TOELICHTING
1.ACHTERGROND VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING
Met het oog op aanpassing aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang wordt bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (“de BGGS-richtlijn”) bij deze gedelegeerde richtlijn van de Commissie gewijzigd wat betreft een vrijstelling voor zeswaardig chroom als corrosiewering in gasabsorptiewarmtepompen.
Het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur is krachtens artikel 4 van de BGGS-richtlijn beperkt. Momenteel zijn tien stoffen (of groepen van stoffen) aan beperkingen onderworpen en in bijlage II bij de richtlijn opgenomen: lood, kwik, cadmium, zeswaardig chroom, polybroombifenylen (PBB’s), polybroomdifenylethers (PBDE’s), bis(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP), butylbenzylftalaat (BBP), dibutylftalaat (DBP) en di-isobutylftalaat (DIBP).
In de bijlagen III en IV bij die richtlijn worden de materialen en onderdelen van elektrische en elektronische apparatuur vermeld voor specifieke toepassingen die zijn vrijgesteld van de beperkingen van artikel 4, lid 1. Overeenkomstig artikel 5 moeten de bijlagen III en IV worden aangepast aan de vooruitgang van wetenschap en techniek (wat betreft de verlening, verlenging en intrekking van vrijstellingen). Krachtens artikel 5, lid 1, punt a), mogen vrijstellingen alleen in de bijlagen III en IV worden opgenomen als daardoor de door Verordening (EG) nr. 1907/2006 (Reach) geboden milieu- en gezondheidsbescherming niet wordt afgezwakt en aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:
–de verwijdering of vervanging van de stof door middel van ontwerpwijzigingen of door middel van materialen en onderdelen waarvoor geen gebruik hoeft te worden gemaakt van de in bijlage II opgesomde stoffen of materialen, is om technische of wetenschappelijke redenen onmogelijk;
–de betrouwbaarheid van de vervangende stoffen is niet gewaarborgd;
–de vervanging houdt als geheel voor het milieu, de gezondheid en de veiligheid van de consument waarschijnlijk meer nadelen dan voordelen in voor het milieu, de gezondheid en de veiligheid van de consument.
In besluiten over vrijstellingen en de duur ervan moet rekening worden gehouden met de beschikbaarheid van alternatieven en de sociaaleconomische gevolgen van vervanging. In besluiten over de duur van vrijstellingen moet rekening worden gehouden met potentiële gevolgen voor innovatie. Waar van toepassing moeten ook levenscyclusoverwegingen in aanmerking worden genomen bij de beoordeling van de gevolgen van vrijstellingen.
In artikel 5, lid 1, is bepaald dat de Commissie materialen en onderdelen van elektrische en elektronische apparatuur voor specifieke toepassingen in de lijsten in de bijlagen III en IV moet opnemen door middel van afzonderlijke gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 20. In artikel 5, lid 3, en in bijlage V is de procedure voor het indienen van vrijstellingsaanvragen vastgesteld.
2.RAADPLEGING VOORAFGAAND AAN DE AANNEMING VAN DE HANDELING
De Commissie ontvangt talrijke verzoeken van marktdeelnemers om vrijstellingen te verlenen of te verlengen uit hoofde van artikel 5, lid 3, van en bijlage V bij de BGGS-richtlijn.
De Commissie heeft op 23 december 2020 een aanvraag voor een nieuwe vermelding in bijlage III ontvangen. De gevraagde vrijstelling heeft betrekking op het gebruik van zeswaardig chroom als corrosiewering in de werkvloeistof van het koolstofstalen gesloten circuit van gasabsorptiewarmtepompen.
De Commissie heeft het verzoek in januari 2021 toegevoegd aan een lopende evaluatie om de vereiste technische en wetenschappelijke beoordeling uit te voeren. De studie, die onder meer een tien weken durende openbare raadpleging van belanghebbenden omvatte, is in februari 2022 beëindigd. Op de website van het project werd informatie over de raadpleging verstrekt. Er is één bijdrage van een belanghebbende ontvangen.
