Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32020D1420

    Besluit (EU) 2020/1420 van de Raad van 15 oktober 2018 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en haar lidstaten, en de voorlopige toepassing van een protocol bij de Euromediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie

    PB L 330 van 09/10/2020, p. 1–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2020/1420/oj

    Related international agreement

    9.10.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 330/1


    BESLUIT (EU) 2020/1420 VAN DE RAAD

    van 15 oktober 2018

    betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en haar lidstaten, en de voorlopige toepassing van een protocol bij de Euromediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 217, in samenhang met artikel 218, lid 5,

    Gezien de Akte van toetreding van de Republiek Kroatië, en met name artikel 6, lid 2,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Euromediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds (1) (“de overeenkomst”), werd op 17 juli 1995 in Brussel ondertekend. De overeenkomst is op 1 maart 1998 in werking getreden.

    (2)

    De Republiek Kroatië is op 1 juli 2013 toegetreden tot de Europese Unie.

    (3)

    Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van de Akte van toetreding van de Republiek Kroatië, dient de toetreding van de Republiek Kroatië tot de overeenkomst te worden geregeld door middel van een protocol bij de overeenkomst (“het protocol”). Daarbij wordt een vereenvoudigde procedure toegepast, waarbij een protocol wordt gesloten door de Raad, handelend met eenparigheid van stemmen namens de lidstaten, en het betrokken derde land.

    (4)

    Op 14 september 2012 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen met de betrokken derde landen in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Unie. De onderhandelingen met de Republiek Tunesië zijn succesvol afgesloten op 11 mei 2018.

    (5)

    Het protocol dient derhalve namens de Europese Unie en haar lidstaten te worden ondertekend en het dient voorlopig te worden toegepast, in afwachting van de voltooiing van de voor de sluiting ervan vereiste procedures,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Er wordt machtiging verleend voor de ondertekening, namens de Unie en haar lidstaten, van het Protocol bij de Euromediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie, onder voorbehoud van de sluiting ervan.

    De tekst van het protocol is aan dit besluit gehecht.

    Artikel 2

    De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) het protocol namens de Unie en haar lidstaten te ondertekenen.

    Artikel 3

    Het protocol wordt voorlopig toegepast met ingang van 1 juli 2013, in afwachting van de voltooiing van de voor de sluiting ervan vereiste procedures.

    Artikel 4

    Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

    Gedaan te Luxemburg, 15 oktober 2018.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    F. MOGHERINI


    (1)   PB L 97 van 30.3.1998, blz. 2.


    Top