Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52017PC0798

    Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens tussen het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en de Jordaanse autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme

    COM/2017/0798 final

    Brussel, 20.12.2017

    COM(2017) 798 final

    Aanbeveling voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens tussen het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en de Jordaanse autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme


    TOELICHTING

    1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

    In een geglobaliseerde wereld waar zware criminaliteit en terrorisme steeds transnationaler worden en meer facetten vertonen, moeten de rechtshandhavingsinstanties over alle middelen kunnen beschikken om in samenwerking met externe partners de veiligheid van hun burgers te garanderen. Met het oog daarop moet Europol persoonsgegevens kunnen uitwisselen met rechtshandhavingsinstanties van derde landen, voor zover dit noodzakelijk is om zijn taken uit te voeren.

    Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EU) 2016/794 op 1 mei 2017 1 en op grond van het Verdrag is het de verantwoordelijkheid van de Commissie om namens de Unie te onderhandelen over internationale overeenkomsten met derde landen op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens met Europol. Voor zover dat noodzakelijk is om zijn taken te kunnen uitvoeren, kan Europol samenwerkingsverbanden met externe partners aangaan en onderhouden op basis van werkafspraken en administratieve afspraken die op zich niet kunnen fungeren als rechtsgrondslag voor de uitwisseling van persoonsgegevens.

    Gezien de politieke strategie als uiteengezet in de Europese veiligheidsagenda 2 , de conclusies van de Raad 3 en de mondiale strategie 4 , de operationele behoeften van de rechtshandhavingsinstanties in de hele EU en de potentiële baten van nauwere samenwerking op dit gebied, acht de Commissie het noodzakelijk om op de korte termijn onderhandelingen te openen met acht landen, zoals aangegeven in het elfde verslag over de totstandbrenging van een echte en doeltreffende Veiligheidsunie 5 .

    De Commissie heeft bij het bepalen van de prioritaire landen rekening gehouden met de operationele behoeften van Europol. Volgens de Europol-strategie 2016-2020 komt het Middellandse Zeegebied prioritair in aanmerking voor versterkte partnerschappen 6 . In de externe strategie van Europol voor 2017-2020 wordt bovendien de nadruk gelegd op de noodzaak van nauwere samenwerking tussen Europol en het Midden-Oosten/Noord-Afrika als gevolg van de bestaande terroristische dreiging en migratiegerelateerde uitdagingen 7 .

    Europol heeft momenteel geen afspraken met landen in deze regio.

    Deze aanbeveling betreft met name de onderhandelingen met Jordanië, hoewel de samenwerking met elk land van het Midden-Oosten/Noord-Afrika moet worden bezien in de context van de hele regio. De huidige instabiliteit in de regio, meer bepaald de situatie in Syrië en Irak, vormt een aanzienlijke bedreiging voor de veiligheid van de EU op de lange termijn, waaraan dringend het hoofd moet worden geboden. Dat is niet alleen van belang voor een doeltreffende bestrijding van het terrorisme en de daarmee samenhangende georganiseerde misdaad 8 , maar ook voor het aanpakken van migratiegerelateerde uitdagingen zoals het faciliteren van irreguliere migratie en mensenhandel. Samenwerking met plaatselijke rechtshandhavingsinstanties is van essentieel belang om deze uitdagingen aan te gaan.

    Op basis van de technische dialoog voor het vaststellen van gemeenschappelijke maatregelen voor betere informatie-uitwisseling en gezamenlijke operationele rechtshandhavingsacties tegen de illegale handel in vuurwapens heeft de EU met Jordanië al een akkoord bereikt over een lijst van maatregelen om de samenwerking tussen de betrokken rechtshandhavingsinstanties te verbeteren, de ondersteuning van capaciteitsopbouw in het kader van desbetreffende regionale en/of bilaterale programma's te waarborgen en operationele acties te ontwikkelen binnen een gezamenlijk overeengekomen kader 9 . Jordanië heeft blijk gegeven van belangstelling om met de EU-rechtshandhavingsautoriteiten samen te werken op het gebied van terrorismebestrijding, met name door middel van Cepol-opleidingen en werkzaamheden op het gebied van de financiering van terrorisme. Deze samenwerking omvat echter niet de overdracht van persoonsgegevens.

    Politiek kader

    Jordanië is een belangrijke partner voor de EU, met name waar het gaat om zijn rol bij het bevorderen van stabiliteit, gematigdheid en interreligieuze tolerantie in het Midden-Oosten. De EU en Jordanië hebben een sterk partnerschap op velerlei gebied en zijn sinds 2002 met elkaar verbonden door een associatieovereenkomst (Jordanië heeft sinds 2010 de geavanceerde status).

