UITVOERINGSVERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE

van 16.12.2020

tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van de Verordeningen (EU) 2016/429 en (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft modellen van diergezondheidscertificaten, modellen van officiële certificaten en modellen van diergezondheids-/officiële certificaten, voor de binnenkomst in de Unie en verplaatsingen binnen de Unie van zendingen van bepaalde categorieën dieren en goederen, en officiële certificering met betrekking tot dergelijke certificaten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 599/2004, Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 636/2014 en (EU) 2019/628, Richtlijn 98/68/EG en de Beschikkingen 2000/572/EG, 2003/779/EG en 2007/240/EG

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong 1 , en met name artikel 7, lid 2, punt a),

Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) 2 , en met name artikel 168, lid 4, artikel 224, lid 4, artikel 238, lid 3, en artikel 239, lid 3,

Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) 3 , en met name artikel 90, eerste alinea, en artikel 126, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Bij Verordening (EU) 2016/429 zijn regels vastgesteld betreffende dierziekten die op dieren of mensen kunnen worden overgedragen, met inbegrip van voorschriften voor officiële diergezondheidscertificering voor diverse verplaatsingen van dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong. Die voorschriften, onder meer voor verplaatsingen van bepaalde, voor menselijke consumptie bestemde levende waterdieren en producten van dierlijke oorsprong, zijn nader gespecificeerd in Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 4 , overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429. De Commissie heeft krachtens diezelfde verordening eveneens de bevoegdheid om uitvoeringshandelingen vast te stellen met regels betreffende modelformulieren van die diergezondheidscertificaten en regels betreffende de informatie die in bepaalde vereiste documenten en verklaringen voor de binnenkomst in de Unie van dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong moet worden opgenomen. Daarnaast heeft de Commissie krachtens die verordening de bevoegdheid om bijzondere voorschriften met betrekking tot modelformulieren van diergezondheidscertificaten, verklaringen en andere documenten voor dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong vast te stellen. In Verordening (EU) 2016/429 is ook bepaald dat diergezondheidscertificaten andere gegevens die uit hoofde van andere Uniewetgeving zijn vereist kunnen bevatten.

(2)Bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 zijn aanvullende diergezondheidsvoorschriften vastgesteld voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde dieren, waaronder levende waterdieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong. Met name moeten die zendingen overeenkomstig die verordening vergezeld gaan van het diergezondheidscertificaat en, indien die verordening dat vereist, ook van verklaringen of andere documenten. In die gedelegeerde verordeningen zijn ook de voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van dieren en goederen voor menselijke consumptie vastgesteld.

(3)In artikel 168, leden 1 en 3, van Verordening (EU) 2016/429 zijn bepaalde regels vastgesteld met betrekking tot de gegevens in het diergezondheidscertificaat dat verplaatsingen binnen een lidstaat of van de ene lidstaat naar de andere van zendingen van van landdieren afkomstige producten van dierlijke oorsprong moet vergezellen en wordt de Commissie de bevoegdheid verleend om gedelegeerde handelingen vast te stellen tot aanvulling van die regels. Daarom moeten bij deze verordening modellen van diergezondheidscertificaten worden vastgesteld voor dergelijke verplaatsingen van producten van dierlijke oorsprong die zijn geproduceerd of verwerkt in inrichtingen, levensmiddelenbedrijven of zones waarvoor noodmaatregelen of verplaatsingsbeperkingen gelden.

(4)Krachtens artikel 224, lid 4, van Verordening (EU) 2016/429 heeft de Commissie de bevoegdheid om regels voor modelformulieren van diergezondheidscertificaten vast te stellen.

(5)Daarnaast heeft de Commissie krachtens artikel 238, lid 3, van Verordening (EU) 2016/429 de bevoegdheid om door middel van uitvoeringshandelingen regels vast te stellen met betrekking tot de inhoud en het formaat van modellen van diergezondheidscertificaten, verklaringen en andere documenten voor de binnenkomst in de Unie van dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong.

(6)Krachtens artikel 239, lid 3, van Verordening (EU) 2016/429 heeft de Commissie de bevoegdheid om door middel van uitvoeringshandelingen regels vast te stellen met betrekking tot de inhoud en het formaat van modellen van diergezondheidscertificaten, verklaringen en andere documenten voor de binnenkomst in de Unie van dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong waarvan de Unie niet de eindbestemming is.

(7)Om te zorgen voor juridische duidelijkheid en voor consistentie in de voorschriften inzake dieren en goederen voor menselijke consumptie moeten bij deze verordening modellen van officiële certificaten worden vastgesteld die de diergezondheidsvoorschriften voor dergelijke verplaatsingen van bepaalde levende waterdieren en producten van dierlijke oorsprong bevatten.

(8)Bij Verordening (EU) 2017/625 zijn voorschriften vastgesteld voor de uitvoering van officiële controles en andere officiële activiteiten die door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten worden uitgevoerd om de naleving te garanderen van de in artikel 1, lid 2, van die verordening bedoelde regels, waaronder regels betreffende de voedselveiligheid in alle stadia van de productie, verwerking en distributie, betreffende diergezondheid en dierenwelzijn en betreffende dierlijke bijproducten. Die verordening voorziet in bepaalde regels voor officiële certificering wanneer in het kader van de in artikel 1, lid 2, of in artikel 126, lid 2, punt c), van die verordening bedoelde regels de afgifte van officiële certificaten vereist is. Bij gebrek aan meer specifieke voorschriften in Verordening (EU) 2016/429 zijn die regels voor officiële certificering op de in deze verordening vastgestelde certificaten van toepassing.

(9)Met name heeft de Commissie krachtens artikel 90, eerste alinea, punt a), van Verordening (EU) 2017/625 de bevoegdheid om door middel van uitvoeringshandelingen regels vast te stellen met betrekking tot modellen van officiële certificaten, voor de afgifte van dergelijke certificaten.

(10)De in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde regels omvatten diergezondheidsvoorschriften, maar onder meer ook regels op het gebied van voedselveiligheid en dierenwelzijn. Omwille van de juridische duidelijkheid en om de administratieve lasten rondom de afgifte van certificaten tot een minimum te beperken, moeten in deze verordening diergezondheidscertificaten, te ondertekenen door de officiële dierenarts, officiële certificaten, te ondertekenen door de certificerende functionaris, en diergezondheids-/officiële certificaten, te ondertekenen door de officiële dierenarts of de certificerende functionaris, voor specifieke producten worden opgenomen.

(11)Daarnaast moet in deze verordening rekening worden gehouden met de in andere handelingen van de Unie vastgestelde definities, zoals de definities in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en bijlage II, deel IX, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad 5 , evenals de definities in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 208/2013 van de Commissie 6 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625 van de Commissie 7 .

(12)Met Verordening (EU) 2016/429 wordt er onder meer naar gestreefd de administratieve lasten in verband met certificering en kennisgeving te beperken door informatietechnologie zo veel mogelijk voor verschillende doeleinden te gebruiken. Daarnaast zijn in die verordening bepaalde regels vastgesteld met betrekking tot de mogelijkheid bepaalde zendingen van elektronische in plaats van op papier afgegeven diergezondheidscertificaten te doen vergezellen. Overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 moeten zendingen van dieren en goederen vergezeld gaan van een officieel certificaat dat hetzij op papier hetzij in elektronische vorm wordt afgegeven. Daarnaast is de Commissie krachtens artikel 90, punt f), van die verordening bevoegd om door middel van uitvoeringshandelingen regels vast te stellen voor de afgifte van elektronische certificaten en voor het gebruik van elektronische handtekeningen. Daarom moeten gemeenschappelijke voorschriften worden vastgesteld voor de afgifte van certificaten in beide vormen, in aanvulling op de voorschriften van de artikelen 150 en 217 van Verordening (EU) 2016/429 en van titel II, hoofdstuk VII, van Verordening (EU) 2017/625.

(13)Om de officiële controles aan de grenscontroleposten van binnenkomst in de Unie te vergemakkelijken, moeten de voorschriften voor certificaten voor de binnenkomst in de Unie taaleisen omvatten.

(14)Bij Verordening (EU) 2017/625 is bepaald dat het informatiemanagementsysteem voor officiële controles (Imsoc) ervoor moet zorgen dat de opstelling, verwerking en doorgifte, ook in elektronische vorm, van officiële certificaten mogelijk is. Overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 van de Commissie 8 is Traces (Trade Control and Expert System) het Imsoc-onderdeel waarmee certificaten elektronisch kunnen worden aangemaakt, waardoor mogelijke frauduleuze of bedrieglijke praktijken met betrekking tot diergezondheidscertificaten, officiële certificaten of diergezondheids-/officiële certificaten worden voorkomen. Hiertoe moeten in deze verordening standaardmodellen voor officiële certificaten worden vastgesteld die compatibel zijn met Traces.

(15)De Commissie is krachtens artikel 90, eerste alinea, punt c), van Verordening (EU) 2017/625 bevoegd om door middel van uitvoeringshandelingen regels vast te stellen voor de te volgen procedures om vervangende certificaten af te geven. Daarom moeten gemeenschappelijke voorschriften worden vastgesteld voor de vervanging van certificaten, en moeten deze gemeenschappelijke voorschriften, die van toepassing moeten zijn op diergezondheidscertificaten, te ondertekenen door de officiële dierenarts, officiële certificaten, te ondertekenen door de certificerende functionaris, en diergezondheids-/officiële certificaten, te onderteken door de officiële dierenarts of de certificerende functionaris, in deze verordening worden vastgesteld.

(16)Om verkeerd gebruik en misbruik te voorkomen, is het belangrijk om te specificeren in welke gevallen een vervangend certificaat mag worden afgegeven en aan welke voorschriften zulke certificaten moeten voldoen. De gevallen moeten worden beperkt tot administratieve fouten en gevallen waarin het oorspronkelijke certificaat is beschadigd of verloren is gegaan.

(17)In artikel 237, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2016/429 is bepaald dat de lidstaten slechts toestemming verlenen voor de binnenkomst in de Unie van zendingen dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong wanneer deze vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat, tenzij artikel 237, lid 4, punt a), in een afwijking daarvoor voorziet. Artikel 126, lid 2, punt c), van Verordening (EU) 2017/625 bevat het voorschrift dat zendingen van bepaalde dieren en goederen die de Unie binnenkomen vergezeld moeten gaan van een officieel certificaat, een officiële verklaring of enig ander bewijsstuk waaruit blijkt dat de zendingen aan de desbetreffende voorschriften, overeenkomstig de in artikel 1, lid 2, van die verordening bedoelde regels, voldoen.

(18)Wat dat betreft voorziet Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625 in een lijst van voor menselijke consumptie bestemde goederen en dieren, en met name producten van dierlijke oorsprong, levende insecten en kiemgroenten voor menselijke consumptie en zaden bestemd voor de productie van kiemgroenten voor menselijke consumptie, die bij binnenkomst in de Unie van een officieel certificaat vergezeld moeten gaan. Om de officiële controles bij de binnenkomst in de Unie van zendingen van producten van dierlijke oorsprong, levende insecten, kiemgroenten voor menselijke consumptie en zaden bestemd voor de productie van kiemgroenten voor menselijke consumptie te vergemakkelijken, moeten voor die goederen en voor voor menselijke consumptie bestemde dieren, modellen voor officiële certificaten worden vastgesteld.

(19)De Commissie is krachtens artikel 90, eerste alinea, onder e), van Verordening (EU) 2017/625 bevoegd om door middel van uitvoeringshandelingen regels vast te stellen betreffende de vorm van de documenten die dieren en goederen moeten vergezellen nadat officiële controles zijn verricht. Overeenkomstig artikel 5, lid 2, punt f), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie 9 moeten dergelijke gezondheidscertificaten dieren naar het slachthuis vergezellen nadat in het bedrijf van herkomst ante-mortemkeuring is uitgevoerd. De vorm van die certificaten moet daarom in deze verordening worden vastgelegd.

(20)Wat noodslachtingen buiten het slachthuis van bepaalde categorieën dieren betreft, moet omwille van de harmonisering en de duidelijkheid in deze verordening een modelcertificaat worden vastgelegd voor de verklaring die door de officiële dierenarts moet worden afgegeven overeenkomstig bijlage III, sectie I, hoofdstuk VI, punt 6, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

(21)Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628 van de Commissie 10 zijn, onder meer, aanvullende regels voor de uniforme toepassing van de artikelen 88 en 89 van Verordening (EU) 2017/625 vastgesteld en zijn modellen van officiële certificaten vastgesteld, die daarin ook zijn opgenomen. Bepaalde in die uitvoeringsverordening genoemde rechtshandelingen zijn echter bij Verordening (EU) 2016/429 ingetrokken. Daarom moeten omwille van de harmonisering en de duidelijkheid, en om overlapping in de regels te voorkomen, de in Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628 vastgestelde modelcertificaten door de in deze verordening vastgestelde certificaten worden vervangen en moet Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628 worden ingetrokken.

(22)Aangezien de regels die bij Verordening (EG) nr. 599/2004 van de Commissie 11 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 636/2014 van de Commissie 12 en de Beschikkingen 2000/572/EG 13 , 2003/779/EG 14 en 2007/240/EG 15 van de Commissie zijn vastgesteld, nu in deze verordening worden opgenomen, moeten die rechtshandelingen worden ingetrokken.

(23)Richtlijn 95/53/EG van de Raad 16 is ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad 17 . Bij Richtlijn 98/68/EG van de Commissie 18 is het modeldocument vastgesteld voor de invoer van diervoeders uit derde landen en voor controles op deze diervoeders aan de buitengrens. Aangezien overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 verplichte systematische controles op diervoeders aan grenscontroleposten van binnenkomst in de Unie niet langer vereist zijn, heeft het bij Richtlijn 98/68/EG van de Commissie vastgestelde document van binnenkomst geen functie meer.

(24)Er moet een overgangsperiode worden ingevoerd om rekening te houden met de specifieke situatie van bevoegde autoriteiten in derde landen die de nodige regelingen moeten treffen om de naleving van deze verordening te garanderen en met de specifieke situatie van zendingen dieren en goederen die vergezeld gaan van vóór de datum van toepassing van deze verordening overeenkomstig Verordening (EU) nr. 28/2012 van de Commissie 19 en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628 afgegeven certificaten.

(25)Aangezien Verordening (EU) 2016/429 met ingang van 21 april 2021 van toepassing is, moet deze verordening met ingang van dezelfde datum van toepassing zijn.

(26)De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1.Bij deze verordening worden regels vastgesteld met betrekking tot de diergezondheidscertificaten als bedoeld in Verordening (EU) 2016/429, de officiële certificaten als bedoeld in Verordening (EU) 2017/625 en de diergezondheids-/officiële certificaten op basis van beide verordeningen die vereist zijn voor de binnenkomst in de Unie 20 en voor verplaatsingen binnen de Unie en tussen lidstaten van bepaalde zendingen van dieren en goederen (hierna samen “de certificaten” genoemd) en met betrekking tot de afgifte en vervanging van die certificaten.

2.Bij deze verordening worden standaardmodellen voor diergezondheidscertificaten, officiële certificaten of diergezondheids-/officiële certificaten vastgesteld:

a)voor verplaatsingen tussen lidstaten of binnen de Unie van dieren, producten van dierlijke oorsprong en levende producten daarvan, alsook richtsnoeren voor het invullen ervan;

b)voor de binnenkomst in de Unie van dieren, producten van dierlijke oorsprong, samengestelde producten, levende producten, dierlijke bijproducten, kiemgroenten voor menselijke consumptie en zaden bestemd voor de productie van kiemgroenten voor menselijke consumptie, alsook richtsnoeren voor het invullen ervan.

3.Bij deze verordening worden modelcertificaten, in de vorm van respectievelijk diergezondheidscertificaten, officiële certificaten of diergezondheids-/officiële certificaten, en een modelverklaring vastgesteld voor de volgende voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen:

a)modelcertificaten voor verplaatsingen binnen de Unie van de volgende voor menselijke consumptie bestemde goederen:

i)producten van dierlijke oorsprong van landdieren waarvan verplaatsing uit een beperkingszone waarvoor noodmaatregelen of ziektebestrijdingsmaatregelen gelden, is toegestaan, of die afkomstig zijn van diersoorten waarop deze maatregelen van toepassing zijn;

ii)niet-onthuid grof vrij wild;

b)modelcertificaten voor de binnenkomst in de Unie van de volgende voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen:

i)producten van dierlijke oorsprong en samengestelde producten waarvoor een dergelijk certificaat vereist is overeenkomstig artikel 13 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625;

ii)bepaalde levende waterdieren en producten van dierlijke oorsprong waarvoor een dergelijk certificaat vereist is overeenkomstig artikel 3, eerste alinea, punt c), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692;

iii)levende insecten en levende slakken;

c)een modelcertificaat voor kiemgroenten en zaden bestemd voor de productie van kiemgroenten;

d)een modelcertificaat voor doorvoer door de Unie naar een derde land, hetzij rechtstreeks, hetzij na opslag in de Unie, van voor menselijke consumptie bestemde samengestelde producten;

e)modelcertificaten in geval van ante-mortemkeuring in het bedrijf van herkomst of een noodslachting buiten het slachthuis;

f)een model van een door de invoerende exploitant van een levensmiddelenbedrijf ondertekende particuliere verklaring voor houdbare samengestelde producten die andere verwerkte producten van dierlijke oorsprong dan verwerkt vlees bevatten, wanneer dergelijke samengestelde producten de Unie binnenkomen.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1)“slachthuis”: een slachthuis zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.16, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

2)“kikkerbilletjes”: kikkerbilletjes zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 6.1, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en kikkerbilletjes van het geslacht Pelophylax van de familie Ranidae, en van de geslachten Limnonectes, Fejervarya en Hoplobatrachus van de familie Dicroglossidae;

3)“slakken”: slakken zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 6.2, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en alle andere slakken van de families Helicidae, Hygromiidae of Sphincterochilidae;

4)“insecten”: insecten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 17, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625;

5)“reeferschip”: een reeferschip zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 26, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625;

6)“vriesvaartuig”: een vriesvaartuig zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 3.3, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

7)“fabrieksvaartuig”: een fabrieksvaartuig zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 3.2, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

8)“verzendingscentrum”: een verzendingscentrum zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 2.7, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

9)“wildbewerkingsinrichting”: een wildbewerkingsinrichting zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.18, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

10)“uitsnijderij”: een uitsnijderij zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.17, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

11)“kiemgroenten”: kiemgroenten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt a), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 208/2013.

Artikel 3

Standaardmodellen voor certificaten voor verplaatsingen binnen de Unie, tussen lidstaten en voor binnenkomst in de Unie

1.Modellen voor certificaten voor verplaatsingen van dieren en producten tussen lidstaten of binnen de Unie bevatten velden voor de in het standaardmodel in bijlage I, hoofdstuk 1, voorgeschreven informatie.

2.Modellen voor certificaten voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde dieren, producten van dierlijke oorsprong, samengestelde producten, levende producten, dierlijke bijproducten, kiemgroenten voor menselijke consumptie en zaden bestemd voor de productie van kiemgroenten voor menselijke consumptie bevatten velden voor de in het standaardmodel in bijlage I, hoofdstuk 3, voorgeschreven informatie.

Artikel 4

Het invullen van certificaten voor voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen

1.De certificaten voor verplaatsingen van voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen tussen lidstaten of binnen de Unie worden naar behoren ingevuld door de officiële dierenarts of de certificerende functionaris, overeenkomstig de richtsnoeren van bijlage I, hoofdstuk 2.

2.De certificaten voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde dieren, producten van dierlijke oorsprong, samengestelde producten, kiemgroenten voor menselijke consumptie en zaden bestemd voor de productie van kiemgroenten voor menselijke consumptie worden naar behoren ingevuld door de door de bevoegde autoriteit van een derde land gemachtigde officiële dierenarts of certificerende functionaris, overeenkomstig de richtsnoeren van bijlage I, hoofdstuk 4.

3.De voor de in de leden 1 en 2 bedoelde zendingen verantwoordelijke exploitanten verstrekken aan de bevoegde autoriteit de gegevens over de beschrijving van dergelijke zendingen, zoals beschreven in deel I van de modelcertificaten in de bijlagen II, III en IV bij deze verordening.

4.    Voor de toepassing van deze verordening ziet de bevoegde autoriteit erop toe dat de certificaten die een verklaring inzake de diergezondheid omvatten, door een officiële dierenarts worden ondertekend.

Artikel 5

Voorschriften voor certificaten voor zendingen van voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen

1.De officiële dierenarts of de certificerende functionaris vult certificaten voor voor menselijke consumptie bestemde zendingen van dieren en goederen in met inachtneming van de volgende voorschriften:

a)het certificaat draagt de handtekening van de officiële dierenarts of certificerende functionaris en het officiële stempel; de kleur van de handtekening en de kleur van het stempel (behalve in het geval ven een reliëfstempel of een watermerk) verschilt van die van de gedrukte tekst;

b)indien het certificaat meerdere vermeldingen of vermeldingen bevat waaruit een keuze gemaakt moet worden, worden de niet-relevante vermeldingen door de officiële dierenarts of de certificerende functionaris doorgehaald, geparafeerd en van een stempel voorzien dan wel volledig uit het certificaat verwijderd;

c)het certificaat moet bestaan uit:

i)één enkel vel papier;

ii)meerdere vellen papier die ondeelbaar zijn en een geïntegreerd geheel vormen;

iii)een reeks bladzijden waarvan elke bladzijde zo genummerd is dat duidelijk is dat het een specifieke bladzijde uit een eindige reeks betreft;

d)indien het certificaat uit een reeks bladzijden bestaat, zoals bedoeld punt c), iii) van dit lid, draagt elke bladzijde de in artikel 89, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde unieke code, de handtekening van de officiële dierenarts of certificerende functionaris en het officiële stempel;

e)in het geval van certificaten voor verplaatsingen van zendingen binnen de Unie of tussen lidstaten vergezelt het certificaat de zending tot op de plaats van bestemming in de Unie;

f)in het geval van certificaten voor de binnenkomst van zendingen in de Unie wordt het certificaat aan de bevoegde autoriteit voorgelegd bij de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie, alwaar de zending aan officiële controles wordt onderworpen;

g)het certificaat wordt afgegeven voordat de zending waarop het betrekking heeft, de controle van de bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft, verlaat;

h)in het geval van certificaten voor de binnenkomst in de Unie moet het certificaat worden opgesteld in de officiële taal of in een van de officiële talen van de lidstaat van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie.

2.In afwijking van lid 1, punt h), kan een lidstaat ermee instemmen dat certificaten in een andere officiële taal van de Unie worden opgesteld en zo nodig vergezeld gaan van een gewaarmerkte vertaling.

3.Lid 1, punt a) tot en met e), is niet van toepassing op elektronische certificaten die zijn afgegeven overeenkomstig de voorwaarden van artikel 39, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715.

4.Lid 1, punt b), c) en d), is niet van toepassing op op papier afgegeven certificaten die zijn ingevuld in, en afgedrukt uit, Traces.

Artikel 6

Vervanging van certificaten voor zendingen van voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen

1.Bevoegde autoriteiten geven alleen vervangende certificaten voor zendingen van voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen af als het oorspronkelijke certificaat administratieve fouten bevat of is beschadigd of verloren is gegaan.

2.De bevoegde autoriteit neemt de in het oorspronkelijke certificaat vermelde informatie over de identificatie en de traceerbaarheid van de zending en de door het oorspronkelijke certificaat voor de zending geboden garanties ongewijzigd over in het vervangende certificaat.

3.In het vervangende certificaat moet de bevoegde autoriteit:

a)duidelijk verwijzen naar de in artikel 89, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde unieke code en de datum van afgifte van het oorspronkelijke certificaat, en duidelijk vermelden dat het het oorspronkelijke certificaat vervangt;

b)een nieuw certificaatnummer vermelden dat verschilt van het nummer van het oorspronkelijke certificaat;

c)de datum vermelden waarop het is afgegeven, en niet de datum waarop het oorspronkelijke certificaat is afgegeven;

d)een origineel document overleggen dat op papier wordt afgegeven, behalve in het geval van elektronische vervangende certificaten die via Traces worden ingediend.

4.In het geval van binnenkomst in de Unie van zendingen kan de bevoegde autoriteit van de grenscontrolepost ervoor kiezen geen vervangend certificaat te verlangen van de voor de zending verantwoordelijke exploitant wanneer informatie over de geadresseerde, de importeur, de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie of het vervoer verandert nadat het certificaat is afgegeven en deze nieuwe informatie door de voor de zending verantwoordelijke exploitant aan de bevoegde autoriteit van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie wordt verstrekt.

Artikel 7

Model van diergezondheidscertificaat en officieel certificaat voor verplaatsingen binnen de Unie en tussen lidstaten van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong

1.Voor het in artikel 1, lid 3, punt a), i), bedoelde diergezondheidscertificaat dat moet worden gebruikt voor verplaatsing binnen de Unie van producten van dierlijke oorsprong die mogen worden verplaatst uit een beperkingszone waarvoor noodmaatregelen of ziektebestrijdingsmaatregelen gelden, of die afkomstig zijn van diersoorten waarvoor zulke maatregelen gelden, wordt gebruikgemaakt van het in bijlage II, hoofdstuk 1, vastgestelde model INTRA-EMERGENCY.

2.Voor het in artikel 1, lid 3, punt a), ii), bedoelde officiële certificaat dat moet worden gebruikt voor verplaatsingen tussen lidstaten van voor menselijke consumptie bestemd niet-onthuid grof vrij wild wordt gebruikgemaakt van het in bijlage II, hoofdstuk 2, vastgestelde model INTRA-UNSKINNED LARGE WILD GAME.

Artikel 8

Modellen van diergezondheids-/officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd vers vlees van hoefdieren

Voor de in artikel 1, lid 3, punt b), ii), bedoelde diergezondheids-/officiële certificaten die moeten worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd vers vlees van hoefdieren wordt gebruikgemaakt van een van de volgende modellen, al naar gelang de betrokken soorten en categorieën producten:

a)BOV, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 1, voor voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van separatorvlees, van als landbouwhuisdier gehouden runderen;

b)OVI, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 2, voor voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van separatorvlees, van als landbouwhuisdier gehouden schapen en geiten;

c)POR, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 3, voor voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van separatorvlees, van als landbouwhuisdier gehouden varkens;

d)EQU, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 4, voor voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van gehakt vlees en separatorvlees, van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen (Equus caballus, Equus asinus en kruisingen daarvan);

e)RUF, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 5, voor voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van slachtafval, gehakt vlees en separatorvlees, van als gekweekt wild gehouden dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen en geiten), kameelachtigen en hertachtigen;

f)RUW, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 6, voor voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van slachtafval, gehakt vlees en separatorvlees, van wilde dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen en geiten), kameelachtigen en hertachtigen;

g)SUF, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 7, voor voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van slachtafval, gehakt vlees en separatorvlees, van als gekweekt wild gehouden dieren van wilde varkensrassen en van de familie Tayassuidae;

h)SUW, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 8, voor voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van slachtafval, gehakt vlees en separatorvlees, van wilde dieren van wilde varkensrassen en van de familie Tayassuidae;

i)EQW, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 9, voor voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van slachtafval, gehakt vlees en separatorvlees, van eenhoevig vrij wild van het ondergeslacht Hippotigris (zebra);

j)RUM-MSM, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 10, voor voor menselijke consumptie bestemd separatorvlees van als landbouwhuisdier gehouden herkauwers;

k)SUI-MSM, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 11, voor voor menselijke consumptie bestemd separatorvlees van als landbouwhuisdier gehouden varkens;

l)NZ-TRANSIT-SG, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 12, voor voor menselijke consumptie bestemd vers vlees van oorsprong uit Nieuw-Zeeland dat via Singapore is doorgevoerd, is gelost, en eventueel is opgeslagen en overgeladen vóór binnenkomst in de Unie.

Artikel 9

Modellen van diergezondheids-/ officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd vlees van pluimvee, loopvogels en ander vederwild en voor menselijke consumptie bestemde eieren en eiproducten

Voor de in artikel 1, lid 3, punt b), ii), bedoelde diergezondheids-/officiële certificaten die moeten worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd vlees van pluimvee, loopvogels en ander vederwild en voor menselijke consumptie bestemde eieren en eiproducten wordt gebruikgemaakt van een van de volgende modellen, al naar gelang de betrokken soorten en categorieën producten:

a)POU, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 13, voor voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van gehakt vlees en separatorvlees, van ander pluimvee dan loopvogels;

b)POU-MI/MSM, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 14, voor voor menselijke consumptie bestemd gehakt vlees en separatorvlees van ander pluimvee dan loopvogels;

c)RAT, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 15, voor voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van gehakt vlees en separatorvlees, van loopvogels;

d)RAT-MI/MSM, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 16, voor voor menselijke consumptie bestemd gehakt vlees en separatorvlees van loopvogels;

e)GBM, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 17, voor voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van gehakt vlees en separatorvlees, van vederwild;

f)GBM-MI/MSM, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 18, voor voor menselijke consumptie bestemd gehakt vlees en separatorvlees van vederwild;

g)E, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 19, voor voor menselijke consumptie bestemde eieren;

h)EP, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 20, voor voor menselijke consumptie bestemde eiproducten.

Artikel 10

Modellen van officiële certificaten en diergezondheids-/officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van separatorvlees, van wilde leporidae, bepaalde niet-gedomesticeerde landzoogdieren en gekweekte konijnen

Voor de in artikel 1, lid 3, punt b), ii), bedoelde officiële certificaten en diergezondheids-/officiële certificaten die moeten worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van separatorvlees, van wilde leporidae, bepaalde niet-gedomesticeerde landzoogdieren en gekweekte konijnen wordt gebruikgemaakt van een van de volgende modellen, al naar gelang de betrokken soorten en categorieën producten:

a)WL, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 21, voor voor menselijke consumptie bestemd vers vlees van wilde leporidae (konijnen en hazen), met uitzondering van gehakt vlees en separatorvlees, en van slachtafval, tenzij het gaat om niet-onthuide en niet van de ingewanden ontdane leporidae;

b)WM, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 22, voor voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van slachtafval, gehakt vlees en separatorvlees, van andere niet-gedomesticeerde landzoogdieren dan hoefdieren en leporidae;

c)RM, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 23, voor voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van gehakt vlees en separatorvlees, van gekweekte konijnen.

Artikel 11

Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde vleesbereidingen

Voor het in artikel 1, lid 3, punt b), ii), bedoelde diergezondheids-/officiële certificaat dat moet worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde vleesbereidingen wordt gebruikgemaakt van het in bijlage III, hoofdstuk 24, vastgestelde model MP-PREP.

Artikel 12

Modellen van diergezondheids-/officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde vleesproducten, waaronder gesmolten dierlijke vetten en kanen, vleesextracten en behandelde magen, blazen en darmen, met uitzondering van casings

Voor de in artikel 1, lid 3, punt b), ii), bedoelde diergezondheids-/officiële certificaten die moeten worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde vleesproducten, waaronder gesmolten dierlijke vetten en kanen, vleesextracten en behandelde magen, blazen en darmen, met uitzondering van casings, wordt gebruikgemaakt van een van de volgende modellen, al naar gelang de betrokken soorten en categorieën producten:

a)MPNT, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 25, voor voor menselijke consumptie bestemde vleesproducten, waaronder gesmolten dierlijke vetten en kanen, vleesextracten en behandelde magen, blazen en darmen, met uitzondering van casings, die geen specifieke risicobeperkende behandeling hoeven te ondergaan;

b)MPST, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 26, voor voor menselijke consumptie bestemde vleesproducten, waaronder gesmolten dierlijke vetten en kanen, vleesextracten en behandelde magen, blazen en darmen, met uitzondering van casings, die een specifieke risicobeperkende behandeling moeten ondergaan.

Artikel 13

Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde casings

Voor het in artikel 1, lid 3, punt b), ii), bedoelde diergezondheids-/officiële certificaat dat moet worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde casings wordt gebruikgemaakt van het in bijlage III, hoofdstuk 27, vastgestelde model CAS.

Artikel 14

Model van diergezondheids-/officieel certificaat en modellen van officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde levende vis, levende schaaldieren, producten van dierlijke oorsprong van die dieren en bepaalde voor menselijke consumptie bestemde visserijproducten

1.Voor het in artikel 1, lid 3, punt b), ii), bedoelde diergezondheids-/officiële certificaat dat moet worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde levende vis, levende schaaldieren en producten van dierlijke oorsprong van die dieren wordt gebruikgemaakt van het in bijlage III, hoofdstuk 28, vastgestelde model FISH-CRUST-HC.

2.Voor het in artikel 1, lid 3, punt b), ii), bedoelde officiële certificaat dat moet worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde visserijproducten die zijn gevangen door vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren en die al dan niet met opslag in derde landen zijn overgeladen wordt gebruikgemaakt van het in bijlage III, hoofdstuk 29, vastgestelde model EU-FISH.

3.Voor het in artikel 1, lid 3, punt b), ii), bedoelde, door de kapitein te ondertekenen officiële certificaat dat moet worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde visserijproducten of van tweekleppige weekdieren afgeleide visserijproducten wanneer die de Unie rechtstreeks binnenkomen van een reeferschip, fabrieksvaartuig of vriesvaartuig dat de vlag van een derde land voert, zoals bepaald in artikel 11, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625, wordt gebruikgemaakt van het in bijlage III, hoofdstuk 30, vastgestelde model FISH/MOL-CAP.

Artikel 15

Model van diergezondheids-/officieel certificaat en model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren, mariene buikpotigen, producten van dierlijke oorsprong van die dieren en bepaalde voor menselijke consumptie bestemde verwerkte tweekleppige weekdieren

1.Voor het in artikel 1, lid 3, punt b), ii), bedoelde diergezondheids-/officiële certificaat dat moet worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren, mariene buikpotigen en producten van dierlijke oorsprong van die dieren wordt gebruikgemaakt van het in bijlage III, hoofdstuk 31, vastgestelde model MOL-HC.

2.Voor het in artikel 1, lid 3, punt b), ii), bedoelde officiële certificaat dat moet worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde verwerkte tweekleppige weekdieren van de soort Acanthocardia tuberculatum wordt gebruikgemaakt van het in bijlage III, hoofdstuk 32, vastgestelde model MOL-AT.

Artikel 16

Modellen van diergezondheids-/officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd(e) rauwe melk, zuivelproducten, colostrum en producten op basis van colostrum

Voor de in artikel 1, lid 3, punt b), ii), bedoelde diergezondheids-/officiële certificaten die moeten worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd(e) rauwe melk, zuivelproducten, colostrum en producten op basis van colostrum wordt gebruikgemaakt van een van de volgende modellen, al naar gelang de betrokken soorten en categorieën producten:

a)MILK-RM, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 33, voor voor menselijke consumptie bestemde rauwe melk;

b)MILK-RMP/NT, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 34, voor voor menselijke consumptie bestemde zuivelproducten die van rauwe melk zijn afgeleid of die geen specifieke risicobeperkende behandeling hoeven te ondergaan;

c)DAIRY-PRODUCTS-PT, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 35, voor voor menselijke consumptie bestemde zuivelproducten die een pasteurisatie moeten ondergaan;

d)DAIRY-PRODUCTS-ST, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 36, voor voor menselijke consumptie bestemde zuivelproducten die een andere specifieke risicobeperkende behandeling dan pasteurisatie moeten ondergaan;

e)COLOSTRUM, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 37, voor voor menselijke consumptie bestemd colostrum;

f)COLOSTRUM-BP, opgesteld volgens het model in bijlage III, hoofdstuk 38, voor voor menselijke consumptie bestemde producten op basis van colostrum.

Artikel 17

Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde gekoelde, ingevroren of bereide kikkerbilletjes

Voor het in artikel 1, lid 3, punt b), i), bedoelde officiële certificaat dat moet worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde gekoelde, ingevroren of bereide kikkerbilletjes wordt gebruikgemaakt van het in bijlage III, hoofdstuk 39, vastgestelde model FRG.

Artikel 18

Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde slakken

Voor het in artikel 1, lid 3, punt b), iii), bedoelde officiële certificaat dat moet worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde slakken wordt gebruikgemaakt van het in bijlage III, hoofdstuk 40, vastgestelde model SNS.

Artikel 19

Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde gelatine

Voor het in artikel 1, lid 3, punt b), i), bedoelde officiële certificaat dat moet worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde gelatine wordt gebruikgemaakt van het in bijlage III, hoofdstuk 41, vastgestelde model GEL.

Artikel 20

Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd collageen

Voor het in artikel 1, lid 3, punt b), i), bedoelde officiële certificaat dat moet worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd collageen wordt gebruikgemaakt van het in bijlage III, hoofdstuk 42, vastgestelde model COL.

Artikel 21

Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van grondstoffen voor de productie van voor menselijke consumptie bestemd(e) gelatine en collageen

Voor het in artikel 1, lid 3, punt b), i), bedoelde diergezondheids-/officiële certificaat dat moet worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van grondstoffen voor de productie van voor menselijke consumptie bestemd(e) gelatine en collageen wordt gebruikgemaakt van het in bijlage III, hoofdstuk 43, vastgestelde model RCG.

Artikel 22

Model van diergezondheids/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van behandelde grondstoffen voor de productie van voor menselijke consumptie bestemd(e) gelatine en collageen

Voor het in artikel 1, lid 3, punt b), i), bedoelde diergezondheids-/officiële certificaat dat moet worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van behandelde grondstoffen voor de productie van voor menselijke consumptie bestemd(e) gelatine en collageen wordt gebruikgemaakt van het in bijlage III, hoofdstuk 44, vastgestelde model TCG.

Artikel 23

Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde honing en andere producten van de bijenteelt

Voor het in artikel 1, lid 3, punt b), i), bedoelde officiële certificaat dat moet worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde honing en andere producten van de bijenteelt wordt gebruikgemaakt van het in bijlage III, hoofdstuk 45, vastgestelde model HON.

Artikel 24

Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd(e) zeer verfijnd(e) chondroïtinesulfaat, hyaluronzuur, andere producten van gehydrolyseerd kraakbeen, chitosan, glucosamine, stremsel, vislijm en aminozuren

Voor het in artikel 1, lid 3, punt b), i), bedoelde officiële certificaat dat moet worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd(e) zeer verfijnd(e) chondroïtinesulfaat, hyaluronzuur, andere producten van gehydrolyseerd kraakbeen, chitosan, glucosamine, stremsel, vislijm en aminozuren wordt gebruikgemaakt van het in bijlage III, hoofdstuk 46, vastgestelde model HRP.

Artikel 25

Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd reptielenvlees

Voor het in artikel 1, lid 3, punt b), i), bedoelde officiële certificaat dat moet worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd reptielenvlees wordt gebruikgemaakt van het in bijlage III, hoofdstuk 47, vastgestelde model REP.

Artikel 26

Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde insecten

Voor het in artikel 1, lid 3, punt b), iii), bedoelde officiële certificaat dat moet worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde insecten wordt gebruikgemaakt van het in bijlage III, hoofdstuk 48, vastgestelde model INS.

Artikel 27

Modelcertificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde andere producten van dierlijke oorsprong van als landbouwhuisdier gehouden hoefdieren, pluimvee, konijnen of visserijproducten, die niet onder de artikelen 8 tot en met 26 vallen

Voor het in artikel 1, lid 3, punt b), i), bedoelde officiële certificaat dat moet worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong van als landbouwhuisdier gehouden hoefdieren, pluimvee, konijnen of visserijproducten die niet onder de artikelen 8 tot en met 26 vallen wordt gebruikgemaakt van het in bijlage III, hoofdstuk 49, vastgestelde model PAO.

Artikel 28

Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde samengestelde producten

Voor het in artikel 1, lid 3, punt b), i), bedoelde diergezondheids-/officiële certificaat dat moet worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde niet-houdbare samengestelde producten en houdbare samengestelde producten die een zekere hoeveelheid vlees, met uitzondering van gelatine, collageen en zeer verfijnde producten, bevatten, wordt gebruikgemaakt van het in bijlage III, hoofdstuk 50, vastgestelde model COMP.

Artikel 29

Model van een officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van kiemgroenten voor menselijke consumptie en zaden bestemd voor de productie van kiemgroenten voor menselijke consumptie

Voor het in artikel 1, lid 3, punt c), bedoelde officiële certificaat dat moeten worden gebruikt voor de binnenkomst in de Unie van kiemgroenten voor menselijke consumptie en zaden bestemd voor de productie van kiemgroenten voor menselijke consumptie wordt gebruikgemaakt van het in bijlage III, hoofdstuk 51, vastgestelde model SPR.

Artikel 30

Model van diergezondheidscertificaat voor doorvoer door de Unie naar een derde land, hetzij rechtstreeks, hetzij na opslag in de Unie, van voor menselijke consumptie bestemde samengestelde producten

Voor het in artikel 1, lid 3, punt d), bedoelde diergezondheidscertificaat dat moet worden gebruikt voor doorvoer door de Unie naar een derde land, hetzij rechtstreeks, hetzij na opslag in de Unie, van voor menselijke consumptie bestemde niet-houdbare samengestelde producten en houdbare samengestelde producten die een zekere hoeveelheid vlees bevatten, wordt gebruikgemaakt van het in bijlage III, hoofdstuk 52, vastgestelde model TRANSIT-COMP.

Artikel 31

Modellen van diergezondheidscertificaten in geval van ante-mortemkeuring op het bedrijf van herkomst

Voor de in artikel 1, lid 3, punt e), bedoelde diergezondheidscertificaten die moeten worden gebruikt in geval van ante-mortemkeuring op het bedrijf van herkomst overeenkomstig de artikelen 5 en 6 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624, wordt gebruikgemaakt van een van de volgende modellen, al naar gelang de betrokken soorten en categorieën producten:

a)het model in bijlage IV, hoofdstuk 1, voor levende dieren die naar het slachthuis worden vervoerd;

b)het model in bijlage IV, hoofdstuk 2, voor pluimvee voor de productie van “foie gras” en voor pluimvee dat later van de ingewanden is ontdaan;

c)het model in bijlage IV, hoofdstuk 3, voor gekweekt wild en als landbouwhuisdier gehouden runderen, varkens en paardachtigen, dat/die overeenkomstig bijlage III, sectie III, punt 3, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en artikel 6, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 op het bedrijf van herkomst is/zijn geslacht;

d)het model in bijlage IV, hoofdstuk 4, voor gekweekt wild dat overeenkomstig bijlage III, sectie III, punt 3 bis, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en artikel 6, lid 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 op het bedrijf van herkomst is geslacht.

Artikel 32

Model van diergezondheidscertificaat in geval van een noodslachting buiten het slachthuis

Voor het in artikel 1, lid 3, punt e), bedoelde diergezondheidscertificaat dat moet worden gebruikt in geval van een noodslachting buiten het slachthuis overeenkomstig artikel 4 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 wordt gebruikgemaakt van het in bijlage IV, hoofdstuk 5, vastgestelde model.

Artikel 33

Model van particuliere verklaring van de exploitant voor houdbare samengestelde producten die andere verwerkte producten van dierlijke oorsprong dan verwerkt vlees bevatten

Voor het in artikel 1, lid 3, punt f), bedoelde model van een particuliere verklaring die door de exploitant moet worden gebruikt voor het binnenbrengen in de Unie van houdbare samengestelde producten overeenkomstig artikel 14 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625, wordt gebruikgemaakt van het in bijlage V vastgestelde model.

Artikel 34

Intrekkingen

1.Verordening (EG) nr. 599/2004, de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 636/2014 en (EU) 2019/628, Richtlijn 98/68/EG en de Beschikkingen 2000/572/EG, 2003/779/EG en 2007/240/EG worden ingetrokken met ingang van 21 april 2021.

2.Verwijzingen naar die ingetrokken handelingen gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens concordantietabel in bijlage VI.

Artikel 35

Overgangsbepalingen

De binnenkomst in de Unie van zendingen van producten van dierlijke oorsprong, samengestelde producten, kiemgroenten bestemd voor menselijke consumptie en zaden bestemd voor de productie van kiemgroenten voor menselijke consumptie die vergezeld gaan van het passende certificaat dat vóór de datum van toepassing van deze verordening overeenkomstig Verordening (EU) nr. 28/2012 van de Commissie en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628 is afgegeven, wordt tot en met 20 oktober 2021 toegestaan op voorwaarde dat het certificaat vóór 21 augustus 2021 door een overeenkomstig die verordeningen tot ondertekening van het certificaat gemachtigde persoon is ondertekend.

Artikel 36

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 21 april 2021.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16.12.2020

   Voor de Commissie

   De voorzitter
   Ursula VON DER LEYEN

(1)    PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55.
(2)    PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.
(3)    PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1.
(4)    Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(5)    Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).
(6)    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 208/2013 van de Commissie van 11 maart 2013 betreffende de traceerbaarheidsvoorschriften voor kiemgroenten en voor de productie van kiemgroenten bestemde zaden (PB L 68 van 12.3.2013, blz. 16).
(7)    Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625 van de Commissie van 4 maart 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 18).
(8)    Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 van de Commissie van 30 september 2019 tot vaststelling van regels inzake de werking van het informatiemanagementsysteem voor officiële controles en de systeemcomponenten ervan (“de Imsoc-verordening”) (PB L 261 van 14.10.2019, blz. 37).
(9)    Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie van 8 februari 2019 betreffende specifieke voorschriften voor de uitvoering van officiële controles van de productie van vlees en voor de productie- en de heruitzettingsgebieden van levende tweekleppige weekdieren overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 1).
(10)    Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628 van de Commissie van 8 april 2019 betreffende modellen van officiële certificaten voor bepaalde dieren en goederen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze modelcertificaten betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 101).
(11)    Verordening (EG) nr. 599/2004 van de Commissie van 30 maart 2004 tot vaststelling van een geharmoniseerd model voor een certificaat en inspectieverslag voor het intracommunautaire handelsverkeer in dieren en producten van dierlijke oorsprong (PB L 94 van 31.3.2004, blz. 44).
(12)    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 636/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 betreffende een modelcertificaat voor de handel in niet-onthuid grof vrij wild (PB L 175 van 14.6.2014, blz. 16).
(13)    Beschikking 2000/572/EG van de Commissie van 8 september 2000 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor de invoer in de Gemeenschap van vleesbereidingen uit derde landen (PB L 240 van 23.9.2000, blz. 19).
(14)    Beschikking 2003/779/EG van de Commissie van 31 oktober 2003 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften en de voorschriften inzake veterinaire certificering voor de invoer van darmen van dieren uit derde landen (PB L 285 van 1.11.2003, blz. 38).
(15)    Beschikking 2007/240/EG van de Commissie van 16 april 2007 tot vaststelling van nieuwe veterinaire certificaten voor levende dieren, sperma, embryo’s, eicellen en producten van dierlijke oorsprong die in de Gemeenschap worden binnengebracht uit hoofde van de Beschikkingen 79/542/EEG, 92/260/EEG, 93/195/EEG, 93/196/EEG, 93/197/EEG, 95/328/EG, 96/333/EG, 96/539/EG, 96/540/EG, 2000/572/EG, 2000/585/EG, 2000/666/EG, 2002/613/EG, 2003/56/EG, 2003/779/EG, 2003/804/EG, 2003/858/EG, 2003/863/EG, 2003/881/EG, 2004/407/EG, 2004/438/EG, 2004/595/EG, 2004/639/EG en 2006/168/EG (PB L 104 van 21.4.2007, blz. 37).
(16)    Richtlijn 95/53/EG van de Raad van 25 oktober 1995 tot vaststelling van de beginselen inzake de organisatie van de officiële controles op het gebied van diervoeding (PB L 265 van 8.11.1995, blz. 17).
(17)    Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1).
(18)    Richtlijn 98/68/EG van de Commissie van 10 september 1998 tot vaststelling van het in artikel 9, lid 1, van Richtlijn 95/53/EG van de Raad bedoelde modeldocument en van controlevoorschriften bij de invoer van diervoeder uit derde landen in de Gemeenschap (PB L 261 van 24.9.1998, blz. 32).
(19)    Verordening (EU) nr. 28/2012 van de Commissie van 11 januari 2012 tot vaststelling van voorschriften voor de certificering van de invoer in en de doorvoer door de Unie van bepaalde samengestelde producten en tot wijziging van Beschikking 2007/275/EG en Verordening (EG) nr. 1162/2009 (PB L 12 van 14.1.2012, blz. 1).
(20)    In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, geldt voor de toepassing van deze verordening dat verwijzingen naar de “Unie” moeten worden opgevat als zijnde eveneens van toepassing op het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

NL

BIJLAGE I

Bijlage I bevat standaardmodellen voor diergezondheidscertificaten, officiële certificaten en diergezondheids-/officiële certificaten en richtsnoeren voor het invullen ervan:

Hoofdstuk 1:Standaardmodel voor diergezondheidscertificaten, officiële certificaten en diergezondheids-/officiële certificaten voor verplaatsingen van dieren en producten tussen lidstaten of binnen de Unie

Hoofdstuk 2:Richtsnoeren voor het invullen van modellen van diergezondheidscertificaten, officiële certificaten en diergezondheids-/officiële certificaten voor verplaatsing van dieren en producten tussen lidstaten of binnen de Unie

Hoofdstuk 3:Standaardmodel voor diergezondheidscertificaten, officiële certificaten en diergezondheids-/officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie van dieren, producten van dierlijke oorsprong, samengestelde producten, levende producten, dierlijke bijproducten, kiemgroenten voor menselijke consumptie en zaden bestemd voor de productie van kiemgroenten voor menselijke consumptie

Hoofdstuk 4:Richtsnoeren voor het invullen van modellen van diergezondheidscertificaten, officiële certificaten en diergezondheids-/officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie van dieren, producten van dierlijke oorsprong, samengestelde producten, levende producten, dierlijke bijproducten, kiemgroenten voor menselijke consumptie en zaden bestemd voor de productie van kiemgroenten voor menselijke consumptie



HOOFDSTUK 1: STANDAARDMODEL VOOR DIERGEZONDHEIDSCERTIFICATEN, OFFICIËLE CERTIFICATEN EN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIËLE CERTIFICATEN VOOR VERPLAATSINGEN VAN DIEREN EN PRODUCTEN TUSSEN LIDSTATEN OF BINNEN DE UNIE

EUROPESE UNIE

INTRA

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender

 

I.2

Imsoc-referentie

Naam

I.2a

Lokale referentie

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger

I.6

Onafhankelijk van een inrichting werkende exploitant van verzamelingen

Naam

Naam

Registratienummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Vervoerder

 Vaartuig

 Vliegtuig

Naam

Registratie-/vergunningsnummer

Adres

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Land

ISO-landcode

I.17

Begeleidende documenten

Identificatie

 Overig

Type

Code

Document

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

 Verder houden

 Slacht

 Geconsigneerde inrichting

 Levende producten

 Geregistreerde paardachtige

 Reizend circus/dierennummer

 Tentoonstelling

 Evenement of activiteit in een grensgebied

 Vrijlating in het wild

 Verzendingscentrum

 Heruitzettingsgebied/zuiveringscentrum

 Inrichting voor aquacultuurdieren voor sierdoeleinden

 Verdere verwerking

Organische meststoffen en bodemverbeteraars

 Technisch gebruik

 Quarantaine- of soortgelijke inrichting

 Producten voor menselijke consumptie

Bestuiving

 Levende waterdieren voor menselijke consumptie

 Overig

I.21

Voor doorvoer door een derde land

Derde land

ISO-landcode

Plaats van uitgang

Code van de grenscontrolepost

Plaats van binnenkomst

Code van de grenscontrolepost

I.22

Voor doorvoer door lidstaten

I.23

Voor uitvoer

Lidstaat

ISO-landcode

Derde land

ISO-landcode

Lidstaat

ISO-landcode

Plaats van uitgang

Code van de grenscontrolepost

Lidstaat

ISO-landcode

I.24

Geschatte duur van het vervoer

I.25

Journaal

ja

nee

I.26

Totaal aantal verpakkingen

I.27

Totale hoeveelheid

I.28

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.29

Totale voor de zending voorziene ruimte

I.30

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Ondersoort/categorie

Geslacht

Identificatiesysteem

Identificatienummer

Leeftijd

Hoeveelheid

Type

Regio van oorsprong

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Slachthuis

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum

Test



EUROPESE UNIE

Modelcertificaat

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Imsoc-referentie

II.b

Lokale referentie

Certificerend functionaris

Naam (in hoofdletters)

Hoedanigheid en titel

Naam lokale controle-eenheid

Code lokale controle-eenheid

Datum

Stempel

Handtekening



EUROPESE UNIE

INTRA

Deel III: Controles

III.1

Datum van officiële controles

III.2

Imsoc-referentie

III.2a

Lokale referentie

III.3

Documentencontrole

III.4

Overeenstemmingscontrole

Ja

Nee

Ja

Nee

EU-norm

Ja

Nee

Conform

Niet conform

Conform

Niet conform

Nationale maatregelen

Ja

Nee

Toereikend

Niet-toereikend

III.5

Materiële controle

III.6

Laboratoriumtest

Ja

Nee

Ja

Nee

Datum:

Totaal aantal gecontroleerde dieren:

Test:

Steekproef

Vermoeden

Noodmaatregelen

Toereikend

Niet-toereikend

Testresultaten:

Nog niet beschikbaar

Toereikend

Niet-toereikend

III.7

Controle op het welzijn

Ja

Nee

Toereikend

Niet-toereikend

III.8

Niet-naleving van de wetgeving inzake welzijn

III.9

Niet-naleving van de wetgeving inzake gezondheid

Geschiktheid voor vervoer

Ongeldig of ontbreken van een certificaat

Vervoermiddel

Ongeldig bewijs van de registratie van de vervoerder

Vervoermethoden

Identiteits- en begeleidende documenten stemmen niet overeen

Transporttijdlimieten

Niet-toegestane verplaatsing

Aanvullende bepalingen voor lange transporten

Niet-erkend(e) regio/zone/compartiment

Beschikbare ruimte

Niet-erkende inrichting

Vergunning van de vervoerder

Verboden soorten

Getuigschrift van vakbekwaamheid van de bestuurder

Ontbreken van aanvullende diergezondheidsgaranties voor ziekten van categorie C

Aantekeningen in het journaal

Zieke of verdachte dieren

Overig

Niet-toereikend testresultaat

Ontbrekende of niet-conforme identificatie

Niet-naleving van nationale maatregelen

Ongeldig adres van bestemming

Overig

III.10

Gevolgen van het vervoer voor de dieren

III.11

Corrigerende maatregelen

Aantal dode dieren:

Schatting

Uitladen

Aantal niet voor vervoer geschikte dieren:

Schatting

Overladen in andere vervoermiddelen

Aantal geboorten of abortussen:

Quarantaine/isolering

Op humane wijze doden/euthanasie

III.12

Follow-up van quarantaine of isolering

Vernietiging van de karkassen/producten

Op humane wijze doden/euthanasie

Terugzending naar de lidstaat van verzending

Vrijgave

Behandeling van de dieren of producten

Gebruik van de producten voor andere doeleinden

Overig

III.13

Plaats van officiële controles

Geregistreerde inrichting

Voor verzameling erkende inrichting

Geconsigneerde inrichting

Onafhankelijk van een inrichting werkende exploitant van verzamelingen

Controlepost

Inrichting voor levende producten

Haven

Erkende inrichting

Plaats van uitgang

Luchthaven

Overig

Onderweg

III.14

Officiële dierenarts

Naam (in hoofdletters)

Hoedanigheid en titel

Naam lokale controle-eenheid

Code lokale controle-eenheid 

Datum:

Handtekening

HOOFDSTUK 2: RICHTSNOEREN VOOR HET INVULLEN VAN MODELLEN VAN DIERGEZONDHEIDSCERTIFICATEN, OFFICIËLE CERTIFICATEN EN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIËLE CERTIFICATEN VOOR VERPLAATSINGEN VAN DIEREN EN PRODUCTEN TUSSEN LIDSTATEN OF BINNEN DE UNIE

Algemeen

Om een optie te selecteren moet het overeenstemmende vak worden aangevinkt of met een kruisje (x) worden gemerkt.

Alle gegevens of vakken zijn van toepassing op het model van diergezondheidscertificaten, officiële certificaten en diergezondheids-/officiële certificaten in hoofdstuk 1, tenzij in de Uniewetgeving anders is aangegeven of bepaald.

Papieren exemplaren van een elektronisch certificaat dragen een uniek machineleesbaar optisch etiket dat naar de elektronische versie verwijst.

In de vakken I.18 en I.20 mag slechts één optie worden geselecteerd.

Als in een vak een of meer opties kunnen worden geselecteerd, wordt of worden in de elektronische versie van het certificaat alleen de geselecteerde optie(s) weergegeven.

Als een vak niet verplicht is, wordt de inhoud ervan als doorgehaald weergegeven.



DEEL I — BESCHRIJVING VAN DE ZENDING

Vak

Beschrijving

I.1

Verzender

Vermeld de naam en het adres, het land en de ISO-landcode 1 van de natuurlijke of rechtspersoon die de zending verzendt.

I.2

Imsoc-referentie

Dit is de unieke alfanumerieke code die door het Imsoc wordt toegewezen en in de vakken II.a en III.2 wordt herhaald.

I.2a

Lokale referentie

Vermeld de unieke alfanumerieke code die de bevoegde autoriteit kan toewijzen. Deze wordt herhaald in de vakken II.b en III.2a

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

Vermeld de naam van de centrale bevoegde autoriteit in het land die het certificaat afgeeft.

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

Vermeld de naam van de lokale bevoegde autoriteit in het land die het certificaat afgeeft.

I.5

Ontvanger

Vermeld de naam en het adres, het land en de ISO-landcode van de natuurlijke rechtspersoon voor wie of de rechtspersoon waarvoor de zending bestemd is in het land van bestemming.

I.6

Onafhankelijk van een inrichting werkende exploitant van verzamelingen

Betreft exploitanten van onafhankelijk van een inrichting werkende verzamelingen van gehouden hoefdieren en pluimvee, zoals bedoeld in artikel 90 van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad 2 .

Vermeld het registratienummer en de naam van de geregistreerde exploitant.

I.7

Land van oorsprong

Vermeld de naam en de ISO-landcode van het land waaruit de dieren of producten (levende producten, producten van dierlijke oorsprong en dierlijke bijproducten) afkomstig zijn.

I.8

Regio van oorsprong

Vermeld voor de verplaatsing van dieren of producten waarop regionalisatiemaatregelen van toepassing zijn overeenkomstig de Uniewetgeving, in voorkomend geval, de code van de goedgekeurde regio’s of zones zoals vermeld in het Publicatieblad van de Europese Unie, of de naam van de compartimenten voor ziekten bij waterdieren zoals vermeld in de lijst op  http://ec.europa.eu/food/animal/liveanimals/aquaculture/index_en.htm

I.9

Land van bestemming

Vermeld de naam en de ISO-landcode van het land waarvoor de dieren of producten bestemd zijn.

I.10

Regio van bestemming

Zie vak I.8.

I.11

Plaats van verzending

Vermeld de naam en het adres, het land en de ISO-landcode van de inrichting(en) of, indien van toepassing, andere plaats(en), waaruit de dieren of producten afkomstig zijn. Vermeld in voorkomend geval ook het registratie- of erkenningsnummer van de inrichting(en).

Voor dieren: vermeld de inrichting waar de dieren normaliter zijn gehouden of waar zij zijn verzameld.

Voor sperma, oöcyten of embryo’s, bestemd voor kunstmatige voortplanting: vermeld in voorkomend geval het spermawinningscentrum, het embryowinnings- of -productieteam, de verwerkingsinrichting voor levende producten, het opslagcentrum voor levende producten of de geconsigneerde inrichting. In het geval van sperma van schapen en geiten mag de plaats van verzending de inrichting waar donordieren worden gehouden zijn.

Voor andere producten: een afdeling van een onderneming in de levensmiddelensector of de sector van dierlijke bijproducten. Alleen de inrichting die de producten verzendt, moet worden genoemd.

I.12

Plaats van bestemming

Vermeld de naam en het adres, het land en de ISO-landcode van de inrichting of, indien van toepassing, een andere plaats waar de dieren of producten worden geleverd voor de laatste lossing. Vermeld in voorkomend geval ook het registratie- of erkenningsnummer van de inrichting van bestemming.

I.13

Plaats van lading

Alleen voor dieren: vermeld de naam en het adres van de plaats waar de dieren in het vervoermiddel worden geladen, en, als zij op voorhand worden verzameld, de naam en het adres van de voor verzameling erkende inrichting en het erkenningsnummer daarvan.

Voor producten: vermeld de naam, het adres en de categorie (bv. inrichting, haven of luchthaven) van de laatste plaats waar de producten in het vervoermiddel worden geladen.

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

Vermeld de geplande datum en, indien nodig, de tijd waarop de dieren of producten van de plaats van lading zullen vertrekken.

I.15

Vervoermiddel

Selecteer uit het volgende een of meer vervoermiddelen waarmee dieren of producten het land van verzending verlaten, met vermelding van hun identificatiekenmerken:

-vliegtuig (vermeld het vluchtnummer);

-vaartuig (vermeld de naam en het nummer van het vaartuig, of, in het geval van veeschepen, het unieke nummer van het goedkeuringscertificaat);

-treinwagon (vermeld de identificatiegegevens van de trein en het wagonnummer);

-wegvoertuig (vermeld het kentekennummer en indien van toepassing ook het kentekennummer van de aanhanger. Vermeld voor wegvoertuigen die voor lange transporten worden gebruikt ook het unieke nummer van het goedkeuringscertificaat.);

-andere (niet in artikel 2, punt n), van Verordening (EG) nr. 1/2005 3 van de Raad genoemde vervoermiddelen).

Selecteer in het geval van een veerboot “vaartuig” en identificeer het (de) wegvoertuig(en) aan de hand van het kentekennummer (en indien van toepassing ook het nummer van de aanhanger), en vermeld de naam en het nummer van de te gebruiken veerboot.

I.16

Vervoerder

Dit vak is alleen van toepassing op dieren en producten indien dat op grond van de wetgeving van de Unie vereist is.

Vermeld de naam, het adres, het land en de ISO-landcode van de voor het vervoer verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersoon of -personen.

Vermeld het registratie- of vergunningsnummer, indien van toepassing.

I.17

Begeleidende documenten

Vermeld het soort document: bijvoorbeeld Cites-vergunning overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad 4 , vergunning voor invasieve uitheemse soorten overeenkomstig artikel 8, leden 1 en 2, van Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad 5 of verklaringen of andere documenten, ook van commerciële aard.

Vermeld de unieke code van de begeleidende documenten en het land van afgifte.

Referentienummers handelsdocumenten: vermeld, bijvoorbeeld, het nummer van de luchtvrachtbrief, het nummer van de zeevrachtbrief of het commercieel registratienummer van de trein of het wegvoertuig.

Voor producten (producten van dierlijke oorsprong en dierlijke bijproducten): vermeld de referentie van het handelsdocument indien dat op grond van de wetgeving van de Unie vereist is.

Voor sperma, oöcyten of embryo’s bestemd voor kunstmatige voortplanting die worden verzonden vanuit verwerkingsinrichtingen voor levende producten en opslagcentra voor levende producten: vermeld de referentie van de oorspronkelijke officiële documenten of certificaten waarmee het sperma, de oöcyten en/of de embryo’s in deze zending die verwerkingsinrichtingen voor levende producten en opslagcentra voor levende producten zijn binnengekomen vanuit:

-het spermawinningscentrum waar het sperma is gewonnen en/of

-het embryowinnings- of -productieteam dat de oöcyten of embryo’s verzamelt of produceert, en/of

-de verwerkingsinrichting voor levende producten waar sperma, oöcyten of embryo’s zijn verwerkt en opgeslagen, en/of

-het opslagcentrum voor levende producten waar het sperma, de oöcyten of de embryo’s zijn opgeslagen.

Voor honden, katten en fretten, en indien van toepassing voor paardachtigen: vermeld het paspoortnummer.

Voor dieren van beschermde soorten: vermeld het nummer van de Cites-vergunning.

Voor gehouden hoefdieren die vanuit een voor verzamelingen erkende inrichting worden verzonden: vermeld het volgnummer van de officiële documenten en/of certificaten op basis waarvan het certificaat voor deze zending wordt afgegeven.

I.18

Vervoersomstandigheden

Vermeld de categorie van de vereiste temperatuur tijdens het vervoer van de producten (omgevingstemperatuur, gekoeld, ingevroren).

Dit vak is niet van toepassing op dieren.

