INT/1057
Consumentenvoorlichting in de EU
ADVIES
Afdeling Interne Markt, Productie en Consumptie
Aanscherping van de voorschriften inzake consumentenvoorlichting in de EU
(initiatiefadvies)
|
|
|
|
|
|
|
|
Contact
|
int@eesc.europa.eu
|
|
Administrateur
|
Yousra ASBOUNI EL OUAHABI
|
|
Datum document
|
1/7/2024
|
Rapporteur: Bernardo HERNÁNDEZ BATALLER
|
Adviseur
|
Alejandro SALCEDO AZNAL
|
|
|
|
|
Besluit van de voltallige vergadering
|
18/1/2024
|
|
Rechtsgrond
|
Artikel 52, lid 2, van het reglement van orde
|
|
|
Initiatiefadvies
|
|
|
|
|
Bevoegde afdeling
|
Interne Markt, Productie en Consumptie
|
|
Goedkeuring door de afdeling
|
26/6/2024
|
|
Stemuitslag
(voor/tegen/onthoudingen)
|
69/5/7
|
|
Goedkeuring door de voltallige vergadering
|
D/M/AAAA
|
|
Zitting nr.
|
…
|
|
Stemuitslag
(voor/tegen/onthoudingen)
|
…/…/…
|
1.Conclusies en aanbevelingen
1.1Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) waardeert de recente vooruitgang die is geboekt bij het versterken van de positie van de consument voor de groene transitie en dringt er bij de lidstaten op aan de onlangs aangenomen richtlijn wat betreft het versterken van de positie van de consument voor de groene transitie, die zal zorgen voor betere en meer geharmoniseerde voorlichting over de duurzaamheid en repareerbaarheid van producten, effectief ten uitvoer te leggen.
1.2Er moet worden gezorgd voor toegankelijke, leesbare en begrijpelijke informatie voor alle burgers — met name voor mensen met een handicap en ook wat goederen en diensten uit derde landen betreft — zonder dat dit onnodige lasten met zich meebrengt voor kleine en middelgrote ondernemingen.
1.3Doeltreffende consumentenregelgeving die rekening houdt met de behoefte aan consumentenbescherming, maar ook met de behoefte aan een eenvoudig en werkbaar kader voor bedrijven, met name voor kmo’s, versterkt het vertrouwen van de consument in de interne markt en zijn actoren, en draagt bij tot meer economische groei en werkgelegenheid door een groter vertrouwen in de consumptie.
1.4Het EU-acquis inzake consumentenrechten wordt gezien als ingewikkeld, gefragmenteerd en bijzonder moeilijk na te leven voor kleine bedrijven. De consumentenregels van de EU moeten worden vereenvoudigd en gestroomlijnd om het voor bedrijven gemakkelijker te maken deze na te leven en ervoor te zorgen dat consumenten zich bewust zijn van hun rechten.
1.5Het recht op consumenteninformatie op de interne markt kan worden versterkt door gebruik te maken van slimme labels om de staat van producten te monitoren, waarbij de digitale transformatie wordt gestimuleerd door de ontwikkeling van robotica, artificiële intelligentie, blockchain en virtuele realiteit.
1.6Het EESC dringt er bij de Commissie op aan een verslag op te stellen over Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (hierna: “Verordening (EU) 2017/2394”). In dit evaluatieverslag moet worden nagegaan of het kader voor de samenwerking tussen consumentenbeschermingsautoriteiten verder moet worden bijgewerkt.
1.7Het EU-acquis inzake consumentenrechten wordt gezien als ingewikkeld, gefragmenteerd en bijzonder moeilijk na te leven voor kleine bedrijven. De consumentenregels van de EU moeten worden vereenvoudigd en gestroomlijnd om het voor bedrijven gemakkelijker te maken deze na te leven en ervoor te zorgen dat consumenten zich bewust zijn van hun rechten. Een verdere harmonisatie van de consumentenrechten in de EU zou ook de grensoverschrijdende handel op de interne markt stimuleren en zo de keuzemogelijkheid voor de consument vergroten.
1.8Het EESC`dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan ervoor te zorgen dat consumenten en bedrijven duidelijk worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de consumentenwetgeving, bijvoorbeeld door middel van een bijgewerkte catalogus van consumentenrechten. Ook moet het gebruik van alternatieve geschillenbeslechting worden aangemoedigd bij consumentengeschillen.
