ADVIES

Europees Economisch en Sociaal Comité

Hervorming van de elektriciteitsmarkt

_____________

Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Verordeningen (EU) 2019/943 en (EU) 2019/942 en de Richtlijnen (EU) 2018/2001 en (EU) 2019/944 om de opzet van de elektriciteitsmarkt van de Unie te verbeteren
[COM(2023) 148 final – 2023/0077 (COD)]

TEN/793

Rapporteur: Jan DIRX

Corapporteur: Christophe QUAREZ

NL

Raadpleging

Europese Commissie, 14/03/2023

Raad van de Europese Unie, 31/03/2023

Europees Parlement: 29/03/2023

Rechtsgrond

Artikel 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Bevoegde afdeling

Afdeling Vervoer, Energie, Infrastructuur en Informatiemaatschappij

Goedkeuring door de afdeling

16/05/2023

Goedkeuring door de voltallige vergadering

14/06/2023

Zitting nr.

579

Stemuitslag
(voor/tegen/onthoudingen)

209/11/9

1.Beleidsaanbevelingen

1.1Energie, met inbegrip van de vervoers- en distributie-infrastructuur, mag niet worden behandeld als doorsnee handelswaar: het gaat om een cruciale bouwsteen van ons economisch en sociaal systeem en dus een centraal onderdeel van de openbare dienstverlening. Energievoorziening valt dan ook onder de diensten van algemeen belang. Daarom moet een regelgevingskader voor toekomstige energie worden gecreëerd dat zowel een milieuvriendelijke, betaalbare en betrouwbare energievoorziening als het recht op energie veiligstelt. Dit houdt ook in dat bij de opzet van de energiemarkt rekening wordt gehouden met de vereisten in verband met decarbonisatie. Om de primaire-energievoorziening betaalbaar te houden moet de nieuwe opzet van de markt gereguleerde prijzen garanderen.

1.2Het Comité is van mening dat de Commissie in haar voorstel voor de hervorming van de elektriciteitsmarkt de lat hoger had moeten leggen: de opzet van de markt moet namelijk worden aangepast aan de nieuwe realiteit, die inhoudt dat tegelijk moet worden gestreefd naar duurzaamheid, betaalbaarheid en voorzieningszekerheid. Daarnaast moet worden uitgegaan van hernieuwbare energie en moet een steeds grotere rol worden weggelegd voor prosumenten en andere kleine marktdeelnemers, naast de grote producenten.

1.3Een dergelijke vernieuwing heeft echter alleen kans van slagen als het systeem van de merit order wordt losgelaten en wordt vervangen door een model waarin de elektriciteitsprijzen gebaseerd zijn op de productiekosten. Ook moet bij de prijsstelling rekening worden gehouden met de gemiddelde kosten.

1.4In de context van de hervorming van de elektriciteitsmarkt moet deze liberalisering worden bekeken vanuit het oogpunt van duurzaamheid, betaalbaarheid en voorzieningszekerheid. Bovendien mogen we niet vergeten dat uit de huidige crisis is gebleken dat geliberaliseerde energiemarkten niet in staat zijn aan deze behoeften te voldoen en onvoldoende stimulansen en investeringszekerheid bieden voor hernieuwbare energie. Aangezien zulks niet aan de markt kan worden overgelaten, is de overheid verantwoordelijk voor de verwezenlijking van deze drie doelstellingen (duurzaamheid, betaalbaarheid en voorzieningszekerheid) op de lange termijn.

1.5Het EESC is dan ook voorstander van een hybride model, waarbij marktwerking en doelgericht beheer uitmonden in een optimale werking van de markt binnen het kader van de vastgestelde doelstellingen. Aan de basis daarvan zou een door de overheid opgerichte “e-faciliteit” liggen, die elektriciteit van de producenten koopt en aan de leveranciers van huishoudelijke afnemers, kmo’s, energiegemeenschappen van burgers en grote verbruikers, en indien passend en mogelijk aan andere landen verkoopt; de drie doelstellingen zouden daarbij functioneren als kader voor de besluitvorming. Deze faciliteit zou langetermijncontracten met elektriciteitsproducenten sluiten op basis van aanbestedingen. Het zou hierbij gaan om verschillende soorten contracten, zoals stroomafnameovereenkomsten, contracten ter verrekening van verschillen en kostprijs-pluscontracten.

1.6De Commissie wil de positie van consumenten versterken door hun het recht te geven om hernieuwbare energie rechtstreeks te delen; het EESC staat volledig achter dit voorstel. Een en ander houdt onder meer in dat consumenten over duidelijke informatie beschikken, zodat zij als gebruiker én als producent een onafhankelijke rol kunnen vervullen op de elektriciteitsmarkt. Voorts is het Comité van mening dat de markt zo moet worden georganiseerd dat consumenten die ook hun eigen elektriciteit opwekken (prosumenten) of andere kleine marktdeelnemers zoveel mogelijk kunnen profiteren van de elektriciteit die zij zelf opwekken, ook als zij deze aan het net leveren. Een andere, rechtvaardiger manier om dit mogelijk te maken voor kleine producenten is een “elektriciteitsbank”.

1.7Niet alleen zou het EESC graag zien dat de ontwikkeling van groene gassen in een stroomversnelling wordt gebracht, het verzoekt de Commissie ook om in het pakket waterstof en koolstofarme gassen een verordening voor de opzet van de aardgasmarkt op te nemen. Een geïntegreerde en stabiele interne markt voor aardgas op EU-niveau zou zo de elektrificatie van het energiesysteem versnellen door de consumenten meer prijsgelijkheid en -zekerheid te bieden.