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Vermeld, indien van toepassing, het laadkist- of recipiëntnummer en het zegelnummer (er kunnen meerdere nummers worden vermeld).

Het laadkist- of recipiëntnummer moet worden vermeld als de goederen in gesloten laadkisten of recipiënten worden vervoerd.

Alleen het nummer van het officiële zegel moet worden vermeld. Het gaat om een officieel zegelnummer als een zegel op de laadkist/recipiënt, vrachtwagen of treinwagon wordt aangebracht onder toezicht van de bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft.

I.20

Gecertificeerd als of voor

Selecteer het doel van de verplaatsing van dieren, het beoogde gebruik van goederen of de categorie zoals gespecificeerd in de desbetreffende wetgeving van de Unie:

Organische meststoffen en bodemverbeteraars: betreft bepaalde dierlijke bijproducten of afgeleide producten zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad 6 .

Technisch gebruik: dierlijke bijproducten of afgeleide producten die niet geschikt zijn voor menselijke of dierlijke consumptie, zoals bedoeld in artikel 36 van Verordening (EG) nr. 1069/2009.

Tentoonstelling: betreft dieren die bestemd zijn voor een tentoonstelling en voor sportieve, culturele of soortgelijke evenementen overeenkomstig de wetgeving van de Unie.

Producten voor menselijke consumptie: betreft alleen die voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong waarvoor op grond van de wetgeving van de Unie een certificaat vereist is.

Verdere verwerking: betreft producten die nog verder moeten worden verwerkt voor zij in de handel worden gebracht, alsmede levende waterdieren en andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren die bestemd zijn voor een ziektebestrijdende inrichting voor aquatische levensmiddelen zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 52, van Verordening (EU) 2016/429.

Levende waterdieren voor menselijke consumptie: waterdieren bestemd voor rechtstreekse menselijke consumptie, d.w.z. waterdieren die levend aan de eindverbruiker worden geleverd of levend worden geconsumeerd.

Geconsigneerde inrichting: zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 48, van Verordening (EU) 2016/429.

Quarantaine- of soortgelijke inrichting: zoals bepaald in artikel 14 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035 van de Commissie 7 wat landdieren betreft en in artikel 15 of artikel 16 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691 van de Commissie 8 wat aquacultuurdieren betreft.

Reizend circus/dierennummers: zoals gedefinieerd in artikel 2, respectievelijk punt 34 en punt 35, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035.

Vrijlating in het wild: betreft alleen levende dieren die op de plaats van bestemming in het wild worden vrijgelaten.

Geregistreerde paardachtige: zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 30, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035.

Verder houden: dieren die bestemd zijn voor inrichtingen waar levende dieren worden gehouden, met inbegrip van voor onderzoeksdoeleinden, of voor houders van gezelschapsdieren, tenzij ervoor een specifiekere bestemming of categorie van punt I.20 van toepassing is (bv. quarantaine, geconsigneerde inrichtingen enz.). Hieronder vallen ook dieren die bestemd zijn om in het wild te worden uitgezet of in het wild te worden vrijgelaten en eerst via een inrichting moeten passeren, alvorens zij worden vrijgelaten.

Zuiveringscentrum: zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691.

Verzendingscentrum: zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691.

Heruitzettingsgebied: zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691.

Inrichting voor aquacultuurdieren voor sierdoeleinden: zoals bepaald in artikel 17 of 18 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691.

Slacht: voor dieren die bestemd zijn voor een slachthuis, hetzij rechtstreeks, hetzij via een voor verzameling erkende inrichting.

Levende producten: zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 28, van Verordening (EU) 2016/429.

Evenement of activiteit in een grensgebied: betreft verplaatsingen van gehouden landdieren tussen lidstaten overeenkomstig artikel 139 van Verordening (EU) 2016/429, indien die verplaatsingen plaatsvinden:

- voor recreatief gebruik in grensgebied;

- voor in grensgebied georganiseerde tentoonstellingen en sportieve, culturele of soortgelijke evenementen;

- voor het laten grazen van gehouden landdieren op door lidstaten gedeeld weiland;

- voor het laten werken van gehouden landdieren in grensgebied van lidstaten.

Overig: voor doeleinden die nergens anders in deze indeling worden vermeld, met inbegrip van waterdieren die als aas voor de visvangst worden gebruikt.

I.21

Voor doorvoer door een derde land

Vermeld in het geval van wegvervoer de naam en de ISO-landcode van het derde land van doorvoer.

Selecteer de grenscontrolepost van uitgang of vermeld de naam van de lokale autoriteit van de plaats waar zich het punt van uitgang bevindt.

Selecteer de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie.

I.22

Voor doorvoer door lidstaten

Vermeld in het geval van vervoer over de weg de naam en de ISO-landcode van de lidsta(a)t(en) van doorvoer.

I.23

Voor uitvoer

Vermeld de naam en de ISO-landcode van het derde land van bestemming en selecteer de grenscontrolepost van uitgang of de naam van de lokale autoriteit van de plaats waar zich het punt van uitgang bevindt.

I.24

Geschatte duur van het vervoer

Dit vak is alleen van toepassing op dieren die binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1/2005 vallen en heeft betrekking op de verwachte duur van de geplande reis die de vervoerder overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt e), van die verordening in de vervoersdocumentatie heeft opgegeven.

De in dit vak ingevoerde informatie stemt overeen met de verwachte totale duur die is opgegeven in afdeling 1, betreffende de planning, van het journaal overeenkomstig bijlage II bij die verordening, voor als landbouwhuisdier gehouden paardachtigen, met uitzondering van geregistreerde paardachtigen, en als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen, geiten en varkens die lange transporten tussen lidstaten en met derde landen ondergaan (zoals gedefinieerd in artikel 2, punt m), van die verordening).

I.25

Journaal

Dit vak is alleen van toepassing op als landbouwhuisdier gehouden paardachtigen, met uitzondering van geregistreerde paardachtigen, en als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen, geiten en varkens die lange transporten tussen lidstaten en met derde landen ondergaan, zoals gedefinieerd in artikel 2, punt m), van Verordening (EG) nr. 1/2005.

Als “ja” wordt aangevinkt, genereert Imsoc automatisch het journaal dat door de organisator van het transport moet worden ingevuld en ingediend overeenkomstig bijlage II bij die verordening.

I.26

Totaal aantal verpakkingen

Vermeld het totale aantal en de soort verpakkingen in de zending, indien van toepassing.

Voor dieren: het aantal kratten, kooien, laadkisten, recipiënten, tanks, bijenkasten- of korven of boxen waarin de dieren worden vervoerd.

Voor sperma, oöcyten en embryo’s, bestemd voor kunstmatige voortplanting: het aantal laadkisten/recipiënten.

Voor producten: het aantal verpakkingen.

In het geval van bulkzendingen is dit vak facultatief.

I.27

Totale hoeveelheid

Voor landdieren of levende producten: vermeld in voorkomend geval het totale aantal stuks, broedeieren of rietjes, uitgedrukt als eenheden.

Voor waterdieren: vermeld in voorkomend geval het totale aantal dieren, eieren of larven, uitgedrukt als eenheden.

I.28

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

Het totale nettogewicht is de massa van de dieren of goederen zelf, zonder onmiddellijke verpakkingen en alle andere verpakkingen. Het wordt automatisch berekend door Imsoc op basis van de in vak I.30 ingevoerde informatie.

Het gedeclareerde nettogewicht van geglaceerde levensmiddelen is exclusief de glaceerlaag.

Vermeld het totale brutogewicht, d.w.z. de totale massa van de dieren of goederen plus de onmiddellijke verpakkingen en alle andere verpakkingen daarvan, maar exclusief de laadkisten of andere voor het vervoer gebruikte uitrusting.

I.29

Totale voor de zending voorziene ruimte (in m2)

Dit vak is alleen van toepassing op dieren die binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1/2005 vallen.

De beschikbare ruimte tijdens het vervoer moet ten minste voldoen aan de in bijlage I, hoofdstuk VII, bij Verordening (EG) nr. 1/2005 vastgestelde hoeveelheden voor de desbetreffende dieren en vervoermiddelen.

De in dit vak ingevoerde informatie stemt overeen met de totale voor de zending voorziene ruimte die is opgegeven in afdeling 1, betreffende de planning, van het journaal overeenkomstig bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1/2005, voor als landbouwhuisdier gehouden paardachtigen, met uitzondering van geregistreerde paardachtigen, en als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen, geiten en varkens die lange transporten tussen lidstaten en met derde landen ondergaan (zoals gedefinieerd in artikel 2, punt m), van die verordening).

I.30

Beschrijving van de zending

Vermeld alle specifieke voorschriften die op de dieren of de aard/verwerking van de producten betrekking hebben zoals bepaald in de desbetreffende wetgeving van de Unie.

Voor dieren: vermeld de soort, de categorie, de identificatiemethode, het identificatienummer, de leeftijd, het geslacht, de hoeveelheid of het nettogewicht, en de test. Voor honingbijen en hommels: koninginnen met maximaal 20 voedsters, kolonies met broedsel of anders. Voor waterdieren: vermeld het aantal, het volume of het nettogewicht, naargelang de levensfase waarin zij zich bevinden.

Voor sperma, oöcyten of embryo’s, bestemd voor kunstmatige voortplanting: vermeld

-het type (of het gaat om sperma, in vivo verkregen embryo’s, in vivo verkregen oöcyten, in vitro geproduceerde embryo’s of gemicromanipuleerde embryo’s);

-de winnings- of productiedatum;

-het erkenningsnummer van de inrichting waar zij zijn gewonnen of geproduceerd (spermawinningscentrum, embryowinnings- of -productieteam, verwerkingsinrichting voor levende producten, opslagcentrum voor levende producten of geconsigneerde inrichting). In het geval van sperma van schapen en geiten dat in de inrichting van oorsprong is gewonnen, vermeld: het registratienummer van die inrichting;

-het identificatiemerk op het rietje of op een andere verpakking;

-de hoeveelheid;

-de soort, de ondersoort (voor dieren uit geconsigneerde inrichtingen, indien nodig) en het identificatienummer van het/de donordier(en).

Voor producten: vermeld de soort, de typen producten, het soort behandeling, het erkennings- of registratienummer van de inrichtingen en de ISO-landcode (slachthuis, verwerkingsbedrijf, koelhuis, winningscentrum), het aantal verpakkingen, het type verpakking, het partijnummer, het nettogewicht.

Soort: de wetenschappelijke benaming of zoals gedefinieerd overeenkomstig de wetgeving van de Unie.

Type verpakking: geef het type verpakking aan overeenkomstig de definitie in aanbeveling 21 van UN/Cefact (Centrum van de Verenigde Naties voor de bevordering van handel en elektronisch zakendoen) 9 .



DEEL II — Certificering

Vak

Beschrijving

Europese Unie

Dit vak heeft betrekking op de landen van afgifte.

Modelcertificaat

Dit vak heeft betrekking op de specifieke titel van elk modelcertificaat

II.

Informatie over de gezondheid

Dit vak heeft betrekking op de specifieke gezondheidsvoorschriften van de Unie die van toepassing zijn voor de diersoort of de aard van de producten die tussen lidstaten of binnen de Unie worden verplaatst.

II.a

Imsoc-referentie

Dit is de unieke alfanumerieke code die in vak I.2 wordt vermeld.

II.b

Lokale referentie

Dit is de unieke alfanumerieke code die in vak I.2a wordt vermeld.

Certificerend functionaris

Dit vak heeft betrekking op de handtekening van de certificerende functionaris zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 26, van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad 10 .

Vermeld de naam in hoofdletters, de hoedanigheid en titel, indien van toepassing, van de ondertekenaar en de naam en de code van de controle-eenheid, het originele stempel van de bevoegde autoriteit waaraan de ondertekenaar is gelieerd, evenals de datum van ondertekening.



DEEL III: Controles

Vak

Beschrijving

III.1

Datum van officiële controles

Vermeld de datum waarop de officiële dierenarts zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 32, van Verordening (EU) 2017/625 de officiële controles op de zending heeft uitgevoerd.

III.2

Imsoc-referentie

Dit is de unieke alfanumerieke code die in vak I.2 wordt vermeld.

III.2a

Lokale referentie

Dit is de unieke alfanumerieke code die in vak I.2.a wordt vermeld.

III.3

Documentencontrole

Hier gaat het om het onderzoek van de certificaten, officiële verklaringen en andere documenten, met inbegrip van handelsdocumenten, die de zending moeten vergezellen, om na te gaan of de wetgeving van de Unie, met inbegrip van de aanvullende diergezondheidsgaranties voor ziekten van categorie C zoals gedefinieerd in artikel 1, punt 3, van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie 11 , wordt nageleefd. Dit omvat ook de controle op de naleving van nationale maatregelen overeenkomstig artikel 226 van Verordening (EU) 2016/429, voor zover van toepassing.

Niet-naleving van de nationale maatregelen betekent dat de zending als niet toereikend wordt beschouwd.

Selecteer “ja” of nee”.

III.4

Overeenstemmingscontrole

Dit is een visuele inspectie om te verifiëren of de inhoud en etikettering van de zending, met inbegrip van de merken op dieren, zegels en vervoermiddelen, overeenstemmen met de informatie in het certificaat en andere documenten die de zending vergezellen.

Selecteer “ja” of nee”.

III.5

Materiële controle

Dit heeft betrekking op een controle betreffende dieren of producten, en, in voorkomend geval, betreffende verpakkingen, vervoermiddelen, etikettering en temperatuur, alsmede bemonstering voor analyses, tests en diagnoses en andere controles die noodzakelijk zijn om de naleving van de toepasselijke regels te verifiëren.

Selecteer “ja” of nee”.

Vermeld het aantal gecontroleerde dieren.

III.6

Laboratoriumtest

Selecteer “ja” indien een test is uitgevoerd.

Getest op: selecteer de categorie van de stof of de pathogeen waarvoor een laboratoriumtest is uitgevoerd;

-    selecteer “steekproef” indien de zending niet in bewaring wordt genomen in afwachting van de testresultaten;

-    selecteer “vermoeden” indien wordt vermoed dat de dieren of producten niet aan de wetgeving van de Unie voldoen (ook in gevallen waarin dieren ervan verdacht worden een ziekte te hebben of ziektesymptomen vertonen) en zij in bewaring worden genomen in afwachting van een resultaat;

- selecteer “noodmaatregelen” indien dieren of producten worden getest op grond van toepasselijke noodmaatregelen op Unie- of nationaal niveau en in bewaring worden genomen in afwachting van een resultaat.

Testresultaten:

-selecteer “nog niet beschikbaar” in afwachting van een testresultaat;

-selecteer “toereikend” of “niet-toereikend” indien het testresultaat beschikbaar is.

III.7

Controle op het welzijn

Dit vak is alleen van toepassing op dieren die binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1/2005 vallen.

Selecteer “nee” indien de dieren geen controle op het welzijn hebben ondergaan.

Selecteer “toereikend” of “niet-toereikend” indien de resultaten van de controle van de dieren en de vervoersomstandigheden bij aankomst beschikbaar zijn.

III.8

Niet-naleving van de wetgeving inzake welzijn

Selecteer wat van toepassing is, afhankelijk van de aard van de geconstateerde niet-naleving met betrekking tot de bescherming van dieren tijdens het vervoer overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van Verordening (EG) nr. 1/2005:

-geschiktheid voor vervoer (bijlage I, hoofdstukken I en VI, punt 1.9);

-vervoermiddelen (bijlage I, hoofdstukken II en IV);

-vervoermethoden (bijlage I, hoofdstuk III);

-transporttijdlimieten (bijlage I, hoofdstuk V);

-aanvullende bepalingen voor lange transporten (bijlage I, hoofdstuk VI);

-ruimte voor de dieren (bijlage I, hoofdstuk VII);

-vervoersvergunning (artikel 6);

-getuigschrift van vakbekwaamheid van de bestuurder (artikel 6, lid 5);

-aantekeningen in het journaal (in geval van ontbrekende of inconsistente informatie in het journaal);

-overige (indien geen van de bovengenoemde varianten van niet-naleving van toepassing is, zo nodig aanvullen).

III.9

Niet-naleving van de wetgeving inzake gezondheid

Selecteer wat van toepassing is, afhankelijk van de aard van de geconstateerde niet-naleving:

-ongeldig of ontbrekend certificaat (wanneer een zending zonder certificering of voorafgaande melding wordt verplaatst);

-ongeldig bewijs van de registratie van de vervoerder;

-identiteits- en begeleidende documenten stemmen niet overeen;

-niet-toegestane verplaatsing (wanneer noodmaatregelen op Unie- of nationaal niveau een rol spelen voor de landen voor de betrokken soort);

-niet-erkend(e) regio/zone/compartiment;

-niet-erkende inrichting;

-verboden soorten (verboden in een lidstaat of beschermd uit hoofde van Cites);

-ontbreken van aanvullende diergezondheidsgaranties voor ziekten van categorie C;

-zieke of verdachte dieren;

-niet-toereikend testresultaat;

-ontbrekende of niet-conforme identificatie;

-niet-naleving van nationale maatregelen;

-ongeldig adres van bestemming;

-overige (indien geen van de bovengenoemde varianten van niet-naleving van toepassing is, zo nodig aanvullen).

III.10

Gevolgen van het vervoer voor de dieren

Dit vak is alleen van toepassing op dieren.

Aantal dode dieren: vermeld het aantal gestorven dieren.

Aantal niet geschikte dieren: vermeld het aantal niet voor vervoer geschikte dieren.

Aantal geboorten of abortussen: geef aan hoeveel vrouwtjes tijdens het vervoer jongen hebben geworpen of een miskraam hebben gehad.

Geef voor dieren die in grote aantallen worden verzonden (eendagskuikens, vissen, weekdieren enz.) een schatting van het aantal niet voor vervoer geschikte of dode dieren.

III.11

Corrigerende maatregelen

Vermeld elk genomen besluit om een of meer van de in de vakken III.8 en III.9 vermelde geconstateerde gevallen van niet-naleving te verhelpen, overeenkomstig artikel 138, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625:

-uitladen: uitladen van de dieren en onderbrenging ervan in geschikte huisvesting met adequate verzorging totdat het probleem is opgelost;

-overladen in andere vervoermiddelen: de zending dieren of een deel daarvan van een vervoermiddel dat niet aan de wettelijke voorschriften voldoet, overbrengen naar een ander vervoermiddel;

-quarantaine/isolering;

-op humane wijze doden/euthanasie van dieren (op voorwaarde dat dit de meest geschikte maatregel is om de gezondheid van mensen te beschermen alsmede de gezondheid van dieren en het dierenwelzijn);

-vernietiging van de karkassen/producten;

-terugzending naar de lidstaat van verzending;

-behandeling van de dieren of producten;

-aanwending van producten voor andere dan de aanvankelijke doeleinden;

-overige (indien geen van de bovengenoemde maatregelen van toepassing is, zo nodig aanvullen).

III.12

Follow-up van quarantaine of isolering

Voor landdieren: selecteer “op humane wijze doden/euthanasie” of “vrijgave” van dieren afhankelijk van de resultaten van de onderzoeken tijdens de quarantaine.

Voor aquacultuurdieren: selecteer “op humane wijze doden/euthanasie” of “vrijgave” van dieren afhankelijk van de resultaten van onderzoeken tijdens de isolering in een overeenkomstig artikel 16 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691 erkende inrichting.

III.13

Plaats van officiële controles

Selecteer een inspectieplaats:

-Geregistreerde inrichting;

-Erkende inrichting;

-Voor verzameling erkende inrichting;

-Onafhankelijk van een inrichting werkende exploitant van verzamelingen;

-Geconsigneerde inrichting;

-Inrichting voor levende producten;

-Controlepost;

-Haven;

-Luchthaven;

-Onderweg;

-Plaats van uitgang;

-Overig ( indien geen van bovengenoemde plaatsen van toepassing is).



III.14

Officiële dierenarts

Dit vak heeft betrekking op de handtekening van de officiële dierenarts zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 32, van Verordening (EU) 2017/625.

Vermeld de naam in hoofdletters, de hoedanigheid en titel, indien van toepassing, de naam en de code van de controle-eenheid en de datum van ondertekening.



HOOFDSTUK 3: STANDAARDMODEL VOOR DIERGEZONDHEIDSCERTIFICATEN, OFFICIËLE CERTIFICATEN EN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIËLE CERTIFICATEN VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN DIEREN, PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG, SAMENGESTELDE PRODUCTEN, LEVENDE PRODUCTEN, DIERLIJKE BIJPRODUCTEN, KIEMGROENTEN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE EN ZADEN BESTEMD VOOR DE PRODUCTIE VAN KIEMGROENTEN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE

LAND

Certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

 Producten voor menselijke consumptie

 Farmaceutisch gebruik

 Technisch gebruik

 Verdere verwerking

 Diervoeder

 Handelsmonsters

 Conservenindustrie

 Voeder voor gezelschapsdieren

 Verder houden

 Levende producten

 Geregistreerde paardachtige

Organische meststoffen en bodemverbeteraars

 Slacht

 Geconsigneerde inrichting

 Vrijlating in het wild

 Reizend circus/dierennummer

 Levende waterdieren voor menselijke consumptie

Quarantaine-inrichting

 Tentoonstelling

 Inrichting voor aquacultuurdieren voor sierdoeleinden

 Verzendingscentrum

 Heruitzettingsgebied/zuiveringscentrum

 Overig

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

Voor opnieuw binnenbrengen



I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Ondersoort/categorie

Geslacht

Identificatiesysteem

Identificatienummer

Leeftijd

Hoeveelheid

Type

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Slachthuis

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum

Test



LAND

Modelcertificaat

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

Certificerend functionaris

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 4: RICHTSNOEREN VOOR HET INVULLEN VAN MODELLEN VAN DIERGEZONDHEIDSCERTIFICATEN, OFFICIËLE CERTIFICATEN EN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIËLE CERTIFICATEN VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN DIEREN, PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG, SAMENGESTELDE PRODUCTEN, LEVENDE PRODUCTEN, DIERLIJKE BIJPRODUCTEN, KIEMGROENTEN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE EN ZADEN BESTEMD VOOR DE PRODUCTIE VAN KIEMGROENTEN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE

Algemeen

Om een optie te selecteren moet het overeenstemmende vak worden aangevinkt of met een kruisje (x) worden gemerkt.

Alle gegevens of vakken zijn van toepassing op de modellen van diergezondheidscertificaten, officiële certificaten en diergezondheids-/officiële certificaten in hoofdstuk 3, tenzij in de Uniewetgeving anders is aangegeven of bepaald.

Als een vak niet verplicht is, wordt de inhoud ervan als doorgehaald weergegeven.

In de vakken I.18 en I.20 mag slechts één optie worden geselecteerd.

In de vakken I.21 tot en met I.23 mag slechts één vak worden geselecteerd.

Als in een vak een of meer opties kunnen worden geselecteerd, wordt of worden in de elektronische versie van het certificaat alleen de geselecteerde optie(s) weergegeven.

DEEL I — BESCHRIJVING VAN DE ZENDING

Vak

Beschrijving

Land

Vermeld de naam van het derde land dat het certificaat afgeeft.

I.1

Verzender/exporteur

Vermeld de naam en het adres, het land en de ISO-landcode 12 van de natuurlijke of rechtspersoon die de zending verzendt. Deze moet in een derde land zijn gevestigd, behalve voor het opnieuw binnenbrengen van zendingen van oorsprong uit de Unie.

I.2

Referentienummer certificaat

Vermeld de door de bevoegde autoriteit van het derde land toegewezen unieke alfanumerieke code. Dit vak is niet verplicht voor certificaten die via Imsoc worden ingediend. Herhaald in vak II.a

I.2a

Imsoc-referentie

Dit is de unieke alfanumerieke code die door Imsoc wordt toegewezen. Herhaald in vak II.b

Dit vak wordt niet ingevuld als het certificaat niet via Imsoc wordt ingediend.

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

Vermeld de naam van de centrale autoriteit in het derde land die het certificaat afgeeft.

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

Vermeld de naam van de lokale autoriteit in het derde land die het certificaat afgeeft, indien van toepassing.

I.5

Ontvanger/importeur

Vermeld de naam en het adres van de natuurlijke persoon voor wie of de rechtspersoon waarvoor de zending bestemd is in de lidstaat of, in het geval van doorvoer, in het derde land van bestemming.

Dit vak is facultatief voor zendingen die door de Unie worden doorgevoerd.

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Vermeld de naam en het adres, het land en de ISO-landcode van de natuurlijke of rechtspersoon in de lidstaat die voor de zending verantwoordelijk is op het ogenblik dat zij op de grenscontrolepost wordt aangeboden en die als of namens de importeur de nodige declaraties bij de bevoegde autoriteit doet. Deze exploitant mag dezelfde zijn als de in vak I.5 vermelde exploitant.

Voor producten die worden doorgevoerd door de Unie: dit vak is verplicht.

Voor bepaalde dieren: dit vak is verplicht indien dit op grond van de desbetreffende wetgeving van de Unie vereist is.

Voor dieren en producten die bestemd zijn om in de handel te worden gebracht: dit vak is facultatief.

I.7

Land van oorsprong

Voor producten: vermeld de naam en de ISO-code van het land waar de goederen zijn geproduceerd, vervaardigd of verpakt (voorzien van het identificatiemerk).

Voor dieren: vermeld het land van verblijf tijdens de voorgeschreven periode zoals bepaald in de desbetreffende wetgeving van de Unie. Voor geregistreerde paarden die opnieuw in de Unie worden binnengebracht na tijdelijke uitvoer voor wedstrijden, wedrennen of uitgenodigd te zijn voor specifieke culturele manifestaties in bepaalde derde landen: vermeld het land van waaruit zij het laatst zijn verzonden.

In het geval van handel waarbij meer dan één derde land is betrokken (driehoekshandel), moet voor elk land van oorsprong een afzonderlijk certificaat worden ingevuld.

I.8

Regio van oorsprong

Vermeld, in voorkomend geval, voor de verplaatsing van dieren of producten waarop regionalisatiemaatregelen van toepassing zijn overeenkomstig de Uniewetgeving de code van de goedgekeurde regio’s, zones of compartimenten zoals vermeld in het Publicatieblad van de Europese Unie.

I.9

Land van bestemming

Vermeld de naam en de ISO-landcode van de lidstaat van bestemming van de dieren of producten.

Als de producten worden doorgevoerd, moeten de naam en de ISO-code van het derde land van bestemming worden vermeld.

I.10

Regio van bestemming

Zie vak I.8.

I.11

Plaats van verzending

Vermeld de naam en het adres, het land en de ISO-landcode van de inrichting(en) waaruit de dieren of producten afkomstig zijn. Vermeld, indien dat op grond van de Uniewetgeving vereist is, het registratienummer of erkenningsnummer ervan.

Voor dieren: vermeld de inrichting waar de dieren normaliter zijn gehouden.

Vermeld voor sperma, oöcyten of embryo’s, bestemd voor kunstmatige voortplanting, in voorkomend geval het spermawinningscentrum, het embryowinnings- of -productieteam, de verwerkingsinrichting voor levende producten, het opslagcentrum voor levende producten of de geconsigneerde inrichting. In het geval van sperma van schapen en geiten mag de plaats van verzending de inrichting waar donordieren worden gehouden zijn.

Voor bepaalde visserijproducten zoals bedoeld in artikel 10 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625 van de Commissie 13 : de plaats van verzending mag een vaartuig zijn.

Voor andere producten: een afdeling van een onderneming in de levensmiddelensector of de sector van dierlijke bijproducten. Alleen de inrichting die de producten verzendt, moet worden genoemd. In het geval van handel waarbij meer dan één derde land is betrokken (driehoekshandel), is de plaats van verzending de laatste in een derde land gevestigde inrichting van de uitvoerketen van waaruit de definitieve zending naar de Unie wordt vervoerd.

I.12

Plaats van bestemming

Vermeld de naam en het adres, het land en de ISO-landcode van de plaats waar de zending wordt geleverd voor de laatste lossing. Vermeld in voorkomend geval ook het registratie- of erkenningsnummer van de inrichting van bestemming.

Voor de opslag van producten die worden doorgevoerd: vermeld de naam, het adres en het erkenningsnummer van het entrepot zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2124 van de Commissie 14 . Dit vak is facultatief in geval van doorvoer zonder opslag van producten.

I.13

Plaats van lading

Voor dieren: vermeld de naam en het adres van de plaats waar de dieren in het vervoermiddel worden geladen, en, als zij op voorhand worden verzameld, de naam en het adres van de voor verzameling erkende inrichting.

Voor producten: vermeld de naam, het adres en de categorie (bv. inrichting, haven of luchthaven) van de laatste plaats waar de producten in het vervoermiddel worden geladen voor het vervoer naar de Europese Unie. Vermeld in het geval van een laadkist/recipiënt waar de laadkist/recipiënt op het laatste vervoermiddel op weg naar de Europese Unie wordt geplaatst. Vermeld in het geval van een veerboot de plaats waar de vrachtwagen wordt ingescheept.

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

Voor dieren: de geplande datum en tijd van vertrek van de dieren in hun vervoermiddel (vliegtuig, vaartuig, treinwagon of wegvoertuig).

Voor producten: de datum waarop het vervoermiddel vertrekt (vliegtuig, vaartuig, treinwagon of wegvoertuig).

I.15

Vervoermiddel

Selecteer uit het volgende een of meer vervoermiddelen waarmee dieren of goederen het land van verzending verlaten, met vermelding van hun identificatiekenmerken:

-vliegtuig (vermeld het vluchtnummer);

-vaartuig (vermeld de naam en het nummer van het vaartuig);

-treinwagon (vermeld de identificatiegegevens van de trein en het wagonnummer);

-wegvoertuig (vermeld het kentekennummer en indien van toepassing ook het nummer van de aanhanger).

Selecteer in het geval van een veerboot “vaartuig” en identificeer het (de) wegvoertuig(en) aan de hand van het kentekennummer (en indien van toepassing ook het nummer van de aanhanger), en vermeld de naam en het nummer van de te gebruiken veerboot.

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

Vermeld voor certificaten die niet via Imsoc worden ingediend de naam van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie; selecteer in andere gevallen de naam van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie en de door Imsoc toegewezen unieke alfanumerieke code.

I.17

Begeleidende documenten

Vermeld het soort vereist document: bijvoorbeeld een Cites-vergunning, een vergunning voor invasieve uitheemse soorten, verklaringen of andere documenten, ook van commerciële aard.

Vermeld de unieke code van de vereiste begeleidende documenten en het land van afgifte.

Referentienummers handelsdocumenten: vermeld, bijvoorbeeld, het nummer van de luchtvrachtbrief, het nummer van de zeevrachtbrief of het commercieel registratienummer van de trein of het wegvoertuig.

I.18

Vervoersomstandigheden

Vermeld de categorie van de vereiste temperatuur tijdens het vervoer van de producten (omgevingstemperatuur, gekoeld, ingevroren).

Dit vak is niet van toepassing op dieren.

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Vermeld, indien van toepassing, het laadkist- of recipiëntnummer en het zegelnummer (er kunnen meerdere nummers worden vermeld).

Het laadkist- of recipiëntnummer moet worden vermeld als de goederen in gesloten laadkisten of recipiënten worden vervoerd.

Alleen het nummer van het officiële zegel moet worden vermeld. Het gaat om een officieel zegel als een zegel op de laadkist/recipiënt, vrachtwagen of treinwagon wordt aangebracht onder toezicht van de bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft.

I.20

Gecertificeerd als of voor

Selecteer het doel van de verplaatsing van dieren, het beoogde gebruik van goederen of de categorie zoals gespecificeerd in de desbetreffende wetgeving van de Unie:

Diervoeder: betreft alleen voor de voeding van landbouwhuisdieren bestemde dierlijke bijproducten zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad 15 .

Voeder voor gezelschapsdieren: betreft alleen dierlijke bijproducten die voor gebruik als voeder voor gezelschapsdieren of voor de vervaardiging van voeder voor gezelschapsdieren bestemd zijn, zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 1069/2009.

Organische meststoffen en bodemverbeteraars: betreft bepaalde dierlijke bijproducten of afgeleide producten zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 1069/2009.

Technisch gebruik: dierlijke bijproducten of afgeleide producten die niet geschikt zijn voor menselijke of dierlijke consumptie, zoals bedoeld in artikel 36 van Verordening (EG) nr. 1069/2009.

Farmaceutisch gebruik: dierlijke bijproducten die niet geschikt zijn voor menselijke of dierlijke consumptie, zoals bedoeld in artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1069/2009.

Handelsmonsters: zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 39, bij Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie 16 .

Tentoonstelling: betreft dieren die bestemd zijn voor een tentoonstelling en voor sportieve, culturele of soortgelijke evenementen of voor gebruik als tentoonstellingsmateriaal zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 34, bij Verordening (EU) nr. 142/2011.

Conservenindustrie: betreft producten voor menselijke consumptie (bijvoorbeeld tonijn) die specifiek bestemd zijn voor de conservenindustrie.

Producten voor menselijke consumptie: betreft alleen die voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong waarvoor op grond van de wetgeving van de Unie een diergezondheidscertificaat, officieel certificaat of diergezondheids-/officieel certificaat vereist is.

Verdere verwerking: betreft producten die nog verder moeten worden verwerkt voor zij in de handel worden gebracht, alsmede levende waterdieren en andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren die bestemd zijn voor een ziektebestrijdende inrichting voor aquatische levensmiddelen zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 52, van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad.

Levende waterdieren voor menselijke consumptie: waterdieren bestemd voor rechtstreekse menselijke consumptie, d.w.z. waterdieren die levend aan de eindverbruiker worden geleverd of levend worden geconsumeerd.

Geconsigneerde inrichting: zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 48, van Verordening (EU) 2016/429.

Quarantaine-inrichting: zoals bepaald in artikel 14 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035 van de Commissie 17 wat landdieren betreft en in artikel 15 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691 van de Commissie 18 wat aquacultuurdieren betreft.

Reizend circus/dierennummers: zoals gedefinieerd in artikel 2, respectievelijk punt 34 en punt 35, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035.

Vrijlating in het wild: betreft alleen levende dieren die op de plaats van bestemming in het wild worden vrijgelaten.

Geregistreerde paardachtige: zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 30, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035.

Verder houden: dieren die bestemd zijn voor inrichtingen waar levende dieren worden gehouden of voor houders van gezelschapsdieren, tenzij ervoor een specifiekere bestemming of categorie van punt I.20 van toepassing is (bv. quarantaine, geconsigneerde inrichtingen enz.). Hieronder vallen ook dieren die bestemd zijn om in het wild te worden uitgezet of in het wild te worden vrijgelaten en eerst via een inrichting moeten passeren, alvorens zij worden vrijgelaten.

Zuiveringscentrum: zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691.

Verzendingscentrum: zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691.

Heruitzettingsgebied: zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691.

Inrichting voor aquacultuurdieren voor sierdoeleinden: zoals bepaald in artikel 17 of 18 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691.

Slacht: voor dieren die bestemd zijn voor een slachthuis, hetzij rechtstreeks, hetzij via een voor verzameling erkende inrichting.

Levende producten: zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 28, van Verordening (EU) 2016/429.

Overig: voor doeleinden die nergens anders in deze indeling worden vermeld, met inbegrip van waterdieren die als aas voor de visvangst worden gebruikt.

I.21

Voor doorvoer

Selecteer dit vak voor de doorvoer van dieren of producten door de Europese Unie van een derde land naar een ander derde land of van een deel van een derde land naar een ander deel van datzelfde derde land.

Vermeld de naam en de ISO-code van het derde land van bestemming.

I.22

Voor de interne markt

Selecteer dit vak indien de zending bestemd is om in de Unie in de handel te worden gebracht.

I.23

Voor opnieuw binnenbrengen

Selecteer dit vak in het geval van geregistreerde paardachtigen die bestemd zijn voor wedstrijden of wedrennen, of zijn uitgenodigd voor specifieke culturele manifestaties, en die na hun tijdelijke uitvoer opnieuw in de Europese Unie mogen binnenkomen.

I.24

Totaal aantal verpakkingen

Vermeld het totale aantal verpakkingen in de zending, indien van toepassing.

Voor dieren: vermeld het aantal kratten, kooien, laadkisten, bijenkasten- of korven of boxen waarin de dieren worden vervoerd.

Voor sperma, oöcyten en embryo’s, bestemd voor kunstmatige voortplanting: vermeld het aantal recipiënten.

In het geval van bulkzendingen is dit vak facultatief.

I.25

Totale hoeveelheid

Voor landdieren of levende producten: vermeld in voorkomend geval het totale aantal stuks, broedeieren of rietjes, uitgedrukt als eenheden.

Voor waterdieren: vermeld in voorkomend geval het totale aantal dieren, eieren of larven, uitgedrukt als eenheden.

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

Het totale nettogewicht is de massa van de dieren of goederen zelf, zonder onmiddellijke verpakkingen en alle andere verpakkingen. Het wordt automatisch berekend door Imsoc op basis van de in vak I.27 ingevoerde informatie. Het gedeclareerde nettogewicht van geglaceerde levensmiddelen is exclusief de glaceerlaag.

Vermeld het totale brutogewicht, d.w.z. de totale massa van de dieren of goederen plus de onmiddellijke verpakkingen en alle andere verpakkingen daarvan, maar exclusief de laadkisten of andere voor het vervoer gebruikte uitrusting.

I.27

Beschrijving van de zending

Vermeld de desbetreffende code van het geharmoniseerd systeem (GS-code) en de door de Werelddouaneorganisatie bepaalde titel zoals bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad 19 . Deze douanebeschrijving wordt in voorkomend geval aangevuld met alle informatie die nodig is voor de veterinaire indeling van de dieren of producten. Vermeld daarnaast alle specifieke voorschriften die op de dieren of de aard/verwerking van de producten betrekking hebben zoals bepaald in de desbetreffende wetgeving van de Unie.

Voor dieren: vermeld de soort, de categorie, de identificatiemethode, het identificatienummer, de leeftijd, het geslacht, de hoeveelheid of het nettogewicht, en de test. Voor honingbijen en hommels: koninginnen met maximaal 20 voedsters, kolonies met broedsel of anders.

Voor sperma, oöcyten of embryo’s, bestemd voor kunstmatige voortplanting: vermeld

-het type (of het gaat om sperma, in vivo verkregen embryo’s, in vivo verkregen oöcyten, in vitro geproduceerde embryo’s of gemicromanipuleerde embryo’s);

-de winnings- of productiedatum;

-het erkenningsnummer van de inrichting waar zij zijn gewonnen of geproduceerd (spermawinningscentrum, embryowinnings- of -productieteam, verwerkingsinrichting voor levende producten, opslagcentrum voor levende producten of geconsigneerde inrichting);

-het identificatiemerk op het rietje of op een andere verpakking;

-de hoeveelheid;

-de soort, de ondersoort (voor dieren uit geconsigneerde inrichtingen, indien nodig) en het identificatienummer van het/de donordier(en).

Voor producten: vermeld de soort, het type product, het soort behandeling, het identificatiemerk en het erkenningsnummer van de inrichtingen (bv. slachthuis, verwerkingsbedrijf, koelhuis), waar van toepassing samen met de ISO-landcode, het aantal verpakkingen, het type verpakking, het partijnummer, het nettogewicht en de (vroegste) datum van winning/productie. Selecteer “eindverbruiker” indien producten zijn verpakt voor eindverbruikers.

Voor dierlijke bijproducten of afgeleide producten: vermeld de soort, het type product, het soort behandeling, het erkennings- of registratienummer van het verwerkings- of productiebedrijf en de ISO-landcode, het aantal verpakkingen, het type verpakking, het partijnummer, het nettogewicht.

Soort: de wetenschappelijke benaming of zoals gedefinieerd overeenkomstig de wetgeving van de Unie.

Type verpakking: geef het type verpakking aan overeenkomstig de definitie in aanbeveling 21 20 van UN/Cefact (Centrum van de Verenigde Naties voor de bevordering van handel en elektronisch zakendoen).





DEEL II — Certificering

Vak

Beschrijving

Land

Vermeld de naam van het derde land dat het certificaat afgeeft.

Modelcertificaat

Dit vak heeft betrekking op de specifieke titel van elk modelcertificaat

II.

Informatie over de gezondheid

Dit vak heeft betrekking op de specifieke gezondheids- en welzijnsvoorschriften van de Unie die van toepassing zijn voor de diersoort of de aard van de producten en zoals bepaald in de gelijkwaardigheidsovereenkomsten met bepaalde derde landen of in andere wetgeving van de Unie, zoals die inzake certificering.

Indien er voor de zending geen verklaringen inzake de dier- of volksgezondheid of andere verklaringen zijn afgegeven, moet dit deel worden geschrapt of ongeldig worden gemaakt of in zijn geheel worden verwijderd overeenkomstig de voetnoten bij deel II van de specifieke certificaten van de Unie.

II.2a

Referentienummer certificaat

Dit is de unieke alfanumerieke code die in vak I.2 wordt vermeld.

II.2b

Imsoc-referentie

Dit is de unieke alfanumerieke code die in vak I.2a wordt vermeld.

Certificerend functionaris

Dit vak heeft betrekking op de handtekening van de certificerende functionaris zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 26, van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad.

Vermeld de naam in hoofdletters, de hoedanigheid en titel, indien van toepassing, van de ondertekenaar en de naam en het originele stempel van de bevoegde autoriteit waaraan de ondertekenaar is gelieerd, evenals de datum van ondertekening.

BIJLAGE II

Bijlage II bevat het volgende model van diergezondheidscertificaat en het volgende officiële certificaat:

Hoofdstuk 1:Model van diergezondheidscertificaat voor de verplaatsing binnen de Unie van producten van dierlijke oorsprong die mogen worden verplaatst uit een beperkingszone waarvoor noodmaatregelen of ziektebestrijdingsmaatregelen gelden, of die afkomstig zijn van diersoorten waarvoor zulke maatregelen gelden (Model INTRA-EMERGENCY)

Hoofdstuk 2:Model van officieel certificaat voor de verplaatsing tussen lidstaten van voor menselijke consumptie bestemd niet-onthuid grof vrij wild (MODEL INTRA-UNSKINNED LARGE WILD GAME)



HOOFDSTUK 1: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDSCERTIFICAAT VOOR DE VERPLAATSING BINNEN DE UNIE VAN PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG DIE MOGEN WORDEN VERPLAATST UIT EEN BEPERKINGSZONE WAARVOOR NOODMAATREGELEN OF ZIEKTEBESTRIJDINGSMAATREGELEN GELDEN, OF DIE AFKOMSTIG ZIJN VAN DIERSOORTEN WAARVOOR ZULKE MAATREGELEN GELDEN (MODEL INTRA-EMERGENCY)

EUROPESE UNIE

INTRA

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender

 

I.2

Imsoc-referentie

Naam

I.2a

Lokale referentie

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger

I.6

Onafhankelijk van een inrichting werkende exploitant van verzamelingen

Naam

Naam

Registratienummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Vervoerder

 Vaartuig

 Vliegtuig

Naam

Registratie-/vergunningsnummer

Adres

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Land

ISO-landcode

I.17

Begeleidende documenten

Identificatie

 Overig

Type

Code

Document

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

 Verder houden

 Slacht

 Geconsigneerde inrichting

 Levende producten

 Geregistreerde paardachtige

 Reizend circus/dierennummer

 Tentoonstelling

 Evenement of activiteit in een grensgebied

 Vrijlating in het wild

 Verzendingscentrum

 Heruitzettingsgebied/zuiveringscentrum

 Inrichting voor aquacultuurdieren voor sierdoeleinden

 Verdere verwerking

Organische meststoffen en bodemverbeteraars

 Technisch gebruik

 Quarantaine- of soortgelijke inrichting

 Producten voor menselijke consumptie

Bestuiving

 Levende waterdieren voor menselijke consumptie

 Overig

I.21

Voor doorvoer door een derde land

Derde land

ISO-landcode

Plaats van uitgang

Code van de grenscontrolepost

Plaats van binnenkomst

Code van de grenscontrolepost

I.22

Voor doorvoer door lidstaten

I.23

Voor uitvoer

Lidstaat

ISO-landcode

Derde land

ISO-landcode

Lidstaat

ISO-landcode

Plaats van uitgang

Code van de grenscontrolepost

Lidstaat

ISO-landcode

I.24

Geschatte duur van het vervoer

I.25

Journaal

ja

nee

I.26

Totaal aantal verpakkingen

I.27

Totale hoeveelheid

I.28

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.29

Totale voor de zending voorziene ruimte

I.30

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Ondersoort/categorie

Geslacht

Identificatiesysteem

Identificatienummer

Leeftijd

Hoeveelheid

Type

Regio van oorsprong

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Slachthuis

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum

Test



EUROPESE UNIE

Modelcertificaat INTRA-EMERGENCY

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de in deel I beschreven producten van dierlijke oorsprong voldoen aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in …………………………………..………………… [in te vullen: de titel en de datum van de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van de desbetreffende rechtshandeling van de Commissie waarin deze voorwaarden zijn vastgesteld, of de verwijzing naar de rechtshandeling of instructie die de bevoegde autoriteit die de voorwaarden heeft opgelegd, heeft goedgekeurd en openbaar gemaakt]

met betrekking tot ziektebestrijdingsmaatregelen ten aanzien van …………………………………………………………………... [naam van de desbetreffende ziekte invullen] in ………………………………………………. [lidstaat van oorsprong invullen].

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit diergezondheidscertificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 2, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Officiële dierenarts

Naam (in hoofdletters)

Hoedanigheid en titel

Naam lokale controle-eenheid

Code lokale controle-eenheid

Datum

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 2: MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE VERPLAATSING TUSSEN LIDSTATEN VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD NIET-ONTHUID GROF VRIJ WILD (MODEL INTRA-UNSKINNED LARGE WILD GAME)

EUROPESE UNIE

INTRA

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender

 

I.2

Imsoc-referentie

Naam

I.2a

Lokale referentie

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger

I.6

Onafhankelijk van een inrichting werkende exploitant van verzamelingen

Naam

Naam

Registratienummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Vervoerder

 Vaartuig

 Vliegtuig

Naam

Registratie-/vergunningsnummer

Adres

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Land

ISO-landcode

I.17

Begeleidende documenten

Identificatie

 Overig

Type

Code

Document

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

 Verder houden

 Slacht

 Geconsigneerde inrichting

 Levende producten

 Geregistreerde paardachtige

 Reizend circus/dierennummer

 Tentoonstelling

 Evenement of activiteit in een grensgebied

 Vrijlating in het wild

 Verzendingscentrum

 Heruitzettingsgebied/zuiveringscentrum

 Inrichting voor aquacultuurdieren voor sierdoeleinden

 Verdere verwerking

Organische meststoffen en bodemverbeteraars

 Technisch gebruik

 Quarantaine- of soortgelijke inrichting

 Producten voor menselijke consumptie

Bestuiving

 Levende waterdieren voor menselijke consumptie

 Overig

I.21

Voor doorvoer door een derde land

Derde land

ISO-landcode

Plaats van uitgang

Code van de grenscontrolepost

Plaats van binnenkomst

Code van de grenscontrolepost

I.22

Voor doorvoer door lidstaten

I.23

Voor uitvoer

Lidstaat

ISO-landcode

Derde land

ISO-landcode

Lidstaat

ISO-landcode

Plaats van uitgang

Code van de grenscontrolepost

Lidstaat

ISO-landcode

I.24

Geschatte duur van het vervoer

I.25

Journaal

ja

nee

I.26

Totaal aantal verpakkingen

I.27

Totale hoeveelheid

I.28

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.29

Totale voor de zending voorziene ruimte

I.30

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Ondersoort/categorie

Geslacht

Identificatiesysteem

Identificatienummer

Leeftijd

Hoeveelheid

Type

Regio van oorsprong

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Slachthuis

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum

Test



EUROPESE UNIE

Modelcertificaat INTRA-UNSKINNED LARGE WILD GAME

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende verklaart dat:

a)alle relevante delen van de kadavers van de dieren en de verklaring voldoen aan de voorschriften van bijlage III, sectie IV, hoofdstuk II, punt 4, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad;

b)het grof vrij wild niet is verzameld in een gebied waarvoor om gezondheidsredenen voor de betrokken soort een verbodsmaatregel of een beperkende maatregel is ingesteld overeenkomstig de nationale of Uniewetgeving.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit officiële certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 2, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie. 

 

Deel I:

Vak I.11:    vermeld een registratienummer of enig ander identificatienummer. Indien niet van toepassing, vermeld “XXX”.

Vak I.12:    vul nadere gegevens over de wildbewerkingsinrichting in.

Vak I.20:    voor de certificatie voor menselijke consumptie is een positieve uitkomst van de officiële inspectie in de wildbewerkingsinrichting vereist.

Vak I.30:    Beschrijving van de zending:

“GN-code”: gebruik de juiste code van het Geharmoniseerd Systeem (GS) van de Werelddouaneorganisatie: 02031190, 02032190, 02089030, 02089060 en 02089098.

Certificerend functionaris

Naam (in hoofdletters)

Hoedanigheid en titel

Naam lokale controle-eenheid

Code lokale controle-eenheid

Datum

Stempel

Handtekening



BIJLAGE III

Bijlage III bevat de volgende modellen van diergezondheids-/officiële certificaten en officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie:

Model

Vers vlees van hoefdieren

BOV

Hoofdstuk 1: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van separatorvlees, van als landbouwhuisdier gehouden runderen

OVI

Hoofdstuk 2: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van separatorvlees, van als landbouwhuisdier gehouden schapen en geiten

POR

Hoofdstuk 3: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van separatorvlees, van als landbouwhuisdier gehouden varkens

EQU

Hoofdstuk 4: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van gehakt vlees en separatorvlees, van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen (Equus caballus, Equus asinus en kruisingen daarvan)

RUF

Hoofdstuk 5: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van slachtafval, gehakt vlees en separatorvlees, van als gekweekt wild gehouden dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen en geiten), kameelachtigen en hertachtigen

RUW

Hoofdstuk 6: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van slachtafval, gehakt vlees en separatorvlees, van wilde dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen en geiten), wilde kameelachtigen en wilde hertachtigen

SUF

Hoofdstuk 7: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van slachtafval, gehakt vlees en separatorvlees, van als gekweekt wild gehouden dieren van wilde varkensrassen en dieren van de familie Tayassuidae 

SUW

Hoofdstuk 8: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van slachtafval, gehakt vlees en separatorvlees, van wilde dieren van wilde varkensrassen en wilde dieren van de familie Tayassuidae

EQW

Hoofdstuk 9: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van slachtafval, gehakt vlees en separatorvlees, van eenhoevig vrij wild van het ondergeslacht Hippotigris (zebra)

RUM-MSM

Hoofdstuk 10: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd separatorvlees van als landbouwhuisdier gehouden herkauwers

SUI-MSM

Hoofdstuk 11: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd separatorvlees van als landbouwhuisdier gehouden varkens

NZ-TRANSIT-SG

Hoofdstuk 12: Model van diergezondheidscertificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd vers vlees van oorsprong uit Nieuw-Zeeland dat via Singapore is doorgevoerd, is gelost, en eventueel is opgeslagen en overgeladen vóór binnenkomst in de Unie

Vlees van pluimvee, loopvogels en ander vederwild, eieren en eiproducten

POU

Hoofdstuk 13: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van gehakt vlees en separatorvlees, van ander pluimvee dan loopvogels

POU-MI/MSM

Hoofdstuk 14: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd gehakt vlees en separatorvlees van ander pluimvee dan loopvogels

RAT

Hoofdstuk 15: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van gehakt vlees en separatorvlees, van loopvogels

RAT-MI/MSM

Hoofdstuk 16: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd gehakt vlees en separatorvlees van loopvogels

GBM

Hoofdstuk 17: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van gehakt vlees en separatorvlees, van vederwild

GBM-MI/MSM

Hoofdstuk 18: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd gehakt vlees en separatorvlees, van vederwild

E

Hoofdstuk 19: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde eieren

EP

Hoofdstuk 20: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde eiproducten

Vers vlees, met uitzondering van separatorvlees, van wilde leporidae, bepaalde niet-gedomesticeerde landzoogdieren en gekweekte konijnen

WL

Hoofdstuk 21: Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd vers vlees van wilde leporidae (konijnen en hazen), met uitzondering van gehakt vlees en separatorvlees, en van slachtafval, tenzij het gaat om niet-onthuide en niet van de ingewanden ontdane leporidae (Model WL)

WM

Hoofdstuk 22: Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van slachtafval, gehakt vlees en separatorvlees, van andere niet-gedomesticeerde landzoogdieren dan hoefdieren en leporidae

RM

Hoofdstuk 23: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van gehakt vlees en separatorvlees, van gekweekte konijnen

Vleesbereidingen

MP-PREP

Hoofdstuk 24: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde vleesbereidingen

Vleesproducten, waaronder gesmolten dierlijke vetten en kanen, vleesextracten en behandelde magen, blazen en darmen, met uitzondering van casings

MPNT

Hoofdstuk 25: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde vleesproducten, waaronder gesmolten dierlijke vetten en kanen, vleesextracten en behandelde magen, blazen en darmen, met uitzondering van casings, die geen specifieke risicobeperkende behandeling hoeven te ondergaan

MPST

Hoofdstuk 26: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde vleesproducten, waaronder gesmolten dierlijke vetten en kanen, vleesextracten en behandelde magen, blazen en darmen, met uitzondering van casings, die een specifieke risicobeperkende behandeling moeten ondergaan

casings

CAS

Hoofdstuk 27: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde casings

Voor menselijke consumptie bestemde levende vis, levende schaaldieren en producten van dierlijke oorsprong van die dieren

FISH-CRUST-HC

Hoofdstuk 28: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde levende vis, levende schaaldieren en producten van dierlijke oorsprong van die dieren

EU-FISH

Hoofdstuk 29: Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde visserijproducten die zijn gevangen door vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren en die al dan niet met opslag in derde landen zijn overgeladen

FISH/MOL-CAP

Hoofdstuk 30: Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde visserijproducten of visserijproducten op basis van tweekleppige weekdieren die rechtstreeks van een reeferschip, vriesvaartuig of fabrieksvaartuig dat de vlag van een derde land voert de Unie binnenkomen, zoals bepaald in artikel 11, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625

Levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren, mariene buikpotigen en producten van dierlijke oorsprong van die dieren

MOL-HC

Hoofdstuk 31: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren, mariene buikpotigen en producten van dierlijke oorsprong van die dieren

MOL-AT

Hoofdstuk 32: Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde verwerkte tweekleppige weekdieren van de soort Acanthocardia tuberculatum

Rauwe melk, zuivelproducten, colostrum en producten op basis van colostrum

MILK-RM

Hoofdstuk 33: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde rauwe melk

MILK-RMP/NT

Hoofdstuk 34: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde zuivelproducten die van rauwe melk zijn afgeleid of die geen specifieke risicobeperkende behandeling hoeven te ondergaan

DAIRY-PRODUCTS-PT

Hoofdstuk 35: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde zuivelproducten die een pasteurisatie moeten ondergaan

DAIRY-PRODUCTS-ST

Hoofdstuk 36: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde zuivelproducten die een andere specifieke risicobeperkende behandeling dan pasteurisatie moeten ondergaan

COLOSTRUM

Hoofdstuk 37: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd colostrum

COLOSTRUM-BP

Hoofdstuk 38: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde producten op basis van colostrum

Gekoelde, ingevroren of bereide kikkerbilletjes

FRG

Hoofdstuk 39: Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde gekoelde, ingevroren of bereide kikkerbilletjes

Slakken

SNS

Hoofdstuk 40: Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde slakken

Gelatine

GEL

Hoofdstuk 41: Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde gelatine

Collageen

COL

Hoofdstuk 42: Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd collageen

Grondstoffen voor de productie van gelatine en collageen

RCG

Hoofdstuk 43: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van grondstoffen voor de productie van voor menselijke consumptie bestemd(e) gelatine en collageen

Behandelde grondstoffen voor de productie van gelatine en collageen

TCG

Hoofdstuk 44: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van behandelde grondstoffen voor de productie van voor menselijke consumptie bestemd(e) gelatine en collageen

Voor menselijke consumptie bestemde honing en andere producten van de bijenteelt

HON

Hoofdstuk 45: Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde honing en andere producten van de bijenteelt

Zeer verfijnd(e) chondroïtinesulfaat, hyaluronzuur, andere producten van gehydrolyseerd kraakbeen, chitosan, glucosamine, stremsel, vislijm en aminozuren

HRP

Hoofdstuk 46: Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd(e) zeer verfijnd(e) chondroïtinesulfaat, hyaluronzuur, andere producten van gehydrolyseerd kraakbeen, chitosan, glucosamine, stremsel, vislijm en aminozuren

Reptielenvlees

REP

Hoofdstuk 47: Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemd reptielenvlees

Insecten

INS

Hoofdstuk 48: Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde insecten

Andere producten van dierlijke oorsprong

PAO

Hoofdstuk 49: Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde andere producten van dierlijke oorsprong van als landbouwhuisdier gehouden hoefdieren, pluimvee, konijnen of visserijproducten, die niet onder de artikelen 8 tot en met 26 van Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie vallen

Samengestelde producten

COMP

Hoofdstuk 50: Model van diergezondheids-/officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde niet-houdbare samengestelde producten en houdbare samengestelde producten die een zekere hoeveelheid vleesproducten, met uitzondering van gelatine, collageen en zeer verfijnde producten, bevatten

Kiemgroenten voor menselijke consumptie en zaden bestemd voor de productie van kiemgroenten voor menselijke consumptie

SPR

Hoofdstuk 51: Model van een officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie van kiemgroenten voor menselijke consumptie en zaden bestemd voor de productie van kiemgroenten voor menselijke consumptie

Doorvoer door de Unie naar een derde land, hetzij rechtstreeks, hetzij na opslag in de Unie, van samengestelde producten

TRANSIT-COMP

Hoofdstuk 52: Model van diergezondheidscertificaat voor de doorvoer door de Unie naar een derde land, hetzij rechtstreeks, hetzij na opslag in de Unie, van voor menselijke consumptie bestemde niet-houdbare samengestelde producten en houdbare samengestelde producten die een zekere hoeveelheid vleesproducten bevatten



HOOFDSTUK 1: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD VERS VLEES, MET UITZONDERING VAN SEPARATORVLEES, VAN ALS LANDBOUWHUISDIER GEHOUDEN RUNDEREN (MODEL BOV)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

 Producten voor menselijke consumptie

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Slachthuis

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum



LAND

Modelcertificaat BOV

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van het vers vlees is]

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad 21 , Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 22 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 23 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad, Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 24 en dat het in deel I beschreven vers vlees(2) van als landbouwhuisdier gehouden runderen (inclusief de soorten Bison en Bubalus en kruisingen daarvan) overeenkomstig deze voorschriften is geproduceerd en met name dat:

II.1.1.    het [vlees] [gehakt vlees](1) afkomstig is van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

II.1.2.    het vlees is verkregen overeenkomstig bijlage III, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

(1) II.1.3.    [het gehakt vlees is geproduceerd overeenkomstig bijlage III, sectie V, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en bevroren is tot een inwendige temperatuur van ten hoogste – 18 °C;]

II.1.4.    het vlees op grond van overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 19, 24, 29, 30, 33 tot en met 35, 37 en 38 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 en de artikelen 3, 4, 5, 7 en 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 uitgevoerde ante- en post-mortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie is bevonden;

II.1.5.    (1) hetzij    [het karkas of de delen van het karkas voorzien zijn van het in artikel 48 van en bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 vastgestelde gezondheidsmerk;]

   (1) hetzij    [de colli [vlees] [gehakt vlees](1) van een identificatiemerk voorzien zijn overeenkomstig    bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;]

II.1.6.    het [vlees] [gehakt vlees](1) voldoet aan de relevante criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 25 ;

II.1.7.    is voldaan aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 26 ingediende plannen betreffende residuen, en de betrokken dieren en producten voor het betrokken land van oorsprong zijn opgenomen in de lijst in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 27 ;

II.1.8.    het [vlees] [gehakt vlees](1) is geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 28 en de maximumgehalten voor verontreinigingen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 29 garanderen.

II.1.9.    het [vlees] [gehakt vlees](1) is opgeslagen en vervoerd overeenkomstig de desbetreffende voorschriften van bijlage III, respectievelijk sectie I en sectie V, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

II.1.10.    met betrekking tot boviene spongiforme encefalopathie (BSE):

(1) hetzij    [het land of gebied van oorsprong overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG van de Commissie 30 is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico, en

(1) hetzij    [de dieren waarvan het vlees of gehakt vlees afkomstig is, zijn geboren, ononderbroken gehouden en geslacht in een overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico ingedeeld land of gebied;]

(1) hetzij    [de dieren waarvan het vlees of gehakt vlees afkomstig is, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een gecontroleerd BSE-risico, en:

(1) hetzij    [i)    het vlees of gehakt vlees geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, a), bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevat en daar niet van afkomstig is;]

(1) hetzij    [i)    de karkassen, halve karkassen of halve karkassen die in ten hoogste drie delen zijn verdeeld en voor- en achtervoeten geen ander gespecificeerd risicomateriaal als omschreven in bijlage V, punt 1, a), bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevatten dan wervelkolom, inclusief achterwortelganglia, en de karkassen of delen van karkassen van dieren ouder dan 30 maanden die wervelkolom bevatten, zijn gekenmerkt door een duidelijk zichtbare rode streep op het in artikel 13 of 15 van Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad 31  (3) bedoelde etiket;]

ii)    de dieren waarvan het vlees of gehakt vlees afkomstig is, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;]

(1) hetzij    [de dieren waarvan het vlees of gehakt vlees afkomstig is, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico, en:

(1) hetzij    [i)    het vlees of gehakt vlees geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, a), bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevat en daar niet van afkomstig is;]

(1) hetzij    [i)    de karkassen, halve karkassen of halve karkassen die in ten hoogste drie delen zijn verdeeld en voor- en achtervoeten geen ander gespecificeerd risicomateriaal als gedefinieerd in bijlage V, punt 1, a), bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevatten dan wervelkolom, inclusief achterwortelganglia, en de karkassen of delen van karkassen van dieren ouder dan 30 maanden die wervelkolom bevatten, zijn gekenmerkt door een duidelijk zichtbare rode streep op het in artikel 13 of 15 van Verordening (EG) nr. 1760/2000 bedoelde etiket (3);]

ii)    de dieren waarvan het vlees of gehakt vlees afkomstig is, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;]

iii)    aan de dieren waarvan het vlees of gehakt vlees afkomstig is, geen vleesbeendermeel of kanen, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid 32 , zijn vervoederd;

iv)    het vlees of gehakt vlees is geproduceerd en behandeld op een wijze die waarborgt dat het geen zenuw- en lymfeweefsel dat bij het ontbenen is vrijgelegd, bevat en daar ook niet mee is besmet.]]

(1) hetzij     [het land of gebied van oorsprong overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een gecontroleerd BSE-risico, en

a)    de dieren waarvan het vlees of gehakt vlees afkomstig is, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument, en

(1) hetzij    [b)    het vlees of gehakt vlees geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, a), bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevat en daar niet van afkomstig is;]

(1) hetzij    [b)    de karkassen, halve karkassen of halve karkassen die in ten hoogste drie delen zijn verdeeld en voor- en achtervoeten geen ander gespecificeerd risicomateriaal als gedefinieerd in bijlage V, punt 1, a), bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevatten dan wervelkolom, inclusief achterwortelganglia, en de karkassen of delen van karkassen van dieren ouder dan 30 maanden die wervelkolom bevatten, zijn gekenmerkt door een duidelijk zichtbare rode streep op het in artikel 13 of 15 van Verordening (EG) nr. 1760/2000 bedoelde etiket (3);]]

 (1) hetzij     [het land of gebied van oorsprong niet overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld of is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico, en

a)    de dieren waarvan het vlees of gehakt vlees afkomstig is, niet zijn:

i)    geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;

ii)    gevoederd met vleesbeendermeel of kanen afkomstig van herkauwers, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid;

(1) hetzij    [b)    het vlees of gehakt vlees geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, a), bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevat en daar niet van afkomstig is;]

(1) hetzij    [b)    de karkassen, halve karkassen of halve karkassen die in ten hoogste drie delen zijn verdeeld en voor- en achtervoeten geen ander gespecificeerd risicomateriaal als gedefinieerd in bijlage V, punt 1, a), bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevatten dan wervelkolom, inclusief achterwortelganglia, en de karkassen of delen van karkassen van dieren ouder dan 30 maanden die wervelkolom bevatten, zijn gekenmerkt door een duidelijk zichtbare rode streep op het in artikel 13 of 15 van Verordening (EG) nr. 1760/2000 bedoelde etiket (3);]

c)    het vlees of gehakt vlees geen zenuw- en lymfeweefsel dat bij het uitbenen is vrijgekomen bevat en is daar niet van afkomstig is.]

