ARREST VAN HET HOF VAN 5 JULI 1983. - BIAGIO VALENTINI TEGEN ASSEDIC TE LYON. - (" SOCIALE ZEKERHEID - MIGRERENDE WERKNEMERS - CUMULATIE VAN OUDERDOMSUITKERING EN BRUGPENSIOEN "). - (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR HET TRIBUNAL DE GRANDE INSTANCE TE LYON). - ZAAK NO. 171/82.
Jurisprudentie 1983 bladzijde 02157
Zweedse bijz. uitgave bladzijde 00189
Finse bijz. uitgave bladzijde 00185
Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
1 . SOCIALE ZEKERHEID VAN MIGRERENDE WERKNEMERS - UITKERINGEN - NATIONALE ANTI- CUMULATIEVOORSCHRIFTEN NIET TEGEN TE WERPEN AAN RECHTHEBBENDEN OP SOORTGELIJKE UITKERINGEN VASTGESTELD OVEREENKOMSTIG VERORDENING NR . 1408/71 - SOORTGELIJKE ' ' UITKERINGEN ' ' - CRITERIA
( VERORDENING NR . 1408/71 VAN DE RAAD , ARTIKEL 12 , LID 2 )
2.SOCIALE ZEKERHEID VAN MIGRERENDE WERKNEMERS - UITKERINGEN - NATIONALE ANTI- CUMULATIEVOORSCHRIFTEN NIET TEGEN TE WERPEN AAN RECHTHEBBENDEN OP SOORTGELIJKE UITKERINGEN VASTGESTELD OVEREENKOMSTIG VERORDENING NR . 1408/71 - UITKERING UIT HOOFDE VAN ' ' INKOMENSWAARBORG BIJ UITTREDING ' ' EN OUDERDOMSUITKERING - UITKERINGEN VAN VERSCHILLENDE AARD - ONDERSCHEIDINGSCRITERIA
( VERORDENING NR . 1408/71 VAN DE RAAD , ARTIKELEN 4 , LID 1 , SUB C , 12 , LID 2 , EN 46 )
3.SOCIALE ZEKERHEID VAN MIGRERENDE WERKNEMERS - UITKERINGEN - NATIONALE ANTI- CUMULATIEVOORSCHRIFTEN - TOEPASSING KRACHTENS ARTIKEL 12 , LID 2 , VAN VERORDENING NR . 1408/71 OP UITKERINGEN VAN VERSCHILLENDE AARD - VERENIGBAARHEID MET ARTIKELEN 48 EN 51 EEG-VERDRAG - VOORWAARDEN
( EEG-VERDRAG , ARTIKELEN 48 EN 51 ; VERORDENING NR . 1408/71 VAN DE RAAD , ARTI- KEL 12 , LID 2 , EERSTE ZIN )
1 . UITKERINGEN VAN SOCIALE ZEKERHEID MOETEN , LOS VAN DE KENMERKEN DIE AAN DE ONDERSCHEIDEN NATIONALE WETTELIJKE REGELINGEN EIGEN ZIJN , ALS GELIJKSOORTIG WORDEN AANGEMERKT , WANNEER HET VOORWERP EN DE DOELSTELLING ALSOOK DE BEREKENINGSGRONDSLAG EN DE TOEKENNINGSVOORWAARDEN ERVAN IDENTIEK ZIJN . DAARENTEGEN ZIJN ZUIVER FORMELE KENMERKEN NIET TE BESCHOUWEN ALS CONSTITUTIEVE ELEMENTEN VOOR DE KLASSIFICATIE VAN DE UITKERINGEN .
