TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING

Het Europees Parlement en de Raad hebben in april 2017 Verordening (EU) 2017/745 betreffende medische hulpmiddelen 1 vastgesteld met als doel een nieuw robuust, transparant, voorspelbaar en duurzaam regelgevingskader voor medische hulpmiddelen in te voeren, waarmee voor een hoog niveau van veiligheid, gezondheid en innovatie wordt gezorgd.

Een van de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de vorige richtlijnen 2 is de invoering van het in artikel 27 van de verordening betreffende medische hulpmiddelen bedoelde systeem voor unieke hulpmiddelidentificatie (Unique Device Identification, UDI), wat tot doel heeft een passend niveau van traceerbaarheid van medische hulpmiddelen te waarborgen. Voordat fabrikanten hulpmiddelen in de handel brengen, wijzen zij primaire UDI-identificatiecodes van hulpmiddelen (“Basic UDI-DI’s”), UDI-identificatiecodes van hulpmiddelen (“UDI-DI’s”) en UDI-identificatiecodes van de productie (“UDI-PI’s”) toe aan alle hulpmiddelen behalve hulpmiddelen naar maat (in overeenstemming met de regels van de aangewezen toekennende EU-entiteiten 3 ). Om de traceerbaarheid en registratie van UDI’s verder te versterken en te verbeteren, registreren fabrikanten Basic UDI-DI’s en UDI-DI’s in de Europese databank voor medische hulpmiddelen (Eudamed) 4 .

Een UDI-DI is in deel C van bijlage VI bij de verordening betreffende medische hulpmiddelen gedefinieerd als een identificatiecode die specifiek is voor een fabrikant en een hulpmiddel. Uit de ervaring die in de EU en in andere rechtsgebieden wereldwijd is opgedaan met het opzetten en uitvoeren van het UDI-systeem, blijkt dat bepaalde hulpmiddelen in hoge mate op het individu zijn afgestemd (“sterk geïndividualiseerde hulpmiddelen”), wat leidt tot een onevenredige mate van granulariteit en een onevenredig groot aantal UDI-DI’s die in de UDI-databanken, bijvoorbeeld Eudamed in de EU, zouden moeten worden geregistreerd. In vergelijking met andere medische hulpmiddelen leidt het hoge aantal mogelijke combinaties van (klinische en niet-klinische) ontwerpparameters tot een extreem hoge mate van granulariteit die voor regelgevingsdoeleinden niet echt nodig is.

Huidige voorbeelden van sterk geïndividualiseerde hulpmiddelen zijn contactlenzen, brilmonturen, brillenglazen en kant-en-klare leesbrillen 5 .

Om dit uitvoeringsprobleem op te lossen en een passende registratie van UDI-DI-gegevens in Eudamed mogelijk te maken, heeft de Commissie in nauwe samenwerking met regelgevende instanties en relevante belanghebbenden, waaronder de bedrijfstak, productdeskundigen en de toekennende entiteiten van de EU, de “Master UDI-DI” ontwikkeld. Een Master UDI-DI is bedoeld om een groep sterk geïndividualiseerde hulpmiddelen te identificeren (d.w.z. contactlenzen, brilmonturen, brillenglazen en kant-en-klare leesbrillen) waarvan de gedefinieerde (klinisch en niet-klinisch) relevante ontwerpparameters specifieke overeenkomsten vertonen.

Het concept van een UDI-DI waarin verschillende hulpmiddelen worden gegroepeerd, komt reeds in de verordening betreffende medische hulpmiddelen voor met betrekking tot systemen en behandelingspakketten, configureerbare hulpmiddelen en hulpmiddelensoftware 6 . Het concept van de Master-UDI-DI is voor contactlenzen bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2197 van de Commissie 7 in de verordening betreffende medische hulpmiddelen ingevoerd door aan deel C, afdeling 6, van bijlage VI bij die verordening een nieuw punt 6.6 (Sterk geïndividualiseerde hulpmiddelen) en een onderliggend punt 6.6.1 (Contactlenzen) toe te voegen.

