61984J0018

ARREST VAN HET HOF VAN 7 MEI 1985. - COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN TEGEN FRANSE REPUBLIEK. - FISCALE VOORDELEN VOOR DE PERS. - ZAAK 18/84.

Jurisprudentie 1985 bladzijde 01339
Spaanse bijz. uitgave bladzijde 00513
Zweedse bijz. uitgave bladzijde 00167
Finse bijz. uitgave bladzijde 00175


Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum

Trefwoorden


1 . VRIJ VERKEER VAN GOEDEREN - KWANTITATIEVE BEPERKINGEN - MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING - MAATREGEL DIE ALS STEUNMAATREGEL IN ZIN VAN ARTIKEL 92 EEG-VERDRAG KAN WORDEN AANGEMERKT - MOGELIJKHEID DIE TOEPASSELIJKHEID VAN VERBOD VAN MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING NIET UITSLUIT

( EEG-VERDRAG , ARTIKELEN 30 , 92 EN 94 )

2.VRIJ VERKEER VAN GOEDEREN - KWANTITATIEVE BEPERKINGEN - MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING - FISCALE VOORDELEN VOOR PERS - VOORDEEL GEWEIGERD VOOR IN ANDERE LID-STATEN GEDRUKTE UITGAVEN - ONTOELAATBAARHEID

( EEG-VERDRAG , ARTIKEL 30 )

Samenvatting


1 . DE BEPALINGEN BETREFFENDE STEUNMAATREGELEN VAN DE ARTIKELEN 92 EN 94 EEG-VERDRAG KUNNEN IN GEEN GEVAL WORDEN BENUT OM AFBREUK TE DOEN AAN DE VERDRAGSBEPALINGEN BETREFFENDE HET VRIJE VERKEER VAN GOEDEREN , EVENMIN TROUWENS ALS AAN DE VOORSCHRIFTEN INZAKE DE AFSCHAFFING VAN FISCALE DISCRIMINATIES . AL DIE BEPALINGEN HEBBEN EEN GEMEENSCHAPPELIJK DOEL , NAMELIJK HET VRIJE VERKEER VAN GOEDEREN TUSSEN LID-STATEN ONDER NORMALE CONCURRENTIEVOORWAARDEN TE VERZEKEREN . DAT EEN NATIONALE MAATREGEL EVENTUEEL ALS STEUNMAATREGEL IN DE ZIN VAN ARTIKEL 92 KAN WORDEN AANGEMERKT , IS DERHALVE GEEN VOLDOENDE GROND OM HEM AAN HET VERBOD VAN ARTIKEL 30 TE ONTTREKKEN .

2.DAT EEN LID-STAAT DE PERSONDERNEMINGEN BEPAALDE FISCALE VOORDELEN ONTZEGT VOOR UITGAVEN DIE ZIJ IN DE ANDERE LID-STATEN LATEN DRUKKEN , KAN DE INVOER VAN DRUKWERK UIT DEZE STATEN AFREMMEN EN MOET BIJGEVOLG WORDEN GEKWALIFICEERD ALS EEN DOOR ARTIKEL 30 EEG-VERDRAG VERBODEN MAATREGEL VAN GELIJKE WERKING .

Partijen


IN ZAAK 18/84 ,

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , VERTEGENWOORDIGD DOOR J . DELMOLY , LID VAN HAAR JURIDISCHE DIENST , ALS GEMACHTIGDE , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ G . KREMLIS , LID VAN HAAR JURIDISCHE DIENST , BATIMENT JEAN MONNET , KIRCHBERG ,

VERZOEKSTER ,

TEGEN

FRANSE REPUBLIEK , VERTEGENWOORDIGD , TIJDENS DE SCHRIFTELIJKE PROCEDURE DOOR FR . RENOUARD , ADJUNCT-DIRECTEUR JURIDISCHE ZAKEN BIJ HET MINISTERIE VAN BUITENLANDSE BETREKKINGEN , EN TER TERECHTZITTING DOOR PH . POUZOULET , SECRETARIS BUITENLANDSE ZAKEN ALDAAR , ALS GEMACHTIGDEN , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG TER FRANSE AMBASSADE ,