2.DE IN DE ARTIKELEN 4 , LID 1 , SUB C , EN 46 VAN VERORDENING NR . 1408/71 BEDOELDE OUDERDOMSUITKERINGEN HEBBEN ALS VOORNAAMSTE KENMERK , DAT ZIJ HET LEVENSONDERHOUD MOETEN WAARBORGEN VAN PERSONEN DIE OP EEN BEPAALDE LEEFTIJD HUN BETREKKING OPGEVEN EN NIET MEER VERPLICHT ZIJN ZICH TER BESCHIKKING VAN DE DIENSTEN VOOR ARBEIDSBEMIDDELING TE HOUDEN . BOVENDIEN GAAT HET STELSEL VAN SAMENTELLING EN PRORATISERING IN ARTIKEL 46 ERVAN UIT , DAT DEZE UITKERINGEN IN DE REGEL WORDEN GEFINANCIERD DOOR EN VERKREGEN OP GROND VAN DE EIGEN BIJDRAGEN VAN DE BETROKKENEN , EN WORDEN BEREKEND OP BASIS VAN DE DUUR VAN HUN AANSLUITING BIJ HET VERZEKERINGSSTELSEL .
OFSCHOON UITKERINGEN ALS DIE WELKE UIT HOOFDE VAN ' ' INKOMENSWAARBORG BIJ UITTREDING ' ' WORDEN BETAALD AAN ONTSLAGNEMENDE WERKNEMERS VAN MEER DAN 60 JAAR , VOOR WAT HUN DOEL EN STREKKING BETREFT , NAMELIJK HET WAARBORGEN VAN HET LEVENSONDERHOUD VAN PERSONEN DIE EEN BEPAALDE LEEFTIJD HEBBEN BEREIKT , ENIGE GELIJKENIS VERTO NEN MET OUDERDOMSUITKERINGEN , TREEDT HET VERSCHIL TUSSEN BEIDE EVENWEL DUIDELIJK AAN HET LICHT WANNEER MEN DE BEREKENINGSGRONDSLAG EN DE TOEKENNINGSVOORWAARDEN VAN DE EERSTGENOEMDE VERGELIJKT MET HET STELSEL VAN SAMENTELLING EN PRORATISERING DAT AAN VERORDENING NR . 1408/71 TEN GRONDSLAG LIGT . ZIJ VERSCHILLEN ER EVENEENS VAN , IN ZOVERRE ZIJ ZIJN GERICHT OP EEN DOELSTELLING DIE MET HET TEWERKSTELLINGSBELEID SAMENHANGT , IN DIE ZIN DAT ZIJ ERTOE BIJDRAGEN , DAT WERKNEMERS DIE DE PENSIOENGERECHTIGDE LEEFTIJD NADEREN , HUN ARBEIDSPLAATS VRIJMAKEN TEN GUNSTE VAN JONGERE PERSONEN ZONDER WERK .
HIERUIT VOLGT DAT DERGELIJKE UITKERINGEN NIET KUNNEN WORDEN AANGEMERKT ALS GELIJKSOORTIG MET DE IN ARTIKEL 46 VAN VERORDENING NR . 1408/71 BEDOELDE OUDERDOMSUITKERINGEN .
3.ARTIKEL 12 , LID 2 , EERSTE ZIN , VAN VERORDENING NR . 1408/71 IS VERENIGBAAR MET ARTIKEL 51 EEG-VERDRAG , DAT DE TOEPASSING VAN NATIONALE ANTI-CUMULATIEVOORSCHRIFTEN NIET VERBIEDT INGEVAL DE UITKERINGEN NIET GELIJKSOORTIG ZIJN MET UITKERINGEN BIJ INVALIDITEIT , OUDERDOM , OVERLIJDEN OF BEROEPSZIEKTE IN DE ZIN VAN VERORDENING NR . 1408/71 . WANNEER DE NATIONALE ANTI-CUMULATIEVOORSCHRIFTEN GELIJKELIJK OP DE ONDERDANEN VAN ALLE LID-STATEN WORDEN TOEGEPAST ZONDER TE LETTEN OP HUN NATIONALITEIT , KAN ER GEEN SPRAKE ZIJN VAN DISCRIMINATIE IN DE ZIN VAN ARTIKEL 48 EEG-VERDRAG .
