INT/1021
Een veerkrachtige, duurzame en verantwoorde toeleveringsketen
van kritieke grondstoffen
ADVIES
Afdeling Interne Markt, Productie en Consumptie
Een veerkrachtige, duurzame en verantwoorde toeleveringsketen
van kritieke grondstoffen in de EU
(initiatiefadvies)
Rapporteur: Cinzia DEL RIO
|
Besluit van de voltallige vergadering
|
25/01/2023
|
|
Rechtsgrond
|
Artikel 52, lid 2, van het reglement van orde
|
|
|
Initiatiefadvies
|
|
|
|
|
Bevoegde afdeling
|
Interne Markt, Productie en Consumptie
|
|
Goedkeuring door de afdeling
|
04/09/2023
|
|
Stemuitslag
(voor/tegen/onthoudingen)
|
68/12/12
|
|
Goedkeuring door de voltallige vergadering
|
DD/MM/YYYY
|
|
Zitting nr.
|
…
|
|
Stemuitslag
(voor/tegen/onthoudingen)
|
…/…/…
|
1.Conclusies en aanbevelingen
1.1Het hoofddoel van het advies is het in kaart brengen van de sociale en milieubeleidsreacties op de gevolgen van het toenemende gebruik van kritieke grondstoffen in waardeketens in derde landen, aangezien de verbanden tussen mondiale waardeketens, klimaatverandering en fatsoenlijke arbeidsomstandigheden tot nu toe onvoldoende aan bod zijn gekomen. In het kader van de Europese strategische autonomie worden andere vitale sectoren, zoals gezondheid, defensie en elektronica, in het bijzonder blootgesteld aan mogelijk oneerlijke concurrentie of manipulatie door derde landen.
1.2De combinatie van COVID-19, de geopolitieke gevolgen van de Russische inval in Oekraïne en hernieuwde spanningen tussen de VS en China in de Indo-Pacifische regio hebben geleid tot een steeds duidelijkere polarisatie van de internationale betrekkingen. Tegen de achtergrond van de wereldwijde concurrentie tussen de Europese Unie, de VS en China is de eerste zorg van regeringen en van de EU nu het veiligstellen van de belangrijkste grondstoffen om de digitale en groene transformatie van het industriële systeem te ondersteunen. Dit vereist een hertekening van de toeleveringsketens voor zeldzame aardmetalen, hetgeen idealiter hand in hand moet gaan met de eerbiediging van sociale en milieunormen in alle waardeketens.
1.3Om deze uitdagingen aan te gaan, stelt het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) een reeks doelstellingen en maatregelen voor om te zorgen voor een veerkrachtige, duurzame en verantwoorde bevoorradingsketen in de EU. Daarom zouden in de EU-beleidsbesluiten de volgende aanbevelingen in acht moeten worden genomen:
1.4gezien de huidige internationale dynamiek en de dwingende sociale en milieuvereisten moet worden erkend dat vrijwillige, niet-bindende maatregelen niet volstaan om de complexe uitdagingen het hoofd te bieden;
1.5alle actoren, zowel publieke als particuliere, moeten bij het beheer van de technische en financiële steun worden betrokken ten gunste van een diepe en structurele transitie, waarbij moet worden voorkomen dat de structurele kloof tussen de EU-landen nog groter wordt en moet worden gezorgd voor evenwicht, inclusiviteit en gelijke toegang tot de steun, in de eerste plaats door middel van maatregelen voor een rechtvaardige transitie, conform de internationale richtsnoeren;
1.6bij de diversificatie van de bevoorradingsbronnen moet rekening worden gehouden met middellange- en langetermijndoelstellingen om: a) de vraag naar en het verbruik van kritieke grondstoffen terug te dringen en te investeren in recycling en hergebruik; b) onder regelmatig toezicht, het gebruik van hernieuwbare materialen te bevorderen; c) te investeren in veerkrachtige, duurzame en verantwoorde mijnbouw- en productiepraktijken, ook in derde landen, zodat de sociale en milieustandaarden daar verbeteren; d) sterker in te zetten op de toelevering door partners die als “betrouwbaar” worden beschouwd, zowel wat commerciële als wat sociale en milieuwaarborgen betreft; e) te onderhandelen over nieuwe handels- en vrijhandelsovereenkomsten en bestaande overeenkomsten aan te passen met gebruik van instrumenten voor een doeltreffende uitvoering van het hoofdstuk inzake handel en duurzame ontwikkeling, op basis van naleving en bevordering van de toepassing van internationale arbeids- en milieunormen;
1.7het voorstel van de Europese Commissie voor een voor alle Europese ondernemingen (met uitzondering van kleine en middelgrote) en hun activiteiten geldende richtlijn inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid (Corporate Sustainability Due Diligence) moet zo worden geformuleerd, en strategische projecten in de hele toeleverings- en onderaannemingsketen, ook in derde landen, moeten zo worden opgezet, dat de OESO-richtsnoeren voor multinationale ondernemingen, de tripartiete IAO-verklaring over multinationale ondernemingen en sociaal beleid, en de OESO-richtsnoeren inzake passende zorgvuldigheid voor verantwoorde toeleveringsketens van mineralen uit conflict- en hoogrisicogebieden worden toegepast, om zich op een verantwoorde manier uit deze landen te kunnen terugtrekken. Ook bij versnelde procedures voor strategische projecten moeten de sociale en milieunormen in acht worden genomen;