VERWEERSTER ,

Onderwerp


BETREFFENDE EEN VERZOEK AAN HET HOF OM VAST TE STELLEN DAT DE FRANSE REPUBLIEK , DOOR TE BEPALEN DAT PERSONDERNEMINGEN NIET IN AANMERKING KOMEN VOOR BEPAALDE FISCALE VOORDELEN VOOR DE UITGAVEN DIE ZIJ IN DE ANDERE LID-STATEN LATEN DRUKKEN , DE KRACHTENS ARTIKEL 30 EEG-VERDRAG OP HAAR RUSTENDE VERPLICHTINGEN NIET IS NAGEKOMEN ,

Overwegingen van het arrest


1 BIJ VERZOEKSCHRIFT NEERGELEGD TER GRIFFIE VAN HET HOF OP 19 JANUARI 1984 , HEEFT DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN HET HOF KRACHTENS ARTIKEL 169 EEG-VERDRAG VERZOCHT VAST TE STELLEN DAT DE FRANSE REPUBLIEK , DOOR PERSONDERNEMINGEN BEPAALDE FISCALE VOORDELEN TE ONTZEGGEN VOOR DE UITGAVEN DIE ZIJ IN DE ANDERE LID-STATEN LATEN DRUKKEN , DE KRACHTENS ARTIKEL 30 EEG-VERDRAG OP HAAR RUSTENDE VERPLICHTINGEN NIET IS NAGEKOMEN .

2 NAAR UIT HET VERZOEKSCHRIFT BLIJKT , GENIETEN ONDERNEMINGEN DIE EEN DAGBLAD OF EEN MAANDELIJKS OF HALFMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT EXPLOITEREN DAT VOORNAMELIJK POLITIEKE INFORMATIE BRENGT , INGEVOLGE ARTIKEL 39BIS VAN DE FRANSE CODE GENERAL DES IMPOTS , BEPAALDE FISCALE VOORDELEN . DEZE VOORDELEN BESTAAN HIERIN , DAT TEN LASTE VAN DE BELASTBARE WINST EEN BELASTINGVRIJE VOORZIENING MAG WORDEN GETROFFEN VOOR DE AANKOOP VAN VOOR DE UITGAVE VAN HET BLAD NOODZAKELIJKE BEDRIJFSMIDDELEN , OF DAT DE MET HET OOG DAAROP GEDANE UITGAVEN VAN DE BELASTBARE WINST MOGEN WORDEN AFGETROKKEN . DE MAXIMA VAN DIE VOORZIENING EN AFTREK VARIEREN VAN BEGROTINGSJAAR TOT BEGROTINGSJAAR , EVENALS DE BEDRIJFSMIDDELEN DIE DOOR MIDDEL VAN DIE VOORZIENING OF AFTREK KUNNEN WORDEN GEFINANCIERD .

3 ARTIKEL 80 VAN DE FINANCIEWET VOOR 1980 ( WET NR . 80-30 VAN 18 JANUARI 1980 , JORF VAN 19 JANUARI 1980 , BLZ . 147 ), WAARBIJ DE REGELING VAN ARTIKEL 39BIS VAN DE CODE GENERAL DES IMPOTS WERD GEWIJZIGD , VOERDE OP DIT PUNT EEN NIEUWIGHEID IN . INGEVOLGE DE LAATSTE ALINEA VAN ARTIKEL 80 VAN DE FINANCIEWET ' ' KUNNEN DE PERSONDERNEMINGEN ZICH NIET OP DE BEPALINGEN VAN VOORNOEMD ARTIKEL 39BIS BEROEPEN VOOR DE UITGAVEN DIE ZIJ IN HET BUITENLAND LATEN DRUKKEN . ' '