IN ZAAK 171/82 ,
BETREFFENDE EEN VERZOEK AAN HET HOF KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG VAN HET TRIBUNAL DE GRANDE INSTANCE TE LYON , IN HET ALDAAR AANHANGIG GEDING TUSSEN
BIAGIO VALENTINI
EN
ASSEDIC TE LYON ,
OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING OVER DE UITLEGGING VAN ARTIKEL 46 VAN VERORDENING NR . 1408/71 VAN DE RAAD VAN 14 JUNI 1971 BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE SOCIALE-ZEKERHEIDSREGELINGEN OP LOONTREKKENDEN EN HUN GEZINNEN , DIE ZICH BINNEN DE GEMEENSCHAP VERPLAATSEN ( PB L 149 VAN 1971 , BLZ . 2 ), ALSMEDE OVER DE UITLEGGING VAN ARTIKEL 51 EEG-VERDRAG ,
1 BIJ BESCHIKKING VAN 2 JUNI 1982 , INGEKOMEN TEN HOVE OP 24 JUNI DAAROPVOLGENDE , HEEFT HET TRIBUNAL DE GRANDE INSTANCE TE LYON KRACHTENS ARTIKEL 177 EEG-VERDRAG EEN PREJUDICIELE VRAAG GESTELD OVER DE UITLEGGING VAN ARTIKEL 46 VAN VERORDENING NR . 1408/71 VAN DE RAAD VAN 14 JUNI 1971 BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE SOCIALE-ZEKERHEIDSREGELINGEN OP LOONTREKKENDEN EN HUN GEZINNEN , DIE ZICH BINNEN DE GEMEENSCHAP VERPLAATSEN ( PB L 149 VAN 1971 , BLZ . 2 ), ALSMEDE OVER DE UITLEGGING VAN ARTIKEL 51 EEG-VERDRAG .
2 DEZE VRAAG IST GEREZEN IN HET KADER VAN EEN GEDING TUSSEN BIAGIO VALENTINI EN DE ASSOCIATION POUR L ' EMPLOI DANS L ' INDUSTRIE ET LE COMMERCE ( ASSEDIC ) TE LYON .
3 VALENTINI , VAN ITALIAANSE NATIONALITEIT , HEEFT TOT 1957 IN ITALIE GEWERKT , EN ONTVANGT UIT DIEN HOOFDE SEDERT ZIJN 60E LEVENSJAAR , DAT WIL ZEGGEN SEDERT 1974 , VAN HET ISTITUTO NAZIONALE PER LA PREVIDENZA SOCIALE ( INPS ) EEN DOOR BIJDRAGEBETALING VERWORVEN OUDERDOMSPENSIOEN VAN FF 15 PER DAG .
4 NADIEN HEEFT VALENTINI VAN 1963 TOT 1977 IN FRANKRIJK GEWERKT EN OP GROND DAARVAN ONTVANGT HIJ ALDAAR SEDERT ZIJN 63E LEVENSJAAR , DAT WIL ZEGGEN SEDERT HIJ IN 1977 ZIJN DIENSTBETREKKING BEEINDIGDE , UITKERINGEN UIT HOOFDE VAN DE ' ' GARANTIE DE RESSOURCES DEMISSION ' ' ( ' ' INKOMENSWAARBORG BIJ UITTREDING ' ' ).
