«Richtlijn 93/53/EEG – Vernietiging van visvoorraden met virale hemorragische septikemie (VHS) en infectieuze zalmanemie (ISA) – Vergoeding – Verplichtingen van lidstaat – Bescherming van fundamentele rechten, inzonderheid eigendomsrecht – Geldigheid van richtlijn 93/53»
|
I - 0000 | |||
|
I - 0000 | |||
(Richtlijnen van de Raad 91/67, zoals gewijzigd bij richtlijn 93/54, bijlage A, en 93/53)
ARREST VAN HET HOF
10 juli 2003 (1)
„Richtlijn 93/53/EEG – Vernietiging van visvoorraden met virale hemorragische septikemie (VHS) en infectieuze zalmanemie (ISA) – Vergoeding – Verplichtingen van lidstaat – Bescherming van fundamentele rechten, inzonderheid eigendomsrecht – Geldigheid van richtlijn 93/53”
In de gevoegde zaken C-20/00 en C-64/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Court of Session (Scotland) (Verenigd Koninkrijk), in de aldaar aanhangige gedingen tussen Booker Aquaculture Ltd, handelend onder de naam Marine Harvest McConnell (C-20/00), Hydro Seafood GSP Ltd (C-64/00)en
The Scottish Ministers, om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van de communautaire rechtsbeginselen betreffende de bescherming van de fundamentele rechten, inzonderheid het eigendomsrecht, en over de geldigheid van richtlijn 93/53/EEG van de Raad van 24 juni 1993 tot vaststelling van minimale communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde visziekten (PB L 175, blz. 23),wijstHET HOF VAN JUSTITIE,,
gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door:
gezien het rapport ter terechtzitting,
gehoord de mondelinge opmerkingen van Booker Aquaculture Ltd, vertegenwoordigd door P. S. Hodge en J. Mure; Hydro Seafood GSP Ltd, vertegenwoordigd door A. O'Neill en E. Creally; The Scottish Ministers, vertegenwoordigd door N. Paines en L. Dunlop; de regering van het Verenigd Koninkrijk, vertegenwoordigd door G. Amodeo als gemachtigde, bijgestaan door N. Paines; de Italiaanse regering, vertegenwoordigd door F. Quadri; de Raad, vertegenwoordigd door J. Carbery, en de Commissie, vertegenwoordigd door K. Fitch, ter terechtzitting van 15 mei 2001,
gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 20 september 2001,
het navolgende
HET HOF VAN JUSTITIE,
uitspraak doende op de door de Court of Session (Scotland) bij de beschikkingen van 11 januari 2000 en 18 februari 2000 gestelde vragen, verklaart voor recht:
Rodríguez Iglesias |
Puissochet |
Schintgen |
Timmermans |
Gulmann |
Edward |
La Pergola |
Macken |
Colneric |
von Bahr |
Cunha Rodrigues |
|
De griffier |
De president |
R. Grass |
G. C. Rodríguez Iglesias |