VERZOEK OM INPUT

VOOR EEN INITIATIEF (zonder effectbeoordeling)

Dit document dient om het publiek en belanghebbenden te informeren over de werkzaamheden van de Commissie, zodat zij feedback kunnen geven en effectief kunnen deelnemen aan raadplegingen.

Wij verzoeken deze groepen hun standpunt te geven over de analyse van het probleem door de Commissie en over mogelijke oplossingen. Bovendien worden zij uitgenodigd relevante informatie door te geven waarover zij beschikken.

 Geef uw feedback liefst in een zo vroeg mogelijke fase van het voorbereidende proces, zodat wij er optimaal gebruik van kunnen maken.

Titel van het initiatief

Europese strategie voor onderzoeks- en technologie-infrastructuren

Leidend DG – verantwoordelijke eenheid

RTD.A.4, RTD.E.1

Verwacht soort initiatief

Mededeling van de Commissie

Indicatieve planning

Tweede/derde kwartaal van 2025

Aanvullende informatie

Onderzoeksinfrastructuren, Technologie-infrastructuren 

Dit document dient slechts ter informatie. Het loopt niet vooruit op de eindbeslissing van de Commissie over de vraag of dit initiatief zal worden voortgezet en welke invulling dat uiteindelijk zal krijgen. Alle elementen van het initiatief dat in dit document is beschreven, waaronder de planning, kunnen veranderen.

A. Politieke context, probleemomschrijving en subsidiariteitscontrole

Politieke context

Onderzoeksinfrastructuren bieden onderzoekers en innovatoren faciliteiten, diensten en middelen om baanbrekend onderzoek uit te voeren, innovatieve technologie te ontwikkelen en innovatie te bevorderen. Technologie-infrastructuren bieden de faciliteiten, capaciteiten en middelen die nodig zijn om technologie te ontwikkelen, te testen, op te schalen en te valideren, waardoor innovaties sneller ingang vinden in de samenleving/de markt. Het Europese ecosysteem van onderzoeks- en technologie-infrastructuren is van wereldklasse en vormt als belangrijk strategisch goed de basis voor wetenschappelijke en technologische excellentie en industrieel concurrentievermogen.

Het belang van deze infrastructuren is herhaaldelijk benadrukt in strategische documenten zoals het rapport-Draghi (“voor de ontwikkeling van wereldwijd toonaangevende technologische en onderzoeksinfrastructuren is meer financiering en een betere coördinatie nodig”), het rapport-Letta (“versteviging van onze onderzoeksinfrastructuren vormt een belangrijke pijler van de vijfde vrijheid”) en het rapport-Heitor (“de onderzoeks- en technologie-infrastructuren moeten overal in Europa prioriteit krijgen om het Europese O&O&I-ecosysteem te bevorderen en onderzoekers aan te trekken en te behouden”).

Om deze sterke positie te behouden, moet Europa echter het hoofd bieden aan de uitdagingen die de steeds concurrerendere internationale omgeving met zich meebrengt, en snel gebruikmaken van de door de technologische vooruitgang geboden kansen. Nu Europa al zijn troeven op het gebied van O&I doeltreffend moet inzetten ten dienste van haar autonomie en concurrentievermogen, moet het ecosysteem van onderzoeks- en technologie-infrastructuren tegen de situatie opgewassen zijn.

In de politieke beleidslijnen van voorzitter Von der Leyen wordt benadrukt dat wij, om de leidersrol te nemen op het gebied van innovatie, de infrastructuur en de innovatieve laboratoria moeten leveren die onderzoekers nodig hebben om ideeën te testen en te ontwikkelen. In het kader van haar mandaat is commissaris Zaharieva verzocht prioriteit te geven aan de grondslagen van de bevordering van kennis en innovatie, door middel van een langetermijnstrategie met als doel een pan-Europees ecosysteem van infrastructuren tot stand te brengen.

Probleem dat met het initiatief wordt aangepakt

De Europese Onderzoeksruimte (EOR) heeft voordeel bij een rijk landschap van pan-Europese onderzoeksinfrastructuren, die door het Europees Strategieforum voor onderzoeksinfrastructuren (Esfri) als prioritair zijn ingedeeld. Ondanks deze sinds het begin van de jaren 2000 geleverde prioriterings- en coördinatie-inspanningen blijft de duurzaamheid van deze infrastructuren echter een uitdaging vormen, en hetzelfde geldt voor het behoud van de leidende positie van de EU ten opzichte van onze concurrenten.