4 VAN OORDEEL DAT DEZE BEPALING IN STRIJD WAS MET ARTIKEL 30 EEG-VERDRAG , ZOND DE COMMISSIE KRACHTENS ARTIKEL 169 EEG-VERDRAG DE FRANSE REGERING OP 29 MAART 1982 EEN SCHRIFTELIJKE AANMANING EN NODIGDE ZIJ HAAR UIT HAAR OPMERKINGEN OVER DE BETROKKEN MAATREGEL TE MAKEN . TOEN HIEROP NIET WERD GEANTWOORD , DEED DE COMMISSIE DE FRANSE REPUBLIEK OP 5 MEI 1983 EEN MET REDENEN OMKLEED ADVIES TOEKOMEN .

5 VOLGENS DE COMMISSIE ZOU DE BETROKKEN BEPALING DE FRANSE PERSONDERNEMINGEN ERTOE KUNNEN BRENGEN , ENKEL NOG MET FRANSE EN NIET MEER MET IN DE ANDERE LID-STATEN GEVESTIGDE DRUKKERIJEN CONTRACTEN AF TE SLUITEN , TENEINDE ZOVEEL MOGELIJK IN HET GENOT TE KOMEN VAN DE HIERVOOR BESCHREVEN FISCALE VOORDELEN . UIT DIEN HOOFDE ZOU DE REGELING VAN ARTIKEL 39BIS VAN DE CODE GENERAL DES IMPOTS ZIJN AAN TE MERKEN ALS EEN DOOR ARTIKEL 30 EEG-VERDRAG VERBODEN MAATREGEL VAN GELIJKE WERKING ALS EEN KWANTITATIEVE BEPERKING . DE COMMISSIE HERINNERT IN DIT VERBAND OOK AAN HAAR RICHTLIJN NR . 70/50 VAN 22 DECEMBER 1969 ( PB 1970 , L 13 , BLZ . 29 ), WAARIN ONDER ARTIKEL 2 , LID 3 , SUB K , ALS MAATREGELEN VAN GELIJKE WERKING ALS KWANTITATIEVE BEPERKINGEN WORDEN AANGEMERKT ALLE NATIONALE VOORSCHRIFTEN DIE ' ' DE AANKOOP DOOR PARTICULIEREN ALLEEN VAN INGEVOERDE PRODUKTEN BELEMMEREN , OF HEN AANSPOREN TOT , OF EEN VOORKEUR TOEKENNEN AAN , DE AANKOOP VAN ALLEEN NATIONALE PRODUKTEN , OF DIE DEZE AANKOOP VERPLICHT STELLEN . ' '

6 ZIJ VOEGT HIERAAN TOE , DAT DE BETROKKEN BEPALING DEEL UITMAAKT VAN EEN STELSEL VAN FISCALE VOORDELEN DIE STEUNMAATREGELEN IN DE ZIN VAN DE ARTIKELEN 92 TOT EN MET 94 EEG-VERDRAG ZOUDEN KUNNEN ZIJN . DAAR HET EVENWEL GAAT OM UITVOERINGSBEPALINGEN VAN EEN STEUNMAATREGEL , DIE NIET NOODZAKELIJK ZIJN VOOR HET DOEL OF DE GOEDE WERKING ERVAN , ZOUDEN VOORNOEMDE VERDRAGSBEPALINGEN HAARS INZIENS NIET IN DE WEG KUNNEN STAAN AAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 30 , GELIJK HET HOF IN ZIJN ARREST VAN 22 MAART 1977 ( ZAAK 74/76 , IANNELLI & VOLPI , JURISPR . 1977 , BLZ . 557 ) VOOR RECHT HEEFT VERKLAARD .