1.8in handelsovereenkomsten moet naleving van alle internationale normen en standaarden verplicht worden gesteld, te beginnen met de normen inzake illegale handel in hulpbronnen; dit moet ook handelssancties omvatten;
1.9de OESO-bepalingen inzake reeds bestaande voorraden van zware zeldzame aardmetalen of daarvan afgeleide producten moeten worden toegepast. Waar mogelijk dient de leveringsoorsprong te worden vastgesteld en dient verantwoordelijkheid te worden genomen voor passende zorgvuldigheid in de hele toeleveringsketen, waarbij naleving wordt gewaarborgd en niet op derden wordt vertrouwd;
1.10handelspartners moeten worden ondersteund bij het bevorderen van fatsoenlijke arbeidsomstandigheden, gelijke beloning en gelijke kansen op de werkplek door middel van sociale dialoog en collectieve onderhandelingen. Ondersteunende maatregelen moeten bedrijven in staat stellen sectorspecifieke risico’s vast te stellen en zorgvuldigheidsprocedures in hun beheersystemen op te nemen;
1.11er moeten procedures worden ingesteld om ervoor te zorgen dat bedrijven die profiteren van stimuleringsmaatregelen en andere vormen van steun, niet direct of indirect bijdragen aan schade die verband houdt met het gebruik van grondstoffen en zware zeldzame aardmetalen die op onverantwoorde wijze worden gewonnen in omstandigheden waarin er sprake is van mensenrechten- en/of milieurisico’s of in conflictsituaties;
1.12strategische projecten moeten worden voorafgegaan door een milieueffectbeoordeling, waarbij de huidige termijn van 30 dagen moet worden verlengd en de sociale partners en lokale gemeenschappen bij een en ander moeten worden betrokken om consensus tussen alle belanghebbenden te bevorderen en het risico te vermijden dat projecten in beschermde gebieden worden uitgevoerd. Er moet voor worden gezorgd dat het potentieel van deze initiatieven voor het scheppen van hoogwaardige banen volledig wordt benut;
1.13er moet een streefcijfer van 30 % worden vastgesteld voor projecten waarbij secundaire grondstoffen worden gebruikt, die bijvoorbeeld afkomstig zijn van stortplaatsen, de terugwinning van afval of recyclingfaciliteiten. Al even belangrijk is het om de betrokken bedrijven te evalueren op basis van hun prestaties in het verleden. Er moet worden gezorgd voor een transparant en democratisch selectieproces waarbij alle EU-instellingen en -belanghebbenden bij het besluitvormingsproces worden betrokken, niet alleen de nieuwe Raad voor regelgevingstoetsing van de Commissie;
1.14er moet samenwerking tot stand worden gebracht tussen de verschillende actoren in de productieketen, waarbij het sluiten van brede overeenkomsten tussen de sociale partners moet worden bevorderd. Ook moeten, zoals benadrukt door de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), alle belanghebbenden en multinationale en nationale ondernemingen worden ondersteund bij het nemen van passende maatregelen ter waarborging van de plicht van de staat om de mensenrechten te beschermen en de verantwoordelijkheid van ondernemingen om de mensenrechten in acht te nemen;
1.15bij investeerders en de industrie van zeldzame aardmetalen moet erop worden aangedrongen rapporten te publiceren over hun bevoorradingsbronnen in derde landen. Daartoe kan financiële druk worden uitgeoefend en kunnen eventueel beperkende maatregelen worden opgelegd om bedrijven te ontraden hun grondstoffen te betrekken uit kwetsbare landen. Sociale en milieubeschermingskosten, inclusief afvalverwerking en recycling, zouden in productprijzen moeten worden meegenomen;
1.16de digitalisering van de productieketen moet worden gestimuleerd. Het gebruik van digitale technologieën groeit uit tot een essentiële voorwaarde voor een beter beheer van de toeleveringsketen en efficiëntere productieketens, maar ook voor de tijdige opsporing van problemen via platforms voor orderbeheer, traceerbaarheid van producten en monitoring van productieprocessen;
1.17er moet worden geïnvesteerd in opleiding, bijscholing en innovatie om kwaliteitsbanen en duurzame productiesystemen te creëren, met stimulansen en financiële instrumenten van de EU om de hele productieketen te versterken.