1.8Om een hoog niveau van integratie van hernieuwbare-energiesystemen te bereiken en de omslag naar een koolstofvrij systeem te versnellen, volstaat het niet dat mensen hun eigen elektriciteit gaan opwekken en opslaan. Wat we nodig hebben zijn flexibiliteitsmarkten, die idealiter ook de situatie op het net aangeven. Daarbij zou het zinvol zijn een onderscheid te maken tussen de spanningsniveaus.

1.9Het EESC zou graag zien het plafond voor inframarginale rentes van kracht blijft totdat de hervorming volledig operationeel is, wat enige tijd kan vergen. De inkomsten moeten naar de meest kwetsbare spelers gaan en het moet mogelijk zijn de prijzen te verlagen in het licht van recente ontwikkelingen in de groothandelsprijzen.

1.10De Commissie moet de gevolgen van de voorgestelde hervorming van de elektriciteitsmarkt nauwlettend in het oog houden, aangezien de elektriciteitsmarkt middenin een paradigmaverschuiving zit die verre van voltooid is en er de komende jaren zeker verdere aanpassingen nodig zullen zijn. Bovendien is er voor het huidige voorstel van de Commissie geen effectbeoordeling opgesteld, wat het nog lastiger maakt de impact van deze hervorming in te schatten.

2.Onderbouwing van de beleidsaanbevelingen

Algemene aspecten

2.1Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) pleit al geruime tijd voor een hervorming van de elektriciteitsmarkt van de EU 1 . In de praktijk worden de risico's waaraan de EU-elektriciteitsmarkt is blootgesteld namelijk op de eerste plaats afgewenteld op de consumenten, een conclusie die ook te lezen staat in het speciaal verslag van de Europese Rekenkamer over de Integratie van de interne markt voor elektriciteit 2 .

2.2Na de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne gingen de energieprijzen, die in 2021 en 2022 al waren gestegen, nog sneller de hoogte in; de oorlog had gevolgen voor de prijzen van fossiele brandstoffen, met name gas, en die stijgingen werden volgens de merit order 3 doorberekend aan de eindverbruikers. Hieruit blijkt maar al te duidelijk dat de bestaande structuur van de elektriciteitsmarkt het onmogelijk maakt de elektriciteitsprijzen beheersbaar te houden voor consumenten en bedrijven.

2.3Voorts mag niet worden vergeten dat er een cruciale economische reden is waarom de opzet van de elektriciteitsmarkt op de schop moet: de marginale kosten van systemen voor hernieuwbare energie zijn nul. Het moge duidelijk zijn dat een marktsysteem met een prijsmechanisme waarbij de marginale kosten van de laatste elektriciteitscentrale de clearingprijs bepalen, niet zal werken in een toekomstige elektriciteitssector die wordt gedomineerd door systemen voor hernieuwbare energie (of andere systemen met hoge kapitaaluitgaven). Alle vergoedingen voor producenten van hernieuwbare energie zouden daarom moeten verlopen via een contract ter verrekening van verschillen, waarbij de genormaliseerde energiekosten (“levelised costs of energy” of gemiddelde kosten) worden gebruikt om de referentieprijs vast te stellen.

2.4De belangrijkste reden om gebruik te maken van contracten ter verrekening van verschillen zijn de marginale kosten van hernieuwbare energie. Anders dan de Commissie doet uitschijnen zullen deze contracten hoogstens tot een zekere mate van prijsstabiliteit leiden, tenminste als het enkel gaat om opgewekte elektriciteit, en niet om meer complexe producten, zoals een combinatie van de opwekking van hernieuwbare energie, opslag en vraagzijdebeheer. Tijdens periodes waarin de productie van hernieuwbare energie laag ligt, moet namelijk energie worden aangekocht om in de resterende behoeften te voorzien, en de kosten daarvan kunnen aanzienlijk oplopen. De Commissie gaat hieraan voorbij en doet de eindgebruikers beloften die uiteindelijk niet volledig zullen worden waargemaakt.

2.5Energie, met inbegrip van de vervoers- en distributie-infrastructuur, mag niet worden behandeld als doorsnee handelswaar: het gaat om een cruciale bouwsteen van ons economisch en sociaal systeem en dus een centraal onderdeel van de openbare dienstverlening. Energievoorziening valt dan ook onder de diensten van algemeen belang. Daarom moet een regelgevingskader voor toekomstige energie worden gecreëerd dat zowel een milieuvriendelijke, betaalbare en betrouwbare energievoorziening als het recht op energie veiligstelt. Dit houdt ook in dat bij de opzet van de energiemarkt rekening wordt gehouden met de vereisten in verband met decarbonisatie. Om de primaire-energievoorziening betaalbaar te houden moet de nieuwe opzet van de markt gereguleerde prijzen garanderen. De vergoeding van kosten aan energieleveranciers moet gebaseerd zijn op bewijsmateriaal met betrekking tot de kosten. In ruil daarvoor moeten de energieleveranciers worden verplicht steeds een bepaald deel van de energie voor de basisvoorziening te leveren.

2.6De recente ontwikkelingen op de elektriciteitsmarkt hebben duidelijk gemaakt dat het van het grootste belang is een nieuw en passend evenwicht te vinden tussen publieke en particuliere aanwezigheid op de elektriciteitsmarkt. Deze kwestie is door het Comité diepgaand onderzocht in zijn advies over Overheidsinvesteringen in energie-infrastructuur als onderdeel van de oplossing van klimaatproblemen (TEN/771) (zie voetnoot 1). Tegelijkertijd is het EESC er vast van overtuigd dat hervormingen van de elektriciteitsmarkt dringend geboden zijn om de bovengenoemde doelstellingen inzake duurzaamheid, betaalbaarheid en voorzieningszekerheid te verwezenlijken.

