NL

CCMI/203

Programma voor de Europese defensie-industrie

ADVIES

Adviescommissie Industriële Reconversie

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot vaststelling van het programma voor de Europese defensie-industrie en van een kader van maatregelen

ter waarborging van de tijdige beschikbaarheid en levering van defensieproducten (“EDIP-verordening”)

[2024/0061(COD)]

(COM(2024) 150 final)

Contact

Ioannis.Diamantopoulos@eesc.europa.eu

Administrateur

Ioannis DIAMANTOPOULOS

Datum document

17/5/2024

Rapporteur: Tomasz Andrzej WRÓBLEWSKI

Corapporteur: Franck UHLIG

Wetgevingsprocedure

Gezamenlijk wetgevingsportaal (hyperlink nog niet beschikbaar)

Raadpleging

Raad van de Europese Unie, 19/4/2024

Rechtsgrond

Artikelen 114 en 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Documenten van de Europese Commissie

COM(2024) 150 final

Samenvatting van COM(...)...

Relevante duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)

SDG 9: industrie, innovatie en infrastructuur

SDG 16: vrede, justitie en sterke publieke diensten

Bevoegde afdeling

Adviescommissie Industriële Reconversie (CCMI)

Goedkeuring door de afdeling

15/5/2024

Stemuitslag
(voor/tegen/onthoudingen)

34/0/1

Goedkeuring door de voltallige vergadering

DD/MM/YYYY

Zitting nr.

Stemuitslag
(voor/tegen/onthoudingen)

…/…/…



1.AANBEVELINGEN

Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC)

1.1beveelt de Europese Commissie aan om uitgebreid met de Europese burgers te communiceren over de uitdagingen van de gezamenlijke defensiefinanciering in de huidige geopolitieke context, met het doel om een gemeenschappelijk veiligheidsbeleid tot stand te brengen en er tegelijkertijd voor te zorgen dat vrede en solidariteit de kern blijven vormen van de Europese integratie;

1.2vraagt dat de huidige beperkte middelen (1,5 miljard EUR) op middellange termijn worden verhoogd;

1.3benadrukt dat het programma voor de Europese defensie-industrie (EDIP) niet alleen de nodige steun moet bieden om aan de dringende behoeften van Oekraïne te voldoen. De Europese aanpak ten aanzien van defensie en de Europese industriële en technologische defensiebasis (EDTIB) moeten ook structureel verder worden ontwikkeld.

1.4is van mening dat het Europees Parlement, de lidstaten, de publieke en particuliere financiële sector en de Europese Commissie een langetermijnplan moeten uitwerken om de uitgaven voor en de aankoop van wapens te verhogen. Dat zal de weg vrijmaken voor langetermijninvesteringen van de particuliere sector en zowel de productieplannen voor militaire uitrusting van de EDTIB als de DTIB van Oekraïne ondersteunen;

1.5beveelt de Europese Commissie aan duidelijkheid te verschaffen over de herkomst en het gebruik van de aan het EDIP toegewezen middelen om elke verdenking van willekeur ten opzichte van middelen voor andere programma’s, die ook in grote en dringende behoeften voorzien (openbare diensten, sociale sector, Green Deal) te vermijden;

1.6is van mening dat EDTIB-bedrijven de samenwerking moeten versterken, vooral met kmo’s en over de grenzen heen;

1.7benadrukt het belang van industriële samenwerking met Oekraïne binnen het kader van het EDIP;

1.8stelt voor de synergie tussen de defensie-industrie en de civiele industrie, met inbegrip van kmo’s en start-ups, verder te bevorderen;

1.9vraagt zich af of de structuren van het Europees bewapeningsprogramma (SEAP) een aanzienlijke bijdrage kunnen leveren aan de versterking van de EDTIB;

1.10is van mening dat het in de mededeling over de Europese industriële defensiestrategie (EDIS) genoemde streefpercentage voor coöperatieve en intra-Europese aanbestedingen in de EDIP-verordening moet worden opgenomen.

2.TOELICHTING

Argumenten ter ondersteuning van aanbeveling 1.1

2.1Er moeten samenhangende en krachtige argumenten worden aangevoerd aan de hand van regelmatige bewustmakingscampagnes die de ontstaansgeschiedenis van de Europese Unie en de bedreiging die uitgaat van de expansiedrang van totalitaire regimes, en in het bijzonder het Russische regime, voor de democratie en onze waarden, uitleggen aan de burgers.

2.2Om hun veiligheid op lange termijn te garanderen, moeten de Europese burgers enerzijds worden overtuigd van de noodzaak om Oekraïne onmiddellijk te steunen en anderzijds van de verantwoordelijkheid van de Unie en haar lidstaten om het Europese project te consolideren.

2.3Het EESC steunt de EDIP-verordening. De vrede moet worden verdedigd en de veiligheid van Europa kan niet worden gewaarborgd zonder een Europese defensie-industrie. Het EESC wil er echter nogmaals op wijzen dat zelfs in deze woelige tijden vrede en solidariteit de kern moeten blijven vormen van het Europese project, zowel in Europa als in de wereld.