2.Algemene opmerkingen
2.1Achtergrond
2.1.1Gezien de nieuwe geopolitieke context moeten de productieketens worden hertekend volgens nieuwe criteria die niet langer uitsluitend verband houden met kosten en marktdynamiek: 1) onafhankelijk van afzonderlijke, dominante landen en diversificatie van bevoorradingsbronnen om onderbrekingen in de toelevering te voorkomen; 2) strategische autonomie, ook om politieke redenen; 3) voorzieningszekerheid; en 4) ecologische en sociale duurzaamheid.
2.1.2Het toenemende gebruik van waardeketens heeft bijgedragen aan het scheppen van banen, waarbij miljoenen informele banen zijn omgezet in formele banen; tegelijkertijd echter, zoals de IAO heeft benadrukt, is er in veel gevallen sprake van een verslechtering op het gebied van de arbeidsomstandigheden, gezondheid en veiligheid, alsmede van een toename van kinder- en dwangarbeid, vormen van discriminatie en gebrekkige wettelijke bescherming. Bovendien heeft een en ander geleid tot aanzienlijke milieueffecten, vooral in de winningsindustrie, in industriezones en in exportproductiezones, waar met name miljoenen vrouwen werken.
2.1.3Wereldwijd zijn meer dan 450 miljoen werknemers, waaronder 190 miljoen vrouwen, werkzaam in toeleveringsketens. De COVID-19-crisis zorgde voor een zware terugval, niet alleen in de kleding- en de landbouwsector, maar ook in de winningsindustrie en de automobielindustrie. Vrouwen, die een groot deel uitmaken van de beroepsbevolking in de wereldwijde toeleveringsketens, werken voornamelijk in laagbetaalde en laaggeschoolde banen. Volgens gegevens van de IAO zijn er in Europa alleen al 3,4 miljoen werknemers in de mijn- en raffinagesector.
2.1.4Met betrekking tot milieubescherming heeft ook de Wereldbank opgeroepen tot synergetische actie via nieuwe productiestrategieën, te beginnen met strategische mineralen.
2.1.5Europa is sterk afhankelijk van derde landen voor de winning en verwerking van kritieke grondstoffen. 63 % van het kobalt dat in batterijen wordt gebruikt, wordt gedolven in de Democratische Republiek Congo, 97 % van het magnesium komt uit China en bijna 100 % van de zeldzame aardmetalen die wereldwijd worden gebruikt, worden geraffineerd in China, maar elders gedolven (voornamelijk in Myanmar). Zuid-Afrika levert 71 % van de metalen uit de platinagroep (ruthenium, rhodium, palladium, osmium, iridium en platina), terwijl Turkije zorgt voor 98 % van de toelevering aan de EU van boraat. Een recente studie van het Europees Parlement bevat actuele gegevens over de omvang van de invoer van kritieke grondstoffen en laat zien dat de meeste grondstoffen die door de EU worden ingevoerd en voor sommige Europese industrieën van essentieel belang zijn, afkomstig zijn uit landen met weinig economische vrijheid en een laag democratisch gehalte, maar waarvoor op korte termijn maar moeilijk alternatieven kunnen worden gevonden.
