Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31978R0625

    Verordening (EEG) nr. 625/78 van de Commissie van 30 maart 1978 houdende uitvoeringsbepalingen voor de openbare opslag van magere-melkpoeder

    PB L 84 van 31/03/1978, p. 19–24 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/03/1996; opgeheven door 31996R0322

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1978/625/oj

    31978R0625

    Verordening (EEG) nr. 625/78 van de Commissie van 30 maart 1978 houdende uitvoeringsbepalingen voor de openbare opslag van magere-melkpoeder

    Publicatieblad Nr. L 084 van 31/03/1978 blz. 0019 - 0024
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 20 blz. 0170
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 13 blz. 0259
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 13 blz. 0259
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 9 blz. 0179
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 9 blz. 0179


    ++++

    VERORDENING ( EEG ) Nr . 625/78 VAN DE COMMISSIE

    van 30 maart 1978

    houdende uitvoeringsbepalingen voor de openbare opslag van magere-melkpoeder

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

    Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2560/77 ( 2 ) , met name op artikel 7 , lid 5 , en artikel 28 ,

    Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 1055/77 van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de opslag en het verkeer van door interventiebureaus aangekochte produkten ( 3 ) , met name op artikel 4 ,

    Overwegende dat Verordening ( EEG ) nr . 1108/68 van de Commissie van 27 juli 1968 houdende uitvoeringsbepalingen voor de openbare opslag van mageremelkpoeder ( 4 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1457/75 ( 5 ) , verschillende malen werd gewijzigd ; dat die verordening , met het oog op de bij de toepassing ervan opgedane ervaring opnieuw zou moeten worden gewijzigd ; dat het , duidelijkheidshalve , aanbeveling verdient genoemde verordening in te trekken en te vervangen door een nieuwe tekst ;

    Overwegende dat bij Verordening ( EEG ) nr . 1014/68 van de Raad van 20 juli 1968 houdende vaststelling van algemene voorschriften betreffende de openbare opslag van magere-melkpoeder ( 6 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1211/69 ( 7 ) , de algemene voorschriften zijn vastgesteld betreffende de openbare opslag van magere-melkpoeder ; dat de omschrijving van de uitvoeringsbepalingen inhoudt dat de voorwaarden voor de aankoop door het interventiebureau van het opgeslagen magere-melkpoeder worden vastgesteld ;

    Overwegende dat artikel 1 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 1014/68 voorschrijft dat de interventiebureaus slechts magere-melkpoeder kopen van eerste kwaliteit dat voldoet aan bepaalde eisen ten aanzien van de houdbaarheid en bepaalde voorwaarden ten aanzien van de minimumhoeveelheid , de verpakking en de aanduidingen op de verpakking vervult ; dat het , teneinde de kwaliteit , met name de afwezigheid van andere toegevoegde produkten en de goede houdbaarheid van het ter interventie aangeboden produkt te waarborgen , dienstig is de vereisten voor te schrijven waaraan de bedrijven waar de vervaardiging ervan plaatsvindt , moeten voldoen , en te voorzien in de instelling van en de regels voor een controle waaraan genoemde bedrijven , alsmede de vervaardiging en de kwaliteit van het magere-melkpoeder worden onderworpen ;

    Overwegende dat een maximumouderdom voor het ter interventie aangeboden magere-melkpoeder dient te worden vastgesteld ; dat de kenmerken ervan moeten worden bepaald , rekening houdende met de kwaliteits - en verpakkingseisen die bestaan in de internationale handel ; dat eveneens rekening moet worden gehouden met de vereisten die op grond van de ervaring nodig zijn gebleken voor de goede werking van het interventiestelsel ; dat het , om dit te bereiken en met name te komen tot een gelijkvormige toepassing van de voorschriften , aanbeveling verdient de analysemethodes voor het produkt nader vast te stellen en op technisch/administratief vlak bepaalde regels en termijnen vast te leggen voor de ontvangst van de aanbiedingen tot verkoop , de overname en de betaling van het magere-melkpoeder door het interventiebureau alsmede de voorwaarden voor de terugbetaling aan het interventiebureau van de kosten die zijn opgetreden in het geval dat na de kwaliteitscontrole wordt geconstateerd , dat het magere-melkpoeder niet voldoet aan de in deze verordening neergelegde vereisten ;

