerlegging ervan te vergemakkelijken. Het reglement van orde van het Gemengd Comité heeft betrekking op het algemene functioneren van een lichaam dat op grond van een overeenkomst is opgericht. Daarom moet de werkingssfeer waarbinnen het besluit valt, worden bepaald in het licht van de overeenkomst in haar geheel 2 .

    In dit specifieke geval zijn het hoofddoel en de overwegende component van de overeenkomst samenwerking met een ontwikkelingsland (artikel 209 VWEU) 3 . De passende rechtsgrondslag dient derhalve artikel 209, VWEU, te zijn.

    4.3.Conclusie

    De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 209, VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

    5.Bekendmaking van de beoogde handeling

    Aangezien het besluit van het Gemengd Comité het reglement van orde ervan vaststelt, is het passend het besluit na de vaststelling ervan bekend te maken in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    2019/0220 (NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    tot vaststelling van het standpunt dat de Europese Unie moet innemen in het Gemengd Comité en het Subcomité handel en investeringen die zijn opgericht bij de kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds, over de vaststelling van besluiten met betrekking tot het reglement van orde van het Gemengd Comité en het reglement van orde van het Subcomité handel en investeringen

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 209, in samenhang met artikel 218, lid 9,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)De kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds (hierna "de overeenkomst" genoemd), is op 1 november 2017 in werking getreden.

    (2)Uit hoofde van artikel 56, lid 1, van de overeenkomst wordt een Gemengd Comité opgericht om de goede werking en uitvoering van de overeenkomst te waarborgen.

    (3)Krachtens artikel 56, lid 6, van de overeenkomst dient het Gemengd Comité zijn reglement van orde vast te stellen en krachtens artikel 56, lid 4, kan het Gemengd Comité gespecialiseerde werkgroepen oprichten.

    (4)Uit hoofde van artikel 28, lid 1, van de overeenkomst wordt een Subcomité handel en investeringen opgericht.

    (5)Krachtens artikel 28, lid 3, van de overeenkomst dient het Subcomité handel en investeringen zijn reglement van orde vast te stellen.

    (6)Om de doeltreffende uitvoering van de overeenkomst te waarborgen, moet het reglement van orde van het Gemengd Comité zo spoedig mogelijk worden vastgesteld.

    (7)Het is dus wenselijk het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité en het Subcomité handel en investeringen. Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité en het Subcomité handel en investeringen dient te worden gebaseerd op de bijgevoegde ontwerpbesluiten van het Gemengd Comité en het Subcomité handel en investeringen,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Het standpunt inzake de voorgenomen vaststelling van het reglement van orde van het Gemengd Comité dat namens de Unie in het Gemengd Comité EU-Mongolië moet worden ingenomen, is gebaseerd op de aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité.

    Het standpunt inzake de voorgenomen vaststelling van het reglement van orde van het Subcomité handel en investeringen dat namens de Unie in het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië moet worden ingenomen, is gebaseerd op de aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Subcomité handel en investeringen.

    Artikel 2

    Dit besluit is gericht tot de Commissie.

    Gedaan te Brussel,

       Voor de Raad

       De voorzitter

    (1)    Arrest van het Hof van Justitie van 7 oktober 2014, Duitsland/Raad (OIV), C-399/12, ECLI:EU:C:2014:2258, punt 61-64.
    (2)    Arrest van het Hof van Justitie van 4 september 2018, Commissie/Raad (Kazachstan), C-244/17, ECLI:EU:C:2018:662, punt 40.
    (3)    Voor het toepassingsgebied van het ontwikkelingsbeleid, zie arrest van het Hof van Justitie van 11 juni 2014, Commissie/Raad (Filipijnen), zaak C-377/12, punten 36-37.
    Top