5 DEZE INKOMENSWAARBORG BIJ UITTREDING IS IN FRANKRIJK TIJDELIJK INGEVOERD BIJ HET ACCORD NATIONAL INTERPROFESSIONNEL VAN 13 JUNI 1977 , HOUDENDE AANVULLING EN WIJZIGING VAN HET OVEREENKOMSTIGE AKKOORD VAN 27 MAART 1972 BETREFFENDE DE INKOMENSWAARBORG BIJ ONTSLAG , DAT ZELF WEER EEN AANVULLING VORMDE OP DE REGELING IN BIJLAGE VAN DE OVEREENKOMST VAN 31 DECEMBER 1958 TOT INSTELLING VAN EEN NATIONAAL STELSEL VAN WERKLOOSHEIDSVERZEKERING OP DE GRONDSLAG VAN ARTIKEL L 351-5 VAN DE CODE DU TRAVAIL . DIT STELSEL ALSOOK DE FONDSEN ERVAN WORDEN BEHEERD DOOR DE ASSEDIC ' S , DIE ZICH HEBBEN AANEENGESLOTEN IN DE UNION INTERPROFESSIONNELLE POUR L ' EMPLOI DANS L ' INDUSTRIE ET LE COMMERCE ( UNEDIC ).
6 DE UITKERINGEN UIT HOOFDE VAN DE INKOMENSWAARBORG WORDEN TOEGEKEND AAN VRIJWILLIG UITGETREDEN WERKNEMERS VAN MEER DAN 60 JAAR , OP VOORWAARDE DAT ZIJ TIEN JAAR LANG UIT HOOFDE VAN WERKZAAMHEDEN DIE BINNEN DE WERKINGSSFEER VAN DE REGELING INZAKE DE WERKLOOSHEIDSVERZEKERING VALLEN , AANGESLOTEN ZIJN GEWEEST BIJ EEN SOCIALE-ZEKERHEIDSSTELSEL VOOR WERKNEMERS EN ALS REGEL IN DE VIJF JAREN VOORAFGAANDE AAN HUN UITTREDING , EEN JAAR LANG ONONDERBROKEN BIJ EEN OF MEER ONDERNEMINGEN WERKZAAM ZIJN GEWEEST .
7 DE DAGUITKERING KOMT OVEREEN MET 70 % VAN HET GEMIDDELDE DAGLOON GEDURENDE DE LAATSTE DRIE MAANDEN VAN TEWERKSTELLING . ZIJ KAN EVENWEL WORDEN VERMINDERD KRACHTENS ARTIKEL 38 VAN HET AANHANGSEL VAN 13 JUNI 1977 VAN DE BIJLAGE BIJ DE REGELING INZAKE BIJZONDERE UITKERINGEN VOOR WERKNEMERS ZONDER WERK VAN MEER DAN 60 JAAR . DEZE BEPALING , DIE DEEL UITMAAKT VAN HET VOORMELD NATIONAAL AKKOORD VAN 13 JUNI 1977 , BEPERKT DE ONDERHAVIGE UITKERINGEN IN DIER VOEGE , DAT ZIJ TEZAMEN MET DE OUDERDOMSUITKERINGEN , PER DAG BEREKEND , NIET MEER BEDRAGEN DAN 70 % VAN HET REFERENTIEDAGLOON .
8 DE ASSEDIC TE LYON KENDE VALENTINI DE UITKERING UIT HOOFDE VAN DE INKOMENSWAARBORG TOE , AAN DE VOORWARDEN WAARVOOR HIJ UITSLUITEND OP GROND VAN ZIJN ARBEID IN FRANKRIJK VOLDEED . ZIJ VERMINDERDE DE DAGUITKERING EVENWEL MET HET BEDRAG VAN ZIJN ITALIAANS OUDERDOMSPENSIOEN VAN FF 15 PER DAG , ZODAT DE SOM VAN DE TWEE UITKERINGEN NIET MEER BEDROEG DAN 70 % VAN ZIJN VROEGERE DAGLOON .
