Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011PC0134

    Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Republiek Litouwen wordt gemachtigd een maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

    /* COM/2011/0134 def. - NLE 2011/0057 */

    52011PC0134

    /* COM/2011/0134 def. - NLE 2011/0057 */ Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Republiek Litouwen wordt gemachtigd een maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde


    [pic] | EUROPESE COMMISSIE |

    Brussel, 23.3.2011

    COM(2011) 134 definitief

    2011/0057 (NLE)

    Voorstel voor een

    UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

    waarbij de Republiek Litouwen wordt gemachtigd een maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

    TOELICHTING

    1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

    Motivering en doel van het voorstel

    Overeenkomstig artikel 395, lid 1, van Richtlijn 2006/112/EG van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (hierna "de btw-richtlijn" genoemd) kan de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen elke lidstaat machtigen bijzondere, van de bepalingen van deze richtlijn afwijkende maatregelen te treffen, teneinde de belastinginning te vereenvoudigen of bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen.

    Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 19 november 2010, heeft Litouwen verzocht om belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 45 000 euro van de btw te mogen vrijstellen. Overeenkomstig artikel 395, lid 2, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 21 januari 2011 van het verzoek van Litouwen in kennis gesteld. Bij brief van 25 januari 2011 heeft de Commissie Litouwen meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

    Algemene context

    Overeenkomstig hoofdstuk 1 van titel XII van de btw-richtlijn kunnen de lidstaten een bijzondere regeling voor kleine ondernemingen toepassen, waarbij zij onder meer de mogelijkheid hebben om belastingplichtigen van wie de jaaromzet onder een bepaald plafond blijft, van de btw vrij te stellen. Deze vrijstelling houdt in dat de belastingplichtige geen btw in rekening hoeft te brengen over zijn prestaties, maar bijgevolg ook geen voorbelasting kan aftrekken.

    Het plafond voor de jaaromzet verschilt van lidstaat tot lidstaat, met name volgens hun datum van toetreding. Voor de lidstaten die zijn toegetreden na 1 januari 1978, is in artikel 287 van de btw-richtlijn een plafond voor de jaaromzet vastgesteld. In het geval van Litouwen is dit plafond vastgesteld op 29 000 euro op basis van de op de dag van toetreding geldende omrekeningskoers (artikel 287, punt 11, van de btw-richtlijn).

    Het Litouwse derogatieverzoek strekt ertoe het btw-stelsel voor kleine ondernemingen te vereenvoudigen door de invoering van deze vereenvoudigingsmaatregel voor belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 45 000 euro. De maatregel zal de lasten van de voor de regeling in aanmerking komende ondernemingen aanzienlijk verminderen en hen van vele btw-verplichtingen van het normale btw-stelsel ontheffen. Belastingplichtigen zullen de keuze hebben om de regeling al dan niet toe te passen.

    Uit door Litouwen verstrekte informatie blijkt dat de maatregel geen noemenswaardige invloed zal hebben op de totale btw-opbrengsten in het stadium van het eindverbruik.

    De derogatie zou gelden vanaf 1 januari 2012 tot 31 december 2014 of, indien deze vroeger valt, de datum van inwerkingtreding van een richtlijn waarin een drempelbedrag wordt vastgesteld voor de jaaromzet waaronder de prestaties van een belastingplichtige van de btw kunnen worden vrijgesteld.

    Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied

    In 2004 heeft de Commissie voorgesteld (COM(2004) 728 definitief) om het drempelbedrag van de jaaromzet dat de lidstaten kunnen hanteren om belastingplichtigen van de btw vrij te stellen, te verhogen tot een jaarlijks herzienbaar bedrag van 100 000 euro.

    Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie

    Niet van toepassing.

    2. RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

    Raadpleging van belanghebbende partijen

    Niet relevant.

    Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

    Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

    Effectbeoordeling

    Het besluit strekt ertoe een vereenvoudigingsmaatregel in te voeren die ondernemingen met een jaaromzet van niet meer dan 45 000 euro van vele btw-verplichtingen ontheft, en heeft aldus een potentieel positief effect op hen.

    Gelet op de beperkte werkingssfeer en toepassingduur van de derogatie zal het effect in ieder geval beperkt zijn.

    3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

    Samenvatting van de voorgestelde maatregel

    Machtiging van Litouwen tot toepassing van een maatregel die afwijkt van Richtlijn 2006/112/EG, waarbij een vereenvoudigingsmaatregel wordt ingevoerd voor ondernemingen met een jaaromzet van niet meer dan 45 000 euro.

    Rechtsgrondslag

    Artikel 395 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde.

