Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009PC0453

    Voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende de ondertekening van de Samenwerkingsovereenkomst inzake satellietnavigatie tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en het Koninkrijk Noorwegen

    /* COM/2009/0453 def. - ACC 2009/0124 */

    52009PC0453

    Voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende de ondertekening van de Samenwerkingsovereenkomst inzake satellietnavigatie tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en het Koninkrijk Noorwegen /* COM/2009/0453 def. - ACC 2009/0124 */


    [pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

    Brussel, 4.9.2009

    COM(2009) 453 definitief

    2009/0124 (ACC)

    Voorstel voor een

    BESCHIKKING VAN DE RAAD

    betreffende de ondertekening van de Samenwerkingsovereenkomst inzake satellietnavigatie tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en het Koninkrijk Noorwegen

    A) TOELICHTING

    1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL |

    110 | 1.1. Motivering en doel van het voorstel Om technologische, geografische en financiële redenen speelt Noorwegen een belangrijke rol in de Europese GNSS. Noorwegen levert kritieke technologie voor Galileo en biedt onderdak aan twee belangrijke grondinstallaties op Spitsbergen en Antarctica die bijdragen tot de goede werking van het systeem. Deze overeenkomst beoogt vooral op relevante gebieden, zoals beveiliging, die niet onder het bestaande Galileo-acquis vallen de samenwerkingsbeginselen in het algemeen en de rechten en verplichtingen van Noorwegen te regelen. Over de overeenkomst is onderhandeld op basis van de door de Raad op 8 juli 2005 aangenomen onderhandelingsrichtsnoeren. De overeenkomst is geparafeerd op 17 juli 2009. De overeenkomst zal worden aangevuld met een voorgesteld besluit van het Gemengd Comité van de EER (doc. nr. 25100, zaak nr. 25099) tot wijziging van de Protocollen 31 en 37 van de EER-Overeenkomst waarbij Noorwegen Verordening (EG) nr. 1321/2004 van de Raad van 12 juli 2004 inzake de beheerstructuren van de Europese programma's voor radionavigatie per satelliet, Verordening (EG) nr. 1942/2006 van de Raad van 12 december 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1321/2004 inzake de beheersstructuren van de Europese programma's voor radionavigatie per satelliet en Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende de voortzetting van de uitvoering van de Europese programma’s voor navigatie per satelliet (EGNOS en Galileo) onderschrijft. De artikelen 4, lid 5, en 6, lid 4, van deze verordening bieden derde landen de mogelijkheid aanvullende financiering voor de Europese GNSS-programma’s te verstrekken overeenkomstig voorwaarden die moeten worden vastgelegd in overeenkomsten ingevolge artikel 300 van het Verdrag. De overeenkomst is beperkt tot thema’s die bestreken moeten worden om nauwe samenwerking met Noorwegen mogelijk te maken. Aangezien Galileo en EGNOS als EG-wijde programma’s worden opgebouwd en beheerd, zijn gemeenschappelijke benaderingen en werkmethoden voor alle EU-lidstaten en sommige niet-EU-lidstaten (Noorwegen en Zwitserland) nodig. De regels betreffende deze thema’s moeten door de overheden worden vastgesteld en Europawijd coherent worden gehandhaafd. De Commissie, die het programma beheert namens de Gemeenschap, de eigenaar van het systeem, dient alle redelijke maatregelen te nemen om deze coherentie tot stand te brengen. Zoniet zouden de beveiligingsrisico’s verhogen en zouden de EG en haar lidstaten bij ernstige incidenten in hogere mate aan aansprakelijkheidsclaims blootstaan. |

    120 | 1.2. Algemene context Noorwegen is sinds de begintijd van het programma onze naaste niet-EU-samenwerkingspartner. Noorwegen heeft in de afgelopen jaren politiek, technisch en financieel aan alle fasen van Galileo meegewerkt via zijn lidmaatschap van het Europees Ruimteagentschap en zijn informele deelname aan de Galileospecifieke EG-bestuursstructuren. Deze overeenkomst en een parallel gerelateerd besluit via het Gemengd Comité van de EER zullen deze hechte integratie van Noorwegen in de Europese GNSS-programma’s formaliseren en verdiepen. Zonder deze overeenkomst zou de deelname van Noorwegen binnen de grenzen van de EER-Overeenkomst voortgaan. Dit zou in de sectoren beveiliging, normalisatie, certificatie en radiospectrum tot onzekerheid over de aard van de samenwerking leiden. Bovendien stelt de overeenkomst de EG in staat enerzijds algemene beginselen met inbegrip van een voorwaardelijkheidsclausule voor samenwerking op het gebied van beveiliging vast te stellen. Anderzijds omvat de overeenkomst een politieke toezegging van Noorwegen om toekomstig EG-beleid dat gericht is op de bescherming van de Europese GNSS te onderschrijven. |

