ADVIES
|
Europees Economisch en Sociaal Comité
|
De EU-jeugdtest
|
_____________
|
De EU-jeugdtest
(initiatiefadvies)
|
|
SOC/728
|
|
Rapporteur: Katrĩna LEITĀNE
|
|
Besluit van de voltallige vergadering
|
24/02/2022
|
Rechtsgrond
|
Artikel 32, lid 2, van het reglement van orde
|
|
Initiatiefadvies
|
Bevoegde afdeling
|
Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Burgerschap
|
Goedkeuring door de afdeling
|
06/09/2022
|
Goedkeuring door de voltallige vergadering
|
21/09/2022
|
Zitting nr.
|
572
|
Stemuitslag
(voor/tegen/onthoudingen)
|
158/0/5
|
1.Conclusies en aanbevelingen
1.1Politieke participatie is de basis van elke functionerende democratie. Eerbied voor democratie, mensenrechten en de rechtsstaat is voor jonge Europeanen de belangrijkste troef van de EU. Het is essentieel dat jongeren inspraak hebben in beslissingen die van invloed zijn op hun toekomst, want ook de onrechtstreekse gevolgen daarvan kunnen een grote impact hebben op jongeren en de komende generaties. Ook beleid dat niet rechtstreeks op jongeren gericht is of niet beschouwd wordt als een onderdeel van het klassieke jeugdbeleid kan nog steeds een grote invloed hebben op het leven van jongeren. Het is belangrijk om efficiënte mechanismen te creëren die de bestaande participatiemechanismen aanvullen, in overeenstemming zijn met de democratische beginselen en afgestemd zijn op de behoeften van jongeren. Dat kan bijdragen aan betere en doeltreffendere beleidsvorming.
1.2Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) is van mening dat onderwijs een van de doeltreffendste manieren is om jongeren te bereiken en hen te informeren over alle soorten participatie en de waarden van het Europese project. Bestaande steunprogramma’s voor formeel en niet-formeel onderwijs, zoals Erasmus+ en het Europese Solidariteitskorps, hebben een positieve invloed gehad op de standpunten van jongeren over democratische participatie en de waarden en beginselen van de Europese Unie.
1.3Het EESC wijst erop dat jongeren dringend meer betrokken moeten worden bij beleidsvorming door hen op een betekenisvolle en passende manier te laten participeren. De volgende stap bestaat uit toezicht, evaluatie en effectbeoordelingen, zodat er rekening kan worden gehouden met de standpunten van jongeren wanneer beleidsbeslissingen worden genomen. Participatie in het beleidsvormingsproces creëert vertrouwen onder jongeren en in bredere zin, en zorgt ervoor dat ze beschouwd worden als zijnde van belang in dit proces. Er moet zichtbaar en transparant gecommuniceerd worden over de resultaten van hun participatie tijdens die processen. Dat is essentieel om vertrouwen te kweken tussen jongeren en beleidsmakers. Daarnaast is het van groot belang om groepen met verschillende behoeften te bereiken en bij dat proces te betrekken.
1.4Het EESC is het ermee eens dat maatschappelijke organisaties van essentieel belang kunnen zijn om jongeren bij maatschappelijke uitdagingen te betrekken, m.a.w. om hen te laten deelnemen aan beleidsvorming en het democratische proces. Dergelijke organisaties kunnen dienstdoen als verbindende en ondersteunende netwerken om jongeren te helpen in contact te komen met officiële overheidsinstanties en actieve burgers te worden. Het EESC steunt acties van deze organisaties en jonge burgers en pleit voor maatregelen zodat zij die acties kunnen uitvoeren.
1.5Het EESC moedigt de EU-instellingen en lidstaten aan om maatregelen en mechanismen in te voeren die ervoor moeten zorgen dat op elk beleidsterrein rekening wordt gehouden met het jongerenperspectief. Tegelijk moeten jongeren daardoor de kans krijgen om consistente en deskundige input te geven over de uitdagingen waar ze mee te kampen hebben. Die structuren moeten ook mechanismen voor een transparante, zichtbare follow-up en toezicht omvatten en bestaande instrumenten voor jongerenparticipatie aanvullen zonder dat dit tot verminderde financiering leidt. De nodige middelen moeten worden vrijgemaakt zodat jongeren op een betekenisvolle manier aan de beleidsvorming kunnen deelnemen.
1.6Als jongeren aan beleids- en besluitvormingsprocessen deelnemen, kunnen de huidige en toekomstige tendensen die van invloed zijn op het leven van jongeren en de toekomstige generaties in kaart worden gebracht en kan hierin meer inzicht worden gekregen, wat kan helpen om regelgeving en beleid te verbeteren. Dat kan de taak voor de opstellers van een voorstel ook vergemakkelijken, aangezien zij kwalitatieve input kunnen krijgen om secundaire gegevens aan te vullen.
1.7Het EESC wil benadrukken dat de EU-jeugdtest gebaseerd is op de doelstellingen van de EU-strategie voor jongeren en het Europees Jaar van de jeugd. Daarin wordt beklemtoond dat het belangrijk is om voor jongeren relevante thema’s in de beleidsvorming te integreren, wat een sectoroverschrijdende aanpak noodzakelijk maakt. Dat is ook een van de maatregelen in het verslag over het eindresultaat van de Conferentie over de toekomst van Europa, die gesteund werd door alle stemgerechtigden in de plenaire vergadering en de deelnemende burgers. Jongeren moeten de kans krijgen om veranderingen op gang te brengen en een betere toekomst te smeden zodat het Europees Jaar van de jeugd ook na afloop een blijvende impact nalaat.
1.8Het EESC is ingenomen met de verwijzing naar de EU-jeugdtest (“jongerentoetsing”) in de mededeling van de Commissie over de resultaten van de Conferentie over de toekomst van Europa. Het benadrukt echter dat het voorstel van de Commissie niet in overeenstemming is met de doelstellingen en middelen van het oorspronkelijke voorstel en te weinig aandacht schenkt aan betekenisvolle betrokkenheid van jongerenorganisaties en -deskundigen en de integratie van voor jongeren relevante thema’s in alle beleidsmaatregelen. Ook houdt het voorstel geen rekening met de langetermijngevolgen van beleid voor toekomstige generaties. Het EESC vindt dat een EU-jeugdtest als apart instrument deel zou moeten uitmaken van de toolbox voor betere regelgeving, aangezien toekomstige generaties en jongeren bijzondere aandacht verdienen.
