NL

CCMI/208

Waterintensieve industrieën en waterefficiënte technologieën

ADVIES

Adviescommissie Industriële Reconversie

Waterintensieve industrieën en waterefficiënte technologieën

(initiatiefadvies)

Contact

Heli.Niemela-Farrer@eesc.europa.eu

Administrateur

Heli Niemela-Farrer

Datum document

28/06/2023

Rapporteur: Paul RÜBIG

Corapporteur: John BRYAN

Besluit van de voltallige vergadering

25/01/2023

Rechtsgrond

Artikel 52, lid 2, van het reglement van orde

Initiatiefadvies

Bevoegde afdeling

Adviescommissie Industriële Reconversie

Goedkeuring door de afdeling

22/06/2023

Stemuitslag
(voor/tegen/onthoudingen)

25/0/3

Goedkeuring door de voltallige vergadering

DD/MM/YYYY

Zitting nr.

Stemuitslag
(voor/tegen/onthoudingen)

…/…/…



1.Conclusies en aanbevelingen

1.1In het kader van de Europese Blue Deal moet de EU dringend een nieuw EU-waterbeleid ontwikkelen, met inbegrip van een alomvattend beleid inzake duurzaam waterbeheer voor de industrie op basis van vermindering, hergebruik en recycling van water en terugdringing van waterverontreiniging, en met aandacht voor waterintensieve industrieën en de geleidelijke invoering en het gebruik van waterefficiënte technologieën. Gelet op de wisselwerking tussen energie, water en kritieke grondstoffen zou het waterbeleid een van de pijlers van de industriestrategie van de EU moeten worden.

1.2De EU heeft daarom behoefte aan een routekaart, met mijlpalen en een sectorale aanpak, waarmee de industrie kan worden ondersteund om geleidelijk waterefficiënt te worden en waarin ten volle rekening wordt gehouden met de wisselwerking tussen energie, water en kritieke grondstoffen. Dit vereist de komende twee jaar een herziening van de Europese industriestrategie en de bijbehorende documenten voor het transitietraject. De sectorale aanpak betekent dat rekening wordt gehouden met de voor elke sector specifieke mate van waterefficiëntie en uitdagingen op het gebied van water. Deze aanpak moet worden gebaseerd op een prognosebenadering met opties, effect- en risicobeoordeling en een analyse van de levenscycluskosten.

1.3Met het oog op de ontwikkeling van de opkomende sector waterefficiënte technologieën, een gebied waarop de EU een prominente rol kan spelen, moet een alomvattend EU-waterbeleid gepaard gaan met een ambitieus EU-financieringsplan om de industrie in staat te stellen de essentiële investeringen in waterefficiënte technologieën te doen. Er moeten positieve financieringsprikkels, zoals belastingvoordelen, hogere afschrijvingspercentages en andere instrumenten, worden ingevoerd. Ter aanvulling van deze publieke steun zou ook gedacht kunnen worden aan innovatieve vormen van financiering, zoals crowdfunding.

1.4De EU moet wereldleider worden op het gebied van de ontwikkeling, de productie en het gebruik van waterefficiënte technologieën en moet wereldwijd bekend komen te staan als een productiegebied met een kleine watervoetafdruk. Waterefficiënte technologieën vallen onder de sector schone technologieën (clean tech). Als zodanig moeten waterefficiënte technologieën ook energie-efficiënt zijn. Omdat waterefficiënte technologieën een industrieel ecosysteem op zichzelf vormen, stelt het EESC voor om in de komende twee jaar daarvoor een speciaal transitietraject te ontwikkelen met ambitieuze maar realistische doelstellingen, waaronder een plan voor beheer en vaardigheden.

1.5Er moet meer aandacht worden besteed aan het verbruik, de recycling en de opvang van water in de goedkeuringsprocedures voor nieuwe industriële installaties, alsmede aan stimuleringssystemen voor waterbesparende projecten in bestaande installaties. Verschillende industrieën hebben echter verschillende behoeften aan water en ook hun mogelijkheden om waterefficiënt te worden, verschillen. Het niet-schadenbeginsel moet worden gecombineerd met het recht om voor economische activiteiten water te verbruiken, gekoppeld aan de industriële verbintenis om de waterefficiëntie geleidelijk te verbeteren aan de hand van een routekaart voor waterefficiëntie.

1.6In de EU-strategieën voor de economische ontwikkeling van industriële sectoren moeten de vraag naar en het verbruik en de opslag van water een veel hogere prioriteit krijgen. Het EESC benadrukt de sleutelrol die water in de circulaire economie speelt.