2.7Op 14 maart 2023 heeft de Commissie een wetgevingsvoorstel gepubliceerd om “de EU-elektriciteitsmarkt te hervormen om sneller in te zetten op hernieuwbare energie en het uitfaseren van gas, consumenten minder afhankelijk te maken van schommelende fossiele brandstofprijzen, ze beter te beschermen tegen toekomstige prijspieken en marktmanipulatie, en de EU-industrie schoon en concurrerender te maken” 4 .

2.8Het EESC verwelkomt dit voorstel als een eerste stap in de goede richting: het energiesysteem van morgen moet koolstofvrij zijn, uitgaan van hernieuwbare en koolstofvrije energiebronnen en de consument centraal stellen. Consumenten moeten over duidelijke informatie beschikken, zodat zij als gebruiker én als producent een onafhankelijke rol kunnen vervullen op de elektriciteitsmarkt.

2.9De Commissie moet de gevolgen van de voorgestelde hervorming van de elektriciteitsmarkt nauwlettend in het oog houden, aangezien de elektriciteitsmarkt middenin een paradigmaverschuiving zit die verre van voltooid is en er de komende jaren zeker verdere aanpassingen nodig zullen zijn. Bovendien is er voor het huidige voorstel van de Commissie geen effectbeoordeling opgesteld, wat het nog lastiger maakt de impact van deze hervorming in te schatten.

2.10In het voorstel voor de hervorming van de elektriciteitsmarkt wordt voorzien in de invoering van peak-shaving-diensten en -producten; bedoeld wordt het vermogen van marktdeelnemers om het elektriciteitsverbruik te verminderen tijdens piekuren, zoals bepaald door de transmissiesysteembeheerder. Volgens artikel 7 bis mogen contracten voor peak-shaving-producten niet meer dan twee dagen vóór de activering ervan worden gesloten en mag de contracttermijn ten hoogste één dag bedragen. Een dergelijke korte periode is wenselijk om misbruik te voorkomen, met name door grote consumenten, maar zou veel consumenten (en onafhankelijke aankoopgroeperingen) ervan kunnen weerhouden deze producten te leveren. Het Comité zou dan ook graag zien dat de Commissie nagaat onder welke voorwaarden de contracttermijn kan worden verlengd.

2.11Het Comité kan zich vinden in een aantal van de voorstellen van de Commissie inzake de aanpassing van de elektriciteitsmarkt, maar is van mening dat zij de lat hoger had moeten leggen: de opzet van de markt moet namelijk worden aangepast aan de nieuwe realiteit, die inhoudt dat tegelijk moet worden gestreefd naar duurzaamheid, betaalbaarheid en voorzieningszekerheid. Daarnaast moet worden uitgegaan van hernieuwbare energie en moet, zoals toegezegd door de Commissie, een steeds grotere rol worden weggelegd voor prosumenten en kleine marktdeelnemers, naast de grote producenten 5 . Aangezien dit onvoldoende naar voren komt in het Commissievoorstel, wil het Comité hier nog twee andere voorstellen formuleren die in het wetgevingsvoorstel zouden passen.

2.12Een dergelijke vernieuwing heeft echter alleen kans van slagen als het systeem van de merit order wordt losgelaten en wordt vervangen door een model waarin de elektriciteitsprijzen gebaseerd zijn op de productiekosten. Ook moet bij de prijsstelling rekening worden gehouden met de gemiddelde kosten.

Een overheidsfaciliteit

2.13Sinds 1996 zet de EU zich in voor de liberalisering van de elektriciteitsmarkt, In de context van de hervorming van de elektriciteitsmarkt moet deze liberalisering echter kritisch worden bekeken vanuit het oogpunt van duurzaamheid, betaalbaarheid en voorzieningszekerheid. Er moet rekening worden gehouden met eerdere en toekomstige ontwikkelingen op de elektriciteitsmarkt, met inbegrip van grote veranderingen in productiefaciliteiten met sterk uiteenlopende kostprijzen. Aangezien zulks niet aan de markt kan worden overgelaten, is de overheid bovendien verantwoordelijk voor de verwezenlijking van deze drie doelstellingen op de lange termijn.

2.14Het EESC is voorstander van een doeltreffende mix van liberalisering en regulering, zodat de voordelen van een geliberaliseerde markt samengaan met de gewenste mate van aansturing door de overheid; op die manier zullen de doelstellingen niet uit het oog worden verloren.

2.15Het EESC heeft er al in zijn advies TEN/771 op gehamerd dat de uitbreiding van de netten moet worden omschreven als een kwestie van zwaarwegend openbaar belang, dat klimaatbescherming moet worden aangemerkt als doelstelling van de regulering en dat in het algemeen plannen voor hernieuwbare energie en voor het elektriciteitsnet beter op elkaar moeten worden afgestemd. Hiervoor zijn concrete voorschriften in de Europese wetgeving dringend noodzakelijk.

2.16Het hier door het EESC geschetste model voor de hervormde elektriciteitsmarkt is met andere woorden gebaseerd op het volgende principe: liberalisering waar mogelijk, regulering waar nodig. Het zou gaan om een hybride model, waarbij marktwerking en doelgericht beheer uitmonden in een optimale werking van de markt binnen het kader van de vastgestelde doelstellingen.