1.9Het EESC pleit voor meer samenwerking tussen de instellingen om bestaande succesvolle initiatieven op elkaar af te stemmen, zoals de EU-jongerendialoog, “Jouw Europa, jouw mening!” en het Europees Jongerenevenement, en om hen, in overeenstemming met de EU-strategie voor jongeren, te verbinden aan toekomstige initiatieven zoals de EU-jeugdtest. Daarnaast somt het EESC een reeks voorstellen op over jongerenparticipatie in het Comité zelf en is het van plan om de EU-jeugdtest in zijn werkzaamheden op te nemen.
2.Algemene opmerkingen
2.1De rol van jongeren in het Europese project
2.1.1Jongeren zijn de motor achter het Europese project. Hun creativiteit, energie en enthousiasme houden Europa draaiend. Het jaar 2022 is dan ook uitgeroepen tot het Europees Jaar van de jeugd. De voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, verklaarde: “Europa heeft zijn jongeren stuk voor stuk nodig” en “Onze Unie moet een ziel en een visie hebben die hen aanspreekt”
.
2.1.2In het huidige democratische klimaat kan het Europees project niet doeltreffend en naar behoren worden verwezenlijkt zolang er geen aandacht gaat naar het debat over politieke participatie van jongeren
binnen democratische tradities en geopolitieke contexten. Margaritis Schinas, vicevoorzitter voor de bevordering van onze Europese levenswijze, verklaarde: “Het Europees Jaar van de jeugd moet voor een ommekeer zorgen in de manier waarop we jongeren betrekken bij beleids- en besluitvorming.” De onderliggende reden is dat jongeren de kans moeten krijgen
om op een betekenisvolle manier te participeren.
2.1.3Volgens enquêtes van Eurobarometer
heeft minder dan de helft (47 %) van de Europeanen vertrouwen in de EU en heeft slechts 44 % een positief beeld van de Unie. De toekomst van het Europese project hangt voor een groot deel af van de mate waarin jongeren zich associëren met de Europese waarden en van hun bereidheid om een Europese identiteit te omarmen. De actieve deelname van jongeren aan politieke en besluitvormingsprocessen is van cruciaal belang: hun leven van morgen wordt immers bepaald door de beslissingen van vandaag. Daarom moeten er participatie-instrumenten in het leven worden geroepen zodat ook de mening van jongeren kan worden gehoord. Op alle niveaus moeten jongeren meer kunnen deelnemen aan het maatschappelijke en democratische leven om de toekomstige welvaart van Europa te verzekeren. De democratische volwassenheid van de EU heeft immers invloed
op de vorm van politieke participatie van jongeren.
2.1.4Het initiatief van de EU om een Conferentie over de toekomst van Europa te houden was een stimulans om de participatieve burgerdialoog in de hele Unie te bevorderen. Een andere mogelijkheid om vooruitgang te boeken, bestaat erin de bestaande mechanismen voor jongerenparticipatie doeltreffender te maken en nieuwe mechanismen te ontwikkelen. Zoals voorgesteld in de eindresultaten van de Conferentie over de toekomst van Europa kan dat onder meer gaan om een “jeugdtest”
, een wetgevingstoetsing die een mechanisme voor effectbeoordeling en raadplegingen omvat waar jongerenvertegenwoordigers bij betrokken zijn.
2.1.5De jeugdtest fungeert als een strategische prognose voor de beleidsvorming. Strategische prognoses zijn een waardevol concept dat de Europees Commissie in het beleidsvormingsproces wil gebruiken. Aangezien die prognoses voortbouwen op concepten zoals horizonverkenning, megatrendanalyse, scenarioplanning en visieontwikkeling, is het onvermijdelijk dat het perspectief van jongeren en toekomstige generaties ter sprake komt. Hoewel tijdens het prognoseproces wordt erkend dat de toekomst niet vastligt, wordt er wel informatie verzameld over mogelijke scenario’s, met als doel zich voor te bereiden op nieuwe uitdagingen. In de dialoog tussen de generaties kunnen waardevolle instrumenten worden ingebouwd om ervoor te zorgen dat deze tendensen en toekomstscenario’s worden meegenomen in beleidsvoorstellen. Analyses die rekening houden met het perspectief van jongeren en toekomstige generaties kunnen en moeten bijdragen aan een beter en doelgerichter beleid waarmee de uitdagingen van toekomstige generaties kunnen worden aangepakt.
2.1.6Als we beter beleid willen ontwikkelen dat klaar is voor toekomstige uitdagingen, moeten we daarin de rechten van jongeren en toekomstige generaties erkennen en beschermen zodat er geen negatieve gevolgen zijn voor specifieke generaties en maatschappelijke groepen. Die groepen worden momenteel vaak genegeerd of beschouwd als deel van andere groepen, maar dat komt niet overeen met de realiteit. Bijgevolg is het beleid niet opgewassen tegen uitdagingen, wat bijdraagt aan het groeiende wantrouwen en de afkeer van officiële instellingen.
2.2Behoefte aan betekenisvolle jongerenparticipatie
2.2.1Betekenisvolle betrokkenheid houdt in dat de macht gedeeld wordt, dat beslissingen met andere belanghebbenden genomen kunnen worden onder transparante voorwaarden waar alle betrokkenen van op de hoogte zijn. Goed doordachte verantwoordingsprocessen vergroten het vertrouwen van alle belanghebbenden in politieke participatieprocessen. De verantwoordelijkheden van de verschillende actoren moeten voor alle belanghebbenden duidelijk zijn.