(4)    [II.1.11.    het voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1688/2005 van de Commissie 33 .]

II.2. Verklaring inzake de diergezondheid

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het in deel I beschreven vers vlees:

II.2.1.    is verkregen in de zone(s) met de code(s): ……………………(5) waaruit op de datum van afgifte van dit certificaat de binnenkomst in de Unie van vers vlees van runderen is toegestaan en die is/zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden, en:

a)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het slachten van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van infectie met het runderpestvirus en gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen deze ziekte is uitgevoerd, en

(1)hetzij    [b)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het slachten van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer en gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen deze ziekte is uitgevoerd.]

(1)(6)hetzij    [b)    waar sinds ___/___/____ (dd/mm/jjjj) geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer.]

(1)(7)hetzij    [b)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het slachten van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer en er onder toezicht van de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied een vaccinatieprogramma tegen mond-en-klauwzeer wordt uitgevoerd bij gehouden runderen.]

(1)(8)hetzij    [b)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het slachten van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer en er onder toezicht van de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied een vaccinatieprogramma tegen mond-en-klauwzeer wordt uitgevoerd bij gehouden runderen; dit toezicht omvat de controle van de doeltreffendheid van het vaccinatieprogramma door middel van regelmatige serologische bewaking waaruit bij de dieren een voldoende hoge antilichaamtiter blijkt en waaruit tevens blijkt dat het mond-en-klauwzeervirus niet circuleert in de zone.]

(1)(9)hetzij    [b)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het slachten van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer, en gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen deze ziekte is uitgevoerd en de afwezigheid van de ziekte door de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied wordt gecontroleerd door middel van een regelmatige serologische surveillance waaruit blijkt dat het mond-en-klauwzeervirus niet circuleert.]

II.2.2.    is verkregen van dieren die:

(1)hetzij    [sedert hun geboorte of ten minste gedurende de laatste drie maanden vóór het slachten in de onder II.2.1. bedoelde zone(s) hebben verbleven.]

(1)hetzij    [op ___/___/___ (dd/mm/jjjj) in de onder II.2.1. bedoelde zone zijn binnengebracht uit de zone met de code ___ - __ (5) waaruit de binnenkomst in de Unie van vers vlees van runderen op die datum was toegestaan en waar zij sedert hun geboorte of ten minste de laatste drie maanden vóór het slachten hebben verbleven.]

(1)hetzij    [op ___/___/___ (dd/mm/jjjj) in de onder II.2.1. bedoelde zone zijn binnengebracht uit de lidstaat met ISO-code ___.]

II.2.3.    is verkregen van dieren die afkomstig zijn uit inrichtingen:

a)    die zijn geregistreerd door en onder toezicht staan van de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied en beschikken over een systeem om gegevens te bewaren en bij te houden overeenkomstig artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 34 ;

b)    waar regelmatig diergezondheidsinspecties door een dierenarts worden uitgevoerd met het oog op het opsporen van, en de informatievoorziening over, tekenen die wijzen op de aanwezigheid van ziekten, met inbegrip van de relevante in de lijst opgenomen ziekten, zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, en van nieuwe ziekten;

c)    die op het tijdstip van de verzending naar het slachthuis niet onder nationale beperkende maatregelen om diergezondheidsredenen vielen, met inbegrip van beperkingen die betrekking hebben op de relevante in de lijst opgenomen ziekten, zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, en nieuwe ziekten;

d)    waar geen van de aldaar gehouden dieren is ingeënt tegen [mond-en-klauwzeer en] (10) infectie met het runderpestvirus;

(1) hetzij    [e)    waar en waaromheen in een gebied met een straal van 10 km (dat, in voorkomend geval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten) de laatste 30 dagen vóór de datum van het slachten geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer of infectie met het runderpestvirus;]

(1)(7)hetzij    [e)    waar en waaromheen in een gebied met een straal van 25 km (dat, in voorkomend geval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten) de laatste 60 dagen vóór de datum van het slachten geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer of infectie met het runderpestvirus;]

(1)(9)hetzij    [e)    waar en waaromheen in een gebied met een straal van 10 km (dat, in voorkomend geval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten) de laatste twaalf maanden vóór de datum van het slachten geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer of infectie met het runderpestvirus;]

(1)(7) hetzij[f)    waar zij gedurende een periode van ten minste 40 dagen vóór de directe verzending naar het slachthuis hebben verbleven;]

(1)(7)(11) hetzij    [f)    waar de dieren gedurende een periode van ten minste 40 dagen hebben verbleven voordat zij zonder met dieren met een lagere gezondheidsstatus in contact te komen naar een enkel, door de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 20, lid 2, punt b), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 erkend, verzamelcentrum en vervolgens direct naar een slachthuis zijn vervoerd;]

(1)(12)    [g)    waar: i) in de laatste drie maanden geen dieren zijn binnengebracht uit gebieden van waaruit de binnenkomst in de Unie van vers vlees van runderen niet is toegestaan; ii) de dieren geïdentificeerd en geregistreerd zijn in het nationale systeem voor identificatie en certificatie van oorsprong voor runderen;

h)    die in de lijst van erkende inrichtingen zijn opgenomen op grond van een positief uitgevallen inspectie door de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied die is weergegeven in een in Imsoc geregistreerd officieel verslag, en die regelmatig door de bevoegde autoriteit zijn geïnspecteerd om na te gaan of aan de relevante voorschriften van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 wordt voldaan.]

II.2.4.    het vlees is verkregen van dieren die:

a)van de inrichting van oorsprong naar een slachthuis zijn verzonden in vervoermiddelen: i) die zo zijn gebouwd dat de dieren niet kunnen ontsnappen of uit het vervoermiddel kunnen vallen; ii) waarin de ruimte waar de dieren worden gehouden visueel kan worden gecontroleerd; iii) waaruit het verlies van dierlijke uitwerpselen, gebruikt strooisel of voeder wordt voorkomen of tot een minimum wordt beperkt, en iv) die onmiddellijk voor het vervoer van de dieren zijn gereinigd en ontsmet met een door de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied toegelaten ontsmettingsmiddel, zonder in contact te zijn gekomen met andere dieren die niet aan de voorwaarden van de punten II.2.1, II.2.2 en II.2.3 voldoen;

b)tijdens het vervoer naar het slachthuis zijn de dieren niet door in een derde land of gebied, of een zone daarvan, gekomen dat (die) niet in de lijst is opgenomen voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees van runderen en zijn zij niet in contact geweest met dieren met een lagere gezondheidsstatus;

c)    zijn geslacht [[op ___/___/___ (dd/mm/jjjj)] (1) [tussen ___/___/___ (dd/mm/jjjj) en ___/___/___ (dd/mm/jjjj)](1)](13);

d)    tijdens het slachten nooit in contact zijn geweest met dieren van een lagere gezondheidsstatus.

(1)(12)    [e)    die in het slachthuis vóór het slachten volledig gescheiden zijn gehouden van dieren waarvan het vlees niet voor de Unie bestemd is.]

II.2.5.    is verkregen in een slachthuis waar en waaromheen in een gebied met een straal van 10 km (dat, in voorkomend geval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten) de 30 dagen vóór de datum van het slachten van de dieren geen melding is gemaakt van de onder II.2.1 genoemde ziekten.

II.2.6.    strikt gescheiden is gehouden van vers vlees dat niet voldoet aan de desbetreffende diergezondheidsvoorschriften voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees van runderen, tijdens het slachten, uitsnijden en tot het vers vlees:

(1)hetzij    [is verpakt voor verdere opslag;]

(1)hetzij    [in het vervoermiddel wordt geladen, als onverpakt vers vlees, met het oog op verzending naar de Unie].

[II.2.7.    ander uitgebeend vers vlees dan slachtafval is en is verkregen van karkassen:

(1)(7)    [i) waaruit de voornaamste toegankelijke lymfeklieren zijn verwijderd, ii) die vóór de beenderen zijn verwijderd ten minste 24 uur zijn gerijpt bij een temperatuur van meer dan +2 °C, en iii) waarbij de pH van het vlees, elektronisch gemeten in het midden van de longissimus dorsi-spier na het rijpen en vóór het uitbenen, minder dan 6,0 bedroeg.]

(1)(14)    [i) waaruit de voornaamste toegankelijke lymfeklieren zijn verwijderd, en ii) die vóór de beenderen zijn verwijderd ten minste 24 uur zijn gerijpt bij een temperatuur van meer dan +2 °C.]] (1)

II.3. Verklaring inzake het dierenwelzijn

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het in deel I beschreven vlees afkomstig is van dieren die in het slachthuis met inachtneming van de voorschriften van de wetgeving van de Unie inzake de bescherming van dieren bij het doden of van ten minste gelijkwaardige voorschriften zijn behandeld.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees en gehakt vlees (zoals gedefinieerd in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004) van als landbouwhuisdier gehouden runderen (zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692), ook wanneer de Unie niet de eindbestemming van dergelijk vers vlees is.

De uitsluiting van separatorvlees is uitdrukkelijk in de titel vermeld om verwarring te voorkomen, aangezien dit product niet met dit certificaat voor vers vlees kan worden ingevoerd.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I

Vak I.8:    Vul de code van de zone in zoals die is vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

Vak I.27:    De juiste GS-code gebruiken: 02.01, 02.02, 02.06, 05.04 of 15.02.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

“Aard van de goederen”: vul in “hele karkassen”, “halve karkassen”, “voor- en achtervoeten” of “deelstukken”.

“Soort behandeling”: indien van toepassing “zonder been”, “met been” en/of “gerijpt” vermelden. Indien ingevroren, de datum (mm/jj) vermelden waarop de delen/stukken zijn ingevroren.

Deel II:

(1)    Schrappen indien niet van toepassing.

(2)    Vers vlees zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.10, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

(3)    In het in artikel 56 van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde gemeenschappelijk gezondheidsdocument van binnenkomst (GGB) wordt het aantal runderkarkassen of delen daarvan vermeld waaruit de wervelkolom moet worden verwijderd.

(4)    Doorhalen indien de zending niet bestemd is voor binnenkomst in Finland of Zweden.

(5)    Code van de zone zoals vermeld in de tweede kolom van de tabel in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(6)    Alleen voor zones met een aanvangsdatum in de achtste kolom van de tabel in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(7)    Voor zones waarvoor de vermelding betreffende specifieke voorwaarden “Rijping, pH en ontbening” in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen.

(8)    Voor zones waarvoor naast de vermelding betreffende specifieke voorwaarden “Rijping, pH en ontbening” ook de vermelding “Gecontroleerd vaccinatieprogramma” in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen.

(9)    Voor zones waarvoor naast de vermelding betreffende specifieke voorwaarden “Rijping, pH en ontbening” ook de vermelding “Geen vaccinatieprogramma uitgevoerd” in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen.

(10)    Doorhalen voor zones waarvoor de vermelding betreffende specifieke voorwaarden “Rijping, pH en ontbening” in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen en waar een vaccinatieprogramma tegen mond-en-klauwzeer van serotype A, O of C wordt uitgevoerd.

(11)    Alleen voor zones waarvoor de vermelding betreffende diergezondheidsgaranties “Verzamelcentrum” in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen.

(12)    Voor zones waarvoor de vermelding betreffende specifieke voorwaarden “Aanvullende traceerbaarheid” in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen.

(13)    Datum of data van het slachten. De binnenkomst in de Unie van dit vlees is alleen toegestaan als het vlees is verkregen van dieren die zijn geslacht na de datum waarop voor de onder II.2.1 bedoelde zone(s) de binnenkomst in de Unie van vers vlees van runderen was toegestaan of in een periode waarin voor de binnenkomst van dat vlees uit deze zone(s) geen door de Unie genomen veterinairrechtelijke beperkingsmaatregelen golden of in een periode waarin de toestemming voor de binnenkomst in de Unie van dat vlees uit deze zone(s) niet was opgeschort.

(14)    Voor zones waarvoor de vermelding betreffende specifieke voorwaarden “Rijping en ontbening” in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen. Binnenkomst in de Unie van het gerijpt vlees zonder been is pas vanaf 21 dagen na de datum waarop de dieren zijn geslacht toegestaan.

Officiële dierenarts

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 2: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD VERS VLEES, MET UITZONDERING VAN SEPARATORVLEES, VAN ALS LANDBOUWHUISDIER GEHOUDEN SCHAPEN EN GEITEN (MODEL OVI)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

 Producten voor menselijke consumptie

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Slachthuis

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum



LAND

Modelcertificaat OVI

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van het vers vlees is]

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad 35 , Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 36 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 37 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad, Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 38 en dat het in deel I beschreven vers vlees(2) van als landbouwhuisdier gehouden schapen en geiten (Ovis aries en Capra hircus) overeenkomstig deze voorschriften is geproduceerd en met name dat:

II.1.1.    het [vlees] [gehakt vlees](1) afkomstig is van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

(1) II.1.2.    het vlees is verkregen overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

(1) II.1.3.    [het gehakt vlees is geproduceerd overeenkomstig bijlage III, sectie V, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en bevroren is tot een inwendige temperatuur van ten hoogste -18 °C;]

II.1.4.    het vlees op grond van overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 14, 16, 17, 20, 21, 24, 29, 33 tot en met 35, 37 en 38 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 en de artikelen 3, 4, 5, 7 en 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 uitgevoerde ante- en post-mortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie is bevonden;

II.1.5.    (1) hetzij    [het karkas of de delen van het karkas voorzien zijn van het in artikel 48 van en bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 vastgestelde gezondheidsmerk;]

   (1) hetzij    [de colli [vlees] [gehakt vlees](1) van een identificatiemerk voorzien zijn overeenkomstig bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;]

II.1.6.    het [vlees] [gehakt vlees](1) voldoet aan de relevante criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 39 ;

II.1.7.    is voldaan aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 40 ingediende plannen betreffende residuen, en de betrokken dieren en producten voor het betrokken land van oorsprong zijn opgenomen in de lijst in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 41 ;

II.1.8.    het [vlees] [gehakt vlees](1) is geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 42 en de maximumgehalten voor verontreinigingen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 43 garanderen.

II.1.9.    het [vlees] [gehakt vlees](1) is opgeslagen en vervoerd overeenkomstig de desbetreffende voorschriften van bijlage III, respectievelijk sectie I en sectie V, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

II.1.10.    met betrekking tot boviene spongiforme encefalopathie (BSE):

(1) hetzij    [het land of gebied van oorsprong overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG van de Commissie 44 is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico, en

(1) hetzij    [de dieren waarvan het vlees of gehakt vlees afkomstig is, zijn geboren, ononderbroken gehouden en geslacht in een overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico ingedeeld land of gebied;]

 (1) hetzij    [de dieren waarvan het vlees of gehakt vlees afkomstig is, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een gecontroleerd BSE-risico, en:

i)    het vlees of gehakt vlees geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, b), bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevat en daar niet van afkomstig is;

ii)    de dieren waarvan het vlees of gehakt vlees afkomstig is, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;]

(1) hetzij    [de dieren waarvan het vlees of gehakt vlees afkomstig is, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico, en:

i)    het vlees of gehakt vlees geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, b), bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevat en daar niet van afkomstig is;

ii)    de dieren waarvan het vlees of gehakt vlees afkomstig is, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument,

iii)    aan de dieren waarvan het vlees of gehakt vlees afkomstig is, geen vleesbeendermeel of kanen, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid 45 , zijn vervoederd;

iv)    het vlees of gehakt vlees is geproduceerd en behandeld op een wijze die waarborgt dat het geen zenuw- en lymfeweefsel dat bij het ontbenen is vrijgelegd, bevat en daar ook niet mee is besmet;]

(1) hetzij     [het land of gebied van oorsprong overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een gecontroleerd BSE-risico, en

a)    de dieren waarvan het vlees of gehakt vlees afkomstig is, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument, en

b)    het vlees of gehakt vlees geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, b), bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevat en daar niet van afkomstig is;]

(1) hetzij     [het land of gebied van oorsprong niet overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld of is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico, en

a)    de dieren waarvan het vlees of gehakt vlees afkomstig is, niet zijn:

i)    geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;

ii)    gevoederd met vleesbeendermeel of kanen afkomstig van herkauwers, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid;

b)    het vlees of gehakt vlees het volgende niet bevat en daar niet van afkomstig is:

i)    gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, b), bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

ii)    zenuw- en lymfweefsel dat bij het ontbenen is vrijgelegd;]

II.2. Verklaring inzake de diergezondheid

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het in deel I beschreven vers vlees:

II.2.1.    is verkregen in de zone(s) met de code(s): ……………………(3) waaruit op de datum van afgifte van dit certificaat de binnenkomst in de Unie van vers vlees van schapen en geiten is toegestaan en die is/zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden, en:

a)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het slachten van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van infectie met het runderpestvirus en gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen deze ziekte is uitgevoerd, en

(1)hetzij    [b)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het slachten van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer en gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen deze ziekte is uitgevoerd.]

(1)(4)hetzij    [b)    waar sinds ___/___/____ (dd/mm/jjjj) geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer.]

(1)(5)hetzij    [b)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het slachten van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer en er onder toezicht van de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied een vaccinatieprogramma tegen mond-en-klauwzeer wordt uitgevoerd bij gehouden runderen.]

(1)(6)hetzij    [b)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het slachten van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer en er onder toezicht van de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied een vaccinatieprogramma tegen mond-en-klauwzeer wordt uitgevoerd bij gehouden runderen; dit toezicht omvat de controle van de doeltreffendheid van het vaccinatieprogramma door middel van regelmatige serologische bewaking waaruit bij de dieren een voldoende hoge antilichaamtiter blijkt en waaruit tevens blijkt dat het mond-en-klauwzeervirus niet circuleert in de zone.]

(1)(7)hetzij    [b)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het slachten van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer, en gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen deze ziekte is uitgevoerd en de afwezigheid van de ziekte door de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied wordt gecontroleerd door middel van een regelmatige serologische surveillance waaruit blijkt dat het mond-en-klauwzeervirus niet circuleert.]

II.2.2.    is verkregen van dieren die:

(1)hetzij    [sedert hun geboorte of ten minste gedurende de laatste drie maanden vóór het slachten in de onder II.2.1. bedoelde zone(s) hebben verbleven.]

(1)hetzij    [op ___/___/___ (dd/mm/jjjj) in de onder II.2.1. bedoelde zone zijn binnengebracht uit de zone met de code ___ — __ (3) waaruit de binnenkomst van vers vlees van schapen en geiten in de Unie op die datum toegestaan was en waar zij sedert hun geboorte of ten minste de laatste drie maanden vóór het slachten hebben verbleven.]

(1)hetzij    [op ___/___/___ (dd/mm/jjjj) in de onder II.2.1. bedoelde zone zijn binnengebracht uit de lidstaat met ISO-code _____.]

II.2.3.    is verkregen van dieren die afkomstig zijn uit inrichtingen:

a)    die zijn geregistreerd door en onder toezicht staan van de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied en beschikken over een systeem om gegevens te bewaren en bij te houden overeenkomstig artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 46 ;

b)    waar regelmatig diergezondheidsinspecties door een dierenarts worden uitgevoerd met het oog op het opsporen van, en de informatievoorziening over, tekenen die wijzen op de aanwezigheid van ziekten, met inbegrip van de relevante in de lijst opgenomen ziekten, zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie, en van nieuwe ziekten;

c)    die op het tijdstip van de verzending naar het slachthuis niet onder nationale beperkende maatregelen om diergezondheidsredenen vielen, met inbegrip van beperkingen die betrekking hebben op de relevante in de lijst opgenomen ziekten, zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, en nieuwe ziekten;

d)    waar geen van de aldaar gehouden dieren is ingeënt tegen [mond-en-klauwzeer en] (8) infectie met het runderpestvirus;

(1) hetzij    [e)    waar en waaromheen in een gebied met een straal van 10 km (dat, in voorkomend geval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten) de laatste 30 dagen vóór de datum van het slachten geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer of infectie met het runderpestvirus;]

(1)(5)hetzij    [e)    waar en waaromheen in een gebied met een straal van 25 km (dat, in voorkomend geval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten) de laatste 60 dagen vóór de datum van het slachten geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer of infectie met het runderpestvirus;]

(1)(7)hetzij    [e)    waar en waaromheen in een gebied met een straal van 10 km (dat, in voorkomend geval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten) de laatste twaalf maanden vóór de datum van het slachten geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer of infectie met het runderpestvirus;]

(1)(5) hetzij    [f)    waar zij gedurende een periode van ten minste 40 dagen vóór de directe verzending naar het slachthuis hebben verbleven.]

(1)(5)(9) hetzij    [f)    waar de dieren gedurende een periode van ten minste 40 dagen hebben verbleven voordat zij zonder met dieren met een lagere gezondheidsstatus in contact te komen naar een enkel, door de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 20, lid 2, punt b), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie erkend, verzamelcentrum en vervolgens direct naar een slachthuis zijn vervoerd.]

II.2.4.    het vlees is verkregen van dieren die:

a)van de inrichting van oorsprong naar een erkend slachthuis zijn verzonden in vervoermiddelen: i) die zo zijn gebouwd dat de dieren niet kunnen ontsnappen of uit het vervoermiddel kunnen vallen; ii) waarin de ruimte waar de dieren worden gehouden visueel kan worden gecontroleerd; iii) waaruit het verlies van dierlijke uitwerpselen, gebruikt strooisel of voeder wordt voorkomen of tot een minimum wordt beperkt, en iv) die onmiddellijk voor het vervoer van de dieren zijn gereinigd en ontsmet met een door de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied toegelaten ontsmettingsmiddel, zonder in contact te zijn gekomen met andere dieren die niet aan de voorwaarden van de punten II.2.1, II.2.2 en II.2.3 voldoen;

b)tijdens het vervoer naar het slachthuis zijn de dieren niet door in een derde land of gebied, of een zone daarvan, gekomen dat (die) niet in de lijst is opgenomen voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees van schapen en geiten en zijn zij niet in contact geweest met dieren met een lagere gezondheidsstatus;

c)    zijn geslacht [[op ___/___/___ (dd/mm/jjjj)] (1)[tussen ___/___/___ (dd/mm/jjjj) en ___/___/___ (dd/mm/jjjj)](1)](10);

d)    tijdens het slachten nooit in contact zijn geweest met dieren van een lagere gezondheidsstatus.

II.2.5.    is verkregen in een slachthuis waar en waaromheen in een gebied met een straal van 10 km (dat, in voorkomend geval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten) de 30 dagen vóór de datum van het slachten van de dieren geen melding is gemaakt van de onder II.2.1 genoemde ziekten.

II.2.6.    strikt gescheiden is gehouden van vers vlees dat niet voldoet aan de desbetreffende diergezondheidsvoorschriften voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees van schapen en geiten, tijdens het slachten, uitsnijden en tot het vers vlees:

(1)hetzij     [is verpakt voor verdere opslag;] 

(1)hetzij    [in het vervoermiddel wordt geladen, als onverpakt vers vlees, met het oog op verzending naar de Unie].

[II.2.7.    ander uitgebeend vers vlees dan slachtafval is en is verkregen van karkassen:

(1)(5)    [i) waaruit de voornaamste toegankelijke lymfeklieren zijn verwijderd, ii) die vóór de beenderen zijn verwijderd ten minste 24 uur zijn gerijpt bij een temperatuur van meer dan +2 °C, en iii) waarbij de pH van het vlees, elektronisch gemeten in het midden van de longissimus dorsi-spier na het rijpen en vóór het uitbenen, minder dan 6,0 bedroeg.]

(1)(11)    [i) waaruit de voornaamste toegankelijke lymfeklieren zijn verwijderd, en ii) die vóór de beenderen zijn verwijderd ten minste 24 uur zijn gerijpt bij een temperatuur van meer dan +2 °C.]](1)

II.3. Verklaring inzake het dierenwelzijn

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het in deel I beschreven vlees afkomstig is van dieren die in het slachthuis met inachtneming van de voorschriften van de wetgeving van de Unie inzake de bescherming van dieren bij het doden of van ten minste gelijkwaardige voorschriften zijn behandeld.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees en gehakt vlees (zoals gedefinieerd in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004) van als landbouwhuisdier gehouden schapen en geiten (zoals gedefinieerd in artikel 2, punten 6 en 7, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692), ook wanneer de Unie niet de eindbestemming van dergelijk vers vlees is.

De uitsluiting van separatorvlees is uitdrukkelijk in de titel vermeld om verwarring te voorkomen, aangezien dit product niet met dit certificaat voor vers vlees kan worden ingevoerd.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I

Vak I.8:    Vul de code van de zone in zoals die is vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

Vak I.27:    De juiste GS-code gebruiken: 02.04, 02.06, 05.04 of 15.02.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

“Aard van de goederen”: vul in “hele karkassen”, “halve karkassen”, “voor- en achtervoeten” of “deelstukken”.

“Soort behandeling”: indien van toepassing “zonder been”, “met been” en/of “gerijpt” vermelden. Indien ingevroren, de datum (mm/jj) vermelden waarop de delen/stukken zijn ingevroren.

Deel II

(1)    Schrappen indien niet van toepassing.

(2)Vers vlees zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.10, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

(3)Code van de zone zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(4)Alleen voor zones waarvoor een aanvangsdatum in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen.

(5)Voor zones waarvoor de vermelding betreffende specifieke voorwaarden “Rijping, pH en ontbening” in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen.

(6)Voor zones waarvoor naast de vermelding betreffende specifieke voorwaarden “Rijping, pH en ontbening” ook de vermelding “Gecontroleerd vaccinatieprogramma” in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen.

(7)Voor zones waarvoor naast de vermelding betreffende specifieke voorwaarden “Rijping, pH en ontbening” ook de vermelding “Geen vaccinatieprogramma uitgevoerd” in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen.

(8)Doorhalen voor zones waarvoor de vermelding betreffende specifieke voorwaarden “Rijping, pH en ontbening” in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen en waar een vaccinatieprogramma tegen mond-en-klauwzeer van serotype A, O of C wordt uitgevoerd.

(9)Alleen voor zones waarvoor de vermelding betreffende diergezondheidsgaranties “Verzamelcentrum” in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen.

(10)Datum of data van het slachten. De binnenkomst van dit vlees in de Unie is alleen toegestaan als het vlees is verkregen van dieren die zijn geslacht na de datum waarop voor de onder II.2.1 bedoelde zone(s) de binnenkomst in de Unie van vers vlees van schapen en geiten was toegestaan of in een periode waarin voor de binnenkomst van dat vlees uit deze zone(s) geen door de Unie genomen veterinairrechtelijke beperkingsmaatregelen golden of in een periode waarin de toestemming voor de binnenkomst in de Unie van dat vlees uit deze zone(s) niet was opgeschort.

(11)Voor zones waarvoor de vermelding betreffende specifieke voorwaarden “Rijping en ontbening” in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen. Binnenkomst in de Unie van het gerijpt vlees zonder been is pas vanaf 21 dagen na de datum waarop de dieren zijn geslacht toegestaan.

Officiële dierenarts

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 3: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD VERS VLEES, MET UITZONDERING VAN SEPARATORVLEES, VAN ALS LANDBOUWHUISDIER GEHOUDEN VARKENS (MODEL POR)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

Voor opnieuw binnenbrengen

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Slachthuis

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum



LAND

Modelcertificaat POR

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van het vers vlees is]

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 47 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 48 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad, Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 49 en dat het in deel I beschreven vers vlees(2) van als landbouwhuisdier gehouden varkens (Sus scrofa) overeenkomstig deze voorschriften is geproduceerd en met name dat:

II.1.1.    het [vlees] [gehakt vlees](1) afkomstig is van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

II.1.2.    het vlees is verkregen overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

II.1.3.    het vlees voldoet aan de voorschriften van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie 50 , en met name:

(1) hetzij    [met behulp van een digestiemethode is onderzocht op Trichinella en daarbij negatief heeft gereageerd;]

(1) hetzij    [een vriesbehandeling heeft ondergaan overeenkomstig bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375;]

(1)(7) hetzij    [afkomstig is van als landbouwhuisdieren gehouden varkens die uit een bedrijf komen dat officieel is erkend als bedrijf dat gecontroleerde huisvestingsomstandigheden toepast overeenkomstig artikel 8 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375, of die niet gespeend en minder dan vijf weken oud zijn.]

(1) II.1.4.    [het gehakt vlees is geproduceerd overeenkomstig bijlage III, sectie V, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en bevroren tot een inwendige temperatuur van ten hoogste -18 °C;]

II.1.5.    het vlees op grond van overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 17, 23, 24, 30, 31, 33 tot en met 35, 37 en 38 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 en de artikelen 3, 4, 5, 7 en 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 uitgevoerde ante- en post-mortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie is bevonden;

II.1.6.    (1) hetzij     [het karkas of de delen van het karkas voorzien zijn van het in artikel 48 van en bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 vastgestelde gezondheidsmerk;]

   (1) hetzij    [de colli [vlees] [gehakt vlees](1) van een identificatiemerk voorzien zijn overeenkomstig bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;]

II.1.7.    het [vlees] [gehakt vlees](1) voldoet aan de relevante criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 51 ;

II.1.8.    is voldaan aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 52 ingediende plannen betreffende residuen, en de betrokken dieren en producten voor het betrokken land van oorsprong zijn opgenomen in de lijst in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 53 ;

II.1.9.    het [vlees] [gehakt vlees](1) is geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 54 en de maximumgehalten voor verontreinigingen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 55 garanderen.

II.1.10.    het [vlees] [gehakt vlees](1) is opgeslagen en vervoerd overeenkomstig de desbetreffende voorschriften van bijlage III, respectievelijk sectie I en sectie V, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

(3) [II.1.11.    het voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1688/2005 van de Commissie 56 ;]

II.2. Verklaring inzake de diergezondheid

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het in deel I beschreven vers vlees:

II.2.1.    is verkregen in de zone(s) met de code(s): ……………………(4) waaruit op de datum van afgifte van dit certificaat de binnenkomst in de Unie van vers vlees van varkens is toegestaan en die is/zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden, en:

a)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het slachten van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van infectie met het runderpestvirus of Afrikaanse varkenspest en gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen deze ziekten is uitgevoerd, en

(1)hetzij    [b)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het slachten van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer en gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen deze ziekte is uitgevoerd.]

(1)(5)hetzij    [b)    waar sinds ___/___/____ (dd/mm/jjjj) geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer.]

(1)hetzij    [c)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het slachten van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van klassieke varkenspest en gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen deze ziekte is uitgevoerd.]

(1)(5)hetzij    [c)    waar sinds ___/___/___ (dd/mm/jjjj) geen melding is gemaakt van klassieke varkenspest en waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het slachten van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen vaccinatie tegen deze ziekte is uitgevoerd].

II.2.2.    is verkregen van dieren die:

(1)hetzij    [sedert hun geboorte of ten minste gedurende de laatste drie maanden vóór het slachten in de onder II.2.1. bedoelde zone(s) hebben verbleven.]

(1)hetzij    [op ___/___/___ (dd/mm/jjjj) in de onder II.2.1. bedoelde zone zijn binnengebracht uit de zone met de code ___ - __ (4) waaruit de binnenkomst van vers vlees van varkens in de Unie op die datum toegestaan was en waar zij sedert hun geboorte of ten minste de laatste drie maanden vóór het slachten hebben verbleven.]

(1)hetzij    [op ___/___/___ (dd/mm/jjjj) in de onder II.2.1. bedoelde zone zijn binnengebracht uit de lidstaat met ISO-code ___.]

II.2.3.    is verkregen van dieren die afkomstig zijn uit inrichtingen:

a)    die zijn geregistreerd door en onder toezicht staan van de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied en beschikken over een systeem om gegevens te bewaren en bij te houden overeenkomstig artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 57 ;

b)    waar regelmatig diergezondheidsinspecties door een dierenarts worden uitgevoerd met het oog op het opsporen van, en de informatievoorziening over, tekenen die wijzen op de aanwezigheid van ziekten, met inbegrip van de relevante in de lijst opgenomen ziekten, zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie, en van nieuwe ziekten;

c)    die op het tijdstip van de verzending naar het slachthuis niet onder nationale beperkende maatregelen om diergezondheidsredenen vielen, met inbegrip van beperkingen die betrekking hebben op de relevante in de lijst opgenomen ziekten, zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, en nieuwe ziekten;

d)    waar geen van de aldaar gehouden dieren is ingeënt tegen mond-en-klauwzeer, infectie met het runderpestvirus, Afrikaanse varkenspest en klassieke varkenspest;

e)    waar en waaromheen in een gebied met een straal van 10 km (dat, in voorkomend geval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten) de laatste 30 dagen vóór de datum van het slachten geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer, infectie met het runderpestvirus of Afrikaanse varkenspest of klassieke varkenspest.

II.2.4.    het vlees is verkregen van dieren die:

a)sinds hun geboorte gescheiden zijn gehouden van in het wild levende hoefdieren;

b)van de inrichting van oorsprong naar een erkend slachthuis zijn verzonden in vervoermiddelen: i) die zo zijn gebouwd dat de dieren niet kunnen ontsnappen of uit het vervoermiddel kunnen vallen; ii) waarin de ruimte waar de dieren worden gehouden visueel kan worden gecontroleerd; iii) waaruit het verlies van dierlijke uitwerpselen, gebruikt strooisel of voeder wordt voorkomen of tot een minimum wordt beperkt, en iv) die onmiddellijk voor het vervoer van de dieren zijn gereinigd en ontsmet met een door de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied toegelaten ontsmettingsmiddel, zonder in contact te zijn gekomen met andere dieren die niet aan de voorwaarden van de punten II.2.1, II.2.2 en II.2.3 voldoen;

c)tijdens het vervoer naar het slachthuis zijn de dieren niet door in een derde land of gebied, of een zone daarvan, gekomen dat (die) niet in de lijst is opgenomen voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees van varkens en zijn zij niet in contact geweest met dieren met een lagere gezondheidsstatus;

d)    zijn geslacht [[op ___/___/___ (dd/mm/jjjj)](1) [tussen ___/___/___ (dd/mm/jjjj) en ___/___/___ (dd/mm/jjjj)](1)](6).

e)    tijdens het slachten nooit in contact zijn geweest met dieren van een lagere gezondheidsstatus.

II.2.5.    is verkregen in een slachthuis waar en waaromheen in een gebied met een straal van 10 km (dat, in voorkomend geval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten) gedurende een periode van 30 dagen vóór de datum van het slachten van de dieren geen melding is gemaakt van de onder II.2.1 genoemde ziekten.

II.2.6.    strikt gescheiden is gehouden van vers vlees dat niet voldoet aan de desbetreffende diergezondheidsvoorschriften voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees van varkens, tijdens het slachten, uitsnijden en tot het vers vlees:

(1)hetzij     [is verpakt voor verdere opslag;]

(1)hetzij    [in het vervoermiddel wordt geladen, als onverpakt vers vlees, met het oog op verzending naar de Unie].

II.3. Verklaring inzake het dierenwelzijn

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het in deel I beschreven vlees afkomstig is van dieren die in het slachthuis met inachtneming van de voorschriften van de wetgeving van de Unie inzake de bescherming van dieren bij het doden of van ten minste gelijkwaardige voorschriften zijn behandeld.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees en gehakt vlees (zoals gedefinieerd in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004) van gehouden dieren van tamme varkensrassen (zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 8, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692), ook wanneer de Unie niet de eindbestemming van dergelijk vers vlees is.

De uitsluiting van separatorvlees is uitdrukkelijk in de titel vermeld om verwarring te voorkomen, aangezien dit product niet met dit certificaat voor vers vlees kan worden ingevoerd.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I

Vak I.8:    Vul de code van de zone in zoals die is vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

Vak I.27:    De juiste GS-code gebruiken: 02.03, 02.06, 02.09, 05.04 of 15.01.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

“Aard van de goederen”: vul in “hele karkassen”, “halve karkassen”, “voor- en achtervoeten” of “deelstukken”.

“Soort behandeling”: indien van toepassing “zonder been”, “met been” en/of “gerijpt” vermelden. Indien ingevroren, de datum (mm/jj) vermelden waarop de delen/stukken zijn ingevroren.

Deel II

(1)    Schrappen indien niet van toepassing.

(2)    Vers vlees zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.10, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

(3)    Doorhalen indien de zending niet bestemd is voor binnenkomst in Finland of Zweden.

(4)    Code van de zone zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(5)    Alleen voor zones waarvoor een aanvangsdatum in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen.

(6)    Datum of data van het slachten. De binnenkomst in de Unie van dit vlees is alleen toegestaan als het vlees is verkregen van dieren die zijn geslacht na de datum waarop voor de onder II.2.1 bedoelde zone(s) de binnenkomst in de Unie van vers vlees van varkens was toegestaan of in een periode waarin voor de binnenkomst van dat vlees uit deze zone(s) geen door de Unie genomen veterinairrechtelijke beperkingsmaatregelen golden of in een periode waarin de toestemming voor de binnenkomst in de Unie van dat vlees uit deze zone(s) niet was opgeschort.

(7)    De afwijking voor als landbouwhuisdier gehouden varkens die uit een bedrijf komen dat officieel is erkend als bedrijf dat gecontroleerde huisvestingsomstandigheden toepast, kan alleen worden toegepast in landen die in de lijst in bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 zijn opgenomen.

Officiële dierenarts

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 4: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD VERS VLEES, MET UITZONDERING VAN GEHAKT VLEES EN SEPARATORVLEES, VAN ALS LANDBOUWHUISDIER GEHOUDEN EENHOEVIGEN (EQUUS CABALLUS, EQUUS ASINUS EN KRUISINGEN DAARVAN) (MODEL EQU) 

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

Verdere verwerking

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

Voor opnieuw binnenbrengen

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Slachthuis

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum

Test



LAND

Modelcertificaat EQU

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van het vers vlees is]

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 58 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 59 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad, Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 60 en dat het in deel I beschreven vers vlees(2) van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen (Equus caballus, Equus asinus en kruisingen daarvan) overeenkomstig deze voorschriften is geproduceerd en met name dat:

II.1.1.    het vlees afkomstig is van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

II.1.2.    het vlees is verkregen overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

II.1.3.    het vlees voldoet aan de voorschriften van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie 61 en met name met behulp van een digestiemethode is onderzocht op Trichinella, met negatief resultaat;

II.1.4.    het vlees op grond van overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 17, 22, 24, 31 tot en met 35, 37 en 38 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 en de artikelen 3, 4, 5, 7 en 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 uitgevoerde ante- en post-mortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie is bevonden;

(1) II.1.5.    (1) hetzij [het karkas of de delen van het karkas voorzien zijn van een gezondheidsmerk overeenkomstig artikel 48 van en bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627;]

(1) hetzij [de colli vlees van een identificatiemerk voorzien zijn overeenkomstig bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;]

II.1.6.    het vlees voldoet aan de relevante criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 62 ;

II.1.7.    het vlees is verkregen van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen die onmiddellijk vóór het slachten gedurende ten minste zes maanden of sedert hun geboorte, indien zij zijn geslacht op een leeftijd van minder dan zes maanden, of sinds de invoer als voedselproducerende paardachtigen uit een lidstaat van de Europese Unie, indien zij minder dan zes maanden vóór het slachten zijn ingevoerd, waren gehouden in een derde land:

a) waar de toediening aan als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen:

i) van stoffen met thyreostatische werking, stilbenen, stilbeenderivaten, zouten en esters daarvan, 17β-oestradiol en esterachtige derivaten daarvan verboden is;

ii) van andere stoffen met oestrogene, androgene of gestagene werking en van β-agonisten uitsluitend is toegestaan voor:

63 - therapeutische behandeling als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, punt b), van Richtlijn 96/22/EG van de Raad, indien toegepast in overeenstemming met artikel 4, lid 2, van die richtlijn, of

- zoötechnische behandeling als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, punt c), van Richtlijn 96/22/EG, indien toegepast in overeenstemming met artikel 5 van die richtlijn, en

b) dat ten minste gedurende zes maanden vóór het slachten van de dieren, een plan had voor het toezicht op de groepen residuen en stoffen als bedoeld in bijlage I bij Richtlijn 96/23/EG van de Raad 64 , dat betrekking heeft op paardachtigen die zijn geboren of worden ingevoerd in het derde land en dat is goedgekeurd overeenkomstig de vierde alinea van artikel 29, lid 1, van Richtlijn 96/23/EG en de desbetreffende dieren en producten zijn opgenomen in de lijst van Besluit 2011/163/EU van de Commissie 65 voor het desbetreffende land van oorsprong.

II.1.8.    het vlees is geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 66 en de maximumgehalten voor verontreinigingen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 67 garanderen;

II.1.9.    het vlees is opgeslagen en vervoerd overeenkomstig de desbetreffende voorschriften van bijlage III, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

II.2. Verklaring inzake het dierenwelzijn

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het in deel I beschreven vlees afkomstig is van dieren die in het slachthuis met inachtneming van de voorschriften van de wetgeving van de Unie inzake de bescherming van dieren bij het doden of van ten minste gelijkwaardige voorschriften zijn behandeld.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

De uitsluiting van gehakt vlees en separatorvlees is uitdrukkelijk in de titel vermeld om verwarring te voorkomen, aangezien deze producten niet met dit certificaat voor vers vlees kunnen worden ingevoerd. Dit certificaat is bedoeld voor vers vlees, met uitzondering van gehakt vlees en separatorvlees, van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen (Equus caballus, Equus asinus en kruisingen daarvan).

Vers vlees zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.10, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

Deel I:

Vak I.27:    De juiste GS-code gebruiken: 02.05, 02.06 of 05.04.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

“Aard van de goederen”: vul in “hele karkassen”, “halve karkassen”, “voor- en achtervoeten” of “deelstukken”.

“Soort behandeling”: indien van toepassing “zonder been”, “met been” en/of “gerijpt” vermelden. Indien ingevroren, de datum (mm/jj) vermelden waarop de delen/stukken zijn ingevroren.

Deel II:

(1) Schrappen indien niet van toepassing.

 

Officiële dierenarts

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 5: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD VERS VLEES, MET UITZONDERING VAN SLACHTAFVAL, GEHAKT VLEES EN SEPARATORVLEES, VAN ALS GEKWEEKT WILD GEHOUDEN DIEREN VAN DE FAMILIE BOVIDAE (MET UITZONDERING VAN ALS LANDBOUWHUISDIEREN GEHOUDEN RUNDEREN, SCHAPEN EN GEITEN), KAMEELACHTIGEN EN HERTACHTIGEN (MODEL RUF)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

Voor opnieuw binnenbrengen

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Slachthuis

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum



LAND

Modelcertificaat RUF

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1 Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van het vers vlees is]

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad 68 , Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 69 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 70 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad, Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 71 en dat het in deel I beschreven vers vlees(2) van als gekweekt wild gehouden dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen en geiten), kameelachtigen en hertachtigen overeenkomstig deze voorschriften is geproduceerd en met name dat:

II.1.1.    het vlees afkomstig is van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

II.1.2 het vlees is verkregen overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie III, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

II.1.3 het vlees op grond van overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 14, 16, 27, 29, 33, 34, 37 en 38 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 en de artikelen 3 tot en met 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 uitgevoerde ante- en post-mortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie is bevonden;

II.1.4.(1) hetzij    [het karkas of de delen van het karkas voorzien zijn van het in artikel 48 van en bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 vastgestelde gezondheidsmerk;]

(1) hetzij     [de colli vlees van een identificatiemerk voorzien zijn overeenkomstig bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;]

II.1.5. het vlees voldoet aan de relevante criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 72 ;

II.1.6. is voldaan aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 73 ingediende plannen betreffende residuen, en de betrokken dieren en producten voor het betrokken land van oorsprong zijn opgenomen in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 74 ;

II.1.7. het vlees is geproduceerd onder voorwaarden die de naleving van de in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 75 vastgestelde maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen garanderen;

(1)(3) [II.1.8. met betrekking tot Chronic Wasting Disease (CWD) geldt:

dit product bevat uitsluitend of is uitsluitend afgeleid van vlees, met uitzondering van slachtafval en ruggenmerg, van gekweekte hertachtigen die bij histopathologisch of immunohistochemisch onderzoek of met behulp van een andere door de bevoegde autoriteiten erkende diagnostische methode negatief zijn bevonden op Chronic Wasting Disease en is niet afkomstig van dieren van een beslag waarin gevallen van Chronic Wasting Disease zijn vastgesteld of die ziekte officieel vermoed wordt.]

II.1.9 het vlees is opgeslagen en vervoerd overeenkomstig de desbetreffende voorschriften van bijlage III, sectie I, hoofdstuk VII, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

(1) [II.1.10.    het vlees is verkregen van dieren:

a)    die op het bedrijf van herkomst zijn geslacht met toestemming van een officiële dierenarts die verantwoordelijk is voor het bedrijf en die schriftelijk heeft verklaard dat:

-het vervoer van de dieren naar een slachthuis naar haar/zijn mening een onaanvaardbaar risico zou hebben betekend voor het welzijn van de dieren of voor de begeleiders van het transport;

-het bedrijf door de bevoegde autoriteiten is geïnspecteerd en erkend voor het slachten van wild;

-de dieren een ante-mortemkeuring hebben ondergaan in de laatste 24 uur vóór het slachten, waarbij geen enkel teken van de onder II.2.1 genoemde ziekten is gevonden;

-de dieren zijn geslacht tussen ……………. (dd/mm/jjjj) en .................... (dd/mm/jjjj), (4)

-de dieren op correcte wijze zijn verbloed, en

-de geslachte dieren binnen drie uur na het slachten van de ingewanden zijn ontdaan, en

b)    waarvan de karkassen onder hygiënische omstandigheden naar het erkende slachthuis zijn vervoerd, waarbij, indien meer dan één uur is verlopen sedert het tijdstip van slachten, de temperatuur bij aankomst van het transportvoertuig tussen 0 °C en +4 °C bedroeg.]

II.2 Verklaring inzake de diergezondheid

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het in deelI beschreven vers vlees:

II.2.1.    is verkregen in de zone(s) met de code(s): ……………………(5) waaruit op de datum van afgifte van dit certificaat de binnenkomst in de Unie van vers vlees van als gekweekt wild gehouden dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen en geiten), kameelachtigen en hertachtigen is toegestaan en die is/zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden, en:

a)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het [slachten](1) [doden](1) van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van infectie met het runderpestvirus en gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen deze ziekte is uitgevoerd, en

(1)hetzij    [b)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het [slachten](1) [doden](1) van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer en gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen deze ziekte is uitgevoerd.]

(1)(6)hetzij    [b)    waar sinds ___/___/____ (dd/mm/jjjj) geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer.]

(1)(7)hetzij    [b)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het [slachten](1) [doden](1) van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer en er onder toezicht van de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied een vaccinatieprogramma tegen mond-en-klauwzeer wordt uitgevoerd bij gehouden runderen.]

(1)(8)hetzij    [b)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het [slachten](1) [doden](1) van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer en er onder toezicht van de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied een vaccinatieprogramma tegen mond-en-klauwzeer wordt uitgevoerd bij gehouden runderen; dit toezicht omvat de controle van de doeltreffendheid van het vaccinatieprogramma door middel van regelmatige serologische bewaking waaruit bij de dieren een voldoende hoge antilichaamtiter blijkt en waaruit tevens blijkt dat het mond-en-klauwzeervirus niet circuleert in de zone.]

(1)(9)hetzij    [b)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het [slachten](1) [doden](1) van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer, en gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen deze ziekte is uitgevoerd en de afwezigheid van de ziekte door de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied wordt gecontroleerd door middel van een regelmatige serologische surveillance waaruit blijkt dat het mond-en-klauwzeervirus niet circuleert.]

II.2.2.    is verkregen van dieren die:

(1)hetzij    [sedert hun geboorte of ten minste gedurende de laatste drie maanden vóór het [slachten](1) [doden](1) in de onder II.2.1. bedoelde zone(s) hebben verbleven.]

(1)hetzij    [op ___/___/___ (dd/mm/jjjj) in de onder II.2.1. bedoelde zone zijn binnengebracht uit de zone met de code ___ - __ (4) waaruit de binnenkomst in de Unie van vers vlees van als gekweekt wild gehouden dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen en geiten), kameelachtigen en hertachtigen op die datum toegestaan was en waar zij sedert hun geboorte of ten minste de laatste drie maanden vóór het slachten hebben verbleven.]

(1)hetzij    [op ___/___/___ (dd/mm/jjjj) in de onder II.2.1. bedoelde zone zijn binnengebracht uit de lidstaat met ISO-code ___.]

II.2.3.    is verkregen van dieren die afkomstig zijn uit inrichtingen:

a)    die zijn geregistreerd door en onder toezicht staan van de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied en beschikken over een systeem om gegevens te bewaren en bij te houden overeenkomstig artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 76 ;

b)    waar regelmatig diergezondheidsinspecties door een dierenarts worden uitgevoerd met het oog op het opsporen van, en de informatievoorziening over, tekenen die wijzen op de aanwezigheid van ziekten, met inbegrip van de relevante in de lijst opgenomen ziekten, zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, en van nieuwe ziekten;

c)    die op het tijdstip van [de verzending naar het slachthuis](1) [het doden](1) niet onder nationale beperkende maatregelen om diergezondheidsredenen vielen, met inbegrip van beperkingen die betrekking hebben op de relevante in de lijst opgenomen ziekten, zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, en nieuwe ziekten;

d)    waar geen van de aldaar gehouden dieren is ingeënt tegen [mond-en-klauwzeer en] (10) infectie met het runderpestvirus;

(1) hetzij    [e)    waar en waaromheen in een gebied met een straal van 10 km (dat, in voorkomend geval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten) de laatste 30 dagen vóór de datum van het [slachten](1) [doden](1) geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer of infectie met het runderpestvirus;]

(1)(7)hetzij    [e)    waar en waaromheen in een gebied met een straal van 50 km (dat, in voorkomend geval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten) de laatste 90 dagen vóór de datum van het [slachten](1) [doden](1) geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer of infectie met het runderpestvirus;]

(1)(9)hetzij    [e)    waar en waaromheen in een gebied met een straal van 10 km (dat, in voorkomend geval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten) de laatste twaalf maanden vóór de datum van het [slachten](1) [doden](1) geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer of infectie met het runderpestvirus;]

(1)(7)    [f)    waar zij ten minste de laatste 40 dagen vóór [de directe verzending naar het slachthuis](1) [het doden](1) hebben verbleven;]

II.2.4.    het vlees is verkregen van dieren:

(1) hetzij    a)    die van de inrichting van oorsprong naar een slachthuis zijn verzonden

-in vervoermiddelen: i) die zo zijn gebouwd dat de dieren niet kunnen ontsnappen of uit het vervoermiddel kunnen vallen; ii) waarin de ruimte waar de dieren worden gehouden visueel kan worden gecontroleerd; iii) waaruit het verlies van dierlijke uitwerpselen, gebruikt strooisel of voeder wordt voorkomen of tot een minimum wordt beperkt, en iv) die onmiddellijk voor het vervoer van de dieren zijn gereinigd en ontsmet met een door de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied toegelaten ontsmettingsmiddel, zonder in contact te zijn gekomen met andere dieren die niet aan de voorwaarden van de punten II.2.1, II.2.2 en II.2.3 voldoen;

-zonder door een zone te zijn gekomen die niet in de lijst is opgenomen voor binnenkomst in de Unie van vers vlees van als gekweekt wild gehouden dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen en geiten), kameelachtigen en hertachtigen, en zonder in contact te zijn gekomen met dieren met een lagere gezondheidsstatus;]

(1) hetzij [a)        ter plaatse zijn gedood, waarna de karkassen ervan rechtstreeks van de plaats van het doden zijn verzonden naar een slachthuis:

-dat ligt in de onder II.2.1 bedoelde zone;

-in vervoermiddelen en laadkisten: i) die vóór het laden van de karkassen zijn gereinigd en ontsmet met een door de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied van oorsprong toegelaten ontsmettingsmiddel; ii) die zo zijn gebouwd dat de gezondheidsstatus van de karkassen niet in gevaar werd gebracht tijdens het vervoer,

-waarbij zij niet door een zone zijn gekomen die niet in de lijst is opgenomen voor binnenkomst in de Unie van vers vlees van als gekweekt wild gehouden dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen en geiten), kameelachtigen en hertachtigen, en niet in contact zijn gekomen met dieren of met karkassen van dieren met een lagere gezondheidsstatus;]

b)    zijn [gedood](1) [geslacht](1) [[op ___/___/___ (dd/mm/jjjj)](1) [tussen ___/___/___ (dd/mm/jjjj) en ___/___/___ (dd/mm/jjjj)](1)](4);

c)    tijdens het [slachten](1) [doden](1) nooit in contact zijn geweest met dieren van een lagere gezondheidsstatus.

(1)(9)    [d)    die [bij het doden](1) [in het slachthuis](1) vóór het [doden](1)[slachten](1) volledig gescheiden zijn gehouden van dieren waarvan het vlees niet voor de Unie bestemd is.

II.2.5.    is verkregen in een slachthuis waar en waaromheen in een gebied met een straal van 10 km (dat, in voorkomend geval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten) de 30 dagen vóór de datum van het [slachten](1) [doden](1) van de dieren geen melding is gemaakt van de onder II.2.1 genoemde ziekten.

II.2.6.    strikt gescheiden is gehouden van vers vlees dat niet voldoet aan de desbetreffende diergezondheidsvoorschriften voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees van als gekweekt wild gehouden dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen en geiten), kameelachtigen en hertachtigen, tijdens het slachten, uitsnijden en tot het vers vlees:

(1) hetzij     [is verpakt voor verdere opslag;]

(1)hetzij    [in het vervoermiddel wordt geladen, als onverpakt vers vlees, met het oog op verzending naar de Unie].

[II.2.7.    ander uitgebeend vers vlees dan slachtafval is en is verkregen van karkassen:

(1)(7)    [i) waaruit de voornaamste toegankelijke lymfeklieren zijn verwijderd, ii) die vóór de beenderen zijn verwijderd ten minste 24 uur zijn gerijpt bij een temperatuur van meer dan +2 °C, en iii) waarbij de pH van het vlees, elektronisch gemeten in het midden van de longissimus dorsi-spier na het rijpen en vóór het uitbenen, minder dan 6,0 bedroeg.]

(1)(11)    [i) waaruit de voornaamste toegankelijke lymfeklieren zijn verwijderd, en ii) die vóór de beenderen zijn verwijderd ten minste 24 uur zijn gerijpt bij een temperatuur van meer dan +2 °C.]] (1)

II.3. Verklaring inzake het dierenwelzijn

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het in deel I beschreven vlees afkomstig is van dieren die in het slachthuis met inachtneming van de voorschriften van de wetgeving van de Unie inzake de bescherming van dieren bij het doden of van ten minste gelijkwaardige voorschriften zijn behandeld.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees (zoals gedefinieerd in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004), met uitzondering van slachtafval, gehakt vlees en separatorvlees, van als gekweekt wild gehouden dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen en geiten, zoals gedefinieerd in artikel 2 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692), kameelachtigen en hertachtigen (zoals gedefinieerd in artikel 2 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692) die worden geslacht in een slachthuis of in de inrichting van oorsprong, ook wanneer de Unie niet de eindbestemming van dergelijk vers vlees is.

De uitsluiting van slachtafval, gehakt vlees en separatorvlees is uitdrukkelijk in de titel vermeld om verwarring te voorkomen, aangezien deze producten niet met dit certificaat voor vers vlees kunnen worden ingevoerd.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.8:    Vul de code van de zone in zoals die is vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

Vak I.11:    “Plaats van verzending”: naam en adres van de inrichting van verzending.

Vak I.15:    Registratienummer (treinwagons of containers en vrachtwagens), vluchtnummer (vliegtuig) of naam (schip) invullen. In geval van overslag moet de verzender de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie hiervan op de hoogte stellen.

Vak I.19:    Bij vervoer in laadkisten, recipiënten of dozen het laadkist- of recipiëntnummer en het zegelnummer (indien van toepassing) vermelden.

Vak I.27:    De juiste GS-code gebruiken: 02.06, 02.08.90 of 05.04.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

“Aard van de goederen”: vul in “hele karkassen”, “halve karkassen”, “voor- en achtervoeten” of “deelstukken”.

“Soort behandeling”: indien van toepassing “zonder been”, “met been” en/of “gerijpt” vermelden. Indien ingevroren, de datum (mm/jj) vermelden waarop de delen/stukken zijn ingevroren.

Deel II:

(1) Schrappen indien niet van toepassing.

(2) Vers vlees zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.10, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

(3) Van toepassing wanneer het vlees is verkregen uit een land dat in bijlage IX, hoofdstuk F, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 is vermeld.

(4) Datum of data van het slachten. De binnenkomst in de Unie van dit vlees is alleen toegestaan als het vlees is verkregen van dieren die zijn geslacht na de datum waarop voor de onder II.2.1 bedoelde zone(s) de binnenkomst in de Unie van vers vlees van als gekweekt wild gehouden dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen en geiten), kameelachtigen en hertachtigen was toegestaan of in een periode waarin voor de binnenkomst van dat vers vlees uit deze zone(s) geen door de Unie genomen veterinairrechtelijke beperkingsmaatregelen golden of in een periode waarin de toestemming voor de binnenkomst in de Unie van dat vlees uit deze zone(s) niet was opgeschort.

(5) Code van de zone zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(6) Alleen voor zones waarvoor een aanvangsdatum in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen.

Voor zones waarvoor de vermelding betreffende specifieke voorwaarden “Rijping, pH en ontbening” in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen.

(8) Voor zones waarvoor naast de vermelding betreffende specifieke voorwaarden “Rijping, pH en ontbening” ook de vermelding “Gecontroleerd vaccinatieprogramma” in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen.

(9) Voor zones waarvoor naast de vermelding betreffende specifieke voorwaarden “Rijping, pH en ontbening” ook de vermelding “Geen vaccinatieprogramma uitgevoerd” in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen.

(10) Doorhalen voor zones waarvoor de vermelding betreffende specifieke voorwaarden “Rijping, pH en ontbening” in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen en waar een vaccinatieprogramma tegen mond-en-klauwzeer van serotype A, O of C wordt uitgevoerd.

Voor zones waarvoor de vermelding betreffende specifieke voorwaarden “Rijping en ontbening” in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen. Binnenkomst in de Unie van het gerijpt vlees zonder been is pas vanaf 21 dagen na de datum waarop de dieren zijn geslacht toegestaan.

 

Officiële dierenarts

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 6: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD VERS VLEES, MET UITZONDERING VAN SLACHTAFVAL, GEHAKT VLEES EN SEPARATORVLEES, VAN WILDE DIEREN VAN DE FAMILIE BOVIDAE (MET UITZONDERING VAN ALS LANDBOUWHUISDIER GEHOUDEN RUNDEREN, SCHAPEN EN GEITEN), WILDE KAMEELACHTIGEN EN WILDE HERTACHTIGEN (MODEL RUW) 

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

Voor opnieuw binnenbrengen

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Slachthuis

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum



LAND

Modelcertificaat RUW

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van het vers vlees is]

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad 77 , Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 78 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 79 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad, Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 80 en dat het in deel I beschreven vers vlees(2) van wilde dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen en geiten), wilde kameelachtigen en wilde hertachtigen overeenkomstig deze voorschriften is geproduceerd en met name dat:

II.1.1 het vlees afkomstig is van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

II.1.2 het vlees verkregen is overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie IV, hoofdstukken I en II, bij Verordening (EG) nr. 853/2004, en met name:

i)    vóór het villen tijdens de opslag en de hantering gescheiden is gehouden van andere levensmiddelen en niet is ingevroren,

en

ii)    na het villen een eindkeuring heeft ondergaan als bedoeld onder II.1.3;

II.1.3 het vlees op grond van een overeenkomstig de artikelen 8, 10, 12 tot en met 15, 28, 29, 33, 34 en 37 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 en de artikelen 7 en 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 uitgevoerde post-mortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie is bevonden;

(1) II.1.4.    (1) hetzij    [het karkas of de delen van het karkas voorzien zijn van het in artikel 48 van en bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 bedoelde gezondheidsmerk;]

(1) hetzij    [de colli vlees van een identificatiemerk voorzien zijn overeenkomstig bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;]

II.1.5. het vlees voldoet aan de relevante criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 81 ;

II.1.6. is voldaan aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 82 ingediende plannen betreffende residuen, en de betrokken dieren en producten voor het betrokken land van oorsprong zijn opgenomen in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 83 ;

(1)(3) [II.1.7.    met betrekking tot Chronic Wasting Disease (CWD) geldt:

Dit product bevat of is uitsluitend afgeleid van vlees, met uitzondering van slachtafval en ruggenmerg, van wilde hertachtigen die bij histopathologisch of immunohistochemisch onderzoek of met behulp van een andere door de bevoegde autoriteiten erkende diagnostische methode negatief zijn bevonden op Chronic Wasting Disease en is niet afkomstig van dieren uit een gebied waar in de afgelopen drie jaar gevallen van Chronic Wasting Disease zijn vastgesteld of die ziekte officieel vermoed wordt.]

II.1.8. het vlees is opgeslagen en vervoerd overeenkomstig de desbetreffende voorschriften van bijlage III, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

II.2. Verklaring inzake de diergezondheid

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het in deel I beschreven vers vlees:

II.2.1.    is verkregen in de zone(s) met de code(s): ……………………(4) waaruit op de datum van afgifte van dit certificaat de binnenkomst in de Unie van vers vlees van wilde dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen en geiten), wilde kameelachtigen en wilde hertachtigen is toegestaan en die is/zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden, en:

a)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het doden van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van infectie met het runderpestvirus en gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen deze ziekte is uitgevoerd, en

(1)hetzij    [b)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het doden van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer en gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen deze ziekte is uitgevoerd.]

(1)(5)hetzij    [b)    waar sinds ___/___/____ (dd/mm/jjjj) geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer.]

(1)(6)hetzij    [b)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het doden van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer en er onder toezicht van de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied een vaccinatieprogramma tegen mond-en-klauwzeer wordt uitgevoerd bij gehouden runderen.]

(1)(7)hetzij    [b)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het doden van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer en er onder toezicht van de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied een vaccinatieprogramma tegen mond-en-klauwzeer wordt uitgevoerd bij gehouden runderen; dit toezicht omvat de controle van de doeltreffendheid van het vaccinatieprogramma door middel van regelmatige serologische bewaking waaruit bij de dieren een voldoende hoge antilichaamtiter blijkt en waaruit tevens blijkt dat het mond-en-klauwzeervirus niet circuleert in de zone.]

(1)(8)hetzij    [b)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het doden van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer, en gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen deze ziekte is uitgevoerd en de afwezigheid van de ziekte door de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied wordt gecontroleerd door middel van een regelmatige serologische surveillance waaruit blijkt dat het mond-en-klauwzeervirus niet circuleert.]

II.2.2.    is verkregen van dieren die zijn gedood:

a)[op ___/___/___ (dd/mm/jjjj)](1) [tussen ___/___/___ (dd/mm/jjjj) en ___/___/___. (dd/mm/jjjj)](1)](9);

b)op meer dan 20 km afstand van de grens van zones die ten tijde van het doden niet in de lijst voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees van wilde dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen en geiten), wilde kameelachtigen en wilde hertachtigen, waren opgenomen;

c)in een gebied met een straal van 20 km waar in de voorafgaande 60 dagen geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer of infectie met het runderpestvirus.

II.2.3.    is verkregen in een wildbewerkingsinrichting waar en waaromheen in een gebied met een straal van 10 km de laatste 30 dagen vóór de datum van het doden geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer of infectie met het runderpestvirus.

II.2.4.    strikt gescheiden is gehouden van vers vlees dat niet voldoet aan de diergezondheidsvoorschriften voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees van wilde dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen en geiten), wilde kameelachtigen en wilde hertachtigen, tijdens het uitsnijden en tot het vers vlees:

(1)hetzij     [is verpakt voor verdere opslag;]

(1)hetzij    [in het vervoermiddel wordt geladen, als onverpakt vers vlees, met het oog op verzending naar de Unie].