    130 | 1.3. Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied De samenwerking van Noorwegen inzake Galileo zal worden georganiseerd door middel van twee complementaire instrumenten: een besluit van het Gemengd Comité van de EER dat in het Galileo-acquis voorziet en, als overkoepelend geheel voor de samenwerking, de bijgevoegde overeenkomst die beginselen inzake toekomstige samenwerking en complementaire bepalingen betreffende samenwerking op het gebied van beveiliging, normalisatie en certificatie omvat. |

    140 | 1.4. Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie Het voorstel is in overeenstemming met het beleid van de EG om Noorwegen via de EER-Overeenkomst in communautaire programma’s te integreren. Bovendien ondersteunt het de doelstellingen van de Commissie door het versterken van het communautaire aspect van samenwerking in beleidssectoren die relevant zijn voor non-proliferatie. |

    2. RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING |

    2.1. Raadpleging van belanghebbende partijen |

    211 | Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten Het Speciaal Comité van de Raad, beveiligingsautoriteiten van de lidstaten en Noorwegen zijn zowel in het stadium van de onderhandelingsrichtsnoeren als tijdens de onderhandelingen geraadpleegd via werkgroep 2 van de Beveiligingsraad van Galileo en via bilaterale vergaderingen met Noorse autoriteiten. Tot de respondenten behoorden technische, beveiligings- en vervoersdeskundigen van de EU-LS en Noorse nationale beveiligingsautoriteiten, ministeries van Buitenlandse Zaken, Defensie en Buitenlandse Zaken, het Europees Ruimteagentschap en nationale ruimteagentschappen. |

    212 | Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden Deze belanghebbenden hebben de hechte integratie van Noorwegen in de samenwerking in het kader van voor Galileo relevante beveiligingsaangelegenheden ondersteund en het belang onderstreept om kwesties zoals de beveiliging van grondfaciliteiten in de overeenkomst op te nemen. |

    2.2. Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid |

    221 | Betrokken wetenschaps- en kennisgebieden Ruimtetechnologie/grondfaciliteiten, beveiliging/industriële en overheidsbeveiliging, informatiebeveiliging en internationaal recht/voorrechten en immuniteiten. |

    222 | Gebruikte methode Vooral vergaderingen |

    223 | Belangrijkste geraadpleegde organisaties en deskundigen Ministeries en ruimteagentschappen van de EU-LS, EER-secretariaat, ruimte-industrie |

    2249 | Samenvatting van de ontvangen en gebruikte adviezen Er is niet gewezen op mogelijk ernstige risico's met onomkeerbare gevolgen. |

    225 | Er was brede consensus over de beginselen inzake samenwerking waarin de overeenkomst voorziet en de doelstelling om Noorwegen hecht in het programma inclusief de rechten en overeenkomstige verplichtingen te integreren. Het beveiligingsprofiel van Noorwegen heeft de deskundigen vertrouwen ingeboezemd. |

    226 | Wijze waarop het deskundigenadvies beschikbaar is gemaakt voor het publiek De conclusies van de beveiligingsdeskundigen zijn niet openbaar gemaakt. |