1.7Omdat het watergebruik binnen de EU en tussen sectoren verschilt, zouden gegevens over het industriële watergebruik in alle lidstaten moeten worden geregistreerd en gerapporteerd en zouden bestaande technologieën in kaart moeten worden gebracht. Het is ook nuttig om gegevens op fabrieksniveau te verzamelen, want dat vormt de eerste stap in de toepassing van waterefficiënte processen. Industriële-eigendomsrechten moeten worden afgestemd op de toepasselijke vereisten inzake gegevenstransparantie.

1.8De EU moet overwegen een platform voor de Blue Deal op te richten voor vertegenwoordigers van de industrie en landbouw en voor de burgers, zodat zij zoveel mogelijk worden geraadpleegd over en betrokken bij de ontwikkeling van een nieuw waterbeleid. Deze permanente vorm van raadpleging moet er met name toe leiden dat wettelijke belemmeringen voor de toepassing van waterefficiënte technologieën in industriële en agrarische processen en door huishoudens gemakkelijker uit de weg kunnen worden geruimd, en dat de in te voeren actieplannen, zoals de industriële transitietrajecten, regelmatig worden bijgewerkt.

2.Inleiding en algemene opmerkingen

2.1In het algemeen zijn de watervoorraden per inwoner in Europa relatief hoog, maar er bestaan essentiële verschillen tussen Noord- en Midden-Europa en de zuidelijke regio’s, voornamelijk als gevolg van de effecten van klimaatfactoren op de waterhulpbronnen. Enkele van de belangrijkste uitdagingen met betrekking tot de waterkringlopen zijn: 1) langere perioden van droogte, gevolgd door zware regenval en overstromingen, die beide de toegang tot schoon en bruikbaar water beperken; 2) toenemend waterverbruik als gevolg van een groeiende of meer geconcentreerde bevolking en de economische ontwikkeling, alsook een toenemende vraag naar water voor gebruik door industrie, landbouw en particulieren; en 3) toenemende verontreiniging van waterbronnen door een gebrek aan behandeling van afvalwater. Een breed scala aan nieuwe verontreinigende stoffen zoals microplastics, farmaceutische stoffen enz. komen in waterbronnen terecht en worden tot op zekere hoogte pas opgemerkt wanneer zij zich hebben opgehoopt in hoeveelheden die schadelijk zijn. Er moeten maatregelen worden vastgesteld, genomen en uitgevoerd om deze drie belangrijke uitdagingen aan te pakken.

2.2Waterstress is een belangrijk en groeiend probleem in Europa. Volgens het Europees Milieuagentschap (EEA) heeft ongeveer 20 % van het Europese grondgebied en 30 % van de Europeanen in een gemiddeld jaar te maken met waterstress 1 . Niet-duurzaam gebruik van water is het sneller onttrekken van water aan natuurlijke hulpbronnen dan dat die door de natuur kunnen worden aangevuld. In ongeveer 60 % van de Europese grote steden (> 100 000 inwoners) wonen 140 miljoen mensen in of dichtbij gebieden waar hiervan sprake is door overexploitatie van grondwater 2 . Een belangrijke factor is de negatieve invloed van kortstondige overstromingen op de watervoorziening, die worden veroorzaakt door met de klimaatverandering samenhangende stortregens (grote steden zijn heel vaak afhankelijk van door rivieren gevoede grondwaterbronnen).

2.3In veel Zuid-Europese regio’s moeten in perioden van droogte keuzes worden gemaakt en moet worden beslist of voorrang wordt gegeven aan het industriële watergebruik, het watergebruik in de landbouw of het watergebruik door huishoudens. In sommige regio’s bestaat het risico dat industrieën zich terugtrekken uit gebieden waar water schaars is, hetgeen leidt tot verlies van werkgelegenheid, destabilisering van de economie en industriële veranderingen.

2.4Het EU-waterbeleid is vooral toegespitst op het rechtskader voor waterbescherming en -beheer, meer in het bijzonder op verontreiniging en preventie. De belangrijkste bestaande EU‑beleidsmaatregelen op het gebied van water die gevolgen hebben voor de industrie zijn de kaderrichtlijn water, de richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater, de richtlijn industriële emissies en het actieplan “Verontreiniging naar nul” in het kader van de Europese Green Deal. Het thema water komt echter amper aan bod in de industriële transitietrajecten van de EU en in het strategisch prognoseverslag 2022 van de Europese Commissie.