[II.2.5.    ander uitgebeend vers vlees dan slachtafval is en is verkregen van karkassen:

(1)(6)    [i) waaruit de voornaamste toegankelijke lymfeklieren zijn verwijderd, ii) die vóór de beenderen zijn verwijderd ten minste 24 uur zijn gerijpt bij een temperatuur van meer dan +2 °C, en iii) waarbij de pH van het vlees, elektronisch gemeten in het midden van de longissimus dorsi-spier na het rijpen en vóór het uitbenen, minder dan 6,0 bedroeg.]

(1)(10)    [i) waaruit de voornaamste toegankelijke lymfeklieren zijn verwijderd, en ii) die vóór de beenderen zijn verwijderd ten minste 24 uur zijn gerijpt bij een temperatuur van meer dan +2 °C.]] (1)

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees (zoals gedefinieerd in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004), met uitzondering van slachtafval, gehakt vlees en separatorvlees, van wilde dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van runderen, schapen en geiten, zoals gedefinieerd in artikel 2 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 84 ), wilde kameelachtigen en wilde hertachtigen (zoals gedefinieerd in artikel 2 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692) die worden gedood in het wild, ook wanneer de Unie niet de eindbestemming is. De uitsluiting van slachtafval, gehakt vlees en separatorvlees is uitdrukkelijk in de titel vermeld om verwarring te voorkomen, aangezien deze producten niet met dit certificaat voor vers vlees kunnen worden ingevoerd.

Niet-onthuide karkassen moeten na binnenkomst onverwijld naar de verwerkingsinrichting van bestemming worden overgebracht.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.8:    Vul de code van de zone in zoals die is vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

Vak I.11:    “Plaats van verzending”: naam en adres van de inrichting van verzending.

Vak I.15:    Registratienummer (treinwagons of containers en vrachtwagens), vluchtnummer (vliegtuig) of naam (schip) invullen. In geval van overslag moet de verzender de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie hiervan op de hoogte stellen.

Vak I.19:    Bij vervoer in laadkisten, recipiënten of dozen het laadkist- of recipiëntnummer en het zegelnummer (indien van toepassing) vermelden.

Vak I.27:    De juiste GS-code gebruiken: 02.01, 02.02, 02.04, 02.06, 02.08.90 of 05.04.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

“Aard van de goederen”: vul in “hele karkassen”, “halve karkassen”, “voor- en achtervoeten” of “deelstukken”.

“Soort behandeling”: indien van toepassing “gerijpt” of “niet-onthuid” vermelden. Indien ingevroren, de datum (mm/jj) vermelden waarop de delen/stukken zijn ingevroren.

“Slachthuis”: wildbewerkingsinrichting.

Deel II:

(1)     Schrappen indien niet van toepassing.

(2)     Vers vlees zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.10, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

(3)     Van toepassing wanneer het vlees is verkregen uit een land dat in bijlage IX, hoofdstuk F, punt 2, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 is vermeld.

(4)    Code van de zone zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(5)    Alleen voor zones waarvoor een aanvangsdatum in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen.

(6)     Voor zones waarvoor de vermelding betreffende specifieke voorwaarden “Rijping, pH en ontbening” in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen.

(7)     Voor zones waarvoor naast de vermelding betreffende specifieke voorwaarden “Rijping, pH en ontbening” ook de vermelding “Gecontroleerd vaccinatieprogramma” in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen.

(8)     Voor zones waarvoor naast de vermelding betreffende specifieke voorwaarden “Rijping, pH en ontbening” ook de vermelding “Geen vaccinatieprogramma uitgevoerd”in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen.

(9)     Datum of data van het doden. De binnenkomst in de Unie van dit vlees is alleen toegestaan als het vlees is verkregen van dieren die zijn gedood na de datum waarop voor de onder II.2.1 bedoelde zone(s) de binnenkomst in de Unie van vers vlees van wilde dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen en geiten), wilde kameelachtigen en wilde hertachtigen die in het wild zijn gedood, was toegestaan of in een periode waarin voor de binnenkomst van dat vlees uit deze zone(s) geen door de Unie genomen veterinairrechtelijke beperkingsmaatregelen golden of in een periode waarin de toestemming voor de binnenkomst in de Unie van dat vlees uit deze zone(s) niet was opgeschort.

(10)     Voor zones waarvoor de vermelding betreffende specifieke voorwaarden “Rijping en ontbening” in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen. Binnenkomst in de Unie van het gerijpt vlees zonder been is pas vanaf 21 dagen na de datum waarop de dieren zijn geslacht toegestaan.

Officiële dierenarts

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 7: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD VERS VLEES, MET UITZONDERING VAN SLACHTAFVAL, GEHAKT VLEES EN SEPARATORVLEES, VAN ALS GEKWEEKT WILD GEHOUDEN DIEREN VAN WILDE VARKENSRASSEN EN DIEREN VAN DE FAMILIE TAYASSUIDAE (MODEL SUF)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

Voor opnieuw binnenbrengen

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Slachthuis

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum



LAND

Modelcertificaat SUF

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van het vers vlees is]

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 85 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 86 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad, Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 87 en dat het in deel I beschreven vers vlees(2) van als gekweekt wild gehouden dieren van wilde varkensrassen en van de familie Tayassuidae overeenkomstig deze voorschriften is geproduceerd en met name dat:

II.1.1.    het vlees afkomstig is van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

II.1.2.    het vlees is verkregen overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie III, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

II.1.3.    het vlees voldoet aan de voorschriften van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie 88 en met name met behulp van een digestiemethode is onderzocht op Trichinella, met negatief resultaat;

II.1.4.    het vlees op grond van overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 14, 16, 27, 30, 31, 33, 34, 37 en 38 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 en de artikelen 3 tot en met 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 uitgevoerde ante- en post-mortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie is bevonden;

II.1.5.    (1) hetzij     [het karkas of de delen van het karkas voorzien zijn van het in artikel 48 van en bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 vastgestelde gezondheidsmerk;]

(1) hetzij     [de colli vlees van een identificatiemerk voorzien zijn overeenkomstig bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;]

II.1.6.    het vlees voldoet aan de relevante criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 89 ;

II.1.7.    is voldaan aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 90 ingediende plannen betreffende residuen;

II.1.8.    het vlees is geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 91 en de maximumgehalten voor verontreinigingen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 92 garanderen;

II.1.9.    het vlees is opgeslagen en vervoerd overeenkomstig de desbetreffende voorschriften van bijlage III, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

II.2. Verklaring inzake de diergezondheid

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het in deel I beschreven vers vlees:

II.2.1.    is verkregen in de zone(s) met de code(s): ……………………(3) waaruit op de datum van afgifte van dit certificaat de binnenkomst in de Unie van vers vlees van als gekweekt wild gehouden dieren van wilde varkensrassen en dieren van de familie Tayassuidae is toegestaan en die is/zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden, en:

a)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het [slachten](1) [doden](1) van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van infectie met het runderpestvirus en gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen deze ziekte is uitgevoerd,

(1)(4)    [b)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het [slachten](1) [doden](1) van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van Afrikaanse varkenspest en gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen deze ziekte is uitgevoerd.]

(1)hetzij    [b)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het [slachten](1) [doden](1) van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer en gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen deze ziekte is uitgevoerd.]

(1)(5)hetzij    [b)    waar sinds ___/___/____ (dd/mm/jjjj) geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer.]

(1)hetzij    [c)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het [slachten](1) [doden](1) van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van klassieke varkenspest en gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen deze ziekte is uitgevoerd.]

(1)(5)hetzij    [c)    waar sinds ___/___/___ (dd/mm/jjjj) geen melding is gemaakt van klassieke varkenspest en waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het [slachten](1) [doden](1) van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen vaccinatie tegen deze ziekte is uitgevoerd].

II.2.2.    is verkregen van dieren die:

(1)hetzij    [sedert hun geboorte of ten minste gedurende de laatste drie maanden vóór het [slachten](1) [doden](1) in de onder II.2.1. bedoelde zone(s) hebben verbleven.]

(1)hetzij    [op ___/___/___ (dd/mm/jjjj) in de onder II.2.1. bedoelde zone zijn binnengebracht uit de zone met de code ___ - __ (3) waaruit de binnenkomst van vers vlees van als gekweekt wild gehouden dieren van wilde varkensrassen en van de familie Tayassuidae in de Unie op die datum toegestaan was en waar zij sedert hun geboorte of ten minste de laatste drie maanden vóór het [slachten](1) [doden](1) hebben verbleven.]

(1)hetzij    [op ___/___/___ (dd/mm/jjjj) in de onder II.2.1. bedoelde zone zijn binnengebracht uit de lidstaat met ISO-code ___.]

II.2.3.    is verkregen van dieren die afkomstig zijn uit inrichtingen:

a)    die zijn geregistreerd door en onder toezicht staan van de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied en beschikken over een systeem om gegevens te bewaren en bij te houden overeenkomstig artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 93 ;

b)    waar regelmatig diergezondheidsinspecties door een dierenarts worden uitgevoerd met het oog op het opsporen van, en de informatievoorziening over, tekenen die wijzen op de aanwezigheid van ziekten, met inbegrip van de relevante in de lijst opgenomen ziekten, zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie, en van nieuwe ziekten;

c)    die op het tijdstip van [de verzending naar het slachthuis](1) [het doden](1) niet onder nationale beperkende maatregelen om diergezondheidsredenen vielen, met inbegrip van beperkingen die betrekking hebben op de relevante in de lijst opgenomen ziekten, zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, en nieuwe ziekten;

d)    waar geen van de aldaar gehouden dieren is ingeënt tegen mond-en-klauwzeer, infectie met het runderpestvirus, Afrikaanse varkenspest en klassieke varkenspest;

e)    waar en waaromheen in een gebied met een straal van 10 km (dat, in voorkomend geval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten) de laatste 30 dagen vóór de datum van het [slachten](1) [doden](1) geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer, infectie met het runderpestvirus of Afrikaanse varkenspest of klassieke varkenspest.

II.2.4.    het vlees is verkregen van dieren die:

a)sinds hun geboorte gescheiden zijn gehouden van in het wild levende hoefdieren;

b)tijdens het [slachten](1) [doden](1) nooit in contact zijn geweest met dieren van een lagere gezondheidsstatus.

(1) hetzij [c) van de inrichting van oorsprong naar een slachthuis zijn verzonden

- in vervoermiddelen: i) die zo zijn gebouwd dat de dieren niet kunnen ontsnappen of uit het vervoermiddel kunnen vallen; ii) waarin de ruimte waar de dieren worden gehouden visueel kan worden gecontroleerd; iii) waaruit het verlies van dierlijke uitwerpselen, gebruikt strooisel of voeder wordt voorkomen of tot een minimum wordt beperkt, en iv) die onmiddellijk voor het vervoer van de dieren zonder contact met andere dieren die niet aan de voorwaarden van de punten II.2.1, II.2.2 en II.2.3 voldoen, zijn gereinigd en ontsmet met een door de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied toegelaten ontsmettingsmiddel;

zonder door een zone te zijn gekomen die niet in de lijst is opgenomen voor binnenkomst in de Unie van vers vlees van als gekweekt wild gehouden dieren van wilde varkensrassen en dieren van de familie Tayassuidae, en zonder in contact te zijn gekomen met dieren met een lagere gezondheidsstatus;]

(1) hetzij [c) ter plaatse zijn gedood, waarna de karkassen ervan rechtstreeks van de plaats van het doden zijn verzonden naar een slachthuis:

- dat ligt in de onder II.2.1 bedoelde zone;

- in vervoermiddelen en laadkisten: i) die vóór het laden van de karkassen zijn gereinigd en ontsmet met een door de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied van oorsprong toegelaten ontsmettingsmiddel; ii) die zo zijn gebouwd dat de gezondheidsstatus van de karkassen niet in gevaar werd gebracht tijdens het vervoer,

- waarbij zij niet door een zone zijn gekomen die niet in de lijst is opgenomen voor binnenkomst in de Unie van vers vlees van als gekweekt wild gehouden dieren van wilde varkensrassen en dieren van de familie Tayassuidae, en niet in contact zijn gekomen met dieren of met karkassen van dieren met een lagere gezondheidsstatus;]

d) zijn [geslacht](1) [gedood](1) [[op ___/___/___ (dd/mm/jjjj)](1) [tussen ___/___/___ (dd/mm/jjjj) en ___/___/___ (dd/mm/jjjj)](1)](6).

II.2.5.    is verkregen in een slachthuis waaromheen in een gebied met een straal van 10 km (dat, in voorkomend geval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten) de 30 dagen vóór de datum van het slachten van de dieren geen melding is gemaakt van de onder II.2.1 genoemde ziekten.

II.2.6.    strikt gescheiden is gehouden van vers vlees dat niet voldoet aan de desbetreffende diergezondheidsvoorschriften voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees van als gekweekt wild gehouden dieren van wilde varkensrassen en dieren van de familie Tayassuidae, tijdens het [slachten,](1) uitsnijden en tot het vers vlees:

(1)hetzij    [is verpakt voor verdere opslag;]

(1)hetzij    [in het vervoermiddel wordt geladen, als onverpakt vers vlees, met het oog op verzending naar de Unie].

II.3. Verklaring inzake het dierenwelzijn

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het in deel I beschreven vlees afkomstig is van dieren die in het slachthuis met inachtneming van de voorschriften van de wetgeving van de Unie inzake de bescherming van dieren bij het doden of van ten minste gelijkwaardige voorschriften zijn behandeld.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees (zoals gedefinieerd in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004), met uitzondering van slachtafval, gehakt vlees en separatorvlees, van als gekweekt wild gehouden dieren van wilde varkensrassen (zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 8, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692) en dieren van de familie Tayassuidae die worden geslacht in een slachthuis of in de inrichting van oorsprong, ook wanneer de Unie niet de eindbestemming is.

De uitsluiting van slachtafval, gehakt vlees en separatorvlees is uitdrukkelijk in de titel vermeld om verwarring te voorkomen, aangezien deze producten niet met dit certificaat voor vers vlees kunnen worden ingevoerd.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.8: Vul de code van de zone in zoals die is vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

Vak I.11: Plaats van verzending: naam en adres van de inrichting van verzending.

Vak I.15: Registratienummer (treinwagons of containers en vrachtwagens), vluchtnummer (vliegtuig) of naam (schip) invullen. In geval van overslag moet de verzender de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie hiervan op de hoogte stellen.

Vak I.27: De juiste GS-code gebruiken: 02.03, 02.08.90 of 05.04.

Vak I.19: Bij vervoer in laadkisten, recipiënten of dozen het laadkist- of recipiëntnummer en het zegelnummer (indien van toepassing) vermelden.

Vak I.27: Aard van de goederen: vul in “hele karkassen”, “halve karkassen”, “voor- en achtervoeten” of “deelstukken”.

Vak I.27: Soort behandeling: “zonder been” of “met been” vermelden, al naar het geval. Indien bevroren, de datum (mm/jj) vermelden waarop de delen/stukken zijn ingevroren.

Deel II:

(1)    Schrappen indien niet van toepassing.

(2)Vers vlees zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.10, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

(3)Code van de zone zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(4)Niet van toepassing op dieren van de familie Tayassuidae.

(5)Alleen voor zones met een aanvangsdatum in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(6)Datum of data van het slachten of doden. De binnenkomst in de Unie van dit vlees is alleen toegestaan als het vlees is verkregen van dieren die zijn geslacht of gedood na de datum waarop voor de onder II.2.1 bedoelde zone(s) de binnenkomst in de Unie van vers vlees van als gekweekt wild gehouden dieren van wilde varkensrassen en dieren van de familie Tayassuidae was toegestaan of in een periode waarin voor de binnenkomst van dat vlees uit deze zone(s) geen door de Unie genomen veterinairrechtelijke beperkingsmaatregelen golden of in een periode waarin de toestemming voor de binnenkomst in de Unie van dat vlees uit deze zone(s) niet was opgeschort.

Officiële dierenarts

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 8: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD VERS VLEES, MET UITZONDERING VAN SLACHTAFVAL, GEHAKT VLEES EN SEPARATORVLEES, VAN WILDE DIEREN VAN WILDE VARKENSRASSEN EN WILDE DIEREN VAN DE FAMILIE TAYASSUIDAE (MODEL SUW)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

Opnieuw binnenbrengen

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Slachthuis

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum



LAND

Modelcertificaat SUW

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1 Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van het vers vlees is]

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 94 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 95 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad, Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 96 en dat het in deel I beschreven vers vlees(2) van wilde dieren van wilde varkensrassen en van de familie Tayassuidae overeenkomstig deze voorschriften is geproduceerd en met name dat:

II.1.1.    het vlees afkomstig is van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

II.1.2.    het vlees is verkregen overeenkomstig sectie IV van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004, en met name:

i) vóór het villen tijdens de opslag en de hantering gescheiden is gehouden van andere levensmiddelen en niet is ingevroren,

en

ii) na het villen een eindkeuring heeft ondergaan als bedoeld onder II.1.4;

II.1.3.    het vlees voldoet aan de voorschriften van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie 97 en met name met behulp van een digestiemethode is onderzocht op Trichinella, met negatief resultaat;

II.1.4.    het vlees op grond van een overeenkomstig de artikelen 10, 12 tot en met 15, 28, 30, 31, 33, 34 en 37 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 en de artikelen 7 en 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 uitgevoerde post-mortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie is bevonden;

(1) II.1.5.    (1) hetzij    [het karkas of de delen van het karkas voorzien zijn van het in artikel 48 van en bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 vastgestelde gezondheidsmerk;]

   (1) hetzij    [de colli vlees van een identificatiemerk voorzien zijn overeenkomstig bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;]

II.1.6.    het vlees voldoet aan de relevante criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 98 ;

II.1.7.    is voldaan aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 99 ingediende plannen betreffende residuen, en de betrokken dieren en producten voor het betrokken land van oorsprong zijn opgenomen in de lijst in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 100 ;

II.1.8.    het vlees is geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 101 en de maximumgehalten voor verontreinigingen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 102 garanderen;

II.1.9.    het vlees is opgeslagen en vervoerd overeenkomstig de desbetreffende voorschriften van bijlage III, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

II.2. Verklaring inzake de diergezondheid

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het in deel I beschreven vers vlees:

II.2.1.    is verkregen in de zone(s) met de code(s): ……………………(3) waaruit op de datum van afgifte van dit certificaat de binnenkomst in de Unie van vers vlees van wilde dieren van wilde varkensrassen en van de familie Tayassuidae is toegestaan en die is/zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden, en:

a)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het doden van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van infectie met het runderpestvirus en gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen deze ziekte is uitgevoerd, en

(1) hetzij    [b)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het doden van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer en gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen deze ziekte is uitgevoerd.]

(1)(4) hetzij    [b)    waar sinds ___/___/____ (dd/mm/jjjj) geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer.]

(1)(4) hetzij    [c)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het doden van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van klassieke varkenspest en gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen deze ziekte is uitgevoerd;]

(1)(4) hetzij    [c)    waar sinds ___/___/___ (dd/mm/jjjj) geen melding is gemaakt van klassieke varkenspest en waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het [slachten](1) [doden](1) van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen vaccinatie tegen deze ziekte is uitgevoerd].

(1)(5)    [d)    waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het doden van de dieren waarvan het vers vlees is verkregen, geen melding is gemaakt van Afrikaanse varkenspest.]

II.2.2.    is verkregen van dieren die zijn gedood:

a)[op ___/___/___ (dd/mm/jjjj)](1) [tussen ___/___/___ (dd/mm/jjjj) en ___/___/___. (dd/mm/jjjj)](1)](6);

b)op meer dan 20 km van de grens van een zone die op dat moment niet in de lijst was opgenomen voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees van in het wild levende hoefdieren;

c)in een gebied met een straal van 20 km waar in de laatste 60 dagen vóór het doden van de dieren geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer of infectie met het runderpestvirus.

II.2.3.    is verkregen in een wildbewerkingsinrichting waar en waaromheen in een gebied met een straal van 10 km gedurende de periode van 30 dagen vóór de datum van het doden geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer, infectie met het runderpestvirus en klassieke varkenspest (1)(10)[en Afrikaanse varkenspest].

II.2.4.    strikt gescheiden is gehouden van vers vlees dat niet voldoet aan de desbetreffende diergezondheidsvoorschriften voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees van wilde dieren van wilde varkensrassen en van de familie Tayassuidae, tijdens het uitsnijden en tot het vers vlees:

(1) hetzij      [is verpakt voor verdere opslag;]

(1) hetzij    [in het vervoermiddel wordt geladen, als onverpakt vers vlees, met het oog op verzending naar de Unie].

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees van wilde dieren van wilde varkensrassen (zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 8, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie) en wilde dieren van de familie Tayassuidae die in het wild worden gedood, ook wanneer de Unie niet de eindbestemming is. De uitsluiting van slachtafval, gehakt vlees en separatorvlees is uitdrukkelijk in de titel vermeld om verwarring te voorkomen, aangezien deze producten niet met dit certificaat voor vers vlees kunnen worden ingevoerd.

Niet-onthuide karkassen moeten na binnenkomst onverwijld naar de verwerkingsinrichting van bestemming worden overgebracht.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.8:    Vul de code van de zone in zoals die is vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

Vak I.11:    Plaats van verzending: naam en adres van de inrichting van verzending.

Vak I.15:    Registratienummer (treinwagons of containers en vrachtwagens), vluchtnummer (vliegtuig) of naam (schip) invullen. In geval van overslag moet de verzender de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie hiervan op de hoogte stellen.

Vak I.19:    Bij vervoer in laadkisten, recipiënten of dozen het laadkist- of recipiëntnummer en het zegelnummer (indien van toepassing) vermelden.

Vak I.27:    De juiste GS-code gebruiken: 02.03, 02.08.90 of 05.04.

Vak I.27:    Aard van de goederen: vul in “hele karkassen”, “halve karkassen”, “voor- en achtervoeten” of “deelstukken”.

Vak I.27:    Soort behandeling: indien van toepassing “gerijpt” of “niet-onthuid” vermelden. Indien ingevroren, de datum (mm/jj) vermelden waarop de delen/stukken zijn ingevroren.

Vak I.27:    “Slachthuis”: wildbewerkingsinrichting.

Deel II:

(1)Schrappen indien niet van toepassing.

(2)Vers vlees zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.10, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

(3)Code van de zone zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(4)Alleen voor zones waarvoor een aanvangsdatum in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen.

(5)Niet van toepassing op dieren van de familie Tayassuidae.

(6)Datum of data van het doden. De binnenkomst in de Unie van dit vlees is alleen toegestaan als het vlees is verkregen van dieren die zijn gedood na de datum waarop voor de onder II.2.1 bedoelde zone(s) de binnenkomst in de Unie van vers vlees van wilde varkensrassen en van dieren van de familie Tayassuidae die in het wild worden gedood, was toegestaan of in een periode waarin voor de binnenkomst van dat vlees uit deze zone(s) geen door de Unie genomen veterinairrechtelijke beperkingsmaatregelen golden of in een periode waarin de toestemming voor de binnenkomst in de Unie van dat vlees uit deze zone(s) niet was opgeschort.

Officiële dierenarts

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 9: MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD VERS VLEES, MET UITZONDERING VAN SLACHTAFVAL, GEHAKT VLEES EN SEPARATORVLEES, VAN EENHOEVIG VRIJ WILD VAN HET ONDERGESLACHT HIPPOTIGRIS (ZEBRA) (MODEL EQW)

LAND

Officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

 Verdere verwerking

I.21

I.22

Voor de interne markt

I.23

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Slachthuis

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum

Test



LAND

Modelcertificaat EQW

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1 Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 103 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 104 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad, Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 105 en dat het in deel I beschreven vers vlees(2) van eenhoevig vrij wild van het ondergeslacht Hippotigris (zebra) overeenkomstig deze voorschriften is geproduceerd en met name dat:

II.1.1.    het vlees afkomstig is van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

II.1.2.    het vlees is verkregen overeenkomstig bijlage III, sectie IV, hoofdstukken I en II, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

II.1.3.    het vlees voldoet aan de voorschriften van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie 106 en met name met behulp van een digestiemethode is onderzocht op Trichinella, met negatief resultaat;

II.1.4.    het vlees op grond van een overeenkomstig de artikelen 10, 12 tot en met 15, 28, 31 tot en met 34 en 37 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 en de artikelen 7 en 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 uitgevoerde post-mortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie is bevonden;

(1) II.1.5.    hetzij    [het karkas of de delen van het karkas voorzien zijn van het in artikel 48 van en bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 vastgestelde gezondheidsmerk;]

(1) hetzij    [de colli vlees van een identificatiemerk voorzien zijn overeenkomstig bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;]

II.1.6.    het vlees voldoet aan de relevante criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 107 ;

II.1.7.    is voldaan aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 108 ingediende plannen betreffende residuen, en de betrokken dieren en producten voor het betrokken land van oorsprong zijn opgenomen in de lijst in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 109 ;

II.1.8.    het vlees is opgeslagen en vervoerd overeenkomstig de desbetreffende voorschriften van bijlage III, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees, met uitzondering van slachtafval, gehakt vlees en separatorvlees, van eenhoevig vrij wild van het ondergeslacht Hippotigris (zebra).

De uitsluiting van slachtafval, gehakt vlees en separatorvlees is uitdrukkelijk in de titel vermeld om verwarring te voorkomen, aangezien deze producten niet met dit certificaat voor vers vlees de Unie kunnen binnenkomen.

Vers vlees zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.10, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

Niet-onthuide karkassen moeten na binnenkomst in de Unie onverwijld naar de verwerkingsinrichting van bestemming worden overgebracht.

Dit officiële certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.11:    “Plaats van verzending”: naam en adres van de inrichting van verzending.

Vak I.15:    Registratienummer (treinwagons of containers en vrachtwagens), vluchtnummer (vliegtuig) of naam (schip) invullen. In geval van overslag moet de verzender de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie hiervan op de hoogte stellen.

Vak I.19:    Bij vervoer in laadkisten, recipiënten of dozen het laadkist- of recipiëntnummer en het zegelnummer (indien van toepassing) vermelden.

Vak I.27:    De juiste GS-code gebruiken: 02.08.90 of 05.04.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

“Aard van de goederen”: vul in “hele karkassen”, “halve karkassen”, “voor- en achtervoeten” of “deelstukken”.

“Soort behandeling”: indien van toepassing “gerijpt” of “niet-onthuid” vermelden. Indien ingevroren, de datum (mm/jj) vermelden waarop de delen/stukken zijn ingevroren.

“Slachthuis”: wildbewerkingsinrichting.

Deel II:

(1)    Schrappen indien niet van toepassing.

Certificerend functionaris

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 10: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD SEPARATORVLEES VAN ALS LANDBOUWHUISDIER GEHOUDEN HERKAUWERS (MODEL RUM-MSM)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

 Producten voor menselijke consumptie

 Verdere verwerking

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

Voor opnieuw binnenbrengen



I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Slachthuis

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum



LAND

Modelcertificaat RUM-MSM

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van het separatorvlees is]

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad 110 , Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 111 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 112 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad, Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 113 en dat het in deel I beschreven separatorvlees van als landbouwhuisdier gehouden herkauwers overeenkomstig deze voorschriften is geproduceerd en met name dat:

II.1.1.    het separatorvlees afkomstig is van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

II.1.2.    het separatorvlees is verkregen overeenkomstig de voorwaarden van bijlage III, sectie V, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en bevroren is tot een inwendige temperatuur van ten hoogste ‑18 °C;

II.1.3.    het separatorvlees is vervaardigd van vlees dat op grond van overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 14, 16, 17, 20, 21, 24, 29, 33 tot en met 35, 37 en 38 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 en de artikelen 3, 4, 5, 7 en 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 uitgevoerde ante- en post-mortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie is bevonden;

II.1.4.    de colli separatorvlees van een identificatiemerk voorzien zijn overeenkomstig bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

II.1.5.    het separatorvlees voldoet aan de relevante criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 114 ;

II.1.6.    is voldaan aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 115 ingediende plannen betreffende residuen, en de betrokken dieren en producten voor het betrokken land van oorsprong zijn opgenomen in de lijst in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 116 ;

II.1.7.    het separatorvlees is geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen, als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 117 , en de maximumgehalten voor verontreinigingen, als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 118 , garanderen;

II.1.8.    het separatorvlees is opgeslagen en vervoerd overeenkomstig de desbetreffende voorschriften van bijlage III, sectie V, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

II.1.9.    met betrekking tot boviene spongiforme encefalopathie (BSE):

a)    het land of gebied van oorsprong overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG van de Commissie 119 is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico;

b)    het separatorvlees is verkregen van beenderen van runderen, schapen of geiten die zijn geboren, ononderbroken zijn gehouden en zijn geslacht in een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich geen inheemse gevallen van BSE hebben voorgedaan.

II.2. Verklaring inzake de diergezondheid

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het in deel I beschreven separatorvlees:

II.2.1.    is bereid met uitsluitend vers vlees(2) dat is verkregen in de zone(s) met de code(s): ……………………(3) waaruit op de datum van afgifte van dit certificaat de binnenkomst in de Unie van vers vlees van de onder II.2.2 bedoelde diersoort(en) waarvan het vers vlees is verkregen is toegestaan en die is/zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden zonder de vermelding betreffende specifieke voorwaarden “Rijping, pH en ontbening” in de vijfde kolom van die tabel.

II.2.2.    bevat vers vlees dat aan alle diergezondheidsvoorschriften voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees overeenkomstig het desbetreffende modelcertificaat(4) voldoet, en daarom als zodanig in aanmerking komt om de Unie binnen te komen, van gehouden dieren van de volgende soort(en): [runderen](1)(5), [schapen en/of geiten](1)(5), [kameelachtigen en/of hertachtigen en/of dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van runderen, schapen en geiten)](1)(5).

II.3. Verklaring inzake het dierenwelzijn

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het in deel I beschreven vlees afkomstig is van dieren die in het slachthuis met inachtneming van de voorschriften van de wetgeving van de Unie inzake de bescherming van dieren bij het doden of van ten minste gelijkwaardige voorschriften zijn behandeld.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van separatorvlees (zoals gedefinieerd in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004) van vers vlees van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen en/of geiten, kameelachtigen en/of hertachtigen en/of dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van runderen, schapen en geiten), ook wanneer de Unie niet de eindbestemming van een dergelijke vleesbereiding is.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel II:

(1) Schrappen indien niet van toepassing.

(2) Vers vlees zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 41, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 120 .

(3) Code van de zone zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(4) De modelcertificaten in de bijlagen bij deze verordening: certificaat BOV voor vers vlees en gehakt vlees van runderen; certificaat OVI voor vers vlees en gehakt vlees van schapen en geiten; certificaat RUF voor vers vlees van als gekweekt wild gehouden dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen, geiten), kameelachtigen en hertachtigen.

(5) Voor zones waarvoor de vermelding betreffende specifieke voorwaarden “Rijping, pH en ontbening” in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen.

Officiële dierenarts

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 11: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD SEPARATORVLEES VAN ALS LANDBOUWHUISDIER GEHOUDEN VARKENS (MODEL SUI-MSM)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

 Producten voor menselijke consumptie

 Verdere verwerking

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

Voor opnieuw binnenbrengen



I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Ondersoort/categorie

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Slachthuis

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum

Test



LAND

Modelcertificaat SUI-MSM

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van het separatorvlees is]

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 121 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 122 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad, Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 123 en dat het in deel I beschreven separatorvlees van als landbouwhuisdier gehouden varkens overeenkomstig deze voorschriften is geproduceerd en met name dat:

II.1.1.    het separatorvlees afkomstig is van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

II.1.2.    het separatorvlees is verkregen overeenkomstig de voorwaarden van bijlage III, sectie V, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en bevroren is tot een inwendige temperatuur van ten hoogste ‑18 °C;

II.1.3    het separatorvlees is afgeleid van vlees dat voldoet aan de voorschriften van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie 124 , en met name:

(1) hetzij    [met behulp van een digestiemethode is onderzocht op Trichinella en daarbij negatief heeft gereageerd;]

(1) hetzij    [een vriesbehandeling heeft ondergaan overeenkomstig bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375;]

(1) hetzij    [afkomstig is van als landbouwhuisdieren gehouden varkens die uit een bedrijf komen dat officieel is erkend als bedrijf dat gecontroleerde huisvestingsomstandigheden toepast overeenkomstig artikel 8 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375, of die niet gespeend en minder dan vijf weken oud zijn.]

II.1.4.    het separatorvlees is vervaardigd van vlees dat op grond van overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 17, 23, 24, 30, 31, 33 tot en met 35, 37 en 38 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 en de artikelen 3, 4, 5, 7 en 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 uitgevoerde ante- en post-mortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie is bevonden;

II.1.5.    de colli separatorvlees van een identificatiemerk voorzien zijn overeenkomstig bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

II.1.6.    het separatorvlees voldoet aan de relevante criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 125 ;

II.1.7.    is voldaan aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 126 ingediende plannen betreffende residuen, en de betrokken dieren en producten voor het betrokken land van oorsprong zijn opgenomen in de lijst in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 127 ;

II.1.8.    het separatorvlees is geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen, als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 128 , en de maximumgehalten voor verontreinigingen, als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 129 , garanderen;

II.1.9.    het separatorvlees is opgeslagen en vervoerd overeenkomstig de desbetreffende voorschriften van bijlage III, sectie V, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

II.2. Verklaring inzake de diergezondheid

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het in deel I beschreven separatorvlees:

II.2.1.    is bereid met uitsluitend vers vlees(2) dat is verkregen in de zone(s) met de code(s): ……………………(3) waaruit op de datum van afgifte van dit certificaat de binnenkomst in de Unie van vers vlees van de onder II.2.2 bedoelde diersoort(en) waarvan het vers vlees is verkregen is toegestaan en die is/zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden zonder de vermelding betreffende specifieke voorwaarden “Rijping, pH en ontbening” in de vijfde kolom van die tabel. 

II.2.2.    vers vlees bevat dat aan alle diergezondheidsvoorschriften voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees overeenkomstig het desbetreffende modelcertificaat(4) voldoet, en daarom als zodanig in aanmerking komt om de Unie binnen te komen, van tamme varkensrassen en als gekweekt wild gehouden dieren van wilde varkensrassen en dieren van de familie Tayassuidae.

II.3. Verklaring inzake het dierenwelzijn

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het in deel I beschreven vlees afkomstig is van dieren die in het slachthuis met inachtneming van de voorschriften van de wetgeving van de Unie inzake de bescherming van dieren bij het doden of van ten minste gelijkwaardige voorschriften zijn behandeld.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van separatorvlees (zoals gedefinieerd in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004) van vers vlees van gehouden dieren van tamme en wilde varkensrassen, ook wanneer de Unie niet de eindbestemming van dergelijk vlees is.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel II:

(1) Schrappen indien niet van toepassing.

(2) Vers vlees zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 41, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 130 .

(3) Code van de zone zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(4) De modelcertificaten in de bijlagen bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020)8100]: certificaat POR voor vers vlees en gehakt vlees van gehouden dieren van tamme varkensrassen; certificaat SUF voor vers vlees van als gekweekt wild gehouden dieren van wilde varkensrassen en dieren van de familie Tayassuidae.

Officiële dierenarts

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 12: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDSCERTIFICAAT VOOR VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD VERS VLEES VAN OORSPRONG UIT NIEUW-ZEELAND DAT VIA SINGAPORE IS DOORGEVOERD, IS GELOST, EN EVENTUEEL IS OPGESLAGEN EN OVERGELADEN VÓÓR BINNENKOMST IN DE UNIE (MODEL NZ-TRANSIT-SG)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

 Producten voor menselijke consumptie

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

Voor opnieuw binnenbrengen



I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Ondersoort/categorie

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Slachthuis

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum

Test



LAND

Modelcertificaat NZ-TRANSIT-SG

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1. Verklaring inzake de diergezondheid

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het in deel I beschreven vers vlees(2):

II.1.1.afkomstig is uit Nieuw-Zeeland en de binnenkomst in de Unie ervan als vlees dat is doorgevoerd via Singapore is toegestaan overeenkomstig een overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 door de Commissie goedgekeurde lijst van derde landen en gebieden, en:

II.1.2.bestemd is voor de Unie en vergezeld gaat van het veterinair certificaat dat is opgesteld volgens het model in bijlage I bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1901 van de Commissie 131 en dat is afgegeven door de bevoegde autoriteit van Nieuw-Zeeland met referentienummer …………, en

II.1.3.tijdens de doorvoer is gelost, opgeslagen, overgeladen en vervoerd overeenkomstig de desbetreffende voorschriften van bijlage III, respectievelijk sectie I en sectie V, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad, en

II.1.4.tijdens alle fasen van de doorvoer gescheiden is gehouden van producten van dierlijke oorsprong die niet in aanmerking komen voor binnenkomst in de Unie, en

II.1.5.in aanmerking komt voor binnenkomst in de Unie.

II.2Doorvoerverklaring

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de in deel I beschreven zending vers vlees:

II.2.1.is aangekomen in de douanezone van de luchthaven van Singapore in kartons die zijn voorzien van minstens één verzegelde sluiting die zodanig op de buitenste verpakking van elk karton is aangebracht dat die kartons niet kunnen worden geopend zonder dat minstens één sluiting wordt kapotgemaakt of beschadigd, en

II.2.2.onmiddellijk nadat ze uit het vliegtuig is gelost, door de bevoegde autoriteit van Singapore aan een documenten- en overeenstemmingscontrole is onderworpen evenals, indien van toepassing, aan een materiële controle(3), en

II.2.3.is opgeslagen in een erkende inrichting in de douanezone van Singapore(4), en

II.2.4.is overgeladen in een gekoelde container in een erkende inrichting in de douanezone van Singapore onder toezicht van de bevoegde autoriteit van Singapore,

en dat de gekoelde container:

II.2.5.door de douaneautoriteit van Singapore is verzegeld met het oog op het vervoer vanaf de erkende inrichting naar de zeehaven van Singapore, en

II.2.6.door de douaneautoriteit van Singapore is verzegeld met het oog op het vervoer vanaf de erkende inrichting tot aan de aankomst op de eerste grenscontrolepost van de Unie.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bedoeld voor zendingen van de volgende producten van oorsprong uit Nieuw-Zeeland die Nieuw-Zeeland mag binnenbrengen in de Unie en die vergezeld gaan van het vereiste, door de bevoegde autoriteit van Nieuw-Zeeland afgegeven en volgens het model opgestelde veterinair certificaat, en die bestemd zijn voor de Unie en die worden gelost, overgeladen en doorgevoerd, al dan niet met opslag, via Singapore:

132 vers vlees, met inbegrip van gehakt vlees, van de volgende soorten (zoals gedefinieerd in artikel 2 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie):

1)runderen;

2)schapen en geiten;

3)tamme varkensrassen;

4)paardachtigen;

vers vlees, met uitzondering van slachtafval en gehakt vlees, van de volgende soorten (zoals gedefinieerd in artikel 2 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692):

1)als gekweekt wild gehouden dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van runderen, schapen, geiten), kameelachtigen en hertachtigen;

2)wilde dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen en geiten), wilde kameelachtigen en wilde hertachtigen;

3)als gekweekt wild gehouden dieren van wilde varkensrassen en dieren van de familie Tayassuidae;

4)wilde dieren van wilde varkensrassen en wilde dieren van de familie Tayassuidae;

Dit diergezondheidscertificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.7:onder land van oorsprong wordt hier verstaan: land van verzending: Singapore.

Vak I.27:Beschrijving van de zending:

Aard van de goederen: vul in “hele karkassen”, “halve karkassen”, “voor- en achtervoeten”, “deelstukken” of “gehakt vlees”. Erkenningsnummer: de erkende inrichtingen in Nieuw-Zeeland vermelden.

Deel II:

(1)Voor zendingen vers vlees waarvoor de gelijkwaardigheid is vastgesteld in de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Nieuw-Zeeland (Besluit 97/132/EG van de Raad 133 ) is het vereiste model van veterinair certificaat opgenomen in bijlage I bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1901 van de Commissie 134 .

(2)Vers vlees zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.10, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

(3)In uitzonderingsgevallen, wanneer de gezondheid van mens of dier wordt bedreigd of wanneer onregelmatigheden worden vermoed, moet een aanvullende materiële controle worden verricht.

(4)Schrappen indien de zending werd overgeladen zonder opslag.

Officiële dierenarts

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 13: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD VERS VLEES, MET UITZONDERING VAN GEHAKT VLEES EN SEPARATORVLEES, VAN ANDER PLUIMVEE DAN LOOPVOGELS (MODEL POU)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

 Producten voor menselijke consumptie

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

Voor opnieuw binnenbrengen



I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Ondersoort/categorie

Koelhuis

Identificatiemerk

Nettogewicht

Slachthuis

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Datum van winning/productie

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum



LAND

Modelcertificaat POU

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van het vers vlees is]

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 135 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 136 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad, Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 137 en dat het in deel I beschreven vers vlees(1) van ander pluimvee dan loopvogels overeenkomstig deze voorschriften is geproduceerd en met name dat:

a)    het vlees afkomstig is van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

b)    geproduceerd is overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, secties II en V, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

c)    het op grond van overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 14, 25, 33, 35 tot en met 38 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 en de artikelen 3 en 5 tot en met 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 uitgevoerde ante- en post-mortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie is bevonden;

d)    het van een identificatiemerk is voorzien overeenkomstig bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

e)    het voldoet aan de relevante criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 138 ;

f)    is voldaan aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 139 ingediende plannen betreffende residuen, en de betrokken dieren en producten voor het betrokken land van oorsprong zijn opgenomen in de lijst in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 140 ;

g)    het is geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 141 en de maximumgehalten voor verontreinigingen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 142 garanderen;

(2)[h)    het voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1688/2005 van de Commissie 143 .]

II.2.    Verklaring inzake de diergezondheid

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het in dit certificaat beschreven vers vlees(1) van ander pluimvee dan loopvogels:

II.2.1.is verkregen in de zone met de code: ……………………(3), waarvoor op de datum van afgifte van dit certificaat geldt dat:

a)daaruit de binnenkomst in de Unie van vers vlees van ander pluimvee dan loopvogels is toegestaan en die daarvoor is/zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden;

b)er een ziektebewakingsprogramma voor hoogpathogene aviaire influenza van kracht is overeenkomstig artikel 141, punt a), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 144 ;

c)deze als ziektevrij ten aanzien van hoogpathogene aviaire influenza overeenkomstig artikel 38 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 wordt beschouwd;

d)deze als ziektevrij ten aanzien van infectie met het virus van de ziekte van Newcastle overeenkomstig artikel 39 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 wordt beschouwd;

II.2.2.is verkregen in de onder II.2.1 bedoelde zone, waar:

(4)hetzij [a)niet wordt gevaccineerd tegen hoogpathogene aviaire influenza;]

(4)(5)hetzij [a) wordt gevaccineerd tegen hoogpathogene aviaire influenza overeenkomstig een vaccinatieprogramma dat voldoet aan de voorschriften van bijlage XIII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692;]

(4)hetzij [b)vaccinatie tegen infectie met het virus van de ziekte van Newcastle met vaccins die niet aan de algemene en specifieke criteria van bijlage XV bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 voldoen, verboden is;]

(4)(6)hetzij [b)vaccinatie tegen infectie met het virus van de ziekte van Newcastle met vaccins die alleen aan de algemene criteria van bijlage XV bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 voldoen, niet verboden is, en het vers vlees is verkregen van pluimvee dat:

i)in de periode van 30 dagen vóór de datum van het slachten niet gevaccineerd is met levende verzwakte vaccins die zijn bereid op basis van een “master seed” van infectie met het virus van de ziekte van Newcastle met een hogere pathogeniteit dan lentogene stammen van het virus;

ii)is onderworpen aan een virusisolatietest(7) op infectie met het virus van de ziekte van Newcastle die op het tijdstip van het slachten is uitgevoerd op een aselecte steekproef van cloacaswabs van ten minste 60 vogels per betrokken koppel, waarbij er geen aviaire paramyxovirussen met een ICPI van meer dan 0,4 zijn gevonden;

iii)gedurende de periode van 30 dagen vóór de slachtdatum niet in contact is gekomen met pluimvee dat niet aan de voorwaarden van i) en ii) voldoet;]

II.2.3.is verkregen van dieren die afkomstig zijn uit inrichtingen:

a)die zijn geregistreerd door en onder toezicht staan van de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied en beschikken over een systeem om gegevens te bewaren en bij te houden overeenkomstig artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 145 ;

b)waar regelmatig diergezondheidsinspecties door een dierenarts worden uitgevoerd met het oog op het opsporen van, en de informatievoorziening over, tekenen die wijzen op de aanwezigheid van ziekten, met inbegrip van de relevante in de lijst opgenomen ziekten. zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, en van nieuwe ziekten;

c)waar en waaromheen zich in een gebied met een straal van 10 km (dat, in voorkomend geval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten) ten minste de laatste 30 dagen vóór de datum van het slachten geen uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza of infectie met het virus van de ziekte van Newcastle hebben voorgedaan;

d)die op het tijdstip van het slachten van de dieren niet onder nationale beperkende maatregelen om diergezondheidsredenen vielen, onder meer betreffende, in voorkomend geval, in de lijst opgenomen ziekten zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 en nieuwe ziekten;

II.2.4.is verkregen van dieren die:

(4)hetzij[a)sinds het uitkomen en tot de slachtdatum zijn gehouden in de onder II.2.1 bedoelde zone;]

(4) hetzij[a)in de onder II.2.1 bedoelde zone zijn ingevoerd als eendagskuikens, fokpluimvee, gebruikspluimvee of pluimvee dat bestemd is voor de slacht, met inachtneming van diergezondheidsvoorschriften die ten minste even streng zijn als de desbetreffende voorschriften van Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie, uit:

(4)hetzij [een zone die is opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden waaruit de binnenkomst in de Unie van die producten is toegestaan;]

(4) hetzij [een lidstaat;]]

(4) hetzij[b) niet zijn gevaccineerd tegen hoogpathogene aviaire influenza;]

(4)(5) hetzij[b) zijn gevaccineerd tegen hoogpathogene aviaire influenza overeenkomstig een vaccinatieprogramma dat voldoet aan de voorschriften van bijlage XIII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692;]

(4)hetzij[c) gedurende een periode van ten minste 30 dagen vóór de datum van het slachten niet zijn gevaccineerd tegen infectie met het virus van de ziekte van Newcastle;]

(4) hetzij [c) in de periode van 30 dagen vóór de datum van het slachten gevaccineerd zijn tegen infectie met het virus van de ziekte van Newcastle, met vaccins die aan de algemene en specifieke criteria van bijlage XV bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 voldoen;]

d)op het tijdstip van het slachten geen symptomen van overdraagbare ziekten vertoonden;

e)rechtstreeks uit de inrichting van oorsprong naar het slachthuis zijn verzonden;

f)tijdens het vervoer naar het slachthuis:

I)niet door een zone zijn gekomen die niet in de lijst is opgenomen voor binnenkomst in de Unie van vers vlees van ander pluimvee dan loopvogels;

II)niet in contact zijn gekomen met dieren met een lagere gezondheidsstatus;

g)van de inrichting van oorsprong naar een erkend slachthuis zijn verzonden in vervoermiddelen:

i)die zo zijn gebouwd dat de dieren niet kunnen ontsnappen of uit het vervoermiddel kunnen vallen;

ii)waarin de ruimte waar de dieren worden gehouden visueel kan worden gecontroleerd;

iii)waaruit het verlies van dierlijke uitwerpselen, gebruikt strooisel, voeder of veren wordt voorkomen of tot een minimum wordt beperkt;

iv)die telkens onmiddellijk vóór het laden van dieren die bestemd zijn voor binnenkomst in de Unie, zijn gereinigd en ontsmet met een door de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied van verzending toegelaten ontsmettingsmiddel, en actief of passief zijn gedroogd;

II.2.5.is verkregen van dieren die zijn geslacht [op ___/___/___ (dd/mm/jjjj)] (4)(8) [tussen ___/___/___ (dd/mm/jjjj) en ___/___/___ (dd/mm/jjjj)] (4)(8);

II.2.6.niet is verkregen van dieren die zijn geslacht in het kader van een nationaal programma voor de uitroeiing van ziekten;

II.2.7.is verkregen uit een slachthuis:

a)waarvoor op het tijdstip van de slacht geen beperkingen golden als gevolg van een uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza of van infectie met het virus van de ziekte van Newcastle, en ook geen op grond van de nationale wetgeving ingestelde officiële beperkingen om diergezondheidsredenen;

b)waarrond zich binnen een straal van 10 km, in voorkomend geval met inbegrip van het grondgebied van een buurland, gedurende een periode van ten minste 30 dagen vóór de slachtdatum geen uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza of infectie met het virus van de ziekte van Newcastle hebben voorgedaan;

II.2.8.strikt gescheiden is gehouden van vers vlees dat niet voldoet aan de desbetreffende diergezondheidsvoorschriften voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees van ander pluimvee dan loopvogels, tijdens het slachten, uitsnijden en tot het vers vlees:

(4)hetzij[is verpakt voor verdere opslag;]

(4) hetzij[in het vervoermiddel wordt geladen, als onverpakt vers vlees, met het oog op verzending naar de Unie;]

II.2.9.is verzonden naar de Unie:

a)in een vervoermiddel dat zodanig is ontworpen, gebouwd en onderhouden dat de gezondheidsstatus van de producten tijdens het vervoer naar de Unie niet in gevaar wordt gebracht;

b)gescheiden van dieren en producten van dierlijke oorsprong die niet voldoen aan de desbetreffende diergezondheidsvoorschriften voor binnenkomst in de Unie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692;

(9)[II.2.10.is bestemd voor een lidstaat met de status vrij van infectie met het virus van de ziekte van Newcastle zonder vaccinatie overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 van de Commissie 146 , en is verkregen van pluimvee dat gedurende de periode van 30 dagen vóór de datum van het slachten niet met een levend vaccin tegen infectie met het virus van de ziekte van Newcastle is gevaccineerd.]

II.3. Verklaring inzake het dierenwelzijn

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het in deel I beschreven vlees afkomstig is van dieren die in het slachthuis met inachtneming van de voorschriften van de wetgeving van de Unie inzake de bescherming van dieren bij het doden of van ten minste gelijkwaardige voorschriften zijn behandeld.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees van ander pluimvee dan loopvogels, ook wanneer de Unie niet de eindbestemming van dat product is.

De uitsluiting van gehakt vlees en separatorvlees is uitdrukkelijk in de titel vermeld om verwarring te voorkomen, aangezien deze producten niet met dit certificaat voor vers vlees kunnen worden ingevoerd.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.8:    Vul de code van de zone in zoals die is vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

Vak I.11:    naam, adres en erkenningsnummer van de inrichting van verzending.

Vak I.15:    registratienummer(s) van treinwagons en vrachtwagens, namen van schepen en, indien bekend, vluchtnummers van vliegtuigen vermelden. Bij vervoer in laadkisten of recipiënten moeten het registratienummer en, indien van toepassing, het volgnummer van het zegel worden vermeld in vak I.19.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

“GN-code”: gebruik de juiste code van het Geharmoniseerd Systeem (GS) van de Werelddouaneorganisatie: 02.07, 02.08 of 05.04.

Deel II:

(1)    Vers vlees zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.10, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

(2)    Doorhalen indien de zending niet bestemd is voor binnenkomst in Finland of Zweden.

(3)    Code van de zone zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(4)    Schrappen indien niet van toepassing.

(5)    Dit geldt alleen voor zones waar tegen hoogpathogene aviaire influenza wordt gevaccineerd overeenkomstig een vaccinatieprogramma dat voldoet aan de voorschriften van bijlage XIII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 en die zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(6)    Deze garantie is alleen vereist voor pluimvee dat afkomstig is uit zones waar het gebruik van vaccins tegen infectie met het virus van de ziekte van Newcastle die alleen aan de algemene criteria van bijlage XV bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 voldoen, niet verboden is, overeenkomstig artikel 141, punt e), ii), van die verordening, en die zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(7)    De tests moeten worden uitgevoerd op monsters die door of onder toezicht van de bevoegde autoriteiten van het land of gebied van oorsprong zijn genomen en de tests moeten worden uitgevoerd in een officieel laboratorium dat is aangewezen overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) 2017/625.

(8)    De binnenkomst in de Unie van dit vlees is alleen toegestaan als het vlees is verkregen van dieren die zijn geslacht na de datum waarop voor de onder II.2.1 bedoelde zone de binnenkomst in de Unie van vers vlees van ander pluimvee dan loopvogels was toegestaan of in een periode waarin voor de binnenkomst van dat vlees uit deze zone geen door de Unie genomen veterinairrechtelijke beperkingsmaatregelen golden of in een periode waarin de toestemming voor de binnenkomst in de Unie van dat vlees uit deze zone niet was opgeschort.

(9)    Deze garantie is alleen vereist voor zendingen die bestemd zijn voor een lidstaat met de status vrij van infectie met het virus van de ziekte van Newcastle zonder vaccinatie overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689.

Officiële dierenarts

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 14: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD GEHAKT VLEES EN SEPARATORVLEES VAN ANDER PLUIMVEE DAN LOOPVOGELS (MODEL POU-MI/MSM) 

Nog niet beschikbaar.



HOOFDSTUK 15: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD VERS VLEES, MET UITZONDERING VAN GEHAKT VLEES EN SEPARATORVLEES, VAN LOOPVOGELS (MODEL RAT)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

 Producten voor menselijke consumptie

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

Voor opnieuw binnenbrengen



I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Ondersoort/categorie

Koelhuis

Identificatiemerk

Nettogewicht

Slachthuis

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Datum van winning/productie

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum



LAND

Modelcertificaat RAT

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van het vers vlees is]

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 147 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 148 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad, Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 149 en dat het in deel I beschreven vers vlees(1) van loopvogels overeenkomstig deze voorschriften is geproduceerd en met name dat:

a)    het vlees afkomstig is van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

b)    het vlees is geproduceerd overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie III, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

c)    het vlees op grond van overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 14, 27, 33, 37 en 38 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 en de artikelen 3, 5 en 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 uitgevoerde ante- en post-mortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie is bevonden;

d)    het vlees van een identificatiemerk is voorzien overeenkomstig bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

e)    is voldaan aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 150 ingediende plannen betreffende residuen, en de betrokken dieren en producten voor het betrokken land van oorsprong zijn opgenomen in de lijst in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 151 ;

f)    het vlees is geproduceerd onder voorwaarden die de naleving van de in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 152 vastgestelde maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen garanderen.

II.2.    Verklaring inzake de diergezondheid

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het in dit certificaat beschreven vers vlees(1) van loopvogels aan de volgende voorwaarden voldoet:

II.2.1.is verkregen in de zone met de code: ……………………(2), waarvoor op de datum van afgifte van dit certificaat geldt dat:

a)daaruit de binnenkomst in de Unie van vers vlees van loopvogels is toegestaan en die daarvoor is/zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden;

b)er een ziektebewakingsprogramma voor hoogpathogene aviaire influenza van kracht is overeenkomstig artikel 141, punt a), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 153 ;

c)deze als ziektevrij ten aanzien van hoogpathogene aviaire influenza overeenkomstig artikel 38 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 wordt beschouwd;

II.2.2.is verkregen in de onder II.2.1 bedoelde zone, die op de datum van afgifte van dit certificaat:

(3)hetzij [als ziektevrij ten aanzien van infectie met het virus van de ziekte van Newcastle overeenkomstig artikel 39 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 wordt beschouwd;]

(3)(4)hetzij[niet als ziektevrij ten aanzien van infectie met het virus van de ziekte van Newcastle overeenkomstig artikel 39 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 wordt beschouwd en het vers vlees van loopvogels:

a)is uitgebeend en ontdaan van de huid;

b)is verkregen van loopvogels die gedurende een periode van ten minste drie maanden vóór de datum van het slachten zijn gehouden in inrichtingen:

i)waar zich in de zes maanden vóór de slachtdatum geen uitbraken van infectie met het virus van de ziekte van Newcastle of van hoogpathogene aviaire influenza hebben voorgedaan;

ii)waarrond zich gedurende een periode van ten minste drie maanden vóór de slachtdatum geen uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza of infectie met het virus van de ziekte van Newcastle hebben voorgedaan binnen een afstand van 10 km vanaf de buitenrand van het deel van de inrichting waar de loopvogels worden gehouden, in voorkomend geval met inbegrip van het grondgebied van een aangrenzend(e) lidstaat of derde land;

(3)hetzij[c)is verkregen van loopvogels die niet zijn gevaccineerd tegen infectie met het virus van de ziekte van Newcastle en zijn gehouden in inrichtingen waar de bewaking ten aanzien van infectie met het virus van de ziekte van Newcastle is uitgevoerd door middel van serologische tests(5) volgens een op statistische gegevens gebaseerd steekproefplan dat gedurende een periode van ten minste zes maanden vóór de datum van het slachten negatieve resultaten heeft opgeleverd;]

(3)hetzij[c)het vlees is verkregen van loopvogels die:

i)zijn gevaccineerd tegen infectie met het virus van de ziekte van Newcastle en zijn gehouden in inrichtingen die met betrekking tot infectie met het virus van de ziekte van Newcastle zijn bewaakt door middel van swabs van de trachea(5) in het kader van een op statistische gegevens gebaseerd steekproefplan dat gedurende een periode van ten minste zes maanden vóór de slachtdatum negatieve resultaten heeft opgeleverd;

ii)in de periode van 30 dagen vóór het slachten:

(3)hetzij[niet zijn gevaccineerd tegen infectie met het virus van de ziekte van Newcastle;]

(3)hetzij[zijn gevaccineerd tegen infectie met het virus van de ziekte van Newcastle met vaccins die aan de algemene en specifieke criteria van bijlage XV bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 voldoen;]]]

II.2.3.is verkregen in de onder II.2.1 bedoelde zone, waar:

(3)hetzij[a)niet wordt gevaccineerd tegen hoogpathogene aviaire influenza;]

(3)(6)hetzij[a)wordt gevaccineerd tegen hoogpathogene aviaire influenza overeenkomstig een vaccinatieprogramma dat voldoet aan de voorschriften van bijlage XIII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692;]

(3)hetzij[b)vaccinatie tegen infectie met het virus van de ziekte van Newcastle met vaccins die niet aan de algemene en specifieke criteria van bijlage XV bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 voldoen, verboden is;]

(3)(7)hetzij[b)vaccinatie tegen infectie met het virus van de ziekte van Newcastle met vaccins die alleen aan de algemene criteria van bijlage XV bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 voldoen, niet verboden is, en het vers vlees is verkregen van loopvogels die:

I)in de periode van 30 dagen vóór de slachtdatum niet gevaccineerd zijn met levende verzwakte vaccins die zijn bereid op basis van een “master seed” van infectie met het virus van de ziekte van Newcastle met een hogere pathogeniteit dan lentogene stammen van het virus;

II)is onderworpen aan een virusisolatietest(5) op infectie met het virus van de ziekte van Newcastle die op het tijdstip van het slachten is uitgevoerd op een aselecte steekproef van cloacaswabs van ten minste 60 vogels per betrokken koppel, waarbij er geen aviaire paramyxovirussen met een ICPI van meer dan 0,4 zijn gevonden;

III)gedurende de periode van 30 dagen vóór de slachtdatum niet in contact is gekomen met pluimvee dat niet aan de voorwaarden van i) en ii) voldoet;]

II.2.4.is verkregen van dieren die afkomstig zijn uit inrichtingen:

a)die zijn geregistreerd door en onder toezicht staan van de bevoegde autoriteit van het land of gebied van oorsprong en beschikken over een systeem om gegevens te bewaren en bij te houden overeenkomstig artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692;

b)waar regelmatig diergezondheidsinspecties door een dierenarts worden uitgevoerd met het oog op het opsporen van, en de informatievoorziening over, tekenen die wijzen op de aanwezigheid van ziekten, met inbegrip van de relevante in de lijst opgenomen ziekten. zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, en van nieuwe ziekten;

c)waar en waaromheen zich in een gebied met een straal van 10 km (dat, in voorkomend geval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten) ten minste de laatste 30 dagen vóór de datum van het slachten geen uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza of infectie met het virus van de ziekte van Newcastle hebben voorgedaan;

d)die op het tijdstip van het slachten van de dieren niet onder nationale beperkende maatregelen om diergezondheidsredenen vielen, onder meer betreffende, in voorkomend geval, in de lijst opgenomen ziekten zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 en nieuwe ziekten;

II.2.5.is verkregen van dieren die:

(3)hetzij[a)sinds het uitkomen en tot de slachtdatum zijn gehouden in de onder II.2.1 bedoelde zone;]

(3) hetzij[a)in de onder II.2.1 bedoelde zone zijn ingevoerd als eendagskuikens, fokpluimvee, gebruikspluimvee of pluimvee dat bestemd is voor de slacht, met inachtneming van diergezondheidsvoorschriften die ten minste even streng zijn als de desbetreffende voorschriften van Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie, uit:

(3)hetzij[een zone die is opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden waaruit de binnenkomst in de Unie van die producten is toegestaan;]

(3) hetzij[een lidstaat;]]

(3)hetzij[b) niet zijn gevaccineerd tegen hoogpathogene aviaire influenza;]

(3)(6) hetzij[b)zijn gevaccineerd tegen hoogpathogene aviaire influenza overeenkomstig een vaccinatieprogramma dat voldoet aan de voorschriften van bijlage XIII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692;]

(3)hetzij[c) gedurende een periode van ten minste 30 dagen vóór de datum van het slachten niet zijn gevaccineerd tegen infectie met het virus van de ziekte van Newcastle;]

(3) hetzij [c)in de periode van 30 dagen vóór de datum van het slachten gevaccineerd zijn tegen infectie met het virus van de ziekte van Newcastle, met vaccins die aan de algemene en specifieke criteria van bijlage XV bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 voldoen;]

d)op het tijdstip van het slachten geen symptomen van overdraagbare ziekten vertoonden;

e)rechtstreeks uit de inrichting van oorsprong naar het slachthuis zijn verzonden;

f)tijdens het vervoer naar het slachthuis:

I)niet door een zone zijn gekomen die niet in de lijst is opgenomen voor binnenkomst in de Unie van vers vlees van loopvogels;

II)niet in contact zijn gekomen met dieren met een lagere gezondheidsstatus;

g)van de inrichting van oorsprong naar een erkend slachthuis zijn verzonden in vervoermiddelen:

i)die zo zijn gebouwd dat de dieren niet kunnen ontsnappen of uit het vervoermiddel kunnen vallen;

ii)waarin de ruimte waar de dieren worden gehouden visueel kan worden gecontroleerd;

iii)waaruit het verlies van dierlijke uitwerpselen, gebruikt strooisel, voeder of veren wordt voorkomen of tot een minimum wordt beperkt;

iv)die telkens onmiddellijk vóór het laden van dieren die bestemd zijn voor binnenkomst in de Unie, zijn gereinigd en ontsmet met een door de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied van verzending toegelaten ontsmettingsmiddel, en actief of passief zijn gedroogd;

II.2.6.is verkregen van dieren die zijn geslacht [op ___/___/___ (dd/mm/jjjj)](3)(8) [tussen ___/___/___ (dd/mm/jjjj) en ___/___/___ (dd/mm/jjjj)](3)(8);

II.2.7.niet is verkregen van dieren die zijn geslacht in het kader van een nationaal programma voor de uitroeiing van ziekten;

II.2.8.is verkregen uit een slachthuis:

a)waarvoor op het tijdstip van de slacht geen beperkingen golden als gevolg van een uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza of van infectie met het virus van de ziekte van Newcastle, en ook geen op grond van de nationale wetgeving ingestelde officiële beperkingen om diergezondheidsredenen;

b)waar zich binnen een straal van 10 km rond het slachthuis, in voorkomend geval met inbegrip van het grondgebied van een buurland, gedurende een periode van ten minste 30 dagen vóór de slachtdatum geen uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza of infectie met het virus van de ziekte van Newcastle hebben voorgedaan;

II.2.9.strikt gescheiden is gehouden van vers vlees dat niet voldoet aan de desbetreffende diergezondheidsvoorschriften voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees van loopvogels, tijdens het slachten, uitsnijden en tot het vers vlees:

(3) hetzij [is verpakt voor verdere opslag;]

(3) hetzij[in het vervoermiddel wordt geladen, als onverpakt vers vlees, met het oog op verzending naar de Unie;]

II.2.10.is verzonden naar de Unie:

a)in een vervoermiddel dat zodanig is ontworpen, gebouwd en onderhouden dat de gezondheidsstatus van de producten tijdens het vervoer naar de Unie niet in gevaar wordt gebracht;

b)gescheiden van dieren en producten van dierlijke oorsprong die niet voldoen aan de desbetreffende diergezondheidsvoorschriften voor binnenkomst in de Unie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692;

(9)[II.2.11.is bestemd voor een lidstaat met de status vrij van infectie met het virus van de ziekte van Newcastle zonder vaccinatie overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 van de Commissie 154 , en is verkregen van loopvogels die gedurende de periode van 30 dagen vóór de datum van het slachten niet met een levend vaccin tegen infectie met het virus van de ziekte van Newcastle zijn gevaccineerd.]