    230 | 2.3. Effectbeoordeling De actie is erop gericht in de opbouw- en operationele fasen van Galileo en EGNOS de nauwe betrokkenheid van Noorwegen te verzekeren. Deze twee initiatieven omvatten belangrijke industriële, economische en strategische componenten. Het bestuur van de Europese GNSS-programma’s is gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 683/2008: het zwaartepunt heeft zich verlegd van een publiek-privaat partnerschap naar programma’s en systemen waarvan de Gemeenschap de beheerder respectievelijk de eigenaar is. Deze ontwikkeling en de inhoud van de samenwerking waaraan beveiligingsimplicaties verbonden zijn, vereisen formele regulerende maatregelen. Dientengevolge zijn drie opties onderzocht om dit doel te bereiken: De eerste optie was een associatie van Noorwegen bij het programma via een specifieke internationale samenwerkingsinstantie (Galileo International Board) die alle bij Galileo belanghebbende derde landen verenigt. Na lange besprekingen betreffende deze instantie met Noorwegen en andere derde landen is de optie verlaten. Noorwegen meende dat het onrechtvaardig was behandeld te worden zoals aanzienlijk minder geïntegreerde niet-Europese derde landen die niet financieel in het programma hebben bijgedragen. De tweede optie bestond erin alleen het EER-kader als instrument te gebruiken om de samenwerking te formaliseren. Dit is grondig bestudeerd inclusief de juridische mogelijkheden om de volledige reikwijdte van de gewenste samenwerking te bestrijken. Uiteindelijk is geconcludeerd dat de EER de beste optie was om het bestaande EG-acquis betreffende Galileo te incorporeren. Daartoe behoren comités, besluitvorming zonder stemrechten, eigendomsregels, procurement, financiële bijdragen enz. De EER-optie werd voor bepaalde sectoren zoals beveiliging, spectrum en normalisatie echter ontoereikend geacht. Ook was het vanuit EG-oogpunt niet haalbaar beginselen en voorwaardelijkheidsbepalingen in te voeren die niet in het Galileo-acquis aanwezig zijn. De derde optie was een combinatie van het besluit van het Gemengd Comité van de EER en de bijgevoegde gemengde overeenkomst. Deze combinatie maakte praktische differentiëring tussen Noorwegen en IJsland (leden van de EER) mogelijk om aanvullende toezeggingen/verplichtingen voor Noorwegen in te voeren, de bepalingen betreffende beveiliging aan te scherpen en in beginselen en boodschappen te voorzien die het pad effenen voor een wederzijds voordelige samenwerkingsrelatie op lange termijn. |

    3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL |

    305 | 3.1. Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en) De Commissie stelt de Raad voor om machtiging te verlenen tot de ondertekening en voorlopige toepassing van een Samenwerkingsovereenkomst inzake satellietnavigatie tussen de EG en haar lidstaten en het Koninkrijk Noorwegen. Ten gevolge van de bepalingen betreffende met name de beveiliging van de Galileo-grondfaciliteiten op de Noorse grondgebieden is voorlopige toepassing een noodzakelijke maatregel om de toepassing van de overeenkomst te versnellen. |

    310 | 3.2. Rechtsgrondslag De artikelen 133 en 170 in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. |

    320 | 3.3. Subsidiariteitsbeginsel Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing voor zover het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap vallen. |

    De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende reden(en) niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt. |

    321 | Galileo is een Europees initiatief met een geraamde kostprijs van miljarden euro’s, een bedrag dat geen enkele lidstaat bereid is alleen te financieren. De voorgestelde overeenkomst kan zich inhoudelijk niet tot één lidstaat of een groep van lidstaten beperken, maar is van invloed op de EU als geheel en heeft in bepaalde opzichten (bv. grondstationdiensten) zelfs een wereldwijde impact. |

    323 | De industriële en technische kennis (inclusief beveiligingskennis) in de ruimtesector is over verschillende Europese landen inclusief Noorwegen verspreid en geen enkele staat kan die helemaal alleen beheersen. Zonder een gecoördineerde inspanning en informatie-uitwisseling zou het risico om met Noorwegen over suboptimale oplossingen tot overeenstemming te komen, toenemen. Vergissingen op het gebied van beveiliging kunnen de zekerheid van levering van exportgecontroleerde componenten aan de Europese GNSS, met name uit de Verenigde Staten, in het gedrang brengen. Daardoor zouden de kosten van de programma’s stijgen. |

    De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende reden(en) beter door een optreden van de Gemeenschap worden verwezenlijkt. |

    324 | De infrastructuur van de Europese GNSS wordt momenteel over de hele wereld ontplooid en de beveiliging ervan zal grotendeels afhangen van de handhaving van coherente beschermingsmaatregelen door alle lidstaten en niet-EU-staten die aan deze kritieke infrastructuur onderdak bieden. |