Zoals in de toelichting bij het voorstel van de Commissie voor die handeling voor contactlenzen is aangekondigd, kan het Master UDI-DI-concept tot andere sterk geïndividualiseerde hulpmiddelen worden uitgebreid: en dat is nu het geval voor brilmonturen, brillenglazen en kant-en-klare leesbrillen. Indien nodig zal de Commissie nieuwe gedelegeerde handelingen voorstellen om het Master UDI-DI-concept tot nog meer hulpmiddelen uit te breiden.

Daarom stelt de Commissie, door middel van een overeenkomstig artikel 27, lid 10, punt b), van de verordening betreffende medische hulpmiddelen vast te stellen gedelegeerde handeling, een nieuwe wijziging voor van deel C, afdeling 6, van bijlage VI bij de verordening betreffende medische hulpmiddelen, waarbij een punt 6.6.2 wordt toegevoegd over “brilmonturen, brillenglazen en kant-en-klare leesbrillen”, teneinde binnen het Master UDI-DI-concept de criteria voor de toekenning van een UDI-DI aan dit soort hulpmiddelen aan te passen.

2.RAADPLEGING VOORAFGAAND AAN DE AANNEMING VAN DE HANDELING

De toepassing van het UDI-systeem door het bedrijfsleven in de EU is in 2012 op vrijwillige basis begonnen, in het kader van de samenwerking met andere internationale regelgevende instanties op het niveau van het International Medical Device Regulators Forum (IMDRF) 8 . De UDI-werkgroep (WG) van het IMDRF werd voorgezeten door de EU. Na de vaststelling van de verordening betreffende medische hulpmiddelen werd in 2019 de UDI-deskundigengroep van de Commissie opgericht, een subgroep van de Coördinatiegroep voor medische hulpmiddelen (MDCG) 9 , hoewel haar voorganger uit hoofde van de richtlijnen ook vóór die datum actief was.

Om het uitvoeringsprobleem met betrekking tot de toewijzing van UDI-DI’s aan brilmonturen, brillenglazen en kant-en-klare leesbrillen te bespreken heeft, na de reeds uitgevoerde werkzaamheden betreffende contactlenzen, een aantal vergaderingen met relevante belanghebbenden plaatsgevonden (2022-2024), onder meer met relevante brancheverenigingen voor optiekproducten, waaronder contactlenzen, brilmonturen, brillenglazen en kant-en-klare leesbrillen.

In de UDI-subgroep van de MDCG (werkgroep 9), die uit vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en van organisaties van marktdeelnemers, patiënten en gebruikers van medische hulpmiddelen bestaat, hebben sinds 2020 een reeks workshops, andere raadplegingen en communicatie- en uitwisselingsactiviteiten over het Master UDI-DI-concept met regelgevers en belanghebbenden plaatsgevonden. Standpunten, meningen en voorstellen van belanghebbenden zijn door regelgevers en de Commissie geanalyseerd en in 2021 stemde de UDI-subgroep van de MDCG ermee in om over te gaan tot de uitvoering van het Master UDI-DI-concept voor verschillende typen hulpmiddelen, te beginnen met contactlenzen. Nadat op het niveau van de UDI-subgroep van de MDCG overeenstemming was bereikt, heeft de Commissie bij de toekennende entiteiten van de EU een verzoek ingediend om de werkzaamheden voor de uitvoering van de voorgestelde oplossing in gang te zetten. In november 2023 is tijdens de vergadering van de UDI-subgroep van de MDCG besloten het Master UDI-DI-concept ook uit te breiden tot brilmonturen, brillenglazen en kant-en-klare leesbrillen.

Net als bij de voorbereiding van de gedelegeerde handeling betreffende contactlenzen zal deze gedelegeerde verordening betreffende brilmonturen, brillenglazen en kant-en-klare leesbrillen gedurende vier weken beschikbaar zijn voor feedback op het platform “Geef uw mening” ( https://ec.europa.eu/info/law/better-regulation/have-your-say/initiatives/14414-Medische-hulpmiddelen-brilmonturen-lenzen-en-kant-en-klare-leesbrillen-unieke-identificatiecodes-_nl ).