Pas sinds betrekkelijk korte tijd wordt er ook aandacht besteed aan technologie-infrastructuren op EU-niveau. Dit gebeurde in de vorm van een document van de Commissie van 2019, een deskundigengroepverslag van 2024-2025 en een studie die het beleidslandschap op EU- en nationaal niveau in kaart brengt. Uit deze verslagen blijkt dat er behoefte is aan een governancemechanisme om investeringen op strategische aandachtsgebieden op EU-niveau te prioriteren en te coördineren, en om ondersteuning en richtsnoeren te bieden voor de toegang.

Budgettaire beperkingen vormen een steeds grotere belemmering voor de totstandbrenging, exploitatie en modernisering van infrastructuren voor onderzoek en innovatie en beperken de toegang tot de faciliteiten en diensten waarin die infrastructuren voorzien. Het functioneren van het huidige landschap wordt gefinancierd door een lappendeken van voornamelijk nationale en regionale financieringsinstrumenten die niet volledig op elkaar of op bredere EU-doelstellingen zijn afgestemd, wat leidt tot gemiste kansen voor het benutten van synergieën.

De samenwerking tussen de infrastructuren blijft beperkt, zowel binnen als tussen de lidstaten, wat tot inefficiënties en beperkte toegankelijkheid van die infrastructuren leidt. Er zijn met name aanzienlijke verschillen in de beschikbaarheid en kwaliteit van technologie-infrastructuren tussen de verschillende regio’s. Dit belemmert het vermogen van de EU om haar potentieel op het gebied van onderzoek en innovatie ten volle te benutten en doet afbreuk aan haar concurrentievoordeel en economische veiligheid. Ook tussen de verschillende terreinen en sectoren is slechts in beperkte mate sprake van samenwerking.

Digitalisering en geavanceerde technologieën zoals AI stimuleren de ontwikkeling van het landschap van onderzoeks- en technologie-infrastructuren door baanbrekende wetenschappelijke ontdekkingen te ontsluiten en innovatie te bevorderen. Om het potentieel van AI voor het infrastructuurecosysteem te maximaliseren, is een strategische aanpak nodig. Bovendien is er behoefte aan een beter geïntegreerde en meer op de lange termijn gerichte planning en uitvoering van gezamenlijke technologische ontwikkelingen op het gebied van infrastructuren, waarbij rekening wordt gehouden met de veerkracht daarvan in reactie op crisissituaties.

Door de geopolitieke situatie ziet het ecosysteem zich in nog sterkere mate voor grote uitdagingen gesteld op het gebied van energieduurzaamheid, onderzoeksveiligheid en autonomie in de toeleveringsketen van kritieke materialen. Voor de doeltreffende aanpak van deze uitdagingen is strategische sturing op Europees niveau vereist. Tegelijkertijd is het noodzakelijk onderzoeksinfrastructuren te blijven bevorderen als draaischijven voor internationale samenwerking met het oog op een doeltreffende aanpak van mondiale uitdagingen.

Tot slot is het, in afstemming met de aanstaande strategie voor start-ups en scale-ups, van cruciaal belang om door middel van een Europese aanpak de banden tussen onderzoeks- en technologie-infrastructuren en de industrie, zowel op civiel als op defensiegebied, aan te halen teneinde de ruggengraat van het innovatiegedreven concurrentievermogen en de economische veiligheid van Europa te versterken.

Grondslag van het EU-optreden (rechtsgrondslag en subsidiariteitscontrole)

Rechtsgrondslag

Het initiatief valt onder een beleidsterrein — onderzoek en technologische ontwikkeling — waar de EU en haar lidstaten gedeelde bevoegdheden hebben (m.a.w., er is sprake van “gedeelde bevoegdheid”). Het initiatief zal er met name toe bijdragen dat de wetenschappelijke en technologische basis van Europa wordt versterkt en daarbij volledige uitvoering wordt gegeven aan een Europese onderzoeksruimte waarin onderzoekers, wetenschappelijke kennis en technologie vrij circuleren. Het initiatief heeft ook tot doel het concurrentievermogen van de EU te versterken, ook wat de industrie betreft, en tegelijkertijd alle onderzoeksactiviteiten te bevorderen die op grond van andere hoofdstukken van de Verdragen noodzakelijk worden geacht, in overeenstemming met artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Praktische noodzaak van EU-optreden

De praktische behoefte aan actie op EU-niveau wordt ingegeven door het transnationale karakter van de uitdagingen waarmee onderzoeks- en technologie-infrastructuren worden geconfronteerd. Het wordt steeds moeilijker om deze infrastructuren op te zetten en te exploiteren, en de uitdagingen kunnen niet adequaat worden aangepakt als de verschillende landen afzonderlijk optreden.