    325 | De omvang en de complexiteit van de Europese GNSS vereisen gecentraliseerde en eenvoudige beheersstructuren en duidelijke interfaces (aanspreekpunten en werkrelaties) tussen de EU-partij en derde landen. Een ruim netwerk van bilaterale betrekkingen met Noorwegen zou een hoog risico inhouden op inefficiënties, vertragingen en tegenstrijdigheden die zich in een industrieel project snel in hogere lasten voor de communautaire begroting vertalen. Ook is de kans om beginselen en voorwaardelijkheid aan Noorwegen op te leggen via individueel handelende lidstaten mogelijk kleiner dan via samenwerking. |

    327 | De overeenkomst is beperkt tot gemeenschappelijke beginselen en toezeggingen inzake samenwerking en tot specifieke kwesties betreffende grondinfrastructuur die deel uitmaakt van de GNSS die de EG in eigendom heeft. De overeenkomst steunt voor de uitvoering van de meeste van haar bepalingen op bestaande capaciteiten van de lidstaten (bv. op het gebied van exportcontrole, uitwisseling van gevoelige informatie). |

    Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel. |

    3.4. Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. |

    331 | De overeenkomst stelt de doelen en beginselen vast, maar omvat een clausule die verwijst naar de vaststelling van nadere maatregelen in afzonderlijke regelingen die samen met de deskundigen van de lidstaten en Noorwegen zullen worden vastgesteld. |

    332 | De overeenkomst is een traditioneel welbekend instrument in internationale betrekkingen, is samen met bestaande werkgroepen van deskundigen vastgesteld en moet door de bestaande besluitvormingsstructuren worden goedgekeurd. Zij roept geen nieuwe administratieve structuren in het leven. |

    3.5. Keuze van instrumenten |

    342 | Een internationale overeenkomst is het enige instrument dat EU-wijde coherentie in de betrekkingen met Noorwegen op het gebied van satellietnavigatie verzekert. Een uniforme toepassing is bijzonder belangrijk ten aanzien van beveiliging, die een belangrijk onderdeel van de overeenkomst vormt. Tegelijk maakt de overeenkomst flexibiliteit mogelijk wat betreft de uitvoeringsmaatregelen met name op het gebied van normalisatie en certificatie waar de lidstaten sleutelactoren zijn in de internationale organisaties. Het Verdrag voorziet niet in andere uitvoerbare opties voor het regelen van de relaties met een derde land. |

    4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING |

    409 | Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap. |

    5. AANVULLENDE INFORMATIE |

    531 | Het voorstel bevat een evaluatiebepaling. |

    B) VOORSTEL

    De Commissie stelt de Raad voor op basis van (de artikelen 133 en 170) in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap machtiging te verlenen tot de ondertekening en de voorlopige toepassing van de Samenwerkingsovereenkomst inzake satellietnavigatie tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en het Koninkrijk Noorwegen.

    2009/0124 (ACC)

    Voorstel voor een

    BESCHIKKING VAN DE RAAD

    betreffende de ondertekening van de Samenwerkingsovereenkomst inzake satellietnavigatie tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en het Koninkrijk Noorwegen

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 133 en 170 in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin,

    Gezien het voorstel van de Commissie[1],

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) De Commissie heeft onderhandeld over een overeenkomst met het Koninkrijk Noorwegen.

    (2) De overeenkomst is geparafeerd op 17 juli 2009.

    (3) Ingevolge artikel 12, lid 3, van de overeenkomst dient zij in afwachting van haar inwerkingtreding door de partijen voorlopig te worden toegepast.

    (4) De overeenkomst dient namens de Gemeenschap te worden ondertekend en vergezeld te gaan van een besluit inzake de voorlopige toepassing ervan,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    Onder voorbehoud van een mogelijke sluiting op een latere datum wordt de voorzitter van de Raad hierbij gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is namens de Europese Gemeenschap de Samenwerkingsovereenkomst inzake satellietnavigatie tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en het Koninkrijk Noorwegen te ondertekenen.

    De tekst van de overeenkomst is aan deze beschikking gehecht.