De Commissie heeft op 18 maart 2022 de groep nationale deskundigen voor gedelegeerde handelingen uit hoofde van de BGGS-richtlijn geraadpleegd. Zij heeft alle vereiste procedurele stappen ondernomen met betrekking tot vrijstellingen van de beperking van de stof overeenkomstig artikel 5, leden 3 tot en met 7. Het Europees Parlement en de Raad zijn in kennis gesteld van alle activiteiten in dit verband.
Technische beoordeling
Warmtepompen kunnen worden gebruikt om een gesloten ruimte te verwarmen of af te koelen. Zij maken gebruik van een werkvloeistof als medium om thermische energie van of naar buiten over te brengen. Gasabsorptiewarmtepompen worden aangedreven door warmte, bijvoorbeeld door het verbranden van aardgas. De werkvloeistof van gasabsorptiewarmtepompen bestaat uit een koelmiddel en een absorptiemedium.
De in de deze vrijstellingsaanvraag bedoelde gasabsorptiewarmtepompen zijn ontworpen om residentiële en bedrijfsgebouwen te verwarmen, waar zij ook als vervanging voor bestaande ketels kunnen dienen, met name voor het verwarmen tot hoge of gemiddelde temperaturen. Dergelijke gasabsorptiewarmtepompen vallen onder de BGGS-richtlijn, aangezien delen ervan, zoals de pomp voor de werkvloeistof, elektrisch worden aangedreven, en aangezien zij kleiner zijn dan grotere gasabsorptiewarmtepompen voor industriële toepassingen, die als grote vaste installaties van de BGGS-richtlijn kunnen worden vrijgesteld.
De werkvloeistof bij de desbetreffende toepassing is een mengsel van ammoniak en water, dat in een gesloten circuit van staal circuleert, waarvoor een corrosieremmer moet worden gebruikt. Als corrosiewering wordt zeswaardig chroom in de vorm van natriumchromaat aan de werkvloeistof toegevoegd. Tijdens de levensduur van de gasabsorptiewarmtepomp wordt het zeswaardig chroom gereduceerd tot oxide van driewaardig chroom, dat een beschermende laag vormt. Voor oxide van driewaardig chroom geldt geen beperking uit hoofde van de BGGS-richtlijn.
In de technische beoordeling is bevestigd dat de werkvloeistof met zeswaardig chroom in gasabsorptiewarmtepompen de meest geavanceerde technologie is en dat er momenteel geen alternatieve corrosiewering voorhanden is. De technologie kan in beginsel worden vervangen door andere verwarmingssystemen.
Gasabsorptiewarmtepompen zijn energie-efficiënter dan verbrandingstechnologieën, zoals gewone ketels (met rookgascondensor). Gasabsorptiewarmtepompen dragen bij tot het verminderen van de CO2-emissies als bepaald bepaalde verwarmingssytemen moeten worden gemoderniseerd. In de technische beoordeling werd geconcludeerd dat elke extra geïnstalleerde gasabsorptiewarmtepomp in twintig jaar tot 15 ton meer CO2-emissies kan besparen in vergelijking met concurrerende technologieën zoals ketels met rookgascondensor of hybride systemen. Gasabsorptiewarmtepompen kunnen vooral nuttig zijn indien ze op hernieuwbare energiebronnen en “groene gassen” (zoals biomethaan of groene waterstof) in plaats van aardgas functioneren.