    Jordanië heeft te kampen met een complexe problematiek op economisch, sociaal en veiligheidsgebied. Met name herbergt Jordanië meer dan 650 000 geregistreerde Syrische vluchtelingen (rond 10 % van de Jordaanse bevolking vóór de crisis in Syrië). Daarnaast vangt het land ook andere groepen vluchtelingen op.

    In december 2016 keurden de EU en Jordanië de partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië en het pact EU-Jordanië 2016-2018 (“EU-Jordan Compact”) goed. Via de partnerschapsprioriteiten laten de EU en Jordanië opnieuw zien dat zij nog sterker bij elkaar betrokken willen zijn. Zij hebben een strategische agenda vastgesteld, waarvan een van de pijlers de versterking van samenwerking op het gebied van regionale stabiliteit en veiligheid is, met inbegrip van terrorismebestrijding. Met name hebben de EU en Jordanië zich ertoe verbonden de praktische samenwerking te intensiveren en meer informatie te delen, teneinde het probleem van terrorisme, gewelddadig extremisme en radicalisering in het kader van de rechtsstaat aan te pakken.

    Het pact EU-Jordanië omvat wederzijdse toezeggingen waarmee beide partijen de beloften nakomen die zij hebben gedaan in februari 2016 tijdens de conferentie van Londen over steun aan Syrië en de regio. Deze beloften werden bevestigd op de conferentie in Brussel op 5 april 2017 over steun voor de toekomst van Syrië en de regio, onder meer ter versterking van de veerkracht van Jordanië in het licht van de gevolgen van de Syrische crisis.

    De EU en Jordanië zijn het tijdens de EU-Jordaanse workshop van 15 maart 2016 over terrorismebestrijding en versterking van de veiligheid, waarnaar wordt verwezen in het pact EU-Jordanië, eens geworden om de werkzaamheden op drie gebieden voort te zetten: de bestrijding van gewelddadig extremisme, de bestrijding van de financiering van terrorisme en de veiligheid van het luchtverkeer en van de grenzen, onder meer door de gespecialiseerde EU-agentschappen in te schakelen. De EU en Jordanië hebben ook afgesproken de samenwerking te intensiveren om het probleem van de mensenhandel, het probleem van buitenlandse terroristische strijders en het probleem van de smokkel van vuurwapens aan te pakken.

    De EU en Jordanië zijn ook elkaar partners binnen het Mondiaal Forum Terrorismebestrijding 10 en de wereldwijde coalitie tegen Da'esh. Een van de door de EU gefinancierde regionale CBRN-kenniscentra is gevestigd in Amman.

    Operationele behoeften

    Volgens de gegevens in SOCTA 2017 11 en TE-SAT 2017 12 , de bovengenoemde besprekingen en de interne expertise van Europol is samenwerking met Jordanië noodzakelijk, met name om het hoofd te bieden aan de volgende vormen van criminaliteit.

    Terrorisme: de destabilisering van Syrië en Irak en de groei van Da’esh en andere terroristische groeperingen vormen een rechtstreekse bedreiging voor de veiligheid van Jordanië en de EU, die beide het doelwit zijn geweest van aanslagen door terroristische groeperingen. Europese en Jordaanse terroristen zijn naar onder meer Syrië, Irak en andere conflictgebieden gereisd om te worden opgeleid en te vechten. Nauwere samenwerking op het gebied van rechtshandhaving, met inbegrip van de uitwisseling van persoonsgegevens, zal bijdragen tot het opsporen en vervolgen van verdachten van terrorisme en het voorkomen van reizen met terroristisch oogmerk (met inbegrip van het risico van infiltratie in migratiestromen of verplaatsing naar andere conflictgebieden) en de financiering van terrorisme (inclusief de connectie met de georganiseerde misdaad).

    Wapenhandel: de EU en Jordanië hebben afgesproken te zullen samenwerken op het gebied van vuurwapens en overeenstemming bereikt over een werkprogramma, onder meer voor het uitwisselen van beste praktijken, opleiding en capaciteitsopbouw. Hoe intensiever de samenwerking, des te urgenter is de behoefte aan betere informatie-uitwisseling en onderzoeken naar aanleiding daarvan. Doordat Jordanië grenst aan Syrië, kan het een belangrijke rol spelen bij het voorkomen van de binnenkomst van vuurwapens in gebieden waar gewapende conflicten heersen, en ervoor zorgen dat illegale zendingen worden onderschept, met name als zij op weg zijn naar de EU.