2.2.2Sinds de wereldwijde financiële crisis in de late jaren 2000
is het vertrouwen van jongeren in overheidsinstellingen getaand. Hun idee van politieke invloed en vertegenwoordiging in de besluitvorming is nog niet veranderd. Participatie van jongeren in het democratische leven kan verschillende vormen aannemen. 39 % van hen beschouwt stemmen op lokaal, nationaal of Europees niveau als de doeltreffendste manier om de eigen stem te laten horen bij de besluitvormers
. Het aandeel jongeren dat dit soort democratische participatie vertrouwt is echter nog steeds zeer gering. Als jongeren zich liever niet met politiek inlaten, komt dat meestal doordat ze zich niet echt betrokken voelen en weinig vertrouwen hebben, en omdat ze het gevoel hebben dat het geen zin heeft om te participeren als toch niemand rekening houdt met hun bijdrage. Een van de belangrijkste obstakels voor jongeren om te participeren is het idee dat besluitvormers “toch niet luisteren naar mensen zoals ik”
. Met andere woorden: het bevorderen van vertrouwen en dialoog tussen jongeren en overheidsinstellingen is cruciaal om ervoor te zorgen dat onze samenlevingen voorbereid zijn om toekomstige schokken het hoofd te bieden
.
2.2.3Een meerderheid (70 %)
van de jongeren heeft het gevoel dat ze niet veel of helemaal geen inspraak hebben in belangrijke besluiten, wetten of beleidsmaatregelen die van invloed zijn op de EU als geheel. 40,8 %
van de jongeren denkt dat ze niet veel invloed hebben op de onderwerpen die in openbare of politieke debatten aan bod komen, en 24,8 % zegt zelfs dat ze helemaal geen invloed hebben. Twee derde van de respondenten is bovendien van mening dat jongeren meer invloed op het overheidsbeleid zouden kunnen uitoefenen als politici zich bewuster zouden zijn van de thema’s waar zij van wakker liggen. Meer dan 50 % denkt dan weer dat die doelstelling ook bereikt zou kunnen worden als jongerenorganisaties een grotere rol in de politiek zouden mogen spelen.
2.2.4Jongeren participeren tegenwoordig op een andere manier. Ze hebben een voorkeur voor niet-geïnstitutionaliseerde, en vooral niet-electorale vormen van politiek engagement. Steeds meer onderzoek toont aan dat dit te maken heeft met het tanende vertrouwen in overheidsinstellingen en ontevredenheid over de manier waarop de representatieve democratie werkt. De onconventionele politieke participatie van jongeren is steeds losser, geïndividualiseerder en persoonlijker geworden. Ze zetten zich liever in voor afzonderlijke kwesties en thema’s en hebben een voorkeur voor rechtstreeks activisme en protest als een soort “persoonlijke levenskeuze”. In het algemeen zijn jongeren politiek erg gemotiveerd. Als het om jongerenparticipatie gaat, houden deskundigen inzake politieke participatie zich niet langer bezig met de vraag óf jongeren willen participeren, maar wel waar en hoe ze hun politieke standpunten willen uitdrukken. Aangezien jongeren tegenwoordig op heel uiteenlopende manieren invloed op het beleid en de politiek proberen uit te oefenen, moet er dringend rekening worden gehouden met de onconventionele aard van politieke participatie, participatieve besluitvorming, en uitgebreide communicatie- en transparantiemechanismen binnen een democratisch institutioneel kader. De beleidsvorming in overheidsinstanties moet dienovereenkomstig worden aangepast en ontworpen zodat alle groepen jongeren worden bereikt en betrokken worden bij beleidsbeslissingen. Participatiemechanismen moeten inclusief zijn en de communicatie erover moet een divers publiek bereiken, ook groepen bij wie dat wat lastiger is.
2.2.5Door jongeren geleide organisaties hebben expertise en kennis ontwikkeld op het gebied van allerlei onderwerpen waar de jeugd mee te maken heeft. Als zij betrokken worden bij het beleidsvormingsproces, zal dat leiden tot coherentere en aangepaste regels en voorschriften. Dat idee wordt ook versterkt door het alsmaar groeiende aantal jongeren dat zich bij deze organisaties aansluit.
2.2.6Een betekenisvolle dialoog met jongeren is cruciaal. De participatie van jongeren moet daarom worden verbeterd. Daarbij moet de aandacht met name gaan naar het gebrek aan democratische jongerenvertegenwoordiging en een jongerenperspectief buiten de traditionele jeugdbeleidsterreinen. Jongeren willen meedoen aan het uittekenen van de beleidsmaatregelen die later van invloed zullen zijn op hun leven. Rechtvaardigheid tussen de generaties
is hét middel om de ongelijkheid tussen de generaties in vergrijzende samenlevingen te corrigeren.
2.2.7Met de bestaande instrumenten om de gevolgen van beleidsmaatregelen voor jongeren te analyseren, zoals instrument #31 uit de toolbox voor betere regelgeving, worden geen mogelijkheden geschapen voor het integreren van jongerenbelangen in het beleid of voor de inclusie van jongerenorganisaties en jongeren met relevante expertise, die systematisch zouden kunnen laten weten hoe jongeren over bepaalde kwesties denken. Bovendien is het zo, afgaande op de beschikbare publicaties, dat dergelijke instrumenten minder vaak gebruikt worden dan op grond van de relevantie en het belang van de voorstellen noodzakelijk wordt geacht.
3.Specifieke opmerkingen
3.1De EU-jeugdtest
3.1.1Het voorstel is gebaseerd op drie pijlers: raadpleging, effectbeoordeling en risicobeperkende maatregelen. Het voorziet in een kader dat bedoeld is om de doeltreffendheid en efficiëntie van beleid te verbeteren op basis van versterkte jongerenparticipatie en de integratie van jongerenbelangen in de beleidsvorming. Daarnaast houdt het rekening met kwetsbare jongeren, bijvoorbeeld jongeren met een handicap, NEET’s
(jongeren zonder werk, onderwijs of opleiding), jongeren die in afgelegen gebieden wonen enz. De EU-jeugdtest bestaat uit verschillende onderdelen en biedt een coherente structuur om kwalitatieve en betere beleidsmaatregelen op te stellen teneinde kwesties te behandelen waar toekomstige generaties mee te maken kunnen krijgen.
