Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52012PC0654

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij België wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

    /* COM/2012/0654 final - 2012/0312 (NLE) */

    52012PC0654

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij België wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde /* COM/2012/0654 final - 2012/0312 (NLE) */


    TOELICHTING

    1.           ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

    Motivering en doel van het voorstel

    Overeenkomstig artikel 395, lid 1, van Richtlijn 2006/112/EG van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde[1] (hierna "de btw-richtlijn" genoemd) kan de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen elke lidstaat machtigen bijzondere, van de bepalingen van deze richtlijn afwijkende maatregelen te treffen, teneinde de belastinginning te vereenvoudigen of bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen.

    Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 21 juni 2012, heeft België verzocht om belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 25 000 euro van de btw te mogen vrijstellen. Overeenkomstig artikel 395, lid 2, van de btw-richtlijn heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 13 september 2012 van het verzoek van België in kennis gesteld. Bij brief van 17 september 2012 heeft de Commissie België meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

    Algemene context

    Overeenkomstig hoofdstuk 1 van titel XII van de btw-richtlijn kunnen de lidstaten een bijzondere regeling voor kleine ondernemingen toepassen, waarbij zij onder meer de mogelijkheid hebben om belastingplichtigen van wie de jaaromzet onder een bepaald plafond blijft, van de btw vrij te stellen. Deze vrijstelling houdt in dat de belastingplichtige geen btw in rekening hoeft te brengen over zijn prestaties, maar bijgevolg ook geen voorbelasting kan aftrekken.

    Krachtens artikel 285 van de btw-richtlijn mogen lidstaten die geen gebruik hebben gemaakt van artikel 14 van Richtlijn 67/228/EEG[2] van de Raad, vrijstelling verlenen aan belastingplichtigen met een omzet die niet hoger is dan 5 000 euro.

    In het huidige economische en politieke klimaat wil de Belgische regering deze drempel verhogen tot 25 000 euro, met de mogelijkheid hem nog verder op te trekken om de reële waarde ervan te handhaven. De invoering van een dergelijke drempel zal het btw-stelsel voor kleine ondernemingen vereenvoudigen en de lasten van de voor de regeling in aanmerking komende ondernemingen aanzienlijk verminderen doordat zij van vele btw-verplichtingen van het normale btw-stelsel worden ontheven. Belastingplichtigen zullen de keuze hebben om de regeling al dan niet toe te passen. Volgens de Belgische autoriteiten zal zo'n 1 % van de belastingplichtigen gebruik maken van de regeling, met een overeenkomstig minimaal effect op de begroting (circa 0,2 %).

    Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied

    In 2004 heeft de Commissie voorgesteld (COM(2004) 728 definitief) om het drempelbedrag van de jaaromzet dat de lidstaten kunnen hanteren om belastingplichtigen van de btw vrij te stellen, te verhogen tot 100 000 euro.

    Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie

    Niet van toepassing.

    2.           RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

    Raadpleging van belanghebbende partijen

    Niet relevant

    Bijeenbrengen en benutten van externe deskundigheid

    Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

    Effectbeoordeling

    Het voorstel voor een besluit van de Raad strekt ertoe een vereenvoudigingsmaatregel in te voeren die ondernemingen met een jaaromzet van niet meer dan 25 000 euro van vele btw-verplichtingen ontheft, en heeft aldus een potentieel positief effect.

    Gelet op de beperkte werkingssfeer en toepassingduur van de derogatie zal het effect in ieder geval beperkt zijn.

    3.           JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

    Samenvatting van de voorgestelde maatregel

    Machtiging van België tot toepassing van een maatregel die afwijkt van de btw-richtlijn, waarbij een vereenvoudigingsmaatregel wordt ingevoerd voor ondernemingen met een jaaromzet van niet meer dan 25 000 euro.

    Rechtsgrondslag

    Artikel 395 van de btw-richtlijn.