9 TEGEN DEZE BEREKENINGSWIJZE HEEFT VALENTINI BEROEP INGESTELD BIJ HET TRIBUNAL DE GRANDE INSTANCE TE LYON , DAT HEEFT BESLOTEN ZIJN UITSPRAAK AAN TE HOUDEN TOT HET HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN EEN PREJUDICIELE BESLISSING ZAL HEBBEN GEGEVEN VOOR DE VRAAG OF
' ' EEN IN FRANKRIJK WONENDE ITALIAANSE WERKNEMER , DIE VANAF ZIJN 60E JAAR EEN ITALIAANS OUDERDOMSPENSIOEN ONTVANGT EN IN FRANKRIJK RECHT HEEFT OP DE INKOMENSWAARBORG VAN 70 % VAN ZIJN DAGLOON , ZOALS VOORZIEN IN HET AANHANGSEL VAN 13 JUNI 1977 VAN DE BIJLAGE VAN DE REGELING INZAKE UITKERINGEN AAN WERKNEMERS ZONDER WERK , OP GROND VAN ARTIKEL 46 VAN VERORDENING NR . 1408/71 VAN 14 JUNI 1971 EN ARTIKEL 51 EEG-VERDRAG AANSPRAAK KAN MAKEN OP CUMULATIE VAN ZIJN ITALIAANS PENSIOEN MET DE FRANSE UITKERING VAN 70 % VAN ZIJN DAGLOON , OF DAT HET FRANSE ORGAAN ( ASSEDIC ) DAT HEM DEZE UITKERING BETAALT , DE HEM DOOR HET ITALIAANSE ORGAAN BETAALDE BEDRAGEN DAAROP MAG INHOUDEN ' ' .
10 BLIJKENS DE VERWIJZINGSBESCHIKKING STREKT DE GESTELDE VRAAG ER IN WEZEN TOE , TE VERNEMEN OF UITKERINGEN ALS DIE UIT HOOFDE VAN DE ' ' INKOMENSWAARBORG BIJ UITTREDING ' ' OVEREENKOMSTIG DE DESBETREFFENDE FRANSE REGELING , BINNEN DE WERKINGSSFEER VAN ARTIKEL 46 VAN VERORDENING NR . 1408/71 VALLEN , MET HET GEVOLG DAT DE TOEPASSING VAN DE NATIONALE ANTI-CUMULATIEVOORSCHRIFTEN IS UITGESLOTEN . BIJ NADER TOEZIEN VALT DE VRAAG UITEEN IN TWEE DELEN ; HET EERSTE ONDERDEEL BETREFT DE VRAAG OF EEN UITKERING ALS DIE UIT HOOFDE VAN DE INKOMENSWAARBORG GELIJKSOORTIG IS MET EEN OUDERDOMSPENSIOEN IN DE ZIN VAN GENOEMDE VERORDENING , EN HET TWEEDE ONDERDEEL BETREFT DE VRAAG OF , GELET OP DE AARD VAN DE BETROKKEN UITKERINGEN EN OP ARTIKEL 51 EEG-VERDRAG , ANTI-CUMULATIEVOORSCHRIFTEN - HETZIJ NATIONALE HETZIJ COMMUNAUTAIRE - VAN TOEPASSING KUNNEN ZIJN .
11 WAT HET ANTWOORD OP HET EERSTE ONDERDEEL VAN DE VRAAG BETREFT , WIJZEN VERWEERSTER IN HET HOOFDGEDING , DE FRANSE REGERING EN DE COMMISSIE EROP , DAT UITKERINGEN ALS DIE WELKE IN FRANKRIJK UIT HOOFDE VAN DE ' ' INKOMENSWAARBORG BIJ UITTREDING ' ' WORDEN VERLEEND , NIET ALS OUDERDOMSUITKERINGEN KUNNEN WORDEN AANGEMERKT , VOLGENS DE ASSEDIC TE LYON EN DE FRANSE REGERING OMDAT HET WERKLOOSHEIDSUITKERINGEN ZIJN , VOLGENS DE COMMISSIE OMDAT HET DAARBIJ GAAT OM UITKERINGEN VAN EEN BIJZONDER TYPE WAARVOOR VERORDENING NR . 1408/71 TOT OP HEDEN GEEN VOORZIENINGEN BEVAT , ZODAT ZIJ NIET KUNNEN WORDEN BESCHOUWD ALS GELIJKSOORTIG MET EEN OUDERDOMSPENSIOEN .