    Overwegende dat volgens artikel 3 , lid 3 , van Verordening ( EEG ) nr . 1014/68 de extra vervoerkosten gedragen worden door het interventiebureau indien de levering geschiedt aan een pakhuis dat op grotere afstand ligt dan de maximale afstand ; dat deze maximale afstand vastgesteld moet worden rekening houdende met de gebruikelijke omstandigheden ; dat het noodzakelijk is bij het forfaitaire bedrag voor de extra vervoerkosten , per ton en per kilometer , rekening te houden met de gemiddelde kosten in de Gemeenschap ;

    Overwegende dat in artikel 1 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 1055/77 wordt bepaald dat een interventiebureau kan worden gemachtigd magere-melkpoeder op te slaan buiten het grondgebied van de Lid-Staat , waaronder het ressorteert ; dat in dat geval monetaire compenserende bedragen niet van toepassing zijn ;

    Overwegende dat het , om de goede werking van een dergelijk stelsel te verzekeren noodzakelijk is te bepalen dat het interventiebureau moet beschikken over de betrokken produkten voor de grensoverschrijding ; dat deze regel echter het in artikel 3 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 1014/68 genoemde principe geen afbreuk mag doen ;

    Overwegende dat het voor de uitslag , wanneer de levering van het magere-melkpoeder af opslagplaats geschiedt , nodig is voor te schrijven , dat de terbeschikkingstelling door de interventiebureaus van de verschillende Lid-Staten zal plaatsvinden volgens de gemeenschappelijke bepalingen ;

    Overwegende dat volgens artikel 4 van Verordening ( EEG ) nr . 1014/68 de voorwaarden , waaraan de opslagplaatsen moeten voldoen , nader dienen te worden bepaald ;

    Overwegende dat bepaald dient te worden dat Verordening ( EEG ) nr . 1108/68 van toepassing blijft met betrekking tot Verordening ( EEG ) nr . 2058/77 van de Commissie van 16 september 1977 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening ( EEG ) nr . 1621/77 betreffende de overdracht aan het Italiaanse interventiebureau van magere-melkpoeder door de interventiebureaus van andere Lid-Staten ( 1 ) , daar de afzet van de betrokken hoeveelheden nog niet is voltooid ;

    Overwegende dat het Comité van beheer voor melk en zuivelprodukten geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn ,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

    Artikel 1

    1 . Voor interventie kan slechts magere-melkpoeder van eerste kwaliteit worden aangeboden :

    a ) dat is vervaardigd in produktiebedrijven , geïdentificeerd door een volgnummer dat wordt toegekend na het verkrijgen van een verleende erkenning , overeenkomstig de voorschriften van artikel 3 door de bevoegde instantie van de Lid-Staat op wiens grondgebied zij zich bevinden ,

    b ) dat beantwoordt aan de in de bijlage voorziene voorwaarden met betrekking tot de kwaliteit , de verpakking en de aanduiding ,

    c ) dat geen andere produkten bevat , met name karnemelk of wei en is vervaardigd uit ondermelk zonder toevoeging van andere produkten ,

    en

    d ) waarvan de ouderdom op de dag van de ontvangst van de aanbieding tot verkoop door het interventiebureau een maand , of in de in bijlage III , sub f ) , tweede alinea , bedoelde vier weken , gerekend vanaf de eerste dag van de week volgende op die van de vervaardiging , niet overschrijdt .

    2 . In de zin van deze verordening verstaat men onder :

    a ) karnemelk : het bijprodukt van boter , verkregen na karnen van de room en afscheiding van het niet vloeibare vetgedeelte ;

    b ) wei : het bijprodukt van de vervaardiging van kaas of caseïne , door middel van het gebruik van zuren , stremsel en/of chemisch-fysische procédés .

    3 . De minimumaankoophoeveelheid bedraagt 20 ton . Deze hoeveelheid kan door de Lid-Staten worden verhoogd .