    Brussel, 14.10.2019

    COM(2019) 462 final

    BIJLAGEN

    bij het

    Voorstel voor een besluit van de Raad

    tot vaststelling van het standpunt dat de Europese Unie moet innemen in het Gemengd Comité en het Subcomité handel en investeringen die zijn opgericht bij de kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds, over de vaststelling van besluiten met betrekking tot het reglement van orde van het Gemengd Comité en het reglement van orde van het Subcomité handel en investeringen










    BIJLAGE I

    Besluit nr. 1/ van het Gemengd Comité dat is opgericht bij de kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds (hierna “Gemengd Comité EU-Mongolië” genoemd)

    van...

    tot vaststelling van zijn reglement van orde

    HET GEMENGD COMITÉ EU-MONGOLIË,

    Gezien de kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds (hierna “de overeenkomst” genoemd), en met name artikel 56,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)De overeenkomst is op 1 november 2017 in werking getreden.

    (2)Overeenkomstig artikel 56, lid 6, stelt het Gemengd Comité EU-Mongolië zijn reglement van orde vast,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Enig artikel

    Het reglement van orde van het Gemengd Comité EU-Mongolië, zoals opgenomen in de bijlage, wordt hierbij vastgesteld.

    Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

    Gedaan te Brussel/Ulaanbaatar,

    Voor het Gemengd Comité EU-Mongolië,

    De voorzitter

    BIJLAGE

    REGLEMENT VAN ORDE VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-MONGOLIË

    Artikel 1
    Samenstelling en voorzitterschap

    1    Het Gemengd Comité dat is opgericht bij artikel 56 van de kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds (hierna “het Gemengd Comité EU-Mongolië” genoemd), voert zijn taken uit overeenkomstig artikel 56 van de overeenkomst.

    2.    Het Gemengd Comité EU-Mongolië bestaat uit vertegenwoordigers van de partijen als omschreven in de overeenkomst op het hoogst mogelijke niveau.

    3.    Het Gemengd Comité EU-Mongolië wordt beurtelings voor één kalenderjaar voorgezeten door de minister van Buitenlandse Zaken van Mongolië en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid. Zij kunnen hun bevoegdheid voor het voorzitterschap van de vergaderingen van het Gemengd Comité EU-Mongolië geheel of gedeeltelijk overdragen aan een hoge ambtenaar.

    Artikel 2
    Vergaderingen

    1.    Het Gemengd Comité EU-Mongolië komt gewoonlijk eenmaal per jaar bijeen, tenzij de partijen anders overeenkomen. Een vergadering van het Gemengd Comité wordt bijeengeroepen door de voorzitter. De vergaderingen worden beurtelings in Brussel en in Ulaanbaatar gehouden, op een datum die in onderling overleg wordt vastgesteld. Op verzoek van een van de partijen kunnen in onderling overleg buitengewone vergaderingen van het Gemengd Comité EU-Mongolië worden belegd.

    2.    Bij wijze van uitzondering en indien beide partijen ermee instemmen, kunnen de vergaderingen van het Gemengd Comité EU-Mongolië ook met behulp van technologische middelen plaatsvinden, bijvoorbeeld via videoconferentie. 

    Artikel 3
    Delegaties

    1.    Vóór elke vergadering van het Gemengd Comité EU-Mongolië wordt de voorzitter door elke partij in kennis gesteld van de voorgenomen samenstelling van haar delegatie.

    2.    Met instemming van de partijen kan de voorzitter deskundigen of vertegenwoordigers van andere organen voor de vergadering uitnodigen als waarnemer of om informatie over een specifiek onderwerp te verstrekken. De partijen komen overeen onder welke voorwaarden die deskundigen of vertegenwoordigers van andere organen aan de vergaderingen kunnen deelnemen.

    Artikel 4
    Voorlichting van het publiek

    1.    De vergaderingen van het Gemengd Comité EU-Mongolië zijn niet openbaar, tenzij de voorzitter in overleg met de partijen anders besluit. Wanneer een partij aan het Gemengd Comité EU-Mongolië informatie overlegt die zij als vertrouwelijk aanduidt, behandelt de andere partij die informatie als zodanig.