    Artikel 2

    De overeenkomst wordt in afwachting van haar inwerkingtreding op voorlopige basis toegepast. De voorlopige toepassing begint op de eerste dag van de eerste maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe specifiek vereiste procedures. Deze datum wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, […]

    Voor de Raad

    De voorzitter

    BIJLAGE

    SAMENWERKINGSOVEREENKOMST INZAKE SATELLIETNAVIGATIE TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN HAAR LIDSTATEN EN HET KONINKRIJK NOORWEGEN

    DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna de "Gemeenschap" genoemd,

    alsmede

    HET KONINKRIJK BELGIË,

    DE REPUBLIEK BULGARIJE,

    DE TSJECHISCHE REPUBLIEK,

    HET KONINKRIJK DENEMARKEN,

    DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,

    DE REPUBLIEK ESTLAND,

    DE HELLEENSE REPUBLIEK,

    HET KONINKRIJK SPANJE,

    DE FRANSE REPUBLIEK,

    IERLAND,

    DE ITALIAANSE REPUBLIEK,

    DE REPUBLIEK CYPRUS,

    DE REPUBLIEK LETLAND,

    DE REPUBLIEK LITOUWEN,

    HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG,

    DE REPUBLIEK HONGARIJE,

    DE REPUBLIEK MALTA,

    HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN,

    DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,

    DE REPUBLIEK POLEN,

    DE PORTUGESE REPUBLIEK,

    ROEMENIË

    DE REPUBLIEK SLOVENIË,

    DE SLOWAAKSE REPUBLIEK,

    DE REPUBLIEK FINLAND,

    HET KONINKRIJK ZWEDEN,

    HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,

    de partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, hierna "de lidstaten" genoemd, enerzijds,

    alsmede

    HET KONINKRIJK NOORWEGEN, hierna “Noorwegen” genoemd, anderzijds,

    hierna gezamenlijk “de partijen” genoemd,

    ERKENNENDE de nauwe deelname van Noorwegen aan de Galileo- en EGNOS-programma’s sinds de definitiefasen van de programma’s.

    ZICH BEWUST van de ontwikkeling in het bestuur, de eigendom en de financiering van de Europese GNSS-programma’s krachtens Verordening (EG) nr. 1321/2004 van de Raad van 12 juli 2004 inzake de beheerstructuren van de Europese programma's voor radionavigatie per satelliet, de wijzigingen ervan en Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende de voortzetting van de uitvoering van de Europese programma’s voor navigatie per satelliet (EGNOS en Galileo).

    OVERWEGENDE de voordelen van een gelijkwaardig niveau van bescherming van Europese GNSS en de diensten ervan op de grondgebieden van de partijen.

    ERKENNENDE het voornemen van Noorwegen om binnen zijn rechtsgebied tijdig maatregelen aan te nemen en te handhaven die voorzien in een gelijkwaardig niveau van beveiliging en veiligheid als die welke in de Europese Unie van toepassing zijn.

    ERKENNENDE de verplichtingen van de partijen volgens het internationaal recht.

    ERKENNENDE de belangstelling van Noorwegen voor alle Galileodiensten, inclusief PRS.

    ERKENNENDE de Overeenkomst tussen Noorwegen en de Europese Unie inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling van gerubriceerde gegevens.

    WENSENDE formeel nauwe samenwerking wat alle aspecten van de Europese GNSS-programma’s betreft tot stand te brengen.

    BESCHOUWENDE de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte als een geschikte wettelijke en institutionele basis om samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen op het gebied van satellietnavigatie tot stand te brengen.

    WENSENDE de bepalingen van de EER aan te vullen door middel van een bilaterale overeenkomst inzake satellietnavigatie in aangelegenheden die specifiek relevant zijn voor Noorwegen, de Gemeenschap en haar lidstaten,

    HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT DE VOLGENDE BEPALINGEN:

    ARTIKEL 1

    Doel van de overeenkomst

    Het hoofddoel van de overeenkomst is de samenwerking tussen de partijen verder te versterken door de op satellietnavigatie toepasselijke bepalingen van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte aan te vullen.

    ARTIKEL 2

    Definities

    In deze overeenkomst wordt verstaan onder:

    “European Global navigation satellite systems (GNSS)”: het GALILEO-systeem en het European Geostationary Navigation Overlay System (EGNOS).

    "Augmentatie": regionale mechanismen zoals het "European Geostationary Navigation Overlay System" (EGNOS). Deze mechanismen stellen de gebruikers van GNSS in staat een verbeterde prestatie te verkrijgen, zoals verhoogde nauwkeurigheid, beschikbaarheid, integriteit en betrouwbaarheid;

    "GALILEO": een autonoom civiel Europees mondiaal satellietnavigatie- en tijdbepalingssysteem onder civiele leiding, voor de aanbieding van GNSS-diensten die zijn ontworpen en ontwikkeld door de Gemeenschap en haar lidstaten. De exploitatie van GALILEO kan aan een private partij worden overgedragen.

