Europees Economisch en Sociaal Comité 

NL

REX/497

Economische en sociale samenhang en Europese integratie van de Westelijke Balkan – uitdagingen en prioriteiten

ADVIES

Europees Economisch en Sociaal Comité

Economische en sociale samenhang en Europese integratie van de Westelijke Balkan – uitdagingen en prioriteiten

(verkennend advies)

Rapporteur: Andrej ZORKO (SI-II)

Corapporteur: Dimitris DIMITRIADIS (EL-I)

Raadpleging

Bulgaarse voorzitterschap, 05/09/2017

Rechtsgrondslag

Artikel 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Artikel 30 van het reglement van orde van het EESC

Bevoegde afdeling

REX

Goedkeuring door de afdeling

28/03/2018

Goedkeuring door de voltallige vergadering

19/04/2018

Zitting nr.

534

Stemuitslag

(voor/tegen/onthoudingen)

189/2/1



1.Conclusies en aanbevelingen

1.1Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) is verheugd dat de integratie van de Westelijke Balkanlanden in de EU en hun economische en sociale samenhang een van de prioriteiten van het Bulgaarse voorzitterschap is.

1.2Het EESC is ervan overtuigd dat de uitbreiding van de EU, en met name de verspreiding van haar democratische waarden en rechtsnormen in de Westelijke Balkan, zowel de Westelijke Balkanlanden als de EU ten goede zal komen. Het uitbreidingsbeleid is een sleutelelement van de mondiale strategie van de EU en vormt de hoeksteen van de stabiliteit en welvaart van Europa. Daarom stelt het EESC voor om van de integratie van de Westelijke Balkanlanden een van de toekomstige topprioriteiten van de EU te maken, mits deze landen doorgaan met hun inspanningen om aan de noodzakelijke voorwaarden voor EU-toetreding te voldoen 1 .

1.3Het EESC kijkt uit naar de top van staatshoofden en regeringsleiders van de EU en de Westelijke Balkanlanden op 17 mei in Sofia. Voorafgaand aan deze top zal het meewerken aan de organisatie van een conferentie voor het maatschappelijk middenveld van de Westelijke Balkan (15 mei, Sofia). Het is vastbesloten om telkens in aanloop naar een top van de EU en de Westelijke Balkanlanden een gezamenlijk evenement voor vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties uit de EU en de Westelijke Balkan te organiseren 2 . De EU-instellingen en lidstaten zouden regelmatig staatshoofden van de Westelijke Balkanlanden bij EU-topbijeenkomsten moeten betrekken om te laten zien dat de EU deze regio beschouwt als onderdeel van haar toekomst.

1.4Het EESC hoopt dat op de top in Sofia de nieuwe impuls voor het engagement van de EU voor de regio zal worden bekrachtigd en daarmee toekomstige voorzitterschappen zullen worden aangemoedigd om hoge prioriteit aan de integratie van de Westelijke Balkan te blijven geven. De uitbreiding van de EU met de Westelijke Balkanlanden zou hand in hand moeten gaan met een versterking van het Europese politieke project en de EU-instellingen.

1.5Het EESC roept de deelnemers aan de top in Sofia op om duidelijke toezeggingen te doen voor meer consistente en rechtstreekse steun voor maatschappelijke organisaties op alle niveaus en om werk te maken van meer directe overheidssteun voor onafhankelijke media.

1.6Verder zouden de deelnemers aan de top in Sofia zich proactief moeten opstellen in bilaterale geschillen door te ijveren voor doelgerichte samenwerking met zowel de OVSE als de Raad van Europa en door steun te bieden aan het maatschappelijk middenveld, dat ook een rol kan spelen bij de oplossing van zulke geschillen.