7 VOOR HET HOF HEEFT DE FRANSE REPUBLIEK DRIE VERWEERMIDDELEN AANGEVOERD .

8 IN DE EERSTE PLAATS BETOOGT ZIJ , DAT HET DRUKKEN NIET ALS EEN GOED KAN WORDEN BESCHOUWD , MAAR EEN DIENSTVERRICHTING VORMT , ZODAT DE DOOR DE COMMISSIE GEWRAAKTE FISCALE BEPALING BUITEN DE WERKINGSSFEER VAN ARTIKEL 30 EEG-VERDRAG EN RICHTLIJN NR . 70/50 VALT . EEN DERGELIJKE WERKZAAMHEID ZOU DUS ENKEL ONDER DE VERDRAGSBEPALINGEN BETREFFENDE HET VRIJ VERKEER VAN DIENSTEN KUNNEN VALLEN . WAT RICHTLIJN NR . 70/50 BETREFT , MEENT DE FRANSE REGERING NOG , DAT ARTIKEL 2 , LID 3 , SUB K , WAARIN SPRAKE IS VAN AANKOOP DOOR ' ' PARTICULIEREN ' ' , NIET VAN TOEPASSING KAN ZIJN OP DE PERSONDERNEMINGEN , DAAR DEZE NIET MET DERGELIJKE PARTICULIEREN KUNNEN WORDEN GELIJKGESTELD .

9 VERVOLGENS BETWIST DE FRANSE REPUBLIEK DAT HET FEIT DAT EEN UITGAVE IN FRANKRIJK EN NIET IN EEN ANDERE LID-STAAT IS GEDRUKT , OOK MAAR ENIGE INVLOED KAN HEBBEN OP DE KEUZE VAN DE POTENTIELE LEZER . DE COMMISSIE ZOU DAN OOK NIET KUNNEN SLAGEN IN HET BEWIJS DAT DE BESTREDEN MAATREGEL MOET WORDEN GEREKEND TOT DIE WELKE , IN DE ZIN VAN GENOEMDE BEPALING VAN RICHTLIJN NR . 70/50 , ' ' AANSPOREN TOT DE AANKOOP VAN ALLEEN NATIONALE PRODUKTEN ' ' .

10 TENSLOTTE , VOOR HET GEVAL DAT DE BETROKKEN MAATREGEL ALS ONDERDEEL VAN EEN STEUNREGELING ZOU WORDEN AANGEMERKT , VERKLAART DE FRANSE REGERING , DAT DE ONDERHAVIGE FISCALE MAATREGEL NIET IS TE SCHEIDEN OF LOS TE MAKEN VAN DE IN DIE FISCALE BEPALINGEN VERVATTE STEUNREGELING VOOR DE PERS . EEN MAATREGEL DIE EEN INTEGREREND DEEL VORMT VAN EEN DERGELIJKE REGELING KAN NIET IN DE ZIN VAN DE DOOR DE COMMISSIE AANGEHAALDE RECHTSPRAAK WORDEN AANGEMERKT ALS EEN BIJKOMENDE UITVOERINGSBEPALING , DIE ALS ZODANIG BINNEN HET BEREIK VAN ARTIKEL 30 VALT .

11 OP DIT VERWEER DIENT HET VOLGENDE TE WORDEN GEANTWOORD .

12 VOOREERST KAN DRUKKEN NIET ALS ' ' DIENST ' ' WORDEN GEKWALIFICEERD , DAAR DE VERRICHTINGEN VAN DE DRUKKER RECHTSTREEKS LEIDEN TOT DE VERVAARDIGING VAN EEN MATERIEEL VOORWERP DAT TROUWENS ALS ZODANIG IN HET GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF IS INGEDEELD ONDER POST 49.02 , ' ' GEDRUKTE COURANTEN EN TIJDSCHRIFTEN ' ' . IN IEDER GEVAL WORDEN VOLGENS ARTIKEL 60 EEG-VERDRAG ' ' ALS DIENSTEN BESCHOUWD , DE DIENSTVERRICHTINGEN WELKE GEWOONLIJK TEGEN VERGOEDING GESCHIEDEN , VOOR ZOVER DE BEPALINGEN BETREFFENDE HET VRIJE VERKEER VAN GOEDEREN OP DEZE DIENSTVERRICHTINGEN NIET VAN TOEPASSING ZIJN . ' ' HET PROBLEEM DIENT DUS ENKEL UIT HET OOGPUNT VAN ARTIKEL 30 TE WORDEN ONDERZOCHT .