2.1.6Een concreet voorbeeld is Myanmar/Birma, dat sinds twee jaar onder een gewelddadige militaire dictatuur gebukt gaat en door China “gebruikt” wordt als mijnbouwland. Sinds 2016 zijn er meer dan 2 700 mijnen voor zware zeldzame aardmetalen ontstaan in een gebied zo groot als Singapore in de staat Kachin, een regio in het noorden van het land. Volgens een rapport van Global Witness heeft het uitbesteden van deze zeer giftige sector naar Myanmar dit gebied veranderd in ’s werelds grootste leverancier van dysprosium en terbium, twee van de meest waardevolle zware zeldzame aardmetalen. Daarnaast zijn kritieke grondstoffen, hoewel ze uiterst belangrijk zijn voor innovatieve productie, vaak zeer giftig voor wie ermee werkt: dit is bijvoorbeeld het geval voor lithium. Volgens het Comité risicobeoordeling van het Europees Agentschap voor chemische stoffen moeten drie lithiumzouten (lithiumcarbonaat, lithiumhydroxide en lithiumchloride) worden geclassificeerd als “stoffen waarvan bekend is dat ze giftig zijn voor de menselijke voortplanting”, omdat ze onvruchtbaarheid en miskramen zouden veroorzaken
. Sommige fabrikanten verzetten zich hiertegen, omdat ze vinden dat het wetenschappelijk bewijs te zwak is om een dermate strenge classificatie te rechtvaardigen, die volgens hen grote gevolgen zou hebben voor de industriële doelstellingen van Europa voor elektrische voertuigen, batterijen en kritieke grondstoffen.
2.1.7Het EESC benadrukt dat de doelstellingen van de nieuwe Europese strategie voor het gebruik van grondstoffen (waaronder zeldzame en vaak giftige grondstoffen die essentieel zijn voor de Europese industrie) gericht moeten zijn op investeringen in onderzoek naar innovatieve en duurzame winningsmethoden, recycling en hergebruik van zeldzame grondstoffen, en op vervanging door niet-giftige materialen en verplaatsing van de bevoorrading uit landen waar de sociale en milieunormen onder druk staan. Tegelijkertijd is het een prioriteit om de gezondheid en veiligheid op het werk van werknemers die met deze grondstoffen omgaan, te beschermen conform de internationale normen. Het EESC roept de EU-lidstaten die dit nog niet hebben gedaan op om de twee kernverdragen 155 en 187 van de IAO inzake gezondheid en veiligheid op het werk, waarin het recht op een veilige werkomgeving is vastgelegd, te ratificeren.
2.1.8Uit een breed scala van beschikbare gegevens blijkt duidelijk dat milieuvernietiging, landconfiscatie, de rekrutering van gewelddadige milities die in sommige landen banden hebben met de macht en de toenemende vraag naar zeldzame aardmetalen en groene energie in meerdere gevallen hebben geleid tot een drastische toename van het aantal misbruiken op lokaal niveau.
3.EU-maatregelen en duurzaamheid van de waardeketen
3.1In 2020 lanceerde de Europese Commissie de Europese grondstoffenalliantie om de wetgeving aan te passen en veerkrachtigere industriële ecosystemen in de EU op te bouwen.
3.2Op 1 februari 2023 lanceerde de EU het industrieel plan voor de Green Deal met zijn twee instrumenten: de Net-Zero Industry Act en de Critical Raw Materials Act.
3.3In de Europese strategie worden langetermijndoelen gesteld om te zorgen voor meer Europese autonomie op mondiaal niveau; daarbij zou er echter ook aandacht moeten uitgaan naar het stimuleren van een nieuwe strategie ten aanzien van derde landen die de EU bevoorraden, waarbij de economische en handelsbelangen van de EU nauw moeten worden gekoppeld aan sociale en arbeidsrechtelijke verplichtingen op grond van EU-, nationaal en internationaal recht, collectieve overeenkomsten en internationale milieuwetgeving. Een gerichte studie onderzoekt de methode van de sociale levenscyclusanalyse als instrument voor een verantwoorde grondstoffenbevoorrading in Europa.
3.4In een onderzoek van Associated Press (AP) wordt erop gewezen dat zeldzame aardmetalen niet zijn opgenomen in de EU-verordening over mineralen die worden gedolven in conflictgebieden. Deze verordening is erop gericht de aanvoer van mineralen uit regio’s waar met winsten gewapende conflicten worden gefinancierd, te voorkomen of te beperken, maar is alleen van toepassing op een beperkt aantal mineralen — tin, tantaal, wolfraam en goud (3TG) — uit de Democratische Republiek Congo, uit buurlanden en uit andere hoogrisicogebieden. In een verklaring van de Europese Commissie wordt gewezen op lacunes in het toezicht op de toeleveringsketen die zich uitstrekt tot Europa, en wordt opgemerkt dat het nog onduidelijk is hoe een Chinees initiatief voor het reguleren van zeldzame aardmetalen zal functioneren.