1.7Bovendien is het EESC er zeker van dat de daadwerkelijke uitbreiding van de EU en de bevordering van haar waarden in de Westelijke Balkanlanden zullen zorgen voor veiligheid en stabiliteit, de sociale en economische ontwikkeling en welvaart zullen bevorderen, de democratie en de rechtsstaat zullen consolideren, het vrije verkeer van personen en goederen zullen vergemakkelijken, investeringsbeleid zullen stimuleren en mobiliteit zullen aanmoedigen.

1.8Volgens het EESC is eerbiediging van de rechtsstaat en de rechten van minderheden van cruciaal belang voor de democratische, economische en sociale ontwikkeling van de Westelijke Balkanlanden.

1.9Ook is het EESC van mening dat het onderwijs en vrije en onafhankelijke media een heel belangrijke rol spelen om geschillen uit het verleden te boven te komen en democratische waarden te bevorderen.

1.10Het EESC merkt op dat het toetredingsproces tot de EU een belangrijke reden blijft om hervormingen door te voeren in de landen van de Westelijke Balkan. Het wijst erop dat er te weinig aandacht is voor de economische en sociale gevolgen van de doorgevoerde hervormingen, gelet op het grote verschil in het niveau van economische en sociale zekerheid tussen de lidstaten van de EU en de kandidaat-lidstaten. Daarom beveelt het aan om bij de beoordeling van de vraag of aan de criteria voor toetreding tot de EU is voldaan, ook te kijken naar sociale, economische en territoriale samenhang.

1.11Het EESC vindt dat in de onderhandelingen met de Westelijke Balkanlanden hoge prioriteit moet uitgaan naar vraagstukken op het gebied van infrastructuur, vervoer en energie. In alle Westelijke Balkanlanden zouden zowel burgers als bedrijfsleven moeten profiteren van het ontstaan van een digitale samenleving en de ontwikkeling van digitale vaardigheden. De EU kan en moet bijdragen aan de verbetering van de infrastructuur en de uitrol van een breedbandnetwerk in deze landen, waarvan de kwaliteit soms ver beneden het EU-gemiddelde ligt.

1.12Het EESC stelt de EU-instellingen voor te overwegen om een functionerende sociale en civiele dialoog op nationaal niveau in aanmerking te nemen als een van de criteria voor EU-lidmaatschap.

1.13De EU zou een speciale routekaart voor de onderhandelingen met de Westelijke Balkanlanden moeten uitwerken, met een precieze planning en concrete afspraken voor elk land. Ook zou een communicatiestrategie voor de EU-lidstaten moeten worden opgesteld om te wijzen op de voordelen van de uitbreiding van de EU met de Westelijke Balkanlanden, met name voor de vrede, stabiliteit, welvaart en economische en sociale ontwikkeling.

1.14Het EESC spoort de Europese Commissie aan om van de eerbiediging van de rechten van minderheden en van gendergelijkheid topprioriteiten in de toetredingsonderhandelingen met de Westelijke Balkanlanden te maken.

1.15Het EESC is ingenomen met de op 6 februari 2018 door de Commissie gepubliceerde nieuwe strategie voor de Westelijke Balkan getiteld "Een geloofwaardig vooruitzicht op toetreding en een grotere EU-betrokkenheid bij de Westelijke Balkan" 3 alsook met de daarin beschreven zes vlaggenschipinitiatieven, die onderwerpen bestrijken van de verbetering van de rechtsstaat, de intensivering van de samenwerking op veiligheids- en migratiegebied, gezamenlijke onderzoeksteams en de Europese grens- en kustwacht tot de uitbreiding van de energie-unie met de Westelijke Balkan, het verlagen van roamingtarieven en de uitrol van breedband.

1.16Het EESC is bereid om samen met het maatschappelijk middenveld van de Westelijke Balkan een bijdrage te leveren aan concrete maatregelen op het gebied van de rechtsstaat, veiligheid en migratie, sociaaleconomische ontwikkeling, connectiviteit, de digitale agenda, verzoening en goede betrekkingen met de buurlanden, zoals aangegeven in het actieplan ter ondersteuning van het transformatieproces van de westelijke Balkan 2018-2020.