13 MET BETREKKING TOT DE VRAAG OF DE MAATREGEL WAARIN DE FRANSE FISCALE WETGEVING VOORZIET , EVENTUEEL ALS INTEGREREND DEEL VAN EEN STEUNREGELING KAN WORDEN AANGEMERKT , MOET IN DE EERSTE PLAATS WORDEN OPGEMERKT DAT DIE REGELING , NAAR WAT OP EEN VRAAG VAN HET HOF IS GEANTWOORD , NOOIT ALS ZODANIG BIJ DE COMMISSIE IS AANGEMELD . VOORTS KUNNEN VOLGENS VASTE RECHTSPRAAK VAN HET HOF DE ARTIKELEN 92 EN 94 IN GEEN GEVAL WORDEN BENUT OM AFBREUK TE DOEN AAN DE VERDRAGSBEPALINGEN BETREFFENDE HET VRIJE VERKEER VAN GOEDEREN , EVENMIN TROUWENS ALS AAN DE VOORSCHRIFTEN INZAKE DE AFSCHAFFING VAN FISCALE DISCRIMINATIES . VOLGENS DIE RECHTSPRAAK IMMERS HEBBEN DE BEPALINGEN BETREFFENDE HET VRIJE VERKEER VAN GOEDEREN , BETREFFENDE DE AFSCHAFFING VAN FISCALE DISCRIMINATIES EN BETREFFENDE STEUNMAATREGELEN EEN GEMEENSCHAPPELIJK DOEL , NAMELIJK HET VRIJE VERKEER VAN GOEDEREN TUSSEN LID-STATEN ONDER NORMALE CONCURRENTIEVOORWAARDEN TE VERZEKEREN ( ZIE NAAST HET DOOR DE COMMISSIE AANGEHAALDE ARREST VAN 22 MAART 1977 , DE ARRESTEN VAN 13 MAART 1979 , ZAAK 91/78 , HANSEN , JURISPR . 1979 , BLZ . 935 ; 26 JUNI 1979 , ZAAK 177/78 , PIGS AND BACON , IBID ., BLZ . 1261 ; EN 24 NOVEMBER 1982 , ZAAK 249/81 , COMMISSIE/IERLAND , JURISPR . 1982 , BLZ . 4005 ). DAT EEN NATIONALE MAATREGEL EVENTUEEL ALS STEUNMAATREGEL IN DE ZIN VAN ARTIKEL 92 KAN WORDEN AANGEMERKT , IS DERHALVE GEEN VOLDOENDE GROND OM HEM AAN HET VERBOD VAN ARTIKEL 30 TE ONTTREKKEN . HET ARGUMENT DAT DE FRANSE REGERING - OVERIGENS SLECHTS ALS HYPOTHESE NA DE OPMERKINGEN VAN DE COMMISSIE - AAN DE GEMEENSCHAPSREGELING INZAKE STEUNMAATREGELEN HEEFT ONTLEEND , KAN DERHALVE NIET WORDEN AANVAARD .

14 WAT DE TOEPASSELIJKHEID VAN DE CRITERIA VAN RICHTLIJN NR . 70/50 BETREFT , MOET VOOREERST WORDEN OPGEMERKT , DAT DE TERM ' ' PARTICULIEREN ' ' IN ARTIKEL 2 , LID 3 , SUB K , ZIET OP ALLE PARTICULIERE DEELNEMERS AAN HET ECONOMISCH VERKEER , EN DAT PERSONDERNEMINGEN DAAR DUS NIET BUITEN VALLEN .