    GALILEO voorziet in de "open service", "commercial service", "safety of life service" en "search and rescue service" naast een beveiligde "public regulated service" (PRS) met beperkte toegang om te voldoen aan de behoeften van geautoriseerde gebruikers uit de overheidssector.

    "Regulerende maatregel": een wet, regeling, beleid, regel, procedure, beslissing of soortgelijke administratieve handeling door een partij.

    "Gerubriceerde informatie": informatie in elke vorm die bescherming vereist tegen onbevoegde openbaarmaking waardoor de wezenlijke belangen, waaronder de nationale veiligheid, van de partijen of van afzonderlijke lidstaten in verschillende mate zouden kunnen worden geschaad. De rubricering ervan wordt aangeduid met een rubriceringsmarkering. Dergelijke informatie wordt door de partijen gerubriceerd in overeenstemming met de van toepassing zijnde wet- en regelgeving en moet tegen elk verlies van vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid worden beschermd.

    ARTIKEL 3

    Beginselen van de samenwerking

    1. De partijen komen overeen de volgende beginselen op onder deze overeenkomst vallende samenwerkingsactiviteiten toe te passen:

    2. De EER-Overeenkomst is de basis voor samenwerking op het gebied van satellietnavigatie tussen de partijen.

    3. Vrijheid om satellietnavigatiediensten te verlenen op de grondgebieden van de partijen.

    4. Vrijheid om alle Galileo- en EGNOS-diensten, inclusief PRS, te gebruiken, met inachtneming van de voorwaarden die op het gebruik ervan van toepassing zijn.

    5. Nauwe samenwerking in GNSS-beveiligingsaangelegenheden door het nemen en handhaven van gelijkwaardige GNSS-beveiligingsmaatregelen in de EU en in Noorwegen.

    6. Passende inachtneming van de internationale verplichtingen van de partijen met betrekking tot grondfaciliteiten van Europese GNSS.

    7. Deze overeenkomst is niet van invloed op de ten behoeve van de activiteiten van het GALILEO-programma bij het Gemeenschapsrecht ingestelde institutionele structuur. Deze overeenkomst is evenmin van invloed op de toepasselijke regulerende maatregelen ter uitvoering van non-proliferatieverbintenissen en exportcontrole, controles van immateriële overdrachten van technologie, noch op nationale veiligheidsmaatregelen.

    ARTIKEL 4

    Radiospectrum

    8. De partijen komen overeen in de Internationale Telecommunicatie-unie samen te werken op het gebied van radiospectrumkwesties betreffende Europese satellietnavigatiesystemen, rekening houdend met het op 5 november 2004 ondertekende “Memorandum of Understanding on the Management of ITU filings of the Galileo radio-navigation satellite service system”.

    9. In deze context beschermen de partijen adequate frequentietoewijzingen voor Europese satellietnavigatiesystemen om de beschikbaarheid van de diensten van deze systemen ten voordele van de gebruikers te verzekeren .

    10. Bovendien erkennen de partijen het belang om het radionavigatiespectrum te beschermen tegen verstoring en interferentie. Met dit doel sporen zij bronnen van interferentie op en streven zij wederzijds aanvaardbare oplossingen na om interferentie te bestrijden.

    11. Niets in deze overeenkomst mag aldus worden geïnterpreteerd dat afbreuk wordt gedaan aan de toepasselijke bepalingen van de Internationale Telecommunicatie-unie, inclusief de ITU-radioreglementen.

    ARTIKEL 5

    Grondfaciliteiten van Europese GNSS

    12. Noorwegen neemt alle haalbare maatregelen om de ontplooiing, het onderhoud en de vervanging van grondfaciliteiten van Europese GNSS (“grondfaciliteiten”) op de onder zijn jurisdictie vallende grondgebieden te vergemakkelijken.

    13. Noorwegen neemt alle haalbare maatregelen om de bescherming en de ononderbroken en ongestoorde werking van grondfaciliteiten op zijn grondgebieden te verzekeren inclusief, in voorkomend geval, door het inzetten van zijn rechtshandhavingsinstanties. Noorwegen zet alle haalbare middelen in om de faciliteiten vrij te houden van lokale radio-interferentie, hacking en pogingen tot afluisteren.