2.5In de visie van de EU voor een groene en digitale transitie van de industrie en haar ecosystemen wordt water niet genoemd. In een voetnoot in de mededeling van de Europese Commissie over een industrieel plan voor de Green Deal 3 worden watervoorziening en riolering genoemd als sleutelsectoren voor de groene transitie, maar verder wordt er in het document geen gewag gemaakt van water. De EU moet het waterbeleid even vastberaden aanpakken als haar klimaatbeleid.

3.Noodzaak van de integratie van water in het industriebeleid van de EU in combinatie met een sectorale aanpak

3.1Het waterbeleid en het waterbeheer functioneren in veel EU-lidstaten zeer verschillend, waardoor voor burgers en bedrijven aanzienlijke problemen kunnen ontstaan. Aangezien 60 % van het oppervlaktewater in de EU grensoverschrijdend is, moet een gemeenschappelijk EU‑waterbeleid worden overwogen.

3.2In maart 2023 heeft de Europese Raad de volgende conclusie aangenomen: “De Europese Raad is ingenomen met de VN-waterconferentie 2023 en de bijbehorende wateractieagenda. Hij erkent dat er op EU- en mondiaal niveau meer maatregelen moeten worden genomen op het gebied van water en onderstreept het belang van een strategische EU-aanpak van waterzekerheid.” 4

3.3De EU moet met voorstellen komen voor een alomvattend beleid inzake duurzaam waterbeheer voor de industrie op basis van vermindering, terugwinning, hergebruik en recycling, met aandacht voor waterintensieve industrieën en het gebruik van waterefficiënte technologieën. Cascaderend gebruik van water moet prioriteit krijgen.

3.4Alle industrieën zijn afhankelijk van water. De industrie is goed voor ongeveer 40 % van de totale wateronttrekking in Europa 5 . De belangrijkste waterintensieve industrieën in de EU zijn onder meer mijnbouw en steenwinning, maakindustrie, elektriciteitsproductie, bouw, chemie, landbouw, voedsel- en drankproductie, textiel-, papier en pulpindustrie, farmaceutische industrie, ICT met inbegrip van datacentra, automobielindustrie, staalindustrie, meststoffenindustrie en vervoer. De gegevens over wateronttrekking en -gebruik in de EU zijn echter verouderd en summier. Een EU-waterstrategie voor de industrie moet worden gebaseerd op gegevens die op EU-niveau zijn verzameld, onder meer met behulp van Eurostat, om een breed en alomvattend beeld te krijgen. Het is ook nuttig om gegevens op fabrieksniveau te verzamelen, want dat vormt de eerste stap in de toepassing van waterefficiënte processen. Daarnaast werkt de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) aan een interoperabiliteitsplatform voor een mondiaal datawarehouse.

3.5Er is duidelijk behoefte aan een geïntegreerde EU-benadering van het waterbeleid, met een betere afstemming van de vele wettelijke voorschriften die voortvloeien uit de verschillende sectorale wetgeving, waaronder voor industriële sectoren, en de diverse soorten watergebruik. Ook is veel meer politieke ambitie nodig om de waterefficiëntie te verbeteren en de waterverontreiniging en het waterverbruik in de Europese industrieën te verminderen, met name via de geleidelijke invoering van waterefficiënte technologieën. Maar een sectorale aanpak is noodzakelijk, want de mogelijkheden om waterefficiënter te worden verschillen aanzienlijk tussen sectoren, afhankelijk van het bestaan van aan de sector aangepaste waterefficiënte technologieën.

3.6Met betrekking tot de verschillende industriële sectoren moet een grondige analyse op Europees niveau worden uitgevoerd om benchmarks, richtsnoeren en rapportagesystemen vast te stellen voor de toekomstige duurzame ontwikkeling van waterkringlopen. Hoewel er op EU-niveau al enkele onderzoeken bestaan die direct of indirect betrekking hebben op industriële waterkringlopen, zoals de studie “Circular Economy Perspectives in the EU Textile Sector” uit 2021 6 , zijn er meer inspanningen nodig om de verschillende betrokken industriële sectoren te bestrijken. Het EESC dringt erop aan om in de komende twee jaar de industriële transitietrajecten te herzien en daarin ook aandacht te gaan schenken aan het thema waterefficiëntie en er een ambitieuze maar realistische routekaart in op te nemen om de waterefficiëntie geleidelijk te verbeteren.