2.4De veiligheid van de Europese burgers heeft een prijs die Europa al te lang heeft genegeerd. Vanuit dit oogpunt is het niet te rechtvaardigen dat het hiervoor niet over eigen middelen beschikt, ook al profiteert een groot aantal EU-lidstaten van de wederzijdse steun in NAVO-verband.

2.5Er moet een structureel kader en een financieringsinstrument voor defensie worden opgezet op basis van de NextGenerationEU-aanpak.

Argumenten ter ondersteuning van aanbeveling 1.2

2.6Dit te kleine financieringsbedrag betekent dat het succes van het EDIP zal afhangen van de bereidheid van de EU-lidstaten om samen te werken en samen te investeren in toekomstige defensieopdrachten. Het EESC is ingenomen met de suggestie van de Commissie in de EDIS-mededeling om het gebruik van de EDTIB te bevorderen door middel van monitoringindicatoren. Dit zou veel voordelen moeten bieden bij gezamenlijke aanbestedingen, met name op het gebied van werkgelegenheid, strategische autonomie en economische ontwikkeling in de gebieden. Het EESC vreest echter dat deze goede bedoelingen uiteindelijk niet in daden zullen worden omgezet om een aantal redenen die te maken hebben met de soms uiteenlopende belangen van de EU-lidstaten.

2.7Volgens het EESC moeten EDTIB-belanghebbenden, met name kmo’s in alle lidstaten, voldoende toegang hebben tot zowel publieke als particuliere financiering. Het EDIP-voorstel om een fonds op te richten voor de versnelde transformatie van de defensietoeleveringsketens (FAST), lijkt een stap in de goede richting, hoewel dit fonds de aanzienlijke behoefte aan financiering die in de toekomst nodig zal zijn waarschijnlijk niet kan dekken. Hoewel de Europese taxonomie een legitieme en noodzakelijke classificatie is, mag deze geen negatieve invloed hebben op de EDTIB in de context van geopolitieke onrust en dreigingen.

Argumenten ter ondersteuning van aanbeveling 1.3

2.8In het toekomstige meerjarig financieel kader moet rekening worden gehouden met alle financiële aspecten van de defensiestrategie voor de lange termijn.

2.9Door dringende kortetermijnproblemen mag het langetermijndoel van verdere Europese integratie niet uit het oog worden verloren. Versnippering moet worden tegengegaan en het samenwerkingskader tussen staten en industriële actoren moet beter worden gefinancierd met het oog op voorspelbaarheid, standaardisering, tijdsbesparing en kostenvermindering, in het belang van de Europese burgers en hun veiligheid.

Argumenten ter ondersteuning van aanbeveling 1.4

2.10De middelen die de Europese Commissie momenteel ter beschikking stelt, zijn uiterst beperkt. Om deze op een nuttige manier aan te vullen, is het noodzakelijk dat de lidstaten, de publieke en private financiële sectoren en, indien mogelijk, de Europese Investeringsbank en het Europees Investeringsfonds middelen bijdragen.

2.11Alleen als er langetermijntoezeggingen worden gedaan om de defensie-aankopen voort te zetten, zullen de industrie en de financiële instellingen ervan overtuigd worden om fors te investeren in de wapenindustrie, ongeacht het politieke klimaat en de verkiezingskalender.

2.12De stijging van de defensie-uitgaven in het kader van het EDIP-initiatief illustreert de collectieve toezegging van Europese naties om meer verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen veiligheid en defensie en minder te vertrouwen op externe actoren om hen te beschermen. Door te investeren in hun eigen militaire vermogen willen de Europese landen strategisch onafhankelijker worden en in staat zijn hun eigen belangen en waarden krachtdadig te verdedigen.

2.13Het EDIP zal hen in staat stellen de behoeften van andere EU-landen en hun bezwaren ten aanzien van collectieve bewapeningsprojecten beter te begrijpen, waardoor het gemakkelijker wordt om tot een consensus te komen en strategische besluiten te nemen in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid van de EU.

Argumenten ter ondersteuning van aanbeveling 1.5

2.14Om de Europese burgers voor dit idee te winnen, mag deze aanzienlijke begrotingsinspanning volgens het EESC niet ten koste gaan van noodzakelijke investeringen in openbare diensten, de sociale sector en in de groene en digitale transitie.

2.15Overheidsopdrachten moeten maatschappelijk verantwoord zijn en voldoen aan ecologische, sociale en governancecriteria.

Argumenten ter ondersteuning van aanbeveling 1.6

2.16De integratie en doeltreffendheid van defensiestrategieën op EU-niveau wordt ernstig belemmerd door het aanhoudende onderscheid tussen nationale defensieplanning en multinationale programmering. Het feit dat de nationale defensieplanning volledig los blijft staan van de supranationale programmering, staat de ontwikkeling van een samenhangende en uniforme aanpak van de Europese defensie in de weg.