1.17De Commissie zou zeker specifieke programma's moeten uitwerken waarmee de Westelijke Balkanlanden sneller sociale convergentie kunnen realiseren. Het feit dat zij daarmee in ongelijke mate en maar langzaam vooruitgang boeken, is een belangrijke oorzaak van hun in het algemeen trage EU-integratie. De europeanisering moet dringend een nieuwe impuls krijgen.

1.18Zowel Europese als nationale sociale partners en andere maatschappelijke organisaties moeten op een zinvolle manier betrokken worden bij de integratie van de Westelijke Balkanlanden in de EU. De capaciteiten van deze organisaties moeten worden verstevigd met technische en economische steun, door hun toegang tot Europese financieringsbronnen te vergemakkelijken (van Commissie, Europese Investeringsbank, EBRD enz.), en door hen tijdig en in detail op de hoogte te houden van de toetredingsonderhandelingen.

1.19Het EESC moedigt de sociale partners en andere maatschappelijke organisaties van de Westelijke Balkan aan om zowel op nationaal als regionaal niveau nauw samen te werken tijdens het Europese integratieproces van hun landen.

2.Politieke situatie

2.1De Westelijke Balkan is nog steeds een politiek instabiele regio, maar heeft wel een aanzienlijk potentieel voor groei.

2.2Het EESC beveelt de Commissie, de Raad en het Europees Parlement aan om meer en beter met de Europese burgers te communiceren over de voordelen en uitdagingen van het uitbreidingsbeleid. Maatschappelijke organisaties moeten daarbij nauw worden betrokken en kunnen optreden als tussenpersoon 4 .

2.3Het is uitermate belangrijk dat de integratie van de Westelijke Balkan niet alleen tijdens het Bulgaarse voorzitterschap maar ook in de toekomst een EU-prioriteit blijft en dat de EU actief bijdraagt aan de stabiliteit van en de vrede in de Westelijke Balkan en perspectief biedt op toetreding tot Euro-Atlantische organisaties. Dergelijk lidmaatschap kan ook bijdragen aan de stabiliteit in de regio, aangezien daardoor haar veiligheid en welvaart worden gegarandeerd, en biedt naties de mogelijkheid zich te herenigen in een Europa zonder grenzen.

2.4Het EESC is ingenomen met de aangekondigde EU-top in Sofia voor de leiders van de EU-lidstaten en Westelijke Balkanlanden, maar is van mening dat vertegenwoordigers van Europese maatschappelijke organisaties tijdens deze top de gelegenheid moeten krijgen een actievere rol te spelen.

2.5Het EESC is ingenomen met de recent bekendgemaakte agenda voor een intensivering van het proces van Berlijn ("Berlin Process Plus") 5 , waarin wordt voorzien in speciale financiering voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven, beroepsopleidingen, infrastructuur, technologie en projecten zoals transportverbindingen tussen de slechtst verbonden landen van de regio. Dit "Marshallplan" zal er naar verwachting voor zorgen dat er sneller een douane-unie en gemeenschappelijke markt tot stand worden gebracht in de Balkan. Deze regionale samenwerking mag er echter niet toe leiden dat het uitbreidingproces vertraging oploopt, en mag niet worden gezien als vervanging van de uitbreiding.

2.6Het EESC merkt op dat er in de Westelijke Balkanlanden wordt gestreefd naar hervormingen die zouden leiden tot de integratie in de EU, en de landen hier ook klaar voor zijn, maar wijst erop dat het welslagen van deze hervormingen afhangt van de mate waarin staatsinstellingen deze doeltreffend ten uitvoer kunnen leggen en kunnen handhaven, en van de mate waarin maatschappelijke organisaties en de burgers in het algemeen zichzelf ervoor verantwoordelijk gaan voelen. Een speciale routekaart voor de toetredingsonderhandelingen met de Westelijke Balkanlanden met een precieze planning en concrete afspraken voor elk land zouden hen kunnen motiveren om de noodzakelijke hervormingen sneller door te voeren.