2.17Een dergelijk model, dat ook in het kader van de huidige regelgeving al tot de mogelijkheden behoort, houdt in dat de overheid een “e-faciliteit” opzet die elektriciteit van de producenten koopt en aan de leveranciers van huishoudelijke afnemers, kmo’s, energiegemeenschappen van burgers en grote verbruikers, en indien passend en mogelijk aan andere landen verkoopt; de drie doelstellingen zouden daarbij functioneren als kader voor de besluitvorming. Deze faciliteit zou langetermijncontracten met elektriciteitsproducenten sluiten op basis van aanbestedingen. Het zou hierbij gaan om verschillende soorten contracten, zoals stroomafnameovereenkomsten, contracten ter verrekening van verschillen en kostprijs-pluscontracten. Aangezien contracten ter verrekening van verschillen bedoeld zijn om nieuwe investeringen in stroomopwekking uit hernieuwbare energiebronnen te stimuleren, mogen zij producenten niet beletten hun elektriciteitsproductie te optimaliseren. Voor de veiling van contracten ter verrekening van verschillen moeten een drempelprijs (minimumprijs) en een plafondprijs (maximumprijs) worden bepaald aan de hand van een dynamische benchmark op basis van de genormaliseerde energiekosten van de desbetreffende technologieën (zonne-energie, windenergie, e.a.). De lidstaten moeten daarom worden verplicht minimum- en maximumvergoedingen vast te stellen, zodat energieproducenten ertoe worden aangezet hun productie te optimaliseren. Wat de marginale stroomvoorziening betreft (bv. uit hernieuwbare gassen of batterijen), zouden bijzondere bepalingen van toepassing moeten zijn.

2.18Gezien de beschikbare productiemogelijkheden en rekening houdend met de drie doelstellingen kan de faciliteit contracten sluiten met verschillende soorten productiebedrijven. De door de faciliteit gesloten langetermijncontracten waarborgen zowel een door de staat gegarandeerde aanvaardbare prijs voor eindgebruikers als investeringszekerheid voor de producenten.

2.19De faciliteit verkoopt de aangekochte elektriciteit vervolgens aan distributiebedrijven, grote gebruikers en andere marktdeelnemers. Ook in dit geval kunnen verschillende soorten contracten worden gesloten; deelnemers hebben hierbij ook een stem in het kapittel. Om woekerwinsten te vermijden worden maxima voor de verkoopprijs vastgesteld.

Elektriciteitsbank

2.20Bedoeling van de Commissie is de positie van consumenten in de Europese energie-unie te versterken en hen centraal te stellen in het beleid door hun het recht te geven hernieuwbare energie rechtstreeks te delen; het EESC kan zich volledig vinden in deze aanpak. Het is dan ook een goede zaak dat consumenten volgens het voorstel overtollige elektriciteit van zonnepanelen op daken aan hun buren zullen kunnen verkopen. Daarnaast moet de markt zo worden georganiseerd dat consumenten die ook hun eigen elektriciteit opwekken (prosumenten en hernieuwbare-energiegemeenschappen) of andere kleine marktdeelnemers of producenten zoveel mogelijk kunnen profiteren van de elektriciteit die zij zelf opwekken, ook als zij deze aan het net leveren. Een nog nader uit te werken voorbeeld van een andere, rechtvaardigere manier om kleine producenten deze mogelijkheid te bieden is een “elektriciteitsbank”.

2.21Een en ander zou als volgt in zijn werk kunnen gaan: u hebt zonnepanelen op uw dak die op een zonnige dag meer produceren dan u die dag verbruikt. U levert deze overtollige elektriciteit via het net aan het distributiebedrijf waarmee u een contract hebt. Het bedrijf kan via uw slimme meter aflezen hoeveel elektriciteit u hebt geleverd en schrijft een gedeelte daarvan bij op uw kWh-rekening (laat ons zeggen tussen 70 % en 90 %, afhankelijk van hoeveel u aan het net levert; kleinere leveranciers krijgen een groter aandeel). Dat maar een gedeelte van uw geleverde elektriciteit wordt gecrediteerd heeft drie redenen: ten eerste moeten ook de diensten van het bedrijf worden betaald, ten tweede moet het bedrijf rekening houden met eventuele prijsverschillen tussen het moment waarop u elektriciteit levert en het moment waarop u elektriciteit wilt kopen, en ten derde moeten in het systeem prikkels worden ingebouwd om opslagcapaciteit toe te voegen (ook al gaat het maar om een kleine generator), zodat het hele elektriciteitsnet veerkrachtiger wordt. Een voorbeeld: u hebt 100 kWh geleverd en de bank crediteert vervolgens 80 kWh op uw rekening. Vervolgens moet u elektriciteit kopen van uw leverancier, bijvoorbeeld voor uw eigen huishouden, of u wil uw autobatterij opladen bij een laadstation met een oplaadkaart van uw elektriciteitsleverancier. Stel dat u 200 kWh nodig hebt: de eerste 80 kWh worden van uw rekening afgeschreven en u betaalt er niets voor. Voor de volgende 120 kWh betaalt u de prijs die is vastgelegd in uw contract met het elektriciteitsbedrijf.

2.22U betaalt de diensten van de elektriciteitsbank dus niet in euro, maar in kWh. Het spreekt voor zich dat de prijs van de elektriciteit die u van het net afneemt de normale externe kosten omvat, zoals netwerkkosten, toeslagen, heffingen en belastingen.

De behoefte aan groen gas, flexibiliteit en voorzieningszekerheid

2.23Op dit moment vervangt de EU Russisch gas door vloeibaar aardgas (lng). Dit is echter een kortetermijnoplossing, gezien de gevolgen voor het milieu (bv. van schaliegas uit de VS dat vervolgens naar Europa wordt vervoerd), voor de economie (de molecule is duurder dan bij Russisch gas) en op geopolitiek vlak (de EU dreigt afhankelijk te worden van andere partners, die ondemocratisch zijn en/of de mensenrechten met voeten treden). Twee maatregelen zijn dan ook van cruciaal belang. Ten eerste moeten de marginale kosten van gas dalen. Het gebruik van gasinstallaties zal noodzakelijk blijven als een tussentijds flexibel back-upsysteem. Een snelle omslag naar groen gas, zoals bepaalde vormen van biogas en groene waterstof, is dan ook geboden. In het kader van de hervorming moet ook worden gekeken naar manieren en middelen om dit te verwezenlijken, en er moeten verplichte doelstellingen worden vastgesteld voor piekmomenten.