    4 . De dag van ontvangst van de in lid 1 , sub d ) , bedoelde aanbieding tot verkoop wordt geregistreerd door het interventiebureau , alsmede de hoeveelheden en overeenkomende vervaardigingsdata .

    Artikel 2

    1 . Het interventiebureau stelt de overnamedatum van het magere-melkpoeder vast die moet plaatsvinden binnen een maand , gerekend vanaf de dag van de ontvangst van de in artikel 1 , lid 1 , sub d ) , bedoelde aanbieding tot verkoop .

    In de zin van deze verordening is de dag van overname de dag van opslag van het magere-melkpoeder in de door het interventiebureau aangeduide opslagplaats .

    2 . De betaling van het magere-melkpoeder heeft plaats binnen een maximumtermijn van twee maanden , gerekend vanaf de ontvangst van de aanbieding door het interventiebureau .

    3 . Bij zijn aanbieding verbindt de verkoper zich ertoe in het geval dat uit de controle zou blijken dat het magere-melkpoeder niet conform de in artikel 1 , lid 1 , voorziene eisen is :

    - de betrokken waren terug te nemen ;

    - aan het interventiebureau de prijs van de onbruikbare waren terug te betalen , berekend op basis van de aankoopprijs ;

    - de kosten van opslag van de betrokken hoeveelheden te betalen , die zijn berekend vanaf de dag van overname tot en met de dag van uitslag .

    Deze opslagkosten worden forfaitair per ton

    a ) 7,52 rekeneenheden voor de vaste kosten ,

    b ) 0,041 rekeneenheid per opslagdag voor de opslagkosten ,

    c ) indien de betaling heeft plaatsgevonden worden de financieringskosten berekend vanaf de dag van betaling , op basis van de aankoopprijs en een rentevoet van 8 % .

    De in voorgaande alinea bedoelde bedragen zijn die welke van toepassing zijn op de dag van overname . De omrekening ervan in nationale munteenheid vindt plaats met behulp van de koers , die op dezelfde dag van toepassing is .

    Zij worden gecrediteerd op de daartoe bestemde rekening van het EOGFL , evenals , in voorkomend geval , het bedrag van de in alinea 1 , tweede streepje , bedoelde terugbetaling .

    Artikel 3

    1 . De in artikel 1 , lid 1 , sub a ) , bedoelde erkenning kan slechts worden verleend aan een produktiebedrijf dat :

    a ) beschikt over de gepaste technische installaties ;

    b ) zich ertoe verbindt doorlopend de door de bevoegde instantie van iedere Lid-Staat bepaalde registers , waarin de oorsprong van de grondstoffen , de hoeveelheden behandelde ondermelk , karnemelk en wei , de soort thermische behandeling van de ondermelk , de hoeveelheden verkregen produkt , de verpakking , de identificatie en de datum van aflevering van iedere partij magere-melkpoeder , karnemelk in poedervorm en wei in poedervorm staan vermeld , bij te houden ;

    c ) ermee instemt de vervaardiging van het magere-melkpoeder , gedurende de periodes dat het vervaardigde produkt voor interventie kan worden aangeboden , aan een specifieke officiële controle te onderwerpen , waarvan de kosten voor zijn rekening zijn .

    2 . De door de bevoegde instantie vastgestelde bepalingen voor de in lid 1 , sub c ) , bedoelde controle , moeten ten minste :

    - veelvuldige en onverwachte controles van het bedrijf ter plaatse inhouden , met name op de vervaardigingsvoorwaarden en op het bijhouden van de in lid 1 , sub b ) , bedoelde registers :

    - voorzien in een stelsel tot tijdelijke schorsing van de erkenning en in de intrekking van deze laatste tot aan verkrijging van een nieuwe erkenning , indien ernstige overtredingen op de bepalingen van bovengenoemd lid 1 en artikel 1 , lid 1 , van onderhavige verordening worden geconstateerd .

    Voor de veelvuldigheid van de controle , wordt met name rekening gehouden met de omvang van de door de betrokken produktiebedrijven voor interventie geleverde hoeveelheden magere-melkpoeder .

    3 . De Lid-Staten delen aan de Commissie de met betrekking tot de in lid 2 bedoelde controle getroffen maatregelen mede .