    Migratie: er zijn een aantal migratiegerelateerde problemen in verband met het aanhoudende conflict in Syrië. In gebieden rond de vluchtelingenkampen en dicht bij de Syrische grens met Syrië kunnen wapen-, mensen- en sexhandel gemakkelijk plaatsvinden. De vrees bestaat dat aanzienlijke aantallen Syrische kinderen gevaar lopen en dus het slachtoffer kunnen worden van exploitatie door de georganiseerde misdaad, omdat deze kinderen nauwelijks toegang hebben tot basisvoorzieningen zoals scholen.

    Drugshandel: de regio Midden-Oosten/Noord-Afrika is een belangrijke bron, doorvoerroute en verbruiker als het gaat om illegale drugs. Met een vaste klantenbasis in het noorden en de heroïneroute van oost naar west beïnvloedt de regio het drugsgebruik en de drugsproductie – en ondervindt zij er de negatieve invloed van. In 2016 is in Jordanië een gezamenlijke luchthaventaskforce opgezet in het kader van het door de EU gefinancierde cocaïnerouteprogramma (onderdeel AIRCOP).

    2.JURIDISCHE ELEMENTEN VAN DE AANBEVELING

    Verordening (EU) 2016/794 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) voorziet in een rechtskader voor Europol, met name wat betreft doelstellingen, taken, bevoegdheden, waarborgen voor gegevensbescherming en samenwerking met externe partners.

    Deze aanbeveling is in overeenstemming met de bepalingen van de Europol-verordening.

    Het doel van deze aanbeveling is dat de Commissie door de Raad wordt gemachtigd om namens de EU over de toekomstige overeenkomst te onderhandelen. Artikel 218, leden 3 en 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is de rechtsgrondslag op basis waarvan de Raad machtiging verleent tot het openen van onderhandelingen.

    Overeenkomstig artikel 218 VWEU wordt de Commissie aangewezen als de onderhandelaar van de Unie voor de overeenkomst tussen de Europese Unie en Jordanië over de uitwisseling van persoonsgegevens tussen Europol en de Jordaanse autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme.

    Aanbeveling voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens tussen het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en de Jordaanse autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 218, leden 3 en 4,

    Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad 13 is op 11 mei 2016 vastgesteld en is sinds 1 mei 2017 van toepassing.

    (2)Bij die verordening, met name in artikel 25, zijn de regels vastgesteld voor de overdracht van persoonsgegevens door het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) aan derde landen en internationale organisaties. Europol mag persoonsgegevens aan een autoriteit van een derde land overdragen op basis van een op grond van artikel 218 VWEU gesloten internationale overeenkomst tussen de Unie en dat derde land, waarin passende waarborgen zijn opgenomen betreffende de bescherming van de privacy en de grondrechten en fundamentele vrijheden van burgers.

    (3)Er moeten onderhandelingen worden geopend met het oog op de sluiting van een dergelijke overeenkomst tussen de Europese Unie en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië.

    (4)Deze overeenkomst moet de grondrechten eerbiedigen en de beginselen in acht nemen die in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn neergelegd, inzonderheid het recht op eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven, conform artikel 7 van het Handvest, het recht op de bescherming van persoonsgegevens, conform artikel 8 van het Handvest, en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, conform artikel 47 van het Handvest. De overeenkomst dient te worden toegepast overeenkomstig die rechten en beginselen,

    (5)

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De Commissie wordt hierbij gemachtigd om namens de Unie te onderhandelen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens tussen het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en de Jordaanse autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme.

    Artikel 2

    De onderhandelingsrichtsnoeren zijn opgenomen in de bijlage.

    Artikel 3

    De onderhandelingen worden gevoerd in overleg met [door de Raad in te voegen naam van het speciale comité].

    Artikel 4

    Dit besluit is gericht tot de Commissie.