3.1.2Tijdens de eerste stap van de EU-jeugdtest wordt bepaald of een toekomstig ontwerpvoorstel van belang is en/of gevolgen heeft voor jongeren en toekomstige generaties. Dat zal helpen om te bepalen of er een volledige jeugdtest van dat beleid moet worden uitgevoerd. Aan de hand van een checklist bepalen de beoordelaars of het ontwerpvoorstel daadwerkelijk relevant is voor jongeren, alsook wat de rechtstreekse en onrechtstreekse gevolgen van het voorstel zijn voor jongeren en toekomstige generaties. Wordt besloten dat het voorstel relevant is, dan gaat de jeugdtest over tot de fase van brede raadpleging, effectbeoordeling en risicobeperkende maatregelen. De indicatoren van de checklist zouden gebaseerd zijn op de behoeften en ideeën van jongeren zodat de checklist kan detecteren welke voorstellen voor hen relevant zijn.
3.1.3Tijdens de volgende stap is het de bedoeling dat de beoordelaars de jongerenbelanghebbenden op een betekenisvolle manier raadplegen, zodat er systematisch voldoende expertise voorhanden is voor een diepgaande analyse. Op basis van die raadpleging proberen de beoordelaars te achterhalen welke mogelijke gevolgen van het geteste beleidsvoorstel de jongeren bezighouden. Dit participatieonderdeel moet transparant zijn en plaats bieden aan een brede groep jongerenvertegenwoordigers, door jongeren geleide organisaties en jongeren met relevante expertise om input te verstrekken. Op die manier wordt gewaarborgd dat kwesties in beleidsvoorstellen steeds systematisch worden behandeld. Als jongerenorganisaties, jongerenvertegenwoordigers en jongeren met relevante expertise daarbij worden betrokken, kan dat zeer gevarieerde en unieke achtergrondinformatie opleveren voor de effectbeoordeling. Via betekenisvolle samenwerking kunnen de beoordelaars een algemeen overzicht krijgen op basis van de overkoepelende kennis en expertise die de jongeren hebben aangeleverd. Dankzij die input kan de effectbeoordeling voldoende gedetailleerd zijn om de uitdagingen en aspecten in kaart te brengen waarop beleid een ontwrichtend effect kan hebben.
3.1.4Op basis van de beschikbare gegevens die tijdens het proces worden verzameld, de resultaten van de raadplegingen en de thema’s in de checklist kunnen de beoordelaars de effectbeoordeling en een prognoseanalyse voor toekomstige generaties opstellen.
3.1.5Is er een negatief effect, dan moet de beoordelaar risicobeperkende maatregelen voorstellen die in de eerste plaats gericht zijn op kwetsbare en kansarme jongeren. Het is raadzaam dat de beoordelaars tijdens de raadpleging vragen opnemen over mogelijke risicobeperkende maatregelen die aan de analyse kunnen worden toegevoegd. Het wordt aanbevolen in de komende jaren te evalueren wat het beleid voor gevolgen heeft en hoe de negatieve gevolgen ervan door risicobeperkende maatregelen zijn tegengegaan.
3.1.6De EU-jeugdtest mag geen surrogaat zijn van betekenisvolle samenwerking met jongeren in het algemeen, maar is bedoeld om bestaande participatiemechanismen aan te vullen.
3.1.7Het voorstel was de vrucht van een reeks discussies met de grootste jongerennetwerken van Europa, en sinds de test (en de gestructureerde dialoog, de voorloper ervan) in het leven is geroepen, werd hij met name genoemd in verschillende aanbevelingen van de EU-jongerendialoog. De jongeren lieten duidelijk verstaan dat ze transparante beleidsvormingsprocedures willen waardoor ze kunnen bijdragen aan het eindresultaat ervan en het vervolgens kunnen monitoren.
3.1.8Het voorstel is daarnaast geïnspireerd op de kmo-toets, een voorbeeld van een geschikt effectbeoordelingsinstrument op EU-niveau, dat op drie pijlers berust: raadpleging, effectboordeling en risicobeperkende maatregelen. Bovendien is de EU-jeugdtest, net als de kmo-toets, ook bedoeld als afzonderlijk instrument in de toolbox voor betere regelgeving met als doel het belang van jongeren voor de toekomst van Europa te benadrukken, in overeenstemming met de mededeling van de voorzitter van de Europese Commissie.
3.1.9Het voorstel is gebaseerd op effectbeoordelingsinstrumenten voor jongeren die al in verschillende lidstaten bestaan, zoals Oostenrijk, Duitsland, Frankrijk, België (Vlaanderen) maar ook buiten de EU, zoals in Nieuw-Zeeland en Canada.
3.1.10Dankzij de voorgestelde effectbeoordeling wordt in het beleid rekening gehouden met de behoeften en verwachtingen van jongeren en wordt verder gekeken dan de traditionele jeugdbeleidsterreinen. Slechts een klein deel van de voorstellen van de Europese Commissie wordt geanalyseerd vanuit een jongerenperspectief. Een aanzienlijk deel van deze voorstellen heeft echter rechtstreekse en onrechtstreekse gevolgen voor de levenskwaliteit van jongeren.
3.1.11Er wordt voorgesteld om de EU-jeugdtest op te nemen in de publiek toegankelijke effectbeoordelingen inzake betere regelgeving en hem te publiceren op de Europese Jongerensite. De doeltreffendste manier moet echter verder worden onderzocht. Het directoraat-generaal Communicatie wordt niettemin aangemoedigd om de test actief te promoten en hem zo bekend te maken. Het secretariaat-generaal moet dan weer de goedkeuring ervan in de verschillende DG’s ondersteunen. De instellingen die besluiten om de EU-jeugdtest te gebruiken, kunnen hem ook publiceren, onder meer op de website van het EESC. Zodra de beoordeling en de definitieve versie van een voorstel gepubliceerd zijn, kunnen de jongerenbelanghebbenden die betrokken zijn bij de raadpleging, zien op welke manier er rekening is gehouden met hun bijdrage.