Op grond van de door de aanvrager verstrekte informatie werd geschat dat in het slechtste geval ongeveer 38 gram zeswaardig chroom per gasabsorptiewarmtepomp zou worden gebruikt, en dat er, als de vrijstelling zou worden verleend, ongeveer 1 400 kg per jaar van in de handel zou worden gebracht. Zeswaardig chroom veroorzaakt een gezondheidsrisico, met name tijdens de productie van gasabsorptiewarmtepompen en aan het einde van de levensduur ervan. Het risico van natriumchromaat in gasabsorptiewarmtepompen werd vooral in het kader van het Reach-autorisatieproces voor een bepaalde autorisatieaanvraag beoordeeld. De concentratie zeswaardig chroom wordt tijdens de levensduur van de gasabsorptiewarmtepomp geleidelijk verminderd als gevolg van de chemische reactie waardoor een beschermende laag wordt gevormd. Ervan uitgaande dat de koelmiddeloplossing aan het einde van de levensduur van de gasabsorptiewarmtepomp professioneel wordt verwijderd, net als bij de behandeling van absorptiekoelsystemen overeenkomstig de vereisten van de richtlijn betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, moet de gasabsorptiewarmtepomp in de afvalfase op milieuhygiënisch verantwoorde wijze worden behandeld.
Natriumchromaat, dat zeswaardig chroom bevat, is een stof die als kankerverwekkend, mutageen en giftig voor de voortplanting is ingedeeld. Het is onder vermelding 22 in bijlage XIV bij de Reach-verordening opgenomen. Een fabrikant, importeur of downstreamgebruiker mag een in bijlage XIV opgenomen stof niet voor een bepaald gebruik in de handel brengen of zelf gebruiken, tenzij autorisatie is verleend voor de vormen van gebruik van die stof als zodanig of in een mengsel, of voor de opname van de stof in een voorwerp met het oog waarop de stof in de handel wordt gebracht of voor het gebruik dat hijzelf toepast.
Krachtens artikel 5, lid 1, punt a), van de BGGS-richtlijn mogen vrijstellingen alleen in de bijlagen III en IV worden opgenomen als daardoor de door de Reach-verordening geboden milieu- en gezondheidsbescherming niet wordt afgezwakt.
De aanvrager van de onderhavige BGGS-vrijstelling heeft in februari 2019 ook een autorisatieaanvraag in het kader van Reach ingediend voor het gebruik van maximaal 0,7 gewichtsprocent natriumchromaat (als zeswaardig chroom — Cr(VI)) als corrosiewering in de koelmiddeloplossing in het koolstofstalen gesloten circuit van gasabsorptieapparaten. Uit de technische beoordeling is gebleken dat dezelfde maximumconcentratie voor een mogelijke BGGS-vrijstelling kan gelden. Het Comité risicobeoordeling heeft geconcludeerd dat de risicobeheersmaatregelen en operationele omstandigheden die in de aanvraag worden beschreven en op verzoek van het comité nader door de aanvrager zijn uitgewerkt, naar verwachting passend en doeltreffend zijn om het risico voor werknemers en, via het milieu, voor de algehele bevolking te beperken. Het comité heeft echter een reeks monitoringregelingen aanbevolen voor de blootstelling van werknemers en emissies in het milieu.
Het Comité sociaaleconomische analyse heeft in zijn analyse geconcludeerd dat er sprake is van duidelijke nettoverliezen voor de samenleving als de autorisatie niet wordt verleend. De belangrijkste effecten hadden betrekking op gederfde winst, energiebesparing en verminderde kooldioxide-emissies. Dit comité concludeerde ook dat er ten tijde van de goedkeuring van zijn advies (11 juni 2020) geen geschikte alternatieve stoffen of technologieën beschikbaar waren. Zoals blijkt uit de adviezen van zowel het Comité risicobeoordeling als het Comité sociaaleconomische analyse zijn de gasabsorptieapparaten waarop de aanvraag, met inbegrip van de analyse van alternatieven, betrekking heeft beperkt tot gasabsorptiewarmtepompen.