    Gedaan te Brussel,

       Voor de Raad

    De voorzitter

    (1)    Verordening (EU) 2016/794 van 11 mei 2016 (PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53).
    (2)    COM(2015) 185 final.
    (3)    Document 10384/17 van de Raad van 19 juni 2017.
    (4)    "Gedeelde visie, gemeenschappelijke actie: Een sterker Europa – Een mondiale strategie van de Europese Unie voor buitenlands en veiligheidsbeleid", http://europa.eu/globalstrategy/en .
    (5)    COM(2017) 608 final.
    (6)    Europol-strategie 2016-2020, goedgekeurd door de raad van bestuur van Europol op 1 december 2015, https://www.europol.europa.eu/publications-documents/europol-strategy-2016-2020 .
    (7)    Externe Europol-strategie 2017-2020, goedgekeurd door de raad van bestuur van Europol op 13 december 2016, EDOC#865852v3.
    (8)    Europol noemt in dit verband de illegale handel in vuurwapens, drugshandel, financiële criminaliteit zoals witwassen, en cybercriminaliteit in de regio.
    (9)    Verschillende initiatieven in dit verband zijn opgenomen in de prioriteit "Vuurwapens" als onderdeel van de EU-beleidscyclus inzake zware en georganiseerde criminaliteit, alsook in de mededeling van de Commissie “De Europese veiligheidsagenda uitvoeren: actieplan van de EU ter bestrijding van de illegale handel in en het gebruik van vuurwapens en explosieven” (COM(2015) 624 final) van 2.12.2015.
    (10)    Jordanië is medevoorzitter van de werkgroep buitenlandse terroristische strijders daarvan.
    (11)     https://www.europol.europa.eu/socta/2017  
    (12)     https://www.europol.europa.eu/sites/default/files/documents/tesat2017.pdf  
    (13)    Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53).
    Top

    Brussel,20.12.2017

    COM(2017) 798 final

    BIJLAGE

    bij de

    Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

    houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens tussen het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en de Jordaanse autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme


    BIJLAGE

    Richtsnoeren voor de onderhandelingen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens tussen het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en de Jordaanse autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme

    Tijdens de onderhandelingen dient de Commissie de hieronder in detail omschreven doelstellingen voor ogen te houden.

    (1)Het doel van de overeenkomst is te voorzien in de rechtsgrondslag voor de overdracht van persoonsgegevens tussen Europol en de bevoegde autoriteiten van Jordanië, teneinde het optreden van de bevoegde autoriteiten van dit land en de lidstaten, alsmede de samenwerking tussen deze autoriteiten bij de preventie en bestrijding van zware grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme te ondersteunen en te versterken, met inachtneming van passende waarborgen voor de bescherming van de privacy, de persoonsgegevens en de grondrechten en fundamentele vrijheden van de betrokken personen.

    (2)Om de doelbinding te waarborgen, mag de samenwerking in het kader van deze overeenkomst alleen betrekking hebben op de criminaliteit en verwante strafbare feiten die op grond van artikel 3 van Verordening (EU) 2016/794 onder de bevoegdheid van Europol vallen, hierna samen “strafbare feiten” genoemd. Met name moet de samenwerking gericht zijn op het aanpakken van terrorisme, het voorkomen van radicalisering, het ontwrichten van de georganiseerde criminaliteit, met name de illegale handel in vuurwapens, migrantensmokkel en drugshandel, en het bestrijden van cybercriminaliteit.

    (3)De overeenkomst moet duidelijk en nauwkeurig omschrijven welke garanties en controles borg moeten staan voor de bescherming van de tussen Europol en de bevoegde Jordaanse autoriteiten uitgewisselde persoonsgegevens en voor de grondrechten en fundamentele vrijheden van de betrokken personen, ongeacht hun nationaliteit en verblijfplaats.

    Dit houdt meer bepaald het volgende in.

    (a)Er moet duidelijk en nauwkeurig worden omschreven voor welke doeleinden de partijen de persoonsgegevens in het kader van de overeenkomst verwerken en deze doeleinden mogen niet verder gaan dan wat in afzonderlijke gevallen noodzakelijk is voor het voorkomen en bestrijden van terrorisme en strafbare feiten als bedoeld in de overeenkomst.

    (b)De persoonsgegevens die Europol op grond van de overeenkomst overdraagt, worden eerlijk, rechtmatig en uitsluitend voor de met de overdracht beoogde doeleinden verwerkt. De overeenkomst moet Europol de mogelijkheid bieden om, bij de overdracht van de gegevens, toegangs- of gebruiksbeperkingen te stellen, ook met betrekking tot het overdragen of het wissen of vernietigen van de gegevens. De persoonsgegevens moeten adequaat en relevant zijn en beperkt blijven tot wat noodzakelijk is voor die doeleinden. De persoonsgegevens moeten nauwkeurig zijn en worden bijgewerkt. Zij mogen niet langer worden bewaard dan nodig is voor de doeleinden waarvoor ze zijn overgedragen.

    (c)Europol mag geen persoonsgegevens overdragen waaruit ras of etnische afkomst, politieke overtuiging, godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging of lidmaatschap van een vakbond blijkt, noch genetische gegevens of gegevens die betrekking hebben op gezondheid of seksueel gedrag, tenzij de overdracht in afzonderlijke gevallen strikt noodzakelijk en evenredig is voor het voorkomen of bestrijden van strafbare feiten als bedoeld in de overeenkomst en mits passende waarborgen worden geboden. De overeenkomst dient tevens specifieke waarborgen te bevatten inzake de overdracht van persoonsgegevens van slachtoffers van een strafbaar feit, getuigen of andere personen die informatie kunnen verstrekken over strafbare feiten, alsook minderjarigen.