2.24Volgens de verschillende scenario’s van de Commissie zal aardgas op korte termijn een belangrijke rol blijven spelen bij de levering van thermische energie aan het productiesysteem van de EU. De productiecapaciteit van biogas moet snel omhoog en de kosten van groene waterstof moeten dalen, zodat aardgas zo snel mogelijk kan worden vervangen. Niet alleen zou het EESC graag zien dat de ontwikkeling van groene gassen in een stroomversnelling wordt gebracht, het verzoekt de Commissie ook om in het pakket waterstof en koolstofarme gassen een verordening voor de opzet van de aardgasmarkt op te nemen. Een geïntegreerde en stabiele interne markt voor aardgas op EU-niveau zou zo de elektrificatie van het energiesysteem versnellen door de Europeanen meer prijsgelijkheid en -zekerheid te bieden en de coördinatie te verbeteren, zodat aardgas zo snel mogelijk kan worden uitgefaseerd.

2.25Volgens het door de Europese Commissie geschetste scenario zou hernieuwbare elektriciteit in 2030 ongeveer 70 % van de elektriciteitsproductie in de EU moeten uitmaken. Om een dergelijk hoog niveau van integratie van hernieuwbare-energiesystemen te bereiken en de overgang naar een koolstofvrij systeem te versnellen, moet de kortetermijnmarkt efficiënter worden, de opslagcapaciteit worden versterkt door de toegang tot financiering en vergunningen te vergemakkelijken, en moeten consumenten worden aangemoedigd om zelf opgewekte elektriciteit te gebruiken. Meer opslagcapaciteit en het opwekken van eigen elektriciteit zal echter niet volstaan, en het ziet er niet naar uit dat de kortetermijnmarkt een doeltreffende oplossing zal bieden. Wat we nodig hebben zijn flexibiliteitsmarkten, die idealiter ook de situatie op het net aangeven. Voorts moet bij de hervorming zorgvuldig toezicht worden gehouden op de uitvoering van de nieuwe maatregelen, om elk risico op versnippering te voorkomen.

2.26Daarbij zou het zinvol zijn een onderscheid te maken tussen de spanningsniveaus. Op hoog- en middenspanningsniveau zijn grootschalige flexibiliteitsopties nodig, zoals ruime opslagfaciliteiten; ook zouden netbeheerders bijvoorbeeld het recht kunnen krijgen — of kunnen worden verplicht — om deze als eigen middelen te integreren. Op laagspanningsniveau is het dan weer zaak om gebruik te maken van diverse kleinschalige flexibiliteitsmogelijkheden die de prosumenten bieden; men denke bv. aan huishoudens met een eigen zonnepanelen, beperkte opslagcapaciteit en een warmtepomp. Digitale platforms die door de netbeheerder of andere marktdeelnemers worden beheerd, kunnen een belangrijk rol spelen bij de verkoop van flexibiliteit als systeemdienst en de integratie ervan in het elektriciteitssysteem.

2.27Dynamische tarieven, waaronder dynamische netwerktarieven, kunnen een sterke stimulans zijn voor eindgebruikers om systeemvriendelijk te handelen. Een en ander vereist echter wel een digitale infrastructuur, aangezien de netstatus moet worden weergegeven in de dynamische tarieven. Ook moeten de netwerktarieven aanzetten tot opwekking dicht bij de plaats van verbruik, aangezien dit een manier kan zijn om de uitbreiding van het net binnen de perken te houden.

Energiearmoede

2.28Doel van de hervorming was consumenten te beschermen tegen de volatiliteit van de groothandelsmarkt. Het EESC is dan ook ingenomen met dit voorstel dat de eindgebruiker beschermt (noodleverancier, voorkomen dat kwetsbare consumenten worden afgesloten, enz.). Wel merkt het op dat het plafond voor inframarginale winsten niet is verlengd. Het EESC zou graag zien dit mechanisme van kracht blijft totdat de hervorming volledig operationeel is, wat enige tijd kan vergen. De inkomsten moeten naar de meest kwetsbare spelers gaan (zoals mensen die kampen met energiearmoede en kleine en middelgrote ondernemingen), en het moet mogelijk zijn de prijzen te verlagen in het licht van recente ontwikkelingen in de groothandelsprijzen.

2.29Om de primaire-energievoorziening betaalbaar te houden moet de nieuwe opzet van de markt gereguleerde prijzen voor het primaire energieverbruik garanderen. De vergoeding van kosten aan energieleveranciers moet gebaseerd zijn op bewijsmateriaal met betrekking tot de kosten. In ruil daarvoor moeten energieleveranciers worden verplicht steeds een bepaald deel van de energie voor de basisvoorziening te leveren.