1.9Tot slot maakt het EESC zich zorgen over de houding van aanbieders van onlineplatformdiensten en zoekmachines ten aanzien van het recht van consumenten op informatie en de verplichting om redelijke, evenredige en doeltreffende maatregelen te nemen om systeemrisico’s en illegale inhoud aan te pakken, met name als het gaat om de bescherming van minderjarigen. In dit verband dringt het EESC erop aan dat, wat de naleving van de voorschriften in de hele waardeketen betreft, EU-marktdeelnemers en marktdeelnemers uit derde landen gelijk worden behandeld.
2.Achtergrond
2.1Het actieprogramma van de Unie op het gebied van consumentenbeleid is gebaseerd op de
nieuwe consumentenagenda
(hierna “de agenda” genoemd). Deze agenda bood een geactualiseerde visie op het consumentenbeschermingsbeleid van de Unie in de periode 2020 ‑2025, onder de titel “De weerbaarheid van de consument versterken met het oog op duurzaam herstel”.
2.1.1De agenda omvat de volgende prioritaire gebieden:
a)de groene transitie, die ervoor moet zorgen dat duurzame producten en levensstijlen binnen ieders bereik liggen;
b)digitale transformatie, met als doel een veiligere digitale ruimte voor consumenten tot stand te brengen waar hun rechten worden beschermd;
c)doeltreffende handhaving en verhaalmogelijkheden, om misleidende milieuclaims en oneerlijke handelspraktijken in verband met online beïnvloeding en personalisering aan te pakken;
d)bescherming van kwetsbare groepen, zodat kan worden voorzien in de specifieke behoeften van individuele consumenten of groepen consumenten die bijvoorbeeld kunnen voortvloeien uit hun specifieke sociale omstandigheden;
e)consumentenbescherming in de mondiale context om de veiligheid van ingevoerde producten te waarborgen en consumenten in de EU te beschermen tegen oneerlijke praktijken van marktdeelnemers die niet in de EU zijn gevestigd, door middel van markttoezicht en nauwere samenwerking met de bevoegde autoriteiten van de partnerlanden van de EU.
2.2Wat sectorale maatregelen betreft voorziet de agenda onder meer in consumentenvoorlichting en doeltreffende handhaving van consumentenrechten. In het kader van Verordening (EU) 2017/2394 vormen overheidsinstanties in de lidstaten in dit verband een Europees netwerk dat de uitwisseling van informatie en gezamenlijke acties tegen inbreuken op de wetgeving inzake consumentenbescherming moet faciliteren.
2.3Bovendien is in Verordening (EU) 2023/988 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023 inzake algemene productveiligheid (hierna: “Verordening (EU) 2023/988”), die tot doel heeft de werking van de interne markt te verbeteren en tegelijkertijd een hoog niveau van consumentenbescherming te waarborgen, bepaald dat de Commissie het systeem voor snelle waarschuwingen Safety Gate, voor de uitwisseling van informatie over corrigerende maatregelen, verder zal ontwikkelen, moderniseren en onderhouden.
2.4En onlangs hebben het Parlement en de Raad een richtlijn aangenomen ter versterking van de positie van de consument voor de groene transitie, die tot doel heeft consumentenrechten te verbeteren door de richtlijn oneerlijke handelspraktijken en de richtlijn consumentenrechten te wijzigen en in lijn te brengen met de groene transitie en de circulaire economie.
2.5Hoewel de richtlijn consumentenrechten handelaren verplicht consumenten informatie te verstrekken over de belangrijkste kenmerken van goederen of diensten, ook wat duurzaamheid en repareerbaarheid betreft, besteedt zij geen aandacht aan de traceerbaarheid van sociale en arbeidsgerelateerde aspecten. Deze worden echter al bestreken door wetgeving op andere gebieden.
2.6Bij een bredere analyse moeten ook de duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) van de Agenda 2030 en de daarvoor vastgestelde streefcijfers in aanmerking worden genomen. Hoewel consumentenvoorlichting en -bescherming van groot belang is voor de verwezenlijking van vrijwel alle SDG’s, moet er ook op worden gewezen dat consumenten met hun consumptiegedrag zelf medeverantwoordelijk zijn voor de verwezenlijking van sommige van deze SDG’s. Dat zijn SDG 12 “Zorgen voor duurzame productie- en consumptiepatronen”, SDG 5 “Gendergelijkheid”, SDG 8 “Werk en economische groei” en SDG 10 “Vermindering van ongelijkheid in en tussen landen”.
