52011PC0004

[pic] | EUROPESE COMMISSIE |

Brussel, 18.1.2011

COM(2011) 4 definitief

2011/0003 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

tot vaststelling van het namens de Unie in de Internationale Graanraad in te nemen standpunt met betrekking tot de verlenging van het Graanhandelsverdrag 1995

TOELICHTING

1. Het Graanhandelsverdrag 1995 (hierna "het verdrag" genoemd) is door de Gemeenschap bij Besluit 96/88/EG van de Raad[1] gesloten voor een periode die zou aflopen op 30 juni 1998. Het verdrag is sindsdien meermaals verlengd. De geldigheidsduur is bij besluit van de Internationale Graanraad van juni 2009 nogmaals verlengd (dit keer tot 30 juni 2011).

2. Een verlenging van het verdrag met nogmaals maximaal twee jaar is in het belang van de Unie.

3. De verlenging van het verdrag houdt in dat de bijdrage van de EU in de huishoudelijke uitgaven van de Internationale Graanovereenkomst, waaronder zowel het Graanhandelsverdrag als het Voedselhulpverdrag 1999 vallen, eveneens wordt verlengd. Deze bijdrage is opgenomen in post 05 06 01 van de EU-begroting (“Internationale landbouwovereenkomsten”).

4. Het doel van dit voorstel is om de Raad te verzoeken de Commissie te machtigen om binnen de Internationale Graanraad namens de Unie vóór verlenging van het Graanhandelsverdrag tot en met 30 juni 2013 te stemmen.

2011/0003 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

tot vaststelling van het namens de Unie in de Internationale Graanraad in te nemen standpunt met betrekking tot de verlenging van het Graanhandelsverdrag 1995

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, juncto artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

1. Het Graanhandelsverdrag 1995 is door de Gemeenschap gesloten bij Besluit 96/88/EG van de Raad[2] en is geregeld met een periode van twee jaar verlengd. De laatste keer dat de geldigheidsduur van dit verdrag is verlengd (dit keer tot en met 30 juni 2011), was in juni 2009 bij besluit van de Internationale Graanraad. Het is in het belang van de Unie het verdrag nogmaals te verlengen. Daarom moet de Commissie, die de Unie bij het Graanhandelsverdrag vertegenwoordigt, worden gemachtigd vóór die verlenging te stemmen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Enig artikel

De Europese Unie stemt binnen de Internationale Graanraad vóór de verlenging van het Graanhandelsverdrag 1995 met een periode van nogmaals twee jaar.

De Commissie wordt hierbij gemachtigd dit standpunt in te nemen in de Internationale Graanraad.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM BIJ HET BESLUIT

Beleidsterrein: Landbouw en plattelandsontwikkeling Activiteit: Internationale aspecten van het beleidsgebied landbouw en plattelandsontwikkeling |

BENAMING VAN DE ACTIE: VERLENGING VAN HET GRAANHANDELSVERDRAG 1995 |

1. BEGROTINGSLIJN + RUBRIEK

Rubriek 4 – de EU als mondiale partner

05 06 01: Internationale landbouwovereenkomsten

2. ALGEMENE CIJFERS

2.1. Totale toewijzing voor de actie (deel B): 0,756 miljoen euro

2.2. Duur: 1.7.2011 tot en met 30.6.2013

2.3. Totale meerjarenraming van de uitgaven (in miljoenen euro's), op voorwaarde dat de begrotingsautoriteit de begrotingen 2012 en 2013 goedkeurt

2012 | 2013 | Totaal |

Vastleggingen | 0,360 | 0,396 | 0,756 |

Betalingen | 0,360 | 0,396 | 0,756 |

2.4. Verenigbaarheid met de financiële programmering en de financiële vooruitzichten

X Voorstel verenigbaar met de bestaande financiële programmering.

2.5. Financiële gevolgen voor de ontvangsten

X Geen financiële gevolgen (betreft technische aspecten in verband met de tenuitvoerlegging van een maatregel).

3. BEGROTINGSKENMERKEN

Aard van de uitgave | Nieuw | Bijdrage EVA | Deelname kandidaat-lidstaten | Rubriek financiële vooruitzichten |

Verplicht | Gespl. | NEE | NEE | NEE | 4 De EU als mondiale partner |

4. RECHTSGRONDSLAG

Artikel 207, juncto artikel 218, lid 9, van het Verdrag (VWEU).

5. BESCHRIJVING EN MOTIVERING

5.1. Behoefte aan een EU-optreden

Internationale landbouwovereenkomsten zijn belangrijke instrumenten om wereldwijde ontwikkelingen te volgen en de belangen van de Unie met betrekking tot de betrokken producten te behartigen, en hebben daarom een dermate grote economische betekenis dat de EU het zich niet kan veroorloven geen partij bij die overeenkomsten te zijn.