3.7Er moet meer aandacht worden besteed aan waterverbruik en waterrecycling in de goedkeuringsprocedures voor nieuwe industriële installaties, alsmede aan stimuleringssystemen voor waterbesparende projecten in bestaande installaties. Verschillende industrieën hebben echter verschillende behoeften aan water en ook hun kansen en mogelijkheden om waterefficiënt te worden, verschillen. Het niet-schadenbeginsel moet worden gecombineerd met het recht om voor economische activiteiten water te verbruiken. Dit recht moet worden toegekend mits de industriële installatie zich ertoe verbindt om geleidelijk waterefficiënter te worden aan de hand van een routekaart voor waterefficiëntie, wat met industriële benchmarks wordt gemeten.

3.8De industrie zal steeds meer onder druk komen te staan om haar milieueffecten te beperken en de waterbronnenefficiëntie te verbeteren, met inbegrip van zowel het directe als indirecte watergebruik. Net als bij de decarbonisatie en de energietransitie moeten veel industrieën op grote schaal investeren om hun productieprocessen en waardeketens waterefficiënter te maken en hun impact op de waterkwaliteit te verminderen.

3.9Bij de overgang naar een koolstofneutrale en energie- en waterefficiënte samenleving is het van essentieel belang dat de industrieën in de EU concurrerend blijven en het niet afleggen tegen andere gebieden in de wereld waar een minder verantwoordelijk en minder restrictief beleid wordt gevoerd, waardoor de productie, de output en de werkgelegenheid in de EU worden ondermijnd zonder dat er mondiaal vooruitgang wordt geboekt op het gebied van water. Toekomstige, in de EU vervaardigde waterbewuste producten en diensten moeten worden beschermd tegen minder waterefficiënte, geïmporteerde producten en diensten.

4.    Waterefficiënte technologieën voor duurzaam waterbeheer

4.1De succesvolle invoering van waterefficiënte technologieën in de industrie en op andere gebieden is essentieel voor het welslagen van een duurzaam EU-waterbeleid. Deze technologieën kunnen het watergebruik aanzienlijk verminderen, hergebruik en recycling van water bevorderen, de waterkwaliteit verbeteren en de lozing van afvalwater tot een minimum beperken. In geval van een onzekere watervoorziening kan de leveringszekerheid worden vergroot met goed ontworpen waterretentiesystemen (voor de opvang van regen- en overstromingswater).

4.2Er bestaan al diverse waterefficiënte technologieën. Enkele van de belangrijkste technologieën die momenteel in de industrie worden gebruikt, zijn: recycling en hergebruik van water – behandeling en hergebruik van afvalwater bij industriële activiteiten, waardoor de vraag naar zoet water afneemt; beoordeling en optimalisering van industriële processen om het waterverbruik te verminderen en de hoeveelheid afvalwater tot een minimum te beperken; toepassing van omgekeerde osmose in plaats van ionenuitwisseling voor ketelvoedingswater ter vermindering van het zoutgehalte bij lozingen van afvalwater voor regeneratie; membraanfiltratie – verwijdering van verontreiniging uit water waardoor het kan worden hergebruikt voor industriële doeleinden; benutting van riool- en afvalwater; waterbesparend sanitair – vermindering van het waterverbruik in gebouwen door de installatie van waterefficiënte kranen, douchekoppen en toiletten; druppelirrigatie en precisielandbouw – minimalisering van het watergebruik in de landbouw en optimalisering van de gewasopbrengsten; anaerobe afvalwaterbehandeling (biogasproductie bij het ontbreken van zuurstof voor energieproductie – gebruik van micro-organismen om verontreinigende stoffen in afvalwater af te breken, waarbij afvalwater wordt geproduceerd dat kan worden hergebruikt); opvang en opslag van regenwater voor gebruik voor irrigatie, reiniging of andere niet-drinkwater doeleinden; gesloten kringloopsystemen – beperking van watergebruik en afvalwater door hergebruik van water binnen een industrieel proces; vervanging van materialen – gebruik van alternatieve materialen voor de productie waarvan minder water nodig is en die een kleinere watervoetafdruk hebben.

