Arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 21 maart 2012 —
Fiskeri og Havbruksnæringens Landsforening e.a./Raad

(Zaak T‑115/06)

„Dumping — Invoer van zalm van oorsprong uit Noorwegen — Regel van laagste recht — Berekening van minimuminvoerprijzen en vaste rechten”

1.                     Beroep tot nietigverklaring — Natuurlijke of rechtspersonen — Handelingen die hen rechtstreeks en individueel raken — Verordeningen tot instelling van antidumpingrechten — Uiteenlopende rechten opgelegd aan aantal ondernemingen — Ontvankelijkheid voor elke onderneming beperkt tot bepalingen van verordening betreffende invoer uit haar productie (Art. 230, vierde alinea, EG; art. 263, vierde alinea, VWEU; verordening nr. 85/2006 van de Raad) (cf. punten 27‑29)

2.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek — Bescherming tegen dumpingpraktijken — Opleggen van variabel recht berekend op basis van minimuminvoerprijs — Vaststelling van minimumreferentieprijs, met eerbiediging van regel van laagste recht, op basis van vergelijking tussen minimuminvoerprijs zonder dumping en niet schadeveroorzakende minimuminvoerprijs — Wettigheid (Verordeningen van de Raad nrs. 384/96, art. 9, lid 4, 85/2006, art. 1, lid 5, en 1225/2009, art. 9, lid 4)
(cf. punten 39‑42)

3.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek — Bescherming tegen dumpingpraktijken — Oplegging van vast recht — Vaststelling, met eerbiediging van regel van laagste recht, op basis van vergelijking tussen gewogen gemiddelde dumpingmarge en gewogen gemiddelde
schademarge — Manke vergelijking wegens onjuiste berekening van gewogen gemiddelde dumpingmarge — Onwettigheid (Verordeningen van de Raad nrs. 384/96, art. 9, lid 4, 85/2006, art. 1, lid 5, en 1225/2009, art. 9, lid 4) (cf. punten 45‑49, 52, 55, 58)

4.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek — Bescherming tegen dumpingpraktijken — Opleggen van variabel recht — Berekening op basis van minimuminvoerprijs — Vaststelling van deze prijs aan hand van minimuminvoerprijs zonder dumping, rekening houdend met productiekost in betrokken derde land — Omrekening in euro van in nationale munteenheid uitgedrukte productiekost — Gebruik van gemiddelde omrekeningskoers gedurende periode die gelet op productiecyclus van betrokken product niet adequaat is — Onwettigheid (Verordeningen van de Raad nrs. 384/96, art. 2, lid 5, en 9, lid 4, 85/2006, art. 1, lid 5, en 1225/2009, art. 2, lid 5, en 9, lid 4) (cf. punten 75, 79‑82)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van verordening (EG) nr. 85/2006 van de Raad van 17 januari 2006 tot instelling van definitieve antidumpingrechten en tot definitieve inning van de voorlopige antidumpingrechten op gekweekte zalm uit Noorwegen (PB L 15, blz. 1)

Dictum

1)

Verordening (EG) nr. 85/2006 van de Raad van 17 januari 2006 tot instelling van definitieve antidumpingrechten en tot definitieve inning van de voorlopige antidumpingrechten op gekweekte zalm uit Noorwegen wordt nietig verklaard, voor zover zij betrekking heeft op Fiskeri og Havbruksnæringens Landsforening, Norske Sjømatbedrifters Landsforening, Salmar Farming AS, Hydroteck AS, Hallvard Lerøy AS en Lerøy Midnor AS.

2)

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

3)

De Raad van de Europese Unie draagt zijn eigen kosten, alsook die van Fiskeri og Havbruksnæringens Landsforening, Norske Sjømatbedrifters Landsforening, Salmar Farming, Hydroteck, Hallvard Lerøy en Lerøy Midnor.

4)

De Europese Commissie draagt haar eigen kosten.