    (d)Om ervoor te zorgen dat personen van wie persoonsgegevens worden verwerkt, afdwingbare rechten aan de overeenkomst ontlenen, moeten in de overeenkomst voorschriften worden vastgesteld inzake het recht van deze personen om toegang te hebben tot hun gegevens en deze te laten rectificeren en wissen, inclusief inzake de specifieke redenen voor noodzakelijke en evenredige beperkingen. De overeenkomst moet ook borg staan voor afdwingbare rechten inzake administratieve en gerechtelijke beroepsmogelijkheden voor personen van wie gegevens worden verwerkt in het kader van de overeenkomst, en voor een doeltreffende voorziening in rechte.

    (e)De overeenkomst moet de voorschriften bevatten over de opslag, toetsing, correctie en verwijdering van persoonsgegevens alsook over het bijhouden van een administratie voor registratie- en documentatiedoeleinden, en over informatie die ter beschikking van de betrokken personen moet worden gesteld. In de overeenkomst moeten tevens waarborgen worden opgenomen inzake de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens.

    (f)De overeenkomst moet bepalen volgens welke criteria de betrouwbaarheid van de bron en de nauwkeurigheid van de gegevens moeten worden aangegeven.

    (g)De overeenkomst moet de partijen ertoe verplichten de persoonsgegevens aan de hand van passende technische en organisatorische maatregelen te beveiligen, onder meer door alleen bevoegde personen toegang te geven tot de persoonsgegevens. De overeenkomst moet tevens een kennisgevingsplicht opleggen in geval van een inbreuk in verband met persoonsgegevens die gevolgen heeft voor uit hoofde van deze overeenkomst overgedragen gegevens.

    (h)De doorgifte van informatie door de bevoegde Jordaanse autoriteiten aan andere autoriteiten in Jordanië is alleen toegestaan indien de doeleinden van de overeenkomst ermee worden gediend en indien passende voorwaarden en waarborgen in acht worden genomen.

    (i)De onder h) bedoelde voorwaarden zijn ook van toepassing te zijn op de doorgifte van informatie door de bevoegde Jordaanse autoriteiten aan autoriteiten in een derde land, mits Europol het recht heeft om persoonsgegevens aan dat derde land over te dragen op grond van artikel 25, lid 1, van Verordening (EU) 2016/794.

    (j)De overeenkomst moet voorzien in een systeem waarbij één of meer onafhankelijke openbare autoriteiten die bevoegd zijn voor gegevensbescherming en over doeltreffende bevoegdheden tot onderzoek en interventie beschikken, toezicht uitoefenen op de openbare autoriteiten van Jordanië die persoonsgegevens/uitgewisselde informatie gebruiken, en in rechte optreden. De onafhankelijke autoriteiten moeten met name bevoegd zijn om kennis te nemen van klachten van personen over het gebruik van hun persoonsgegevens. Openbare autoriteiten die persoonsgegevens gebruiken, moeten verantwoording afleggen over de naleving van de voorschriften inzake de bescherming van persoonsgegevens in het kader van de overeenkomst.

    (4)De overeenkomst moet voorzien in een doeltreffend geschillenbeslechtingsmechanisme voor de uitlegging en de toepassing ervan, teneinde de naleving van de onderling overeengekomen regels door de partijen te waarborgen.

    (5)De overeenkomst moet een bepaling bevatten over de inwerkingtreding en de geldigheidsduur van de overeenkomst, alsook een bepaling waarbij een partij de overeenkomst kan beëindigen of opschorten.

    (6)In de overeenkomst kan indien nodig een bepaling worden opgenomen betreffende het territoriale toepassingsgebied.

    (7)In de overeenkomst kunnen bepalingen worden opgenomen inzake het toezicht op en de periodieke evaluatie van de overeenkomst.

    (8)In het kader van de onderhandelingen zal de Commissie stimuleren dat Jordanië toetreedt tot het Verdrag van de Raad van Europa tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens (“Verdrag 108”).

    (9)De overeenkomst is gelijkelijk authentiek in de Bulgaarse, Deense, Duitse, Engelse, Estse, Finse, Franse, Griekse, Hongaarse, Italiaanse, Kroatische, Letse, Litouwse, Maltese, Nederlandse, Poolse, Portugese, Roemeense, Sloveense, Slowaakse, Spaanse, Tsjechische en Zweedse taal en moet een bepaling in die zin bevatten.

    Top