3.Wijziging van het wetgevingsvoorstel

3.1Verordening (EU) nr. 2019/943

Wijzigingsvoorstel 1

Invoegen na overweging 21:

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel

De EU zet zich al sinds 1996 in voor de liberalisering van de elektriciteitsmarkt, een proces dat van start ging met Richtlijn 96/92/EG van 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit. In de context van de hervorming van de elektriciteitsmarkt moet deze liberalisering echter worden bekeken vanuit het oogpunt van duurzaamheid, betaalbaarheid en voorzieningszekerheid. Er moet rekening worden gehouden met eerdere en toekomstige ontwikkelingen op de elektriciteitsmarkt, met inbegrip van grote veranderingen in productiefaciliteiten met sterk schommelende kostprijzen. Om deze doelstellingen te bereiken, moeten de lidstaten met een passend regelgevingskader komen. Dit houdt ook in dat niet-discriminerende wettelijke voorschriften voor energiebedrijven worden vastgesteld. Daartoe zou de overheid bijvoorbeeld een “e-faciliteit” kunnen opzetten, die elektriciteit van de producenten koopt en aan de distributeurs en grote verbruikers verkoopt; de drie doelstellingen zouden daarbij functioneren als kader voor de besluitvorming. Deze faciliteit zou langetermijncontracten met elektriciteitsproducenten sluiten op basis van aanbestedingen, zoals stroomafnameovereenkomsten en tweerichtingscontracten ter verrekening van verschillen. Op grond van de huidige wetgeving behoort een dergelijke model al tot de mogelijkheden.

Motivering

Zie hoofdstuk 2, par. 2.18 - 2.21

Wijzigingsvoorstel 2

Invoegen na overweging 50:

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel

Het recht om elektriciteit te delen is een belangrijke stimulans voor consumenten en andere kleine marktdeelnemers om te investeren in het opwekken van hun eigen elektriciteit. Ook kan het helpen om de markt zo te organiseren dat consumenten die hun eigen elektriciteit opwekken (prosumenten) of andere kleine marktdeelnemers zoveel mogelijk kunnen profiteren van de elektriciteit die zij zelf opwekken, ook als zij deze eerst aan het net leveren. Elektriciteitsbedrijven in verschillende lidstaten hebben al regelingen die dit mogelijk maken.

Motivering

Zie hoofdstuk 2, par. 2.22 - 2.24

Wijzigingsvoorstel 3

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel

(a): ervoor te zorgen dat energie niet wordt behandeld als doorsnee handelswaar, maar als een cruciale bouwsteen van ons economisch en sociaal systeem. Energievoorziening dient dan ook te worden aangemerkt als dienst van algemeen belang. De belangrijkste taak van de energiesector is een veilige, betaalbare en duurzame energievoorziening te verzekeren.

Motivering

Zie hoofdstuk 2, par. 2.5 e.v.

Wijzigingsvoorstel 4

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel

(b): een systeem op te zetten waarin de consumentenprijzen voor elektriciteit de werkelijke productiekosten weerspiegelen (plus een passende winstmarge). Dit betekent dat de groothandelsprijs moet overeenkomen met de gemiddelde kosten van alle soorten elektriciteitsproductie en niet met de maximumprijs, zoals nu het geval is. Om een passende vergoeding voor de elektriciteitsproducenten, investeringszekerheid en de uitbreiding van de productie van hernieuwbare energie te waarborgen, zijn technologie-afhankelijke prijzen noodzakelijk.

Motivering

Zie hoofdstuk 2, par. 2.13

Wijzigingsvoorstel 5

Artikel 19 ter wordt als volgt gewijzigd:

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel

3. (c) Voor de “tweerichtingscontracten ter verrekening van verschillen” moeten in elke lidstaat technologiespecifieke maximumprijzen worden vastgesteld. De maximumprijzen zijn gebaseerd op de kosten die gepaard gaan met de exploitatie van een kostenefficiënte, geavanceerde installatie. Deze kosten omvatten ook afschrijvingen en een passend rendement op het eigen en op het vreemd vermogen voor de investering.

Motivering

Zie hoofdstuk 2, par. 2.19

Wijzigingsvoorstel 6

Artikel 7 bis, lid 2, onder (c), wordt als volgt gewijzigd:

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel

(c) de aankoop van het peak-shaving-product vindt plaats door middel van een concurrerende biedprocedure, waarbij de selectie gebaseerd is op de laagste kosten van het voldoen aan vooraf vastgestelde technische en milieucriteria;

(c) de aankoop van het peak-shaving-product vindt plaats door middel van een concurrerende biedprocedure, waarbij de selectie gebaseerd is op de laagste kosten van het voldoen aan vooraf vastgestelde technische en milieucriteria; concurrerende biedingen kunnen zowel op vaste als op variabele prijzen gebaseerd zijn;

Motivering

Zie hoofdstuk 2, par. 2.11

Wijzigingsvoorstel 7

Artikel 19 ter, lid 3, wordt als volgt gewijzigd:

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel

(c) De lidstaten stellen minimum- en maximumvergoedingen voor tweerichtingscontracten ter verrekening van verschillen vast die de technologiespecifieke werkelijke productiekosten moeten weerspiegelen, zodat elektriciteitsproducenten worden aangemoedigd hun productie te optimaliseren. De uitoefenprijs van tweerichtingscontracten wordt bepaald door de lidstaten, rekening houdend met de genormaliseerde energiekosten van de specifieke geavanceerde technologie waarop het contract betrekking heeft. Deze kosten omvatten ook afschrijvingen en een passend rendement op het eigen en op het vreemd vermogen voor de investering.

Motivering

Zie hoofdstuk 2, par. 2.19

3.2Richtlijn (EU) 2019/944

Wijzigingsvoorstel 8

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel

De lidstaten zien erop toe dat alle afnemers vrij zijn om elektriciteit te kopen bij de leverancier van hun keuze. De lidstaten zien erop toe dat alle afnemers vrij zijn om op hetzelfde moment over meer dan één elektriciteitsleveringscontract te beschikken, en dat afnemers daarom recht hebben op meer dan één meet- en factureringspunt voor het centrale aansluitpunt voor hun terrein.