Een vrijstelling uit hoofde van de BGGS-richtlijn waarmee het in de handel brengen van gasabsorptiewarmtepompen met zeswaardig chroom wordt toegestaan, doet als zodanig geen afbreuk aan de autorisatievereiste uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1907/2006, noch zou het verlenen van een autorisatie uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1907/2006 afbreuk doen aan de noodzaak om een vrijstelling uit hoofde van Richtlijn 2011/65/EG te verkrijgen. Aangezien de autorisatieprocedure voor de voornoemde toepassing nog loopt, zijn er geen redenen voor weigering van een dergelijke autorisatie aangevoerd met betrekking tot de naleving van de voorwaarden voor het verlenen van een autorisatie in het kader van Reach. Daarom kan worden geconcludeerd dat een vrijstelling uit hoofde van de BGGS-richtlijn in dit specifieke geval de door Reach geboden milieu- en gezondheidsbescherming niet afzwakt.
·Andere verwarmingstechnologieën waarmee het gebruik van zeswaardig chroom in de vorm van natriumchromaat wordt geëlimineerd, kunnen geen gelijkwaardige functionaliteit en prestaties bieden. Onderzoeksinspanningen gericht op het verlagen van het gehalte aan zeswaardig chroom en/of het vervangen of elimineren van zeswaardig chroom onder dezelfde omstandigheden zullen naar verwachting meer dan vijf jaar vergen. Deze conclusie is in overeenstemming met de bevindingen in het kader van de Reach-autorisatieprocedure.
·Voor de beoordeling in het kader van de BGGS-richtlijn en gezien het feit dat er momenteel geen bruikbare vervangende technologie beschikbaar is, is het relevantste aspect het beoordelen van de effecten van vervanging en eliminatie ten opzichte van de voordelen van gasabsorptiewarmtepompen met zeswaardig chroom. Uit de technische beoordeling is gebleken dat met de technologie CO2 kan worden bespaard door de gangbare technologieën te vervangen. Dergelijke besparingen zijn nog belangrijker wanneer gebruik wordt gemaakt van hernieuwbare energie zonder fossiele brandstoffen.
De milieu- en gezondheidsrisico’s van het gebruik van zeswaardig chroom kunnen onder redelijke voorwaarden tot een aanvaardbaar niveau worden beperkt. Er zijn milieuhygiënisch verantwoorde afvalverwerkingstechnologieën beschikbaar voor de koelmiddeloplossing en de gasabsorptiewarmtepompen zelf, en bij het monteren en demonteren van gasabsorptiewarmtepompen met zeswaardig chroom moeten veiligheidsmaatregelen worden getroffen.
Al met al wordt geconcludeerd dat de totale voordelen van het verlenen van de vrijstelling waarschijnlijk groter zijn dan de nadelen.
3.JURIDISCHE ELEMENTEN VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING
Met de voorgestelde handeling wordt een vrijstelling van de beperkingen van bijlage II van Richtlijn 2011/65/EG verleend voor zeswaardig chroom als corrosiewering in gasabsorptiewarmtepompen, die in bijlage III moet worden opgenomen.
Uit de evaluatie blijkt dat de te verlenen vrijstelling de door de Reach-verordening geboden milieu- en gezondheidsbescherming niet zou afzwakken, overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2011/65/EU.
Er is aan ten minste één van de relevante criteria van artikel 5, lid 1, punt a), voldaan. Aangezien er momenteel geen bruikbare alternatieven beschikbaar zijn voor het gebruik van zeswaardig chroom als corrosiewering, houdt de vervanging of eliminatie als geheel voor het milieu, de gezondheid en de veiligheid van de consument waarschijnlijk meer nadelen dan voordelen in. Derhalve moet de vrijstelling worden verleend en moet een vervaldatum worden bepaald.
·Onderzoeksinspanningen om mogelijkheden te vinden om het gehalte aan zeswaardig chroom te verlagen en/of zeswaardig chroom te elimineren, zullen naar verwachting na de technische beoordeling nog meer dan vijf jaar vergen. Daarom is het passend om voor deze vrijstelling de maximale geldigheidsduur van vijf jaar toe te kennen. De vervaldatum voor deze vrijstelling is vastgesteld overeenkomstig artikel 5, lid 2, eerste alinea.