II.3. Verklaring inzake het dierenwelzijn

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het in deel I beschreven vlees afkomstig is van dieren die in het slachthuis met inachtneming van de voorschriften van de wetgeving van de Unie inzake de bescherming van dieren bij het doden of van ten minste gelijkwaardige voorschriften zijn behandeld.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees van loopvogels, ook wanneer de Unie niet de eindbestemming van dat product is.

De uitsluiting van gehakt vlees en separatorvlees is uitdrukkelijk in de titel vermeld om verwarring te voorkomen, aangezien deze producten niet met dit certificaat voor vers vlees kunnen worden ingevoerd.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.8:    Vul de code van de zone in zoals die is vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

Vak I.11:    naam, adres en erkenningsnummer van de inrichting van verzending.

Vak I.15:    registratienummer(s) van treinwagons en vrachtwagens, namen van schepen en, indien bekend, vluchtnummers van vliegtuigen vermelden. Bij vervoer in laadkisten of recipiënten moeten het registratienummer en, indien van toepassing, het volgnummer van het zegel worden vermeld in vak I.19.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

“GN-code”: gebruik de juiste code van het geharmoniseerd systeem (GS) van de Werelddouaneorganisatie: 02.08.90.

Deel II:

(1)“Vers vlees” zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.10, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

(2)Code van de zone zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(3)Schrappen indien niet van toepassing.

(4)Deze garantie is alleen vereist voor zendingen uit zones die niet als ziektevrij ten aanzien van infectie met het virus van de ziekte van Newcastle worden beschouwd overeenkomstig artikel 39 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, en die zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(5)De tests moeten worden uitgevoerd op monsters die door of onder toezicht van de bevoegde autoriteiten van het land of gebied van oorsprong zijn genomen en de tests moeten worden uitgevoerd in een officieel laboratorium dat is aangewezen overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) 2017/625.

(6)Dit geldt alleen voor zones waar tegen hoogpathogene aviaire influenza wordt gevaccineerd overeenkomstig een vaccinatieprogramma dat voldoet aan de voorschriften van bijlage XIII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 en die zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(7)Deze garantie is alleen vereist voor pluimvee dat afkomstig is uit zones waar het gebruik van vaccins tegen infectie met het virus van de ziekte van Newcastle die alleen aan de algemene criteria van bijlage XV bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 voldoen, niet verboden is, overeenkomstig artikel 141, punt e), ii), van die verordening, en die zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(8)De binnenkomst in de Unie van dit vlees is alleen toegestaan als het vlees is verkregen van dieren die zijn geslacht na de datum waarop voor de onder II.2.1 bedoelde zone de binnenkomst in de Unie van vers vlees van loopvogels was toegestaan of in een periode waarin voor de binnenkomst van dat vlees uit deze zone geen door de Unie genomen veterinairrechtelijke beperkingsmaatregelen golden of in een periode waarin de toestemming voor de binnenkomst in de Unie van dat vlees uit deze zone niet was opgeschort.

(9)Deze garantie is alleen vereist voor zendingen die bestemd zijn voor een lidstaat met de status vrij van infectie met het virus van de ziekte van Newcastle zonder vaccinatie overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689.

Officiële dierenarts

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 16: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD GEHAKT VLEES EN SEPARATORVLEES VAN LOOPVOGELS (MODEL RAT-MI/MSM) 

Nog niet beschikbaar.



HOOFDSTUK 17: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD VERS VLEES, MET UITZONDERING VAN GEHAKT VLEES EN SEPARATORVLEES, VAN VEDERWILD (MODEL GBM)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

 Producten voor menselijke consumptie

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

Voor opnieuw binnenbrengen



I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Nettogewicht

Slachthuis

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum



LAND

Modelcertificaat GBM

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van het vers vlees is]

II.1.1    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 155 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 156 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad, Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 157 en dat het in dit certificaat beschreven vers vlees(1) van vederwild overeenkomstig deze voorschriften is geproduceerd en met name dat:

a)    het vlees afkomstig is van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

b)    het vlees is geproduceerd overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie IV, hoofdstukken I en III, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

c)    het vlees op grond van overeenkomstig de artikelen 12 tot en met 14, 28, 33 en 37 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 en de artikelen 7 en 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 uitgevoerde post-mortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie is bevonden;

d)    de colli vlees van een identificatiemerk voorzien zijn overeenkomstig bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

e)    is voldaan aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 158 ingediende plannen betreffende residuen, en de betrokken dieren en producten voor het betrokken land van oorsprong zijn opgenomen in de lijst in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 159 .

3) [II.1.2.     wanneer het gaat om vrij vederwild met veren en ingewanden:

a)    is het vlees ten hoogste gedurende een periode van 10 dagen vóór de voorgenomen dag van invoer koel bewaard bij een temperatuur van ten hoogste 4 °C, maar is het niet bevroren of diepgevroren;

b)    heeft een officiële dierenarts een post-mortemkeuring uitgevoerd bij een representatief monster van dieren van dezelfde herkomst. Indien bij de keuring een op mensen overdraagbare ziekte is aangetroffen of verschijnselen aan het licht kwamen waardoor het vlees een risico voor de gezondheid zou vormen, heeft de officiële dierenarts aanvullende onderzoeken op de hele partij verricht voordat het vlees geschikt voor menselijke consumptie werd verklaard;

c)    is het vlees geïdentificeerd door het aanbrengen van een officieel merkteken ter aanduiding van de oorsprong, overeenkomstig de onder I.27 opgenomen beschrijving.

II.2.    Verklaring inzake de diergezondheid

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het in dit certificaat beschreven vers vlees(1) van vederwild:

II.2.1.is verkregen in de zone met de code: ……………………(2), waarvoor op de datum van afgifte van dit certificaat geldt dat:

a)daaruit de binnenkomst in de Unie van vers vlees van vederwild is toegestaan en die daarvoor is/zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden;

b)er een ziektebewakingsprogramma voor hoogpathogene aviaire influenza van kracht is overeenkomstig artikel 145, punt a), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 160 ;

II.2.2.is verkregen in de onder II.2.1 bedoelde zone, waar gedurende de periode van ten minste 30 dagen vóór het doden van het vederwild geen veterinairrechtelijke beperkende maatregelen golden wegens een uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza of infectie met het virus van de ziekte van Newcastle;

II.2.3.is verkregen uit een inrichting:

a)waarvoor op het tijdstip van de wildbewerking geen beperkingen golden als gevolg van een uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza of van infectie met het virus van de ziekte van Newcastle, en ook geen officiële beperkingen om diergezondheidsredenen;

b)waarrond zich binnen een straal van 10 km, in voorkomend geval met inbegrip van het grondgebied van een buurland, gedurende een periode van ten minste 30 dagen vóór de datum van inontvangstneming van de karkassen geen uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza of infectie met het virus van de ziekte van Newcastle hebben voorgedaan;

II.2.4.is verkregen van dieren die op het tijdstip van het doden geen symptomen van overdraagbare ziekten vertoonden;

II.2.5.niet is verkregen van dieren die zijn gedood in het kader van een nationaal programma voor de uitroeiing van ziekten;

II.2.6.is verkregen van dieren die zijn gedood [op ___/___/___ (dd/mm/jjjj)](3)(4) [tussen ___/___/___ (dd/mm/jjjj) en ___/___/___ (dd/mm/jjjj)](3)(4);

II.2.7.is verkregen van karkassen die:

a)rechtstreeks van de plaats van het doden zijn verzonden naar een wildbewerkingsinrichting in de onder II.2.1 bedoelde zone;

b)naar de onder a) bedoelde wildbewerkingsinrichting zijn vervoerd in vervoermiddelen en laadkisten die:

I)vóór het laden van de karkassen voor verzending naar de Unie gereinigd en ontsmet zijn met een door de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied van oorsprong toegelaten ontsmettingsmiddel;

II)zo zijn gebouwd dat de gezondheidsstatus van de karkassen tijdens het vervoer niet in gevaar werd gebracht;

c)tijdens het vervoer naar de in punt a) bedoelde wildbewerkingsinrichting:

I)niet door in een derde land of gebied, of een zone daarvan, zijn gekomen dat (die) niet in de lijst is opgenomen voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees van vederwild;

II)niet in contact zijn gekomen met dieren of karkassen met een lagere gezondheidsstatus;

II.2.8.strikt gescheiden is gehouden van vers vlees dat niet voldoet aan de desbetreffende diergezondheidsvoorschriften voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees van vederwild, tijdens het slachten, uitsnijden en tot het vers vlees:

(3)hetzij[is verpakt voor verdere opslag;]

(3) hetzij[in het vervoermiddel wordt geladen, als onverpakt vers vlees, met het oog op verzending naar de Unie;]

II.2.9.is verzonden naar de Unie:

a)in een vervoermiddel dat zodanig is ontworpen, gebouwd en onderhouden dat de gezondheidsstatus van de producten tijdens het vervoer naar de Unie niet in gevaar wordt gebracht;

b)gescheiden van dieren en producten van dierlijke oorsprong die niet voldoen aan de desbetreffende diergezondheidsvoorschriften voor binnenkomst in de Unie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees van vederwild, ook wanneer de Unie niet de eindbestemming van dat product is.

De uitsluiting van gehakt vlees en separatorvlees is uitdrukkelijk in de titel vermeld om verwarring te voorkomen, aangezien deze producten niet met dit certificaat voor vers vlees kunnen worden ingevoerd.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.8:    Vul de code van de zone in zoals die is vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

   GN-code: gebruik de juiste code van het geharmoniseerd systeem (GS) van de Werelddouaneorganisatie: 02.08.90.

Vak I.27:    “Slachthuis”: wildbewerkingsinrichting.

Deel II:

(1)“Vers vlees” zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.10, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

(2)Code van de zone zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(3)Schrappen indien niet van toepassing.

(4)De binnenkomst in de Unie van dit vlees is alleen toegestaan als het vlees is verkregen van dieren die zijn gedood na de datum waarop voor de onder II.2.1 bedoelde zone de binnenkomst in de Unie van vers vlees van vederwild was toegestaan of in een periode waarin voor de binnenkomst van dat vlees uit deze zone geen door de Unie genomen veterinairrechtelijke beperkingsmaatregelen golden of in een periode waarin de toestemming voor de binnenkomst in de Unie van dat vlees uit deze zone niet was opgeschort.

Officiële dierenarts

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 18: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD GEHAKT VLEES EN SEPARATORVLEES VAN VEDERWILD (MODEL GBM-MI/MSM) 

Nog niet beschikbaar.



HOOFDSTUK 19: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE EIEREN (MODEL E)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

 Producten voor menselijke consumptie

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

Voor opnieuw binnenbrengen



I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Ondersoort/categorie

Koelhuis

Identificatiemerk

Nettogewicht

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Datum van winning/productie

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum



LAND

Modelcertificaat E

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1.Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de eieren is]

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 161 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 162 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad 163 en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en dat de in deel I beschreven eieren overeenkomstig deze voorschriften zijn verkregen en met name dat:

II.1.1zij afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

II.1.2zij zijn opgeslagen, vervoerd en geleverd overeenkomstig de voorschriften van sectie X, hoofdstuk I, van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

(3)[II.1.3zij voldoen aan de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 1688/2005 van de Commissie 164 of aan de voorwaarden van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 427/2012 van de Commissie 165 betreffende de uitbreiding van de bijzondere waarborgen betreffende salmonella, als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 853/2004, tot voor verzending naar Denemarken bestemde eieren;]

II.1.4is voldaan aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 166 ingediende plannen betreffende residuen, en eieren voor het betrokken land van oorsprong zijn opgenomen in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 167 ;

II.1.5zij zijn geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 168 en de maximumgehalten voor verontreinigingen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 169 garanderen;

II.1.6voldoen aan de voorschriften van artikel 10, lid 6, van Verordening (EG) nr. 2160/2003. Meer bepaald:

i)mogen geen eieren worden ingevoerd uit koppels van legkippen waarin Salmonella spp. is geconstateerd als gevolg van een epidemiologisch onderzoek naar een door voedsel overgedragen uitbraak of indien geen gelijkwaardige garanties zijn verstrekt, tenzij zij gemerkt zijn als eieren van klasse B;

ii)mogen geen eieren worden ingevoerd uit koppels van legkippen met onbekende gezondheidsstatus waarvan wordt vermoed dat zij besmet zijn, of uit koppels die besmet zijn met Salmonella Enteritidis en/of Salmonella Typhimurium waarvoor in de wetgeving van de Unie een doelstelling voor het verminderen van de prevalentie is vastgesteld en waarop geen monitoring wordt toegepast die gelijkwaardig is aan de in de bepalingen in de bijlage bij Verordening (EU) nr. 517/2011 van de Commissie 170 vastgestelde monitoring, of indien geen gelijkwaardige garanties zijn gesteld, tenzij zij gemerkt zijn als eieren van klasse B.

II.2.Verklaring inzake de diergezondheid

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de in dit certificaat beschreven eieren:

II.2.1.komen uit de zone met de code: _ _ - _ (1), waarvoor op de datum van afgifte van dit certificaat geldt dat:

a)daaruit de binnenkomst in de Unie van eieren is toegestaan en die daarvoor is/zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden;

b)er een ziektebewakingsprogramma voor hoogpathogene aviaire influenza van kracht is overeenkomstig artikel 158 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 171 ;

II. 2.2.zijn verkregen van dieren die zijn gehouden in een inrichting:

a)die is geregistreerd door en onder toezicht staat van de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied en beschikt over een systeem om gegevens te bewaren en bij te houden overeenkomstig artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692;

b)waar regelmatig diergezondheidsinspecties door een dierenarts worden uitgevoerd met het oog op het opsporen van, en de informatievoorziening over, tekenen die wijzen op de aanwezigheid van ziekten, met inbegrip van de relevante in de lijst opgenomen ziekten. zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie, en van nieuwe ziekten;

c)die op het tijdstip van de verzameling van de eieren niet onder nationale beperkende maatregelen om diergezondheidsredenen viel, onder meer betreffende, in voorkomend geval, in de lijst opgenomen ziekten zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 en nieuwe ziekten;

d)waar zich gedurende de periode van 30 dagen vóór de datum van de verzameling van de eieren en tot de datum van afgifte van dit certificaat geen uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza of van infectie met het virus van de ziekte van Newcastle hebben voorgedaan;

e)waarrond zich binnen een straal van 10 km, in voorkomend geval met inbegrip van het grondgebied van een buurland, gedurende een periode van ten minste 30 dagen vóór de datum van de verzameling van de eieren geen uitbraken van infectie met het virus van de ziekte van Newcastle hebben voorgedaan;

II.2.3.zijn verkregen van dieren die op het tijdstip van de verzameling geen symptomen van overdraagbare ziekten vertoonden;

II.2.4.zijn verzameld op ___/___/___ (dd/mm/jjjj) of tussen ___/___/___ (dd/mm/jjjj) en ___/___/___ (dd/mm/jjjj)(2);

II.2.5.zijn verzonden naar de Unie:

a)in een vervoermiddel dat zodanig is ontworpen, gebouwd en onderhouden dat de gezondheidsstatus van de eieren tijdens het vervoer van de plaats van oorsprong naar de Unie niet in gevaar wordt gebracht;

b)gescheiden van dieren en producten van dierlijke oorsprong die niet voldoen aan de desbetreffende diergezondheidsvoorschriften voor binnenkomst in de Unie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van eieren van pluimvee, ook wanneer de Unie niet de eindbestemming van die producten is.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.8:Vul de code van de zone in zoals die is vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

Vak I.11:naam, adres en erkenningsnummer van de inrichting van verzending.

Vak I.15:registratienummer(s) van treinwagons en vrachtwagens, namen van schepen en, indien bekend, vluchtnummers van vliegtuigen vermelden. Bij vervoer in laadkisten of recipiënten moeten het registratienummer en, indien van toepassing, het volgnummer van het zegel worden vermeld in vak I.19.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

“GN-code”: gebruik code 04.07 van het Geharmoniseerd Systeem (GS) van de Werelddouaneorganisatie.

Deel II:

(1)De code van de zone zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(2)De binnenkomst in de Unie van deze eieren is alleen toegestaan als de datum of data van de verzameling van de eieren na de datum ligt of liggen waarop voor de onder II.2.1 bedoelde zone de binnenkomst in de Unie van eieren was toegestaan of in een periode waarin voor de binnenkomst van eieren uit deze zone geen door de Unie genomen veterinairrechtelijke beperkingsmaatregelen golden of in een periode waarin de toestemming voor de binnenkomst in de Unie van dergelijke producten uit deze zone niet was opgeschort.

(3)    Doorhalen indien de zending niet bestemd is voor binnenkomst in Zweden, Finland of Denemarken.

Officiële dierenarts

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 20: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE EIPRODUCTEN (MODEL EP)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

 Producten voor menselijke consumptie

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

Voor opnieuw binnenbrengen



I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Ondersoort/categorie

Koelhuis

Identificatiemerk

Nettogewicht

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf



LAND

Modelcertificaat EP

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de eiproducten is]

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 172 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 173 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en dat de in dit certificaat beschreven eiproducten overeenkomstig deze voorschriften zijn verkregen en met name dat:

II.1.1.    zij afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

II.1.2.    zij geproduceerd zijn met grondstoffen die voldoen aan de voorschriften van bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, punt II, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

II.1.3.    zij geproduceerd zijn overeenkomstig de hygiënevoorschriften van bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, punten I en III, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

II.1.4.    zij voldoen aan de analytische eisen van bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, punt IV, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en de relevante criteria zoals vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 174 ;

II.1.5.    zij van een identificatiemerk zijn voorzien overeenkomstig bijlage II, sectie I, en bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, punt V, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

II.1.6.is voldaan aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 175 ingediende plannen betreffende residuen, en eieren voor het betrokken land van oorsprong zijn opgenomen in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 176 ;

II.1.7.zij zijn geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 177 en de maximumgehalten voor verontreinigingen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 178 garanderen;

II.2Verklaring inzake de diergezondheid

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de in dit certificaat beschreven eiproducten:

II.2.1.komen uit de zone met de code: _ _ - _ (1), waarvoor op de datum van afgifte van dit certificaat geldt dat:

a)daaruit de binnenkomst in de Unie van eiproducten is toegestaan en die daarvoor is/zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden;

b)er een ziektebewakingsprogramma voor hoogpathogene aviaire influenza van kracht is overeenkomstig artikel 160 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 179 ;

II.2.2.zijn bereid uit eieren van dieren die zijn gehouden in inrichtingen:

a)die zijn geregistreerd door en onder toezicht staan van de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied en beschikken over een systeem om gegevens te bewaren en bij te houden overeenkomstig artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie;

b)waar regelmatig diergezondheidsinspecties door een dierenarts worden uitgevoerd met het oog op het opsporen van, en de informatievoorziening over, tekenen die wijzen op de aanwezigheid van ziekten, met inbegrip van de relevante in de lijst opgenomen ziekten. zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, en van nieuwe ziekten;

c)die op het tijdstip van de verzameling van de eieren niet onder nationale beperkende maatregelen om diergezondheidsredenen vielen, onder meer betreffende, in voorkomend geval, in de lijst opgenomen ziekten zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 en nieuwe ziekten;

II.2.3.zijn bereid uit eieren die zijn verkregen van dieren die zijn gehouden in inrichtingen waar zich gedurende de periode van 30 dagen vóór de datum van de verzameling van de eieren en tot de datum van afgifte van dit certificaat geen uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza of van infectie met het virus van de ziekte van Newcastle hebben voorgedaan, en:

(3)hetzij [a)waarrond zich binnen een straal van 10 km, in voorkomend geval met inbegrip van het grondgebied van een buurland, gedurende een periode van ten minste 30 dagen vóór de datum van de verzameling van de eieren geen uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza hebben voorgedaan;]

(3)hetzij[a)de eiproducten de volgende behandelingen hebben ondergaan:

(3)hetzij[vloeibaar eiwit is:

(3)hetzij[gedurende 870 seconden bij 55,6oC behandeld;]

(3)hetzij[gedurende 232 seconden bij 56,7oC behandeld;]]

(3)hetzij[dooier met een gehalte aan toegevoegd zout van 10 % is gedurende 138 seconden bij 62,2oC behandeld;]

(3)hetzij[gedroogd eiwit is:

(3)hetzij[gedurende 20 uur bij 67oC behandeld;]

(3)hetzij[gedurende 50,4 uur bij 54,4oC behandeld;]]

(3)hetzij[hele eieren zijn:

(3)hetzij[gedurende 188 seconden bij 60 oC behandeld;]

(3)hetzij[volledig gekookt;]]

(3)hetzij[heeleimengsels zijn:

(3)hetzij[gedurende 188 seconden bij 60 oC behandeld;]

(3)hetzij[gedurende 94 seconden bij 61,1 oC behandeld;]

(3)hetzij[volledig gekookt;]]]

(3)hetzij[b)waarrond zich binnen een straal van 10 km, in voorkomend geval met inbegrip van het grondgebied van een buurland, gedurende een periode van ten minste 30 dagen vóór de datum van de verzameling van de eieren geen uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza hebben voorgedaan;]

(3)hetzij[b)de eiproducten de volgende behandelingen hebben ondergaan:

(3)hetzij[vloeibaar eiwit is:

(3)hetzij[gedurende 2 278 seconden bij 55oC behandeld;]

(3)hetzij[gedurende 986 seconden bij 57oC behandeld;]

(3)hetzij[gedurende 301 seconden bij 59oC behandeld;]]

(3)hetzij[dooier met een gehalte aan toegevoegd zout van 10 % is gedurende 176 seconden bij 55oC behandeld;]

(3)hetzij[gedroogd eiwit is gedurende 50,4 uur bij 57oC behandeld;]

(3)hetzij[hele eieren zijn:

(3)hetzij[gedurende 2 521 seconden bij 55 oC behandeld;]

(3)hetzij[gedurende 1 596 seconden bij 57 oC behandeld;]

(3)hetzij[gedurende 674 seconden bij 59 oC behandeld;]

(3)hetzij[volledig gekookt;]]]

II.2.4.producten zijn van eieren die zijn verkregen van dieren die op het tijdstip van de verzameling van de eieren geen symptomen van overdraagbare ziekten vertoonden;

II.2.5.zijn geproduceerd op ___/___/___ (dd/mm/jjjj) of tussen ___/___/___ (dd/mm/jjjj) en ___/___/___ (dd/mm/jjjj)(2);

II.2.6.zijn verzonden naar de Unie:

a)in een vervoermiddel dat zodanig is ontworpen, gebouwd en onderhouden dat de gezondheidsstatus van de eiproducten tijdens het vervoer van de plaats van oorsprong naar de Unie niet in gevaar wordt gebracht;

b)gescheiden van dieren en producten van dierlijke oorsprong die niet voldoen aan de desbetreffende diergezondheidsvoorschriften voor binnenkomst in de Unie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van eiproducten, ook wanneer de Unie niet de eindbestemming van die producten is.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.8:    Vul de code van de zone in zoals die is vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

GN-code: gebruik de juiste code van het Geharmoniseerd Systeem (GS) van de Werelddouaneorganisatie: 04.07, 04.08, 21.06, 35.02 of 35.07.

Deel II:

(1)De code van de zone zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(2)De binnenkomst in de Unie van deze eiproducten is alleen toegestaan als de productiedatum of -data na de datum ligt of liggen waarop voor de onder II.2.1 bedoelde zone de binnenkomst in de Unie van eiproducten was toegestaan of in een periode waarin voor de binnenkomst van die producten uit deze zone geen door de Unie genomen veterinairrechtelijke beperkingsmaatregelen golden of in een periode waarin de toestemming voor de binnenkomst in de Unie van dergelijke producten uit deze zone niet was opgeschort.

(3)Schrappen indien niet van toepassing.

Officiële dierenarts

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 21: MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD VERS VLEES VAN WILDE LEPORIDAE (KONIJNEN EN HAZEN), MET UITZONDERING VAN GEHAKT VLEES EN SEPARATORVLEES, EN VAN SLACHTAFVAL, TENZIJ HET GAAT OM NIET-ONTHUIDE EN NIET VAN DE INGEWANDEN ONTDANE LEPORIDAE (MODEL WL)

LAND

Officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

 Verdere verwerking

I.21

I.22

Voor de interne markt

I.23

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Slachthuis

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum

Test



LAND

Modelcertificaat WL

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 180 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 181 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad, Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 182 en dat het in deel I beschreven vers vlees(2) van wilde leporidae (konijnen en hazen) overeenkomstig deze voorschriften is verkregen en met name dat:

a)het vlees afkomstig is van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

b)het vlees is verkregen overeenkomstig bijlage III, sectie IV, hoofdstukken I en III, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

c)het vlees op grond van overeenkomstig de artikelen 12 tot en met 14, 28, 33 en 37 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 en de artikelen 7 en 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 uitgevoerde post-mortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie is bevonden;

d)de colli vlees van een identificatiemerk voorzien zijn overeenkomstig bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

(1) hetzij    [e) wanneer het gaat om vlees van onthuide en van de ingewanden ontdane wilde leporidae, het vlees is verkregen en gekeurd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 853/2004, Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624;]

(1) hetzij    [e) wanneer het gaat om niet-onthuide en niet van de ingewanden ontdane wilde leporidae:

- het vlees gedurende ten hoogste de laatste 15 dagen vóór de voorgenomen dag van invoer koel is bewaard bij een temperatuur van ten hoogste +4 °C, maar het niet is bevroren of diepgevroren;

- een officiële dierenarts een representatief monster van de karkassen heeft gekeurd en het vlees is verkregen en gekeurd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 853/2004 en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627;

- het vlees is geïdentificeerd door het aanbrengen van een officieel merkteken ter aanduiding van de oorsprong, overeenkomstig de onder I.27 opgenomen beschrijving;]

f) is voldaan aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 183 ingediende plannen betreffende residuen, en de betrokken dieren en producten voor het betrokken land van oorsprong zijn opgenomen in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 184 ;

g) het is opgeslagen en vervoerd overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie IV, hoofdstuk III, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

h) het is verkregen van leporidae die binnen twaalf uur nadat zij zijn gedood, zijn vervoerd naar een verzamelplaats en/of naar een erkende wildverwerkingsinrichting om er te worden gekoeld.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

De uitsluiting van gehakt vlees en separatorvlees, en van slachtafval, tenzij het gaat om niet-onthuide en niet van de ingewanden ontdane leporidae, is uitdrukkelijk in de titel vermeld om verwarring te voorkomen, aangezien deze producten niet met dit certificaat voor vers vlees kunnen worden ingevoerd.

Dit officiële certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.7:    Naam van het land van oorsprong, dat hetzelfde moet zijn als het land van uitvoer.

Vak I.11:    naam, adres en erkenningsnummer van de inrichting van verzending.

Vak I.12:    wanneer het vlees, na het onthuiden, een post-mortemkeuring moet ondergaan, moeten ook de naam en het adres van de wildverwerkingsinrichting van bestemming in de lidstaat worden vermeld.

Vak I.15:    registratienummer(s) van treinwagons en vrachtwagens, namen van schepen en, indien bekend, vluchtnummers van vliegtuigen vermelden. Bij vervoer in laadkisten of recipiënten moeten het registratienummer en, indien van toepassing, het volgnummer van het zegel worden vermeld in vak I.19.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

“Aard van de goederen”: kies een van de volgende categorieën: “onthuide en van de ingewanden ontdane leporidae”, “delen”, “niet-onthuide en niet van de ingewanden ontdane leporidae”.

“Slachthuis”: wildbewerkingsinrichting.

Deel II:

(1) Schrappen indien niet van toepassing.

(2) Vers vlees zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.10, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

Certificerend functionaris

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 22: MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD VERS VLEES, MET UITZONDERING VAN SLACHTAFVAL, GEHAKT VLEES EN SEPARATORVLEES, VAN ANDERE NIET-GEDOMESTICEERDE LANDZOOGDIEREN DAN HOEFDIEREN EN LEPORIDAE (MODEL WM)

LAND

Officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

 Verdere verwerking

I.21

I.22

Voor de interne markt

I.23

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Slachthuis

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum

Test



LAND

Modelcertificaat WM

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

Verklaring inzake de volksgezondheid

II.1.    Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 185 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 186 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad, Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 187 en dat het in deel I beschreven vers vlees(1) van andere niet-gedomesticeerde landzoogdieren dan hoefdieren en leporidae overeenkomstig deze voorschriften is geproduceerd en met name dat:

a)het vlees afkomstig is van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

b)het vlees is verkregen overeenkomstig bijlage III, sectie IV, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

(2)    [c) het vlees voldoet aan de voorschriften van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie 188 en met name met behulp van een digestiemethode is onderzocht op Trichinella, met negatief resultaat;]

d) het vlees op grond van overeenkomstig de artikelen 12 tot en met 15, 28, 31(2), 33, 34 en 37 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 en de artikelen 7 en 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 uitgevoerde post-mortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie is bevonden;

e) het karkas of de delen van het karkas van grote wilde zoogdieren voorzien zijn van het in artikel 48 van en bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 vastgestelde gezondheidsmerk;]

(3) hetzij    [f) het karkas of de delen van het karkas van kleine wilde zoogdieren voorzien zijn van het in bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 vastgestelde identificatiemerk;]

(3) hetzij    [f) de verpakkingen van het vlees van kleine of grote wilde zoogdieren voorzien zijn van het in bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 vastgestelde identificatiemerk;]

g) is voldaan aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 189 ingediende plannen betreffende residuen, en de betrokken dieren en producten voor het betrokken land van oorsprong zijn opgenomen in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 190 ;

h) het vlees is opgeslagen en vervoerd overeenkomstig de desbetreffende voorschriften van bijlage III, sectie IV, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

i) het is verkregen van andere niet-gedomesticeerde landzoogdieren dan hoefdieren en leporidae die binnen twaalf uur nadat zij zijn gedood, zijn vervoerd naar een verzamelplaats en/of naar een erkende wildverwerkingsinrichting om er te worden gekoeld.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

De uitsluiting van slachtafval, gehakt vlees en separatorvlees is uitdrukkelijk in de titel vermeld om verwarring te voorkomen, aangezien deze producten niet met dit certificaat voor vers vlees kunnen worden ingevoerd.

Dit officiële certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.7:    Naam van het land van oorsprong, dat hetzelfde moet zijn als het land van uitvoer.

Vak I.11:    naam, adres en erkenningsnummer van de inrichting van verzending.

Vak I.15:    registratienummer(s) van treinwagons en vrachtwagens, namen van schepen en, indien bekend, vluchtnummers van vliegtuigen vermelden. Bij vervoer in laadkisten of recipiënten moeten het registratienummer en, indien van toepassing, het volgnummer van het zegel worden vermeld in vak I.19.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

“Slachthuis”: wildverwerkingsinrichtingen.

Deel II:

(1) Vers vlees zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.10, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

(2) Alleen voor soorten die gevoelig zijn voor trichinellose.

(3) Schrappen indien niet van toepassing.

Certificerend functionaris

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 23: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD VERS VLEES, MET UITZONDERING VAN GEHAKT VLEES EN SEPARATORVLEES, VAN GEKWEEKTE KONIJNEN (MODEL RM)

LAND

Officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

 Verdere verwerking

I.21

I.22

Voor de interne markt

I.23

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Slachthuis

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum

Test



LAND

Modelcertificaat RM

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 191 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 192 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad, Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 193 en dat het in deel I beschreven vers vlees(1) van gekweekte konijnen overeenkomstig deze voorschriften is geproduceerd en met name dat:

a) het vlees afkomstig is van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

b) het vlees is verkregen, opgeslagen en vervoerd overeenkomstig bijlage III, sectie II, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

c) het vlees op grond van overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 14, 26, 37 en 38 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 en de artikelen 3, 5 en 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 uitgevoerde ante- en post-mortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie is bevonden;

d) de colli vlees van een identificatiemerk voorzien zijn overeenkomstig bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

e) is voldaan aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 194 ingediende plannen betreffende residuen, en de betrokken dieren en producten voor het betrokken land van oorsprong zijn opgenomen in de lijst in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 195 ;

f) het vlees is geproduceerd onder voorwaarden die de naleving van de in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 196 vastgestelde maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen garanderen.

II.2. Identificatie:

De partijen konijnen waren zo geïdentificeerd dat het bedrijf van herkomst kon worden opgespoord.

II.3. Verklaring inzake het dierenwelzijn

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het in deel I beschreven vlees afkomstig is van dieren die in het slachthuis met inachtneming van de voorschriften van de wetgeving van de Unie inzake de bescherming van dieren bij het doden of van ten minste gelijkwaardige voorschriften zijn behandeld.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

De uitsluiting van separatorvlees is uitdrukkelijk in de titel vermeld om verwarring te voorkomen, aangezien dit product niet met dit certificaat voor vers vlees kan worden ingevoerd.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.7:    Naam van het land van oorsprong, dat hetzelfde moet zijn als het land van uitvoer.

Vak I.11:    naam, adres en erkenningsnummer van de inrichting van verzending.

Vak I.15:    registratienummer(s) van treinwagons en vrachtwagens, namen van schepen en, indien bekend, vluchtnummers van vliegtuigen vermelden. Bij vervoer in laadkisten of recipiënten moeten het registratienummer en, indien van toepassing, het volgnummer van het zegel worden vermeld in vak I.19.

Deel II:

(1) Vers vlees zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.10, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

Officiële dierenarts

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 24: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE VLEESBEREIDINGEN (MODEL MP-PREP)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

 Producten voor menselijke consumptie

 Verdere verwerking

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

Voor opnieuw binnenbrengen

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Slachthuis

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum

Test



LAND

Modelcertificaat MP-PREP

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de vleesbereidingen is]

De vleesbereidingen (1) bevatten de volgende vleesbestanddelen en voldoen aan onderstaande criteria:

Soort (A) Oorsprong (B)

(A) Vul de code in voor de in de vleesbereidingen verwerkte vleessoort: BOV = als landbouwhuisdier gehouden runderen (inclusief de soorten Bison en Bubalus en kruisingen daarvan); OVI = als landbouwhuisdier gehouden schapen (Ovis aries) en geiten (Capra hircus); EQI = als landbouwhuisdier gehouden paardachtigen (Equus caballus, Equus asinus en kruisingen daarvan); POR = als landbouwhuisdier gehouden varkens; RM = gekweekte konijnen; POU = als landbouwhuisdier gehouden pluimvee; RAT = loopvogels; RUF = als gekweekt wild gehouden dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen, geiten), kameelachtigen en hertachtigen; RUW = wilde dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen en geiten), wilde kameelachtigen en wilde hertachtigen; SUF = als gekweekt wild gehouden dieren van wilde varkensrassen en dieren van de familie Tayassuidae; SUW = wilde dieren van wilde varkensrassen en wilde dieren van de familie Tayassuidae; EQW = eenhoevig vrij wild van het ondergeslacht Hippotigris (zebra); WL = wilde leporidae; GBM = vederwild

(B) Vul de ISO-code in van het land van oorsprong en, in geval van regionalisatie overeenkomstig de wetgeving van de Unie voor de betrokken vleesbestanddelen, de regio.

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad 197 , Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 198 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 199 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en dat de in deel I beschreven vleesbereidingen overeenkomstig deze voorschriften zijn geproduceerd en met name dat:

II.1.1.    zij afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

II.1.2.    de dieren waarvan het vers vlees(3) afkomstig is dat voor de bereiding van de vleesbereiding is gebruikt, bij ante- en post-mortemkeuring geschikt zijn bevonden;

II.1.3.    zij geproduceerd zijn met grondstoffen die voldoen aan de voorschriften van bijlage III, secties I tot en met IV, bij Verordening (EG) nr. 853/2004; en met name dat:

(2) [II.1.3.1. dit vlees, indien verkregen van vlees van als landbouwhuisdier gehouden varkens, voldoet aan de voorschriften van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie 200 , en het met name:

(2) hetzij    [met behulp van een digestiemethode is onderzocht op Trichinella en daarbij negatief heeft gereageerd;]

(2) hetzij    [een vriesbehandeling heeft ondergaan overeenkomstig bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375;]

(2) hetzij    [als het gaat om vlees van als landbouwhuisdier gehouden varkens die uitsluitend voor de mesterij en de slacht worden gehouden, afkomstig is van een bedrijf of een categorie bedrijven die door de bevoegde autoriteiten officieel als Trichinella-vrij zijn erkend overeenkomstig bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375;]]

(2) [II.1.3.2. dit vlees, indien verkregen van vlees van eenhoevigen of vlees van wilde zwijnen, voldoet aan de voorschriften van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 en met name met behulp van een digestiemethode is onderzocht op Trichinella en daarbij negatief heeft gereageerd;]

II.1.4.    zij overeenkomstig bijlage III, sectie V, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 zijn geproduceerd en ingevroren op een inwendige temperatuur van niet meer dan -18 °C;

II.1.5.    zij van een identificatiemerk zijn voorzien overeenkomstig bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

II.1.6.    op het/de etiket(ten) op de verpakking van de in deel I beschreven vleesbereidingen een identificatiemerk is aangebracht waaruit blijkt dat de vleesbereidingen volledig vervaardigd zijn met vers vlees van inrichtingen (slachthuizen en uitsnijderijen) die voor uitvoer naar de Europese Unie zijn erkend;

II.1.7.    zij voldoen aan de relevante criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 201 ;

II.1.8.    is voldaan aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 202 ingediende plannen betreffende residuen, en de betrokken dieren en producten voor het betrokken land van oorsprong zijn opgenomen in de lijst in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 203 ;

II.1.9.    zij zijn geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 204 en de maximumgehalten voor verontreinigingen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 205 garanderen;

II.1.10.    zij zijn opgeslagen en vervoerd overeenkomstig de desbetreffende voorschriften van sectie V van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

(2)     [II.1.11.    indien zij materiaal van runderen, schapen of geiten bevatten, met betrekking tot boviene spongiforme encefalopathie (BSE):

(2) hetzij    [het land of gebied van oorsprong overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG van de Commissie 206 is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico, en

(2) hetzij    [de dieren waarvan de vleesbereiding afkomstig is, zijn geboren, ononderbroken gehouden en geslacht in een overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico ingedeeld land of gebied waar zich geen inheemse gevallen van BSE hebben voorgedaan;]

(2) hetzij    [de dieren waarvan de vleesbereiding afkomstig is, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich ten minste één inheems geval van BSE heeft voorgedaan, en de vleesbereiding geen separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten bevat en daar niet van is afgeleid;]

(2) hetzij    [de dieren waarvan de vleesbereiding afkomstig is, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een gecontroleerd BSE-risico en:

i)    de vleesbereiding geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevat en daar niet van is afgeleid;

ii)    de vleesbereiding geen separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten bevat en daar niet van is afgeleid;

iii)    de dieren waarvan de vleesbereiding afkomstig is, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;]

(2) hetzij    [de dieren waarvan de vleesbereiding afkomstig is, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico en:

i)    de vleesbereiding geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevat en daar niet van is afgeleid;

ii)    de vleesbereiding geen separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten bevat en daar niet van is afgeleid;

iii)    de dieren waarvan de vleesbereiding afkomstig is, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;]

iv)    aan de dieren waarvan de vleesbereiding afkomstig is, geen vleesbeendermeel of kanen, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid 207 , zijn vervoederd;

v)    de vleesbereiding is geproduceerd en behandeld op een wijze die waarborgt dat zij geen zenuw- en lymfeweefsel bevatten dat bij het ontbenen is vrijgelegd, en daar niet mee zijn besmet.]]

(2) hetzij     [het land of gebied van oorsprong overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een gecontroleerd BSE-risico, en

a)    de dieren waarvan de vleesbereiding afkomstig is, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;

b)    de vleesbereiding het volgende niet bevat en daar niet van is afgeleid:

i)    gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

ii)    separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten.]

(2) hetzij     [het land of gebied van oorsprong niet overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld of is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico, en

a)    de dieren waarvan de vleesbereiding afkomstig is, niet zijn:

i)    geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;

ii)    gevoederd met vleesbeendermeel of kanen afkomstig van herkauwers, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid;

b)    de vleesbereiding het volgende niet bevat en daar niet van is afgeleid:

i)    gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

ii)    separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten;

iii)    zenuw- en lymfweefsel dat bij het ontbenen is vrijgelegd.]]

(2) [II.1.12.    indien het materiaal van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen bevat, het vers vlees dat voor de bereiding van de vleesbereidingen is gebruikt:

hetzij (2)     [is verkregen van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen die onmiddellijk vóór het slachten gedurende ten minste zes maanden of sedert hun geboorte, indien zij zijn geslacht op een leeftijd van minder dan zes maanden, of sinds de invoer als voedselproducerende, als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen uit een lidstaat van de Europese Unie, indien zij minder dan zes maanden vóór het slachten zijn ingevoerd, waren gehouden in een derde land:

a)    waar de toediening aan als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen:

i)    van stoffen met thyreostatische werking, stilbenen, stilbeenderivaten, zouten en esters daarvan, 17β-oestradiol en esterachtige derivaten daarvan verboden is;

ii)    van andere stoffen met oestrogene, androgene of gestagene werking en van β-agonisten uitsluitend is toegestaan voor:

-therapeutische behandeling als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, punt b), van Richtlijn 96/22/EG van de Raad 208 , indien toegepast in overeenstemming met artikel 4, lid 2, van die richtlijn, of

-zoötechnische behandeling als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, punt c), van Richtlijn 96/22/EG, indien toegepast in overeenstemming met artikel 5 van die richtlijn, en

b)    dat ten minste gedurende zes maanden vóór het slachten van de dieren, een plan had voor het toezicht op de groepen residuen en stoffen als bedoeld in bijlage I bij Richtlijn 96/23/EG, dat betrekking heeft op als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen die zijn geboren of worden ingevoerd in het derde land en dat is goedgekeurd overeenkomstig de vierde alinea van artikel 29, lid 1, van Richtlijn 96/23/EG.

en/of (2) [is ingevoerd uit een lidstaat van de Europese Unie.]]

(2)(4) [II.1.13. indien het materiaal van gekweekte Cervidae bevat, geldt:

het product bevat uitsluitend of is uitsluitend afgeleid van vlees, met uitzondering van slachtafval en ruggenmerg, van gekweekte hertachtigen die bij histopathologisch of immunohistochemisch onderzoek of met behulp van een andere door de bevoegde autoriteiten erkende diagnostische methode negatief zijn bevonden op Chronic Wasting Disease en is niet afkomstig van dieren van een beslag waarin gevallen van Chronic Wasting Disease zijn vastgesteld of die ziekte officieel vermoed wordt.]

(2)(5) [II.1.14. indien het materiaal van wilde Cervidae bevat, geldt:

het product bevat of is uitsluitend afgeleid van vlees, met uitzondering van slachtafval en ruggenmerg, van wilde hertachtigen die bij histopathologisch of immunohistochemisch onderzoek of met behulp van een andere door de bevoegde autoriteit erkende diagnostische methode negatief zijn bevonden op Chronic Wasting Disease en is niet afkomstig van dieren uit een gebied waar in de afgelopen drie jaar gevallen van Chronic Wasting Disease zijn vastgesteld of die ziekte officieel vermoed wordt.]

II.2. Verklaring inzake de diergezondheid [schrappen wanneer de vleesbereiding volledig bestaat uit vlees van eenhoevigen, leporidae of wilde zoogdieren met uitzondering van hoefdieren]

De in deel I beschreven vleesbereiding:

II.2.1.    is bereid met uitsluitend vers vlees dat is verkregen in de zone(s) met de code(s): ……………………(6) waaruit op de datum van afgifte van dit certificaat de binnenkomst in de Unie van vers vlees van de onder II.2.2 beschreven diersoort(en) waarvan het vers vlees is verkregen is toegestaan en die is/zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden. 

II.2.2.    bevat vers vlees dat aan alle diergezondheidsvoorschriften voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees overeenkomstig het desbetreffende modelcertificaat(7) voldoet, en daarom als zodanig in aanmerking komt om de Unie binnen te komen, van de volgende soort(en): [runderen](2)(8), [schapen en geiten](2)(8), [als landbouwhuisdier gehouden varkensrassen](2), [kameelachtigen en/of hertachtigen en/of andere dieren van de familie Bovidae dan runderen, schapen en geiten](2)(8), [wilde varkensrassen](2), [ander pluimvee dan loopvogels](3), [loopvogels](2), [vederwild](2).

II.3. Verklaring inzake het dierenwelzijn

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de in deel I beschreven vleesbereidingen(1) afkomstig zijn van dieren die in het slachthuis met inachtneming van de voorschriften van de wetgeving van de Unie inzake de bescherming van dieren bij het doden of van ten minste gelijkwaardige voorschriften zijn behandeld.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van vleesbereidingen (zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.15, bij Verordening (EG) nr. 853/2004) die zijn bereid met vers vlees van runderen, schapen en/of geiten, tamme varkensrassen, kameelachtigen en/of hertachtigen en/of andere dieren van de familie Bovidae dan runderen, schapen en geiten, wilde varkensrassen, ander pluimvee dan loopvogels, loopvogels en/of vederwild, ook wanneer de Unie niet de eindbestemming van een dergelijke vleesbereiding is.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.7:    Naam van het land van oorsprong, dat hetzelfde moet zijn als het land van uitvoer.

Vak I.15:    Registratienummer (treinwagons of containers en vrachtwagens), vluchtnummer (vliegtuig) of naam (schip) invullen. In geval van overslag moet de verzender de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie hiervan op de hoogte stellen.

Vak I.18:    ingevroren tot een inwendige temperatuur van niet meer dan 18 °C.

Vak I.19:    Bij vervoer in laadkisten, recipiënten of dozen het laadkist- of recipiëntnummer en het zegelnummer (indien van toepassing) vermelden.

Vak I.27:    gebruik de juiste code van het Geharmoniseerd Systeem (GS) van de Werelddouaneorganisatie: 02.10, 16.01 of 16.02.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

“Soort”: kies uit de in punt II onder (A) beschreven diersoorten.

“Soort behandeling”: houdbaarheid aangeven (dd/mm/jjjj).

“Koelhuis”: zo nodig adres(sen) en erkenningsnummer(s) van erkende koelhuizen aangeven.

Deel II:

(1) Vleesbereidingen, als omschreven in punt 1.15 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

(2) Schrappen indien niet van toepassing.

(3) Vers vlees zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.10, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

(4) Van toepassing wanneer het vlees is verkregen uit een land dat in bijlage IX, hoofdstuk F, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 is vermeld.

(5) Van toepassing wanneer het vlees is verkregen uit een land dat in bijlage IX, hoofdstuk F, punt 2, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 is vermeld.

(6) Code van de zone zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(7) De modelcertificaten in de bijlagen bij deze verordening: certificaat BOV voor vers vlees van runderen; certificaat OVI voor vers vlees van schapen en geiten; certificaat POR voor vers vlees van varkens; certificaat RUF voor vers vlees van als gekweekt wild gehouden dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen, geiten), kameelachtigen en hertachtigen; certificaat RUW voor vers vlees van wilde dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen en geiten), wilde kameelachtigen en wilde hertachtigen; certificaat SUF voor vers vlees van als gekweekt wild gehouden dieren van wilde varkensrassen en dieren van de familie Tayassuidae; certificaat SUW voor vers vlees van wilde dieren van wilde varkensrassen en wilde dieren van de familie Tayassuidae; certificaat POU voor vers vlees van ander pluimvee dan loopvogels; certificaat RAT voor vers vlees van loopvogels; certificaat GBM voor vers vlees van vederwild.

(8) Voor zones waarvoor de vermelding betreffende specifieke voorwaarden “Rijping, pH en ontbening” in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen.

Officiële dierenarts

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 25: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE VLEESPRODUCTEN, WAARONDER GESMOLTEN DIERLIJKE VETTEN EN KANEN, VLEESEXTRACTEN EN BEHANDELDE MAGEN, BLAZEN EN DARMEN, MET UITZONDERING VAN CASINGS, DIE GEEN SPECIFIEKE RISICOBEPERKENDE BEHANDELING HOEVEN TE ONDERGAAN (MODEL MPNT)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

Voor opnieuw binnenbrengen

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Slachthuis

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum



LAND

Modelcertificaat MPNT

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de vleesproducten is]

209 210 211 Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en dat de in deel I beschreven vleesproducten(2), waaronder gesmolten dierlijke vetten en kanen, vleesextracten en behandelde magen, blazen en darmen, met uitzondering van casings, overeenkomstig deze voorschriften zijn geproduceerd en met name dat:

II.1.1.zij afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

II.1.2.de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, bij ante- en een post-mortemkeuring geschikt zijn bevonden;

II.1.3.    zij geproduceerd zijn met grondstoffen die voldoen aan de voorschriften van bijlage III, secties I tot en met VI, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

(1)    [II.1.4.1.    dit vlees, indien verkregen van als landbouwhuisdier gehouden varkens, voldoet aan de voorschriften van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie 212 , en met name:

(1) hetzij     [met behulp van een digestiemethode is onderzocht op Trichinella en daarbij negatief heeft gereageerd;]

(1) hetzij    [een vriesbehandeling heeft ondergaan overeenkomstig bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375;]

(1) hetzij    [als het gaat om vlees van als landbouwhuisdier gehouden varkens die uitsluitend voor de mesterij en de slacht worden gehouden, afkomstig is van een bedrijf of een categorie bedrijven die door de bevoegde autoriteiten officieel als Trichinella-vrij zijn erkend overeenkomstig bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375;]]

(1)    [II.1.4.2.    dit vlees, indien verkregen van vlees van eenhoevigen of vlees van wilde zwijnen, voldoet aan de voorschriften van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 en met name met behulp van een digestiemethode is onderzocht op Trichinella en daarbij negatief heeft gereageerd;]

(1)    [II.1.4.3.    de behandelde magen, blazen en darmen en vleesextracten geproduceerd zijn overeenkomstig bijlage III, sectie XIII, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.]

(1)    [II.1.4.4.    de gesmolten dierlijke vetten en kanen geproduceerd zijn overeenkomstig bijlage III, sectie XII, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.]

II.1.5.zij van een identificatiemerk zijn voorzien overeenkomstig bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

II.1.6.op het/de etiket(ten) op de verpakking van de in deel I beschreven vleesproducten een identificatiemerk is aangebracht waaruit blijkt dat de vleesproducten volledig vervaardigd zijn met vers vlees van inrichtingen (slachthuizen en uitsnijderijen) die voor uitvoer naar de Europese Unie zijn erkend;

II.1.7.zij voldoen aan de relevante criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 213 ;

II.1.8.is voldaan aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 214 ingediende plannen betreffende residuen, en de betrokken dieren en producten voor het betrokken land van oorsprong zijn opgenomen in de lijst in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 215 ;

II.1.9.zij zijn geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 216 en de maximumgehalten voor verontreinigingen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 217 garanderen;

II.1.10.het vervoermiddel van en de omstandigheden waaronder deze zending vleesproducten is geladen, in overeenstemming zijn met de hygiënevoorschriften die voor de uitvoer naar de Europese Unie van kracht zijn;

(1)[II.1.11.indien zij materiaal van runderen, schapen of geiten bevatten, met betrekking tot boviene spongiforme encefalopathie (BSE):

 (1) hetzij    [het land of gebied van oorsprong overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG van de Commissie 218 is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico, en

(1) hetzij    [de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, zijn geboren, ononderbroken gehouden en geslacht in een overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico ingedeeld land of gebied waar zich geen inheemse gevallen van BSE hebben voorgedaan;]

(1) hetzij    [de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich ten minste één inheems geval van BSE heeft voorgedaan, en de vleesproducten geen separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten bevatten en daar niet van zijn afgeleid;]

(1) hetzij    [de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een gecontroleerd BSE-risico en:

i)    de vleesproducten geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevatten en daar niet van zijn afgeleid;

ii)    de vleesproducten geen separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten bevatten en daar niet van zijn afgeleid;

iii)    de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;]

(1) hetzij    [de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico en:

i)    de vleesproducten geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevatten en daar niet van zijn afgeleid;

ii)    de vleesproducten geen separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten bevatten en daar niet van zijn afgeleid;

iii)    de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;]

iv)    aan de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, geen vleesbeendermeel of kanen, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid 219 , zijn vervoederd;

v)    de vleesproducten zijn geproduceerd en behandeld op een wijze die waarborgt dat zij geen zenuw- en lymfeweefsel bevatten dat bij het ontbenen is vrijgelegd, en daar niet mee zijn besmet.]]

(1) hetzij     [het land of gebied van oorsprong overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een gecontroleerd BSE-risico, en

a)    de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;

(1) hetzij [b)    de vleesproducten het volgende niet bevatten en daar niet van zijn afgeleid:

i)    gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

ii)    separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten.]

(1) hetzij    [b)    de vleesproducten behandelde darmen bevatten, of daarvan zijn afgeleid, van dieren die zijn geboren, ononderbroken zijn gehouden en zijn geslacht in een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich geen inheemse gevallen van BSE hebben voorgedaan;]

(1) hetzij    [b)    de vleesproducten behandelde darmen bevatten, of daarvan zijn afgeleid, van dieren die afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich ten minste één inheems geval van BSE heeft voorgedaan, en:

(1)    hetzij    [i)    de dieren zijn geboren na de datum met ingang waarvan het verbod op het vervoederen aan herkauwers van vleesbeendermeel en kanen, afkomstig van herkauwers, daadwerkelijk wordt toegepast;]

(1)    hetzij    [i)    de behandelde darmen van runderen, schapen en geiten geen gespecificeerd risicomateriaal zoals omschreven in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevatten en zijn daar niet van zijn afgeleid.]]]

(1) hetzij     [het land of gebied van oorsprong niet overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld of is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico, en

a)    de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, niet zijn:

i)    geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;

ii)    gevoederd met vleesbeendermeel of kanen afkomstig van herkauwers, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid;

(1) hetzij    [b)    de vleesproducten het volgende niet bevatten en daar niet van zijn afgeleid:

i)    gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

ii)    separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten;

iii)    zenuw- en lymfweefsel dat bij het ontbenen is vrijgelegd.]

(1) hetzij    [b)    de vleesproducten behandelde darmen bevatten, of daarvan zijn afgeleid, van dieren die zijn geboren, ononderbroken zijn gehouden en zijn geslacht in een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich geen inheemse gevallen van BSE hebben voorgedaan;]

(1) hetzij    [b)    de vleesproducten behandelde darmen bevatten, of daarvan zijn afgeleid, van dieren die afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich ten minste één inheems geval van BSE heeft voorgedaan, en:

(1)    hetzij    [i)    de dieren zijn geboren na de datum met ingang waarvan het verbod op het vervoederen aan herkauwers van vleesbeendermeel en kanen, afkomstig van herkauwers, daadwerkelijk wordt toegepast;]

(1)    hetzij    [i)    de behandelde darmen van runderen, schapen en geiten geen gespecificeerd risicomateriaal zoals omschreven in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevatten en zijn daar niet van zijn afgeleid.]]]]

(1) [II.1.12.    indien het materiaal van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen bevat, het vers vlees dat voor de bereiding van de vleesproducten is gebruikt:

hetzij (1)     [is verkregen van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen die onmiddellijk vóór het slachten gedurende ten minste zes maanden of sedert hun geboorte, indien zij zijn geslacht op een leeftijd van minder dan zes maanden, of sinds de invoer als voedselproducerende, als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen uit een lidstaat van de Europese Unie, indien zij minder dan zes maanden vóór het slachten zijn ingevoerd, waren gehouden in een derde land:

a)    waar de toediening aan als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen:

i)    van stoffen met thyreostatische werking, stilbenen, stilbeenderivaten, zouten en esters daarvan, 17β-oestradiol en esterachtige derivaten daarvan verboden is;

ii)    van andere stoffen met oestrogene, androgene of gestagene werking en van β-agonisten uitsluitend is toegestaan voor:

-therapeutische behandeling als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, punt b), van Richtlijn 96/22/EG van de Raad 220 , indien toegepast in overeenstemming met artikel 4, lid 2, van die richtlijn, of

-zoötechnische behandeling als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, punt c), van Richtlijn 96/22/EG, indien toegepast in overeenstemming met artikel 5 van die richtlijn, en

b)    dat ten minste gedurende zes maanden vóór het slachten van de dieren, een plan had voor het toezicht op de groepen residuen en stoffen als bedoeld in bijlage I bij Richtlijn 96/23/EG, dat betrekking heeft op als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen die zijn geboren of worden ingevoerd in het derde land en dat is goedgekeurd overeenkomstig de vierde alinea van artikel 29, lid 1, van Richtlijn 96/23/EG.

en/of (1) [is ingevoerd uit een lidstaat van de Europese Unie.]]

II.2Verklaring inzake de diergezondheid [schrappen wanneer het vleesproduct volledig is afgeleid van vlees van eenhoevigen, leporidae of andere niet-gedomesticeerde landzoogdieren dan hoefdieren]

Het in deel I beschreven vleesproduct, tot welke categorie gesmolten dierlijke vetten en kanen, vleesextracten en behandelde magen, blazen en darmen, met uitzondering van casings behoren:

II.2.1.    is verwerkt in en verzonden uit de zone met de code......... (3), waaruit op de datum van afgifte van dit certificaat:

-de binnenkomst in de Unie van vers vlees van de diersoort(en) op basis waarvan het in deel I beschreven vleesproduct is verwerkt, is toegestaan en die is opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden, en

-de binnenkomst in de Unie van vleesproducten die de niet-specifieke behandeling “A” hebben ondergaan en die zijn verwerkt op basis van vers vlees van de diersoort(en) op basis waarvan het in deel I beschreven vleesproduct is verwerkt, is toegestaan en die is opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

II.2.2.    is verwerkt op basis van vers vlees van de diersoort(en) met de code(s) ____, ____, ____ (4).

II.2.3.    is verwerkt op basis van vers vlees dat een niet-specifieke behandeling heeft ondergaan(5), en

II.2.4. is verwerkt op basis van vers vlees dat voldeed aan alle relevante voorschriften voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 221 en als zodanig in aanmerking kwam voor binnenkomst in de Unie en is verkregen van dieren die hebben voldaan aan de verblijfsduur in een inrichting die is gelegen in:

(1)hetzij    [II.2.4.1.    de onder II.2.1 bedoelde zone]

(1)hetzij    [II.2.4.1.    de zone(s) met code(s) _____, ____, ____(3) die op de datum van afgifte van dit certificaat vermeld staan in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees van de diersoort(en) op basis waarvan het vleesproduct is verwerkt.] (6)

(1)hetzij    [II.2.4.1.    een lidstaat.]

II.2.5.    na de verwerking en totdat het is verpakt op zodanige wijze is gehanteerd dat het optreden van kruisbesmetting, en daarmee van een mogelijk risico voor de diergezondheid, wordt voorkomen.

II.3. Verklaring inzake het dierenwelzijn

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de in deel I beschreven vleesproducten afgeleid zijn van dieren die in het slachthuis met inachtneming van de voorschriften van de wetgeving van de Unie inzake de bescherming van dieren bij het doden of van ten minste gelijkwaardige voorschriften zijn behandeld.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van vleesproducten die afkomstig zijn uit gebieden waaruit vers vlees van de desbetreffende diersoort(en) mag worden binnengebracht, en die derhalve geen specifieke risicobeperkende behandeling hoeven te ondergaan, ook niet wanneer de Unie niet de eindbestemming van een dergelijk vleesproduct is.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel II:

(1)Schrappen indien niet van toepassing.

(2)Vleesproducten zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 7.1, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

(3)Code van de zone zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(4)BOV = runderen; OVI = schapen en geiten; POR = varkens; RUF = als gekweekt wild gehouden dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen, geiten), kameelachtigen en hertachtigen; POU = ander pluimvee dan loopvogels; RAT = loopvogels; GB = vederwild.

(5)Kan alleen worden gecertificeerd als behandeling “A” voor de diersoort(en) van oorsprong van het vers vlees en de in punt II.2.1 bedoelde zone is toegewezen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(6)Niet voor zones waarvoor de vermelding betreffende specifieke voorwaarden “Rijping, pH en ontbening” in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen.

Officiële dierenarts

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 26: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE VLEESPRODUCTEN, WAARONDER GESMOLTEN DIERLIJKE VETTEN EN KANEN, VLEESEXTRACTEN EN BEHANDELDE MAGEN, BLAZEN EN DARMEN, MET UITZONDERING VAN CASINGS, DIE EEN SPECIFIEKE RISICOBEPERKENDE BEHANDELING MOETEN ONDERGAAN (MODEL MPST)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

Voor opnieuw binnenbrengen

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Slachthuis

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum



LAND

Modelcertificaat MPST

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de vleesproducten is]

222 223 224 Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en dat de in deel I beschreven vleesproducten(2), waaronder gesmolten dierlijke vetten en kanen, vleesextracten, behandelde magen, blazen en darmen, met uitzondering van casings, overeenkomstig deze voorschriften zijn geproduceerd en met name dat:

II.1.1zij afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

II.1.2de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, bij ante- en een post-mortemkeuring geschikt zijn bevonden;

II.1.3    zij geproduceerd zijn met grondstoffen die voldoen aan de voorschriften van bijlage III, secties I tot en met VI, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

(1)    [II.1.4.1.    dit vlees, indien verkregen van als landbouwhuisdier gehouden varkens, voldoet aan de voorschriften van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie 225 , en met name:

(1) hetzij    [met behulp van een digestiemethode is onderzocht op Trichinella en daarbij negatief heeft gereageerd;]

(1) hetzij    [een vriesbehandeling heeft ondergaan overeenkomstig bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375;]

(1) hetzij     [als het gaat om vlees van als landbouwhuisdier gehouden varkens die uitsluitend voor de mesterij en de slacht worden gehouden, afkomstig is van een bedrijf of een categorie bedrijven die door de bevoegde autoriteiten officieel als Trichinella-vrij zijn erkend overeenkomstig bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375;]]

(1)    [II.1.4.2    dit vlees, indien verkregen van vlees van eenhoevigen of vlees van wilde zwijnen, voldoet aan de voorschriften van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 en met name met behulp van een digestiemethode is onderzocht op Trichinella en daarbij negatief heeft gereageerd;]

(1)    [II.1.4.3    de behandelde magen, blazen en darmen en vleesextracten geproduceerd zijn overeenkomstig bijlage III, sectie XIII, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.]

(1)    [II.1.4.4    de gesmolten dierlijke vetten en kanen geproduceerd zijn overeenkomstig bijlage III, sectie XII, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.]

II.1.5zij van een identificatiemerk zijn voorzien overeenkomstig bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

II.1.6op het/de etiket(ten) op de verpakking van de in deel I beschreven vleesproducten een identificatiemerk is aangebracht waaruit blijkt dat de vleesproducten volledig vervaardigd zijn met vers vlees van inrichtingen (slachthuizen en uitsnijderijen) die voor uitvoer naar de Europese Unie zijn erkend;

II.1.7zij voldoen aan de relevante criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 226 ;

II.1.8.is voldaan aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 227 ingediende plannen betreffende residuen, en de betrokken dieren en producten voor het betrokken land van oorsprong zijn opgenomen in de lijst in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 228 ;

II.1.9.zij zijn geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 229 en de maximumgehalten voor verontreinigingen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 230 garanderen;

II.1.10.het vervoermiddel van en de omstandigheden waaronder deze zending vleesproducten is geladen, in overeenstemming zijn met de hygiënevoorschriften die voor de uitvoer naar de Europese Unie van kracht zijn;

(1)[II.1.11.indien zij materiaal van runderen, schapen of geiten bevatten, met betrekking tot boviene spongiforme encefalopathie (BSE):

(1) hetzij    [het land of gebied van oorsprong overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG van de Commissie 231 is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico, en

(1) hetzij    [de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, zijn geboren, ononderbroken gehouden en geslacht in een overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico ingedeeld land of gebied waar zich geen inheemse gevallen van BSE hebben voorgedaan;]

(1) hetzij    [de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich ten minste één inheems geval van BSE heeft voorgedaan, en de vleesproducten geen separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten bevatten en daar niet van zijn afgeleid;]

(1) hetzij    [de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een gecontroleerd BSE-risico en:

i)    de vleesproducten geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevatten en daar niet van zijn afgeleid;

ii)    de vleesproducten geen separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten bevatten en daar niet van zijn afgeleid;

iii)    de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;]

(1) hetzij    [de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico en:

i)    de vleesproducten geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevatten en daar niet van zijn afgeleid;

ii)    de vleesproducten geen separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten bevatten en daar niet van zijn afgeleid;

iii)    de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;]

iv)    aan de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, geen vleesbeendermeel of kanen, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid 232 , zijn vervoederd;

v)    de vleesproducten zijn geproduceerd en behandeld op een wijze die waarborgt dat zij geen zenuw- en lymfeweefsel bevatten dat bij het ontbenen is vrijgelegd, en daar niet mee zijn besmet.]]

