«Vrijheid van vestiging – Inschrijving in register van praticanti – Erkenning van diploma's – Toegang tot gereglementeerde activiteiten»
|
||||
|
||||
(Richtlijn 98/5 van het Europees Parlement en de Raad)
(Richtlijn 89/48 van de Raad)
(Art. 39 EG en 43 EG)
ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer)
13 november 2003 (1)
„Vrijheid van vestiging – Inschrijving in register van praticanti – Erkenning van diploma's – Toegang tot gereglementeerde activiteiten”
In zaak C-313/01,
betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Corte suprema di cassazione (Italië), in het aldaar aanhangige geding tussen Christine Morgenbesseren
Consiglio dell'Ordine degli avvocati di Genova, om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van de artikelen 10 EG, 12 EG, 14 EG, 39 EG, 43 EG en 149 EG,wijstHET HOF VAN JUSTITIE (Vijfde kamer),,
gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door:
gezien het rapport ter terechtzitting,
gehoord de mondelinge opmerkingen van C. Morgenbesser, vertegenwoordigd door G. Conte, avvocato, en G. Borneto; de Consiglio dell'Ordine degli avvocati di Genova, vertegenwoordigd door M. Condinanzi, avvocato; de Italiaanse regering, vertegenwoordigd door A. Cingolo, avvocato dello Stato, en de Commissie, vertegenwoordigd door E. Traversa, ter terechtzitting van 16 januari 2003,
gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 20 maart 2003,
het navolgende
HET HOF VAN JUSTITIE (Vijfde kamer),
uitspraak doende op de door de Corte suprema di cassazione bij beschikking van 19 april 2001 gestelde vraag, verklaart voor recht:|
Edward |
La Pergola |
von Bahr |
|
De griffier |
De president |
|
R. Grass |
V. Skouris |