15 OP HET DOOR DE FRANSE REGERING AAN DEZE RICHTLIJN ONTLEENDE ARGUMENT , DAT DE HERKOMST VAN DE DOOR DE FRANSE PERSONDERNEMINGEN VERKOCHTE UITGAVEN GEEN ENKELE INVLOED KAN HEBBEN OP DE KEUZE VAN DE POTENTIELE LEZER , MOET WORDEN GEANTWOORD , DAT HET DE COMMISSIE IN HAAR BEROEP NIET GAAT OM DEGENEN VOOR WIE DE UITGAVEN UITEINDELIJK ZIJN BESTEMD , MAAR OM DE KEUZE VAN DE PERSONDERNEMINGEN MET BETREKKING TOT DE VERVAARDIGING VAN HUN UITGAVEN . HET VALT IMMERS NIET TE BETWISTEN DAT DE DOOR ARTIKEL 39BIS VAN DE CODE GENERAL DES IMPOTS GEMAAKTE UITZONDERING OP DE TOEKENNING VAN HET FISCALE VOORDEEL DE ONDERNEMINGEN ERTOE ZAL BRENGEN HUN DRUKWERK EERDER IN FRANKRIJK DAN IN EEN ANDERE LID-STAAT TE LATEN UITVOEREN . DIENAANGAANDE MOET WORDEN VASTGESTELD DAT OP GROND VAN ARTIKEL 2 , LID 3 , SUB K , VAN RICHTLIJN NR . 70/50 DE IN HET VERZOEKSCHRIFT BEDOELDE FISCALE REGELING MET STELLIGHEID ALS EEN BELEMMERING VAN HET INTRACOMMUNAUTAIRE HANDELSVERKEER KAN WORDEN AANGEMERKT , DOORDAT ZIJ LEIDT TOT BEGUNSTIGING VAN OP HET NATIONALE GRONDGEBIED VERVAARDIGDE UITGAVEN .

16 DOORDAT DE DOOR DE COMMISSIE GEWRAAKTE FISCALE BEPALING DE PERSONDERNEMINGEN ERTOE BRENGT HUN UITGAVEN EERDER IN FRANKRIJK DAN IN ANDERE LID-STATEN TE LATEN VERVAARDIGEN , KAN ZIJ DE INVOER VAN DRUKWERK UIT DEZE STATEN AFREMMEN EN MOET ZIJ BIJGEVOLG WORDEN GEKWALIFICEERD ALS EEN DOOR ARTIKEL 30 VERBODEN MAATREGEL VAN GELIJKE WERKING ALS EEN KWANTITATIEVE BEPERKING .

17 MITSDIEN MOET WORDEN VASTGESTELD DAT DE FRANSE REPUBLIEK , DOOR PERSONDERNEMINGEN BEPAALDE FISCALE VOORDELEN TE ONTZEGGEN VOOR UITGAVEN DIE ZIJ IN DE ANDERE LID-STATEN LATEN DRUKKEN , DE KRACHTENS ARTIKEL 30 EEG-VERDRAG OP HAAR RUSTENDE VERPLICHTINGEN NIET IS NAGEKOMEN .

Beslissing inzake de kosten


KOSTEN

18 INGEVOLGE ARTIKEL 69 , PARAGRAAF 2 , VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING MOET DE IN HET ONGELIJK GESTELDE PARTIJ IN DE KOSTEN WORDEN VERWEZEN . AANGEZIEN DE FRANSE REPUBLIEK IN HET ONGELIJK IS GESTELD , DIENT ZIJ IN DE KOSTEN TE WORDEN VERWEZEN .

Dictum


HET HOF VAN JUSTITIE ,

RECHTDOENDE , VERSTAAT :

1 ) DOOR PERSONDERNEMINGEN BEPAALDE FISCALE VOORDELEN TE ONTZEGGEN VOOR UITGAVEN DIE ZIJ IN DE ANDERE LID-STATEN LATEN DRUKKEN , IS DE FRANSE REPUBLIEK DE KRACHTENS ARTIKEL 30 EEG-VERDRAG OP HAAR RUSTENDE VERPLICHTINGEN NIET NAGEKOMEN .

2)DE FRANSE REPUBLIEK WORDT VERWEZEN IN DE KOSTEN VAN DE PROCEDURE .