    Artikel 4

    De instantie die zorgt voor de controle op de nakoming van de in artikel 1 , lid 1 , sub b ) , c ) en d ) , voorziene bepalingen , bewaart onder nauwkeurige opgave van elk van de in punt 1 van bijlage I opgenoemde kenmerken van het produkt , de analyseresultaten van elke aangeboden partij , die later worden vermeld in een op verzoek afgegeven verklaring , met name in geval van handelsverkeer tussen Lid-Staten of uitvoer .

    Artikel 5

    1 . De in artikel 3 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 1014/68 bedoelde maximumafstand wordt vastgesteld op 100 km .

    2 . De in artikel 3 , lid 3 , van Verordening ( EEG ) nr . 1014/68 voorziene aanvullende vervoerkosten worden vastgesteld op 0,034 rekeneenheid per ton en per km .

    3 . Voor de toepassing van artikel 3 , lid 3 , van Verordening ( EEG ) nr . 1014/68 , in het geval dat het interventiebureau van verkoop behoort tot een andere Lid-Staat dan die op wiens grondgebied het aangeboden poeder is opgeslagen , wordt voor de berekening van de in bovenstaand lid 1 bedoelde maximumafstand , geen rekening gehouden met de afstand tussen de opslagplaats van de verkoper en de grens van de Lid-Staat van het interventiebureau van aankoop .

    Artikel 6

    Wanneer de dichtst bijgelegen beschikbare opslagplaats , aangeduid door het interventiebureau overeenkomstig artikel 3 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 1014/68 en artikel 1 van Verordening ( EEG ) nr . 1055/77 , is gelegen buiten het grondgebied van de Lid-Staat waartoe het interventiebureau , dat het magere-melkpoeder koopt , behoort , zijn de volgende bepalingen van toepassing :

    1 . Het interventiebureau koopt , overeenkomstig artikel 1 van deze verordening het aangeboden magere-melkpoeder ; de overdracht van eigendom moet voor de uitvoer naar een andere Lid-Staat of naar een derde land plaatsvinden .

    2 . De koopovereenkomst :

    a ) preciseert :

    - de datum van de eigendomsoverdracht van het magere-melkpoeder , alsmede

    - de opslagplaats waar het zal worden afgeleverd ;

    b ) bepaalt dat de verkoper zich verbindt :

    - het vervoer van het magere-melkpoeder tot aan de sub a ) , tweede streepje , bedoelde opslagplaats , waarvoor hem de aanvullende vervoerkosten overeenkomstig artikel 5 , lid 2 , worden terugbetaald , te laten plaatsvinden ; in dit geval is lid 3 van genoemd artikel niet van toepassing ,

    - het te vervoeren magere-melkpoeder op zijn kosten te verzekeren ,

    - de monetaire compenserende bedragen te betalen , indien de sub c ) bedoelde betaling niet heeft plaatsgevonden ;

    c ) bepaalt dat de betaling van de aankoopprijs en de sub b ) bedoelde aanvullende vervoerkosten , afhankelijk is van de aankomst op de plaats van bestemming van het betrokken produkt in de staat vastgesteld voor de in lid 1 bedoelde aankoop .

    Artikel 7

    1 . De in artikel 4 van Verordening ( EEG ) nr . 1014/68 bedoelde opslagplaatsen moeten aan de volgende voorwaarden voldoen :

    a ) droog , in een goede staat van onderhoud en vrij van ongedierte zijn ,

    b ) geen vreemde geuren bezitten ,

    c ) goed te ventileren zijn

    en

    d ) beschikken over een voldoende capaciteit en over een uitrusting , die in verhouding is met deze capaciteit .

    2 . De produkten worden opgeslagen op laadborden of overeenkomstige pallets , die gelijkwaardige waarborgen bieden .

    Artikel 8

    Ingeval de levering van het magere-melkpoeder af opslagplaats plaatsvindt , stelt het interventiebureau het magere-melkpoeder bij de uitslag ter beschikking :

    - op de kade van de opslagplaats , geladen op een transportmiddel , met uitzondering van het stuwen , indien het een vrachtauto of een spoorwegwagon betreft ,

    - op de kade van de opslagplaats , indien het een ander transportmiddel , met name een container , betreft .