Overeenkomstig een soortgelijke vrijstelling — vrijstelling 9(a)-II van bijlage III — is zeswaardig chroom toegelaten in koelsystemen van absorptiekoelsystemen. Die vrijstelling wordt momenteel geëvalueerd. Hoewel die vermelding en deze aangevraagde vrijstelling gebaseerd zijn op hetzelfde natuurkundige principe, is het eindgebruik verschillend, hetgeen een van de redenen is om de toepassingen afzonderlijk op de criteria van artikel 5, lid 1, punt a), te beoordelen.
Er wordt voorgesteld een nieuwe vermelding 9(a)-III in bijlage III op te nemen voor de desbetreffende toepassing. Aangezien de in het vrijstellingsverzoek beschreven gasabsorptiewarmtepompen onder categorie 1 (Grote huishoudelijke apparaten) van bijlage I vallen, moet de vrijstelling tot deze apparaten worden beperkt.
Het rechtsinstrument is een gedelegeerde richtlijn uit hoofde van Richtlijn 2011/65/EU die voldoet aan de relevante vereisten van artikel 5, lid 1, punt a).
De gedelegeerde richtlijn heeft tot doel de menselijke gezondheid en het milieu te beschermen en de bepalingen inzake de werking van de eengemaakte markt op het gebied van elektrische en elektronische apparatuur te harmoniseren. Daartoe wordt het gebruik van normaliter verboden stoffen voor specifieke toepassingen toegelaten, in overeenstemming met de BGGS-richtlijn en met de in die richtlijn vastgestelde procedure voor de aanpassing van de bijlagen III en IV bij die richtlijn aan de vooruitgang van wetenschap en techniek.
De gedelegeerde richtlijn heeft geen gevolgen voor de begroting van de EU.
GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) .../… VAN DE COMMISSIE
van 28.10.2022
tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende een vrijstelling voor zeswaardig chroom als corrosiewering in gasabsorptiewarmtepompen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur, en met name artikel 5, lid 1, punt a),
Overwegende hetgeen volgt:
(1)Krachtens Richtlijn 2011/65/EU zijn de lidstaten verplicht ervoor te zorgen dat elektrische en elektronische apparatuur die in de handel wordt gebracht, geen van de in bijlage II bij die richtlijn opgenomen gevaarlijke stoffen bevat. Die beperking geldt niet voor bepaalde vrijgestelde toepassingen die zijn vermeld in bijlage III bij die richtlijn.
(2)De categorieën elektrische en elektronische apparatuur waarop Richtlijn 2011/65/EU van toepassing is, zijn opgenomen in de lijst in bijlage I bij die richtlijn.
(3)Zeswaardig chroom is opgenomen in de lijst in bijlage II bij Richtlijn 2011/65/EU, als stof waarvoor beperkingen gelden.
(4)Op 23 december 2020 heeft de Commissie een overeenkomstig artikel 5, lid 3, van Richtlijn 2011/65/EU ingediende aanvraag ontvangen voor een in de lijst in bijlage III bij die richtlijn op te nemen vrijstelling voor het gebruik van zeswaardig chroom als corrosiewering in de werkvloeistof van het koolstofstalen gesloten circuit van gasabsorptiewarmtepompen (“de gevraagde vrijstelling”).
(5)Gasabsorptiewarmtepompen hebben elektriciteit nodig voor hulpfuncties zoals het pompen van een werkvloeistof door het systeem. De in de gevraagde vrijstelling beschreven gasabsorptiewarmtepompen vallen onder categorie 1 (Grote huishoudelijke apparaten) van bijlage I bij Richtlijn 2011/65/EU.