In plaats daarvan is een gecoördineerde aanpak van essentieel belang voor het bundelen van middelen en het prioriteren van investeringen, het terugdringen van redundantie en het opstellen van gemeenschappelijke normen en richtsnoeren die grensoverschrijdende samenwerking en integratie vergemakkelijken.

Het optreden van de EU is van vitaal belang voor het scheppen van een ondersteunend klimaat voor onderzoek en innovatie, waarin de beste Europese onderzoekers, innovatoren en industriële actoren, met name innovatieve start-ups en scale-ups, toegang hebben tot geavanceerde faciliteiten en diensten ter ondersteuning van wetenschappelijke en technologische excellentie, industrieel concurrentievermogen en economische veiligheid.

Door de toegang te vergemakkelijken en samenwerking te bevorderen, kan de EU wetenschappelijke ontdekkingen en de ontwikkeling van nieuwe technologieën versnellen en zo haar mondiale positie versterken.

B. Wat is het beoogde resultaat van het initiatief en hoe wordt dit bereikt?

Het doel van de strategie is ervoor te zorgen dat onderzoekers, innovatoren en de industrie in Europa toegang hebben tot een breed scala aan faciliteiten van wereldklasse en diensten op maat ter ondersteuning van wetenschappelijke en technologische excellentie en industrieel concurrentievermogen. Dit vereist een versterking van het Europese ecosysteem van onderzoeksinfrastructuren en technologie-infrastructuren.

De aanpak die wordt overwogen, berust op twee pijlers, die betrekking hebben op kwesties die specifiek zijn voor respectievelijk onderzoeksinfrastructuren en technologie-infrastructuren. Tegelijkertijd zal worden gezorgd voor een coherente aanpak bij de ontwikkeling van een doeltreffend Europees ecosysteem van onderzoeks- en technologie-infrastructuren door middel van maatregelen die beide soorten infrastructuren tegelijk betreffen.

De voorgestelde maatregelen zouden betrekking hebben op kwesties als:

-het in kaart brengen van behoeften en lacunes, het afstemmen van de behoeften van gebruikers en de beschikbaarheid van faciliteiten en diensten;

-geïntegreerde en duurzame regelingen voor de toegang tot onderzoeks- en technologie-infrastructuren, die de zichtbaarheid van de beschikbare diensten vergroten;

-door AI mogelijk gemaakte digitalisering van infrastructuren, alsook kaders voor gezamenlijke technologische ontwikkelingen op het gebied van infrastructuren waarbij verschillende soorten infrastructuren betrokken zijn;

-het mobiliseren, bundelen en prioriteren van investeringen en het benutten van synergieën en gezamenlijke investeringen tussen institutionele, regionale, nationale, Europese en mondiale financieringsstromen;

-het verkennen van nieuwe financieringsmodellen, het bevorderen van samenwerking en het verminderen van kosten en investeringsrisico’s;

-het bevorderen van infrastructuren als middel om talent aan te trekken en tot bloei te laten komen, binnen de infrastructuren en daarbuiten, en als draaischijven voor internationale samenwerking en deeptech-innovatie.

Waarschijnlijke effecten

De strategie zal naar verwachting leiden tot een grotere capaciteit in Europa voor wetenschappelijke ontdekkingen en technologische ontwikkeling, innovatie en de totstandbrenging van markten.

Meer in het bijzonder moet zij leiden tot:

-verbetering van de capaciteiten op het gebied van onderzoeks- en technologie-infrastructuren in Europa;

-betere afstemming van de behoeften van de gebruikers op de beschikbaarheid van en de toegang tot faciliteiten en diensten;

-betere mobilisatie, bundeling en prioritering van investeringen op alle niveaus; en

-meer samenwerking, continuïteit en complementariteit tussen infrastructuren ter ondersteuning van onderzoek en innovatie.