    Artikel 9

    1 . Verordening ( EEG ) nr . 1108/68 wordt ingetrokken . Zij blijft echter van toepassing met betrekking tot artikel 2 , lid 3 , van Verordening ( EEG ) nr . 2058/77 .

    2 . De verwijzingen naar Verordening ( EEG ) nr . 1108/68 moeten worden beschouwd als te zijn gedaan naar onderhavige verordening .

    Artikel 10

    Deze verordening treedt in werking op 1 juli 1978 .

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

    Gedaan te Brussel , 30 maart 1978 .

    Voor de Commissie

    De Vice-Voorzitter

    Finn GUNDELACH

    ( 1 ) PB nr . L 148 van 28 . 6 . 1968 , blz . 13 .

    ( 2 ) PB nr . L 303 van 28 . 11 . 1977 , blz . 1 .

    ( 3 ) PB nr . L 128 van 24 . 5 . 1977 , blz . 1 .

    ( 4 ) PB nr . L 184 van 29 . 7 . 1968 , blz . 34 .

    ( 5 ) PB nr . L 145 van 6 . 6 . 1975 , blz . 17 .

    ( 6 ) PB nr . L 173 van 22 . 7 . 1968 , blz . 4 .

    ( 7 ) PB nr . L 155 van 28 . 6 . 1969 , blz . 13 .

    ( 8 ) PB nr . L 239 van 17 . 9 . 1977 , blz . 16 .

    BIJLAGE I

    KWALITEIT VAN HET MAGERE-MELKPOEDER

    1 . Kenmerken

    a ) vetgehalte : maximaal 1,25 % ( 1 )

    b ) watergehalte : maximaal 4,0 %

    c ) titreerbare zuurtegraad , uitgedrukt

    - in 0,1 normaal natriumhydroxide : maximaal 3,0 ml

    - als melkzuur : maximaal 0,15 %

    d ) onderzoek op neutralisatiestoffen : negatief

    e ) toevoegingen : geen

    f ) fosfatase proef : negatief , d.w.z . gelijk aan of minder dan 4 mg/g gereconstitueerde melk

    g ) oplosbaarheidsindex : maximaal 0,5 ml

    h ) zuiverheidsgraad : minimaal monster B ( 15,0 mg )

    i ) gehalte micro-organismen : maximaal 50 000 per g

    k ) colibacterieproef : negatief in 0,1 g

    l ) onderzoek op karnemelk : negatief

    m ) onderzoek op wei ( 2 ) : negatief

    n ) smaak en geur : onberispelijk

    o ) uiterlijk : witte of lichtgele kleur , vrij van vuil en verbrande deeltjes .

    2 . Controle methodes

    a ) Behoudens de voorschriften met betrekking tot de harmonisatie van de analysemethodes zijn voor de toepassing van deze verordening de onderstaande referentiemethodes noodzakelijk :

    - vetgehalte : Internationale norm FIL 9A : 1969

    - watergehalte : Internationale norm FIL 26 : 1964

    - zuurtegraad : ADMI standaard methodes ED 1971 , blz . 31

    - onderzoek op neutralisatiestoffen : Internationale norm FIL 69 : 1972 of een enzymatische methode die in staat is gelijkwaardige resultaten te geven

    - fosfataseproef : Internationale norm FIL 63 : 1971

    - oplosbaarheidsindex : ADMI , standaard methodes Ed 1971 , blz . 26

    - zuiverheidsgraad : ADMI , standaard methodes Ed 1971 , blz . 28

    - micro-organismen : Internationale norm FIL 49-1970

    - onderzoek op colibacteriën : Internationale norm FIL 64 : 1971

    b ) voor het onderzoek op

    - karnemelk : de afwezigheid van karnemelk kan worden vastgesteld door een onverwachte controle ter plaatse van het produktiebedrijf die ten minste eenmaal per week plaatsvindt of door de laboratoriumanalyse van het eindprodukt ( 3 ) ,

    - wei ( 2 ) : bepaling van sialinezuur en van het cysteinecystin complex voorzover glycomacropeptides van wei aangetoond door een vereenvoudigde proef , laktaten en as repectievelijk hoger zijn dan 3 % , per 150 mg/100 g , 8 % .