3.JURIDISCHE ELEMENTEN VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING

De verordening is een gedelegeerde handeling uit hoofde van artikel 27, lid 10, punt b), van de verordening betreffende medische hulpmiddelen, waarbij de Commissie de bevoegdheid krijgt om bijlage VI bij die verordening te wijzigen naar aanleiding van internationale ontwikkelingen en technische vooruitgang op het gebied van unieke hulpmiddelidentificatie. Om het uitvoeringsprobleem betreffende de registratie van UDI-DI-gegevenselementen in Eudamed voor brilmonturen op te lossen, is de Commissie bevoegd om een specifieke regel betreffende UDI-DI-toewijzing voor dergelijke hulpmiddelen vast te stellen. Deze oplossing zal voor brilmonturen, brillenglazen en kant-en-klare leesbrillen een doeltreffendere uitvoering van het UDI-systeem op het niveau van de Unie mogelijk maken, zoals voor contactlenzen reeds het geval is.

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE

van 12.6.2025

tot wijziging van Verordening (EU) 2017/745 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toekenning van unieke codes voor hulpmiddelidentificatie (UDI’s) voor brilmonturen, brillenglazen en kant-en-klare leesbrillen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2017/745 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2017 betreffende medische hulpmiddelen, tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG, Verordening (EG) nr. 178/2002 en Verordening (EG) nr. 1223/2009, en tot intrekking van Richtlijnen 90/385/EEG en 93/42/EEG van de Raad 10 , en met name artikel 27, lid 10, punt b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Verordening (EU) 2017/745 voorziet in een systeem voor unieke hulpmiddelidentificatie (UDI) met het oog op de identificatie en traceerbaarheid van hulpmiddelen. Alvorens een hulpmiddel, met uitzondering van hulpmiddelen naar maat, in de handel te brengen, moet de fabrikant aan het hulpmiddel en aan alle hogere verpakkingsniveaus van het hulpmiddel een UDI toekennen. De UDI bestaat uit een identificatiecode van het hulpmiddel (UDI-DI) en een identificatiecode van de productie (UDI-PI). De UDI-DI behoort tot de essentiële gegevens die een fabrikant aan de UDI-databank in de Europese databank voor medische hulpmiddelen (Eudamed) moet verstrekken.

(2)Er wordt een UDI-DI toegekend aan een specifiek model van een hulpmiddel en aan een specifieke fabrikant. Brilmonturen, brillenglazen en kant-en-klare leesbrillen, ook standaard leesbrillen genoemd, zijn in veel varianten beschikbaar vanwege het grote aantal (klinische en niet-klinische) ontwerpparameters en modellen die voor deze hulpmiddelen kenmerkend zijn. Bijgevolg wordt aan elk van deze varianten een UDI-DI toegekend. Deze individualisering op UDI-DI-niveau leidt tot een wildgroei aan UDI-DI’s voor soortgelijke brilmonturen, brillenglazen en kant-en-klare leesbrillen en een onevenredig aantal UDI-DI-gegevens in Eudamed in verhouding tot het veiligheidsrisico bij deze producten.

(3)Ontwikkelingen op internationaal niveau en besprekingen met toekennende entiteiten, de bedrijfstak en andere relevante belanghebbenden en met de voor medische hulpmiddelen bevoegde autoriteiten van de Unie, alsmede de technische vooruitgang, wijzen erop dat bepaalde sterk geïndividualiseerde hulpmiddelen, zoals brilmonturen, brillenglazen en kant-en-klare leesbrillen, met dezelfde combinaties van (klinische en niet-klinische) ontwerpparameters, geschikter onder dezelfde UDI-DI (“Master UDI-DI”) kunnen worden gegroepeerd. Om te voorkomen dat aan zeer vergelijkbare brilmonturen, brillenglazen en kant-en-klare leesbrillen verschillende codes voor hulpmiddelidentificatie worden toegewezen, is een oplossing nodig om de toekenning van UDI-DI’s voor deze producten te verbeteren.

(4)Verordening (EU) 2017/745 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)Om aan de bij deze verordening gewijzigde eisen te voldoen, moeten marktdeelnemers wijzigingen in hun interne systemen doorvoeren en technologieën voor het drukken en scannen van UDI-dragers aanpassen. De toepassing van deze verordening moet daarom worden uitgesteld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan deel C van bijlage VI bij Verordening (EU) 2017/745 worden de volgende punten toegevoegd:

“6.6.2.Brilmonturen, brillenglazen en kant-en-klare leesbrillen

6.6.2.1.Brilmonturen

Er wordt een UDI-DI toegekend aan brilmonturen met dezelfde combinatie van ontwerpparameters, met inbegrip van ten minste de lensbreedte in boxingmaat (“Master UDI-DI”).