3.Consumentenvoorlichting in de huidige EU-wetgeving
3.1Gezien de verschillende aspecten die kunnen worden beschouwd als componenten van verantwoorde consumptie (zoals “gezond”, “veilig”, “duurzaam”, “ethisch en solidair”, “inclusief en toegankelijk”) kan worden gesteld dat de ontwikkeling van de regelgeving en het beleid van de EU inzake consumentenvoorlichting en -bescherming voldoende waarborg bieden voor het recht van consumenten op gezonde en veilige consumptie en voor de bescherming van hun economische en juridische belangen. Wat voorlichting over aspecten als ethiek, solidariteit, inclusiviteit en toegankelijkheid betreft is er echter geen sprake van een vergelijkbaar beschermingsniveau.
3.2Wel is er enige vooruitgang geboekt met maatregelen om mensen bewust te maken van ethische en solidaire consumptie. Daarbij gaat het met name om initiatieven voor eerlijke handel en voor inclusieve of toegankelijke consumptie, met als doel de bescherming van kwetsbare groepen.
3.3Consumenten zijn tegenwoordig beter geïnformeerd dankzij de brede beschikbaarheid van informatie via digitale technologieën, de toegenomen transparantie van bedrijven, de strengere regelgeving en proactief consumentengedrag. Deze verbeterde toegang tot informatie stelt hen in staat om beter geïnformeerde en bewustere aankoopbeslissingen te nemen, wat een belangrijke verschuiving is ten opzichte van het vroegere consumentengedrag, toen informatie beperkter en moeilijker te verkrijgen was. Toch blijft het een belangrijke taak om de positie van consumenten in de groene transitie te versterken en hen meer bewust te maken van relevante aspecten; consumentenorganisaties hebben hierin een belangrijke rol te spelen.
3.4Naast prijs en kwaliteit toetsen consumenten hun aankopen ook steeds meer aan andere criteria. Daarmee willen zij verantwoordelijkheid nemen ten aanzien van bovengenoemde sociaal-ecologische kwesties. Daartoe moeten zij echter wel weloverwogen beslissingen kunnen nemen. Die maken een ander aankoopgedrag mogelijk: consumenten krijgen een goed gevoel krijgen wanneer zij zonder gewetensbezwaren aankopen doen. Dit staat haaks op de emotionele ervaring bij impulsaankopen: de spanning die ontstaat door de wens om het product in kwestie in bezit te krijgen neemt af.
3.5De verschillende aankoopcriteria vormen positieve of negatieve externaliteiten van consumptie, afhankelijk van de impact van de aankoopbeslissing op “derden”, opgevat als elke externe factor, al dan niet tastbaar.
3.6De betere informatie die consumenten nodig hebben om weloverwogen aankoopbeslissingen te kunnen nemen is dus de kennis van de positieve of negatieve externe effecten van producten, op grond waarvan zij wel of niet tot de aanschaf ervan overgaan. Dankzij die kennis kunnen consumenten met hun aankopen macht op de markt uitoefenen.
3.7Het EESC maakt zich echter zorgen over buitensporige administratieve lasten, met name voor kleine en middelgrote ondernemingen. Een aantal van die lasten zijn soms onnodig en kunnen een belemmering vormen voor het normaal functioneren van deze ondernemingen. Bovendien zou een neutraler en eenvoudiger kader voor het consumentenrecht beter zijn voor zowel consumenten als bedrijven. Doeltreffende consumentenregelgeving die rekening houdt met de behoefte aan consumentenbescherming, maar ook met de behoefte aan een eenvoudig en werkbaar kader voor bedrijven, met name voor kmo’s, versterkt het vertrouwen van de consument in de interne markt en zijn actoren, en draagt bij tot meer economische groei en werkgelegenheid door een groter vertrouwen in de consumptie. Er zij ook op gewezen dat bedrijven een marktprikkel hebben om duurzaamheidsinformatie aan consumenten te verstrekken, aangezien dit hun reputatie verbetert en helpt om klanten en investeerders aan zich te binden, wat uiteindelijk een concurrentievoordeel oplevert.
3.8Een betere consumentenvoorlichting zorgt er ook voor dat de verschillende marktdeelnemers meer in gelijke mate over transparante informatie beschikken, waardoor het moeilijker is om oneerlijke praktijken te ontwikkelen en consumenten evenveel macht hebben als de andere actoren. Er kan namelijk alleen sprake zijn van eerlijke handelstransacties als consumenten evenveel van de producten, goederen of diensten in kwestie afweten als iedere andere marktdeelnemer.
3.9Verder is het voor beter voorgelichte consumenten ook gemakkelijker om producten te vergelijken en beter geïnformeerde aankoopbeslissingen te nemen. Zij kunnen de opgedane informatie dan weer doorgeven aan andere consumenten die er niet over beschikken of wier mate van bewustwording nog niet doorwerkt in hun koopgedrag. Op die manier kunnen aankoopbeslissingen zich razendsnel onder consumenten en in hun netwerken verspreiden. Met het oog hierop moeten de bepalingen inzake contactlijsten van consumenten en inzake milieuclaims in de onlangs door de Commissie aangenomen wetgeving worden versterkt.