(1) hetzij     [het land of gebied van oorsprong overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een gecontroleerd BSE-risico, en

a)    de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;

(1) hetzij    [b)    de vleesproducten het volgende niet bevatten en daar niet van zijn afgeleid:

i)    gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

ii)    separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten.]

(1) hetzij    [b)    de vleesproducten behandelde darmen bevatten, of daarvan zijn afgeleid, van dieren die zijn geboren, ononderbroken zijn gehouden en zijn geslacht in een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich geen inheemse gevallen van BSE hebben voorgedaan;]

(1) hetzij    [b)    de vleesproducten behandelde darmen bevatten, of daarvan zijn afgeleid, van dieren die afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich ten minste één inheems geval van BSE heeft voorgedaan, en:

(1)    hetzij    [i)    de dieren zijn geboren na de datum met ingang waarvan het verbod op het vervoederen aan herkauwers van vleesbeendermeel en kanen, afkomstig van herkauwers, daadwerkelijk wordt toegepast;]

(1)    hetzij    [i)    de behandelde darmen van runderen, schapen en geiten geen gespecificeerd risicomateriaal zoals omschreven in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevatten en zijn daar niet van zijn afgeleid.]]]

(1) hetzij     [het land of gebied van oorsprong niet overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld of is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico, en

a)    de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, niet zijn:

i)    geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;

ii)    gevoederd met vleesbeendermeel of kanen afkomstig van herkauwers, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid;

(1) hetzij    [b)    de vleesproducten het volgende niet bevatten en daar niet van zijn afgeleid:

i)    gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

ii)    separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten;

iii)    zenuw- en lymfweefsel dat bij het ontbenen is vrijgelegd.]

(1) hetzij    [b)    de vleesproducten behandelde darmen bevatten, of daarvan zijn afgeleid, van dieren die zijn geboren, ononderbroken zijn gehouden en zijn geslacht in een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich geen inheemse gevallen van BSE hebben voorgedaan;]

(1) hetzij    [b)    de vleesproducten behandelde darmen bevatten, of daarvan zijn afgeleid, van dieren die afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich ten minste één inheems geval van BSE heeft voorgedaan, en:

(1)    hetzij    [i)    de dieren zijn geboren na de datum met ingang waarvan het verbod op het vervoederen aan herkauwers van vleesbeendermeel en kanen, afkomstig van herkauwers, daadwerkelijk wordt toegepast;]

(1)    hetzij    [i)    de behandelde darmen van runderen, schapen en geiten geen gespecificeerd risicomateriaal zoals omschreven in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevatten en zijn daar niet van zijn afgeleid.]]]]

(1) [II.1.12.    indien het materiaal van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen bevat, het vers vlees dat voor de bereiding van de vleesproducten is gebruikt:

hetzij (1)     [is verkregen van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen die onmiddellijk vóór het slachten gedurende ten minste zes maanden of sedert hun geboorte, indien zij zijn geslacht op een leeftijd van minder dan zes maanden, of sinds de invoer als voedselproducerende, als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen uit een lidstaat van de Europese Unie, indien zij minder dan zes maanden vóór het slachten zijn ingevoerd, waren gehouden in een derde land:

a)    waar de toediening aan als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen:

i)    van stoffen met thyreostatische werking, stilbenen, stilbeenderivaten, zouten en esters daarvan, 17β-oestradiol en esterachtige derivaten daarvan verboden is;

ii)    van andere stoffen met oestrogene, androgene of gestagene werking en van β-agonisten uitsluitend is toegestaan voor:

-therapeutische behandeling als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, punt b), van Richtlijn 96/22/EG van de Raad 233 , indien toegepast in overeenstemming met artikel 4, lid 2, van die richtlijn, of

-zoötechnische behandeling als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, punt c), van Richtlijn 96/22/EG, indien toegepast in overeenstemming met artikel 5 van die richtlijn, en

b)    dat ten minste gedurende zes maanden vóór het slachten van de dieren, een plan had voor het toezicht op de groepen residuen en stoffen als bedoeld in bijlage I bij Richtlijn 96/23/EG, dat betrekking heeft op als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen die zijn geboren of worden ingevoerd in het derde land en dat is goedgekeurd overeenkomstig de vierde alinea van artikel 29, lid 1, van Richtlijn 96/23/EG.

en/of (1) [is ingevoerd uit een lidstaat van de Europese Unie.]]

II.2. Verklaring inzake de diergezondheid [schrappen wanneer de vleesproducten volledig zijn afgeleid van vlees van eenhoevigen, leporidae of andere niet-gedomesticeerde landzoogdieren dan hoefdieren]

Het in deel I beschreven vleesproduct, tot welke categorie gesmolten dierlijke vetten en kanen, vleesextracten en behandelde magen, blazen en darmen, met uitzondering van casings behoren:

II.2.1.    is verwerkt in en verzonden uit de zone met de code: _____ (3), waaruit op de datum van afgifte van dit certificaat de binnenkomst in de Unie van vleesproducten die zijn verwerkt op basis van vers vlees van de diersoort(en) op basis waarvan het in deel I beschreven vleesproduct is verwerkt, is toegestaan en die is opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(1)hetzij    [II.2.2.    is verwerkt op basis van vers vlees van slechts één diersoort, met de code ____ (4), en het voor de verwerking van het vleesproduct gebruikte vers vlees de specifieke behandeling ____(5) heeft ondergaan, zoals overeenkomstig een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden specifiek toegewezen aan de diersoort van oorsprong van het vers vlees en aan de in punt II.2.1 bedoelde zone, en is verkregen van dieren die zijn gehouden in een inrichting die is gelegen in:

(1)hetzij    [II.2.2.1.    de onder II.2.1 bedoelde zone, en:

- de inrichting op het tijdstip van de verzending van de dieren naar het slachthuis niet onder nationale beperkende maatregelen om diergezondheidsredenen viel, met inbegrip van beperkingen die betrekking hebben op de relevante in de lijst opgenomen ziekten, zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 234 , en nieuwe ziekten, en

- in en rond de inrichting, in een gebied met een straal van 10 km (dat, in voorkomend geval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten) de laatste 30 dagen vóór de verzending van de dieren naar het slachthuis geen melding is gemaakt van dergelijke ziekten.]]

(1)hetzij [II.2.2.1.    de zone(s) met code _____ (3) die op de datum van afgifte van dit certificaat vermeld staan in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees van de soort op basis waarvan het vleesproduct is verwerkt en:

-de inrichting op het tijdstip van de verzending van de dieren naar het slachthuis niet onder nationale beperkende maatregelen om diergezondheidsredenen viel, met inbegrip van beperkingen die betrekking hebben op de relevante in de lijst opgenomen ziekten, zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, en nieuwe ziekten, en

-in en rond de inrichting, in een gebied met een straal van 10 km (dat, in voorkomend geval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten) de laatste 30 dagen vóór de verzending van de dieren naar het slachthuis geen melding is gemaakt van dergelijke ziekten.(6)]]

(1)hetzij    [II.2.2.1. een lidstaat.]]

(1) hetzij    [II.2.2.    is verwerkt op basis van vers vlees van pluimvee, met de code ___ (4), dat afkomstig is uit een zone die is opgenomen in de lijst voor binnenkomst in de Unie van vers vlees van pluimvee waar zich een geval of uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza of infectie met het virus van de ziekte van Newcastle heeft voorgedaan en het voor de verwerking van het vleesproduct gebruikte vers vlees ten minste de specifieke behandeling “D”(5) heeft ondergaan.]

(1) hetzij    [II.2.2.    is verwerkt op basis van vermengd vers vlees van verschillende diersoorten met de codes ____, ____, ____(4), en dergelijk vers vlees:

(1)hetzij    [II.2.2.1.    is vermengd vóór de laatste behandeling en heeft, na de vermenging, de specifieke behandeling ____(5) ondergaan, aangezien dit de strengste van de overeenkomstig een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden specifiek toegewezen behandelingen is voor de verschillende diersoorten van oorsprong van het vers vlees en voor de in punt II.2.1 bedoelde zone, en is verkregen van dieren die zijn gehouden in een inrichting die is gelegen in:

(2)hetzij    [II.2.2.1.1. de onder II.2.1 bedoelde zone]]

(2)hetzij    [II.2.2.1.1. de zone met de code _____ (2) die op de datum van afgifte van dit certificaat vermeld staat in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees van de diersoort op basis waarvan het vleesproduct is verwerkt.(6)]]

(2)hetzij    [II.2.2.1.1. een lidstaat.]]

(1)hetzij    [II.2.2.1. is vermengd na de laatste behandeling en heeft, vóór de vermenging, de specifieke behandeling(en) ________, _________, ________(7) ondergaan, zoals specifiek toegewezen overeenkomstig een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden, voor de verschillende diersoorten van oorsprong van het vers vlees en voor de in punt II.1.1 bedoelde zone, en is verkregen van dieren die zijn gehouden in een inrichting die is gelegen in:

(1)hetzij    [II.2.2.1.1. de onder II.2.1 bedoelde zone, en:

-de inrichting op het tijdstip van de verzending naar het slachthuis niet onder nationale beperkende maatregelen om diergezondheidsredenen viel, met inbegrip van beperkingen die betrekking hebben op de in de lijst opgenomen ziekten, zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, en nieuwe ziekten, en

-in en rond de inrichting, in een gebied met een straal van 10 km (dat, in voorkomend geval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten) de laatste 30 dagen vóór de verzending van de dieren naar het slachthuis geen melding is gemaakt van dergelijke ziekten.]]

(1)hetzij    [II.2.2.1.1. de zone met de code _____ (3) die op de datum van afgifte van dit certificaat vermeld staat in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees van de diersoorten op basis waarvan het vleesproduct is verwerkt.](6)]

(1)hetzij     [II.2.2.1.1. een lidstaat.]]

(1)hetzij [II.2.2.    is verwerkt op basis van vers vlees van slechts één diersoort of waarin vers vlees van verschillende diersoorten vermengd is verwerkt, met de codes ____ , ____ , ____(4), verkregen van dieren die zijn gehouden in een of meerdere inrichtingen die zijn gelegen in de zone(s) met de code(s) ______, _____ , _____(3) die op de datum van afgifte van dit certificaat vermeld staat (staan) in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden voor binnenkomst in de Unie van vleesproducten waarvoor een van de in bijlage XXVI bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 gedefinieerde specifieke behandelingen voor het vers vlees van de desbetreffende soort van toepassing is, en de specifieke behandeling “B” heeft ondergaan(5).] 

II.2.3.    na de verwerking en totdat het is verpakt op zodanige wijze is gehanteerd dat het optreden van kruisbesmetting, en daarmee van een mogelijk risico voor de diergezondheid, wordt voorkomen.

[II.2.4.    is verkregen van pluimvee dat gedurende de periode van 30 dagen vóór de datum van het slachten niet met een levend vaccin tegen infectie met het virus van de ziekte van Newcastle is gevaccineerd.](8)

II.3. Verklaring inzake het dierenwelzijn

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de in deel I beschreven vleesproducten afgeleid zijn van dieren die in het slachthuis met inachtneming van de voorschriften van de wetgeving van de Unie inzake de bescherming van dieren bij het doden of van ten minste gelijkwaardige voorschriften zijn behandeld.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van vleesproducten uit gebieden waaruit geen vers vlees van de desbetreffende diersoorten mag worden binnengebracht, en die derhalve een specifieke risicobeperkende behandeling moeten ondergaan, ook wanneer de Unie niet de eindbestemming van deze vleesproducten is.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel II:

(1)Schrappen indien niet van toepassing.

(2)Vleesproducten zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 7.1, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

(3)Code van de zone zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(4)BOV = runderen; OVI = schapen en geiten; POR = varkens; RUF = als gekweekt wild gehouden dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen, geiten), kameelachtigen en hertachtigen; POU = ander pluimvee dan loopvogels; RAT = loopvogels; GB = vederwild.

(5)De behandelingen zoals omschreven in bijlage XXVI bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692.

(6)Niet voor zones waarvoor de vermelding betreffende specifieke voorwaarden “Rijping, pH en ontbening” in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen.

(7)Vermeld de combinatie van behandelingen zoals gedefinieerd in (5) en diersoorten zoals gedefinieerd in (4), als volgt: letter van de behandeling — code(s) van de diersoort (X-YYY, X-YYY, X-YYY).

(8)Alleen van toepassing als het vleesproduct bestemd is voor een lidstaat of gebied daarvan met de status vrij van infectie met het virus van de ziekte van Newcastle zonder vaccinatie.

Officiële dierenarts

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 27: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE CASINGS (MODEL CAS)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

Voor opnieuw binnenbrengen

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Identificatiemerk

Type verpakking

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkenningsnummer van de inrichting



LAND

Modelcertificaat CAS

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de casings is]

235 236 237 Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad en dat de in deel I beschreven casings overeenkomstig deze voorschriften zijn geproduceerd en met name dat:

II.1.1.zij afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

II.1.2.de dieren waarvan de casings afkomstig zijn, bij ante- en een post-mortemkeuring geschikt zijn bevonden;

II.1.3.de casings zijn geproduceerd overeenkomstig bijlage III, sectie XIII, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

II.1.4.    zij van een identificatiemerk zijn voorzien overeenkomstig bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

II.1.5.is voldaan aan de garanties met betrekking tot casings die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 238 ingediende plannen betreffende residuen, en de casings voor het land waaruit casings worden uitgevoerd, zijn opgenomen in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 239 ;

II.1.6.het vervoermiddel van en de omstandigheden waaronder deze zending casings is geladen, in overeenstemming zijn met de hygiënevoorschriften die voor de uitvoer naar de Europese Unie van kracht zijn;

(1)[II.1.7.indien zij zijn afgeleid uit runderen, schapen of geiten, met betrekking tot boviene spongiforme encefalopathie (BSE):

(1) hetzij    [het land of gebied van oorsprong overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG van de Commissie 240 is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico, en(4)

(1)    [de dieren waaruit de casings zijn afgeleid, zijn geboren, ononderbroken gehouden en geslacht in een overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico ingedeeld land of gebied;]

(1)    [de dieren waaruit de casings zijn afgeleid, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een gecontroleerd BSE-risico en:

(1)     i)    indien zij uit runderen zijn afgeleid, de casings geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, a), iii), bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevatten en daar niet van zijn afgeleid;

ii)    de dieren waaruit de casings zijn afgeleid, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;]

(1)    [de dieren waaruit de casings zijn afgeleid, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico en:

(1)     i)    indien zij uit runderen zijn afgeleid, de casings geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, a), iii), bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevatten en daar niet van zijn afgeleid;

ii)    de dieren waaruit de casings zijn afgeleid, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;

iii)    aan de dieren waaruit de casings zijn afgeleid, geen vleesbeendermeel of kanen, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid 241 , zijn vervoederd;]]

(1) hetzij     [het land of gebied van oorsprong overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een gecontroleerd BSE-risico, en

(1) hetzij    [a)    de dieren waaruit de casings zijn afgeleid, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;

(1)    [b)    en indien zij uit runderen zijn afgeleid, de casings geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, a), iii), bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevatten en daar niet van zijn afgeleid;]]

(1) hetzij    [a)    de casings behandelde darmen bevatten, of daarvan zijn afgeleid, van dieren die zijn geboren, ononderbroken zijn gehouden en zijn geslacht in een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich geen inheemse gevallen van BSE hebben voorgedaan;]

(1) hetzij    [a)    de casings behandelde darmen bevatten, of daarvan zijn afgeleid, van dieren die afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich ten minste één inheems geval van BSE heeft voorgedaan,

(1)    [b)    en, indien zij uit runderen zijn afgeleid:

(2)    hetzij    [i)    de dieren zijn geboren na de datum met ingang waarvan het verbod op het vervoederen aan herkauwers van vleesbeendermeel en kanen, afkomstig van herkauwers, daadwerkelijk wordt toegepast;]

(2)    hetzij    [i)    de casings geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, a), iii), bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevatten en daar niet van zijn afgeleid.]]]

(2) hetzij     [het land of gebied van oorsprong niet overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld of is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico, en

(2) hetzij    [a)    de dieren waaruit de casings zijn afgeleid, niet zijn:

i)    geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;

ii)    gevoederd met vleesbeendermeel of kanen afkomstig van herkauwers, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid;

(2)    [b)    en indien zij uit runderen zijn afgeleid, de casings geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, a), iii), bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevatten en daar niet van zijn afgeleid;]]

(2) hetzij    [a)    de casings behandelde darmen bevatten, of daarvan zijn afgeleid, van dieren die zijn geboren, ononderbroken zijn gehouden en zijn geslacht in een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich geen inheemse gevallen van BSE hebben voorgedaan;]

(2) hetzij    [a)    de casings behandelde darmen bevatten, of daarvan zijn afgeleid, van dieren die afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich ten minste één inheems geval van BSE heeft voorgedaan,

(2)    [b)    en, indien zij uit runderen zijn afgeleid:

(2)    hetzij    [i)    de dieren zijn geboren na de datum met ingang waarvan het verbod op het vervoederen aan herkauwers van vleesbeendermeel en kanen, afkomstig van herkauwers, daadwerkelijk wordt toegepast;]

(2)    hetzij    [i)    de casings geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, a), iii), bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevatten en daar niet van zijn afgeleid.]]]]

II.2. Verklaring inzake de diergezondheid

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de in deel I beschreven casings(2):

   II.2.1.    zijn verwerkt in en verzonden uit de zone(s) met de code(s): _________ (3), waaruit op de datum van afgifte van dit certificaat de binnenkomst in de Unie van casings van de diersoorten waarvan de in deel I beschreven casings zijn verkregen, is toegestaan en die is/zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

hetzij (1)    [II.2.2.    zijn verwerkt op basis van blazen en/of darmen die zijn verkregen van [runderen](1) [schapen en/of geiten](1) [gehouden varkens](1) en uit de onder II.1 bedoelde zone(s) de binnenkomst van vers vlees van die diersoort(en) in de Unie is toegestaan en de zone(s) in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is/zijn opgenomen.

hetzij (1)    [II.2.2.    zijn verwerkt op basis van blazen en/of darmen die zijn verkregen van [runderen](1) [schapen en/of geiten](1) [gehouden varkens](1) en zijn tijdens de verwerking:

hetzij(1) [zijn gezouten met natriumchloride (NaCl) in droge vorm of als verzadigde pekel (aw < 0,80), gedurende een onafgebroken periode van 30 dagen of langer bij een temperatuur van 20 °C of meer.]]

hetzij(1) [zijn gezouten met zout waaraan fosfaat is toegevoegd bestaande uit 86,5 % NaCl, 10,7 % Na2HPO4 en 2,8 % Na3PO4 (m/m/m) in droge vorm of als verzadigde pekel (aw < 0,80), gedurende een onafgebroken periode van 30 dagen of langer bij een temperatuur van 20 °C of meer.]]

hetzij (1)    [II.2.2.    zijn verwerkt op basis van blazen en/of darmen die zijn verkregen van andere dieren dan runderen, schapen, geiten en/of varkens en tijdens de verwerking zijn:

hetzij (1)[gezouten met natriumchloride (NaCl) gedurende 30 dagen.]]

hetzij (1)[gebleekt.]]

hetzij (1)[gedroogd na het afschrapen.]]

II.2.3.    tijdens de verwerking totdat het is verpakt, op zodanige wijze zijn gehanteerd dat het optreden van kruisbesmetting, en daarmee van mogelijk risico voor de diergezondheid, wordt voorkomen.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van casings, ook wanneer de Unie niet de eindbestemming is.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I

Vak I.15:    Registratienummer (treinwagons of containers en vrachtwagens), vluchtnummer (vliegtuig) of naam (schip) invullen. In geval van overslag moet afzonderlijke informatie worden verstrekt.

Deel II

(1) Schrappen indien niet van toepassing.

(2)Zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 45, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 242 .

(3)Code van de zone zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(4)Behoud ten minste één van de voorgestelde opties.

Officiële dierenarts

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 28: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE LEVENDE VIS, LEVENDE SCHAALDIEREN EN PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG VAN DIE DIEREN (MODEL FISH-CRUST-HC)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

Levende waterdieren voor menselijke consumptie

Conservenindustrie

Verdere verwerking

I.21

I.22

Voor de interne markt

I.23

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf



LAND    Modelcertificaat FISH-CRUST-HC

II.    Informatie over de gezondheid

II.a. Referentienummer certificaat

II.b Imsoc-referentie

II.1.(1)Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 243 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 244 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en dat de in deel I beschreven visserijproducten overeenkomstig deze voorschriften zijn geproduceerd en met name dat zij:

a)zijn verkregen in de/het regio(ʼs) of land(en) …………….. waaruit op de datum van afgifte van dit certificaat de binnenkomst in de Unie van visserijproducten is toegestaan en die/dat door de Commissie is/zijn opgenomen in een lijst overeenkomstig artikel 127, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625;

b)afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

c)zijn gevangen en aan boord van de vaartuigen zijn behandeld, op hygiënische wijze zijn gelost, behandeld en, in voorkomend geval, bewerkt, verwerkt, ingevroren, en ontdooid overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie VIII, hoofdstukken I tot en met IV, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

d)niet zijn opgeslagen in ruimen, tanks of containers die voor andere doeleinden dan de productie en/of opslag van visserijproducten worden gebruikt;

e)voldoen aan de gezondheidsnormen van bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk V, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en de criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 245 ;

f)zijn verpakt, opgeslagen en vervoerd overeenkomstig bijlage III, sectie VIII, hoofdstukken VI tot en met VIII, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

g)voorzien zijn van een merk overeenkomstig bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

h)voldoen aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan, indien zij van aquacultuur afkomstig zijn, die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 246 ingediende plannen betreffende residuen, en de betrokken dieren en producten voor het betrokken land van oorsprong zijn opgenomen in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 247 ;

i)zijn geproduceerd onder voorwaarden die de naleving van de in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 248 vastgestelde maximumgehalten voor verontreinigingen garanderen;

j)op afdoende wijze de officiële controles van de artikelen 67 tot en met 71 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 249 hebben ondergaan.

(2)[II.2.Verklaring inzake de diergezondheid voor levende vis en levende schaaldieren van (3)in de lijst opgenomen soorten bestemd voor menselijke consumptie en producten van dierlijke oorsprong van waterdieren bestemd voor verdere verwerking in de Unie vóór menselijke consumptie, met uitzondering van levende vis en levende schaaldieren en de producten daarvan die worden aangeland door vissersvaartuigen

II.2.1.    Volgens officiële informatie (4)[voldoen de in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren] (4)[zijn de andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren, als bedoeld in vak I.27 van deel I, verkregen van dieren die voldoen] aan de volgende diergezondheidsvoorschriften:

II.2.1.1.    zij zijn afkomstig uit (4)[een inrichting] (4)[een habitat] die niet viel onder nationale beperkende maatregelen om diergezondheidsredenen of vanwege het voorkomen van abnormale sterftegevallen met onbekende oorzaak, met inbegrip van de relevante in de lijst opgenomen ziekten als bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 250 en nieuwe ziekten;

II.2.1.2.    de (4)[waterdieren zijn niet bestemd om te worden gedood] (4)[andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren zijn verkregen van dieren die niet bestemd waren om te worden gedood] in het kader van een nationaal programma voor de uitroeiing van ziekten, met inbegrip van de relevante in de lijst opgenomen ziekten, zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, en van nieuwe ziekten.

(4) [II.2.2.    De (4)[in vak I.27 van deel I bedoelde aquacultuurdieren] (4)[andere producten van dierlijke oorsprong van aquacultuurdieren dan levende aquacultuurdieren, als bedoeld in vak I.27 van deel I, zijn verkregen van dieren die] voldoen aan de volgende voorschriften:

II.2.2.1.    zij zijn afkomstig uit een aquacultuurinrichting die is (4)[geregistreerd] (4)[erkend] door en onder toezicht staat van de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied van oorsprong en beschikt over een systeem om gedurende ten minste drie jaar actuele gegevens te bewaren en bij te houden die ten minste de volgende informatie omvatten:

(I)de soorten, categorieën en aantallen aquacultuurdieren in de inrichting;

(II)de verplaatsingen van waterdieren naar, en aquacultuurdieren uit, de betrokken inrichting;

(III)het sterftecijfer in de inrichting;

II.2.2.2.    zij zijn afkomstig uit een aquacultuurinrichting waar regelmatig diergezondheidsinspecties worden uitgevoerd door een dierenarts met het oog op het opsporen van, en de informatievoorziening over, tekenen die wijzen op de aanwezigheid van ziekten, met inbegrip van de relevante in de lijst opgenomen ziekten zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 en nieuwe ziekten, met een frequentie die in verhouding staat tot het door de inrichting gevormde risico.]

II.2.3. Algemene voorschriften inzake diergezondheid

De (4)[in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren] (4)[andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren als bedoeld in vak I.27 van deel I] zijn verkregen van dieren die aan de volgende diergezondheidsvoorschriften voldoen:

(4)(6)[II.2.3.1.    de voorschriften van deel II.2.4 zijn erop van toepassing en zij zijn afkomstig uit een (4)[land] (4)[gebied] (4)[zone] (4)[compartiment] met de (5)code: __ __ - __ die op de datum van afgifte van dit certificaat vermeld staat in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden voor de binnenkomst in de Unie van (3)[waterdieren] (3)[andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren];]

(4)(6)[II.2.3.2.    zij zijn waterdieren die binnen een periode van 72 uur vóór het tijdstip van het laden aan een klinische inspectie door een officiële dierenarts zijn onderworpen. Bij de inspectie vertoonden de dieren geen tekenen van een overdraagbare ziekte en volgens de relevante gegevens van de inrichting waren er geen aanwijzingen van ziekteproblemen;]

II.2.3.3.    zij zijn waterdieren die rechtstreeks uit de inrichting van oorsprong naar de Unie worden verzonden;

II.2.3.4.    zij zijn niet in contact geweest met waterdieren met een lagere gezondheidsstatus.

hetzij(4)(6) [II.2.4. Specifieke gezondheidsvoorschriften

II.2.4.1    Voorschriften voor ten aanzien van epizoötische hematopoëtische necrose, infectie met het taurasyndroomvirus en infectie met het yellowheadvirus (3)in de lijst opgenomen soorten

De (4)[in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren zijn afkomstig] (4)[andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren, als bedoeld in vak I.27 van deel I zijn verkregen van dieren die afkomstig zijn] uit een (4)[land] (4)[gebied] (4)[zone] (4)[compartiment] dat/die vrij is verklaard van (4)[epizoötische hematopoëtische necrose] (4)[infectie met het taurasyndroomvirus] (4)[infectie met het yellowheadvirus] overeenkomstig voorwaarden die ten minste even streng zijn als de in artikel 66 of in artikel 73, leden 1 en 2, punt a), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 van de Commissie 251 vastgestelde voorschriften en, in het geval van waterdieren, worden alle voor de relevante ziekte(n) (3)in de lijst opgenomen soorten:

I)binnengebracht uit een ander(e) land, gebied, zone of compartiment dat/die vrij van diezelfde ziekte(n) is verklaard;

II)niet tegen die (4)[ziekte] (4)[ziekten] ingeënt.]

(4)(7)[II.2.4.2.    Voorschriften voor ten aanzien van virale hemorragische septikemie (VHS), infectieuze hematopoëtische necrose (IHN), infectie met zalmanemievirus met deletie in de hypervariabele regio (ISAV met HPR-deletie) of infectie met het wittevlekkensyndroomvirus (3)in de lijst opgenomen soorten

De (4)[in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren zijn afkomstig] (4)[andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren, als bedoeld in vak I.27 van deel I, zijn verkregen van dieren die afkomstig zijn] uit een (4)[land] (4)[gebied] (4)[zone] (4)[compartiment] dat/die vrij is verklaard van (4)[virale hemorragische septikemie (VHS)] (4)[infectieuze hematopoëtische necrose (IHN)] (4)[infectie met zalmanemievirus met deletie in de hypervariabele regio (ISAV met HPR-deletie)] (4)[infectie met het wittevlekkensyndroomvirus] overeenkomstig deel II, hoofdstuk 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 van de Commissie en, in het geval van waterdieren, worden alle (3)in de lijst opgenomen soorten voor de relevante ziekte(n):

I)binnengebracht uit een ander(e) land, gebied, zone of compartiment dat/die vrij van diezelfde ziekte(n) is verklaard;

II)niet tegen die (4)[ziekte] (4)[ziekten] ingeënt.]

(4)(8)[II.2.4.3.    Voorschriften voor (9)soorten die vatbaar zijn voor infectie met het virus van voorjaarsviremie van de karper (SVC), bacterial kidney disease (BKD), infectie met het virus van infectieuze pancreatische necrose (IPN), infectie met Gyrodactylus salaris (GS) en infectie met salmonid alphavirus (SAV) en (3)soorten die vatbaar zijn voor koiherpesvirusziekte (KHV)

De (4)[in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren zijn afkomstig] (4)[andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren, als bedoeld in vak I.27 van deel I, zijn verkregen van dieren die afkomstig zijn] uit een (4)[land] (4)[gebied] (4)[zone] (4)[compartiment] dat/die voldoet aan de nodige gezondheidsgaranties wat betreft (4)[SVC], (4)[BKD], (4)[IPN], (4)[GS], (4)[SAV], (4)[KHV] voor de naleving van de in de lidstaat van bestemming toepasselijke nationale maatregelen, zoals vastgesteld in door de Commissie krachtens artikel 226, lid 3, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde uitvoeringshandelingen.]]

hetzij    (4)(6)[II.2.4. Specifieke gezondheidsvoorschriften

De (4)[in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren zijn bestemd] (4)[andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren, als bedoeld in vak I.27 van deel I, zijn verkregen van dieren die bestemd zijn] voor een ziektebestrijdende inrichting voor aquatische levensmiddelen in de Unie die is erkend overeenkomstig artikel 11 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691 van de Commissie 252 , om daar voor menselijke consumptie te worden verwerkt.]

II.2.5.    Voor zover ondergetekende weet en zoals verklaard door de exploitant, zijn de (4)[in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren afkomstig] (4)[andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren, als bedoeld in vak I.27 van deel I, verkregen van dieren die afkomstig zijn] uit (4)[een inrichting] (4)[een habitat] waar:

I)geen abnormale sterftegevallen met onbekende oorzaak voorkwamen, en

II)zij niet in contact zijn geweest met waterdieren van (3)in de lijst opgenomen soorten die niet aan de in punt II.2.1 bedoelde voorschriften voldeden.

II.2.6.    Vervoersvoorschriften

Er zijn regelingen getroffen om de in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren te vervoeren overeenkomstig de voorschriften van de artikelen 167 en 168 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 en er specifiek voor te zorgen dat:

II.2.6.1.    wanneer de dieren worden vervoerd in water, dit niet wordt vervangen in een derde land of gebied, zone of compartiment dat/die niet in de lijst is opgenomen voor de binnenkomst in de Unie van de specifieke soort en categorie waterdieren;

II.2.6.2.    de dieren niet worden vervoerd onder omstandigheden die hun gezondheidsstatus in gevaar brengen, en met name:

i)    wanneer de dieren worden vervoerd in water, wordt hierdoor hun gezondheidsstatus niet gewijzigd;

ii)    worden het vervoermiddel en de laadkisten zodanig geconstrueerd dat de gezondheidsstatus van de waterdieren tijdens het vervoer niet in gevaar wordt gebracht;

iii)    moet (4)[de laadkist] (4)[het schip met leeftank] (4)[niet eerder gebruikt zijn] (4)[vóór het laden voor de verzending naar de Unie gereinigd en ontsmet zijn volgens een protocol dat en met producten die door de bevoegde autoriteit van het (4)[derde land] (4)[gebied] van oorsprong zijn goedgekeurd];

II.2.6.3.    de dieren in de zending vanaf het tijdstip van het laden in de inrichting van oorsprong tot het tijdstip van aankomst in de Unie niet samen met waterdieren die een lagere gezondheidsstatus hebben of die niet voor binnenkomst in de Unie bestemd zijn, in hetzelfde water of (4)[dezelfde laadkist] (4)[hetzelfde schip met leeftank] zijn vervoerd;

II.2.6.4.    wanneer het nodig is het water te verversen in een (4)[land] (4)[gebied] (4)[zone] (4)[compartiment] dat/die is opgenomen in de lijst voor binnenkomst in de Unie van de specifieke soort en categorie waterdieren, dit alleen gebeurt (4)[in het geval van vervoer over land, in waterverversingspunten die door de bevoegde autoriteit van het (4)[derde land] (4)[gebied] waar het verversen van het water plaatsvindt, zijn goedgekeurd] (4)[in het geval van vervoer per schip met leeftank, op een afstand van ten minste tien kilometer van alle aquacultuurinrichtingen die langs de route van de plaats van oorsprong naar de plaats van bestemming in de Unie zijn gelegen].

II.2.7. Etiketteringsvoorschriften

II.2.7.1.    Er zijn regelingen getroffen om de (4)[vervoermiddelen] (4)[laadkisten] overeenkomstig artikel 169 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 te identificeren en te etiketteren, en specifiek om ervoor te zorgen dat de zending wordt geïdentificeerd door (4)[een leesbaar en zichtbaar etiket aan de buitenkant van de laadkist] (4)[een vermelding in het scheepsmanifest, in het geval van vervoer met een schip met leeftank,] waarmee de zending duidelijk aan dit diergezondheids-/officiële certificaat wordt gelinkt.

(4)[II.2.7.2.    In het geval van waterdieren bevat het in punt II.2.7.1 bedoelde leesbare en zichtbare etiket ten minste de volgende informatie:

a)    het aantal laadkisten in de zending;

b)    de naam van de soort in elke laadkist;

c)    het aantal dieren in elke laadkist voor elk van de aanwezige soorten;

d)    een vermelding: (4)[“levende vis bestemd voor menselijke consumptie in de Europese Unie”] (4)[“levende schaaldieren bestemd voor menselijke consumptie in de Europese Unie”].]

(4)[II.2.7.3. In het geval van andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren bevat het in punt II.2.7.1 bedoelde leesbare en zichtbare etiket een van de volgende vermeldingen:

a)     “vis bestemd voor verdere verwerking in de Europese Unie vóór menselijke consumptie”;

b)    “schaaldieren bestemd voor verdere verwerking in de Europese Unie vóór menselijke consumptie”.]

II.2.8.    Geldigheid van het diergezondheids-/officiële certificaat

Dit diergezondheids-/officiële certificaat is tien dagen geldig vanaf de datum van afgifte. Voor het vervoer over binnenwateren/zee van waterdieren kan deze periode van tien dagen worden verlengd met de duur van de reis over binnenwateren/zee.]

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

“Waterdieren” zijn dieren zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 3, van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad. “Aquacultuurdieren” zijn waterdieren die het voorwerp zijn van aquacultuur zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 7, van Verordening (EU) 2016/429.

Alle waterdieren en andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren waarop deel II.2.4 van dit certificaat van toepassing is, moeten afkomstig zijn uit een land/gebied/zone/compartiment dat/die is vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

Deel II.2.4. van het certificaat is niet van toepassing op de volgende schaaldieren en vissen, en zij mogen derhalve afkomstig zijn uit een land/gebied of een deel daarvan dat door de Commissie is opgenomen in een lijst overeenkomstig artikel 127, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625:

a)schaaldieren die voor menselijke consumptie zijn verpakt en geëtiketteerd overeenkomstig de specifieke voorschriften voor die dieren in Verordening (EG) nr. 853/2004 en die niet langer als levende dieren zouden kunnen overleven als zij zouden worden teruggezet in het aquatisch milieu;

b)schaaldieren die bestemd zijn voor menselijke consumptie zonder verdere verwerking en die zijn verpakt voor de detailverkoop overeenkomstig de voorschriften voor die verpakkingen in Verordening (EG) nr. 853/2004;

c)schaaldieren die voor menselijke consumptie zijn verpakt en geëtiketteerd overeenkomstig de specifieke voorschriften voor die dieren in Verordening (EG) nr. 853/2004 en die bestemd zijn voor verdere verwerking zonder tijdelijke opslag op de plaats van verwerking;

d)vis die vóór de verzending wordt gedood en gekaakt.

Dit certificaat is van toepassing op producten van dierlijke oorsprong en op levende waterdieren die bestemd zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie, alsmede op levende waterdieren die bestemd zijn voor de volgende aquacultuurinrichtingen: i) een ziektebestrijdende inrichting voor aquatische levensmiddelen zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 52, van Verordening (EU) 2016/429, of ii) een verzendingscentrum zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691, waar zij vervolgens worden verwerkt of worden voorbereid voor menselijke consumptie.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.20:Vink “Conservenindustrie” aan voor hele vissen die aanvankelijk in pekel worden ingevroren bij -9 °C of een temperatuur hoger dan -18 °C en die bestemd zijn voor de bereiding van conserven overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, punt II.7, bij Verordening (EG) nr. 853/2004. Vink “Producten voor menselijke consumptie” of “Verdere verwerking” aan voor de andere gevallen.

Vak I.27:Voeg de toepasselijke code(s) van het geharmoniseerd systeem (GS) in met gebruik van posten zoals: 0301, 0302, 0303, 0304, 0305, 0306, 0307, 0308, 0511, 1504, 1516, 1518, 1603, 1604, 1605 of 2106.

Vak I.27:Beschrijving van de zending:

“Aard van de goederen”: vermeld of het product afkomstig is van aquacultuur of uit het wild;

“Soort behandeling”: geef aan: levend, gekoeld, ingevroren of verwerkt.

“Verwerkingsbedrijf”: omvat fabrieksvaartuig, vriesvaartuig, reeferschip, koelhuis en verwerkingsinstallatie.

Deel II:

(1)Deel II.1 van dit certificaat is niet van toepassing op landen met speciale certificeringsvoorschriften in verband met de volksgezondheid die zijn vastgelegd in gelijkwaardigheidsovereenkomsten of andere wetgeving van de Unie.

(2)Deel II.2 is niet van toepassing en moet worden geschrapt wanneer de zending bestaat uit: a) andere soorten dan die welke in de lijst in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie 253 zijn opgenomen, of b) wilde waterdieren en producten van dierlijke oorsprong van die waterdieren die uit vissersvaartuigen worden aangeland voor menselijke consumptie, of c) andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren die bij binnenkomst in de Unie klaar zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie.

(3)In de derde en vierde kolom van de tabel in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 opgenomen soorten. In de vierde kolom van die tabel opgenomen soorten worden alleen als vector beschouwd als zij aan de voorwaarden van artikel 171 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 voldoen.

(4)Doorhalen wat niet van toepassing is.

(5)De code van het (de) derde land/gebied/zone/compartiment zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(6)De delen II.2.3.1, II.2.3.2 en II.2.4 van dit certificaat zijn niet van toepassing en moeten worden geschrapt indien de zending uitsluitend de volgende schaaldieren of vis bevat:

a)schaaldieren die voor menselijke consumptie zijn verpakt en geëtiketteerd overeenkomstig de specifieke voorschriften voor die dieren in Verordening (EG) nr. 853/2004 en die niet langer als levende dieren zouden kunnen overleven als zij zouden worden teruggezet in het aquatisch milieu;

b)schaaldieren die bestemd zijn voor menselijke consumptie zonder verdere verwerking en die zijn verpakt voor de detailverkoop overeenkomstig de voorschriften voor die verpakkingen in Verordening (EG) nr. 853/2004;

c)schaaldieren die voor menselijke consumptie zijn verpakt en geëtiketteerd overeenkomstig de specifieke voorschriften voor die dieren in Verordening (EG) nr. 853/2004 en die bestemd zijn voor verdere verwerking zonder tijdelijke opslag op de plaats van verwerking;

d)vis die vóór de verzending wordt gedood en gekaakt.

(7)Van toepassing indien de lidstaat van bestemming in de Unie hetzij de ziektevrije status heeft ten aanzien van een ziekte van categorie C als gedefinieerd in artikel 1, punt 3), van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882, hetzij ervoor een overeenkomstig artikel 31, lid 2, van Verordening (EU) 2016/429 opgesteld optioneel uitroeiingsprogramma geldt, anders schrappen.

(8)Van toepassing indien in de lidstaat van bestemming in de Unie door de Commissie overeenkomstig artikel 226 van Verordening (EU) 2016/429 goedgekeurde nationale maatregelen gelden ten aanzien van een specifieke ziekte, anders schrappen.

(9)Soorten die in de tweede kolom van de tabel in bijlage XXIX bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 betreffende ziekten waarvoor in lidstaten nationale maatregelen bestaan, zoals bedoeld in artikel 226 van Verordening (EU) 2016/429, zijn opgenomen.

(10) Te ondertekenen door:

- een officiële dierenarts, wanneer deel II.2 (Verklaring inzake de diergezondheid) niet wordt geschrapt;

- een certificerend functionaris of een officiële dierenarts, wanneer deel II.2 (Verklaring inzake de diergezondheid) wordt geschrapt.

[Officiële dierenarts](4)(10)/[Certificerend functionaris](4)(10)

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 29: MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE VISSERIJPRODUCTEN DIE ZIJN GEVANGEN DOOR VAARTUIGEN DIE DE VLAG VAN EEN LIDSTAAT VOEREN EN DIE AL DAN NIET MET OPSLAG IN DERDE LANDEN ZIJN OVERGELADEN (MODEL EU-FISH)

LAND

Officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

Conservenindustrie

 Verdere verwerking

I.21

I.22

Voor de interne markt

I.23

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf



LAND    Modelcertificaat EU-FISH

II.    Informatie over de gezondheid

II.a. Referentienummer certificaat

II.b Imsoc-referentie

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 254 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 255 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en dat de in deel I beschreven visserijproducten:

a)op hygiënische wijze zijn aangeland en gelost uit het (de) erkende/geregistreerde vaartuig(en)* …………………… (vermeld erkennings-/registratienummer(s)) en naam van de vlaggenlidstaat of -lidstaten in overeenstemming met de voorschriften van bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk II, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

b)in voorkomend geval zijn opgeslagen in het erkende koelhuis/de erkende koelhuizen ……………………(vermeld erkenningsnummer(s)) overeenkomstig de desbetreffende voorschriften van bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VII, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

c)in voorkomend geval op hygiënische wijze zijn geladen op het erkend vaartuig/de erkende vaartuigen ………………………………. (vermeld de erkenningsnummer(s) en de vlag van het vaartuig/de vaartuigen van de lidstaat/lidstaten of van het derde land/de derde landen in overeenstemming met de voorschriften van bijlage III, sectie VIII, hoofdstukken I en VIII bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

d)in voorkomend geval zijn geladen in een container.………………… (vermeld het containernummer) of in een vrachtwagen………………(vermeld het kenteken van de vrachtwagen en aanhangwagen) of in een vliegtuig ……… (vermeld het vluchtnummer) overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VIII, bij Verordening (EG) nr. 853/2004, en

e)vergezeld gaan van een afdruk/afdrukken** van de aangifte van overlading/aangifte van aanlanding of de relevante onderdelen daarvan;**

f)voldoen aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan, indien zij van aquacultuur afkomstig zijn, die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 256 ingediende plannen betreffende residuen, en de betrokken dieren en producten voor het betrokken land van oorsprong zijn opgenomen in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 257 ;

g)zijn geproduceerd onder voorwaarden die de naleving van de in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 258 vastgestelde maximumgehalten voor verontreinigingen garanderen.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit officiële certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.11:    “Plaats van verzending”: Vermeld de naam, het adres en het erkenningsnummer van het koelhuis in het derde land van verzending of, indien het product niet is opgeslagen in een koelhuis, de naam en het erkennings- of registratienummer van het onder de vlag van een lidstaat varende vaartuig van oorsprong.

Vak I.15:    Vermeld het vervoermiddel bij het verlaten van het derde land van verzending. Vermeld in het geval van een vriesvaartuig/reeferschip de naam van het vaartuig, het erkenningsnummer en de vlaggenstaat; vermeld in het geval van een vissersvaartuig het registratienummer en de vlaggenstaat. Indien containers, vrachtwagens of vliegtuigen voor het vervoer worden gebruikt, moeten de in punt II.1, vierde streepje, ingevulde gegevens worden vermeld.

Vak I.20:    Vink “Conservenindustrie” aan voor hele vissen die aanvankelijk in pekel worden ingevroren bij -9 °C of een temperatuur hoger dan ‑18 °C en die bestemd zijn voor de bereiding van conserven overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, punt II.7, bij Verordening (EG) nr. 853/2004. Vink “Producten voor menselijke consumptie” of “Verdere verwerking” aan voor de andere gevallen.

Vak I.27:    Voeg de toepasselijke code(s) van het geharmoniseerd systeem (GS) in met gebruik van posten zoals: 0301, 0302, 0303, 0304, 0305, 0306, 0307, 0308, 0511, 1504, 1516, 1518, 1603, 1604, 1605 of 2106.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

“Soort behandeling”: geef aan: gekoeld, ingevroren of verwerkt.

Deel II:

* Omvat naargelang het geval vissersvaartuigen, fabrieksvaartuigen, vriesvaartuigen en reeferschepen.

** De elektronische vorm wordt ook aanvaard. De aangifte van overlading wordt gebruikt als er geen opslag plaatsvindt en de aangifte van aanlanding wordt gebruikt als er wel opslag plaatsvindt.

Certificerend functionaris

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 30: MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE VISSERIJPRODUCTEN OF VISSERIJPRODUCTEN OP BASIS VAN TWEEKLEPPIGE WEEKDIEREN DIE RECHTSTREEKS VAN EEN REEFERSCHIP, VRIESVAARTUIG OF FABRIEKSVAARTUIG DAT DE VLAG VAN EEN DERDE LAND VOERT DE UNIE BINNENKOMEN, ZOALS BEPAALD IN ARTIKEL 11, LID 3, VAN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/625 (MODEL FISH/MOL-CAP)

LAND

Officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

I.17

Begeleidende documenten

Type

Code

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

I.19

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

Conservenindustrie

 Verdere verwerking

I.21

I.22

Voor de interne markt

I.23

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Eindverbruiker

Aantal verpakkingen

Nettogewicht

Partijnummer

Type verpakking

Soort behandeling

Datum van winning/productie

Identificatiemerk



LAND Modelcertificaat FISH-MOL-CAP

II.    Verklaring inzake de gezondheid

II.a. Referentienummer certificaat

II.b Imsoc-referentie

II.1    Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 259 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 260 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en dat de in deel I beschreven visserijproducten of producten van dierlijke oorsprong die zijn afgeleid van levende tweekleppige weekdieren/levende stekelhuidigen/levende manteldieren/levende mariene buikpotigen:

a)overeenkomstig deze voorschriften zijn geproduceerd en met name dat het vaartuig wordt vermeld in de lijst van vaartuigen waaruit de invoer in de Unie is toegestaan (“de EU-lijst”):

b)op het vaartuig de algemene hygiënevoorschriften toegepast worden en een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 wordt toegepast, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en het is opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

c)de visserijproducten of visserijproducten die zijn afgeleid van levende tweekleppige weekdieren/levende stekelhuidigen/levende manteldieren/levende mariene buikpotigen op hygiënische wijze gevangen en aan boord van het vaartuig gehanteerd, aan land gebracht, gehanteerd en, in voorkomend geval, bereid, verwerkt, ingevroren en ontdooid zijn overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie VIII, hoofdstukken I tot en met IV, bij Verordening (EG) nr. 853/2004. Ingewanden en delen die een gevaar voor de volksgezondheid inhouden, zijn zo snel mogelijk verwijderd en gescheiden gehouden van voor menselijke consumptie bestemde producten;

d)de visserijproducten of visserijproducten die zijn afgeleid van levende tweekleppige weekdieren/levende stekelhuidigen/levende manteldieren/levende mariene buikpotigen voldoen aan de gezondheidsnormen van bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk V, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 [voldoen aan de gezondheidsnormen van bijlage III, sectie VII, hoofdstuk V, bij Verordening (EG) nr. 853/2004] (doorhalen wat niet van toepassing is) en, waar van toepassing, de criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 261 ;

e)de visserijproducten of visserijproducten die zijn afgeleid van levende tweekleppige weekdieren/levende stekelhuidigen/levende manteldieren/levende mariene buikpotigen zijn verpakt, opgeslagen en vervoerd overeenkomstig bijlage III, sectie VIII, hoofdstukken VI tot en met VIII, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

f)de visserijproducten of visserijproducten die zijn afgeleid van levende tweekleppige weekdieren/levende stekelhuidigen/levende manteldieren/levende mariene buikpotigen voorzien zijn van een merk overeenkomstig bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

g)in het geval van Pectinidae, mariene buikpotigen en Holothuroidea die geen filtrerende dieren zijn en buiten de ingedeelde productiegebieden zijn verzameld, voldoen deze aan de specifieke voorschriften van bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IX, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

h)de visserijproducten voldoen aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan, indien zij van aquacultuur afkomstig zijn, die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 262 ingediende plannen betreffende residuen, en de betrokken dieren en producten voor het betrokken land van oorsprong zijn opgenomen in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 263 ;

i)de visserijproducten zijn geproduceerd onder voorwaarden die de naleving van de in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 264 vastgestelde maximumgehalten voor verontreinigingen garanderen, en

j)ingevroren visserijproducten of visserijproducten die zijn afgeleid van levende tweekleppige weekdieren/levende stekelhuidigen/levende manteldieren/levende mariene buikpotigen op een temperatuur van ten hoogste -18 °C in alle delen van het product zijn gehouden. Hele in pekel ingevroren vissen die voor de productie van conserven bestemd zijn, mogen worden bewaard bij een temperatuur van ten hoogste -9 °C.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit officiële certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.2:    Een uniek documentnummer overeenkomstig uw eigen classificatie.

Vak I.5:    De naam en het adres (straat, postcode en plaats) van de natuurlijke persoon naar wie of rechtspersoon waarnaar de zending rechtstreeks wordt ingevoerd in de lidstaat van bestemming.

Vak I.7:    Het land waarvan het vaartuig de vlag voert en dat dit document afgeeft.

Vak I.11:    De naam van het schip en het erkenningsnummer zoals vermeld in de lijst overeenkomstig artikel 10 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625 van de Commissie waarvan de visserijproducten rechtstreeks worden ingevoerd.

Vak I.20:    Vink “Conservenindustrie” aan voor hele vissen die aanvankelijk in pekel worden ingevroren bij -9 °C of een temperatuur hoger dan -18 °C en die bestemd zijn voor de bereiding van conserven overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, punt II.7, bij Verordening (EG) nr. 853/2004. Vink “Producten voor menselijke consumptie” of “Verdere verwerking” aan voor de andere gevallen.

Vak I.27:    Voeg de toepasselijke code(s) van het geharmoniseerd systeem (GS) in met gebruik van posten zoals: 0301, 0302, 0303, 0304, 0305, 0306, 0307, 0308, 0511, 1504, 1516, 1518, 1603, 1604, 1605 of 2106.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

“Soort behandeling”: geef aan: gekoeld, ingevroren of verwerkt.

Deel II: Certificering

Kapitein van het vaartuig

   Naam (in hoofdletters):

   Datum:    Handtekening:

   Stempel:



HOOFDSTUK 31: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNNENKOMST IN DIE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE LEVENDE TWEEKLEPPIGE WEEKDIEREN, STEKELHUIDIGEN, MANTELDIEREN, MARIENE BUIKPOTIGEN EN PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG VAN DIE DIEREN (MODEL MOL-HC)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

 Levende waterdieren voor menselijke consumptie

 Verzendingscentrum

 Verdere verwerking

I.21

I.22

Voor de interne markt

I.23

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/-productie

Verwerkingsbedrijf



LAND    Modelcertificaat MOL-HC

II.    Informatie over de gezondheid

II.a. Referentienummer certificaat

II.b Imsoc-referentie

II.1.    (1)Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 265 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 266 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en dat de in deel I beschreven (4)[levende tweekleppige weekdieren] (4)[levende stekelhuidigen] (4)[levende manteldieren] (4)[levende mariene buikpotigen] (4)[producten van dierlijke oorsprong die zijn afgeleid van levende tweekleppige weekdieren/levende stekelhuidigen/levende manteldieren/levende mariene buikpotigen] overeenkomstig deze voorschriften zijn geproduceerd en met name dat zij:

a)zij zijn verkregen in de/het regio(ʼs) of land(en) …………….. waaruit op de datum van afgifte van dit certificaat de binnenkomst in de Unie van (4)[levende tweekleppige weekdieren] (4)[levende stekelhuidigen] (4)[levende manteldieren] (4)[levende mariene buikpotigen] (4)[producten van dierlijke oorsprong die zijn afgeleid van levende tweekleppige weekdieren/levende stekelhuidigen/levende manteldieren/levende mariene buikpotigen] is toegestaan en die door de Commissie is/zijn opgenomen in een lijst overeenkomstig artikel 127, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625;

b)afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

c)zijn verzameld, in voorkomend geval heruitgezet, en vervoerd overeenkomstig sectie VII, hoofdstukken I en II, van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

d)(4)[zijn gehanteerd, in voorkomend geval gezuiverd, en verpakt overeenkomstig bijlage III, sectie VII, hoofdstukken III en IV, bij Verordening (EG) nr. 853/2004; (4)[op hygiënische wijze zijn bereid, verwerkt, ingevroren en ontdooid overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie VIII, hoofdstukken III en IV, bij Verordening (EG) nr. 853/2004]];

e)voldoen aan de gezondheidsnormen van bijlage III, sectie VII, hoofdstuk V, bij Verordening (EG) nr. 853/2004, (4)[bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk V, bij Verordening (EG) nr. 853/2004] en de criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 267 ;

f)zijn verpakt, opgeslagen en vervoerd overeenkomstig (4)[bijlage III, sectie VII, hoofdstukken VI en VIII, bij Verordening (EG) nr. 853/2004] (4)[bijlage III, sectie VIII, hoofdstukken VI tot en met VIII, bij Verordening (EG) nr. 853/2004];

g)zijn voorzien van een merk en geëtiketteerd overeenkomstig (4)[bijlage II, sectie I, en bijlage III, sectie VII, hoofdstuk VII, bij Verordening (EG) nr. 853/2004] (4)[bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004];

h)in het geval van Pectinidae, mariene buikpotigen en Holothuroidea die geen filtrerende dieren zijn en buiten de ingedeelde productiegebieden zijn verzameld, deze voldoen aan de specifieke voorschriften van bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IX, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

i)afkomstig zijn uit een ten tijde van het verzamelen overeenkomstig artikel 52 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 268 als [A] [B] of [C] ingedeeld productiegebied (vermeld de indeling van het productiegebied ten tijde van het verzamelen) (met uitzondering van Pectinidae, mariene buikpotigen en Holothuroidea die geen filtrerende dieren zijn en buiten de ingedeelde productiegebieden zijn verzameld);

j)op afdoende wijze de officiële controles van (4)[de artikelen 51 tot en met 66 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 of in artikel 11 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie] (4)[de artikelen 69 tot en met 71 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627] hebben ondergaan;

k)voldoen aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan, indien zij van aquacultuur afkomstig zijn, die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 269 ingediende plannen betreffende residuen, en de betrokken dieren en producten voor het betrokken land van oorsprong zijn opgenomen in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 270 ;

l)zijn geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 271 en de maximumgehalten voor verontreinigingen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 272 garanderen.

(2)[II.2.    Verklaring inzake de diergezondheid voor levende tweekleppige weekdieren van (3)in de lijst opgenomen soorten bestemd voor menselijke consumptie en producten van dierlijke oorsprong van die weekdieren die bestemd zijn voor verdere verwerking in de Unie vóór menselijke consumptie, met uitzondering van wilde weekdieren en producten daarvan die uit vissersvaartuigen worden aangeland

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart hetgeen volgt:

II.2.1.    Volgens officiële informatie (4)[voldoen de in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren] (4)[zijn de andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren, als bedoeld in vak I.27 van deel I, verkregen van dieren die voldoen] aan de volgende diergezondheidsvoorschriften:

II.2.1.1.    zij zijn afkomstig uit (4)[een inrichting] (4)[een habitat] die niet viel onder nationale beperkende maatregelen om diergezondheidsredenen of vanwege het voorkomen van abnormale sterftegevallen met onbekende oorzaak, met inbegrip van de relevante in de lijst opgenomen ziekten als bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 273 en nieuwe ziekten;

II.2.1.2.     de (4)[waterdieren zijn niet bestemd om te worden gedood] (4)[andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren zijn verkregen van dieren die niet bestemd waren om te worden gedood] in het kader van een nationaal programma voor de uitroeiing van ziekten, met inbegrip van de relevante in de lijst opgenomen ziekten, zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, en van nieuwe ziekten.

(4)[II.2.2.    De (4)[aquacultuurdieren bedoeld in vak I.27 van deel I] (4)[andere producten van dierlijke oorsprong van aquacultuurdieren dan levende aquacultuurdieren, als bedoeld in vak I.27 van deel I, zijn verkregen van dieren die] voldoen aan de volgende voorschriften:

II.2.2.1.    zij zijn afkomstig uit een aquacultuurinrichting die is (4)[geregistreerd] (4)[erkend] door en onder toezicht staat van de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied van oorsprong en beschikt over een systeem om gedurende ten minste drie jaar actuele gegevens te bewaren en bij te houden die ten minste de volgende informatie omvatten:

I)de soorten, categorieën en aantallen aquacultuurdieren in de inrichting;

II)de verplaatsingen van waterdieren naar, en aquacultuurdieren uit, de betrokken inrichting;

III)het sterftecijfer in de inrichting;

II.2.2.2.    zij zijn afkomstig uit een aquacultuurinrichting waar regelmatig diergezondheidsinspecties worden uitgevoerd door een dierenarts met het oog op het opsporen van, en de informatievoorziening over, tekenen die wijzen op de aanwezigheid van ziekten, met inbegrip van de relevante in de lijst opgenomen ziekten zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 en nieuwe ziekten, met een frequentie die in verhouding staat tot het door de inrichting gevormde risico.]

II.2.3. Algemene voorschriften inzake diergezondheid

De (4)[in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren] (4)[andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren, als bedoeld in vak I.27 van deel I] zijn verkregen van dieren die aan de volgende diergezondheidsvoorschriften voldoen:

(4)(6)[II.2.3.1.    de voorschriften van deel II.2.4 zijn erop van toepassing en zij zijn afkomstig uit een (4)[land] (4)[gebied] (4)[zone] (4)[compartiment] met de (5)code: __ __ - __ die op de datum van afgifte van dit certificaat vermeld staat in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden voor de binnenkomst in de Unie van die (4)[waterdieren] (4)[andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren];]

(4)(6)[II.2.3.2.    zij zijn waterdieren die binnen een periode van 72 uur vóór het tijdstip van het laden aan een klinische inspectie door een officiële dierenarts zijn onderworpen. Bij de inspectie vertoonden de dieren geen klinische symptomen van een overdraagbare ziekte en volgens de relevante gegevens van de inrichting waren er geen aanwijzingen van ziekteproblemen;]

II.2.3.3.    zij zijn waterdieren die rechtstreeks uit de inrichting van oorsprong naar de Unie worden verzonden;

II.2.3.4.    zij zijn niet in contact geweest met waterdieren met een lagere gezondheidsstatus.

hetzij(4)(6)[II.2.4.    Specifieke gezondheidsvoorschriften

II.2.4.1.    Voorschriften voor ten aanzien van infectie met Mikrocytos mackini of infectie met Perkinsus marinus (3)in de lijst opgenomen soorten

De (4)[in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren zijn afkomstig] (4)[andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren, als bedoeld in vak I.27 van deel I zijn verkregen van dieren die afkomstig zijn] uit een (4)[land] (4)[gebied] (4)[zone] (4)[compartiment] dat/die vrij is verklaard van (4)[infectie met Mikrocytos mackini] (4)[infectie met Perkinsus marinus] overeenkomstig voorwaarden die ten minste even streng zijn als de in artikel 66 of in artikel 73, lid 1 en lid 2, punt a), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 van de Commissie 274 vastgestelde voorschriften en, in het geval van waterdieren, worden alle (3)in de lijst opgenomen soorten voor de relevante ziekte(n):

I)binnengebracht uit een ander(e) land, gebied, zone of compartiment dat/die vrij van diezelfde ziekte(n) is verklaard;

II)niet tegen die (4)[ziekte] (4)[ziekten] ingeënt.

(4)(7) [II.2.4.2.    Voorschriften voor ten aanzien van infectie met Marteilia refringens, infectie met Bonamia exitiosa of infectie met Bonamia ostreae (3)in de lijst opgenomen soorten

De (4)[in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren zijn afkomstig] (4)[andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren, als bedoeld in vak I.27 van deel I, zijn verkregen van dieren die afkomstig zijn] uit een (4)[land] (4)[gebied] (4)[zone] (4)[compartiment] dat/die vrij is verklaard van (4)[infectie met Marteilia refringens] (4)[infectie met Bonamia exitiosa] (4)[infectie met Bonamia ostreae] overeenkomstig deel II, hoofdstuk 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 van de Commissie en, in het geval van waterdieren, worden alle voor de relevante ziekte(n) (3)in de lijst opgenomen soorten:

-binnengebracht uit een ander(e) land, gebied, zone of compartiment dat/die vrij van diezelfde ziekte(n) is verklaard;

-niet tegen die (4)[ziekte] (4)[ziekten] ingeënt.]

(4)(8) [II.2.4.3.    Voorschriften voor (9)soorten die vatbaar zijn voor infectie met ostreid herpesvirus 1 μνar (OsHV-1 μνar)

De (4)[in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren zijn afkomstig] (4)[andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren, als bedoeld in vak I.27 van deel I, zijn verkregen van dieren die afkomstig zijn] uit een (4)[land] (4)[gebied] (4)[zone] (4)[compartiment] dat/die voldoet aan de nodige gezondheidsgaranties wat betreft OsHV-1 μvar voor de naleving van de in de lidstaat van bestemming toepasselijke nationale maatregelen, zoals vastgesteld in door de Commissie krachtens artikel 226, lid 3, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde uitvoeringshandelingen.]]

hetzij (4)(6)[II.2.4.    Specifieke gezondheidsvoorschriften

De (4)[in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren zijn bestemd] (4)[andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren, als bedoeld in vak I.27 van deel I, die zijn verkregen van dieren die bestemd zijn] voor een ziektebestrijdende inrichting voor aquatische levensmiddelen in de Unie die is erkend overeenkomstig artikel 11 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691 van de Commissie 275 , om daar voor menselijke consumptie te worden verwerkt.]

II.2.5.    Voor zover ondergetekende weet en zoals verklaard door de exploitant, zijn (4)[de in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren afkomstig] (4)[de andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren, als bedoeld in vak I.27 van deel I, verkregen van dieren die afkomstig zijn] uit (4)[een inrichting] (4)[een habitat] waar:

(I)geen abnormale sterftegevallen met onbekende oorzaak voorkwamen, en

(II)de dieren niet in contact zijn geweest met waterdieren van(3)in de lijst opgenomen soorten die niet aan de in punt II.2.1 bedoelde voorschriften voldeden.