De lidstaten zien erop toe dat de consumentenprijzen voor elektriciteit de werkelijke productiekosten weerspiegelen (plus een passende winstmarge) en dat alle afnemers vrij zijn om elektriciteit te kopen bij de leverancier van hun keuze. De lidstaten zien erop toe dat alle afnemers vrij zijn om op hetzelfde moment over meer dan één elektriciteitsleveringscontract te beschikken, en dat afnemers daarom recht hebben op meer dan één meet- en factureringspunt voor het centrale aansluitpunt voor hun terrein.

Motivering

Zie hoofdstuk 2, par. 2.9

Wijzigingsvoorstel 9

Artikel 4 [b], lid 1, wordt als volgt gewijzigd:

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel

De lidstaten zorgen ervoor dat het nationale regelgevingskader leveranciers in staat stelt contracten met een vaste looptijd en een vaste prijs en contracten op basis van een dynamische elektriciteitsprijs aan te bieden. De lidstaten zorgen ervoor dat eindafnemers bij wie een slimme meter is geïnstalleerd, kunnen verzoeken om een contract op basis van een dynamische elektriciteitsprijs, en dat alle eindafnemers kunnen verzoeken om een elektriciteitsprijscontract met een vaste looptijd van ten minste één jaar en een vaste prijs, met ten minste één leverancier en met elke leverancier die meer dan 200 000 eindafnemers heeft.

De lidstaten zorgen ervoor dat het nationale regelgevingskader leveranciers in staat stelt contracten met een vaste looptijd en een vaste prijs en contracten op basis van een dynamische elektriciteitsprijs aan te bieden. De lidstaten zorgen ervoor dat eindafnemers bij wie een slimme meter is geïnstalleerd, kunnen verzoeken om een contract op basis van een dynamische elektriciteitsprijs, en dat alle eindafnemers kunnen verzoeken om een elektriciteitsprijscontract met een betaalbare vaste prijs en een vaste looptijd van ten minste één jaar, met ten minste één leverancier en met elke leverancier die meer dan 200 000 eindafnemers heeft.”.

Motivering

Zie hoofdstuk 2, par. 2.9

Wijzigingsvoorstel 10

Artikel 27 bis, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel

De lidstaten wijzen, ten minste voor huishoudelijke afnemers, noodleveranciers aan. Noodleveranciers worden aangewezen volgens een eerlijke, open, transparante en niet-discriminerende procedure.

De lidstaten wijzen, ten minste voor huishoudelijke afnemers, noodleveranciers aan. Noodleveranciers worden aangewezen volgens een eerlijke, open, transparante en niet-discriminerende procedure. Alle energieleveranciers moeten kunnen optreden als noodleverancier, in overeenstemming met hun marktaandeel.

Motivering

Het is niet meer dan rechtvaardig dat elke energieleverancier kan worden aangewezen als noodleverancier.

Wijzigingsvoorstel 11

Artikel 27 bis, lid 2, wordt als volgt gewijzigd:

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel

Eindafnemers die aan noodleveranciers worden overgedragen, verliezen hun rechten als afnemer – in het bijzonder de in de artikelen 4, 10, 11, 12, 14, 18 en 26 vastgestelde rechten – niet.

Eindafnemers die aan noodleveranciers worden overgedragen, verliezen hun rechten als afnemer – in het bijzonder de in de artikelen 4, 10, 11, 12, 14, 18 en 26 vastgestelde rechten – niet.
De contractuele voorwaarden voor noodleveranciers mogen niet discriminerend zijn en mogen geen afschrikkend effect hebben. De contractuele voorwaarden moeten de werkelijke productiekosten weerspiegelen (plus een passende winstmarge).

Motivering

Dit is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat klanten op gelijke voet worden behandeld.

Wijzigingsvoorstel 12

Artikel 66 bis wordt als volgt gewijzigd:

De artikelen 1 - 4 worden vervangen door de volgende tekst:

Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel

1.    De Commissie kan bij besluit een regionale of Uniebrede elektriciteitsprijscrisis afkondigen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

(a)    zeer hoge prijzen op de groothandelsmarkten voor elektriciteit – ten minste tweeënhalf maal zo hoog als de gemiddelde prijs van de voorgaande vijf jaar – die naar verwachting minstens zes maanden zullen aanhouden;

(b)    een sterke stijging van de detailhandelsprijzen voor elektriciteit van ten minste 70 %, die naar verwachting minstens zes maanden zal aanhouden, en

(c)    de stijging van de elektriciteitsprijzen heeft negatieve gevolgen voor de economie als geheel.

2.    De Commissie specificeert in haar besluit waarbij een elektriciteitsprijscrisis op regionaal of Unieniveau wordt afgekondigd, de geldigheidsduur van dat besluit, die maximaal één jaar bedraagt.

3.    Wanneer de Commissie krachtens lid 1 een besluit heeft vastgesteld, kunnen de lidstaten voor de geldigheidsduur van dat besluit gericht overheidsingrijpen in de prijsstelling voor de levering van elektriciteit aan kleine en middelgrote ondernemingen toepassen. Dergelijk overheidsingrijpen:

(a)    blijft beperkt tot 70 % van het verbruik van de begunstigde in dezelfde periode van het voorgaande jaar en blijft de begunstigde stimuleren om zijn vraag te verminderen;

(b)    voldoet aan de voorwaarden van artikel 5, leden 4 en 7;

(c)    voldoet in voorkomend geval aan de voorwaarden van lid 4.