    Subsidiariteitsbeginsel

    Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de EU valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

    Evenredigheidsbeginsel

    Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

    Het uitvoeringsbesluit betreft een machtiging die wordt verleend aan een lidstaat op diens eigen verzoek, en houdt geen enkele verplichting in.

    Gezien de beperkte werkingssfeer van de derogatie staat de bijzondere maatregel in verhouding tot het beoogde doel.

    Keuze van instrumenten

    Voorgesteld instrument: besluit.

    Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn.

    Overeenkomstig artikel 395 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde kan slechts van de normale btw-regels worden afgeweken als de Raad een lidstaat daartoe op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen machtigt. Een besluit van de Raad is het meest geschikte instrument, aangezien een besluit tot individuele lidstaten kan worden gericht.

    4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

    Het voorstel heeft geen gevolgen voor de EU-begroting.

    5. AANVULLENDE INFORMATIE

    Het voorstel bevat een vervalbepaling.

    2011/0057 (NLE)

    Voorstel voor een

    UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

    waarbij de Republiek Litouwen wordt gemachtigd een maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde[1] ("de btw-richtlijn"), en met name artikel 395, lid 1,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    1. Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 19 november 2010, heeft Litouwen verzocht om machtiging tot toepassing van een maatregel die afwijkt van artikel 287, punt 11, van de btw-richtlijn, teneinde belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 45 000 euro van de btw te mogen vrijstellen. Door de maatregel zullen deze belastingplichtigen van sommige of alle in de hoofdstukken 2 tot en met 6 van titel XI van de btw-richtlijn vastgestelde btw-verplichtingen worden ontheven.

    2. Bij brief van 21 januari 2011 heeft de Commissie, overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van de btw-richtlijn de overige lidstaten van het verzoek van Litouwen in kennis gesteld. Bij brief van 25 januari 2011 heeft de Commissie Litouwen meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

    3. Krachtens titel XII van de btw-richtlijn mogen de lidstaten al een bijzondere regeling voor kleine ondernemingen toepassen. De maatregel wijkt slechts af van titel XII van de btw-richtlijn in die zin dat het drempelbedrag voor de jaaromzet van belastingplichtigen hoger is dan het drempelbedrag dat Litouwen thans krachtens artikel 287, punt 11, van de btw-richtlijn voor deze regeling mag hanteren, namelijk 29 000 euro.

    4. Een hoger drempelbedrag voor de bijzondere regeling komt neer op een vereenvoudiging, omdat dit de btw-verplichtingen voor de kleinste ondernemingen aanzienlijk kan verminderen; aangezien de bijzondere regeling voor belastingplichtigen facultatief is, kunnen ondernemingen evenwel nog altijd voor het normale btw-stelsel kiezen.

    5. De Commissie heeft in haar richtlijnvoorstel ter vereenvoudiging van de btw-verplichtingen van 29 oktober 2004[2] bepalingen opgenomen die de lidstaten de mogelijkheid moesten bieden om het plafond voor de jaaromzet waaronder btw-vrijstelling kan worden verleend, vast te stellen op een jaarlijks herzienbaar bedrag van maximaal 100 000 euro of de tegenwaarde daarvan in de nationale munteenheid. Het verzoek van Litouwen is in overeenstemming met dit voorstel.

    6. De derogatie zal geen gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw en geen noemenswaardige invloed hebben op de totale btw-opbrengsten van de lidstaat in het stadium van het eindverbruik,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In afwijking van artikel 287, punt 11, van Richtlijn 2006/112/EG wordt de Republiek Litouwen gemachtigd btw-vrijstelling toe te kennen aan belastingplichtigen met een jaaromzet die ten hoogste gelijk is aan de tegenwaarde van 45 000 euro in de nationale munteenheid tegen de op de dag van toetreding tot de Europese Unie geldende omrekeningskoers.

    Artikel 2

    Dit besluit wordt van kracht op de dag van kennisgeving.

    Het is van toepassing vanaf 1 januari 2012 tot en met de datum van inwerkingtreding van een richtlijn houdende wijziging van de drempelbedragen voor de jaaromzet waaronder belastingplichtigen in aanmerking kunnen komen voor een vrijstelling van de btw, of tot en met 31 december 2014, indien deze datum eerder valt.

    Artikel 3

    Dit besluit is gericht tot de Republiek Litouwen.

    Gedaan te Brussel,

    Voor de Raad

    De voorzitter

    [1] PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.

    [2] COM(2004) 728 definitief ( PB C 24 van 29.1.2005, blz. 8).

    Top