Door middel van de prioritering van investeringen en de bevordering van synergieën tussen financieringsbronnen zou de strategie de duurzaamheid van het ecosysteem van onderzoeksinfrastructuren en technologie-infrastructuren moeten versterken. Een levendig ecosysteem versterkt op zijn beurt het concurrentievermogen van Europa.

De ondersteuning van de digitalisering van infrastructuren en de invoering van een beter geïntegreerde en meer op de lange termijn gerichte planning en uitvoering van gezamenlijke technologische ontwikkelingen op het gebied van onderzoeksinfrastructuren zouden de functionele capaciteit van de infrastructuren en hun weerbaarheid tegen verstoringen van kritieke toeleveringsketens moeten helpen waarborgen.

Door de bevordering van onderzoeksinfrastructuren als draaischijven voor internationale samenwerking zou Europa een grotere rol moeten kunnen spelen in mondiale wetenschappelijke netwerken en beter in staat moeten zijn om mondiale uitdagingen doeltreffend aan te pakken en de nodige maatregelen te coördineren ter waarborging van de onderzoeksveiligheid en crisisbestendigheid.

Een verbeterd governancekader zal het bundelen van financiering en deskundigheid voor gezamenlijk overeengekomen prioriteiten vergemakkelijken. Het zal ook de samenwerking tussen de EU, de lidstaten en belanghebbenden versterken met het oog op gemeenschappelijke doelstellingen, de doeltreffendheid en het effect van overheidsfinanciering vergroten en helpen om hooggekwalificeerd personeel op het gebied van onderzoek en innovatie aan te trekken en te behouden.

Toekomstige monitoring

De Commissie zal het Europees Parlement en de Raad regelmatig op de hoogte houden van de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de strategie. De maatregelen in het kader van de strategie die betrekking hebben op de uitvoering van de beleidsagenda voor de Europese Onderzoeksruimte zullen worden opgevolgd als onderdeel van het EOR-monitoringkader (zoals vastgelegd in het Pact voor onderzoek en innovatie in Europa) en als onderdeel van de uitvoering van de EOR-beleidsagenda zelf. Bij de monitoring van de voortgang bij de uitvoering van de strategie zal ook worden voortgebouwd op de regelmatige monitoring door het Europees Strategieforum voor onderzoeksinfrastructuren en op het voor technologie-infrastructuren ingestelde governancekader.

C. Betere regelgeving

Effectbeoordeling

In de mededeling zullen een algemeen beleidskader en strategische actielijnen uiteengezet worden. Als zodanig vereist zij geen effectbeoordeling. Sommige van de in de mededeling aangekondigde beleidsopties voor maatregelen zullen in voorkomend geval vergezeld gaan van effectbeoordelingen.

Raadplegingsstrategie

Het doel van de raadpleging is meer informatie te verzamelen over de werking en duurzaamheid van het Europese landschap van onderzoeks- en technologie-infrastructuren. Dit omvat de problemen en uitdagingen die zich voordoen bij de versterking van het ecosysteem van deze infrastructuren, alsook mogelijke oplossingen daarvoor.

De raadplegingen zullen een aanvulling vormen op het omvangrijke geheel aan gegevens en bewijsmateriaal dat reeds is verzameld in het kader van het Europees Strategieforum voor onderzoeksinfrastructuren (Esfri), de consortia voor Europese onderzoeksinfrastructuur (ERIC’s), en de deskundigengroep inzake technologie-infrastructuren, en waaraan ook in het kader van activiteiten in verband met de EOR-beleidsagenda is bijgedragen, zowel door lidstaten, geassocieerde landen en de infrastructuren zelf of door andere belanghebbenden.

Meer in het bijzonder wordt belanghebbenden verzocht zich over de volgende vragen te buigen:

1.Bent u het eens met de vastgestelde belangrijkste problemen en behoeften?

2.Zijn er nog andere uitdagingen voor onderzoeksinfrastructuren en technologie-infrastructuren die in het kader van een Europese strategie zouden moeten worden aangepakt, met name met betrekking tot de belangrijkste concurrenten van Europa?

3.Worden deze kwesties met de voorgestelde reeks maatregelen adequaat aangepakt? Zouden er andere maatregelen op EU-niveau nodig zijn?