4.    Wanneer de Commissie krachtens lid 1 een besluit heeft vastgesteld, kunnen de lidstaten voor de geldigheidsduur van dat besluit, in afwijking van artikel 5, lid 7, punt c), wanneer zij uit hoofde van artikel 5, lid 6, of lid 3, van dit artikel gericht overheidsingrijpen in de prijsstelling voor de levering van elektriciteit toepast, bij wijze van uitzondering tijdelijk een prijs voor de levering van elektriciteit vaststellen die onder de kostprijs ligt, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

(a)    de voor huishoudens vastgestelde prijs geldt slechts voor maximaal 80 % van het mediane verbruik van huishoudens en blijft huishoudens stimuleren om hun vraag te verminderen;

(b)    er is geen sprake van discriminatie tussen leveranciers;

(c)    leveranciers worden vergoed voor leveringen onder de kostprijs, en

d)    alle leveranciers kunnen op voet van gelijkheid voor de levering van elektriciteit een prijs aanbieden die lager ligt dan de kostprijs.

1. Indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

zeer hoge prijzen op de groothandelsmarkten voor elektriciteit: een gemiddelde prijs van ten minste 100 euro per megawattuur gedurende twee opeenvolgende maanden.

2. De lidstaten kunnen tijdens de in lid 1 genoemde duur bij wijze van uitzondering en tijdelijk een prijs voor de levering van elektriciteit vaststellen die onder de kostprijs ligt, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

(a)    de voor huishoudens vastgestelde prijs geldt slechts voor maximaal 80 % van het mediane verbruik van huishoudens en blijft huishoudens stimuleren om hun vraag te verminderen;

(b)    de prijs mag niet meer dan 10 cent per kilowattuur bedragen;

(c)    er is geen sprake van discriminatie tussen leveranciers;

(c)    indien leveranciers kunnen aantonen dat zij onder de kostprijs leveren, krijgen zij daarvoor een vergoeding;

(d)    alle leveranciers kunnen op voet van gelijkheid voor de levering van elektriciteit een prijs aanbieden die lager ligt dan de kostprijs.

3. De in lid 2 onder c) bedoelde vergoeding moet worden gefinancierd uit het plafond op marktinkomsten uit elektriciteitsopwekking met inframarginale technologieën.

Motivering

De huidige energieprijzen maken duidelijk dat wanneer verschillende marktverstoringen samenvallen, er maatregelen nodig zijn om de basisenergievoorziening voor particuliere huishoudens, maar ook voor bedrijven, te waarborgen. Het door de Commissie in artikel 66 bis voorgestelde mechanisme is echter ingewikkeld en ondoeltreffend, terwijl cofinanciering volledig is uitgesloten.

Wij stellen een eenvoudig maar doeltreffend mechanisme voor naar het voorbeeld van het Oostenrijkse “Stromkostenzuschussgesetz”. Dit mechanisme zou automatisch in werking kunnen treden en gefinancierd moeten worden door het afromen van uitzonderlijke winsten.

-De elektriciteitsprijs voor de aankoop van de basisenergievoorziening mag niet hoger liggen dan 10 cent netto per kWh.

-Indien de gemiddelde elektriciteitsprijs gedurende twee opeenvolgende maanden meer dan 100 euro/MWh bedraagt, hebben leveranciers die elektriciteit moeten aanbieden tegen een prijs die lager ligt dan hun werkelijke inkoopkosten, recht op een vergoeding voor hun differentiële kosten.

-De energieleveranciers moeten bewijsmateriaal met betrekking tot de kosten kunnen voorleggen.

-Deze “rem” op de prijs wordt gefinancierd door het afromen van buitensporige inkomsten uit inframarginale opwekking.

Bijlage 1: e-faciliteit van de overheid - positie op de markt

Bijlage 2: Voordelen van een centrale e-faciliteit van de overheid

·Koopt tegen verschillende prijzen afhankelijk van de leveringsbron

-Geeft marktdeelnemers de mogelijkheid om in te schrijven op aanbestedingen en biedt zekerheid op de markt

·Verkoopt tegen een vaste prijs op lange termijn

-Goed voor de markt en goed voor de consument

·Zorgt voor voorzieningszekerheid op basis van een passende energiemix

-Houdt rekening met internationale brandstofbevoorrading en geeft sturing

-Zorgt ervoor dat kan worden voldaan aan de vraag naar energie die naar verwachting zal verdubbelen of verdrievoudigen (elektrificatie)

-Kan nieuwe technologieën financieren, invoeren en beheren in het kader van de (toekomstige) ontwikkelingen op weg naar duurzaamheid

·Zorgt ervoor dat de overheid aan het roer blijft staan en waarborgt marktvrijheid.

Brussel, 14 juni 2023.

Oliver Röpke
Voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

_____________

(1)       PB C 486 van 21.12.2022 , blz. 67 en PB C 75 van 28.02.2023 , blz. 185
(2)     https://www.eca.europa.eu/Lists/ECADocuments/INSR23_03/INSR_Energy_Union_NL.pdf
(3)      Merit order: de volgorde van elektriciteitscentrales op basis van het niveau van hun marginale kosten, te beginnen met de laagste marginale kosten en eindigend met de hoogste marginale kosten. Centrales met hogere marginale kosten worden dus toegevoegd tot aan de vraag is voldaan. De volgorde luidt: hernieuwbare energie, kernenergie, kolen, olie en gas. Binnen de opzet van de huidige elektriciteitsmarkt bepaalt de laatste elektriciteitscentrale van de merit order (meestal gas) de prijs met haar marginale kosten.
(4)     https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/IP_23_1591
(5)      Een kleine marktdeelnemer is bijvoorbeeld een gemeente, energiecoöperatie of regio die elektriciteit opwekt door middel van wind en/of zon en die een deel van die elektriciteit aan het net levert in plaats van alles rechtstreeks te gebruiken.