Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31992R1536

    Verordening (EEG) nr. 1536/92 van de Raad van 9 juni 1992 tot vaststelling van gemeenschappelijke handelsnormen voor tonijn- en bonietconserven

    PB L 163 van 17/06/1992, p. 1–4 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1992/1536/oj

    31992R1536

    Verordening (EEG) nr. 1536/92 van de Raad van 9 juni 1992 tot vaststelling van gemeenschappelijke handelsnormen voor tonijn- en bonietconserven

    Publicatieblad Nr. L 163 van 17/06/1992 blz. 0001 - 0004
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 4 Deel 4 blz. 0093
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 4 Deel 4 blz. 0093


    VERORDENING (EEG) Nr. 1536/92 VAN DE RAAD van 9 juni 1992 tot vaststelling van gemeenschappelijke handelsnormen voor tonijn- en bonietconserven

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 3687/91 van de Raad van 28 november 1991 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijprodukten (1), inzonderheid op artikel 2, lid 3,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 3687/91 voorziet in de mogelijkheid om gemeenschappelijke handelsnormen vast te stellen voor visserijprodukten die in de Gemeenschap in de handel worden gebracht, ten einde met name produkten van onbevredigende handelskwaliteit uit de markt te houden en de handelsbetrekkingen te vergemakkelijken op basis van eerlijke concurrentie;

    Overwegende dat de vaststelling van dergelijke normen voor tonijn- en bonietconserven de rentabiliteit van de produktie en de afzet van de tonijnindustrie in de Gemeenschap ten goede kan komen en de afzet van de produkten kan vergemakkelijken;

    Overwegende dat, met name om de doorzichtigheid van de markt te waarborgen, dient te worden bepaald dat de betrokken produkten uitsluitend mogen zijn bereid uit duidelijk omschreven vissoorten en ten minste een bepaalde hoeveelheid vis moeten bevatten;

    Overwegende dat deze verordening ten doel heeft een handelsbenaming van de betrokken produkten vast te stellen; dat zij geenszins afbreuk doet aan de indeling en de tariefbehandeling bij de invoer van die produkten in de Gemeenschap, met name voor de toekenning van de preferentiële stelsels;

    Overwegende dat, ter verduidelijking van de verkoopbenaming van de betrokken produkten, nader moet worden bepaald in welke vorm de produkten die in de handel worden gebracht, moeten worden aangeboden en op welke wijze de opgiet moet worden aangeduid; dat een en ander geen belemmering mag vormen voor het op de markt brengen van eventuele nieuwe produkten;

    Overwegende dat in Richtlijn 79/112/EEG van de Raad van 18 december 1978 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake etikettering en presentatie van levensmiddelen bestemd voor de eindverbruiker alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (2) en in Richtlijn 76/211/EEG van de Raad van 20 januari 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het voorverpakken naar gewicht of volume van bepaalde produkten in voorverpakkingen (3) is bepaald welke aanduidingen noodzakelijk zijn voor een deugdelijke informatie en bescherming van de verbruiker met betrekking tot de inhoud van de recipiënten; dat voor tonijn- en bonietconserven bovendien de verkoopbenaming van de produkten moet worden bepaald op grond van de aanbiedingsvorm en de aangeboden culinaire bereiding en, eventueel, op grond van de gebruikte opgiet; dat moet worden voorgeschreven dat het visgehalte van het blik moet worden aangegeven in de etikettering van de betrokken produkten; dat nader moet worden bepaald wat onder de verkoopbenaming "in eigen vocht" moet worden verstaan;

    Overwegende dat Richtlijn 91/493/EEG van de Raad van 22 juli 1991 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van visserijprodukten (4) ten doel heeft de hygiënische voorschriften die bij het in de handel brengen van visserijprodukten in de Gemeenschap in acht moeten worden genomen, te harmoniseren, en de bescherming van de volksgezondheid te garanderen; dat de in deze verordening opgenomen bepalingen inzake handelsnormen de geldende hygiënische voorschriften onverlet laten;

    Overwegende dat de Commissie moet worden opgedragen de eventueel nodige uitvoeringsbepalingen van technische aard vast te stellen met inachtneming van de internationale verplichtingen van de Gemeenschap,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In deze verordening worden de handelsnormen vastgesteld voor tonijn- en bonietconserven die in de Gemeenschap in de handel worden gebracht.