    ( 1 ) Tot op 31 oktober 1978 bedraagt het maximaalgehalte echter 1,50 % .

    ( 2 ) Tot aan de in de volgende alinea bedoelde datum delen de Lid-Staten maanderlijks aan de Commissie de waargenomen maximum - en minimumwaarden , alsmede de gemiddelde waarde , vastgesteld in de loop van de voorafgaande maand , mede met betrekking tot de bepaling van het in lid 1 , sub m ) , en in lid 2 , sub b ) , tweede streepje bedoelde stalinezuur of van het cysteine-cystin-comples , waarbij de gebruikte analysemethodes alsmede de toegepaste grenswaarden worden gepreciseerd met het oog op de ontwikkeling van de in lid 1 , sub m ) , gestelde eis .

    Uiterlijk een jaar na de inwerkingtreding van deze verordening stelt de Commissie de bepalingen met betrekking tot genoemde grenswaarden vast .

    ( 3 ) De Lid-Staten delen aan de Commissie mede welke methode is verkozen .

    Bovendien delen de Lid-Staten maandelijks aan de Commissie de waargenomen maximum - en minimumwaarden , alsmede de gemiddelde waarde , vastgesteld in de loop van de voorafgaande maand , met betrekking tot het resultaat van de gedane laboratoriumanalyse , mede .

    BIJLAGE II

    VERPAKKING

    1 . De verpakkingen

    zijn nieuw , schoon , droog en ongeschonden , met een inhoud van 25 kg nettogewicht en een samenstelling die beantwoordt aan één van de volgende formules :

    a ) 4 zakken van kraftpapier , papierstevigheid ten minste 70 g per m2 ;

    1 tussenzak van teerpapier , papierstevigheid ten minste 140 g per m2 ;

    1 binnenzak van polyethyleen van ten minste 0,08 mm ( 1 ) dikte , dichtgelast of tweemaal dichtgebonden ;

    b ) 1 zak van kraftpapier , papierstevigheid ten minste 70 g per m2 ;

    1 zak van kraftpapier met een polyethyleenlaag , stevigheid ten minste 80 g + 15 g per m2 ;

    3 zakken van kraftpapier , papierstevigheid ten minste 70 g per m2 ;

    1 binnenzak van polyethyleen van ten minste 0,08 mm ( 1 ) dikte , dichtgelast of tweemaal dichtgebonden ;

    c ) 1 buitenzak van kraftpapier , papierstevigheid ten minste 85 g per m2 ;

    1 zak van kraftpapier met polyethyleenlaag , stevigheid ten minste 70 g + 15 g per m2 ;

    2 zakken kraftpapier , papierstevigheid ten minste 70 g per m2 ;

    1 binnenzak van polyethyleen van ten minste 0,12 mm dikte , dichtgelast of tweemaal dichtgebonden .

    2 . Vulling

    Bij het vullen moet het poeder in de zak goed worden aangedrukt . Het binnendringen van losse poeder tussen de verschillende lagen moet absoluut worden vermeden .

    ( 1 ) Voor de dikte van de in lid 1 , sub a ) , derde alinea en sub b ) , vierde alinea , bedoelde zak van polyethyleen kunnen de Lid-Staten tot en met 31 december 1978 de verpakkingen die beantwoorden aan de in de bijlage van Verordening ( EEG ) nr . 1108/68 , lid 2 , sub a ) en b ) , voorziene normen , zijnde , 0,06 mm , toestaan .

    BIJLAGE III

    AANDUIDING

    a ) omschrijving in één der talen van de Gemeenschap " volgens het sprayprocédé bereid magere-melkpoeder " ,

    b ) nettogewicht ,

    c ) Lid-Staat van vervaardiging ,

    d ) vervaardigingsnummer van de partij ,

    e ) volgnummer van het produktiebedrijf ,

    f ) datum van vervaardiging , eventueel in code .

    Indien het magere-melkpoeder is opgeslagen in silo's , wordt de datum van vervaardiging vervangen door de week van vervaardiging .

    Top