12 DAARENTEGEN STELT DE ITALIAANSE REGERING , DAT UITKERINGEN VAN HET ONDERHAVIGE TYPE , GELET OP AL HUN CONSTITUTIEVE ELEMENTEN EN INZONDERHEID HET LEEFTIJDSCRITERIUM , ZIJN AAN TE MERKEN ALS GELIJKSOORTIG MET OUDERDOMSUITKERINGEN .
13 VOLGENS VASTE RECHTSPRAAK VAN HET HOF MOETEN UITKERINGEN VAN SOCIALE ZEKERHEID , LOS VAN DE KENMERKEN DIE AAN DE ONDERSCHEIDEN NATIONALE WETTELIJKE REGELINGEN EIGEN ZIJN , ALS GELIJKSOORTIG WORDEN AANGEMERKT , WANNEER HET VOORWERP EN DE DOELSTELLING ALSOOK DE BEREKENINGSGRONDSLAG EN DE TOEKENNINGSVOORWAARDEN ERVAN IDENTIEK ZIJN . DAARENTEGEN ZIJN ZUIVER FORMELE KENMERKEN NIET TE BESCHOUWEN ALS CONSTITUTIEVE ELEMENTEN VOOR DE KLASSIFICATIE VAN DE UITKERINGEN .
14 IN DIT VERBAND ZIJ OPGEMERKT , DAT DE IN DE ARTIKELEN 4 , LID 1 , SUB C , EN 46 VAN VERORDENING NR . 1408/71 BEDOELDE OUDERDOMSUITKERINGEN ALS VOORNAAMSTE KENMERK HEBBEN , DAT ZIJ HET LEVENSONDERHOUD MOETEN WAARBORGEN VAN PERSONEN DIE OP EEN BEPAALDE LEEFTIJD HUN BETREKKING OPGEVEN EN NIET MEER VERPLICHT ZIJN ZICH TER BESCHIKKING VAN DE DIENSTEN VOOR ARBEIDSBEMIDDELING TE HOUDEN . BOVENDIEN GAAT HET STELSEL VAN SAMENTELLING EN PRORATISERING IN ARTIKEL 46 ERVAN UIT , DAT DEZE UITKERINGEN IN DE REGEL WORDEN GEFINANCIERD DOOR EN VERKREGEN OP GROND VAN DE EIGEN BIJDRAGEN VAN DE BETROKKENEN , EN WORDEN BEREKEND OP BASIS VAN DE DUUR VAN HUN AANSLUITING BIJ HET VERZEKERINGSSTELSEL .
15 DIT VLOEIT TROUWENS VOORT UIT HET GEHEEL DER BEPALINGEN VAN HOOFDSTUK 3 VAN TITEL III VAN VERORDENING NR . 1408/71 , MET NAME ARTIKEL 45 , EN UIT DE DOELSTELLINGEN VERMELD IN DE ZESDE OVERWEGING , LUIDENS WELKE DE DOELEINDEN VAN GENOEMDE VERORDENING ' ' MET NAME BEREIKT MOETEN WORDEN DOOR HET SAMENTELLEN VAN ALLE TIJDVAKKEN WELKE DOOR DE VERSCHILLENDE NATIONALE WETGEVINGEN IN AANMERKING WORDEN GENOMEN VOOR HET VERKRIJGEN EN HET BEHOUDEN VAN HET RECHT OP PRESTATIES EN VOOR DE VASTSTELLING DAARVAN ' ' , EN UIT DE ACHTSTE OVERWEGING WAARIN UITDRUKKELIJK WORDT VERWEZEN NAAR DE IN DE VERSCHILLENDE LID-STATEN OP BASIS VAN VERZEKERINGSTIJDVAKKEN VERWORVEN OUDERDOMSUITKERINGEN .