    Artikel 2

    1. De in artikel 5 bedoelde verkoopbenaming mag alleen worden gebruikt voor tonijn- respectievelijk bonietconserven die aan de volgende eisen voldoen:

    1. wat betreft tonijnconserven:

    - onder de GN-codes 1604 14 10 en ex 1604 20 70 vallen;

    - uitsluitend uit vis van de in punt I van de bijlage bij deze verordening vermelde soorten zijn bereid;

    2. wat betreft bonietconserven:

    - onder de GN-codes 1604 14 90, ex 1604 20 50, 1604 19 30, ex 1604 20 70, ex 1604 19 99 en ex 1604 20 90 vallen;

    - uitsluitend uit vis van de in punt II van de bijlage bij deze verordening vermelde soorten zijn bereid.

    2. Verschillende vissoorten mogen niet in één recipiënt worden gemengd.

    Culinaire bereidingen op basis van tonijn- of bonietvlees waarbij de musculaire structuur verdwijnt, mogen evenwel andere vis bevatten die op dezelfde wijze is behandeld, op voorwaarde dat het tonijn- of bonietvlees of het mengsel van tonijn- en bonietvlees ten minste 25 % van het nettogewicht uitmaakt.

    Artikel 3

    1. Wanneer de hierna bedoelde aanduidingen betreffende de commerciële aanbiedingsvorm van het produkt worden opgenomen in de in artikel 5 bedoelde verkoopbenaming, moeten zij beantwoorden aan de volgende definities:

    i) Geheel blok: transversaal uit de spiermassa gesneden homogene moot vlees gevormd uit één enkele visvleesportie of verkregen door compacte samenvoeging van verscheidene visvleesporties.

    Het gewicht van de vis mag voor ten hoogste 18 % bestaan uit snippers.

    Conserven van rauw ingeblikte spiermassa mogen geen snippers bevatten; deeltjes visvlees mogen echter worden toegevoegd, indien nodig, om de recipiënt verder af te vullen.

    ii) Stukken: deeltjes visvlees waarvan de oorspronkelijke musculaire structuur is behouden en waarvan de kleinste afmeting niet kleiner is dan 1,2 cm.

    Het gewicht van de vis mag voor 30 % bestaan uit snippers.

    iii) Filets:

    a) evenwijdig met de wervelkolom in de spiermassa afgesneden repen visvlees;

    b) van de buikwand afkomstige repen visvlees; in dit geval mag ook de benaming buiklappen worden gebruikt.

    iv) Snippers: deeltjes visvlees waarvan de oorspronkelijke musculaire structuur is behouden en waarvan de grootte verschillend is.

    v) Fragmenten: deeltjes visvlees van gelijke afmeting, doch niet in de vorm van pasta.

    2. Alle andere dan de in lid 1 bedoelde aanbiedingsvormen en culinaire bereidingen zijn toegestaan, op voorwaarde dat in de verkoopbenaming duidelijk wordt aangegeven om welke aanbiedingsvorm respectievelijk culinaire bereiding het gaat.

    Artikel 4

    Ingeval de gebruikte opgiet een vast bestanddeel is van de verkoopbenaming, moeten de volgende voorschriften in acht worden genomen:

    - De aanduiding "in olijfolie" mag alleen worden gebruikt voor produkten waarvan de opgiet uitsluitend olijfolie bevat en geen mengsel van olijfolie met andere olie.

    - De aanduiding "in eigen vocht" mag alleen worden gebruikt voor produkten waarvan de opgiet het eigen vocht van de vis bevat (vloeistof die uit de vis vrijkomt bij het koken) of een zoutoplossing of water, waaraan eventueel kruiden, specerijen of natuurlijke aroma's als omschreven in Richtlijn 88/388/EEG (5) zijn toegevoegd.

    - De aanduiding "in plantaardige olie" mag alleen worden gebruikt voor produkten waarvan de opgiet geraffineerde plantaardige oliën bevat, zuiver gebruikt of met elkaar vermengd.

    - De aanduiding van de opgiet moet duidelijk en expliciet worden aangegeven met de in de handel gebruikelijke benaming.

    Artikel 5

    1. Onverminderd het bepaalde in de Richtlijnen 79/112/EEG en 76/211/EEG moet in de verkoopbenaming op de voorverpakkingen van tonijn- en bonietconserven het volgende zijn aangegeven:

    a) voor de in artikel 3, lid 1, bedoelde aanbiedingsvormen:

    - het gebruikte vistype (tonijn of boniet);

    - de aanbiedingsvorm waarin de vis wordt verkocht, uitgaande van de in artikel 3 bedoelde aanduidingen; dit is evenwel facultatief voor de in artikel 3, lid 1, onder i), bedoelde aanbiedingsvorm;

    - de gebruikte opgiet, met inachtneming van de in artikel 4 bedoelde voorschriften;

    b) voor de in artikel 3, lid 2, bedoelde aanbiedingsvormen:

    - het gebruikte vistype (tonijn of boniet);

    - de specificiteit van de culinaire bereiding.