2.7Het EESC heeft heel goede banden met maatschappelijke organisaties van de Westelijke Balkan ontwikkeld en is goed op de hoogte van de situatie in hun landen. Gemengde raadgevende comités (GRC's) van het maatschappelijk middenveld zouden absoluut de "niches" moeten proberen te vullen waar andere organen zich tijdens de onderhandelingen niet mee bezighouden, en hun aandacht moeten concentreren op een selecte hoeveelheid onderwerpen. Het EESC dringt in dit verband aan op betere uitwisseling van informatie tussen de GRC's en de Commissie, de Raad en het Europees Parlement en zou graag zien dat de GRC's een grotere rol gaan spelen 6 .

2.8Belangrijke en blijvende problemen voor betrokkenheid en integratie zijn corruptie, de gevolgen van georganiseerde misdaad, de algemene zwakte van de staatsinstellingen en de rechtsstaat, bilaterale geschillen en discriminatie van minderheden.

2.9Aan de hand van de criteria van Kopenhagen wordt bepaald of een land kan toetreden tot de Europese Unie 7 . In overeenstemming met deze criteria moet een staat instellingen hebben die de democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten garanderen. Bovendien moet ze een functionerende markteconomie hebben en de verplichtingen en missie van de EU aanvaarden.

2.10De Westelijke Balkanlanden kunnen niet allemaal tegelijk toetreden tot de EU. Tot tevredenheid van het EESC zijn Servië en Montenegro de huidige koplopers in het integratieproces. Het drukt zijn verwachting uit dat de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Albanië zo snel mogelijk van start zullen gaan met de onderhandelingen met de EU. Verder is het ermee ingenomen dat Bosnië en Herzegovina de vragenlijst van de Commissie heeft beantwoord en dat die laatste momenteel nagaat of ook aan dit land de status van kandidaat-lidstaat kan worden toegekend.

2.11De Westelijke Balkanlanden ondervinden nog steeds de gevolgen van oorlogen, vijandelijkheden, etnische haat, irredentistische indelingen en bevroren conflicten die opnieuw dreigen uit te breken. Zij moeten krachtig worden aangemoedigd om de meest prangende bilaterale geschillen vóór hun EU-toetreding te regelen, maar de eis om eerst alle openstaande kwesties op te lossen, zou het toetredingsproces kunnen vertragen.

2.12Het EESC is van mening dat het maatschappelijk middenveld een belangrijke rol kan spelen door de jonge generaties uit de verschillende landen bij elkaar te brengen en een publieke dialoog in gang te zetten over een aantal voor de regio cruciale vraagstukken. Economische ontwikkeling, de verbetering van de levensstandaard, en werkgelegenheid en sociale zekerheid zijn gunstig voor het vreedzaam naast elkaar bestaan van de landen in de regio.

2.13De Westelijke Balkanlanden zouden een nationale raad voor Europese integratie kunnen oprichten, waarin politieke autoriteiten op hoog niveau en de voornaamste maatschappelijke organisaties regelmatig samenzitten om te bekijken hoe de EU-integratie transparanter kan verlopen en hoe daaraan meer bekendheid kan worden gegeven 8 .

2.14Het EESC heeft de rol van het maatschappelijk middenveld in het toetredingsproces al omschreven en duidelijk gemaakt dat die rol diverse vormen aanneemt: (1) directe inbreng in de eigenlijke onderhandelingen (dat wil zeggen screening, voorbereiding van nationale standpunten, toezicht op het proces), (2) sociale en civiele dialoog in verband met beleidsvorming en harmonisatie van wetgeving met het acquis, (3) deelname aan de programmering van pretoetredingssteun, en (4) onafhankelijk toezicht op voortgang en sociale consequenties van de hervormingsprocessen. Om deze rol te kunnen vervullen is adequate financiële ondersteuning geboden, zowel door nationale regeringen als via het EU-instrument voor pretoetredingssteun 9 .