3.1.12De EU-jeugdtest wordt gezien als een structuur die op lokaal, regionaal en nationaal niveau kan worden ingevoerd in samenwerking met de instellingen van de Europese Unie.
3.1.13De EU-jeugdtest kan een verbetering voor het beleid betekenen, maar moet wel gebaseerd zijn op zinvolle participatiemechanismen. Gebruikmaking van de kennis van de betrokkenen kan immers tot efficiëntie en verbeteringen leiden.
3.2Jongerenparticipatie binnen het EESC
3.2.1Het EESC vindt het belangrijk dat jongeren meehelpen om de toekomst van Europa vorm te geven. Daarom voert het verschillende succesvolle initiatieven uit zoals “Jouw Europa, jouw mening!”, de rondetafelconferenties voor jongeren over klimaat en duurzaamheid, en de EU-jongerentop over klimaatverandering, die georganiseerd wordt door het EESC en het Europees Parlement. In 2021 nam het EESC voor het eerst een jongerenafgevaardigde mee in zijn officiële delegatie naar de COP26 van het UNFCCC als follow-up van het EESC-advies NAT/788
. Daarnaast zal het EESC in het kader van het Europees Jaar van de jeugd met zijn prijs voor het maatschappelijk middenveld 2022 doeltreffende, innovatieve en creatieve initiatieven belonen die bedoeld zijn om voor en met jonge Europeanen aan een betere toekomst te werken.
3.2.2Het EESC zal ernaar streven om jongeren en jongerenorganisaties een luidere stem te geven via gestructureerdere, betekenisvolle en doelgerichte mechanismen voor jongerenparticipatie om de interne betrokkenheid van jongeren en jongerenorganisaties bij de werkzaamheden van het EESC te vergroten. Het EESC moet daarvoor de volgende stappen ondernemen:
·transparante en sectoroverschrijdende coördinatiemechanismen moeten worden ingevoerd om standpunten van jongeren in de werkzaamheden en wetgeving van het EESC te integreren;
·bij belangrijke adviezen kunnen jongerendeskundigen met relevante expertise aan het woord worden gelaten;
·in het kader van het Europees Jaar van de jeugd moet “jeugd” het gemeenschappelijke onderwerp zijn voor de ronde van initiatiefadviezen van dit najaar;
·er moeten thematische debatten met Europese jongeren- en basisorganisaties worden gehouden om nationale en Europese invalshoeken beter met elkaar te verbinden;
·er kan jaarlijks een reeks onderwerpen in verband met jongeren worden geselecteerd voor EESC-studies
;
·in alle adviezen moet het EESC steeds rekening houden met het intergenerationele perspectief (zoals reeds het geval is voor het genderperspectief);
·er moeten levendige betrekkingen met andere EU-instellingen worden aangeknoopt om mechanismen voor jongerenparticipatie in kaart te brengen en voorlichtingsactiviteiten met jongeren en jongerenorganisaties op nationaal, regionaal en lokaal niveau te versterken;
·de resolutie over jongerenparticipatie bij het EESC die werd opgesteld door de Coördinatiegroep voor het Europees Jaar van de jeugd, moet worden goedgekeurd;
·er moet een rubriek “jongerenparticipatie” worden gecreëerd op de website van het EESC waarin de vroegere, huidige en toekomstige activiteiten in verband met jongeren worden belicht, zoals adviezen, openbare hoorzittingen, evenementen enz.;
·er moet een permanente structuur binnen het EESC worden opgericht zodat de werkzaamheden op het gebied van jongerenparticipatie bij het Comité en andere instellingen ook na 2022 zullen worden voortgezet.
3.2.3Het EESC zal verder bekijken hoe het de EU-jeugdtest in zijn werkzaamheden kan toepassen zodat het jongeren er consequent bij kan betrekken.
3.2.4Het EESC nodigt de Europese Commissie uit om te reageren op dit initiatiefadvies en het voorstel voor de EU-jeugdtest, en om samen te brainstormen over de uitvoering ervan.
Brussel, 21 september 2022.
Christa SCHWENG
Voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité
APPENDIX
The Concept Note The EU Youth Test: Investing Now in the Union's Future
Young people are not only the present, but the future as well. As a result of the pandemic and the severe financial crises in the last decade, we have seen that young people are one of the first groups within our society who are affected by the new measures, such as austerity measures or lockdowns. These policies not only impact the economic possibilities of future generations, but also create inequalities and serious consequences on mental health, among other things. In 2019, we saw a record turnout at the European elections which included a significant increase in youth participation. Young people have a strong opinion on issues that impact them, such as economic growth, digitalisation or the climate crisis. It is time to provide sufficient means to include them in policy-making since they are the ones who need to carry the burden of these decisions.
Several participatory processes exist in the European Union (EU), such as the "Have your say" portal. Young people have a number of opportunities to express their view on topics they are asked about. However, it is not enough to consult with young people, invite them on stage and just move on without taking them into consideration. There is a clear call for meaningful participation and engagement, while there is also a need for follow-up on how the voice of young people has been heard. By now, it is clear that young people are affected by policies that are outside the scope of traditional youth policies, yet they are rarely included in the policy-making process. The EU needs to step up and work on policies that consider the impact on those who will suffer the consequences: young people today and future generations.
The EU Youth Test is an impact assessment tool that will ensure that young people are considered during the policy-making processes within the EU. As a result, the EU will be able to create better policies that are long-lasting and impactful, actively close inequality gaps, and take into account current and future generations. Policies will address the experiences, needs and expectations of young people and they will help Europe's youngest generation maximise their potential.
·EU Youth Test: with and for youth
The EU Youth Test is designed to evaluate the impact that any new proposals may have on young people in the EU and identify mitigation measures necessary to avoid any negative impacts.
It is based on three pillars:
·Meaningful engagement with relevant youth stakeholders.
·Impact assessments of draft proposals.
·Mitigation measures to address adversities facing groups of young people, with a special focus on groups living in vulnerable situations.