    2. In de verkoopbenaming van tonijn- respectievelijk bonietconserven, als omschreven in artikel 2, lid 1, punt 1, respectievelijk punt 2, mogen de woorden "tonijn" en "boniet" in geen geval samen voorkomen.

    3. Onverminderd artikel 2 en lid 2 van dit artikel mogen, ingeval er sprake is van een ingeburgerd handelsgebruik, het gebruikte vistype (tonijn of boniet) en de betrokken vissoort in de verkoopbenaming worden aangeduid met de naam die gebruikelijk is in de Lid-Staat waar de produkten in de handel worden gebracht.

    4. De verkoopbenaming "in eigen vocht" mag alleen worden gebruikt voor conserven die in de handel worden gebracht in de in artikel 3, lid 1, onder i) tot en met iii), bedoelde aanbiedingsvorm en met de in artikel 4, tweede streepje, bedoelde opgiet.

    Artikel 6

    Onverminderd de in de artikelen 7 en 8 van Richtlijn 79/112/EEG bedoelde communautaire bepalingen moet de verhouding tussen het gewicht aan vis in de recipiënt na sterilisatie en het nettogewicht, uitgedrukt in gram, ten minste gelijk zijn aan de volgende waarden:

    a) voor de in artikel 3, lid 1, bedoelde aanbiedingsvormen:

    - 70 % voor de in artikel 4, tweede streepje, bedoelde opgiet;

    - 65 % voor de andere soorten opgiet;

    b) 25 % voor de in artikel 3, lid 2, bedoelde aanbiedingsvormen en culinaire bereidingen.

    Artikel 7

    De bij deze verordening vastgestelde normen gelden onverminderd de normen waarin is voorzien bij Richtlijn 91/493/EEG.

    Artikel 8

    Indien nodig stelt de Commissie, volgens de procedure van artikel 36 van Verordening (EEG) nr. 3687/91, de voor de toepassing van deze verordening vereiste maatregelen vast.

    Artikel 9

    1. Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1993.

    2. De in voorraad zijnde produkten die vóór 1 januari 1993 waren geëtiketteerd, mogen tot en met de op de verpakking vermelde datum van minimale houdbaarheid in de handel worden gebracht.

    3. In afwijking van artikel 5, lid 2, mogen tonijn- of bonietconserven waarbij de woorden "tonijn" en "boniet" samen in de verkoopbenaming voorkomen, in de handel worden gebracht gedurende een periode van drie jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Luxemburg, 9 juni 1992. Voor de Raad

    De Voorzitter

    Eduardo de AZEVEDO SOARES

    (1) PB nr. L 354 van 23. 12. 1991, blz. 1. (2) PB nr. L 33 van 8. 2. 1979, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 91/72/EEG van de Commissie (PB nr. L 42 van 15. 2. 1991, blz. 27). (3) PB nr. L 46 van 21. 2. 1976, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 78/891/EEG (PB nr. L 311 van 4. 11. 1978, blz. 21). (4) PB nr. L 268 van 24. 9. 1991, blz. 15. (5) PB n. L 184 van 22. 6. 1988, blz. 61.

    BIJLAGE

    IN ARTIKEL 2 BEDOELDE SOORTEN

    I. TONIJN

    1. Soorten van het thunnus-geslacht

    a) witte tonijn (thunnus alalunga)

    b) geelvintonijn (thunnus (neothunnus) albacores)

    c) tonijn (thunnus thynnus)

    d) grootoogtonijn (thunnus (parathunnus) obesus)

    e) andere soorten van het geslacht thunnus

    2. Listao of gestreepte tonijn (Euthynnus (Katsuwonus) pelamis)

    II. BONIET

    1. Soorten van het geslacht sarda

    a) Atlantische boniter of boniet (sarda sarda)

    b) boniet van de oostelijke Stille Oceaan (sarda chiliensis)

    c) boniet van de Indische Oceaan (sarda orientalis)

    e) andere soorten van het geslacht sarda

    2. Soorten van het geslacht euthynnus, met uitzondering van de soort euthynnus (Katsuwonus) pelamis

    a) dwergtonijn (euthynnus alleteratus)

    b) oost-dwergtonijn (euthynnus affinis)

    c) zwarte dwergtonijn (euthynnus lineatus)

    d) andere soorten van het geslacht euthynnus

    3. Soorten van het geslacht auxis

    a) valse bonito (auxis thazard)

    b) auxis rochei.

    Top