    14. De contractuele relaties betreffende de grondfaciliteiten worden overeengekomen tussen de EG en de houder van de eigendomsrechten. De Noorse autoriteiten respecteren ten volle de speciale status van de grondfaciliteiten en streven telkens wanneer mogelijk voorafgaande overeenstemming met de EG na alvorens maatregelen betreffende grondfaciliteiten worden genomen.

    15. Noorwegen staat ononderbroken en ongehinderde toegang tot de grondfaciliteiten toe aan alle aangewezen of op andere wijze door de Europese Gemeenschap gemachtigde personen. Daartoe richt Noorwegen een aanspreekpunt op dat informatie ontvangt over naar de grondfaciliteiten reizende personen en vergemakkelijkt het op ander wijze het verkeer en de activiteiten van dergelijke personen in de praktijk.

    16. De archieven en uitrusting van de grondfaciliteiten en documenten in doorvoer, ongeacht de vorm ervan, die een officieel zegel of merk dragen zijn niet onderworpen aan inspecties door douane of politie.

    17. In geval van een bedreiging of gevaar voor de beveiliging van grondfaciliteiten of de activiteiten ervan informeren Noorwegen en de Europese Commissie elkaar zonder uitstel van de gebeurtenis en de stappen om de situatie te verhelpen. De Europese Commissie kan een andere vertrouwensentiteit aanwijzen om voor dergelijke informatieverstrekking als aanspreekpunt met Noorwegen op te treden.

    18. De partijen stellen in een afzonderlijke regeling nadere procedures vast betreffende de kwesties in bovenstaande leden 1 tot 6. Dergelijke procedures hebben onder meer betrekking op verduidelijkingen betreffende inspecties, taken van de aanspreekpunten, eisen voor koeriers en betreffende maatregelen tegen lokale radiofrequentie-interferentie en vijandige aanvallen.

    ARTIKEL 6

    Beveiliging

    19. De partijen zijn overtuigd van de noodzaak om mondiale navigatiesatellietsystemen te beschermen tegen bedreigingen zoals misbruik, interferentie, verstoring en vijandige handelingen. Dientengevolge doen de partijen alle haalbare stappen, inclusief in voorkomend geval het sluiten van afzonderlijke overeenkomsten, om de continuïteit, veiligheid en beveiliging van de satellietnavigatiediensten en gerelateerde infrastructuur en kritieke activa op hun grondgebieden te verzekeren.De Europese Commissie is voornemens maatregelen te ontwikkelen om gevoelige activa, informatie en technologieën van de Europese GNSS-programma's te beschermen, te controleren en te beheren met het oog op dergelijke bedreigingen en ongewenste proliferatie.

    20. In deze context bevestigt Noorwegen zijn voornemen om binnen zijn rechtsgebied tijdig maatregelen te nemen en te handhaven die in een gelijkwaardig niveau van beveiliging en veiligheid voorzien als die welke in de Europese Unie van toepassing zijn.Met het oog hierop behandelen de partijen GNSS-beveiligingskwesties inclusief accreditatie in de relevante comités van de bestuursstructuur van Europese GNSS. De praktische regelingen en procedures moeten in de reglementen van orde van de relevante comités worden vastgesteld mede rekening houdend met het raamwerk van de EER-Overeenkomst.

    21. Mocht zich een gebeurtenis voordoen waarbij een dergelijk gelijkwaardig niveau van beveiliging en veiligheid niet kan worden bereikt, dat voeren de partijen overleg om de situatie te verhelpen. In voorkomend geval kan de reikwijdte van de samenwerking in deze sector dienovereenkomstig worden aangepast.

    ARTIKEL 7

    Uitwisselingen van gerubriceerde informatie

    22. De uitwisseling en bescherming van gerubriceerde informatie van de EU gebeurt overeenkomstig de "Agreement between Norway and the European Union on Security Procedures for the Exchange of Classified Information" (hierna “beveiligingsovereenkomst”) alsook de uitvoeringsregelingen van de beveiligingsovereenkomst.

    23. Noorwegen kan gerubriceerde informatie met een nationaal rubriceringsmerk betreffende Galileo uitwisselen met die lidstaten van de EU waarmee het met het oog daarop bilaterale overeenkomsten heeft gesloten.