De doelstellingen van de internationale overeenkomsten kunnen mede dankzij de lidmaatschapscontributies van de EU aan de Internationale Graanraad (IGR) worden verwezenlijkt. De IGR is bevoegd voor het beheer van het Graanhandelsverdrag 1995 en het Voedselhulpverdrag 1999 en bevordert de verwezenlijking van de daarin vervatte doelstellingen (respectievelijk internationale samenwerking, uitwisseling van statistische informatie, voorspelling van markttendensen, enz., en de garantie dat de ontwikkelingslanden een minimumbedrag aan voedselhulp van de Europese Unie ontvangen). Het is derhalve in het belang van de EU om partij te zijn bij deze verdragen.

De lidmaatschapscontributies worden jaarlijks vastgesteld en zijn verschuldigd zolang de EG partij is bij die verdragen.

Het is duidelijk dat als de EU dezelfde acties zou moeten ondernemen als nu door de IGC worden ondernomen, de totale kosten daarvan veel hoger zouden zijn dan de lidmaatschapsbijdragen.

5.2. Voorgenomen maatregelen en wijze van financiering uit de begroting

De EU draagt jaarlijks lidmaatschapscontributies af aan de Internationale Graanraad.

Deze bijdragen worden betaald zolang de EU medeondertekenaar van de betrokken verdragen blijft.

De Europese Commissie is ten volle bij de activiteiten van de IGC betrokken en geniet alle voordelen die aan het lidmaatschap verbonden zijn.

6. FINANCIËLE GEVOLGEN

6.1. Totale financiële gevolgen voor deel B

Vastleggingen (tot op 3 decimalen nauwkeurig): 0,756 miljoen voor de periode van twee jaar: 0,360 voor 2011/2012 en 0,396 voor 2012/2013.

6.2. Berekening

De uitgaven die gepaard gaan met de uitvoering van de twee verdragen, worden gedekt door contributies die de partijen bij het Graanhandelsverdrag jaarlijks betalen.

De bijdrage wordt vastgesteld overeenkomstig het aantal aan het betrokken lid toegewezen stemmen en het belang van dat lid op de internationale markt.

Naar raming zal de Europese Unie in 2011/2012 en 2012/2013 386 van de in totaal 2000 stemmen krijgen. Voor 2011/2012 worden de kosten per stem op 932 euro geraamd, wat neerkomt op een EU-bijdrage van 0,360 miljoen euro. Voor 2012/2013 worden de kosten, rekening houdend met de aanpassing van de prijs per stem, op 0,396 miljoen euro geraamd. Deze bedragen zijn verhoogd met een veiligheidsmarge van 10 % (wisselkoersen, onverwachte veranderingen van de organisatie, enz.). Voor de berekeningen hebben wij gebruikgemaakt van een geraamde wisselkoers van 1,25 euro = 1 GBP.

7. GEVOLGEN VOOR DE PERSONELE EN ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

7.1. Gevolgen voor de personele middelen

Soort ambten | Personeel voor het beheer van de actie (huidige personeelsleden) | Totaal | Beschrijving van de taken die uit de actie voortvloeien |

Aantal vaste posten | Aantal tijdelijke posten |

Vaste ambtenaren of tijdelijke functionarissen | A B C | 0,2 0,1 – | – – – | 0,2 0,1 – | Voorbereiding voor deelname aan en follow-up van vergaderingen van de IGC |

Ander personeel | – | – | – |

Totaal | 0,3 | – | 0,3 |

7.2. Algemene financiële gevolgen in verband met de personele middelen

Soort personeel | Bedrag in euro's | Wijze van berekening |

Ambtenaren Tijdelijk personeel | 36 600 | 0,3 x 122 000 |

Ander personeel |

Totaal | 36 600 |

8. FOLLOW-UP EN EVALUATIE

8.1. Follow-up

De diensten van de Commissie zullen ten volle deelnemen aan de administratieve commissies en de Raad van de IGR; deze organen zijn verantwoordelijk voor de vaststelling van de begrotingsbijdragen.

Een verslag van deze vergaderingen en van de in deze vergaderingen genomen besluiten wordt bekendgemaakt en is vrij toegankelijk voor alle leden.

9. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

Op de uitvoering en controle van de EU-bijdragen wordt toezicht gehouden overeenkomstig de in het Graanhandelsverdrag vastgestelde voorschriften.

Specifieke voorschriften inzake audit en controle worden vastgesteld in de rechtsgrond van deze internationale organisatie.

De rekeningen van deze organisatie worden gecertificeerd door een onafhankelijke externe auditor. Deze certificering wordt voor goedkeuring en bekendmaking overgelegd aan het bevoegde orgaan van de IGR.

[1] PB L 21 van 27.1.1996, blz. 47.

[2] PB L 21 van 27.1.1996, blz. 6.