II.2.6.    Vervoersvoorschriften

Er zijn regelingen getroffen om de in vak I.27 van deel I bedoelde waterdieren te vervoeren overeenkomstig de voorschriften van de artikelen 167 en 168 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 en er specifiek voor te zorgen dat:

II.2.6.1.    wanneer de dieren worden vervoerd in water, dit niet wordt vervangen in een derde land of gebied, zone of compartiment dat/die voor de binnenkomst in de Unie van de specifieke soort en categorie waterdieren niet in de lijst is opgenomen;

II.2.6.2.    de dieren niet worden vervoerd onder omstandigheden die hun gezondheidsstatus in gevaar brengen, en met name:

i)    wanneer de dieren worden vervoerd in water, wordt hierdoor hun gezondheidsstatus niet gewijzigd;

ii)    het vervoermiddel en de laadkisten zodanig worden geconstrueerd dat de gezondheidsstatus van de waterdieren tijdens het vervoer niet in gevaar wordt gebracht;

iii)    moet (4)[de laadkist] (4)[het schip met leeftank] vóór het laden voor de verzending naar de Unie (4)[niet eerder gebruikt] (4)[gereinigd en ontsmet zijn volgens een protocol dat en producten die door de bevoegde autoriteit van het (4)[derde land] (4)[gebied] van oorsprong zijn goedgekeurd];

II.2.6.3.    de dieren in de zending vanaf het tijdstip van het laden in de inrichting van oorsprong tot het tijdstip van aankomst in de Unie niet samen met waterdieren die een lagere gezondheidsstatus hebben of die niet voor binnenkomst in de Unie bestemd zijn, in hetzelfde water of (4)[dezelfde laadkist] (4)[hetzelfde schip met leeftank] zijn vervoerd;

II.2.6.4.    wanneer het nodig is het water te verversen in een (4)[land] (4)[gebied] (4)[zone] (4)[compartiment] dat/die is opgenomen in de lijst de voor binnenkomst in de Unie van de specifieke soort en categorie waterdieren, vindt het alleen plaats (4)[in het geval van vervoer over land, in waterverversingspunten die door de bevoegde autoriteit van het (4)[derde land] (4)[gebied] waar het verversen van het water plaatsvindt, zijn goedgekeurd] (4)[in het geval van vervoer per schip met leeftank, op een afstand van ten minste tien kilometer van alle aquacultuurinrichtingen die langs de route van de plaats van oorsprong naar de plaats van bestemming in de Unie zijn gelegen].

II.2.7. Etiketteringsvoorschriften

Er zijn regelingen getroffen om (4)[het vervoermiddel] (4)[de laadkisten] overeenkomstig artikel 169 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie te identificeren en te etiketteren, met name om te zorgen dat:

II.2.7.1.    de zending wordt geïdentificeerd aan de hand van (4)[een leesbaar en zichtbaar etiket aan de buitenkant van de laadkist] (4)[een vermelding in het scheepsmanifest, in het geval van vervoer met een schip met leeftank] waarmee de zending duidelijk aan dit diergezondheids-/officiële certificaat wordt gelinkt;

(4)[II.2.7.2.    in het geval van levende waterdieren, het in punt II.2.7.1 bedoelde leesbare en zichtbare etiket het volgende bevat:

a)    nadere gegevens over het aantal laadkisten in de zending;

b)    de naam van de soort in elke laadkist;

c)    nadere gegevens over het aantal dieren in elke laadkist voor elk van de aanwezige soorten;

d)    de volgende vermelding: “levende weekdieren bestemd voor menselijke consumptie in de Europese Unie”;]

(4)[II.2.7.3.    in het geval van andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren, het in punt II.2.7.1 bedoelde leesbare en zichtbare etiket ten minste de volgende vermelding bevat:

“weekdieren bestemd voor menselijke consumptie na verdere verwerking in de Europese Unie”.]

II.2.8.    Geldigheid van het diergezondheids-/officiële certificaat

Dit diergezondheids-/officiële certificaat is tien dagen geldig vanaf de datum van afgifte. Voor het vervoer over binnenwateren/zee van waterdieren kan deze periode van tien dagen worden verlengd met de duur van de reis over binnenwateren/zee.]

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

“Waterdieren” zijn dieren zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 3, van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad. “Aquacultuurdieren” zijn waterdieren die het voorwerp zijn van aquacultuur zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 7, van Verordening (EU) 2016/429.

Alle waterdieren en andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren waarop deel II.2.4 van dit certificaat van toepassing is, moeten afkomstig zijn uit een land/gebied/zone/compartiment dat/die is vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

Deel II.2.4. van het certificaat is niet van toepassing op de volgende waterdieren, en zij mogen derhalve afkomstig zijn uit een land of een regio daarvan dat/die door de Commissie is opgenomen in een lijst overeenkomstig artikel 127, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625:

a)weekdieren die voor menselijke consumptie zijn verpakt en geëtiketteerd overeenkomstig de specifieke voorschriften voor die dieren in Verordening (EG) nr. 853/2004 en die niet langer als levende dieren zouden kunnen overleven als zij zouden worden teruggezet in het aquatisch milieu;

b)weekdieren die bestemd zijn voor menselijke consumptie zonder verdere verwerking en die zijn verpakt voor de detailverkoop overeenkomstig de specifieke voorschriften voor die verpakkingen in Verordening (EG) nr. 853/2004;

c)weekdieren die voor menselijke consumptie zijn verpakt en geëtiketteerd overeenkomstig de specifieke voorschriften voor die dieren in Verordening (EG) nr. 853/2004 en die zijn bestemd voor verdere verwerking zonder tijdelijke opslag op de plaats van verwerking.

Dit certificaat is van toepassing op producten van dierlijke oorsprong en op levende waterdieren die bestemd zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie, alsmede op levende waterdieren die bestemd zijn voor de volgende aquacultuurinrichtingen: i) een ziektebestrijdende inrichting voor aquatische levensmiddelen zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 52, van Verordening (EU) 2016/429, of ii) een verzendingscentrum als gedefinieerd in artikel 2, punt 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691, waar zij worden verwerkt of anderszins worden voorbereid voor menselijke consumptie.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.8:    Regio van oorsprong: Vermeld het productiegebied en de indeling ervan ten tijde van het verzamelen.

Deel II:

(1)Deel II.1 is niet van toepassing op landen met specifieke certificeringsvoorschriften in verband met de volksgezondheid die zijn vastgelegd in gelijkwaardigheidsovereenkomsten of andere wetgeving van de Unie.

(2)Deel II.2 is niet van toepassing en moet worden geschrapt wanneer de zending bestaat uit: a) andere soorten dan die welke in de lijst in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie 276 zijn opgenomen, of b) wilde waterdieren en producten van dierlijke oorsprong van die wilde waterdieren die uit vissersvaartuigen worden aangeland voor menselijke consumptie, of c) andere producten van dierlijke oorsprong van waterdieren dan levende waterdieren die bij binnenkomst in de Unie klaar zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie.

(3)In de derde en vierde kolom van de tabel in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 opgenomen soorten. In de vierde kolom van die tabel opgenomen soorten worden alleen als vector beschouwd als zij aan de voorwaarden van artikel 171 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 voldoen.

(4)Doorhalen wat niet van toepassing is.

(5)De code van het (de) derde land/gebied/zone/compartiment zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(6)    De delen II.2.3.1, II.2.3.2 en II.2.4 zijn niet van toepassing en moeten worden geschrapt indien de zending uitsluitend de volgende waterdieren bevat:

a)weekdieren die voor menselijke consumptie zijn verpakt en geëtiketteerd overeenkomstig de specifieke voorschriften voor die dieren in Verordening (EG) nr. 853/2004 en die niet langer als levende dieren zouden kunnen overleven als zij zouden worden teruggezet in het aquatisch milieu;

b)weekdieren die bestemd zijn voor menselijke consumptie zonder verdere verwerking en die zijn verpakt voor de detailverkoop overeenkomstig de specifieke voorschriften voor die verpakkingen in Verordening (EG) nr. 853/2004;

c)weekdieren die voor menselijke consumptie zijn verpakt en geëtiketteerd overeenkomstig de specifieke voorschriften voor die dieren in Verordening (EG) nr. 853/2004 en die zijn bestemd voor verdere verwerking zonder tijdelijke opslag op de plaats van verwerking.

(7)Alleen van toepassing indien de lidstaat/de zone/het compartiment van bestemming in de Unie hetzij de ziektevrije status heeft ten aanzien van een ziekte van categorie C als gedefinieerd in artikel 1, punt 3), van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie, hetzij ervoor een overeenkomstig artikel 31, lid 2, van Verordening (EU) 2016/429 opgesteld optioneel uitroeiingsprogramma geldt, anders schrappen.

(8)Van toepassing indien in de lidstaat van bestemming in de Unie door de Commissie overeenkomstig artikel 226 van Verordening (EU) 2016/429 goedgekeurde nationale maatregelen gelden ten aanzien van een specifieke ziekte, anders schrappen.

(9)Soorten die in de tweede kolom van de tabel in bijlage XXIX bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 betreffende ziekten waarvoor in lidstaten nationale maatregelen bestaan, zoals bedoeld in artikel 226 van Verordening (EU) 2016/429, zijn opgenomen.

(10) Te ondertekenen door:

- een officiële dierenarts, wanneer deel II.2 (Verklaring inzake de diergezondheid) niet wordt geschrapt;

- een certificerend functionaris of een officiële dierenarts, wanneer deel II.2 (Verklaring inzake de diergezondheid) wordt geschrapt.

[Officiële dierenarts] (4)(10)/[Certificerend functionaris](4)(10)

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 32: MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE VERWERKTE TWEEKLEPPIGE WEEKDIEREN VAN DE SOORT ACANTHOCARDIA TUBERCULATUM (MODEL MOL-AT)

Ondergetekende, certificerend functionaris, verklaart hierbij dat de verwerkte tweekleppige weekdieren van de soort Acanthocardia tuberculatum, waarvoor gezondheidscertificaat nr. ………………………………………………………… is afgegeven,

1)zijn verzameld in productiegebieden die duidelijk zijn geïdentificeerd en zijn ingedeeld en worden gemonitord door de bevoegde autoriteiten overeenkomstig de artikelen 52 en 59 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 277 en waar de hoeveelheid paralytic shellfish poison (PSP)-gifstoffen lager is dan 300 μg per 100 g;

2)in containers of voertuigen die door de bevoegde autoriteit zijn verzegeld, rechtstreeks vervoerd zijn naar de inrichting:

…………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………

(naam en officieel erkenningsnummer van de inrichting die van de bevoegde autoriteiten een speciale vergunning heeft gekregen om de behandeling ervan uit te voeren);

3)tijdens het vervoer naar deze inrichting vergezeld gingen van een door de bevoegde autoriteiten afgegeven document waarin het vervoer wordt toegestaan en de aard en de hoeveelheid van het product, het productiegebied van oorsprong en de inrichting van bestemming zijn aangegeven;

4)de warmtebehandeling hebben ondergaan zoals beschreven in de bijlage bij Beschikking 96/77/EG van de Commissie 278 , en

5)na de warmtebehandeling geen PSP-gifstoffen bevatten in een hoeveelheid boven de 80 μg/100 g, bepaald overeenkomstig een officiële methode van de Unie, zoals blijkt uit het (de) bijgevoegde verslag(en) van de test die is uitgevoerd op elke partij van de zending waarop dit certificaat betrekking heeft.

Ondergetekende, certificerend functionaris, verklaart hierbij dat de bevoegde autoriteiten erop hebben toegezien dat de interne controle in de in punt 2 bedoelde inrichting specifiek van toepassing is op de in punt 4 bedoelde warmtebehandeling.

Ondergetekende, certificerend functionaris, verklaart hierbij dat zij/hij op de hoogte is van de voorschriften van Beschikking 96/77/EG en dat het (de) bijgevoegde analyseverslag(en) betrekking heeft (hebben) op de test van de producten na verwerking.

Certificerend functionaris

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 33: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE RAUWE MELK (MODEL MILK-RM)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

 Producten voor menselijke consumptie

 Verdere verwerking

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

Voor opnieuw binnenbrengen

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum



LAND

Modelcertificaat MILK-RM

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de rauwe melk is]

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 279 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 280 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 281 en dat de in deel I beschreven rauwe melk overeenkomstig deze voorschriften is geproduceerd en met name dat:

a) zij afkomstig is van bedrijven die zijn geregistreerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 en worden gecontroleerd overeenkomstig de artikelen 49 en 50 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627;

b) zij is geproduceerd, opgehaald, gekoeld, opgeslagen en vervoerd overeenkomstig de in bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 vastgestelde hygiënevoorschriften;

c) zij voldoet aan de criteria voor het kiemgetal en het aantal somatische cellen, vastgesteld in bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

d) zij afkomstig is van dieren die behoren tot beslagen die vrij of officieel vrij zijn van brucellose en tuberculose;

e) zij voldoet aan de garanties inzake de residustatus van rauwe melk, waarin wordt voorzien in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 282 ingediende monitoringplannen voor de opsporing van residuen of stoffen, en melk voor het betrokken land van oorsprong is opgenomen in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 283 ;

f) zij overeenkomstig de tests met betrekking tot residuen van antibacteriële geneesmiddelen, die door de exploitant van het levensmiddelenbedrijf overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, deel III, punt 4, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 zijn uitgevoerd, voldoet aan de maximumresidugehalten voor residuen van antibacteriële geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, als vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie 284 ;

g) zij is geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 285 en de maximumgehalten voor verontreinigingen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 286 garanderen.

II.2. Verklaring inzake de diergezondheid [schrappen wanneer de rauwe melk afkomstig is van eenhoevigen, leporidae of andere niet-gedomesticeerde landzoogdieren dan hoefdieren]

De in deel I beschreven rauwe melk:

II.2.1.    is verkregen in de zone(s) met de code(s): ……………………(2) waaruit op de datum van afgifte van dit certificaat de binnenkomst in de Unie van rauwe melk is toegestaan en die is/zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden, en waar gedurende twaalf maanden vóór de datum van het melken geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer of infectie met het runderpestvirus en gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen deze ziekten is uitgevoerd.

II.2.2.    is verkregen van dieren van de soort(en) [Bos Taurus,](1) [Ovis aries,](1) [Capra hircus,](1) [Bubalus bubalis,](1) [Camelus dromedarius](1) die sedert hun geboorte of ten minste gedurende de laatste drie maanden vóór de datum van het melken in de onder II.2.1. bedoelde zone(s) hebben verbleven.

II.2.3.    is verkregen van dieren die afkomstig zijn uit inrichtingen:

a)    die zijn geregistreerd door en onder toezicht staan van de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied en beschikken over een systeem om gegevens te bewaren en bij te houden overeenkomstig artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 287 ;

b)    waar regelmatig diergezondheidsinspecties door een dierenarts worden uitgevoerd met het oog op het opsporen van, en de informatievoorziening over, tekenen die wijzen op de aanwezigheid van ziekten, met inbegrip van de relevante in de lijst opgenomen ziekten. zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie, en van nieuwe ziekten;

c)    die op het tijdstip van het melken niet onder nationale beperkende maatregelen om diergezondheidsredenen vielen, met inbegrip van beperkingen die betrekking hebben op de relevante in de lijst opgenomen ziekten, zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, en nieuwe ziekten.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van rauwe melk, ook wanneer de Unie niet de eindbestemming van die rauwe melk is.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.8:    Vul de code van de zone in zoals die is vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

Vak I.11:    naam, adres en erkenningsnummer van de inrichting van verzending.

Vak I.15:    Registratienummer (treinwagons of containers en wegvoertuigen), vluchtnummer (vliegtuig) of naam (schip) invullen. In geval van overslag moet de verzender de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie hiervan op de hoogte stellen.

Vak I.19:    Bij vervoer in laadkisten, recipiënten of dozen het laadkist- of recipiëntnummer en het zegelnummer (indien van toepassing) vermelden.

Vak I.27:    gebruik de juiste code van het geharmoniseerd systeem (GS) onder de volgende rubrieken: 04.01, 04.02 of 04.03.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

“Verwerkingsbedrijf”: vul erkenningsnummer van het/de voor uitvoer naar de Europese Unie erkende productiebedrij(f)(ven)/centra(a)l(e) melkdepot(s)/centr(um)(a) voor standaardisering in.

Deel II:

(1)    Schrappen indien niet van toepassing.

(2)    Code van de zone zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(3) Te ondertekenen door:

- een officiële dierenarts, wanneer deel II.2 (Verklaring inzake de diergezondheid) niet wordt geschrapt;

- een certificerend functionaris of een officiële dierenarts, wanneer deel II.2 (Verklaring inzake de diergezondheid) wordt geschrapt.

[Officiële dierenarts](1)(3)/[Certificerend functionaris](1)(3)

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 34: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE ZUIVELPRODUCTEN DIE VAN RAUWE MELK ZIJN AFGELEID OF DIE GEEN RISICOBEPERKENDE BEHANDELING HOEVEN TE GAAN (MODEL MILK-RMP/NT)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

 Producten voor menselijke consumptie

 Verdere verwerking

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

Voor opnieuw binnenbrengen

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum



LAND

Modelcertificaat MILK-RMP/NT

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de zuivelproducten is]

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 288 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 289 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 290 en dat het in deel I beschreven zuivelproduct, gemaakt van rauwe melk, overeenkomstig deze voorschriften is geproduceerd en met name dat:

a) het is geproduceerd met rauwe melk:

i) die afkomstig is van bedrijven die zijn geregistreerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 en worden gecontroleerd overeenkomstig de artikelen 49 en 50 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627;

ii) die is geproduceerd, opgehaald, gekoeld, opgeslagen en vervoerd overeenkomstig de in bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 vastgestelde hygiënevoorschriften;

iii) die voldoet aan de criteria voor het kiemgetal en het aantal somatische cellen, vastgesteld in bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

iv) die afkomstig is van dieren die behoren tot beslagen die vrij of officieel vrij zijn van brucellose en tuberculose;

v) die voldoet aan de garanties inzake de residustatus van rauwe melk, waarin wordt voorzien in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 291 ingediende monitoringplannen voor de opsporing van residuen of stoffen, en melk voor het betrokken land van oorsprong is opgenomen in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 292 ;

vi) die overeenkomstig de tests met betrekking tot residuen van antibacteriële geneesmiddelen, die door de exploitant van het levensmiddelenbedrijf overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, deel III, punt 4, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 zijn uitgevoerd, voldoet aan de maximumresidugehalten voor residuen van antibacteriële geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, als vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie 293 ;

vii) die is geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 294 en de maximumgehalten voor verontreinigingen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 295 garanderen.

b) het afkomstig is van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

c) het verkregen is van rauwe melk die tijdens het bereidingsproces geen warmtebehandeling of fysieke of chemische behandeling heeft ondergaan die specifieke risico’s zou beperken, met inbegrip van pasteurisatie;

d) het van een onmiddellijke en eindverpakking is voorzien en is geëtiketteerd is overeenkomstig bijlage III, sectie IX, de hoofdstukken III en IV, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

e) het voldoet aan de relevante microbiologische criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 296 , en

f) het in deel I beschreven zuivelproduct is geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen, als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005, en de maximumgehalten voor verontreinigingen, als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006, garanderen.

II.2. Verklaring inzake de diergezondheid [schrappen wanneer de zuivelproducten afkomstig zijn van eenhoevigen, leporidae of andere niet-gedomesticeerde landzoogdieren dan hoefdieren]

De in deel I beschreven zuivelproducten:

II.2.1.    zijn afkomstig uit de zone(s) met de code(s): ……………………(2) waaruit op de datum van afgifte van dit certificaat de binnenkomst in de Unie van rauwe melk is toegestaan en die is/zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden, en waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het melken geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer of infectie met het runderpestvirus en gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen deze ziekten is uitgevoerd, en

II.2.2.    zijn verwerkt op basis van rauwe melk die is verkregen:

(1) hetzij    [in de onder II.2.1 bedoelde zone.]

(1) hetzij    [in de zone(s) met de code(s) ……………(2) waaruit op de datum van afgifte van dit certificaat de binnenkomst in de Unie van rauwe melk is toegestaan en die is/zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.]

(1) hetzij    [in een lidstaat.]

II.2.2.    zijn verwerkt op basis van rauwe melk die is verkregen van dieren van de soort(en) [Bos Taurus,](1) [Ovis aries,](1) [Capra hircus,](1) [Bubalus bubalis,](1) [Camelus dromedarius](1) die sedert hun geboorte of ten minste gedurende de laatste drie maanden vóór de datum van het melken in de onder II.2.1. bedoelde zone(s) hebben verbleven.

II.2.3.    zijn verwerkt op basis van rauwe melk die is verkregen van dieren die zijn gehouden in inrichtingen:

a)    die zijn geregistreerd door en onder toezicht staan van de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied en beschikken over een systeem om gegevens te bewaren en bij te houden overeenkomstig artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 297 ;

b)    waar regelmatig diergezondheidsinspecties door een dierenarts worden uitgevoerd met het oog op het opsporen van, en de informatievoorziening over, tekenen die wijzen op de aanwezigheid van ziekten, met inbegrip van de relevante in de lijst opgenomen ziekten. zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie, en van nieuwe ziekten;

c)    die op het tijdstip van het melken niet onder nationale beperkende maatregelen om diergezondheidsredenen vielen, met inbegrip van beperkingen die betrekking hebben op de relevante in de lijst opgenomen ziekten, zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, en nieuwe ziekten.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van voor menselijke consumptie bestemde zuivelproducten (zoals gedefinieerd in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004) die van rauwe melk zijn afgeleid of die overeenkomstig een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden die geen specifieke risicobeperkende behandeling tegen mond-en-klauwzeer en ook geen pasteurisatie hoeven te ondergaan; dit certificaat wordt ook gebruikt wanneer de Unie niet de eindbestemming van dergelijke zuivelproducten is.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.8:    Vul de code van de zone in zoals die is vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

Vak I.11:    naam, adres en erkenningsnummer van de inrichting van verzending.

Vak I.15:    Registratienummer (treinwagons of containers en wegvoertuigen), vluchtnummer (vliegtuig) of naam (schip). Bij vervoer in laadkisten of recipiënten moeten het registratienummer en, indien van toepassing, het volgnummer van het zegel worden vermeld in vak I.19. Als zendingen worden overgeslagen, moet de verzender de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie daarvan in kennis stellen.

Vak I.19:    Bij vervoer in laadkisten, recipiënten of dozen het laadkist- of recipiëntnummer en het zegelnummer (indien van toepassing) vermelden.

Vak I.27:    gebruik de juiste code van het geharmoniseerd systeem (GS) onder de volgende rubrieken: 04.01, 04.02, 04.03, 04.04, 04.05, 04.06, 17.02, 21.05, 22.02, 35.01, 35.02 of 35.04.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

“Verwerkingsbedrijf”: vul erkenningsnummer van het/de voor uitvoer naar de Europese Unie erkende productiebedrij(f)(ven)/centra(a)l(e) melkdepot(s)/centr(um)(a) voor standaardisering in.

Deel II:

(1)    Schrappen indien niet van toepassing.

(2)    Code van de zone zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(3) Te ondertekenen door:

- een officiële dierenarts, wanneer deel II.2 (Verklaring inzake de diergezondheid) niet wordt geschrapt;

- een certificerend functionaris of een officiële dierenarts, wanneer deel II.2 (Verklaring inzake de diergezondheid) wordt geschrapt.

[Officiële dierenarts](1)(3)/[Certificerend functionaris](1)(3)

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 35: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE ZUIVELPRODUCTEN DIE EEN PASTEURISATIE MOETEN ONDERGAAN (MODEL DAIRY-PRODUCTS-PT)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

 Producten voor menselijke consumptie

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

Voor opnieuw binnenbrengen

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum



LAND

Modelcertificaat DAIRY-PRODUCTS-PT

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de zuivelproducten is]

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 298 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 299 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 300 en dat het in deel I beschreven zuivelproduct overeenkomstig deze voorschriften is geproduceerd en met name dat:

a) het is geproduceerd met rauwe melk:

i) die afkomstig is van bedrijven die zijn geregistreerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 en worden gecontroleerd overeenkomstig de artikelen 49 en 50 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627;

ii) die is geproduceerd, opgehaald, gekoeld, opgeslagen en vervoerd overeenkomstig de in bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 vastgestelde hygiënevoorschriften;

iii) die voldoet aan de criteria voor het kiemgetal en het aantal somatische cellen, vastgesteld in bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

iv) die voldoet aan de garanties inzake de residustatus van rauwe melk, waarin wordt voorzien in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 301 ingediende monitoringplannen voor de opsporing van residuen of stoffen, en melk voor het betrokken land van oorsprong is opgenomen in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 302 ;

v) die overeenkomstig de tests met betrekking tot residuen van antibacteriële geneesmiddelen, die door de exploitant van het levensmiddelenbedrijf overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, deel III, punt 4, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 zijn uitgevoerd, voldoet aan de maximumresidugehalten voor residuen van antibacteriële geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, als vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie 303 ;

vi) die is geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 304 en de maximumgehalten voor verontreinigingen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 305 garanderen;

b) het afkomstig is van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

c) het verwerkt, opgeslagen, van een onmiddellijke en eindverpakking voorzien en vervoerd is overeenkomstig de desbetreffende hygiënevoorschriften, vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004 en bijlage III, sectie IX, hoofdstuk II, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

d) het voldoet aan de desbetreffende criteria van bijlage III, sectie IX, hoofdstuk II, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en de desbetreffende microbiologische criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 306 ;

e) het niet is verkregen van dieren die positief hebben gereageerd op een tuberculose- of een brucellosetest;

f) het een behandeling heeft ondergaan of is geproduceerd uit rauwe melk die een behandeling heeft ondergaan met één warmtebehandeling waarvan het verhittingseffect ten minste gelijk is aan dat van een pasteurisatie bij een temperatuur van ten minste 72 °C gedurende 15 seconden en die, indien van toepassing, voldoende is om te zorgen voor een negatieve reactie op een alkalischefosfatasetest onmiddellijk na de warmtebehandeling;

g) het is geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen, als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005, en de maximumgehalten voor verontreinigingen, als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006, garanderen.

II.2. Verklaring inzake de diergezondheid [schrappen wanneer de zuivelproducten afkomstig zijn van eenhoevigen, leporidae of andere niet-gedomesticeerde landzoogdieren dan hoefdieren]

De in deel I beschreven zuivelproducten:

II.2.1.    zijn afkomstig uit de zone(s) met de code(s): ……………………(2) waaruit op de datum van afgifte van dit certificaat de binnenkomst in de Unie van rauwe melk is toegestaan en die is/zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden, en waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het melken geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer of infectie met het runderpestvirus en gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen deze ziekten is uitgevoerd, en

II.2.2.    zijn verwerkt op basis van rauwe melk die is verkregen:

(1) hetzij    [in de onder II.2.1 bedoelde zone.]

(1) hetzij    [in de zone(s) met code(s) ……….……(2) die op de datum van afgifte van dit certificaat vermeld staat (staan) in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden voor de binnenkomst in de Unie van rauwe melk.]

(1) hetzij    [in een lidstaat.]

II.2.3.    zijn verwerkt op basis van rauwe melk die is verkregen van dieren van de soort(en) [Bos Taurus,](1) [Ovis aries,](1) [Capra hircus,](1) [Bubalus bubalis,](1) [Camelus dromedarius](1) die sedert hun geboorte of ten minste gedurende de laatste drie maanden vóór de datum van het melken in de onder II.2.1. bedoelde zone(s) hebben verbleven.

II.2.4.    zijn verwerkt op basis van rauwe melk die is verkregen van dieren die zijn gehouden in inrichtingen:

a)    die zijn geregistreerd door en onder toezicht staan van de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied en beschikken over een systeem om gegevens te bewaren en bij te houden overeenkomstig artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 307 ;

b)    waar regelmatig diergezondheidsinspecties door een dierenarts worden uitgevoerd met het oog op het opsporen van, en de informatievoorziening over, tekenen die wijzen op de aanwezigheid van ziekten, met inbegrip van de relevante in de lijst opgenomen ziekten. zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie, en van nieuwe ziekten;

c)    die op het tijdstip van het melken niet onder nationale beperkende maatregelen om diergezondheidsredenen vielen, met inbegrip van beperkingen die betrekking hebben op de relevante in de lijst opgenomen ziekten, zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, en nieuwe ziekten.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van zuivelproducten (zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 853/2004) uit in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden opgenomen zones waaruit de binnenkomst in de Unie van rauwe melk is toegestaan en die derhalve geen specifieke risicobeperkende behandeling tegen mond-en-klauwzeer hoeven te ondergaan, maar wel een pasteurisatiebehandeling moeten ondergaan omdat zij hetzij zijn geproduceerd uit rauwe melk die is verkregen in instellingen die niet officieel vrij zijn van tuberculose of brucellose, hetzij een pasteurisatie moeten ondergaan, ook wanneer de Unie niet de eindbestemming van het desbetreffende zuivelproduct is.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.8:    Vul de code van de zone in zoals die is vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

Vak I.11:    naam, adres en erkenningsnummer van de inrichting van verzending.

Vak I.15:    Registratienummer (treinwagons of containers en wegvoertuigen), vluchtnummer (vliegtuig) of naam (schip) invullen. Bij vervoer in laadkisten of recipiënten moeten het registratienummer en, indien van toepassing, het volgnummer van het zegel worden vermeld in vak I.19. Als zendingen worden overgeslagen, moet de verzender de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie daarvan in kennis stellen.

Vak I.19:    Bij vervoer in laadkisten, recipiënten of dozen het laadkist- of recipiëntnummer en het zegelnummer (indien van toepassing) vermelden.

Vak I.27:    gebruik de juiste code van het geharmoniseerd systeem (GS) onder de volgende rubrieken: 04.01, 04.02, 04.03, 04.04, 04.05, 04.06, 15.17, 17.02, 19.01, 21.05, 21.06, 22.02, 28.35, 35.01, 35.02 of 35.04.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

“Verwerkingsbedrijf”: vul erkenningsnummer van de voor uitvoer naar de Europese Unie erkende behandelings- en/of verwerkingsinrichting(en) in.

Deel II:

(1)    Schrappen indien niet van toepassing.

(2)    Code van de zone zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(3) Te ondertekenen door:

- een officiële dierenarts, wanneer deel II.2 (Verklaring inzake de diergezondheid) niet wordt geschrapt;

- een certificerend functionaris of een officiële dierenarts, wanneer deel II.2 (Verklaring inzake de diergezondheid) wordt geschrapt.

[Officiële dierenarts](1)(3)/[Certificerend functionaris](1)(3)

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 36: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE ZUIVELPRODUCTEN DIE EEN ANDERE SPECIFIEKE RISICOBEPERKENDE BEHANDELING DAN PASTEURISATIE MOETEN ONDERGAAN (MODEL DAIRY-PRODUCTS-ST)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

Voor opnieuw binnenbrengen

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum



LAND

Modelcertificaat DAIRY-PRODUCTS-ST

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de zuivelproducten is]

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 308 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 309 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 310 en dat het in deel I beschreven zuivelproduct overeenkomstig deze voorschriften is geproduceerd en met name dat:

a) het is geproduceerd met rauwe melk:

i) die afkomstig is van bedrijven die zijn geregistreerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 en worden gecontroleerd overeenkomstig de artikelen 49 en 50 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627;

ii) die is geproduceerd, opgehaald, gekoeld, opgeslagen en vervoerd overeenkomstig de in bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 vastgestelde hygiënevoorschriften;

iii) die voldoet aan de criteria voor het kiemgetal en het aantal somatische cellen, vastgesteld in bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

iv) die niet is verkregen van dieren die positief hebben gereageerd op een tuberculose- of een brucellosetest;

v) die voldoet aan de garanties inzake de residustatus van rauwe melk, waarin wordt voorzien in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 311 ingediende monitoringplannen voor de opsporing van residuen of stoffen, en melk voor het betrokken land van oorsprong is opgenomen in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 312 ;

vi) die overeenkomstig de tests met betrekking tot residuen van antibacteriële geneesmiddelen, die door de exploitant van het levensmiddelenbedrijf overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, deel III, punt 4, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 zijn uitgevoerd, voldoet aan de maximumresidugehalten voor residuen van antibacteriële geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, als vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie 313 ;

vii) die is geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 314 en de maximumgehalten voor verontreinigingen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 315 garanderen.

b) het afkomstig is van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

c) het verwerkt, opgeslagen, van een onmiddellijke en eindverpakking voorzien en vervoerd is overeenkomstig de desbetreffende hygiënevoorschriften, vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004 en bijlage III, sectie IX, hoofdstuk II, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

d) het voldoet aan de desbetreffende criteria van bijlage III, sectie IX, hoofdstuk II, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en de desbetreffende microbiologische criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 316 ;

e) het heeft een warmtebehandeling ondergaan of is geproduceerd met rauwe melk die een warmtebehandeling heeft ondergaan als bedoeld in II.2.2 die, indien van toepassing, voldoende is om te zorgen voor een negatieve reactie op een alkalischefosfatasetest die onmiddellijk na de warmtebehandeling wordt uitgevoerd;

f) het in deel I beschreven zuivelproduct is geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen, als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005, en de maximumgehalten voor verontreinigingen, als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006, garanderen.

II.2. Verklaring inzake de diergezondheid [schrappen wanneer de zuivelproducten afkomstig zijn van eenhoevigen, leporidae of andere niet-gedomesticeerde landzoogdieren dan hoefdieren]

De in deel I beschreven zuivelproducten:

II.2.1.    zijn afkomstig uit de zone(s) met de code(s): ……………………(2) waaruit op de datum van afgifte van dit certificaat de binnenkomst in de Unie van zuivelproducten die een specifieke risicobeperkende behandeling moeten ondergaan is toegestaan en die is/zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden; en

hetzij    II.2.2.     zijn verwerkt op basis van rauwe melk die is verkregen van slechts één diersoort, met name de soort [Bos Taurus](1) [Ovis aries](1) [Capra hircus](1) [Bubalus bubalis](1) [Camelus dromedarius](1) en de voor de verwerking van de zuivelproducten gebruikte rauwe melk de volgende behandeling heeft ondergaan:

(1) hetzij    [sterilisatie met een Fo-waarde van ten minste 3.] (1)

(1) hetzij    [een ultrahogetemperatuur (UHT)-behandeling bij ten minste 135 °C gedurende voldoende lange tijd.](1)

(1) hetzij    [een tweevoudige kortstondige pasteurisatie bij hoge temperatuur (High Temperature Short Time — HTST) bij 72 °C gedurende 15 seconden van melk met een pH gelijk aan of groter dan 7,0 om, indien van toepassing, een negatieve reactie te veroorzaken op een alkalischefosfatasetest die onmiddellijk na de warmtebehandeling wordt uitgevoerd.] (1)

(1) hetzij    [een HTST-behandeling van melk met een pH van minder dan 7,0.] (1) 

(1) hetzij    [een HTST-behandeling, gecombineerd met een andere fysieke behandeling, namelijk:

hetzij    [i) verlaging van de pH tot minder dan 6 gedurende een uur.](1)

hetzij    [ii)    extra verhitting tot ten minste 72 °C, gecombineerd met een droogprocedé.](1)](1)

hetzij    II.2.2.    zijn verwerkt op basis van vermengde rauwe melk die is verkregen van dieren van de volgende soorten: [Bos Taurus,](1) [Ovis aries,](1) [Capra hircus,](1) [Bubalus bubalis] (1) en [vóór](1) [na](1) het vermengen, alle voor de verwerking van de zuivelproducten gebruikte rauwe melk de volgende behandeling heeft ondergaan:

(1) hetzij    [sterilisatie met een Fo-waarde van ten minste 3.] (1)

(1) hetzij    [een ultrahogetemperatuur (UHT)-behandeling bij ten minste 135 °C gedurende voldoende lange tijd.](1)

(1) hetzij    [een tweevoudige kortstondige pasteurisatie bij hoge temperatuur (High Temperature Short Time — HTST) bij 72 °C gedurende 15 seconden van melk met een pH gelijk aan of groter dan 7,0 om, indien van toepassing, een negatieve reactie te veroorzaken op een alkalischefosfatasetest die onmiddellijk na de warmtebehandeling wordt uitgevoerd.] (1)

(1) hetzij    [een HTST-behandeling van melk met een pH van minder dan 7,0.] (1)

(1) hetzij    [een HTST-behandeling, gecombineerd met een andere fysieke behandeling, namelijk:

hetzij    [i) verlaging van de pH tot minder dan 6 gedurende een uur.](1)

hetzij    [ii)    extra verhitting tot ten minste 72 °C, gecombineerd met een droogprocedé.](1)](1)

hetzij    II.2.2.    zijn verwerkt op basis van rauwe melk die is verkregen van slechts één diersoort, een andere diersoort dan Bos Taurus, Ovis aries, Capra hircus, Bubalus bubalis of Camelus dromedarius en de voor de verwerking van het zuivelproduct gebruikte rauwe melk de volgende behandeling heeft ondergaan:

(1) hetzij    [sterilisatie met een Fo-waarde van ten minste 3.](1)

(1) hetzij    [een ultrahogetemperatuur (UHT)-behandeling bij ten minste 135 °C gedurende voldoende lange tijd.](1)

hetzij    II.2.2.    zijn verwerkt op basis van vermengde rauwe melk van verschillende diersoorten, en ten minste één van de diersoorten van oorsprong een andere is dan Bos Taurus, Ovis aries, Capra hircus, Bubalus bubalis of Camelus dromedarius en alle voor de verwerking van het zuivelproduct gebruikte rauwe melk de volgende behandeling heeft ondergaan:

(1) hetzij    [sterilisatie met een Fo-waarde van ten minste 3.](1)

(1) hetzij    [een ultrahogetemperatuur (UHT)-behandeling bij ten minste 135 °C gedurende voldoende lange tijd.](1)

II.2.3. nadat de in punt II.2.2 bedoelde behandeling is voltooid, totdat zij zijn verpakt, op zodanige wijze zijn gehanteerd dat het optreden van kruisbesmetting, en daarmee van een mogelijk risico voor de diergezondheid, wordt voorkomen.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van zuivelproducten (zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 853/2004) die afkomstig zijn uit in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden opgenomen zones waaruit derhalve de binnenkomst in de Unie van zuivelproducten enkel is toegestaan indien zij een specifieke risicobeperkende behandeling tegen mond-en-klauwzeer hebben ondergaan, ook wanneer de Unie niet de eindbestemming van dergelijke zuivelproducten is.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.8:    Vul de code van de zone in zoals die is vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

Vak I.11:    naam, adres en erkenningsnummer van de inrichting van verzending.

Vak I.15:    Registratienummer (treinwagons of containers en wegvoertuigen), vluchtnummer (vliegtuig) of naam (schip) invullen. Bij vervoer in laadkisten of recipiënten moeten het registratienummer en, indien van toepassing, het volgnummer van het zegel worden vermeld in vak I.19. Als zendingen worden overgeslagen, moet de verzender de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie daarvan in kennis stellen.

Vak I.19:    Bij vervoer in laadkisten, recipiënten of dozen het laadkist- of recipiëntnummer en het zegelnummer (indien van toepassing) vermelden.

Vak I.27:    gebruik de juiste code van het geharmoniseerd systeem (GS) onder de volgende rubrieken: 04.01, 04.02, 04.03, 04.04, 04.05, 04.06, 15.17, 17.02, 19.01, 21.05, 21.06, 22.02, 28.35, 35.01, 35.02 of 35.04.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

“Verwerkingsbedrijf”: vul erkenningsnummer van de voor uitvoer naar de Europese Unie erkende behandelings- en/of verwerkingsinrichting(en) in.

Deel II:

(1)    Schrappen indien niet van toepassing.

(2)        Code van de zone zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(3) Te ondertekenen door:

- een officiële dierenarts, wanneer deel II.2 (Verklaring inzake de diergezondheid) niet wordt geschrapt;

- een certificerend functionaris of een officiële dierenarts, wanneer deel II.2 (Verklaring inzake de diergezondheid) wordt geschrapt.

[Officiële dierenarts](1)(3)/[Certificerend functionaris](1)(3)

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 37: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD COLOSTRUM (MODEL COLOSTRUM)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

 Producten voor menselijke consumptie

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

 

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum



LAND

Modelcertificaat COLOSTRUM

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van het colostrum is]

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 317 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 318 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 319 en dat het in deel I beschreven colostrum(2) overeenkomstig deze voorschriften is geproduceerd en met name dat:

a) colostrum:

i) afkomstig is van bedrijven die zijn geregistreerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 en worden gecontroleerd overeenkomstig de artikelen 49 en 50 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627;

ii) is geproduceerd, opgehaald, gekoeld, opgeslagen en vervoerd overeenkomstig de in bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 vastgestelde hygiënevoorschriften;

iii) afkomstig is van dieren die behoren tot beslagen die vrij of officieel vrij zijn van brucellose en tuberculose;

iv) voldoet aan de garanties inzake de residustatus van colostrum, waarin wordt voorzien in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 320 ingediende monitoringplannen voor de opsporing van residuen of stoffen, en melk voor het betrokken land van oorsprong is opgenomen in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 321 ;

v) overeenkomstig de tests met betrekking tot residuen van antibacteriële geneesmiddelen, die door de exploitant van het levensmiddelenbedrijf overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, deel III, punt 4, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 zijn uitgevoerd, voldoet aan de maximumresidugehalten voor residuen van antibacteriële geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, als vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie 322 ;

vi) is geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 323 en de maximumgehalten voor verontreinigingen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 324 garanderen;

b) het afkomstig is van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

c) het gehanteerd, opgeslagen, van een onmiddellijke en eindverpakking voorzien en geëtiketteerd is overeenkomstig bijlage III, sectie IX, de hoofdstukken III en IV bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

d) het voldoet aan de desbetreffende criteria van bijlage III, sectie IX, hoofdstuk II, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en de desbetreffende microbiologische criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 325 .

II.2. Verklaring inzake de diergezondheid [schrappen wanneer het colostrum afkomstig is van eenhoevigen, leporidae of andere niet-gedomesticeerde landzoogdieren dan hoefdieren]

Het in deel I beschreven colostrum(2):

II.2.1.    is verkregen in de zone(s) met de code(s): ……………………(3) waaruit op de datum van afgifte van dit certificaat de binnenkomst in de Unie van colostrum is toegestaan en die is/zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden, en waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het verkrijgen van het colostrum geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer of infectie met het runderpestvirus en gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen deze ziekten is uitgevoerd.

II.2.2.    is verkregen van dieren van de soort(en) [Bos Taurus,](1) [Ovis aries,](1) [Capra hircus,](1) [Bubalus bubalis,](1) [Camelus dromedarius](1) die sedert hun geboorte of ten minste gedurende de laatste drie maanden vóór de datum van het verkrijgen van het colostrum in de onder II.2.1. bedoelde zone(s) hebben verbleven.

II.2.3.    is verkregen van dieren die afkomstig zijn uit inrichtingen:

a)    die zijn geregistreerd door en onder toezicht staan van de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied en beschikken over een systeem om gegevens te bewaren en bij te houden overeenkomstig artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 326 ;

b)    waar regelmatig diergezondheidsinspecties door een dierenarts worden uitgevoerd met het oog op het opsporen van, en de informatievoorziening over, tekenen die wijzen op de aanwezigheid van ziekten, met inbegrip van de relevante in de lijst opgenomen ziekten. zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 327 , en van nieuwe ziekten;

c)    die op het tijdstip van het verkrijgen van het colostrum niet onder nationale beperkende maatregelen om diergezondheidsredenen vielen, met inbegrip van beperkingen die betrekking hebben op de relevante in de lijst opgenomen ziekten, zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, en nieuwe ziekten.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van colostrum, ook wanneer de Unie niet de eindbestemming van het colostrum is.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.8:    Vul de code van de zone in zoals die is vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

Deel II:

(1)Schrappen indien niet van toepassing.

(2)Colostrum zoals gedefinieerd in bijlage III, sectie IX, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

(3)Code van de zone zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(4) Te ondertekenen door:

- een officiële dierenarts, wanneer deel II.2 (Verklaring inzake de diergezondheid) niet wordt geschrapt;

- een certificerend functionaris of een officiële dierenarts, wanneer deel II.2 (Verklaring inzake de diergezondheid) wordt geschrapt.

[Officiële dierenarts](1)(4)/[Certificerend functionaris](1)(4)

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 38: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE PRODUCTEN OP BASIS VAN COLOSTRUM (MODEL COLOSTRUM-BP)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

 Producten voor menselijke consumptie

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

Voor opnieuw binnenbrengen

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf

Erkennings- of registratienummer van bedrijf/inrichting/centrum

Test



LAND

Modelcertificaat COLOSTRUM-BP

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de producten op basis van colostrum is]

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 328 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 329 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 330 en dat de in deel I beschreven producten op basis van colostrum(2) overeenkomstig deze voorschriften zijn geproduceerd en met name dat:

a) zij zijn geproduceerd met colostrum:

i) dat afkomstig is van bedrijven die zijn geregistreerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 en worden gecontroleerd overeenkomstig de artikelen 49 en 50 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627;

ii) dat is geproduceerd, opgehaald, gekoeld, opgeslagen en vervoerd overeenkomstig de in bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 vastgestelde hygiënevoorschriften;

iii) dat afkomstig is van dieren die behoren tot beslagen die vrij of officieel vrij zijn van brucellose en tuberculose;

iv) dat voldoet aan de garanties inzake de residustatus van colostrum, waarin wordt voorzien in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 331 ingediende monitoringplannen voor de opsporing van residuen of stoffen, en melk voor het betrokken land van oorsprong is opgenomen in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 332 ;

v) dat overeenkomstig de tests met betrekking tot residuen van antibacteriële geneesmiddelen, die door de exploitant van het levensmiddelenbedrijf overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie IX, hoofdstuk I, deel III, punt 4, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 zijn uitgevoerd, voldoet aan de maximumresidugehalten voor residuen van antibacteriële geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, als vastgesteld in de bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie 333 ;

vi) dat is geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 334 en de maximumgehalten voor verontreinigingen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 335 garanderen;

b) zij afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

c) zij zijn verwerkt, opgeslagen, van een onmiddellijke en eindverpakking voorzien en geëtiketteerd overeenkomstig bijlage III, sectie IX, de hoofdstukken III en IV, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

d) zij voldoen aan de desbetreffende criteria van bijlage III, sectie IX, hoofdstuk II, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en de desbetreffende microbiologische criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 336 ;

e) de in deel I beschreven producten zijn geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen, als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005, en de maximumgehalten voor verontreinigingen, als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006, garanderen.

II.2. Verklaring inzake de diergezondheid [schrappen wanneer de producten op basis van colostrum zijn afgeleid van vlees van eenhoevigen, leporidae of andere niet-gedomesticeerde landzoogdieren dan hoefdieren]

De in deel I beschreven producten op basis van colostrum(2):

II.2.1.    zijn afkomstig uit de zone(s) met de code(s): ……………………(3) waaruit op de datum van afgifte van dit certificaat de binnenkomst in de Unie van producten op basis van colostrum is toegestaan en die is/zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden, en waar gedurende een periode van twaalf maanden vóór de datum van het verkrijgen van het colostrum geen melding is gemaakt van mond-en-klauwzeer of infectie met het runderpestvirus en gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen deze ziekten is uitgevoerd.

II.2.2.    zijn verwerkt op basis van colostrum dat is verkregen:

(1) hetzij    [in de onder II.2.1 bedoelde zone.]

(1) hetzij    [in de zone(s) met de code(s) …………(3) die op de datum van afgifte van dit certificaat vermeld stond(en) in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden voor de binnenkomst in de Unie van rauwe melk, colostrum en producten op basis van colostrum.]

(1) hetzij    [in een lidstaat.]

II.2.2.    zijn verwerkt op basis van colostrum dat is verkregen van dieren van de soort(en) [Bos Taurus,](1) [Ovis aries,](1) [Capra hircus,](1) [Bubalus bubalis,](1) [Camelus dromedarius](1) die sedert hun geboorte of ten minste gedurende de laatste drie maanden vóór de datum van het verkrijgen van het colostrum in de onder II.2.1. bedoelde zone(s) hebben verbleven.

II.2.3.    zijn verwerkt op basis van colostrum dat is verkregen van dieren die zijn gehouden in inrichtingen:

a)    die zijn geregistreerd door en onder toezicht staan van de bevoegde autoriteit van het derde land of gebied en beschikken over een systeem om gegevens te bewaren en bij te houden overeenkomstig artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 337 ;

b)    waar regelmatig diergezondheidsinspecties door een dierenarts worden uitgevoerd met het oog op het opsporen van, en de informatievoorziening over, tekenen die wijzen op de aanwezigheid van ziekten, met inbegrip van de relevante in de lijst opgenomen ziekten. zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 338 , en van nieuwe ziekten;

c)    die op het tijdstip van het verkrijgen van het colostrum niet onder nationale beperkende maatregelen om diergezondheidsredenen vielen, met inbegrip van beperkingen die betrekking hebben op de relevante in de lijst opgenomen ziekten, zoals bedoeld in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692, en nieuwe ziekten.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van producten op basis van colostrum, ook wanneer de Unie niet de eindbestemming van dergelijke producten is.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.8:    Vul de code van de zone in zoals die is vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

Deel II:

(1)    Schrappen indien niet van toepassing.

(2)    Producten op basis van colostrum zoals gedefinieerd in bijlage III, sectie IX, punt 2, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

(3)    Code van de zone zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(4) Te ondertekenen door:

- een officiële dierenarts, wanneer deel II.2 (Verklaring inzake de diergezondheid) niet wordt geschrapt;

- een certificerend functionaris of een officiële dierenarts, wanneer deel II.2 (Verklaring inzake de diergezondheid) wordt geschrapt.

[Officiële dierenarts](1)(4)/[Certificerend functionaris](1)(4)

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 39: MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE GEKOELDE, INGEVROREN OF BEREIDE KIKKERBILLETJES (MODEL FRG)

LAND

Officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

I.21

I.22

Voor de interne markt

I.23

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Type verpakking

Nettogewicht

Soort behandeling

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf



LAND    Modelcertificaat FRG

II. Informatie over de gezondheid

II.a Referentienummer certificaat

II.b Imsoc-referentie

II.1.    Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 339 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 340 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en dat de in deel I beschreven kikkerbilletjes overeenkomstig deze voorschriften zijn geproduceerd en met name dat zij:

a) afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

b) afkomstig zijn van kikkers die op hygiënische wijze zijn uitgebloed, bereid en, in voorkomend geval, gekoeld, ingevroren of verwerkt, verpakt en opgeslagen overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie XI, bij Verordening (EG) nr. 853/2004, en

c) zijn geproduceerd onder voorwaarden die de naleving van de in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 341 vastgestelde maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen garanderen.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit officiële certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.27:    Voeg de toepasselijke GN-code(s) in, zoals: 0208 90 70, 0210 99 39 of 1602 90 99.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

“Soort behandeling”: vers, behandeld.

Deel II: Certificering

Certificerend functionaris

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening

HOOFDSTUK 40: MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE SLAKKEN (MODEL SNS)

LAND

Officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

I.21

I.22

Voor de interne markt

I.23

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Soort behandeling

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf



LAND    Modelcertificaat SNS

II. Informatie over de gezondheid

II.a Referentienummer certificaat

II.b Imsoc-referentie

II.1.    Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 342 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 343 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en dat de in deel I beschreven slakken overeenkomstig deze voorschriften zijn geproduceerd en met name dat zij:

II.1.1(1)[in het geval van binnenkomst in de Unie rechtstreeks vanaf de primaire producenten van levende slakken:

a) afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die geregistreerd zijn en de algemene hygiënevoorschriften toepassen overeenkomstig bijlage I bij Verordening (EG) nr. 852/2004, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd;

b) op hygiënische wijze zijn verpakt en opgeslagen.]

(1)[in andere gevallen:

a) afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen, en

b) zijn bereid overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie XI, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en, in voorkomend geval, op hygiënische wijze van het slakkenhuis zijn ontdaan, zijn gekookt, bereid, geconserveerd, ingevroren, verpakt en opgeslagen,] en

II.1.2. zijn geproduceerd onder voorwaarden die de naleving van de in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 344 vastgestelde maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen garanderen.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit officiële certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.11: het registratienummer wanneer levende slakken rechtstreeks afkomstig zijn van een bedrijf in een derde land, en het erkenningsnummer als levende slakken vanuit een koelhuis worden verzonden.

Vak I.27:    Voeg de toepasselijke GS/GN-code(s) in, zoals: 0307 60 00 of 1605.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

“Soort behandeling”: geen (levend), vers, behandeld.

Deel II:

(1)    Schrappen wat niet van toepassing is.

Deel II: Certificering

Certificerend functionaris

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening

HOOFDSTUK 41: MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE GELATINE (MODEL GEL)

LAND

Officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

I.21

I.22

Voor de interne markt

I.23

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf



LAND    Modelcertificaat GEL

II. Informatie over de gezondheid

II.a Referentienummer certificaat

II.b Imsoc-referentie

II.1.    Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 345 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 346 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en dat de in deel I beschreven gelatine overeenkomstig deze voorschriften is geproduceerd en met name dat:

II.1.1.    het afkomstig is van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

II.1.2.    het is geproduceerd met grondstoffen die voldoen aan de voorschriften van bijlage III, sectie XIV, hoofdstukken I en II, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

II.1.3.    het is geproduceerd overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk III, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

II.1.4.    het voldoet aan de criteria van bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk IV, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 347 ;

II.1.5.    het afkomstig is van

(1)hetzij [dieren die op grond van ante- en post-mortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie zijn bevonden;]

(1)hetzij [visserijproducten die voldoen aan bijlage III, sectie VIII, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;]

(1)    [II.1.6.    in het geval van van runderen, schapen en geiten afkomstige gelatine en met uitzondering van van huiden afkomstige gelatine,

(1) hetzij    [het land of gebied van oorsprong overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG van de Commissie 348 is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico, en(2)

(1)    [de dieren waarvan de gelatine afkomstig is, zijn geboren, ononderbroken gehouden en geslacht in een overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico ingedeeld land of gebied waar zich geen inheemse gevallen van BSE hebben voorgedaan;]

(1)    [de dieren waarvan de gelatine afkomstig is, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich ten minste één inheems geval van BSE heeft voorgedaan, en de gelatine geen separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten bevat en daar niet van afkomstig is;]

(1)    [de dieren waarvan de gelatine afkomstig is, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een gecontroleerd BSE-risico en:

i)    de gelatine geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad 349 bevat en daar niet van afkomstig is;

ii)    de gelatine geen separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten bevat en daar niet van afkomstig is;

iii)    de dieren waarvan de gelatine afkomstig is, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;]

(1)    [de dieren waarvan de gelatine afkomstig is, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico en:

i)    de gelatine geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevat en daar niet van afkomstig is;

ii)    de gelatine geen separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten bevat en daar niet van afkomstig is;

iii)    de dieren waarvan de gelatine afkomstig is, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;]

iv)    aan de dieren waarvan de gelatine afkomstig is, geen vleesbeendermeel of kanen, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid 350 , zijn vervoederd;

v)    de gelatine is geproduceerd en behandeld op een wijze die waarborgt dat deze geen zenuw- en lymfeweefsel dat bij het ontbenen is vrijgelegd, bevat en daar ook niet mee is besmet;]]

(1) hetzij     [het land of gebied van oorsprong overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een gecontroleerd BSE-risico, en

a)    de dieren waarvan de gelatine afkomstig is, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;

   b)    de gelatine het volgende niet bevat en daar niet van afkomstig is:

i)    gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

ii)    separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten.]

(1) hetzij     [het land of gebied van oorsprong niet overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld of is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico, en

a)    de dieren waarvan de gelatine afkomstig is, niet zijn:

i)    geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;

ii)    gevoederd met vleesbeendermeel of kanen afkomstig van herkauwers, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid;

   b)    de gelatine het volgende niet bevat en daar niet van afkomstig is:

i)    gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

ii)    separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten;

iii)    zenuw- en lymfweefsel dat bij het ontbenen is vrijgelegd.]]

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit officiële certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.27:    Voeg de toepasselijke code(s) van het geharmoniseerd systeem (GS) in met gebruik van posten zoals 3503.

Deel II:

(1) Schrappen wat niet van toepassing is.

(2) Behoud ten minste één van de voorgestelde opties.

Deel II: Certificering

Certificerend functionaris

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 42: MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD COLLAGEEN (MODEL COL)

LAND

Officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

I.21

I.22

Voor de interne markt

I.23

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf



LAND    Modelcertificaat COL

II. Informatie over de gezondheid

II.a Referentienummer certificaat

II.b Imsoc-referentie

II.1.    Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 351 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 352 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en dat het in deel I beschreven collageen overeenkomstig deze voorschriften is geproduceerd en met name dat:

II.1.1.    het afkomstig is van een of meer inrichtingen die de algemene hygiënevoorschriften toepassen en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd, en die zijn opgenomen in een lijst van door de EU erkende inrichtingen;

II.1.2    het is geproduceerd met grondstoffen die voldoen aan de voorschriften van bijlage III, sectie XV, hoofdstukken I en II, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

II.1.3.    het is geproduceerd overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie XV, hoofdstuk III, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;

II.1.4.    het voldoet aan de criteria van bijlage III, sectie XV, hoofdstuk IV, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 353 ;

II.1.5.    het afkomstig is van

(1)hetzij [dieren die op grond van ante- en post-mortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie zijn bevonden;]

(1)hetzij [visserijproducten die voldoen aan bijlage III, sectie VIII, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;]

(1)    [II.1.6.    in het geval van van runderen, schapen en geiten afkomstig collageen en met uitzondering van van huiden afkomstig collageen,

(1) hetzij    [het land of gebied van oorsprong overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG van de Commissie 354 is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico, en(2)

(1)    [de dieren waarvan het collageen afkomstig is, zijn geboren, ononderbroken gehouden en geslacht in een overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico ingedeeld land of gebied waar zich geen inheemse gevallen van BSE hebben voorgedaan;]

(1)    [de dieren waarvan het collageen afkomstig is, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich ten minste één inheems geval van BSE heeft voorgedaan, en het collageen geen separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten bevat en daar niet van afkomstig is;]

(1)    [de dieren waarvan het collageen afkomstig is, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een gecontroleerd BSE-risico en:

i)    het collageen geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad 355 bevat en daar niet van afkomstig is;

ii)    het collageen geen separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten bevat en daar niet van is afgeleid;

iii)    de dieren waarvan het collageen is afgeleid, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;]

(1)    [de dieren waarvan het collageen is afgeleid, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico en:

i)    het collageen geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevat en daar niet van is afgeleid;

ii)    het collageen geen separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten bevat en daar niet van is afgeleid;

iii)    de dieren waarvan het collageen is afgeleid, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;]

iv)    aan de dieren waarvan het collageen is afgeleid, geen vleesbeendermeel of kanen, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid 356 , zijn vervoederd;

v)    het collageen is geproduceerd en behandeld op een wijze die waarborgt dat het geen zenuw- en lymfeweefsel dat bij het ontbenen is vrijgelegd, bevat en daar ook niet mee is besmet;]]

(1) hetzij     [het land of gebied van oorsprong overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een gecontroleerd BSE-risico, en

a)    de dieren waarvan het collageen is afgeleid, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;

   b)    het collageen het volgende niet bevat en daar niet van is afgeleid:

i)    gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

ii)    separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten.]

(1) hetzij     [het land of gebied van oorsprong niet overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld of is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico, en

a)    de dieren waarvan het collageen is afgeleid, niet zijn:

i)    geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;

ii)    gevoederd met vleesbeendermeel of kanen afkomstig van herkauwers, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid;

   b)    het collageen het volgende niet bevat en daar niet van is afgeleid:

i)    gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

ii)    separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten;

iii)    zenuw- en lymfweefsel dat bij het ontbenen is vrijgelegd.]]

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit officiële certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.27:    Dit certificaat mag ook worden gebruikt voor de invoer van casings van collageen.

Vak I.27:    Voeg de toepasselijke code(s) van het geharmoniseerd systeem (GS) in met gebruik van posten zoals 3504 of 3917.

Deel II:

(1)    Schrappen wat niet van toepassing is.

(2)     Behoud ten minste één van de voorgestelde opties.

Deel II: Certificering

Certificerend functionaris

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening

HOOFDSTUK 43: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN GRONDSTOFFEN VOOR DE PRODUCTIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD(E) GELATINE EN COLLAGEEN (MODEL RCG)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

 Producten voor menselijke consumptie

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf





LAND    Modelcertificaat RCG

II. Informatie over de gezondheid

II.a Referentienummer certificaat

II.b Imsoc-referentie

II.1.    Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de grondstoffen is]

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad 357 , Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 358 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 359 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en dat de in deel I beschreven grondstoffen aan deze voorschriften voldoen en met name dat:

(1) [II.1.1     de in deel I beschreven huiden van als landbouwhuisdier gehouden herkauwers, varkens en pluimvee en ligamenten en pezen van als landbouwhuisdier gehouden dieren, met inbegrip van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen en konijnen, afkomstig zijn van dieren die zijn geslacht in slachthuizen en, indien van toepassing, verder zijn behandeld in uitsnijderijen die in de lijsten van inrichtingen die zijn opgesteld en bijgewerkt overeenkomstig artikel 127, lid 3, punt e), ii), van Verordening (EU) 2017/625 zijn opgenomen, en waarvan de karkassen op grond van ante- en post-mortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie zijn bevonden;]

en/of

(1) [II.1.2     de in deel I beschreven huiden en beenderen van vrij wild zijn afkomstig van gedode dieren waarvan de karkassen op grond van post-mortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie zijn bevonden in een wildbewerkingsinrichting die op de overeenkomstig artikel 127, lid 3, punt e), ii), van Verordening (EU) 2017/625 opgestelde en bijgewerkte lijsten van inrichtingen staat;]

en/of

(1) [II.1.3     de in deel I omschreven huid en graten van vis afkomstig zijn van inrichtingen die visserijproducten voor menselijke consumptie produceren en op de lijsten van inrichtingen die zijn opgesteld en bijgewerkt overeenkomstig artikel 127, lid 3, punt e), ii), van Verordening (EU) 2017/625 staan;]

en

(1) [II.1.4     in het geval van van runderen, schapen en geiten afkomstige grondstoffen en met uitzondering van huiden,

(1) hetzij    [het land of gebied van oorsprong overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG van de Commissie 360 is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico, en(7)

(1)    [de dieren waarvan de behandelde grondstof afkomstig is, zijn geboren, ononderbroken gehouden en geslacht in een overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico ingedeeld land of gebied waar zich geen inheemse gevallen van BSE hebben voorgedaan;]

(1)    [de dieren waarvan de grondstof afkomstig is, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich ten minste één inheems geval van BSE heeft voorgedaan, en de grondstof geen separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten bevat en daar niet van afkomstig is;]

(1)    [de dieren waarvan de behandelde grondstof afkomstig is, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een gecontroleerd BSE-risico en:

i)    de grondstof geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevat en daar niet van afkomstig is;

ii)    de grondstof geen separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten bevat en daar niet van afkomstig is;

iii)    de dieren waarvan de grondstof afkomstig is, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;]

(1)    [de dieren waarvan de grondstof afkomstig is, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico en:

i)    de grondstof geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevat en daar niet van afkomstig is;

ii)    de grondstof geen separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten bevat en daar niet van afkomstig is;

iii)    de dieren waarvan de behandelde grondstof afkomstig is, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;]

iv)    aan de dieren waarvan de grondstof afkomstig is, geen vleesbeendermeel of kanen, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid 361 , zijn vervoederd;

v)    de grondstof is geproduceerd en behandeld op een wijze die waarborgt dat deze geen zenuw- en lymfeweefsel dat bij het ontbenen is vrijgelegd, bevat en daar ook niet mee is besmet;]]

(1) hetzij     [het land of gebied van oorsprong overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een gecontroleerd BSE-risico, en

a)    de dieren waarvan de behandelde grondstof afkomstig is, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;

   b)    de grondstof het volgende niet bevat en daar niet van afkomstig is:

i)    gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

ii)    separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten.]

(1) hetzij     [het land of gebied van oorsprong niet overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld of is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico, en

a)    de dieren waarvan de grondstof afkomstig is, niet zijn:

i)    geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;

ii)    gevoederd met vleesbeendermeel of kanen afkomstig van herkauwers, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid;

   b)    de grondstof het volgende niet bevat en daar niet van afkomstig is:

i)    gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

ii)    separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten;

iii)    zenuw- en lymfweefsel dat bij het ontbenen is vrijgelegd.]]