    2.    Het Gemengd Comité EU-Mongolië kan publieke verklaringen afleggen indien het dit nodig acht.

    Artikel 5
    Secretariaat

    Een vertegenwoordiger van de Europese Dienst voor extern optreden en een vertegenwoordiger van de regering van Mongolië treden gezamenlijk op als secretarissen van het Gemengd Comité EU-Mongolië. Zij worden in kennis gesteld van alle mededelingen aan en van de voorzitter, onder meer via schriftelijke middelen zoals elektronische post.

    Artikel 6
    Agenda voor de vergaderingen

    1.    De voorzitter stelt voor elke vergadering van het Gemengd Comité EU-Mongolië een voorlopige agenda op. De voorlopige agenda wordt, samen met de nodige documenten, ten laatste 21 dagen vóór de datum van de vergadering aan de partijen toegestuurd.

    2.    Elke partij mag de voorzitter verzoeken een punt op de agenda te plaatsen.

    3.    Elke vergadering van het Gemengd Comité EU-Mongolië begint met de goedkeuring van de agenda. Indien de partijen zulks overeenkomen, kunnen punten die niet op de voorlopige agenda staan, als agendapunt worden opgenomen.

    4.    De secretarissen van het Gemengd Comité EU-Mongolië maken de voorlopige agenda van het Gemengd Comité EU-Mongolië voor de vergadering bekend.

    5.    In bijzondere omstandigheden kan de voorzitter met instemming van de partijen de in lid 1 genoemde termijn inkorten als dat in een bepaald geval noodzakelijk is.

    Artikel 7
    Goedgekeurde notulen

    1.    De conclusies van de vergaderingen van het Gemengd Comité EU-Mongolië worden vastgelegd in de vorm van goedgekeurde notulen.

    2.    De voorzitter vat de conclusies samen die het Gemengd Comité EU-Mongolië op elke vergadering heeft getrokken. Beide secretarissen stellen gezamenlijk op basis van deze conclusies de ontwerpnotulen op, bij voorkeur op het einde van de vergadering of uiterlijk binnen een termijn van 30 kalenderdagen na de datum van de vergadering.

    3.    Het Gemengd Comité EU-Mongolië keurt het ontwerp bij voorkeur goed op het einde van de vergadering of uiterlijk binnen een termijn van 45 kalenderdagen na de datum van de vergadering of tegen een andere door het Gemengd Comité EU-Mongolië overeengekomen datum. Zodra het Gemengd Comité EU-Mongolië de ontwerpnotulen heeft goedgekeurd, worden twee originelen ondertekend door de voorzitter. Iedere partij krijgt een origineel.

    Artikel 8
    Besluiten en aanbevelingen

    1.    Het Gemengd Comité EU-Mongolië kan ermee instemmen aanbevelingen of besluiten aan te nemen om de doelstellingen van de overeenkomst te bereiken.

    2.    Besluiten of aanbevelingen van het Gemengd Comité EU-Mongolië dragen respectievelijk het opschrift “Besluit” of “Aanbeveling”, gevolgd door een volgnummer, de datum van vaststelling en een beschrijving van het onderwerp. In elk besluit wordt de datum van inwerkingtreding vermeld.

    3.    Wanneer de omstandigheden zulks vereisen, kan het Gemengd Comité EU-Mongolië zijn besluiten en aanbevelingen via een schriftelijke procedure vaststellen.

    4.    De door het Gemengd Comité EU-Mongolië genomen besluiten en aanbevelingen worden opgemaakt in twee door de voorzitter ondertekende authentieke exemplaren.

    5.    De partijen kunnen de besluiten en aanbevelingen van het Gemengd Comité EU-Mongolië in hun staatsbladen bekendmaken.