3.5Het Mineral Security Partnership uit 2019, dat aanvankelijk werd gesloten door de Verenigde Staten, Canada en Australië en later werd uitgebreid met Finland, Frankrijk, Duitsland, Japan, Korea, Zweden, het Verenigd Koninkrijk en de Europese Commissie, is gericht op de bevordering van een verantwoorde productie en een veilige aanvoer van mineralen die van cruciaal belang zijn voor de wereldeconomie en de nationale veiligheid. Met deze strategie wordt gereageerd op de toenemende bezorgdheid over de afhankelijkheid van ingevoerde kritieke mineralen die essentieel zijn voor de productie van hightechproducten.
3.6Het EESC staat achter de doelstellingen van de door de EU in 2020 gelanceerde Europese grondstoffenalliantie. Het benadrukt dat het in zijn advies over “Duurzame toeleveringsketens en fatsoenlijk werk in de internationale handel” al heeft gewezen op de maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat de doelstellingen inzake eerbiediging van de mensenrechten en fatsoenlijk werk geen ondergeschikte kwestie zijn in het handelsbeleid en de governance van ondernemingen. Uitgangspunt hiervoor is passende zorgvuldigheid (due diligence), waarover een voorstel voor een EU-richtlijn is ingediend. Passende zorgvuldigheid moet in de hele waardeketen worden versterkt, zoals deels is vastgelegd in de Franse en Duitse wetgeving.
3.7Maatregelen en programma’s voor een circulaire economie waarbij de sociale partners en het maatschappelijk middenveld reeds in de ontwerpfase worden betrokken, kunnen ertoe bijdragen de kringloop te sluiten en nieuwe markten voor de recycling van zeldzame grondstoffen te creëren. Dit biedt enorme mogelijkheden voor het scheppen van banen in de circulaire economie voor secundaire grondstoffen en in de recyclingsector. Volgens sommige studies kan het gaan om 700 000 nieuwe banen tegen 2030. Hiervoor zijn echter meer stimulansen en inzet op EU- en nationaal niveau nodig.
3.8Het EESC dringt ook aan op daadwerkelijke uitvoering van het toezicht op de richtlijn inzake niet-financiële verslaglegging en op inspanningen om ervoor te zorgen dat in synergie met het internationale programma voor handel en investeringen, de instrumenten ter bescherming van mensenrechten en arbeidsrechten niet langer een vrijwillig karakter hebben.
3.9Het EESC stelt vast dat de Europese landen, ondanks de grote inzet van de Commissie, ver achterlopen met en verdeeld zijn over de goedkeuring van een gemeenschappelijke strategie ter vermindering van de kriticiteit van kritieke grondstoffen, waarvan de winning en de raffinage tot op heden worden uitbesteed aan landen die sociale en milieunormen aan hun laars lappen.
3.10Een studie van het Europees Parlement over mondiale waardeketens en synergieën met het handelsbeleid ligt ten grondslag aan een onlangs goedgekeurde resolutie, die een stap in de goede richting is en waarin er bij de Europese landen op wordt aangedrongen een nieuw industriebeleid te ontwikkelen om de strategische autonomie van de EU in sleutelsectoren op een structurele en coherente manier aan te pakken, zonder de doelstellingen van de groene transitie in het kader van de Green Deal in het gedrang te brengen en met waarborging van arbeids- en sociale normen in de hele productieketen.
3.11Het zal van belangrijk zijn om allianties te smeden met gelijkgestemde regeringen, sterk samen te werken met democratische regeringen en ervoor te zorgen dat maatregelen voor de eerbiediging van fundamentele werknemersrechten en voor milieubescherming hand in hand gaan. Vandaag de dag trekken veel regeringen aanzienlijke financiële middelen uit om deze uitdagingen het hoofd te bieden: de VS met de wet inflatiebestrijding (Inflation Reduction Act), India met een reeks stimuleringsmaatregelen in de batterij- en de zonne-energiesector, en Japan met een investeringsplan van om en nabij de 140 miljard euro. Een van de doelstellingen van de overeenkomst inzake kritieke grondstoffen tussen de EU en de VS is dat zeldzame aardmetalen die in de EU worden gewonnen of verwerkt, ook worden beschouwd als “made in the USA”, net als in de overeenkomst tussen de VS en Japan.
3.12Het EESC vindt dat deze bilaterale overeenkomsten moeten worden opgenomen in een G7-kader voor een gemeenschappelijke strategie voor de handel in zeldzame aardmetalen. Daarbij zouden de grote economieën zich ook moeten inzetten voor de bescherming van de sociale en milieunormen in de landen waar zeldzame aardmetalen worden gewonnen en geraffineerd.
Brussel, 4 september 2023.
Sandra PARTHIE
Voorzitter van de afdeling Interne Markt, Productie en Consumptie
_____________