    Subsidiariteitsbeginsel

    Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

    Evenredigheidsbeginsel

    Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

    Dit besluit betreft een machtiging die wordt verleend aan een lidstaat op diens eigen verzoek, en houdt geen enkele verplichting in.

    Gezien de beperkte werkingssfeer van de derogatie staat de bijzondere maatregel in verhouding tot het beoogde doel.

    Keuze van instrumenten

    Voorgesteld instrument: besluit van de Raad.

    Overeenkomstig artikel 395 van de btw-richtlijn kan slechts van de normale btw-regels worden afgeweken indien de Raad een lidstaat daartoe op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen machtigt. Een besluit van de Raad is het aangewezen instrument, omdat het tot individuele lidstaten kan worden gericht.

    4.           GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

    Het voorstel heeft geen gevolgen voor de EU-begroting omdat België een compensatieberekening zal verrichten overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad.

    5.           AANVULLENDE INFORMATIE

    Evaluatie-/herzienings-/vervalbepaling

    Het voorstel bevat een vervalbepaling.

    2012/0312 (NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    waarbij België wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde[3], en met name artikel 395, lid 1,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)       Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 21 juni 2012, heeft België verzocht om machtiging tot toepassing van een bijzondere maatregel die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG, waarbij belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 25 000 euro van de btw worden vrijgesteld. Hierdoor zullen deze belasting­plichtigen van sommige of alle in de hoofdstukken 2 tot en met 6 van titel XI van Richtlijn 2006/112/EG vastgestelde btw-verplichtingen worden ontheven.

    (2)       Bij brief van 13 september 2012 heeft de Commissie de overige lidstaten van het verzoek van België in kennis gesteld. Bij brief van 17 september 2012 heeft de Commissie België meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

    (3)       Krachtens artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG mogen lidstaten die geen gebruik hebben gemaakt van artikel 14 van Richtlijn 67/228/EEG[4] van de Raad, vrijstelling verlenen aan belastingplichtigen met een omzet die niet hoger is dan 5 000 euro. België heeft verzocht om dit drempelbedrag te verhogen tot 25 000 euro.

    (4)       Een hoger drempelbedrag voor de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen komt neer op een vereenvoudiging, omdat dit de btw-verplichtingen voor de kleinste ondernemingen aanzienlijk kan verminderen. De bijzondere regeling is facultatief voor belastingplichtigen.

    (5)       De Commissie heeft in haar richtlijnvoorstel ter vereenvoudiging van de btw-verplichtingen van 29 oktober 2004[5] bepalingen opgenomen die de lidstaten de mogelijkheid moesten bieden om het plafond voor de jaaromzet waaronder btw-vrijstelling kan worden verleend, vast te stellen op een jaarlijks herzienbaar bedrag van maximaal 100 000 euro of de tegenwaarde daarvan in de nationale munteenheid. Het verzoek van België is in overeenstemming met dit voorstel.

    (6)       De derogatie zal geen gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw en geen noemenswaardige invloed hebben op de totale btw-opbrengsten van de lidstaat in het stadium van het eindverbruik,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In afwijking van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG wordt België gemachtigd om belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 25 000 euro van de btw vrij te stellen.

    België mag dit drempelbedrag verhogen om de reële waarde van de vrijstelling te handhaven.

    Artikel 2

    Dit besluit is van toepassing tot en met de datum van inwerkingtreding van een richtlijn houdende wijziging van de drempelbedragen voor de jaaromzet waaronder belastingplichtigen in aanmerking kunnen komen voor een vrijstelling van de btw, of tot en met 31 december 2015, indien deze datum eerder valt.

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Artikel 3

    Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk België.

    Gedaan te Brussel,

                                                                           Voor de Raad

                                                                           De voorzitter

    [1]               PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.

    [2]               PB 71 van 14.4.1967, blz. 1303-1312.

    [3]               PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.

    [4]               PB 71 van 14.4.1967, blz. 1303-1312.

    [5]               COM(2004) 728 definitief.

    Top