It supports the mainstreaming of young people by addressing the lack of involvement in policy fields that are not usually considered youth-related, e.g. sustainability, economic or infrastructure policies.
The EU Youth Test will focus on all proposals coming from the European Commission. All EU proposals should be assessed to see the impact on the lives of young people. The assessment carried out by each Directorate-General (DGs) would include the following steps:
·application of a standardised checklist to determine how relevant the proposal is to young people and future generations (those yet to be born);
·qualitative consultation with representatives of young people from youth-led organisations and experts;
·analysis of the draft proposal based on the available data and the outcomes of the discussions;
·summary of the impact on young people with clear indication of the proposal's degree of suitability;
·in case of a low level of suitability, clear recommendations for changes to mitigate the potential negative impact;
·publication of the result of the EU Youth Test (e.g. on the Youth Portal).
The EU Youth Test should be conducted by every DG. DGs should be prepared to use the impact assessment tool and would need to be properly trained to include youth stakeholders meaningfully in the policy-making process.
·Bringing the missing 25% to the forefront
Young people make up 25% of the whole EU population and, while they will live the longest with the consequences and impacts of the regulations designed today, they are underrepresented in political processes and in consultations.
The EU Youth Test has already proven to be useful in several national legislative processes. For example, in Germany in the last four years, the level of relevance was checked in the case of more than 500 laws, with more than 100 impact assessments conducted. These assessments cover a wide range of topics such as the implementation of the Climate Protection Programme 2030 in tax law. While in Germany the test does not include mitigation measures, it highlights how certain legislation can impact the life of young people. The assessment pointed out several benefits for young people in terms of affordable, long-distance commuting opportunities, but also warned that the increased access to mobility is relevant only for those young people who live close to existing infrastructure.
Furthermore, we believe a youth impact assessment could have been highly beneficial for the EU in several instances in the past. One of the most recent examples would be the EU taxonomy proposal. This exact proposal is highly relevant for young people and future generations. As we are aware, climate change and the destruction of our environment is something that not only the future generations will have to live with, but is already taking the lives of millions of young people every year. It is therefore the bare minimum to include young people in the discussion about energy sources such as nuclear power or natural gas. Based on recent events, it is clear that young people would have provided stronger political momentum in opposing the clear error of including gas and nuclear as sustainable energy sources. Furthermore, young people are considered to be the drivers of the circular economy and future generations should be the main beneficiaries of sustainable investment opportunities. Policies addressing the new ways of the economy will have an impact on the employment, health and wellbeing of future generations. This needs to be considered now, otherwise such policies will cause further disruptions, barriers and inequalities within our society.
As has been said many times, young people are not only the future, but also the present. As rightly pointed out by Commission President Ursula von der Leyen, young people have been one of the groups within our society most affected by the previous financial crisis and the current health crisis and faltering economy. There is now a clear need to create policies that consider their point of view.
Mainstreaming young people into all policies: an existing objective at EU Level
An EU level Youth Test is one of the measures set out in the Conference on the Future of Europe Outcomes Report that was endorsed by all voting components in the Conference plenary and citizens. Young people are demanding proper consultation on all policies that affect them, and to have their voice taken into account in the shaping of these policies. While the Youth Test meets these expectations, it also acknowledges that young people's interests are wide-ranging and go far beyond traditional "youth" topics such as education and mobility exchanges. Mainstreaming youth into all policies is also an aim of the EU Youth Strategy (2019-2027) and one of the four key objectives of the European Year of Youth 2022. Adoption of the Youth Test is therefore a way to implement this strand of the Strategy, to realise this 2022 objective, hence providing a long-lasting legacy and following up concretely on a measure coming from the Conference on the Future of Europe.
·Numerous "Best Practices"
The EU Youth Test exists in several Member States at national and regional levels in different forms, but always for the benefit of and involving young people. In some cases, it is conducted by a separate entity (Germany, Flanders) while in others it is carried out by the respective ministries (Austria, France). Several child and youth impact assessment tools were launched as a result of the recommendation of the UN Convention on the Rights of the Child (New Zealand, Canada, Scotland). Even though these tools only partially address the challenges, since they are conducted after the approval of the legislation rather than beforehand, and hence without including young people in the decision-making process, they prove that there is a global trend towards assessing the impact of legislation on young people by involving them. We can also see that, thanks to NextGenerationEU, more and more countries are working on youth impact assessments (Italy), which should be something that the Commission not only expects from the Member States but should also champion, including by introducing a standardised mechanism for them.
While these best practices prove to be rather diverse in terms of methodology and scope, after the Youth Forum conducted interviews with several National Youth Councils, we found that the youth impact assessment tools are considered to be a great way to mainstream youth policy, ensure that youth inequalities are mitigated and removed, and include young people's perspective in the policy-making procedure.
Last year, the European Youth Forum collected and analysed several examples of youth impact assessment tools based on the input from five National Youth Councils and available online information. These examples cover both the national and regional level and focus on the implementation of youth impact assessments on legislative proposals. However, the spectrum and the methodology of each differ, in some cases significantly. Further research is expected to be conducted to include the perspective of the representatives of the authorities, particularly EU Member State representatives. The table below is intended to indicate the scope and the methodology of the impact assessment tools, identify the entities conducting them, and suggest relevant aspects to be considered for the development of an EU Youth Test.
Region/
Country
|
Scope
|
Methodology
|
Conducted By
|
Transferable best practice principles to be considered in the development of the EU Youth Test
|
Flanders
|
Young people 0-25 years of age
|
An extensive report with 14 questions. During the assessment, data and indicators are expected to be provided by the assessor
|
Respective ministry
|
The assessment report is easily understandable and thorough
|
Austria
|
Children and youth (under 18 years of age)
|
Either an extensive assessment with concrete indicators or a simplified questionnaire, depending on the relevance
|
Federal administration, the department that is proposing the initiative or legislation
|
The checklist can be a good way to assess the relevance of the draft policy for young people, and as such decide on further steps in the impact assessment
|
France
|
Young people 16-25 years of age
|
N/A
|
Respective ministry
|
The impact assessment clause is part of the legislative framework that could make it binding and highly visible. High level political support.
|
Germany
|
Young people 12-27 years of age
|
Standardised assessment tool and a two-stage assessment process considering areas of life and several impact dimensions
|
Competence Centre Youth-Check - a separate institution from the ministry
|
The two–fold assessment process gives a detailed picture of the impact on youth
|
Italy
|
Young people
|
Under development
|
Several stakeholders are involved in the impact assessment, such as scholars, youth representatives and policy-makers
|
Related to the NextGenerationEU funds and the National Recovery and Resilience Plans
|
New Zealand
|
Children and young people
|
Two-step screening based on an extensive questionnaire
|
Public authorities but it can be freely used by anyone - enhancing transparency and widespread adoption
|
Publicly available and to be carried out by anyone
|
·Road to the EU Youth Test
The European Youth Forum and its more than 100 member organisations urge the Commission to adopt an EU Youth Test and make the promises of the European Year of Youth a reality for all young Europeans. It is a chance to create a long-lasting legacy that will support the future generations in living a sustainable life. Together with other relevant stakeholders, such as EU institutions, representatives of youth-led organisations and Member States, the Youth Forum has started to map the possible scenarios for an EU Youth Test. Based on the previous discussions, we suggest that the European Commission take the following steps in the coming months of 2022:
·conduct research and analysis on existing youth impact assessment tools;
·finalise the proposal for an EU Youth test with the involvement of youth stakeholders;
·together with youth stakeholders, draft the procedure and guidelines, including the checklist and the analysis;
·expression of interest by DGs to include a youth perspective and future generations in policy-making processes;
·capacity-building of DGs to readily apply the EU Youth Test when drafting new proposals;
·monitor the implementation of the EU Youth Test on an ongoing basis.
The EU Youth Test can be a successful instrument if it is used widely by DGs and if policy-makers are able to have meaningful engagement with young people. While the EU Youth Test might seem to require additional resources from the EU institutions, it is in the utmost interest of all EU Member States that the policies do not impose threats and negative impacts on future generations.
Regional youth impact assessment:
Flanders
The Child and Youth Impact Report, or JoKER for short, assesses the effects of new proposed decrees on children and young people. Every time a minister submits a draft decree to the Flemish Parliament that directly affects the interests of persons under the age of 25, it must be accompanied by a JoKER. This consists of the impact of the proposal and alternatives, while also providing data to strengthen the assessment. JoKER mainly relies on the 2003 comments on "general measures of implementation" of the UN Convention on the Rights of the Child, including a child impact analysis. The competent minister and administration are responsible for drawing up a JoKER when submitting a decree, and involve the contact point for youth and children's rights policy. They can also ask for help from the Department of Culture, Youth and Media. The assessment follows a questionnaire that details the objectives, the alternative policy options, the analysis of impacts, and the outline of the consultation included, among other things.
EU Member States' youth impact assessment:
Austria
In 2013, Austria introduced an overarching impact assessment on proposed legislation. This impact assessment aims to provide clarity on the priorities, effects on the budget and effectiveness of the proposals. It is carried out during the drafting phase and considers several policy areas ("impact dimensions"), such as finance, environment, consumer protection, businesses, children and youth, and gender equality. If a piece of legislation does not affect the state budget, or does not have substantial financial relevance (below EUR 1 million), it is enough to carry out a simplified assessment first to see in which policy areas the legislation has relevance. This simplified assessment is a short survey, which is now also digitalised. The impact assessment consists of a problem analysis (why government action is necessary), formulation of objectives (what impact is to be achieved in society), formulation of measures (how the respective goals are being pursued) and assessment of the effects. In case a youth perspective is found to be relevant, the impact assessment is carried out by considering the following aspects:
·protection and promotion of the health, development and upbringing of children and young adults;
·care and support of children and eligible young adults, and compensation for child costs;
·security of the future of children and young adults in the medium term.
In case of the simplified impact assessment, no indicators are used and no assessment of the effects is carried out.
The underlying initiative will be evaluated after five years at the latest, which means that the respective departments carry out an internal evaluation, during which effects that actually occurred are compared with the assumptions made at the time of the assessment. In case of a simplified impact assessment, this step is not carried out either.
France
French Law requires all draft laws to include a preliminary evaluation of the economic, financial, social, and environmental consequences of the adoption of the law (with the exception of finance and budget laws, Organic Laws, laws modifying the Constitution, etc.). An internal note from the Prime Minister from 2016 stresses the need to systematically conduct youth impact assessments (but this is not binding). All impact evaluations are supposed to be available on the website of the SGG (Secrétariat général du gouvernement). In the Ministry of Education, the DJEPVA (Direction de la jeunesse, de l’éducation populaire et de la vie associative – in charge of developing, coordinating, and evaluating policies in favour of youth, community education, and the voluntary sector) is in theory consulted and involved in the development of impact assessments of draft regulations. The drafting ministry (which also drafts the impact assessment) can ask for the support of the DJEPVA in doing this. Upon receipt of these documents, the SGG can ask the advice of the DJEPVA if it considers the impact assessment insufficient. The SGG then convenes a scoping meeting bringing together the drafting ministry, the DJEPVA and all other services concerned by the cross-cutting impact. A notice of 48 hours is required which means that observations on the impact assessment are only circulated for a period of 48 hours. In practice, most of the time, this scoping meeting is the first time the DJEPVA sees the impact evaluation. The policy pursued in favour of young people aims in particular to support them in their efforts to gain access to employment and become independent. It also aims to guarantee all young people access to public services, essential for building their life project.
Germany
The Youth-Check in Germany was introduced in 2017. So far, the Competence Centre Youth-Check (ComYC) has examined over 500 pieces of legislation. The examination of legislation can be initiated by the Minister for Youth or by the ComYC itself through its monitoring process. The ComYC conducts a preliminary examination of all laws that are accessible to the ComYC (usually all laws where the Ministry of Youth is involved or is in charge). Where there is a relevant, non-obvious impact on young people, the Youth-Check is carried out and the results published. The assessment is carried out during the drafting phase (pre-parliamentary). The ComYC has the possibility to carry out an initial assessment and, if the legislation changes after the input of other stakeholders (i.e. cabinet, local reps), the ComYC still has the chance to give final input. The Ministry forwards the Youth-Check together with the legislation to the lead ministry which proposes it as a government bill to the Parliament. The ComYC also publishes the shorter version of the Youth-Check to support the discussion in the Parliament. The Youth-Check is based on a standardised assessment tool and a two-stage assessment process. As a first step, it is confirmed whether the legislation is relevant for young people and it is determined whether young people or specific groups of them between the ages of 12 and 27 are affected by the proposed legislation. If the legislation is relevant for young people, the next step is the main impact assessment. During the main impact assessment, the legislation is examined in terms of which individual areas of life are affected by the proposed legislation.
Source:https://www.jugend-check.de/wp-content/uploads/2021/08/the-youth-check-in-germany-regulatory-impact-assessment-for-the-young-generation.pdf
Various methodological approaches are chosen in order to obtain indications of the possible effects, and data from several sources is used as well. Secondary data is primarily used (statistics, available publications, etc.). However, in isolated cases, if there is no available data, ComYC conducts surveys and interviews with experts and youth representatives. In general, the youth-check consists of a description of the affected groups and the relevant passages of the bill as well as the resulting effects on young people. In addition, the affected areas of life are identified and, if necessary, "notes and remarks" are given. As already mentioned, a shorter version is produced and sent out to members of the Bundestag and another short version is drafted that uses a youth-friendly language that is published on the website under the corresponding section. However, these versions are not drafted in every case. The youth-friendly language makes it accessible for young people with different backgrounds and education. Finally, besides sending the Youth-Check to the respective decision-makers, all versions are published on the Youth-Check's website. Furthermore, there is the ComYC App, which provides information on the legislative process and the assessment procedure and which enables the Youth-Check to be tried out interactively.
Italy
In 2021, Italy established a Committee to monitor the impact of public policy on young people and future generations. The idea is mainly related to the NextGenerationEU (NGEU) funds and the National Recovery and Resilience Plans (PNRR in Italian). It consists of several stakeholders such as the youth ministry, the National Youth Council, the national agency, the national statistical office, the public health authorities and experts on impact assessments. The stakeholders collaborate in four groups covering different areas of work, namely:
·Group for a shared definition of measures for young people;
·Group for the assessment of generational impact and models practised in other EU countries also with reference to the Agenda 2030 SDGs;
·Group analysing good practices and reforms of youth policies at European level;
·Group to support the monitoring of the implementation of Pillar "F" of Regulation (EU) 2021/241.
As a result of this distribution of tasks, the Committee's ultimate aim is to provide data and information useful for more effective government action on the coordination and implementation of youth policies. The measures analysed initially are those with a direct impact on young people. The impact assessments are not public and are submitted to the Youth Minister every six months.
The stakeholders collaborate in groups covering four areas of work:
1.Group for a shared definition of measures for young people: the group is responsible for analysing all of the government's measures for young people in the budget law, in the PNRRs – which is the plan using NGEU funds – and in the National Investment Plan that complements the PNRR.
2.Group for the assessment of generational impact and models practised in other EU countries also with reference to the Agenda 2030 SDGs: the group deals with establishing the national (and local) taxonomy of indicators for the assessment of generational impact, with a view to ensuring intergenerational equity.
3.Group analysing good practices and reforms of youth policies at European level: the group will set indicators to determine good practices at European level and their transferability.
4.Group to support the monitoring of the implementation of Pillar "F" of Regulation (EU) 2021/241: in order to assess the ongoing consistency of the "youth priority" – a priority identified as cross-cutting in the PNRR – with the specific objective of Pillar "F" of Regulation (EU) 2021/241. Quantitative and qualitative indicators will be established in conjunction with the PNRR "Control Room" of the Presidency of the Council of Ministers and the Ministry of the Economy.
Third country impact assessment
New Zealand
Following the 2011 UN Committee on the Rights of the Child recommendation, New Zealand established the Child Impact Assessment (CIA), which is a tool for public officials to assess whether policy proposals will improve the wellbeing of children and young people. It is also based on the UN Convention on the Rights of the Child. The tool is used to support the debate and decision-making surrounding a proposal and can be freely used by the conducting entity. With this tool, the first step is to check whether the proposal has any youth relevance through the screening sheet. When completing the screening sheet, note should be made of:
·positive impacts on children and young people by the proposal;
·mitigations for any negative effects or unintended consequences.
If there is a direct impact on young people, the full impact assessment is conducted. There is more scope in the full Child Impact Assessment (than in the screening sheet) to unpack the broader context of any proposal, for example, how it may impact on issues such as school engagement, socio-economic factors (such as child poverty), youth wellbeing/development or disability. During the assessment, consultation is encouraged with all relevant stakeholders, such as experts, youth representatives, policy-makers, etc.
Further examples to be discovered:
·
Netherlands
·
Sweden
·
Finland
·
Scotland
·
Canada
Global report:
https://www.oecd.org/gov/fit-for-generations-global-youth-report-highlights.pdf
Provisional structure of the checklist to assess the relevance of the proposal for young people
|
Questions
|
On a 1-3 scale
|
|
|
Score
|
Which level does the proposal impact...
|
|
Direct impact
|
3
|
Basic Human Needs
|
approximately 5 questions related to the basic needs of young people , such as clean and safe energy, affordable housing or access to information.
|
each question to be scored by the assessor
|
|
Indirect impact
|
2
|
Creation of wellbeing
|
approximately 5 questions related to wellbeing aspects, such as health care, material footprint or transition to adulthood
|
each question to be scored by the assessor
|
|
No impact
|
1
|
Opportunity
|
approximately 5 questions related to opportunities for young people, such as participation, freedom of expression or access to infrastructure
|
each question to be scored by the assessor
|
|
|
|
Average
|
|
if the average is over 1.5 the proposal is youth relevant
|
__________________