«Sociale politiek – Bescherming van veiligheid en gezondheid van werknemers – Richtlijn 93/104/EG – Begrippen arbeidstijd en rusttijd – Beschikbaarheidsdienst (Bereitschaftsdienst) van arts in ziekenhuis»
|
I - 0000 | |||
|
I - 0000 | |||
(Richtlijn 93/104 van de Raad, art. 2, punten 1 en 2)
(Richtlijn 93/104 van de Raad, art. 2, punt 1)
(Richtlijn 93/104 van de Raad)
(Richtlijn 93/104 van de Raad, art. 17, lid 2)
ARREST VAN HET HOF
9 september 2003 (1)
„Sociale politiek – Bescherming van veiligheid en gezondheid van werknemers – Richtlijn 93/104/EG – Begrippen arbeidstijd en rusttijd – Beschikbaarheidsdienst (Bereitschaftsdienst) van arts in ziekenhuis”
In zaak C-151/02, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Landesarbeitsgericht Schleswig-Holstein (Duitsland), in het aldaar aanhangige geding tussen Landeshauptstadt Kielen
Norbert Jaeger, om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van richtlijn 93/104/EG van de Raad van 23 november 1993 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd (PB L 307, blz. 18), en met name de artikelen 2, punt 1, en 3 daarvan,wijstHET HOF VAN JUSTITIE,,
gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door:
gezien het rapport ter terechtzitting,
gehoord de mondelinge opmerkingen van de Landeshauptstadt Kiel, vertegenwoordigd door W. Weißleder, M. Bechtold en D. Seckler, Rechtsanwälte; N. Jaeger, vertegenwoordigd door F. Schramm; de Duitse regering, vertegenwoordigd door W.-D. Plessing; de Franse regering, vertegenwoordigd door C. Lemaire als gemachtigde; de Nederlandse regering, vertegenwoordigd door N. A. J. Bel als gemachtigde; de regering van het Verenigd Koninkrijk, vertegenwoordigd door P. Ormond, bijgestaan door K. Smith, en de Commissie, vertegenwoordigd door H. Kreppel en F. Hoffmeister als gemachtigde, ter terechtzitting van 25 februari 2003,
gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 8 april 2003,
het navolgende
HET HOF VAN JUSTITIE,
uitspraak doende op de door het Landesarbeitsgericht Schleswig-Holstein bij beschikking van 12 maart 2002, gewijzigd bij beschikking van 25 maart daaraanvolgend, gestelde vragen, verklaart voor recht:
Rodríguez Iglesias |
Wathelet |
Schintgen |
Timmermans |
Gulmann |
Edward |
Jann |
Skouris |
Macken |
Colneric |
von Bahr |
Cunha Rodrigues |
Rosas |
De griffier |
De president |
R. Grass |
G. C. Rodríguez Iglesias |