    Artikel 9
    Onkosten

    1.    Elke partij draagt haar eigen personeels-, reis- en verblijfskosten en haar eigen kosten voor post en telecommunicatie in verband met de deelname aan vergaderingen van het Gemengd Comité EU-Mongolië. Elke partij draagt haar eigen kosten voor de vertolking tijdens de vergaderingen en voor de vertaling van documenten.     

    2.    De partij die als gastheer voor de vergadering optreedt, draagt de kosten voor de organisatie van de vergadering en de reproductie van documenten.

    Artikel 10
    Gespecialiseerde werkgroepen

    1.    Het Gemengd Comité EU-Mongolië kan gespecialiseerde werkgroepen instellen die het bij de uitvoering van zijn taken ondersteunen.

    2.    Het Gemengd Comité EU-Mongolië kan besluiten gespecialiseerde werkgroepen op te heffen, alsmede hun mandaat vast te stellen of te wijzigen.

    3.    De gespecialiseerde werkgroepen zijn bevoegd om besluiten te nemen. Zij maken na elk van hun vergaderingen gedetailleerde mondelinge en schriftelijke verslagen over hun activiteiten aan het Gemengd Comité EU-Mongolië en kunnen aanbevelingen doen aan het Gemengd Comité EU-Mongolië.

    Artikel 11
    Wijziging van het reglement van orde

    Het reglement van orde kan worden gewijzigd in onderling overleg tussen de partijen overeenkomstig artikel 8.



    BIJLAGE II

    Besluit nr. 1/... van het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië dat is opgericht bij de kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds (“Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië”)

    van...

    tot vaststelling van zijn reglement van orde

    HET SUBCOMITÉ HANDEL EN INVESTERINGEN EU-MONGOLIË,

    Gezien de kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds (hierna “de overeenkomst” genoemd), en met name artikel 28,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)Overeenkomstig artikel 28 van de overeenkomst is het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië opgericht om het Gemengd Comité bij te staan bij de uitvoering van zijn taken, door alle gebieden te behandelen waarop titel IV van de overeenkomst (samenwerking inzake handel en investeringsaangelegenheden) van toepassing is.

    (2)Overeenkomstig artikel 28, lid 3, van de overeenkomst moet het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië zijn reglement van orde vaststellen,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Enig artikel

    Het reglement van orde van het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië, zoals opgenomen in de bijlage, wordt hierbij vastgesteld.

    Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

    Gedaan te Brussel/Ulaanbaatar,

    Voor het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië,

    De voorzitter



    BIJLAGE

    REGLEMENT VAN ORDE VAN HET SUBCOMITÉ HANDEL EN INVESTERINGEN EU-MONGOLIË

    Artikel 1
    Samenstelling en voorzitterschap

    1.    Het Subcomité dat is opgericht bij artikel 28 van de kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds (hierna “Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië”), voert zijn taken uit overeenkomstig artikel 28, lid 2, van de overeenkomst.

    2.    Het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië bestaat uit vertegenwoordigers van de Unie en Mongolië op een passend niveau en wordt beurtelings voor een periode van één kalenderjaar voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Europese Commissie aan EU-zijde en door [...] aan de Mongolische zijde.

    Artikel 2
    Vergaderingen

    1.    Het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië komt jaarlijks bijeen, kort voor de vergadering van het Gemengd Comité EU-Mongolië. Een vergadering van het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië wordt bijeengeroepen door de voorzitter. De vergaderingen worden beurtelings in Brussel en in Ulaanbaatar gehouden, op een datum die in onderling overleg wordt vastgesteld. Op verzoek van een partij kunnen in onderling overleg bijzondere sessies van het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië worden belegd. 

    2.    Indien de partijen hiermee instemmen, kunnen de vergaderingen van het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië bij uitzondering via videoconferentie plaatsvinden.

    Artikel 3
    Delegaties

    1.    Vóór elke vergadering van het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië wordt de voorzitter door elke partij in kennis gesteld van de voorgenomen samenstelling van haar delegatie.