In aanvulling op de vereiste van punt 3.9 is een nieuwe Master UDI-DI vereist telkens wanneer de combinatie van de in de eerste alinea bedoelde ontwerpparameters verandert.

6.6.2.2.Brillenglazen

Er wordt een UDI-DI toegekend aan brillenglazen met dezelfde combinatie van ontwerpparameters, met inbegrip van ten minste groepen gemiddelde sfeer (sferische equivalente sterkte), groepen additiesterkte en groepen soortgelijke visuele beperkingen (“Master UDI-DI”).

In aanvulling op de vereiste van punt 3.9 is een nieuwe Master UDI-DI vereist telkens wanneer de combinatie van de in de eerste alinea bedoelde ontwerpparameters verandert.

6.6.2.3.Kant-en-klare leesbrillen

Er wordt een UDI-DI toegekend aan kant-en-klare leesbrillen met dezelfde combinatie van ontwerpparameters, met inbegrip van ten minste de lensbreedte in boxingmaat en sferische sterkte van de lens (“Master UDI-DI”).

In aanvulling op de vereiste van punt 3.9 is een nieuwe Master UDI-DI vereist telkens wanneer de combinatie van de in de eerste alinea bedoelde ontwerpparameters verandert.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van [datum = de eerste dag van de volgende maand drie jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening].

Fabrikanten mogen echter al vóór die datum een Master UDI-DI toekennen overeenkomstig Verordening (EU) 2017/745, zoals gewijzigd bij deze verordening.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12.6.2025

   Voor de Commissie

   De voorzitter
   Ursula VON DER LEYEN

(1)    Verordening (EU) 2017/745 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2017 betreffende medische hulpmiddelen, tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG, Verordening (EG) nr. 178/2002 en Verordening (EG) nr. 1223/2009, en tot intrekking van Richtlijnen 90/385/EEG en 93/42/EEG van de Raad (PB L 117 van 5.5.2017, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2017/745/2024-07-09 ).
(2)    Richtlijn 90/385/EEG van de Raad van 20 juni 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake actieve implanteerbare medische hulpmiddelen en Richtlijn 93/42/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende medische hulpmiddelen.
(3)    Overeenkomstig Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/939 van de Commissie van 6 juni 2019 tot aanwijzing van toekennende entiteiten voor het beheer van een systeem voor de toekenning van unieke codes voor hulpmiddelidentificatie (UDI’s) op het gebied van medische hulpmiddelen (PB L 149 van 7.6.2019, blz. 73, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2019/939/oj ). De aanwijzingen zijn verlengd bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/2120 van de Commissie van 30 juli 2024 tot verlenging van de aanwijzing van toekennende entiteiten voor het beheer van een systeem voor de toekenning van unieke codes voor hulpmiddelidentificatie (UDI’s) op het gebied van medische hulpmiddelen (PB L, 2024/2120, 1.8.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2024/2120/oj ).
(4)    Overeenkomstig artikel 29 van de verordening betreffende medische hulpmiddelen.
(5)    Ook “standaard leesbrillen” genoemd.
(6)    Deel C, afdeling 6, punten 6.3, 6.4 en 6.5, van bijlage VI bij de verordening betreffende medische hulpmiddelen.
(7)    Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2197 van de Commissie van 10 juli 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2017/745 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toekenning van unieke codes voor hulpmiddelidentificatie (UDI’s) voor contactlenzen (PB L, 2023/2197, 20.10.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2023/2197/oj ). Deze verordening is op 9 november 2023 in werking getreden en zal twee jaar later, op 9 november 2025, van toepassing worden, ook al mogen fabrikanten reeds vóór die datum overeenkomstig de gewijzigde verordening betreffende medische hulpmiddelen een Master UDI-DI toekennen.
(8)     https://www.imdrf.org .
(9)    Coördinatiegroep voor medische hulpmiddelen (X03565) ( https://ec.europa.eu/transparency/expert-groups-register/screen/expert-groups/consult?lang=en&groupID=3565 ), overeenkomstig artikel 103 van de verordening betreffende medische hulpmiddelen.
(10)    PB L 117 van 5.5.2017, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2017/745/2024-07-09 .