UITVOERINGSVERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE
van 21.1.2022
tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Richtlijn (EU) 2019/883 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de methoden en rapporteringsvorm die van toepassing zijn op de monitoringgegevens inzake passief opgevist afval
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn (EU) 2019/883 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake havenontvangstvoorzieningen voor de afvalafgifte van schepen, tot wijziging van Richtlijn 2010/65/EU en tot intrekking van Richtlijn 2000/59/EG 1 , en met name artikel 8, lid 7, tweede alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)Overeenkomstig artikel 8, lid 7, van Richtlijn (EU) 2019/883 dienen de lidstaten ervoor te zorgen dat monitoringgegevens inzake het volume en de hoeveelheid van passief opgevist afval worden verzameld en worden gerapporteerd aan de Commissie.
(2)Het handboek voor afvalstoffenstatistieken 2 van Eurostat biedt richtsnoeren voor de opstelling van degelijke, geharmoniseerde en efficiënte afvalstoffenstatistieken overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2150/2002 van het Europees Parlement en de Raad 3 en overeenkomstig Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad 4 , op basis waarvan die gegevens tussen de lidstaten kunnen worden vergeleken.
(3)Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad 5 voorziet in een elektronische afvalvooraanmelding, met inbegrip van informatie over passief opgevist afval; er is een specifieke methode vereist voor het verzamelen van informatie over passief opgevist afval van vissersvaartuigen die onder Richtlijn (EU) 2019/883 vallen maar van het toepassingsgebied van Richtlijn 2002/59/EG zijn uitgesloten.
(4)Het is niet altijd mogelijk of kosteneffectief om zowel de massa als het volume passief opgevist afval te meten. Daarom moet de lidstaten worden toegestaan de massa af te leiden van het volume of het volume af te leiden van de massa aan de hand van een in het licht van de omstandigheden adequate raming van de dichtheid van passief opgevist afval.
(5)Om de homogeniteit, kwaliteit en vergelijkbaarheid te waarborgen van de gegevens die in alle lidstaten worden verzameld om het volume en de hoeveelheid passief opgevist afval te monitoren, moeten overeenkomstig Richtlijn (EU) 2019/883 vastgestelde uitvoeringshandelingen de vorm van uitvoeringsverordeningen aannemen.
(6)De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité maritieme veiligheid en voorkoming van verontreiniging door schepen,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
1.De methode voor het verzamelen van gegevens over het volume en de massa passief opgevist afval door de lidstaten moet in overeenstemming zijn met het handboek over afvalstatistieken van Eurostat.
2.Voor vissersvaartuigen die binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 2002/59/EG vallen, worden de gegevens over passief opgevist afval verzameld op basis van de overeenkomstig artikel 6 van Richtlijn (EU) 2019/883 in de afvalvooraanmelding verstrekte informatie.