4.3Veel industrieën maken al gebruik van waterefficiënte technologieën. In de zuivelindustrie bijvoorbeeld is Ierland toonaangevend. Dat land exporteert elk jaar voor 6,8 miljard EUR aan zuivelproducten, waarvoor 11 miljard liter melk wordt gebruikt. Ierlands grootste, door landbouwers beheerde zuivelcoöperatie Tirlan onttrekt dagelijks zo’n 11 000 m3 water uit een rivier en uit putten in de buurt van haar grootste verwerkingsbedrijf in Ballyragget (graafschap Kilkenny). Maar dankzij de toegepaste verwerkings- en waterbehandelingstechnologieën stroomt er elke dag weer ongeveer 14 500 m3 schoon water vanuit het bedrijf in de plaatselijke Nore-rivier, die een habitatgebied vormt. Dit betekent dat Tirlan circa 30 % extra schoon water aan de lokale rivier teruggeeft. Dat water is van zulke goede kwaliteit dat na verloop van tijd de kwaliteit van de rivier erdoor is verbeterd, die mede daardoor de status van habitatgebied en speciale beschermingszone kon behouden. Daarvoor zijn wel aanzienlijke investeringen gedaan in de afvalwaterzuiveringsinstallatie en de benodigde technologieën.

4.4In de EU zijn meer dan 1,6 miljoen mensen werkzaam in de textielindustrie, hoewel die wordt gedomineerd door producenten in Azië. Deze sector heeft een grote impact op de waterhulpbronnen. Textiel bevat veel potentiële verontreinigende stoffen die in de gebruiksfase ervan in de waterkringloop terechtkomen. Dit vereist een krachtig regelgevingskader. Het gaat onder meer om microdeeltjes van vezels, waterafstotende middelen/chemicaliën en textielkleuren. Te verwachten valt dat de waterschaarste in de productielanden steeds meer nadelige gevolgen zal hebben voor kosten en capaciteit. Er moet inzicht worden verworven omtrent waardeketens en materiaalstromen in Europa en de rest van de wereld. Ook tekenen zich uitdagingen en verplichtingen af met betrekking tot het inzamelen en verwerken van afgedankte textielproducten.

4.5Voortbouwend op de EU-strategie voor duurzaam textiel moet het regelgevingskader voor waterrelevante aspecten die samenhangen met de circulaire economie in een vroeg stadium nader worden uitgewerkt. Volgens deze strategie moet een circulaire economie worden ontwikkeld, maar de behoefte aan waterhulpbronnen komt daarin niet expliciet aan bod. Het lijdt echter geen twijfel dat voor de toepassing van de beginselen van de circulaire economie in de textielindustrie grote hoeveelheden water nodig zullen zijn. Het is van cruciaal belang dat de O&O- en onderwijsbehoeften in verband met de waterkringloop worden vastgesteld, samen met de daarvoor benodigde overheidsfinanciering. Er moeten ook doelstellingen en limieten worden vastgesteld voor de vraag naar zoet water, die met procesoptimalisering (recycling) tot een minimum moet worden beperkt. Voorts zou de EU moeten overwegen een routekaart op te stellen om geleidelijk toe te werken naar een nullozingsdoelstelling, waarin ten minste het scala van mogelijke verontreinigende stoffen aan bod komt.

4.6Een ander voorbeeld is de papierindustrie, die heeft aangetoond over een groot potentieel te beschikken voor maatregelen om de negatieve gevolgen voor waterbronnen te minimaliseren of zelfs te voorkomen. De papierindustrie in Europa heeft reeds een relatief goede norm voor watergebruik 7 , maar er is ruimte voor verdere verbetering. Daartoe kan de toepassing van processen voor waterhergebruik worden geïntensiveerd, kunnen de nieuwste waterbehandelingstechnologieën worden toegepast en kan een doelstelling worden vastgesteld om vrijwel geen afvalwater te lozen, met een ambitieus maar realistisch tijdpad. Overheidssteun voor ontwikkeling en innovatie in de papierindustrie in Europa en maatregelen om het watergebruik te optimaliseren, kunnen leiden tot een economisch voordeel. Zo is de knowhow over het optimaliseren van het watergebruik in de papierindustrie nu al een economische factor van betekenis voor de Europese machineproductie en worden de gekozen oplossingen ook in andere sectoren toegepast. In andere delen van de wereld hebben grote papierfabrieken hun deuren moeten sluiten vanwege hun uiterst negatieve impact op het water in de omgeving.

4.7De waterindustrie (waterinstallaties en afvalwaterzuiveringsinstallaties) moet klimaat- en energieneutraal worden (of zelfs energiepositief) en als kritieke infrastructuur bestand zijn tegen cyberaanvallen. Goede voorbeelden daarvan zijn te vinden in Europa en de rest van de wereld. Anderzijds ligt er een groot potentieel in regio’s met zeer geringe watervoorraden (op het vlak van ontzilting en waterbeheer, -circulariteit en -efficiëntie).