    2.    Met instemming van de partijen kan de voorzitter deskundigen of vertegenwoordigers van andere organen voor de vergadering uitnodigen als waarnemer of om informatie over een specifiek onderwerp te verstrekken. De partijen komen overeen onder welke voorwaarden die waarnemers en vertegenwoordigers van andere organen aan de vergaderingen kunnen deelnemen.

    Artikel 4
    Voorlichting van het publiek

    1.    Tenzij de voorzitter in overleg met de partijen anders besluit, zijn de vergaderingen van het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië niet openbaar. Wanneer een partij aan het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië informatie overlegt die zij als vertrouwelijk aanduidt, behandelt de andere partij die informatie als zodanig.

    2.    Het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië kan publieke verklaringen afleggen en rapporten uitbrengen indien het dit nodig acht.

    Artikel 5
    Secretariaat

    1.    Een vertegenwoordiger van de desbetreffende dienst van de Europese Commissie en een vertegenwoordiger van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Mongolië treden gezamenlijk op als secretarissen van het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië.

    Artikel 6
    Agenda voor de vergaderingen

    1.    De voorzitter stelt voor elke vergadering van het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië een voorlopige agenda op.

    2.    Elke partij mag de voorzitter verzoeken een punt op de agenda te plaatsen.

    3.    Elke vergadering van het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië begint met de goedkeuring van de agenda. Indien de partijen zulks overeenkomen, kunnen punten die niet op de voorlopige agenda staan als agendapunt worden opgenomen.

    4.    De secretarissen van het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië maken de voorlopige agenda van het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië vóór de vergadering bekend.

    Artikel 7
    Notulen

    1.    De conclusies van de vergaderingen van het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië worden vastgelegd in de vorm van goedgekeurde notulen.

    2.    De voorzitter vat de tijdens elke vergadering door het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië bereikte conclusies samen en brengt daarover verslag uit aan het Gemengd Comité EU-Mongolië. Beide secretarissen stellen gezamenlijk op basis van deze conclusies de ontwerpnotulen op, bij voorkeur op het einde van de vergadering of uiterlijk binnen een termijn van 30 kalenderdagen na de datum van de vergadering.

    3.    Het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië keurt het ontwerp bij voorkeur goed op het einde van de vergadering of uiterlijk binnen een termijn van 45 kalenderdagen na de datum van de vergadering of tegen een andere door het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië overeengekomen datum.

    Artikel 8
    Besluiten

    1.    Het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië kan besluiten nemen in de gevallen waarin dit door de overeenkomst is voorzien.

    2.    Besluiten van het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië dragen het opschrift “Besluit van het Subcomité handel en investeringen”, gevolgd door een volgnummer, de datum van vaststelling en een beschrijving van het onderwerp. In elk besluit wordt de datum van inwerkingtreding vermeld.

    3.    Indien de omstandigheden dit vereisen, kan het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië zijn besluiten via de schriftelijke procedure vaststellen.

    4.    De door het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië genomen besluiten worden opgemaakt in twee door de voorzitter ondertekende authentieke exemplaren.

    5.    De partijen kunnen de besluiten van het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië bekendmaken in hun respectieve staatsbladen.

    Artikel 9
    Onkosten

    1.    Elke partij draagt haar eigen personeels-, reis- en verblijfskosten en haar eigen kosten voor post en telecommunicatie in verband met de deelname aan vergaderingen van het Subcomité handel en investeringen EU-Mongolië. Elke partij draagt haar eigen kosten voor de vertolking tijdens de vergaderingen en voor de vertaling van documenten.

    2.    De partij die als gastheer voor de vergadering optreedt, draagt de kosten voor de organisatie van de vergadering en de reproductie van documenten.

    Artikel 10
    Wijziging van het reglement van orde

    Het reglement van orde kan worden gewijzigd in onderling overleg tussen de partijen.

    Top