2.17Het EDIP moet een sleutelrol spelen bij het aanmoedigen van de lidstaten om nauwer samen te werken en de traditionele nationale barrières voor defensieaankopen en -planning te overwinnen door middel van gerichte financieringsstromen en stimulansen voor samenwerking. Deze benadering van samenwerking op defensiegebied is een voorwaarde voor de versterking van de strategische autonomie en de collectieve defensiecapaciteit van de EU, naast samenwerking met partners buiten de EU in het kader van de NAVO en met alle naaste democratische bondgenoten van de EU, in Europa en daarbuiten. Dit zal de interoperabiliteit, het concurrentievermogen en de efficiëntie bij defensieaankopen, -planning en -operaties vergroten en uiteindelijk bijdragen aan de weerbaarheid van Europa.

2.18Dankzij een geharmoniseerde aanpak van defensieaankopen kunnen schaalvoordelen makkelijker worden uitgebuit, gunstige voorwaarden met leveranciers worden bedongen en kan worden gezorgd voor een optimale toewijzing van middelen aan verschillende defensieprojecten en -programma’s.

Argumenten ter ondersteuning van aanbeveling 1.7

2.19Industriële samenwerking met Oekraïne moet leiden tot betere interoperabiliteit in de toekomst door de onderlinge afstemming van normen en meer in het algemeen binnen de EU, tussen de lidstaten.

2.20De Oekraïense industrie heeft vaardigheden, knowhow en samenwerkingsmogelijkheden te bieden waarvan de EDTIB kan profiteren in een wederzijds verrijkende samenwerking. Verplaatsing van activiteiten ten koste van de Europese arbeidsmarkt moet echter worden vermeden om het risico van fiscale dumping tegen te gaan.

Argumenten ter ondersteuning van aanbeveling 1.8

2.21De EDIP-verordening kan de maatschappelijke voordelen van defensie-investeringen maximaliseren, de economische groei aanzwengelen en innovatie-ecosystemen in heel Europa stimuleren. Een tweeledige aanpak verbetert de kosteneffectiviteit van defensie en draagt bij aan Europa’s bredere strategische doelstellingen, zoals duurzaamheid, digitalisering en veerkracht.

Argumenten ter ondersteuning van aanbeveling 1.9

2.22Het SEAP-kader is een nieuw voorstel, maar het toepassingsgebied en de uitvoering ervan blijven onduidelijk. Er zijn nog tal van technische, juridische, economische en fiscale vragen die moeten worden opgehelderd voordat een instrument in het leven wordt geroepen dat, als het te weinig wordt gebruikt, overbodig zou zijn. Maar als het instrument succesvol wordt toegepast, is het belangrijk om rekening te houden met de potentiële impact ervan.

2.23Op het eerste gezicht lijkt een dergelijk systeem niet in het belang van de Europese industriële spelers, aangezien hun kapitaal grotendeels privé is en in sommige gevallen buiten de Gemeenschap is ondergebracht.

Argumenten ter ondersteuning van aanbeveling 1.10

2.24Het is absoluut noodzakelijk dat de militaire defensiesystemen van de EU-lidstaten worden afgestemd op de EDTIB, bij voorkeur door middel van samenwerking.

2.25Het EESC is ingenomen met de doelstellingen van de EU-instellingen op het gebied van defensie. Het is de bedoeling om de strategische autonomie van de EU op defensiegebied te vergroten, ervoor te zorgen dat de EU slagvaardig kan optreden om de Europese belangen te beschermen en ertoe kan bijdragen dat de EU wereldleider wordt op het gebied van defensieonderzoek en -ontwikkeling, zodat nieuwe perspectieven worden geopend op het gebied van defensietechnologie en vorm wordt gegeven aan de toekomstige Europese veiligheidsstructuur.

2.26Volgens het EESC is het in de huidige situatie van cruciaal belang om de technologische kloof te dichten en ervoor te zorgen dat Europa koploper blijft op het gebied van defensie-innovatie. Met gerichte financieringsstromen en gezamenlijke projecten kunnen de lidstaten dankzij deze Europese initiatieven hun middelen bundelen, expertise delen en elkaars sterke punten aanvullen om innovatieve defensieproducten en -technologieën te ontwikkelen.

2.27De Europese defensie-initiatieven dragen aanzienlijk bij aan de ontwikkeling van de EDTIB door lidstaten, defensie-aannemers en onderzoeksorganisaties de mogelijkheid te geven om samen te werken aan de ontwikkeling van baanbrekende oplossingen die de Europese defensiecapaciteiten en strategische autonomie versterken.

Verklarende woordenlijst

·GVDB: Gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid

·DTIB: Technologische en industriële defensiebasis

·EDIP: Programma voor de Europese defensie-industrie

·EDIS: Strategie voor de Europese defensie-industrie

·EDTIB: Europese industriële en technologische defensiebasis

·ESG: Ecologisch, sociaal en governance

·FAST: Fonds voor de versnelde transformatie van defensietoeleveringsketens

·NAVO: Noord-Atlantische Verdragsorganisatie

·SEAP: Structuren van het Europees bewapeningsprogramma

·Kmo’s: Kleine en middelgrote ondernemingen

Brussel, 15 mei 2024.

Voorzitter van de adviescommissie Industriële Reconversie

Pietro Francesco De Lotto

_____________