3.10Naast dit multiplicatoreffect van betere voorlichting moet er door middel van toezicht echter wel voor worden gezorgd dat de informatie een getrouwe weergave is van de werkelijke kenmerken van de producten. Dat versterkt de band van consumenten met de producten of merken in kwestie. Als meer gebruik wordt gemaakt van systemen voor alternatieve geschillenbeslechting, kan dat zoals gezegd helpen om meningsverschillen op te lossen.
3.11Dankzij technologische toepassingen kan het probleem van ruimtegebrek, dat het lastig maakt om alle informatie gedetailleerd in een etiket op te nemen, worden omzeild. In dit verband zijn de werkzaamheden in verband met het digitaal productpaspoort een duidelijke stap voorwaarts, en het EESC kijkt uit naar de uitrol ervan.
3.12Wat betreft betere informatie op websites die producten en activiteiten verkopen — zolang een en ander nuttig is en niet tot een overdaad aan informatie leidt — zou uitbreiding van de inhoud van die informatie geen ruimteproblemen opleveren. De informatie moet echter wel toegankelijk zijn: om er kennis van te nemen mogen gebruikers niet op een ingewikkelde manier worden doorgeleid naar andere websites. Dit is al wettelijk vastgelegd en er moet dan ook op worden toegezien dat dit wordt nageleefd.
3.13Op digitaal gebied moeten maatschappelijke organisaties een actieve rol gaan spelen als het gaat om het recht van consumenten om informatie te krijgen van aanbieders van onlineplatformdiensten en zoekmachines. Hetzelfde geldt voor de maatregelen die aanbieders kunnen nemen tegen de systemische risico’s waarop zij stuiten bij het doorlichten van hun dienstverlening en aanverwante systemen, waaronder algoritmische systemen, of die voortvloeien uit het gebruik van hun diensten.
3.13.1Door maatschappelijke ontwikkelingen dienen zich nieuwe zaken aan die aandacht behoeven, zoals de massale verzameling van gegevens, factchecking, storingen door dreigingen, hybride dreigingen, cyberbeveiliging, desinformatie en manipulatie van informatie. Deze komen bovenop de klassieke problemen op het gebied van consumentenvoorlichting, die uiteenlopen van problemen in verband met bijvoorbeeld de diensten van begrafenisondernemingen in verschillende lidstaten tot problemen die de kop opsteken in de digitale wereld.
3.14Opname van het recht op reparatie van producten, zoals het EESC reeds eerder heeft aangegeven, is niet alleen milieuvriendelijk en duurzaam, maar betekent ook een investering in personele middelen.
4.Voorstellen van het EESC ter aanscherping van de voorschriften inzake consumentenvoorlichting in de EU
4.1Het consumentenvertrouwen kan worden vergroot door middel van zowel proactieve als reactieve maatregelen die ervoor zorgen dat producten en diensten betere relevante informatie verschaffen. Tot de proactieve maatregelen horen productetikettering, contractuele informatie over diensten en voorlichtings- en publiciteitscampagnes die daarop betrekking hebben, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat kleine en middelgrote ondernemingen daarvoor over de nodige financiële middelen beschikken. Consumenten empoweren in het kader van de groene transitie en hen bewuster maken van hun rechten is een belangrijke taak waarin consumentenorganisaties een cruciale rol te spelen hebben.
4.1.1Daarnaast moet Verordening (EU) 2017/2394 worden geëvalueerd om na te gaan of het kader voor de samenwerking tussen consumentenbeschermingsautoriteiten verder moet worden bijgewerkt.
4.2Er moet ook een centraal loket voor consumentenbescherming komen. Dat zou beter zijn voor de handhaving van het recht van consumenten op informatie en een einde maken aan de huidige asymmetrische opzet met een loket voor elke sector.
4.3Tot slot moet worden opgemerkt dat dit initiatief ook tot doel heeft om aangeboden goederen en diensten beter traceerbaar te maken, aangezien een en ander door tussenhandelaren bemoeilijkt wordt. Dit geldt met name voor de e-handel, waar tracering niet altijd even doeltreffend verloopt. Tracering zou kunnen worden opgenomen in het digitale productpaspoort in alle gevallen waarin daar niet in is voorzien.
Brussel, 26 juni 2024.
Voorzitter van de afdeling Interne Markt, Productie en Consumptie
Sandra PARTHIE
_____________