2.15Het EESC merkt op dat de interesse van de EU voor een snelle en doeltreffende integratie van de Westelijke Balkanlanden is gedaald vanwege andere politieke prioriteiten, het ontbreken van een Europese uitbreidingsstrategie en uiteenlopende opvattingen van de lidstaten. De afgelopen jaren hebben tegenvallende verwachtingen ertoe geleid dat het euroscepticisme in de Westelijke Balkanlanden is toegenomen Dit heeft geleid tot een geringere impact van de toetredingscriteria en heeft de hervormingen vertraagd, wat vooral voelbaar is op het gebied van de rechtsstaat, de vrijheid van de media en het voorkomen van corruptie.

2.16De landen van de Westelijke Balkan zijn bezig met hervormingen, maar elk op hun eigen tempo. Er moet veel meer worden gedaan om de ongebreidelde corruptie, de georganiseerde misdaad en het witwassen van geld te bestrijden. Een onafhankelijke rechterlijke macht is tevens van cruciaal belang voor een gezonde democratie.

2.17Het EESC acht het noodzakelijk de strijd tegen het terrorisme in de Westelijke Balkanlanden op te voeren en is groot voorstander van het initiatief terrorismebestrijding Westelijke Balkan (WBCTi) 10 .

2.18De samenwerking tussen de Westelijke Balkanlanden en relevante EU-agentschappen (zoals Europol) zou moeten worden uitgebreid om het uitbreidingsproces te versnellen. Vooral op gebieden als veiligheid en migratie is dit dringend noodzakelijk.

3.Economische stabiliteit en welvaart

3.1De economieën in de Westelijke Balkan blijven groeien; de reële bbp-groei in de regio is in 2017 naar verwachting met 2,6 % toegenomen. In 2018 zal die groei waarschijnlijk oplopen tot 3,0 % onder invloed van particuliere consumptie en investeringen, herstel van de kredietverlening, overmakingen en grote infrastructuurprojecten. In vergelijking met 1995 is de levensstandaard in alle zes de Westelijke Balkanlanden aanzienlijk verbeterd. Desondanks behoren de zes landen nog steeds tot de armste van Europa. Bovendien is de economische convergentie van de landen van de Westelijke Balkan sinds de crisis vertraagd en verloopt ze langzamer dan de convergentie van nieuwe lidstaten in Centraal- en Zuidoost-Europa.

3.2De economische convergentie van de Westelijke Balkan is een proces van lange adem. Het is daarom absoluut nodig om een klimaat te creëren dat buitenlandse investeringen mogelijk maakt en stimuleert, en om adequate economische hervormingen door te voeren, het concurrentievermogen aan te jagen en hoogwaardige banen te scheppen.

3.3Het EESC is verheugd over de met de economische integratie in de Westelijke Balkan geboekte vooruitgang nu de leiders in de regio zich ertoe hebben verbonden de banden aan te halen en samen te werken aan de toetreding tot de EU. Het roept op de sociale partners en andere maatschappelijke organisaties meer te betrekken bij de uitwerking van economische hervormingsprogramma's en gezamenlijke verklaringen met specifieke aanbevelingen voor elk land in de regio 11 .

3.4Volgens het EESC hebben kandidaat-lidstaten behoefte aan krachtigere hervormingsstimulansen. Het is met name noodzakelijk nauwere regionale samenwerking aan te moedigen teneinde het gemakkelijker te maken om te voldoen aan de voorwaarden voor EU-lidmaatschap.

3.5Het EESC vindt dat met de nieuwe instroom van buitenlandse directe investeringen een hefboom moet worden gecreëerd voor productiesectoren door lokale leveringsketens te ondersteunen en de vaardigheden en technologische capaciteit van kleine en middelgrote ondernemingen te verbeteren.

3.6Energie en vervoer moeten bij de ontwikkeling en interconnectiviteit van de regio een rol van betekenis spelen. Dit zal ervoor zorgen dat de burgers van de Westelijke Balkanlanden een duidelijk beeld krijgen van de sociale, economische en milieuvoordelen van EU-toetreding. Energie-efficiëntie en energiebesparing zijn bijvoorbeeld factoren die leiden tot activiteiten voor ondernemingen en groene – maar ook traditionele – banen.

3.7Het EESC steunt het Verdrag tot oprichting van de Vervoersgemeenschap, dat op 12 juli 2017 door de EU en de Westelijke Balkanlanden is ondertekend, en moedigt hen aan dat verder te ontwikkelen. In dit verband zouden de Commissie, de Europese Investeringsbank en de Westelijke Balkanlanden hun investeringen moeten richten op de koppeling van het EU-TEN-V-kernnetwerk en de infrastructuur in de Westelijke Balkan. Daarom is nu een gezamenlijk programma nodig, waarin de beschikbare middelen worden geïnventariseerd en een gemeenschappelijk tijdschema wordt vastgesteld.

3.8De verbetering van de infrastructuur zal de vervoers- en energiekosten doen afnemen en belangrijke investeringen in de regio vergemakkelijken. Bovendien zal het stimuleren van de digitalisering in de Westelijke Balkan bijdragen aan de ontwikkeling van het bedrijfsleven, een hogere productiviteit en een betere levenskwaliteit.

3.9Het EESC meent verder dat investeringen in concepten die het traditionele economische beleid aanvullen (circulaire economie, sociale economie, mainstreaming van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen) in het algemeen zullen zorgen voor groei en werkgelegenheid.

3.10Het EESC merkt op dat het staatsapparaat in alle Westelijke Balkanlanden nog steeds te groot is, terwijl de privésector er kleiner is dan in de zeven kleine transitie-economieën van Europa 12 .

3.11Het EESC is van mening dat de staat er een efficiëntere en betrouwbare verlener van openbare diensten moet worden en moet zorgen voor een gunstig klimaat voor particuliere ondernemingen.

3.12Volgens het EESC zouden kleine en middelgrote ondernemingen (die het merendeel van alle bedrijven uitmaken) in alle zes de landen van de Westelijke Balkan de motor van de economie kunnen worden. Daarvoor is het nodig dat de bureaucratie vermindert, het openbaar bestuur transparanter wordt, corruptie wordt bestreden en de rechterlijke macht volledig onafhankelijk is.

3.13Het EESC staat achter de conclusies van het 6e forum voor het maatschappelijk middenveld van de Westelijke Balkan en is er zeer bezorgd over dat het maatschappelijk middenveld in meer en meer Westelijke Balkanlanden steeds minder de ruimte krijgt. De EU en haar lidstaten hebben toegezegd ruimte voor het maatschappelijk middenveld te propageren en meer steun te geven voor het vergroten van de capaciteit van maatschappelijke organisaties, zodat ze een krachtigere stem krijgen in het ontwikkelingsproces en de politieke, sociale en economische dialoog kunnen stimuleren.

3.14Het EESC wijst erop dat maatschappelijke organisaties in alle Westelijke Balkanlanden op een zinvolle manier betrokken moeten worden bij de economische, sociale, overheids- en wetgevingshervormingen. Hun capaciteiten moeten worden verstevigd met technische en financiële steun, door hun toegang tot Europese financieringsbronnen te vergemakkelijken, en door hen tijdig op de hoogte te houden van het toetredingsproces.

4.Sociale stabiliteit – werkloosheid – emigratie

4.1Sinds de economische crisis is de convergentie van inkomens en met name de sociale convergentie tussen de rijkere en armere landen aan het vertragen en in bepaalde gevallen neemt ze zelfs af. Dit ondermijnt de ambities van de EU en zorgt ervoor dat de Unie minder aantrekkelijk wordt voor toekomstige leden. Alle Westelijke Balkanlanden hebben te kampen met armoede, hoge werkloosheid, een informele economie, lage lonen, corruptie, ambtsmisdrijven, emigratie van geschoolde werknemers, discriminatie van minderheden en braindrain.

4.2Hoewel de convergentie van de Westelijke Balkanlanden dichter bij het niveau van de EU28 komt, maken deze landen maar traag vooruitgang en lopen ze nog achter op de EU-regio's. Uit de cijfers blijkt dat volledige convergentie met de levensstandaard in de EU wel 40 jaar kan duren.

4.3Er is geen sprake van loonconvergentie van de Westelijke Balkanlanden. In sommige landen is de loonkloof met de EU zelfs toegenomen, wat de economische en sociale zekerheid van mensen in de Westelijke Balkan aantast. In de meeste landen van de Westelijke Balkan zijn de reële lonen niet meer toegenomen sinds de crisis. Hoewel er in alle landen van de Westelijke Balkan wettelijke minimumlonen zijn, zijn deze in veel gevallen niet voldoende voor gezinnen om in hun levensonderhoud te voorzien.

4.4Het EESC merkt op dat als gevolg van de hoge werkloosheid arbeidsmigratie in alle zes de landen van de Westelijke Balkan nog steeds een ernstig probleem is. Geschat wordt dat een kwart van de bevolking uit alle zes de landen van de Westelijke Balkan naar het buitenland is verhuisd. Weliswaar vormen overmakingen door geëmigreerde werknemers een belangrijke bron van inkomsten die op de korte termijn goed is voor de binnenlandse economie, maar massamigratie en bevolkingsafname hebben op de lange termijn ernstige gevolgen voor het economisch ontwikkelingspotentieel van de betrokken landen 13 .

4.5Behalve in Montenegro werden laagopgeleide jongeren en vrouwen in de Westelijke Balkan het hardst getroffen door de lagere werkgelegenheid. Een ander cruciaal gegeven is dat meer dan 70 % van de werklozen in alle zes de Westelijke Balkanlanden in 2015 gemiddeld langer dan een jaar werkloos waren 14 .

4.6Het EESC vindt dat de EU en de Westelijke Balkanlanden absoluut meer aandacht moeten schenken aan de levenskwaliteit en de sociale zekerheid van de burgers uit deze landen. Overwogen zou kunnen worden om eventueel de beginselen van de Europese pijler van sociale rechten toe te passen bij de beoordeling van de vraag of aan de criteria voor toetreding tot de EU is voldaan. De Commissie zou ook specifieke programma's kunnen uitwerken waarmee de Westelijke Balkanlanden sneller sociale convergentie zouden kunnen realiseren.

4.7Het EESC verwacht ook dat het concurrentievermogen verder zal moeten worden versterkt en er in alle zes de landen van de Westelijke Balkan structurele hervormingen zullen moeten worden doorgevoerd om de arbeidsmarkt te versterken en de emigratie af te remmen. Maatschappelijke organisaties moeten echt worden geraadpleegd als zulke hervormingen worden uitgewerkt 15 .

4.8Uit de arbeidsmarkttrends in de Westelijke Balkan blijkt dat de inactiviteit onder vrouwen hoog is. Overheden zouden daarom steun moeten geven om een hogere arbeidsparticipatie van vrouwen te realiseren. Het EESC spoort de Commissie ook aan om van gendergelijkheid een van de topprioriteiten in de toetredingsonderhandelingen met de Westelijke Balkanlanden te maken.

4.9Het EESC is ervan overtuigd dat de eerbiediging van de rechten en de cultuur van minderheden fundamenteel is voor de ontwikkeling van een democratisch maatschappelijk middenveld in alle Westelijke Balkanlanden.

4.10Het onderwijs, waaronder gelijke toegang tot onderwijssystemen, speelt in alle Westelijke Balkanlanden een cruciale rol bij de bevordering van Europese waarden, het cultiveren van verdraagzaamheid voor minderheden, de bestrijding van vooroordelen en de versterking van de sociale samenhang.