(6)In de evaluatie van de vrijstellingsaanvraag, die ook een technische en wetenschappelijke beoordeling omvatte, werd geconcludeerd dat vervanging van zeswaardig chroom in de koelmiddeloplossing momenteel wetenschappelijk en technisch onhaalbaar is, en dat andere verwarmingstechnologieën waarmee het gebruik van zeswaardig chroom in de vorm van natriumchromaat wordt geëlimineerd geen gelijkwaardige functionaliteit en prestaties bieden. Gasabsorptiewarmtepompen hebben een hogere energie-efficiëntie dan ketels met rookgascondensor, kunnen bijdragen tot de vervanging van die systemen, en kunnen leiden tot lagere emissies van koolstofdioxide. In die evaluatie werd derhalve geconcludeerd dat aan ten minste één van de voorwaarden van artikel 5, lid 1, punt a), van Richtlijn 2011/65/EG is voldaan, namelijk dat de vervanging van zeswaardig chroom voor de toepassingen waarop de vrijstellingsaanvraag van toepassing is als geheel waarschijnlijk meer nadelen dan voordelen voor het milieu, de gezondheid en de veiligheid van de consument inhoudt. Bij de beoordeling zijn belanghebbenden geraadpleegd overeenkomstig artikel 5, lid 7, van Richtlijn 2011/65/EU. De tijdens die raadplegingen ontvangen opmerkingen zijn openbaar gemaakt op een daartoe bestemde website.
(7)Een maximumconcentratie van 0,7 gewichtsprocent zeswaardig chroom in de koelmiddeloplossing wordt voldoende geacht voor de gevraagde vrijstelling.
(8)Het voor een bepaald gebruik in de handel brengen en het gebruik van in bijlage XIV bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 opgenomen stoffen zijn onderworpen aan een autorisatieplicht uit hoofde van die verordening. In die bijlage is een lijst van verbindingen van zeswaardig chroom, met inbegrip van natriumchromaat, opgenomen. Verordening (EG) nr. 1907/2006 en Richtlijn 2011/65/EG laten elkaar onverlet. Voor het gebruik van een in bijlage XIV bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 opgenomen verbinding van zeswaardig chroom en het in de handel brengen daarvan voor een bepaald gebruik is een autorisatie uit hoofde van die verordening vereist. Het verlenen van een vrijstelling uit hoofde van Richtlijn 2011/65/EG doet geen afbreuk aan de autorisatieplicht uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1907/2006, noch zou het verlenen van een autorisatie uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1907/2006 afbreuk doen aan de noodzaak om een vrijstelling uit hoofde van Richtlijn 2011/65/EG te verkrijgen. Er zijn geen redenen gevonden om aan te nemen dat het verlenen van de gevraagde vrijstelling uit hoofde van Richtlijn 2011/65/EU de door Verordening (EG) nr. 1907/2006 geboden milieu- en gezondheidsbescherming zou verzwakken.
(9)Het is daarom passend de gevraagde vrijstelling te verlenen door de toepassingen waarop deze betrekking heeft, voor wat elektrische en elektronische apparatuur van categorie 1 betreft, op te nemen in bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU.
(10)Onderzoeksinspanningen om mogelijkheden te vinden om het gehalte aan zeswaardig chroom te verlagen en/of het gebruik van zeswaardig chroom te elimineren zullen naar verwachting meer dan vijf jaar vergen. Daarom is het overeenkomstig artikel 5, lid 2, eerste alinea, van Richtlijn 2011/65/EU passend de gevraagde vrijstelling tot en met 31 december 2026 te verlenen.
(11)Richtlijn 2011/65/EU moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.
Artikel 2
1.De lidstaten dienen uiterlijk op [PB, gelieve de datum in te voegen: de laatste dag van de zesde maand na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.
Zij passen die bepalingen toe vanaf [PB, gelieve de datum in te voegen: de laatste dag van de zesde maand na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn + 1 dag].
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2.De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 28.10.2022
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN