NAT/796
Instandhoudings- en handhavingsmaatregelen – NAFO
ADVIES
Afdeling Landbouw, Plattelandsontwikkeling en Milieu
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2019/833 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van instandhoudings- en handhavingsmaatregelen die van toepassing zijn in het gereglementeerde gebied van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan
COM(2020) 215 final – 2020/95(COD)
Rapporteur: Gabriel SARRÓ IPARRAGUIRRE
|
Afdelingsrapporteur
|
Gabriel SARRÓ IPARRAGUIRRE (ES-III)
|
|
|
|
|
Deskundige
|
Javier GARAT PÉREZ
|
|
Raadpleging
|
Europees Parlement, 17/06/2020
Raad, 08/06/2020
|
|
Rechtsgrondslag
|
Artikel 43, lid 2, en artikel 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
|
|
|
|
|
Besluit van de voltallige vergadering
|
16-17/09/2020
|
|
|
|
|
Bevoegde afdeling
|
Landbouw, Plattelandsontwikkeling en Milieu
|
|
Goedkeuring door de afdeling
|
08/07/2020
|
|
Goedkeuring door de voltallige vergadering
|
JJ/MM/AAAA
|
|
Zitting nr.
|
...
|
|
Stemuitslag
(voor/tegen/onthoudingen)
|
.../.../...
|
1.Conclusies en aanbevelingen
1.1Het EESC herhaalt zijn standpunt in verband met dit voorstel voor een verordening, zoals verwoord in zijn advies 2018/05155, waarvan de conclusies en aanbevelingen hieronder uiteengezet worden.
1.2Het EESC acht het noodzakelijk om de instandhoudings- en controlemaatregelen die zijn vastgesteld door de Visserijorganisatie voor het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan (NAFO), om te zetten in het recht van de Unie om tot een gelijke en efficiënte toepassing van die maatregelen binnen de EU te komen.
1.3Niettemin is het Comité van mening dat dit voorstel geen flexibel mechanisme bevat voor de omzetting van de door de NAFO vastgestelde normen en dat het de noodzaak om die normen jaarlijks bij te werken, niet wegneemt.
1.4Het Comité is voorstander van een flexibeler en eenvoudiger mechanisme en stelt dus een verordening voor die bestaat uit één enkel artikel waarin is bepaald dat de Europese Unie de door de NAFO vastgestelde normen op de EU-vloot moet toepassen.
1.5Het EESC benadrukt het risico dat gepaard gaat met de invoering van het systeem van gedelegeerde handelingen waarmee aan de Commissie de bevoegdheid wordt toegekend om regelgeving op te stellen buiten de gewone procedures om.
2.Inhoud van het Commissievoorstel
2.1De belangrijkste doelstelling van dit voorstel bestaat erin de instandhoudings- en handhavingsmaatregelen die werden goedgekeurd tijdens de in september 2019 gehouden 41e jaarvergadering van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (NAFO), in het recht van de Unie op te nemen.
2.2Zo worden er technische wijzigingen voorgesteld in verband met de terminologie inzake vangst- en inspanningsbeperkingen, de sluiting van de visserij, de aan boord gehouden vangst, de maaswijdten, de visserijlogboeken en de productielogboeken, alsook in verband met het opnemen van aanvullende inspectieverplichtingen en het vereenvoudigen van de maandelijkse vangstaangiften.
2.3Er wordt ook voorgesteld om specifieke redactionele wijzigingen aan te brengen in enkele bepalingen inzake Groenlandse heilbot/zwarte heilbot, het productielogboek en de inbreukprocedures, met verwijzingen naar de website van de organisatie inzake de controle en surveillance van vissersvaartuigen.
2.4Andere voorgestelde maatregelen hebben te maken met de verduidelijking van het gebruik van meetinstrumenten en de instandhouding en het beheer van het haaienbestand, waarbij wordt voorgesteld om de gerichte visserij op Groenlandse haai te verbieden en de bijvangst van deze soort te beperken. Ook worden bepalingen in verband met de charterovereenkomsten verduidelijkt.
2.5Het voorstel draagt aan de Commissie bevoegdheden over tot wijziging van de instandhoudings- en handhavingsbepalingen inzake technische zaken, zoals maaswijdten, sorteerroosters en kettingen voor het bevestigen van de klossenpees (“toggle chains”) in de visserij op Noordse garnaal, en gebiedsbeperkingen voor de bodemvisserijactiviteiten. Dit alles om de mogelijke wijzigingen in verband met deze instandhoudings- en controlemaatregelen die in de toekomst in het kader van de NAFO worden aangenomen op een flexibele en eenvoudige manier in het EU-recht op te nemen.
2.6Het voorstel wijzigt Verordening 2019/833 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019.
3.Algemene opmerkingen
3.1Het EESC acht het noodzakelijk om de tijdens de recentste jaarvergadering van de NAFO goedgekeurde instandhoudings- en controlemaatregelen om te zetten in het recht van de Unie om te waarborgen dat die binnen de EU op homogene wijze worden toegepast.
3.2Het Comité is echter van mening dat deze omzettingsprocedure nog steeds geen deel uitmaakt van een flexibel mechanisme, terwijl deze maatregelen elk jaar worden gewijzigd en de administratieve procedures van de EU veel tijd in beslag nemen, wat zorgt voor een voortdurende discrepantie tussen de door de NAFO vastgestelde normen en de EU-wetgeving.
3.3Het EESC wijst erop dat dit voorstel voor een verordening juist moet worden geanalyseerd omdat er geen eenvoudigere procedure is goedgekeurd, zoals de procedure die het in 2019 heeft voorgesteld en die werd gesteund door de overheidsdiensten van de lidstaten en de betrokken sectoren. Het zou gaan om een eenvoudige verordening die bestaat uit één enkel artikel waarin is bepaald dat de Europese Unie de jaarlijks door de NAFO vastgestelde normen op de EU-vloot moet toepassen.
3.4Het Comité waarschuwt ervoor dat de huidige procedure rechtsonzekerheid met zich meebrengt, niet alleen voor de ondernemingen maar ook voor de overheidsdiensten zelf, omdat daardoor tegenstrijdige regelgeving ontstaat; bovendien leidt de huidige procedure tot verstoringen in de tenuitvoerlegging van de maatregelen ten aanzien van niet uit de EU afkomstige vloten.
3.5Het enige dat door de invoering van het systeem van gedelegeerde handelingen wordt gefaciliteerd, is de mogelijkheid voor de Commissie om normen vast te stellen buiten de gewone procedures om.
Brussel, 8 juli 2020.
Maurizio REALE
Voorzitter van de afdeling Landbouw, Plattelandsontwikkeling en Milieu