4.11Met een "agenda voor sociale samenhang" moeten de efficiëntie en doeltreffendheid van onderwijssystemen worden verbeterd teneinde tekorten aan vaardigheden en discrepanties tussen gevraagde en aangeboden vaardigheden te verhelpen. Ook met meer financiële steun voor programma's voor beroepsopleiding kunnen zulke discrepanties aangepakt en kan de hoge werkloosheid verminderd worden.

4.12Het EESC verwelkomt initiatieven van publieke culturele en onderwijsinstellingen, de academische wereld en maatschappelijke organisaties waarmee wordt gestreefd naar verzoening en goede betrekkingen met de buurlanden, en waarmee een kritische houding ten aanzien van het verleden wordt aangemoedigd.

Brussel, 19 april 2018.

Luca JAHIER

Voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

_____________

(1)      De basisbeginselen van de EU-strategie voor de Westelijke Balkan zijn door de Europese Commissie uiteengezet in haar op 6 februari 2018 verschenen mededeling " Een geloofwaardig vooruitzicht op toetreding en een grotere EU-betrokkenheid bij de Westelijke Balkan ", COM(2018) 65 final.
(2)      Overeenkomstig de gebruikelijke terminologie in het EESC omvatten de concepten "maatschappelijk middenveld" en "maatschappelijke organisaties" in dit advies de sociale partners (d.w.z. werkgevers en vakbonden) en alle andere niet-overheidsactoren.
(3)     COM(2018) 65 final, 6.2.2018
(4)     PB C 133 van 14.4.2016, blz. 31  
(5)       http://shtetiweb.org/berlin-process/ .
(6)       PB C 133 van 14.4.2016, blz. 31
(7)       http://eur-lex.europa.eu/summary/glossary/accession_criteria_copenhague.html?locale=nl .
(8)     PB C 133 van 14.4.2016, blz. 31
(9)     PB C 133 van 14.4.2016, blz. 31
(10)       http://wbcti.wb-iisg.com/ , https://ec.europa.eu/neighbourhood-enlargement/sites/near/files/ipa_ii_2016_039-858.13_mc_pcve.pdf .
(11)       Slotverklaring van het 6e forum voor het maatschappelijk middenveld van de Westelijke Balkan .
(12)       Wereldbankgroep, The Western Balkans: Revving up the Engines of Growth and Prosperity, 2017 .
(13)    De werkloosheidscijfers in de Westelijke Balkan liggen aanzienlijk hoger dan het gemiddelde van de EU28, hoewel er de laatste jaren enige vooruitgang is geboekt. Met name Bosnië en Herzegovina, Fyrom en Montenegro hebben te kampen met een voortdurend hoge werkloosheid, maar zelfs de huidige werkloosheidsgraad in Servië van 13,5 % – de beste in de regio na enkele recente verbeteringen – is nog veel te hoog in vergelijking met die in de lidstaten van de EU. Ondanks de duizelingwekkend hoge werkloosheidscijfers zijn er in de laatste 12 maanden tot juni 2017 230 000 banen geschapen in de regio (oftewel een toename van 3,8 %), meer dan de helft ervan in de privésector. Als gevolg hiervan is de werkgelegenheid (het aantal arbeidsplaatsen, niet het aantal gewerkte uren) in alle landen van de Westelijke Balkan behalve Bosnië en Herzegovina opnieuw op het niveau van vóór 2008. Bron: Wereldbankgroep, Western Balkans Regular Economic Report, nr. 12, herfst 2017.
(14)       Wereldbankgroep, Western Balkans Labor Market Trends 2017 .
(15)      Zoals uiteengezet in het EESC-advies over de EU-uitbreidingsstrategie , PB C 133 van 14.4.2016, blz. 31 , en in de Slotverklaring van het 6e EESC-forum voor het maatschappelijk middenveld van de Westelijke Balkan , dat op 10 en 11 juli 2017 in Sarajevo werd gehouden.