4.8In aansluiting op de in de meeste EU-landen aangegane klimaat- en energie-uitdaging waarbij isolatie- en renovatievoorschriften voor gebouwen zijn ingevoerd, moet er een beleid voor de opvang en het hergebruik van water in alle nieuwe gebouwen komen. Voor de industrie moet een beleid inzake het gebruik van grijs water voor niet-drinkwater doeleinden worden ontwikkeld. Het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) heeft bijvoorbeeld technische richtsnoeren uitgewerkt voor de toepassing van belangrijke risicobeheersbeginselen voor de beoordeling en het beheer van de gezondheids- en milieurisico’s in verband met systemen voor het hergebruik van water 8 . Bestaande en nieuwe technologieën zijn echter nodig en zouden systematischer moeten worden toegepast in de volledige waterkringloop.

4.9De EU moet wereldleider worden op het gebied van de ontwikkeling, de productie en het gebruik van waterefficiënte technologieën en moet wereldwijd bekend komen te staan als een productiegebied met een kleine watervoetafdruk. Investeringen in onderzoek, ontwikkeling en de voor de waterindustrie benodigde beheerscapaciteiten en vaardigheden zullen van essentieel belang zijn. Er zullen nieuwe beroepen en opgeleide werknemers op het gebied van watertoepassingen nodig zijn om de knowhow over en de invoering van nieuwe technologieën voor watergebruik, waaronder de toepassing van AI, te ondersteunen. De EU kan het voortouw nemen in de blauwe productie en op de markt voor de behandeling van industrieel water en zich daarbij richten op het scheppen van nieuwe hooggekwalificeerde banen in Europa. Knowhow op het gebied van waterbesparende processen zal in de toekomst een kerncompetentie en een kernprestatie-indicator (KPI) voor de industrie worden. Waterefficiënte technologieën vallen onder de sector schone technologieën (clean tech). Omdat die een ecosysteem op zichzelf vormen, stelt het EESC voor om in de komende twee jaar daarvoor een speciaal transitietraject te ontwikkelen met ambitieuze maar realistische doelstellingen, waaronder een plan voor vaardigheden.

4.10Essentieel voor de ontwikkeling van een duurzaam EU-waterbeleid is dat leiders en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven daarover worden geraadpleegd en daarbij worden betrokken. Daarnaast is de betrokkenheid van de EU-burgers bij het waterbeleid essentieel. In veel sectoren staat nationale wetgeving hergebruik van water niet toe, wat de ontwikkeling van de circulaire economie belemmert. Om dit probleem te verhelpen moet de EU minimumeisen voor waterkwaliteit en monitoring invoeren. Daartoe zou een platform voor de Blue Deal kunnen worden opgericht voor vertegenwoordigers van de industrie en landbouw uit de EU en voor de burgers, waar ideeën en vraagstukken zouden kunnen worden besproken met betrekking tot het delen en gebruiken van water en projectinnovatie. Het platform zou kunnen worden geënt op lokale, regionale, nationale en Europese structuren. Dit EU-platform voor de Blue Deal zou de EU en de lidstaten moeten helpen zo snel mogelijk de nodige politieke besluiten over waterbeleid te nemen. Ook is het van belang de dialoog over water met lokale en nationale instellingen te intensiveren teneinde actiegerichte en gestructureerde bewustmaking, voorlichting en educatie over het strategische belang van water als schaarse hulpbron te stimuleren. Deze permanente vorm van raadpleging zou er ook toe kunnen leiden dat wettelijke belemmeringen voor de toepassing van waterefficiënte technologieën in industriële en agrarische processen en door huishoudens gemakkelijker uit de weg kunnen worden geruimd

4.11Een EU-waterbeleid moet gepaard gaan met een even ambitieus EU-financieringsplan om de industrie en de gemeentelijke overheden in staat te stellen de essentiële investeringen in waterefficiënte technologieën te doen. Er moeten positieve financieringsprikkels, zoals belastingvoordelen, hogere afschrijvingspercentages en andere instrumenten, worden ingevoerd. De groene financieringsinstrumenten en -mechanismen (bijv. ESG en taxonomie) moeten worden aangevuld en uitgebreid met watergerelateerde aspecten.

Brussel, 22 juni 2023.

Pietro Francesco De Lotto

Voorzitter van de adviescommissie Industriële Reconversie

_____________