16 OFSCHOON DUS UITKERINGEN ALS DE ONDERHAVIGE VOOR WAT HUN DOEL EN STREKKING BETREFT , NAMELIJK HET WAARBORGEN VAN HET LEVENSONDERHOUD VAN PERSONEN DIE EEN BEPAALDE LEEFTIJD HEBBEN BEREIKT , ENIGE GELIJKENIS VERTONEN MET OUDERDOMSUITKERINGEN , TREEDT HET VERSCHIL TUSSEN BEIDE EVENWEL DUIDELIJK AAN HET LICHT WANNEER MEN DE BEREKENINGSGRONDSLAG EN DE TOEKENNINGSVOORWAARDEN VAN DE EERSTGENOEMDE VERGELIJKT MET HET STELSEL VAN SAMENTELLING EN PRORATISERING DAT AAN VERORDENING NR . 1408/71 TEN GRONDSLAG LIGT .
17 ZIJ VERSCHILLEN ER EVENEENS VAN , IN ZOVERRE ZIJ ZIJN GERICHT OP EEN DOELSTELLING DIE MET HET TEWERKSTELLINGSBELEID SAMENHANGT , IN DIE ZIN DAT ZIJ ERTOE BIJDRAGEN , DAT WERKNEMERS DIE DE PENSIOENGERECHTIGDE LEEFTIJD NADEREN , HUN ARBEIDSPLAATS VRIJMAKEN TEN GUNSTE VAN JONGERE PERSONEN ZONDER WERK , EEN DOELSTELLING DIE PAS NA DE INWERKINGTREDING VAN VERORDENING NR . 1408/71 IS ONTSTAAN IN DE CONTEXT VAN DE ECONOMISCHE CRISIS DIE DE GEMEENSCHAP SINDS ENKELE JAREN TEISTERT .
18 OVERIGENS MOET WORDEN OPGEMERKT , DAT DE COMMISSIE BIJ DE RAAD EEN VOORSTEL TOT AANVULLING VAN VERORDENING NR . 1408/71 HEEFT INGEDIEND , TENEINDE REKENING TE HOUDEN MET DE SPECIFIEKE KENMERKEN VAN UITKERINGEN ALS DE ONDERHAVIGE .
19 MITSDIEN MOET WORDEN VASTGESTELD DAT DE ONDERHAVIGE UITKERINGEN NIET KUNNEN WORDEN AANGEMERKT ALS GELIJKSOORTIG MET DE IN ARTIKEL 46 VAN VERORDENING NR . 1408/71 BEDOELDE OUDERDOMSUITKERING .
20 MET BETREKKING TOT HET TWEEDE ONDERDEEL VAN DE VRAAG , BETREFFENDE DE TOEPASSELIJKHEID VAN DE NATIONALE ANTI-CUMULATIEVOORSCHRIFTEN , ZIJ ERAAN HERINNERD , DAT VOLGENS ARTIKEL 12 , LID 2 , VAN VERORDENING NR . 1408/71 DE BEPALINGEN INZAKE VERMINDERING , SCHORSING OF INTREKKING , WAARIN DE WETGEVING VAN EEN LID-STAAT VOORZIET INGEVAL VAN SAMENLOOP VAN TWEE OF MEER UITKERINGEN VAN SOCIALE ZEKERHEID , OP DE RECHTHEBBENDE VAN TOEPASSING ZIJN , ZELFS INDIEN HET GAAT OM UITKERINGEN WELKE OP GROND VAN DE WETGEVING VAN EEN ANDERE LID-STAAT ZIJN VERKREGEN , VOOR ZOVER HET GEEN GELIJKSOORTIGE UITKERINGEN BIJ INVALIDITEIT , OUDERDOM , OVERLIJDEN OF BEROEPSZIEKTE BETREFT .
21 ONDER DEZE OMSTANDIGHEDEN BEHOEFT NIET TE WORDEN ONDERZOCHT , WELKE ANTI-CUMULATIEVOORSCHRIFTEN VAN TOEPASSING ZOUDEN ZIJN INGEVAL DE BETROKKEN UITKERINGEN GELIJKSOORTIG WAREN MET DE OUDERDOMSUITKERINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 12 , LID 2 , TWEEDE ZIN , VAN VERORDENING NR . 1408/71 .