    24. De partijen streven ernaar een algemeen en coherent rechtskader in te stellen op grond waarvan uitwisselingen van gerubriceerde informatie betreffende het Galileo-programma tussen alle partijen bij deze overeenkomst mogelijk zijn.

    ARTIKEL 8

    Exportcontrole

    25. Om de toepassing van een uniform beleid van exportcontroles en non-proliferatie betreffende Galileo tussen de partijen te verzekeren, bevestigt Noorwegen zijn voornemen om binnen zijn rechtsgebied tijdig maatregelen te nemen en te handhaven die zorgen voor een gelijkwaardig niveau van exportcontrole en niet-proliferatie van Galileo-technologieën, -data en –artikelen als die welke in de Europese Unie van toepassing zijn.

    26. Mocht zich een gebeurtenis voordoen waarbij een dergelijk gelijkwaardig niveau van exportcontrole en non-proliferatie niet kan worden bereikt, dat voeren de partijen overleg om de situatie te verhelpen. In voorkomend geval kan de reikwijdte van de samenwerking in deze sector dienovereenkomstig worden aangepast.

    ARTIKEL 9

    Public regulated service

    Noorwegen heeft belangstelling getoond voor de public regulated service van Galileo en beschouwt deze als een belangrijk element van zijn deelname aan de Europese GNSS-programma’s. De partijen komen overeen deze kwestie te behandelen zodra de beleidslijnen en operationele regelingen betreffende toegang tot de PRS zijn vastgesteld.

    ARTIKEL 10

    Internationale samenwerking

    27. De partijen erkennen de betekenis van het coördineren van de benaderingen in internationale normalisatie- en certificeringsforums betreffende mondiale satellietnavigatiediensten. Met name steunen de partijen gezamenlijk de ontwikkeling van GALILEO-normen en bevorderen zij de toepassing ervan wereldwijd, waarbij de klemtoon gelegd wordt op interoperabiliteit met andere GNSS.

    28. Bijgevolg werken de partijen, ter bevordering en implementatie van de doelstellingen van deze overeenkomst, in voorkomende gevallen samen inzake alle GNSS-aangelegenheden die met name aan de orde komen in de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, de Internationale Maritieme Organisatie en de Internationale Telecommunicatie-unie.

    ARTIKEL 11

    Overleg en oplossing van geschillen

    De partijen voeren, op verzoek van een van hen, onmiddellijk overleg over elk punt van discussie dat voortkomt uit de interpretatie of toepassing van deze overeenkomst. Alle geschillen betreffende de interpretatie of de toepassing van deze overeenkomst worden geschikt tussen de partijen.

    ARTIKEL 12

    Inwerkingtreding en beëindiging

    29. Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op die waarin de partijen de voltooiing van de daartoe vereiste procedures ter kennis hebben gebracht. De kennisgevingen worden gezonden aan de Raad van de Europese Unie, die de depositaris van deze overeenkomst is.

    30. Het verstrijken of opzeggen van deze overeenkomst heeft geen invloed op de geldigheid of duur van in het kader van de overeenkomst getroffen regelingen of op specifieke rechten en verplichtingen die op het gebied van intellectuele eigendomsrechten zijn ontstaan.

    31. Deze overeenkomst kan worden gewijzigd wanneer de partijen daarover schriftelijk onderlinge overeenstemming bereiken. Wijzigingen treden in werking op de datum na de laatste diplomatieke nota waarin de andere partij wordt geïnformeerd dat hun respectieve voor de inwerkingtreding van een wijziging noodzakelijke interne procedures zijn voltooid.

    32. Onverminderd lid 1 stemmen de partijen ermee in deze overeenkomst voorlopig toe te passen vanaf de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.

    33. Elke partij kan, doordat zij de andere partij daarvan zes maanden van tevoren schriftelijk in kennis stelt, deze overeenkomst opzeggen.

    Deze Overeenkomst is opgesteld in twee exemplaren in de Bulgaarse, Deense, Duitse, Engelse, Estse, Finse, Franse, Griekse, Hongaarse, Italiaanse, Letse, Litouwse, Maltese, Nederlandse, Poolse, Portugese, Roemeense, Sloveense, Slowaakse, Spaanse, Tsjechisch, Zweedse en Noorse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

    [1] PB C van , blz. .

    Top