22 WAT OVERIGENS DE EERSTE ZIN VAN LID 2 VAN HETZELFDE ARTIKEL 12 BETREFT , MOET WORDEN VASTGESTELD DAT DEZE BEPALING VERENIGBAAR IS MET ARTIKEL 51 EEG-VERDRAG , DAT DE TOEPASSING VAN NATIONALE ANTI-CUMULATIEVOORSCHRIFTEN NIET VERBIEDT INGEVAL UITKERINGEN ALS DE ONDERHAVIGE NIET GELIJKSOORTIG ZIJN MET UITKERINGEN BIJ INVALIDITEIT , OUDERDOM , OVERLIJDEN OF BEROEPSZIEKTE IN DE ZIN VAN VERORDENING NR . 1408/71 . WANNEER DE NATIONALE ANTI-CUMULATIEVOORSCHRIFTEN GELIJKELIJK OP DE ONDERDANEN VAN ALLE LID-STATEN WORDEN TOEGEPAST ZONDER TE LETTEN OP HUN NATIONALITEIT , KAN ER GEEN SPRAKE ZIJN VAN DISCRIMINATIE IN DE ZIN VAN ARTIKEL 48 EEG-VERDRAG .
23 MITSDIEN MOET OP DE GESTELDE VRAAG WORDEN GEANTWOORD , DAT UITKERINGEN ALS DIE UIT HOOFDE VAN DE ' ' INKOMENSWAARBORG BIJ UITTREDING ' ' OVEREENKOMSTIG DE DESBETREFFENDE FRANSE REGELING , NIET ONDER ARTIKEL 46 VAN VERORDENING NR . 1408/71 VALLEN , EN DAT BIJ SAMENLOOP VAN DERGELIJKE UITKERINGEN MET OUDERDOMSPENSIOENEN VAN ANDERE LID-STATEN HET GEMEENSCHAPSRECHT NIET IN DE WEG STAAT AAN DE TOEPASSING VAN DE NATIONALE ANTI-CUMULATIEVOORSCHRIFTEN .
KOSTEN
24 DE KOSTEN DOOR DE FRANSE REGERING , DE ITALIAANSE REGERING EN DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WEGENS INDIENING HUNNER OPMERKINGEN BIJ HET HOF GEMAAKT , KUNNEN NIET VOOR VERGOEDING IN AANMERKING KOMEN . TEN AANZIEN VAN DE PARTIJEN IN HET HOOFDGEDING IS DE PROCEDURE ALS EEN ALDAAR GEREZEN INCIDENT TE BESCHOUWEN , ZODAT DE NATIONALE RECHTERLIJKE INSTANTIE OVER DE KOSTEN HEEFT TE BESLISSEN .
HET HOF VAN JUSTITIE ,
UITSPRAAK DOENDE OP DE DOOR HET TRIBUNAL DE GRANDE INSTANCE TE LYON BIJ BESCHIKKING VAN 2 JUNI 1982 GESTELDE VRAAG , VERKLAART VOOR RECHT :
UITKERINGEN ALS DIE UIT HOOFDE VAN DE ' ' INKOMENSWAARBORG BIJ UITTREDING ' ' OVEREENKOMSTIG DE DESBETREFFENDE FRANSE REGELING , VALLEN NIET ONDER ARTIKEL 46 VAN VERORDENING NR . 1408/71 ; BIJ SAMENLOOP VAN DERGELIJKE UITKERINGEN MET OUDERDOMSPENSIOENEN VAN ANDERE LID-STATEN STAAT HET GEMEENSCHAPSRECHT NIET IN DE WEG AAN DE TOEPASSING VAN DE NATIONALE ANTI-CUMULATIEVOORSCHRIFTEN .