II.2.    Verklaring inzake de diergezondheid(1) [schrappen wanneer de grondstof volledig afkomstig is van eenhoevigen, leporidae of andere niet-gedomesticeerde landzoogdieren dan hoefdieren]

De in deel I beschreven grondstoffen:

II.2.1.    zijn bereid met uitsluitend vers vlees(2) dat is verkregen in de zone(s) met de code(s): ……………………(3) waaruit op de datum van afgifte van dit certificaat de binnenkomst in de Unie van vers vlees van de onder II.2.2 beschreven diersoort(en) waarvan het vers vlees is verkregen is toegestaan en die is/zijn opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden. 

II.2.2. bevatten vers vlees dat aan alle diergezondheidsvoorschriften voor de binnenkomst in de Unie van vers vlees overeenkomstig het desbetreffende modelcertificaat(4) voldoet, en daarom als zodanig in aanmerking komt om de Unie binnen te komen, van de volgende soort(en): [runderen](1)(5), [schapen en/of geiten](1)(5), [als landbouwhuisdier gehouden varkensrassen](1), [kameelachtigen en/of hertachtigen en/of andere dieren van de familie Bovidae dan runderen, schapen en geiten](1)(5), [wilde varkensrassen](1), [ander pluimvee dan loopvogels](1), [loopvogels](1), [vederwild](1).

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van grondstoffen voor de productie van voor menselijke consumptie bestemd(e) gelatine en collageen, ook wanneer de Unie niet de eindbestemming van dergelijke grondstoffen is.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.8:    Vul de code van de zone in zoals die is vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

Vak I.27:    Voeg de toepasselijke code(s) van het geharmoniseerd systeem (GS) in, zoals 0206, 0207, 0208, 0302, 0303, 0305, 0505, 0506, 0511 91, 0511 99, 4101, 4102 of 4103.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

“Aard van de goederen”: huiden, beenderen, ligamenten en pezen.

“Verwerkingsbedrijf”: omvat slachthuis, fabrieksvaartuig, uitsnijderij, wildbewerkingsinrichting en verwerkingsinstallatie.

Deel II:

(1)    Schrappen indien niet van toepassing. In het geval van producten die zijn afgeleid van visserijproducten, moet het volledige deel II.2 worden geschrapt.

(2)    Vers vlees zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.10, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

(3)    Code van de zone zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(4)    De modelcertificaten in de bijlagen bij deze verordening: certificaat BOV voor vers vlees van runderen; certificaat OVI voor vers vlees van schapen en geiten; certificaat POR voor vers vlees van varkens; certificaat RUF voor vers vlees van als gekweekt wild gehouden dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen, geiten), kameelachtigen en hertachtigen; certificaat RUW voor vers vlees van wilde dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen en geiten), wilde kameelachtigen en wilde hertachtigen; certificaat SUF voor vers vlees van als gekweekt wild gehouden dieren van wilde varkensrassen; certificaat SUW voor vers vlees van wilde dieren van wilde varkensrassen; certificaat POU voor vers vlees van ander pluimvee dan loopvogels; certificaat RAT voor vers vlees van loopvogels; certificaat GBM voor vers vlees van vederwild.

(5)    Alleen uit zones waarvoor de vermelding betreffende specifieke voorwaarden “Rijping, pH en ontbening” in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden is opgenomen.

(6) Te ondertekenen door:

- een officiële dierenarts, wanneer deel II.2 (Verklaring inzake de diergezondheid) niet wordt geschrapt;

- een certificerend functionaris of een officiële dierenarts, wanneer deel II.2 (Verklaring inzake de diergezondheid) wordt geschrapt.

(7)    Behoud ten minste één van de voorgestelde opties.

Deel II: Certificering

[Officiële dierenarts](1)(6)[Certificerend functionaris](1)(6)

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening

HOOFDSTUK 44: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN BEHANDELDE GRONDSTOFFEN VOOR DE PRODUCTIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD(E) GELATINE EN COLLAGEEN (MODEL TCG)

LAND

Diergezondheids-/officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

 Producten voor menselijke consumptie

I.21

Voor doorvoer

I.22

Voor de interne markt

Derde land

ISO-landcode

I.23

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf



LAND    Modelcertificaat TCG

II. Informatie over de gezondheid

II.a Referentienummer certificaat

II.b Imsoc-referentie

II.1.    Verklaring inzake de volksgezondheid [schrappen wanneer de Unie niet de eindbestemming van de behandelde grondstoffen is]

Ondergetekende verklaart hierbij dat de in deel I beschreven behandelde grondstoffen:

II.1.1.    afkomstig zijn van inrichtingen die door de bevoegde autoriteit worden gecontroleerd en in een lijst zijn opgenomen,

en

(1) [II.1.2.    zijn verkregen van

-beenderen en/of

-huiden van als huisdier of landbouwhuisdier gehouden herkauwers, varkens en pluimvee zoals beschreven in deel I die afkomstig zijn van dieren die in een slachthuis zijn geslacht en waarvan de karkassen op grond van ante- en post-mortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie zijn bevonden,]

en/of

(1) [II.1.3.    huiden en beenderen van vrij wild zijn zoals beschreven in deel I en afkomstig zijn van dieren waarvan de karkassen op grond van post-mortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie zijn bevonden,]

en/of

(1) [II.1.4.    huiden zijn die geen looiprocedé hebben ondergaan, ongeacht of dit procedé is voltooid,]

en/of

(1) [II.1.5.    huid en graten van vis zijn die afkomstig zijn van voor de uitvoer erkende bedrijven waar visserijproducten voor menselijke consumptie worden geproduceerd,]

en

(1) hetzij    [II.1.6.    gedroogde beenderen van runderen, schapen, geiten en varkens zijn, met inbegrip van als landbouwhuisdier gehouden en wilde dieren, pluimvee, loopvogels en vederwild, voor de productie van gelatine en collageen, en afkomstig zijn van gezonde, in een slachthuis geslachte dieren, en als volgt zijn behandeld:

(1)[zij zijn vermalen tot stukken van ca. 15 mm, met heet water ontvet bij een temperatuur van ten minste 70 °C gedurende ten minste 30 minuten, van ten minste 80 °C gedurende ten minste 15 minuten, of van ten minste 90 °C gedurende ten minste 10 minuten, daarna gescheiden en vervolgens gewassen en dan gedroogd gedurende ten minste 20 minuten in een heteluchtstroom met een begintemperatuur van ten minste 350 °C of gedurende 15 minuten in een heteluchtstroom met een begintemperatuur van meer dan 700 °C,], hetzij

(1)    [zij zijn gedurende ten minste 42 dagen in de zon gedroogd bij een gemiddelde temperatuur van ten minste 20 °C], hetzij

(1)    [zij zijn behandeld met een zuur, waarbij de pH in het binnenste gedurende ten minste één uur vóór het drogen lager dan 6 is gehouden,]

(1)hetzij[II.1.6.huiden van als landbouwhuisdier gehouden herkauwers, varkenshuiden, huiden van pluimvee of huiden van vrij wild zijn die afkomstig zijn van gezonde dieren en dat zij:

(1) [zijn behandeld met een base, waarbij in het binnenste een pH hoger dan 12 is bereikt, gevolgd door zouten gedurende ten minste zeven dagen,], hetzij

(1)    [zijn gedurende ten minste 42 dagen gedroogd bij een temperatuur van ten minste 20 °C,], hetzij

(1) [zijn behandeld met een zuur, waarbij in het binnenste gedurende ten minste een uur een pH lager dan 5 is bereikt,], hetzij

(1)    [zijn behandeld met een base, waarbij in het binnenste gedurende ten minste acht uur een pH hoger dan 12 is bereikt,]]

(1)hetzij[II.1.6beenderen of huiden van als landbouwhuisdier gehouden herkauwers, varkenshuiden, huiden van pluimvee, huiden van vis en huiden van vrij wild zijn uit derde landen of regio’s daarvan zoals bedoeld in door de Commissie krachtens artikel 127, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 vastgestelde uitvoeringshandelingen, zij een andere dan de hierboven vermelde behandelingen hebben ondergaan en afkomstig zijn uit een in de lijst voor de invoer van vers vlees of visserijproducten van de diersoort van oorsprong opgenomen derde land of een regio daarvan overeenkomstig door de Commissie krachtens artikel 127, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 vastgestelde uitvoeringshandelingen,

en

(1)    [II.1.7.    in het geval van van runderen, schapen en geiten afkomstige behandelde grondstoffen en met uitzondering van huiden,

(1) hetzij    [het land of gebied van oorsprong overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG van de Commissie 362 is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico, en(5)

(1)    [de dieren waarvan de behandelde grondstof afkomstig is, zijn geboren, ononderbroken gehouden en geslacht in een overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico ingedeeld land of gebied waar zich geen inheemse gevallen van BSE hebben voorgedaan;]

(1)    [de dieren waarvan de behandelde grondstof afkomstig is, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich ten minste één inheems geval van BSE heeft voorgedaan, en de behandelde grondstof geen separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten bevat en daar niet van afkomstig is;]

(1)    [de dieren waarvan de behandelde grondstof afkomstig is, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een gecontroleerd BSE-risico en:

i)    de behandelde grondstof geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad 363 bevat en daar niet van afkomstig is;

ii)    de behandelde grondstof geen separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten bevat en daar niet van is afgeleid;

iii)    de dieren waarvan de behandelde grondstof afkomstig is, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;]

(1)    [de dieren waarvan de behandelde grondstof afkomstig is, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico en:

i)    de behandelde grondstof geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevat en daar niet van is afgeleid;

ii)    de behandelde grondstof geen separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten bevat en daar niet van is afgeleid;

iii)    de dieren waarvan de behandelde grondstof afkomstig is, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;]

iv)    aan de dieren waarvan de behandelde grondstof afkomstig is, geen vleesbeendermeel of kanen, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid 364 , zijn vervoederd;

v)    de behandelde grondstof is geproduceerd en behandeld op een wijze die waarborgt dat zij geen zenuw- en lymfeweefsel bevatten dat bij het ontbenen is vrijgelegd, en daar niet mee zijn besmet;]]

(1) hetzij     [het land of gebied van oorsprong overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een gecontroleerd BSE-risico, en

a)    de dieren waarvan de behandelde grondstof afkomstig is, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;

   b)    de behandelde grondstof het volgende niet bevat en daar niet van is afgeleid:

i)    gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

ii)    separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten.]

(1) hetzij     [het land of gebied van oorsprong niet overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld of is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico, en

a)    de dieren waarvan de behandelde grondstof afkomstig is, niet zijn:

i)    geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;

ii)    gevoederd met vleesbeendermeel of kanen afkomstig van herkauwers, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid;

   b)    de behandelde grondstof het volgende niet bevat en daar niet van is afgeleid:

i)    gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

ii)    separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten;

iii)    zenuw- en lymfweefsel dat bij het ontbenen is vrijgelegd.]]

II.2.    Verklaring inzake de diergezondheid(1) [schrappen wanneer de behandelde grondstof volledig afkomstig is van eenhoevigen, leporidae of andere niet-gedomesticeerde landzoogdieren dan hoefdieren]

   Voor de in deel I beschreven behandelde grondstoffen geldt:

II.2.1.    bestaan uit producten van dierlijke oorsprong die voldoen aan de onderstaande voorschriften inzake de diergezondheid,

II.2.2.    in het (de) land(en) of de regio(’s) daarvan(1) [:………………] zijn verkregen, (1) hetzij [………………….…](2)(3),

II.2.3.    zijn verkregen en bereid zonder in contact te komen met materiaal dat niet aan bovengenoemde voorschriften voldoet, en zijn gehanteerd met de nodige voorzorgen om verontreiniging met ziekteverwekkers te voorkomen,

II.2.4.    zijn vervoerd in schone en verzegelde containers of vrachtwagens.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van behandelde grondstoffen voor de productie van voor menselijke consumptie bestemd(e) gelatine en collageen, ook wanneer de Unie niet de eindbestemming van dergelijke behandelde grondstoffen is.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.8:    Vul de code van het gebied in zoals die is vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden. 

Vak I.27:    Voeg de toepasselijke code(s) van het geharmoniseerd systeem (GS) in, zoals: 0210, 0305, 0505, 0506, 0511.91, 0511.99, 1602, 1604, 4101, 4102 of 4103.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

“Aard van de goederen”: huiden, beenderen, ligamenten en pezen.

“Verwerkingsbedrijf”: omvat slachthuis, fabrieksvaartuig, uitsnijderij, wildbewerkingsinrichting en verwerkingsinstallatie.

“Erkenningsnummer”: indien van toepassing.

Deel II:

(1)    Schrappen wat niet van toepassing is. In het geval van producten die zijn afgeleid van visserijproducten, moet het volledige deel II.2 worden geschrapt.

(2)    De naam en de ISO-code van het land, het gebied of de zone van uitvoer zoals vastgesteld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(3)    Indien delen van het materiaal afkomstig zijn van dieren uit een of meer andere derde landen of regio’s daarvan die in een lijst in door de Commissie krachtens artikel 127, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 vastgestelde uitvoeringshandelingen zijn opgenomen, moeten de codes van de landen of regio’s worden vermeld.

(4) Te ondertekenen door:

- een officiële dierenarts, wanneer deel II.2 (Verklaring inzake de diergezondheid) niet wordt geschrapt;

- een certificerend functionaris of een officiële dierenarts, wanneer deel II.2 (Verklaring inzake de diergezondheid) wordt geschrapt.

(5)    Behoud ten minste één van de voorgestelde opties.

Deel II: Certificering

[Officiële dierenarts](1)(4)[Certificerend functionaris](1)(4)

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening

HOOFDSTUK 45: MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE HONING EN ANDERE PRODUCTEN VAN DE BIJENTEELT (MODEL HON)

LAND

Officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

I.21

I.22

Voor de interne markt

I.23

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Type verpakking

Nettogewicht

Soort behandeling

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf



LAND    Modelcertificaat HON

II. Informatie over de gezondheid

II.a Referentienummer certificaat

II.b Imsoc-referentie

II.1.    Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 365 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 366 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en dat de in deel I beschreven honing en andere producten van de bijenteelt overeenkomstig deze voorschriften zijn geproduceerd en met name dat zij:

a) afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die zijn geregistreerd en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteit regelmatig audits worden uitgevoerd;

b) overeenkomstig de voorschriften van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004 op hygiënische wijze zijn gehanteerd en, in voorkomend geval bereid, verpakt en opgeslagen;

c) voldoen aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 367 ingediende plannen betreffende residuen, en honing voor het betrokken land van oorsprong is opgenomen in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 368 , en

d) zijn geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 369 en de maximumgehalten voor verontreinigingen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 370 garanderen.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit officiële certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.11:    “Plaats van verzending”: Erkenningsnummer betekent registratienummer.

Vak I.27:    Voeg de toepasselijke code(s) van het geharmoniseerd systeem (GS) in met gebruik van posten zoals: 0409, 0410, 0510, 1521, 1702 of 2106.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

“Soort behandeling”: vermeld “ultrasonicatie”, “homogenisatie”, “ultrafiltratie”, “pasteurisatie”, “geen warmtebehandeling”.

Deel II: Certificering

Certificerend functionaris

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening

HOOFDSTUK 46: MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD(E) ZEER VERFIJND(E) CHRONDOÏTINESULFAAT, HYALURONZUUR, ANDERE PRODUCTEN VAN GEHYDROLYSEERD KRAAKBEEN, CHITOSAN, GLUCOSAMINE, STREMSEL, VISLIJM EN AMINOZUREN (MODEL HRP)

LAND

Officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

I.21

I.22

Voor de interne markt

I.23

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Identificatiemerk

Type verpakking

Nettogewicht

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf



LAND    Modelcertificaat HRP

II. Informatie over de gezondheid

II.a Referentienummer certificaat

II.b Imsoc-referentie

II.1.    Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 371 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 372 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en dat de in deel I beschreven zeer verfijnde producten overeenkomstig deze voorschriften zijn geproduceerd en met name dat zij:

a) afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die zijn geregistreerd en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteit regelmatig audits worden uitgevoerd;

b) overeenkomstig de voorschriften van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004 op hygiënische wijze zijn gehanteerd en, in voorkomend geval bereid, verpakt en opgeslagen;

c) voldoen aan de voorschriften van bijlage III, sectie XVI, bij Verordening (EG) nr. 853/2004, en

d) (1)in het geval van aminozuren, dat

i) bij de productie geen mensenhaar is gebruikt, en

ii) zij voldoen aan Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad 373 .

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit officiële certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.27:    Voeg de toepasselijke code(s) van het geharmoniseerd systeem (GS) in met gebruik van posten zoals 2106, 2833, ex 3913, 2930, ex 2932, 3507 of 3503.

Deel II:

(1)    Schrappen wat niet van toepassing is.

Deel II: Certificering

Certificerend functionaris

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 47: MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD REPTIELENVLEES (MODEL REP)

LAND

Officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

I.21

I.22

Voor de interne markt

I.23

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Type verpakking

Nettogewicht

Koelhuis

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf



LAND    Modelcertificaat REP

II. Informatie over de gezondheid

II.a Referentienummer certificaat

II.b Imsoc-referentie

II.1.    Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 374 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 375 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en dat het in deel I beschreven reptielenvlees overeenkomstig deze voorschriften is geproduceerd en met name dat:

   a) het reptielenvlees afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die zijn geregistreerd en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteit regelmatig audits worden uitgevoerd;

   b) het reptielenvlees op hygiënische wijze is gehanteerd en, in voorkomend geval, bereid, verpakt en opgeslagen overeenkomstig de voorschriften van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004;

   c) de afwezigheid van salmonella in het reptielenvlees is gecontroleerd door middel van bemonsterings- en testprocedures die garanties bieden die ten minste gelijkwaardig zijn aan de voorschriften die zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 376 ;

   d) het reptielenvlees afkomstig is van dieren die op afdoende wijze ante- en post-mortemkeuring hebben ondergaan zoals bepaald in artikel 73 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 377 ;

   e)    (1) in het geval van krokodillen- of alligatorvlees, het karkas tijdens post-mortemkeuring met negatief resultaat op de aanwezigheid van Trichinella spp. is getest overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie 378 , en

f) in voorkomend geval, het levensmiddel is goedgekeurd om in de Unie in de handel te worden gebracht overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad 379 en opgenomen in de lijst in Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470 van de Commissie 380 .

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit officiële certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.27:    voeg de toepasselijke GS/GN-code(s) in, zoals 0208 50 00, 0210 93 00, 1506, 1601, 1602 of 1603.

Deel II:

(1)    Schrappen wat niet van toepassing is.

Deel II: Certificering

Certificerend functionaris

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 48: MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE INSECTEN (MODEL INS)

LAND

Officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

I.21

I.22

Voor de interne markt

I.23

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Type verpakking

Nettogewicht

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/verpakking

Verwerkingsbedrijf



LAND    Modelcertificaat INS

II. Informatie over de gezondheid

II.a    Referentienummer certificaat

II.b Imsoc-referentie

II.1.    Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 381 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 382 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en dat de in deel I beschreven insecten overeenkomstig deze voorschriften zijn geproduceerd en met name dat:

   a) de insecten afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die zijn geregistreerd en die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 toepassen, waarop door de bevoegde autoriteit regelmatig audits worden uitgevoerd;

   b) de insecten op hygiënische wijze zijn gehanteerd en, in voorkomend geval, bereid, verpakt en opgeslagen overeenkomstig de voorschriften van bijlage I (primaire productie) of bijlage II (andere stadia) bij Verordening (EG) nr. 852/2004, en

c) in voorkomend geval, de insecten zijn goedgekeurd om in de Unie in de handel te worden gebracht overeenkomstig de voorschriften van Verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad 383 en zijn opgenomen in de lijst in Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470 van de Commissie 384 , en

d) de insecten zijn geproduceerd onder voorwaarden die de naleving van de in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 385 vastgestelde maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen garanderen.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit officiële certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.27:    Voeg de toepasselijke GS-code(s) in, zoals 0106 49 00, 0410 of 2106.

Deel II:

(1) Schrappen wat niet van toepassing is.

Vak II.1:    een op de HACCP-beginselen gebaseerd programma is niet vereist als de producten rechtstreeks van een primaire producent komen.

Deel II: Certificering

Certificerend functionaris

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 49: MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE ANDERE PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG VAN ALS LANDBOUWHUISDIER GEHOUDEN HOEFDIEREN, PLUIMVEE, KONIJNEN OF VISSERIJPRODUCTEN, DIE NIET ONDER DE ARTIKELEN 8 TOT EN MET 26 VAN UITVOERINGSVERORDENING (EU) [C(2020) 8100] VAN DE COMMISSIE VALLEN (MODEL PAO) 

LAND

Officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

I.21

I.22

Voor de interne markt

I.23

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Type verpakking

Nettogewicht

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf



LAND Modelcertificaat PAO

II.    Informatie over de gezondheid

II.a Referentienummer certificaat

II.b Imsoc-referentie

II.1.    Verklaring inzake de volksgezondheid

   Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 386 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 387 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en dat de in deel I beschreven producten overeenkomstig deze voorschriften zijn geproduceerd en met name dat zij:

a)    afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma toepassen, waarop door de bevoegde autoriteit regelmatig audits worden uitgevoerd;

b)        overeenkomstig de voorschriften van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004 op hygiënische wijze zijn gehanteerd en, in voorkomend geval bereid, verpakt en opgeslagen;

c)    voldoen aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan die zijn vervat in de overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad 388 ingediende plannen betreffende residuen, en de betrokken dieren en producten voor het betrokken land van oorsprong zijn opgenomen in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 389 ;

d)        zijn geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 390 en de maximumgehalten voor verontreinigingen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 391 garanderen.

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit officiële certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.27:    Voeg de toepasselijke code van het geharmoniseerd systeem (GS) van de Werelddouaneorganisatie in.

Deel II: Certificering

Certificerend functionaris

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 50: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDS-/OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE NIET-HOUDBARE SAMENGESTELDE PRODUCTEN EN HOUDBARE SAMENGESTELDE PRODUCTEN DIE EEN ZEKERE HOEVEELHEID VLEESPRODUCTEN, MET UITZONDERING VAN GELATINE, COLLAGEEN EN ZEER VERFIJNDE PRODUCTEN DIE VAN VLEES ZIJN AFGELEID, BEVATTEN (MODEL COMP)

LAND

Officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

I.21

I.22

Voor de interne markt

I.23



I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Hoeveelheid

Koelhuis

Type verpakking

Nettogewicht

Slachthuis

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf



LAND

Modelcertificaat COMP

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

II.1 Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende verklaart dat

II.1.    zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 392 , Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 393 , Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 394 , Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 395 , Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad, Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie, Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625 van de Commissie, Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie 396 en Besluit 2011/163/EU van de Commissie 397 .

II.2.    De in deel I beschreven samengestelde producten:

(a)voldoen aan artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004, en met name afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma toepassen, waarop door de bevoegde autoriteiten regelmatig audits worden uitgevoerd;

(b)voldoen aan artikel 6, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 853/2004 betreffende de oorsprong van de producten van dierlijke oorsprong die bij de productie ervan worden gebruikt;

(c)zijn geproduceerd overeenkomstig de onder II.1 bedoelde voorschriften;

(d)voldoen aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan die zijn vervat in de overeenkomstig Richtlijn 96/23/EG van de Raad 398 ingediende plannen betreffende residuen;

(e)bevatten verwerkte producten van dierlijke oorsprong die zijn geproduceerd in inrichtingen in EU-lidstaten of in derde landen waaruit de uitvoer naar de Europese Unie van die verwerkte producten van dierlijke oorsprong is toegestaan;

(f)zijn geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen, als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005, en de maximumgehalten voor verontreinigingen, als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006, garanderen.

II.3.    de in deel I beschreven samengestelde producten bevatten:

(1)hetzij    [II.3.A    een zekere hoeveelheid vleesproducten(2), met uitzondering van gelatine, collageen en zeer verfijnde producten, zoals bedoeld in bijlage III, sectie XVI, bij Verordening (EG) nr. 853/2004, die:

1)    voldoen aan de diergezondheidsvoorschriften van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 399 en de volgende vleesbestanddelen bevatten die als zodanig in aanmerking komen voor binnenkomst in de Unie en aan de onderstaande criteria voldoen:

Soort (3)    Behandeling (4)    Oorsprong (5)    Erkende inrichting(en) (6)

(1) [2)    afkomstig zijn uit

(1)hetzij    [hetzelfde land als het land van oorsprong in vak I.7;]

(1)hetzij    [een lidstaat;]

(1)hetzij    [een derde land of delen daarvan dat (die) vleesproducten die geen specifieke risicobeperkende behandeling hoeven te ondergaan naar de Unie mag (mogen) uitvoeren, overeenkomstig een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden, waarbij het derde land waar het samengestelde product wordt geproduceerd ook met die behandeling behandelde vleesproducten naar de Unie mag uitvoeren.]] (7)

(1)[3)indien zij materiaal van runderen, schapen of geiten bevatten, met betrekking tot boviene spongiforme encefalopathie (BSE):

(1) hetzij    [het land of gebied van oorsprong overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG van de Commissie 400 is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico, en(14)

(1)    [de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, zijn geboren, ononderbroken gehouden en geslacht in een overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico ingedeeld land of gebied waar zich geen inheemse gevallen van BSE hebben voorgedaan;]

(1)    [de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich ten minste één inheems geval van BSE heeft voorgedaan, en de vleesproducten geen separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten bevatten en daar niet van zijn afgeleid;]

(1)    [de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een gecontroleerd BSE-risico en:

i)    de vleesproducten geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad 401 bevatten en daar niet van zijn afgeleid;

ii)    de vleesproducten geen separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten bevatten en daar niet van zijn afgeleid;

iii)    de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;]

(1)    [de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico en:

i)    de vleesproducten geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevatten en daar niet van zijn afgeleid;

ii)    de vleesproducten geen separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten bevatten en daar niet van zijn afgeleid;

iii)    de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;]

iv)    aan de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, geen vleesbeendermeel of kanen, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid 402 , zijn vervoederd;

v)    de vleesproducten zijn geproduceerd en behandeld op een wijze die waarborgt dat zij geen zenuw- en lymfeweefsel bevatten dat bij het ontbenen is vrijgelegd, en daar niet mee zijn besmet.]]

(1) hetzij     [het land of gebied van oorsprong overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een gecontroleerd BSE-risico, en

a)    de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;

(1) hetzij    [b)    de vleesproducten het volgende niet bevatten en daar niet van zijn afgeleid:

i)    gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

ii)    separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten.]

(1) hetzij    [b)    de vleesproducten behandelde darmen bevatten, of daarvan zijn afgeleid, van dieren die zijn geboren, ononderbroken zijn gehouden en zijn geslacht in een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich geen inheemse gevallen van BSE hebben voorgedaan;]

(1) hetzij    [b)    de vleesproducten behandelde darmen bevatten, of daarvan zijn afgeleid, van dieren die afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich ten minste één inheems geval van BSE heeft voorgedaan, en:

(1)    hetzij    [i)    de dieren zijn geboren na de datum met ingang waarvan het verbod op het vervoederen aan herkauwers van vleesbeendermeel en kanen, afkomstig van herkauwers, daadwerkelijk wordt toegepast;]

(1)    hetzij    [ii)    de behandelde darmen van runderen, schapen en geiten geen gespecificeerd risicomateriaal zoals omschreven in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevatten en zijn daar niet van zijn afgeleid.]]]

(1) hetzij     [het land of gebied van oorsprong niet overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld of is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico, en

a)    de dieren waarvan de vleesproducten afkomstig zijn, niet zijn:

i)    geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument;

ii)    gevoederd met vleesbeendermeel of kanen afkomstig van herkauwers, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid;

(1) hetzij    [b)    de vleesproducten het volgende niet bevatten en daar niet van zijn afgeleid:

i)    gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

ii)    separatorvlees van beenderen van runderen, schapen en geiten;

iii)    zenuw- en lymfweefsel dat bij het ontbenen is vrijgelegd.]

(1) hetzij    [b)    de vleesproducten behandelde darmen bevatten, of daarvan zijn afgeleid, van dieren die zijn geboren, ononderbroken zijn gehouden en zijn geslacht in een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich geen inheemse gevallen van BSE hebben voorgedaan;]

(1) hetzij    [b)    de vleesproducten behandelde darmen bevatten, of daarvan zijn afgeleid, van dieren die afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich ten minste één inheems geval van BSE heeft voorgedaan, en:

(1)    hetzij    [i)    de dieren zijn geboren na de datum met ingang waarvan het verbod op het vervoederen aan herkauwers van vleesbeendermeel en kanen, afkomstig van herkauwers, daadwerkelijk wordt toegepast;]

(1)    hetzij    [i)    de behandelde darmen van runderen, schapen en geiten geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 bevatten en daar niet van zijn afgeleid.]]]]]

(1)en/of    [II.3.B    Niet-houdbare zuivelproducten of producten op basis van colostrum(8), in elke hoeveelheid, die

a)    zijn geproduceerd

(1) hetzij [in de zone met de code …… …………….. zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden, die gedurende een periode van ten minste twaalf maanden vóór de datum van het melken vrij is geweest van mond-en-klauwzeer en infectie met het runderpestvirus, en er gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen die ziekten is uitgevoerd.]

(1) hetzij [in de zone met de code …… …………….. zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden en de toegepaste behandeling in overeenstemming is met de minimale behandeling als bedoeld in artikel 157 en bijlage XXVII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692]

en in de inrichting ………………………………….. (erkenningsnummer van de inrichtingen van oorsprong van de zuivelproducten of van de producten op basis van colostrum die het samengesteld product bevat, als toegelaten op het tijdstip van de productie voor de uitvoer van zuivelproducten of producten op basis van colostrum naar de EU).

b) afkomstig zijn uit:

(1) hetzij [dezelfde zone als de in vak I.7 bedoelde zone]

(1) hetzij [een lidstaat]

(1) hetzij[een zone van waaruit de binnenkomst in de Unie van melk, colostrum, zuivelproducten en producten op basis van colostrum is toegestaan zoals opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden, waarbij ook, onder dezelfde voorwaarden, de binnenkomst in de Unie van melk, colostrum, zuivelproducten en producten op basis van colostrum is toegestaan voor de zone waar het samengestelde product wordt geproduceerd, en die in die bijlage is opgenomen]

(1) [c)    zuivelproducten zijn die zijn gemaakt uit rauwe melk, verkregen van

(1)    hetzij    [Bos Taurus, Ovis aries, Capra hircus, Bubalus bubalis, Camelus dromedarius] en die vóór verzending naar de Unie een van de volgende behandelingen hebben ondergaan of zijn geproduceerd met rauwe melk die een van de volgende behandelingen heeft ondergaan:

(1)    hetzij    [een pasteurisatiebehandeling met één warmtebehandeling waarvan het verhittingseffect ten minste gelijk is aan dat van een pasteurisatie bij een temperatuur van ten minste 72 °C gedurende 15 seconden en die, indien van toepassing, voldoende is om te zorgen voor een negatieve reactie op een alkalischefosfatasetest die onmiddellijk na de warmtebehandeling wordt uitgevoerd;]

(1)    hetzij    [een sterilisatie met een F0-waarde van ten minste 3;]

(1)    hetzij    [een ultrahogetemperatuur (UHT)-behandeling bij ten minste 135 °C gedurende voldoende lange tijd;]

(1)    hetzij    [een kortstondige pasteurisatie bij hoge temperatuur (High Temperature Short Time — HTST) bij 72 °C gedurende 15 seconden, of een behandeling met een gelijkwaardig pasteurisatie-effect, toegepast op melk met een pH lager dan 7,0 om, indien van toepassing, een negatieve reactie te veroorzaken op een alkalischefosfatasetest;]

(1)    hetzij    [een tweevoudige kortstondige pasteurisatie bij hoge temperatuur (High Temperature Short Time — HTST) bij 72 °C gedurende 15 seconden, of een behandeling met een gelijkwaardig pasteurisatie-effect, toegepast op melk met een pH gelijk aan of hoger dan 7,0 om, indien van toepassing, een negatieve reactie te veroorzaken op een alkalischefosfatasetest; onmiddellijk gevolgd door

(1)    hetzij    [verlaging van de pH tot minder dan 6 gedurende een uur;]

(1)    hetzij    [extra verhitting tot ten minste 72 °C, gecombineerd met een droogprocedé;]]]

(1)    hetzij    [Bos Taurus, Ovis aries, Capra hircus, Bubalus bubalis, Camelus dromedarius] en die vóór verzending naar de Unie een van de volgende behandelingen hebben ondergaan of zijn geproduceerd met rauwe melk die een van de volgende behandelingen heeft ondergaan:

(1)    hetzij    [een sterilisatie met een F0-waarde van ten minste 3;]

(1)    hetzij    [een ultrahogetemperatuur (UHT)-behandeling bij ten minste 135 °C gedurende voldoende lange tijd;]]]

(1) [d) producten op basis van colostrum zijn en zij afkomstig zijn uit een derde land of gebied dat is opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden voor de binnenkomst van rauwe melk, colostrum en producten op basis van colostrum]

e)    zijn geproduceerd op …………………………. of tussen ……………………………… en ……………………………...(9).]] 

 (1)en/of    [II.3.C    Visserijproducten die afkomstig zijn van de erkende inrichting nr.°(10)………gelegen in het land(11) ……………]

(1)en/of    [II.3.D    Eiproducten die afkomstig zijn uit de zone(12)…….. die op de datum van afgifte van dit certificaat vermeld staat in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden voor de binnenkomst in de Unie van eiproducten en waar een ziektebewakingsprogramma voor hoogpathogene aviaire influenza wordt toegepast dat voldoet aan de in artikel 160 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 bedoelde voorschriften]

zijn geproduceerd van eieren afkomstig van een inrichting die voldoet aan de voorschriften van bijlage III, sectie X, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 waar zich gedurende de periode van 30 dagen vóór de datum van verzameling van de eieren geen uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza of infectie met het virus van de ziekte van Newcastle hebben voorgedaan;

hetzij

   (1)    II.3.D.1    [waarrond zich binnen een straal van 10 km[, in voorkomend geval met inbegrip van het grondgebied van een buurland,] gedurende een periode van 30 dagen vóór de datum van de verzameling van de eieren geen uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza of infectie met het virus van de ziekte van Newcastle hebben voorgedaan.]

hetzij

   (1)    II.3.D.2    [de eiproducten zijn als volgt verwerkt:

   (1)    hetzij    [vloeibaar eiwit is:

   (1)    hetzij    [gedurende 870 seconden bij 55,6 °C behandeld.]

   (1)    hetzij    [gedurende 232 seconden bij 56,7 °C behandeld.]

   (1)    hetzij    [dooier met een gehalte aan toegevoegd zout van 10 % is gedurende 138 seconden bij 62,2 °C behandeld.]

   (1)    hetzij    [gedroogd eiwit is:

   (1)    hetzij    [gedurende 20 uur bij 67 °C behandeld.]

   (1)    hetzij    [gedurende 50,4 uur bij 54,4 °C behandeld.]

   (1)    hetzij    [hele eieren zijn:

   (1)    hetzij    [ten minste gedurende 188 seconden bij 60 °C behandeld.]

   (1)    hetzij    [volledig gekookt.]

[heeleimengsels zijn ten minste als volgt behandeld]:

   (1)    hetzij    [gedurende 188 seconden bij 60 °C behandeld.]

   (1)    hetzij    [gedurende 94 seconden bij 61,1 °C behandeld.]

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit diergezondheids-/officieel certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.7:    Vul de ISO-code in van het land van oorsprong van het samengestelde product dat vleesproducten bevat, zoals opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden of in een lijst in door de Commissie krachtens artikel 127, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 vastgestelde uitvoeringshandelingen, en/of, in het geval van verwerkte producten op basis van colostrum, zoals opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden, en/of, in het geval van verwerkte zuivelproducten, zoals opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden of in een lijst in door de Commissie krachtens artikel 127, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 vastgestelde uitvoeringshandelingen, en/of, in het geval van visserijproducten, zoals opgenomen in een lijst in door de Commissie krachtens artikel 127, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 vastgestelde uitvoeringshandelingen, en/of, in het geval van eiproducten, zoals opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

Vak I.11:    Naam, adres en registratie-/erkenningsnummer, indien beschikbaar, van de productie-inrichtingen van het (de) samengestelde product(en). Naam van het land van verzending, dat hetzelfde moet zijn als het land van oorsprong in vak I.7.

Vak I.15:    Registratienummer (treinwagons of containers en wegvoertuigen), vluchtnummer (vliegtuig) of naam (schip). Bij vervoer in laadkisten of recipiënten moeten het registratienummer en, indien van toepassing, het volgnummer van het zegel worden vermeld in vak I.19. In geval van overslag moet de verzender de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie hiervan op de hoogte stellen.

Vak I.19:    Bij vervoer in laadkisten, recipiënten of dozen het containernummer en het zegelnummer (indien van toepassing) vermelden.

Vak I.27:    gebruik de juiste code van het Geharmoniseerd Systeem (HS) van de Werelddouaneorganisatie, zoals: 16.01, 16.02, 16.03, 16.04, 16.05, 19.01, 19.02, 19.05, 20.04, 20.05, 21.03, 21.04, 21.05, 21.06.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

“Verwerkingsbedrijf”:    Voeg de naam en het erkenningsnummer, indien beschikbaar, in van de productie-inrichtingen van het (de) samengestelde product(en).

“Aard van de goederen”:    Als het samengestelde product vleesproducten bevat, “vleesproduct” vermelden. Als het samengestelde product zuivelproducten bevat, “zuivelproduct” vermelden. Als het samengestelde product producten op basis van colostrum bevat, “product op basis van colostrum” vermelden. Als het samengestelde product visserijproducten bevat, vermelden of het gaat om aquacultuur of wilde oorsprong. Als het samengestelde product eiproducten bevat, het eigehaltepercentage vermelden.

Deel II:

(1)    Schrappen indien niet van toepassing.

(2)    Vleesproducten zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 7.1, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

(3)    Voeg de code voor de desbetreffende diersoorten voor de vleesproducten in: BOV = als landbouwhuisdier gehouden runderen (Bos taurus, Bison bison, Bubalus bubalis en kruisingen daarvan); OVI = als landbouwhuisdier gehouden schapen (Ovis aries) en geiten (Capra hircus); EQU = als landbouwhuisdier gehouden paardachtigen (Equus caballus, Equus asinus en kruisingen daarvan); POR = als landbouwhuisdier gehouden varkens (Sus scrofa); RM = gekweekte konijnen; POU = als landbouwhuisdier gehouden pluimvee; RAT = loopvogels; RUF = als gekweekt wild gehouden dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen, geiten), kameelachtigen en hertachtigen; RUW = wilde dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen en geiten), wilde kameelachtigen en wilde hertachtigen; SUF = als gekweekt wild gehouden dieren van wilde varkensrassen en dieren van de familie Tayassuidae; SUW = wilde dieren van wilde varkensrassen en wilde dieren van de familie Tayassuidae; EQW = eenhoevig vrij wild, WL = wilde leporidae, GBM = vederwild.

(4)    A, B, C, D, E of F naargelang de vereiste behandeling, zoals gespecificeerd en omschreven in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(5)    Vul de code van de zone van oorsprong van het vleesproduct in zoals die is vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(6)    Vul het EU-erkenningsnummer in van de inrichtingen van oorsprong van de vleesproducten die het samengestelde product bevat.

(7)    Schrappen indien de vleesproducten zijn verkregen van EQU, EQW, WL of GBM zoals omschreven in voetnoot 3.

(8)    Onder rauwe melk en zuivelproducten worden verstaan rauwe melk en zuivelproducten voor menselijke consumptie als gedefinieerd in bijlage I, punten 4.1 en 7.2, bij Verordening (EG) nr. 853/2004. Onder colostrum en producten op basis van colostrum worden verstaan colostrum en producten op basis van colostrum zoals gedefinieerd in bijlage III, sectie IX, punten 1 en 2, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

(9)    Productiedatum of -data. De binnenkomst in de Unie van samengestelde producten is alleen toegestaan als de producten van dierlijke oorsprong die daarin zijn verwerkt, zijn verkregen na de datum waarop voor het derde land of deel daarvan waar de producten van dierlijke oorsprong zijn geproduceerd de binnenkomst in de Unie van de specifieke soort en categorie van de producten van dierlijke oorsprong was toegestaan, of in een periode waarin voor de binnenkomst van die producten uit dit derde land of deel daarvan geen door de Unie genomen veterinairrechtelijke beperkingsmaatregelen golden of in een periode waarin de toestemming voor de binnenkomst in de Unie van die producten uit dit land of deel daarvan niet was opgeschort.

(10)    Nummer van de visserijproductinrichtingen die naar de EU mogen uitvoeren.

(11)    Land van oorsprong van waaruit de binnenkomst in de Unie is toegestaan. In het geval van visserijproducten die zijn afgeleid van levende tweekleppige weekdieren, moet de binnenkomst in de Unie van levende tweekleppige weekdieren uit het land van oorsprong zijn toegestaan.

(12)    Code van de zone zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(13)    Te ondertekenen door:

- een officiële dierenarts

- een certificerend functionaris of een officiële dierenarts voor samengestelde producten die alleen ei- of visserijproducten bevatten.

(14)    Behoud ten minste één van de voorgestelde opties.

[Officiële dierenarts](1)(13)/[Certificerend functionaris](1)(13)

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 51: MODEL VAN EEN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE KIEMGROENTEN EN VOOR DE PRODUCTIE VAN KIEMGROENTEN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE ZADEN (MODEL SPR)

LAND

Officieel certificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

Producten voor menselijke consumptie

I.21

I.22

Voor de interne markt

I.23

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Soort

Koelhuis

Type verpakking

Nettogewicht

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning

Verwerkingsbedrijf

LAND    Modelcertificaat SPR

II. Informatie over de gezondheid

II.a Referentienummer certificaat

II.b Imsoc-referentie

II.1.    Verklaring inzake de volksgezondheid

Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante voorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad 403 en Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 404 , en dat:

II.1.1     de in deel I beschreven kiemgroenten en zaden bestemd voor de productie van kiemgroenten zijn geproduceerd onder omstandigheden die voldoen aan Verordening (EG) nr. 852/2004 en met name aan de algemene hygiënevoorschriften voor primaire productie en daarmee verband houdende bewerkingen zoals vastgesteld in bijlage I, deel A, bij die verordening;

II.1.2(1)    de kiemgroenten zijn geproduceerd in inrichtingen die zijn erkend overeenkomstig de voorschriften van artikel 2 van Verordening (EU) nr. 210/2013 van de Commissie 405 ;

II.1.3(1)     de kiemgroenten zijn geproduceerd onder omstandigheden die voldoen aan de traceerbaarheidsvoorschriften van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 208/2013 van de Commissie en de criteria van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie 406 .

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit officiële certificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.27:    Voeg de toepasselijke GS-code(s) in, zoals: 0704 90, 0706 90, 0708 10, 0708 20, 0708 90, 0713 10, 0713 33, 0713 34, 0713 35, 0713 39, 0713 40, 0713 50, 0713 60, 0713 90, 0910 99, 1201 10, 1201 90, 1207 50, 1207 99, 1209 10, 1209 21 of 1209 91.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

“Verwerkingsbedrijf”: Voeg de naam in van de inrichtingen waar de kiemgroenten of zaden zijn geproduceerd.

Deel II:

(1) Schrappen indien niet van toepassing (bv. indien het om zaden gaat).

Deel II: Certificering

Certificerend functionaris

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



HOOFDSTUK 52: MODEL VAN DIERGEZONDHEIDSCERTIFICAAT VOOR DE DOORVOER DOOR DE UNIE NAAR EEN DERDE LAND, HETZIJ RECHTSTREEKS, HETZIJ NA OPSLAG IN DE UNIE, VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE NIET-HOUDBARE SAMENGESTELDE PRODUCTEN EN HOUDBARE SAMENGESTELDE PRODUCTEN DIE EEN ZEKERE HOEVEELHEID VLEESPRODUCTEN BEVATTEN (MODEL TRANSIT-COMP)

LAND

Diergezondheidscertificaat voor de EU

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Referentienummer certificaat

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

I.3

Centrale bevoegde autoriteit

QR-code

Land

ISO-landcode

I.4

Lokale bevoegde autoriteit

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Naam

Registratie-/erkenningsnummer

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

Omgevingstemperatuur

Gekoeld

Ingevroren

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor

 Producten voor menselijke consumptie

I.21

Voor doorvoer

I.22

Derde land

ISO-landcode

I.23



I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Hoeveelheid

Koelhuis

Type verpakking

Nettogewicht

Slachthuis

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

Eindverbruiker

Datum van winning/productie

Verwerkingsbedrijf



LAND

Modelcertificaat TRANSIT-COMP

Deel II: Certificering

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Referentienummer certificaat

II.b

Imsoc-referentie

Ondergetekende verklaart hetgeen volgt:

II.1.    de in deel I beschreven samengestelde producten bevatten:

(1)hetzij    [II.1.A    een zekere hoeveelheid vleesproducten(2), met uitzondering van gelatine, collageen en zeer verfijnde producten, zoals bedoeld in bijlage III, sectie XVI, bij Verordening (EG) nr. 853/2004, die:

II.1.A.1.    voldoen aan de diergezondheidsvoorschriften van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 407 en de volgende vleesbestanddelen bevatten die als zodanig in aanmerking komen voor binnenkomst in de Unie en aan de onderstaande criteria voldoen:

Soort (3)    Behandeling (4)    Oorsprong (5)    

II.1.A.2.    afkomstig zijn uit:

(1)hetzij    [hetzelfde land als het in vak I.7 bedoelde land van oorsprong;]

(1)hetzij    [een lidstaat;]

(1)hetzij    [een derde land of delen daarvan dat (die) op de datum van afgifte van dit certificaat vleesproducten die geen specifieke risicobeperkende behandeling hoeven te ondergaan naar de Unie mag (mogen) uitvoeren, overeenkomstig een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden, waarbij het derde land waar het samengestelde product wordt geproduceerd ook met die behandeling behandelde vleesproducten naar de Unie mag uitvoeren.]] (6)

(1)en/of    [II.1.B    Niet-houdbare zuivelproducten of producten op basis van colostrum(7), in elke hoeveelheid, die 

a)    zijn geproduceerd

(1) hetzij [in de zone met de code …… …………….. zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden, die gedurende een periode van ten minste twaalf maanden vóór de datum van het melken vrij is geweest van mond-en-klauwzeer en infectie met het runderpestvirus, en er gedurende dezelfde periode geen vaccinatie tegen die ziekten is uitgevoerd.]

(1) hetzij [in de zone met de code …… …………….. zoals opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden en de toegepaste behandeling in overeenstemming is met de minimale behandeling als bedoeld in artikel 157 en bijlage XXVII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692]

en in de inrichting ………………………………….. (erkenningsnummer van de inrichtingen van oorsprong van de zuivelproducten of van de producten op basis van colostrum die het samengesteld product bevat, als toegelaten op het tijdstip van de productie voor de uitvoer van zuivelproducten of producten op basis van colostrum naar de EU).

b) afkomstig zijn uit:

(1) hetzij [dezelfde zone als de in vak I.7 bedoelde zone]

(1) hetzij [een lidstaat]

(1) hetzij [een zone, zoals opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden, van waaruit de binnenkomst in de Unie van melk, colostrum, zuivelproducten en producten op basis van colostrum is toegestaan, waarbij ook, onder dezelfde voorwaarden, de binnenkomst in de Unie van melk, colostrum, zuivelproducten en producten op basis van colostrum is toegestaan voor de zone waar het samengestelde product wordt geproduceerd, en die in die bijlage is opgenomen]

(1) [c)    zuivelproducten zijn die zijn gemaakt uit rauwe melk, verkregen van

(1)    hetzij    [Bos Taurus, Ovis aries, Capra hircus, Bubalus bubalis, Camelus dromedarius] en die vóór verzending naar de Unie een van de volgende behandelingen hebben ondergaan of zijn geproduceerd met rauwe melk die een van de volgende behandelingen heeft ondergaan:

(1)    hetzij    [een pasteurisatiebehandeling met één warmtebehandeling waarvan het verhittingseffect ten minste gelijk is aan dat van een pasteurisatie bij een temperatuur van ten minste 72 °C gedurende 15 seconden en die, indien van toepassing, voldoende is om te zorgen voor een negatieve reactie op een alkalischefosfatasetest die onmiddellijk na de warmtebehandeling wordt uitgevoerd;]

(1)    hetzij    [een sterilisatie met een F0-waarde van ten minste 3;]

(1)    hetzij    [een ultrahogetemperatuur (UHT)-behandeling bij ten minste 135 °C gedurende voldoende lange tijd;]

(1)    hetzij    [een kortstondige pasteurisatie bij hoge temperatuur (High Temperature Short Time — HTST) bij 72 °C gedurende 15 seconden, of een behandeling met een gelijkwaardig pasteurisatie-effect, toegepast op melk met een pH lager dan 7,0 om, indien van toepassing, een negatieve reactie te veroorzaken op een alkalischefosfatasetest;]

(1)    hetzij    [een tweevoudige kortstondige pasteurisatie bij hoge temperatuur (High Temperature Short Time — HTST) bij 72 °C gedurende 15 seconden, of een behandeling met een gelijkwaardig pasteurisatie-effect, toegepast op melk met een pH gelijk aan of hoger dan 7,0 om, indien van toepassing, een negatieve reactie te veroorzaken op een alkalischefosfatasetest; onmiddellijk gevolgd door

(1)    hetzij    [verlaging van de pH tot minder dan 6 gedurende een uur;]

(1)    hetzij    [extra verhitting tot ten minste 72 °C, gecombineerd met een droogprocedé;]]]

(1)    hetzij    [andere dieren dan Bos Taurus, Ovis aries, Capra hircus, Bubalus bubalis, Camelus dromedarius] en die vóór verzending naar de Unie een van de volgende behandelingen hebben ondergaan of zijn geproduceerd met rauwe melk die een van de volgende behandelingen heeft ondergaan:

(1)    hetzij    [een sterilisatie met een F0-waarde van ten minste 3;]

(1)    hetzij    [een ultrahogetemperatuur (UHT)-behandeling bij ten minste 135 °C gedurende voldoende lange tijd;]]]

(1) [d) producten op basis van colostrum zijn en zij afkomstig zijn uit een derde land of gebied dat is opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden voor de binnenkomst van rauwe melk, colostrum en producten op basis van colostrum]

e)    zijn geproduceerd op …………………………. of tussen ……………………………… en ……………………………...(8).]] 

(1)en/of    [II.1.C.    Eiproducten die afkomstig zijn uit de zone(9)…….. die op de datum van afgifte van dit certificaat vermeld staat in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden voor de binnenkomst in de Unie van eiproducten en waar een ziektebewakingsprogramma voor hoogpathogene aviaire influenza wordt toegepast dat voldoet aan de in artikel 160 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 bedoelde voorschriften]

zijn geproduceerd van eieren afkomstig van een inrichting die voldoet aan de voorschriften van bijlage III, sectie X, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad waar zich gedurende de periode van 30 dagen vóór de datum van verzameling van de eieren geen uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza of infectie met het virus van de ziekte van Newcastle hebben voorgedaan;

hetzij

   (1)    II.1.C.1    [waarrond zich binnen een straal van 10 km[, in voorkomend geval met inbegrip van het grondgebied van een buurland,] gedurende een periode van 30 dagen vóór de datum van de verzameling van de eieren geen uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza of infectie met het virus van de ziekte van Newcastle hebben voorgedaan.]

hetzij

   (1)    II.1.C.1    [de eiproducten zijn als volgt verwerkt:

   (1)    hetzij    [vloeibaar eiwit is:

   (1)    hetzij    [gedurende 870 seconden bij 55,6 °C behandeld.]

   (1)    hetzij    [gedurende 232 seconden bij 56,7 °C behandeld.]

   (1)    hetzij    [dooier met een gehalte aan toegevoegd zout van 10 % is gedurende 138 seconden bij 62,2 °C behandeld.]

   (1)    hetzij    [gedroogd eiwit is:

   (1)    hetzij    [gedurende 20 uur bij 67 °C behandeld.]

   (1)    hetzij    [gedurende 50,4 uur bij 54,4 °C behandeld.]

   (1)    hetzij    [hele eieren zijn:

   (1)    hetzij    [ten minste gedurende 188 seconden bij 60 °C behandeld.]

   (1)    hetzij    [volledig gekookt.]

[heeleimengsels zijn ten minste als volgt behandeld]:

   (1)    hetzij    [gedurende 188 seconden bij 60 °C behandeld.]

   (1)    hetzij    [gedurende 94 seconden bij 61,1 °C behandeld.]

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in dit certificaat ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Dit certificaat is bestemd voor de binnenkomst in de Unie van samengestelde producten die vleesproducten, zuivelproducten, producten op basis van colostrum en/of eiproducten bevatten, waarvoor de Unie niet de eindbestemming is.

Dit diergezondheidscertificaat moet worden ingevuld overeenkomstig de richtsnoeren in bijlage I, hoofdstuk 4, bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 8100] van de Commissie.

Deel I:

Vak I.7:    Vul de ISO-code in van het land van oorsprong van het samengestelde product dat vleesproducten bevat, zoals opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden of in een lijst in door de Commissie krachtens artikel 127, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 vastgestelde uitvoeringshandelingen, en/of, in het geval van verwerkte producten op basis van colostrum, zoals opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden, en/of, in het geval van verwerkte zuivelproducten, zoals opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden of in bijlage X bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2020) 9200], en/of, in het geval van eiproducten, zoals opgenomen in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

Vak I.11:    Naam, adres en registratie-/erkenningsnummer, indien beschikbaar, van de productie-inrichtingen van het (de) samengestelde product(en). Naam van het land van verzending, dat hetzelfde moet zijn als het land van oorsprong in vak I.7.

Vak I.15:    Registratienummer (treinwagons of containers en wegvoertuigen), vluchtnummer (vliegtuig) of naam (schip). Bij vervoer in laadkisten of recipiënten moeten het registratienummer en, indien van toepassing, het volgnummer van het zegel worden vermeld in vak I.19. In geval van overslag moet de verzender de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie hiervan op de hoogte stellen.

Vak I.19:    Bij vervoer in laadkisten, recipiënten of dozen het containernummer en het zegelnummer (indien van toepassing) vermelden.

Vak I.27:    gebruik de juiste code van het Geharmoniseerd Systeem (HS) van de Werelddouaneorganisatie, zoals: 16.01, 16.02, 16.03, 16.04, 16.05, 19.01, 19.02, 19.05, 20.04, 20.05, 21.03, 21.04, 21.05, 21.06.

Vak I.27:    Beschrijving van de zending:

“Verwerkingsbedrijf”:    Voeg de naam en het erkenningsnummer, indien beschikbaar, in van de productie-inrichtingen van het (de) samengestelde product(en).

“Aard van de goederen”:    Als het samengestelde product vleesproducten bevat, “vleesproduct” vermelden. Als het samengestelde product zuivelproducten bevat, “zuivelproduct” vermelden. Als het samengestelde product producten op basis van colostrum bevat, “product op basis van colostrum” vermelden. Als het samengestelde product eiproducten bevat, het eigehaltepercentage vermelden.

Deel II:

(1)    Schrappen indien niet van toepassing.

(2)    Vleesproducten zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 7.1, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

(3)    Vul de code voor de desbetreffende diersoorten voor de vleesproducten in: BOV = als landbouwhuisdier gehouden runderen (Bos taurus, Bison bison, Bubalus bubalis en kruisingen daarvan); OVI = als landbouwhuisdier gehouden schapen (Ovis aries) en geiten (Capra hircus); EQU = als landbouwhuisdier gehouden paardachtigen (Equus caballus, Equus asinus en kruisingen daarvan); POR = als landbouwhuisdier gehouden varkens (Sus scrofa); RM = gekweekte konijnen; POU = als landbouwhuisdier gehouden pluimvee; RAT = loopvogels; RUF = als gekweekt wild gehouden dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen, geiten), kameelachtigen en hertachtigen; RUW = wilde dieren van de familie Bovidae (met uitzondering van als landbouwhuisdier gehouden runderen, schapen en geiten), wilde kameelachtigen en wilde hertachtigen; SUF = als gekweekt wild gehouden dieren van wilde varkensrassen en dieren van de familie Tayassuidae; SUW = wilde dieren van wilde varkensrassen en wilde dieren van de familie Tayassuidae;

(4)    A, B, C, D, E of F naargelang de vereiste behandeling, zoals gespecificeerd en omschreven in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(5)    Vul de code van de zone van oorsprong van het vleesproduct in zoals die is vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

(6) Schrappen indien de vleesproducten zijn verkregen van EQU, EQW, WL of GBM zoals omschreven in voetnoot 3.

(7)    Onder rauwe melk en zuivelproducten worden verstaan rauwe melk en zuivelproducten voor menselijke consumptie als gedefinieerd in bijlage I, punten 4.1 en 7.2, bij Verordening (EG) nr. 853/2004. Onder colostrum en producten op basis van colostrum worden verstaan colostrum en producten op basis van colostrum zoals gedefinieerd in bijlage III, sectie IX, punten 1 en 2, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

(8)    Productiedatum of -data. De binnenkomst in de Unie van samengestelde producten is alleen toegestaan als de producten van dierlijke oorsprong die daarin zijn verwerkt, zijn verkregen na de datum waarop voor het derde land of deel daarvan waar de producten van dierlijke oorsprong zijn geproduceerd de binnenkomst in de Unie van de specifieke soort en categorie van de producten van dierlijke oorsprong was toegestaan, of in een periode waarin voor de binnenkomst van die producten uit dit derde land of deel daarvan geen door de Unie genomen veterinairrechtelijke beperkingsmaatregelen golden of in een periode waarin de toestemming voor de binnenkomst in de Unie van die producten uit dit land of deel daarvan niet was opgeschort.

(9)    Code van de zone zoals vermeld in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden.

Officiële dierenarts

Naam (in hoofdletters)

Datum

Hoedanigheid en titel

Stempel

Handtekening



BIJLAGE IV

Bijlage IV bevat de volgende modellen van diergezondheidscertificaten:

Hoofdstuk 1: Model van diergezondheidscertificaat voor levende dieren die naar het slachthuis worden vervoerd in het geval van ante-mortemkeuring op het bedrijf van herkomst overeenkomstig artikel 5, lid 2, punt f), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie

Hoofdstuk 2: Model van diergezondheidscertificaat voor pluimvee voor de productie van foie gras en pluimvee dat later van de ingewanden is ontdaan, dat op het bedrijf van herkomst is geslacht overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie

Hoofdstuk 3: Model van diergezondheidscertificaat voor gekweekt wild en als landbouwhuisdieren gehouden runderen, varkens en paardachtigen dat/die op het bedrijf van herkomst zijn geslacht overeenkomstig artikel 6, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie

Hoofdstuk 4: Model van diergezondheidscertificaat voor gekweekt wild dat op het bedrijf van herkomst is geslacht overeenkomstig bijlage III, sectie III, punt 3, a), bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en artikel 6, lid 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie

Hoofdstuk 5: Model van diergezondheidscertificaat in geval van een noodslachting buiten het slachthuis overeenkomstig artikel 4 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie



Modellen van diergezondheidscertificaten in geval van ante-mortemkeuring op het bedrijf van herkomst

Hoofdstuk 1: Model van diergezondheidscertificaat voor levende dieren die naar het slachthuis worden gebracht in het geval van ante-mortemkeuring op het bedrijf van herkomst overeenkomstig artikel 5, lid 2, punt f), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie(1)

Naam van de officiële dierenarts:    

Nr.:    

1.    Identificatie van de dieren

Soort:    

Aantal dieren:    

Identificatiemerk:    

2.    Herkomst van de dieren

Adres van het bedrijf van herkomst:    

Identificatie van de stallen*:    

3.    Bestemming van de dieren

De dieren worden naar het volgende slachthuis vervoerd:    

   

met het volgende vervoermiddel:    

4.    Andere relevante informatie

   

5.    Verklaring

Ondergetekende verklaart dat:

·de in deel I beschreven dieren vóór het slachten zijn gekeurd op bovengenoemd bedrijf, op ……… (datum) om ……… (tijd), en geschikt voor de slacht zijn bevonden;

·de volgende vaststellingen betreffende de gezondheid en het welzijn van de dieren zijn gedaan: …………………………………………………………………………

·de registers en documentatie betreffende deze dieren voldeden aan de wettelijke eisen en het slachten van de dieren niet in de weg staan.

·zij/hij de informatie betreffende de voedselketen heeft gecontroleerd.

Gedaan te:    ,

(plaats)

op:    

(datum)

Stempel

………………………………………….

(handtekening van de officiële dierenarts)

* optioneel

(1)Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie van 8 februari 2019 betreffende specifieke voorschriften voor de uitvoering van officiële controles van de productie van vlees en voor de productie- en de heruitzettingsgebieden van levende tweekleppige weekdieren overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 1).


Hoofdstuk 2: Model van diergezondheidscertificaat voor pluimvee voor de productie van foie gras en pluimvee dat later van de ingewanden is ontdaan, dat op het bedrijf van herkomst is geslacht overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie(1)

Naam van de officiële dierenarts:    

Nr.:    

1.    Identificatie van de niet van de ingewanden ontdane karkassen

Soort:    

Aantal:    

2.    Herkomst van de niet van de ingewanden ontdane karkassen

Adres van het bedrijf van herkomst:    

3.    Bestemming van de niet van de ingewanden ontdane karkassen

De niet van de ingewanden ontdane karkassen worden naar de onderstaande uitsnijderij vervoerd:        

4.    Verklaring

Ondergetekende verklaart dat:

·de in deel I beschreven niet van de ingewanden ontdane karkassen afkomstig zijn van vogels die vóór het slachten zijn gekeurd op bovengenoemd bedrijf van herkomst, op ……… (datum) om ……… (tijd), en geschikt voor de slacht zijn bevonden;

·de volgende vaststellingen betreffende de gezondheid en het welzijn van de dieren zijn gedaan: ……………………………………………………………………………

·de registers en documentatie betreffende deze dieren voldeden aan de wettelijke eisen en het slachten van de vogels niet in de weg stonden.

Gedaan te:    ,

(plaats)

op:    

(datum)

Stempel

………………………………………….

(handtekening van de officiële dierenarts)

(1)Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie van 8 februari 2019 betreffende specifieke voorschriften voor de uitvoering van officiële controles van de productie van vlees en voor de productie- en de heruitzettingsgebieden van levende tweekleppige weekdieren overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 1).



Hoofdstuk 3: Model van diergezondheidscertificaat voor gekweekt wild en als landbouwhuisdieren gehouden runderen, varkens en paardachtigen dat/die op het bedrijf van herkomst zijn geslacht overeenkomstig artikel 6, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie(1)

Naam van de officiële dierenarts:    

Nr.:    

1.    Identificatie van de dieren

Soort:    

Aantal dieren:    

Identificatiemerk:    

2.    Herkomst van de dieren

Adres van het bedrijf van herkomst:     

Identificatie van de stallen*:    

3.    Bestemming van de dieren

De dieren worden naar het volgende slachthuis vervoerd:    

   

met het volgende vervoermiddel:    

4.    Andere relevante informatie

   

5.    Verklaring

Ondergetekende verklaart dat:

1) de in deel I beschreven dieren vóór het slachten zijn gekeurd op bovengenoemd bedrijf van herkomst, op ……… (datum) om ……… (tijd), en geschikt voor de slacht zijn bevonden;

2) zij op het bedrijf van herkomst zijn geslacht op ……… (datum) om ……… (tijd) en dat het slachten en uitbloeden correct zijn verlopen;

3) de volgende vaststellingen betreffende de gezondheid en het welzijn van de dieren zijn gedaan: ……………………………………………………………………………,

4) de registers en documentatie betreffende deze dieren voldeden aan de wettelijke eisen en het slachten van de dieren niet in de weg stonden.

Gedaan te:    ,

(plaats)

op:    

(datum)

Stempel

………………………………………….

(handtekening van de officiële dierenarts)

* optioneel

(1)Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie van 8 februari 2019 betreffende specifieke voorschriften voor de uitvoering van officiële controles van de productie van vlees en voor de productie- en de heruitzettingsgebieden van levende tweekleppige weekdieren overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 1).


Hoofdstuk 4: Model van diergezondheidscertificaat voor gekweekt wild dat op het bedrijf van herkomst is geslacht overeenkomstig bijlage III, sectie III, punt 3, a), bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en artikel 6, lid 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie(1)

Naam van de officiële dierenarts:    

Nr.:    

1.    Identificatie van de dieren

Soort:    

Aantal dieren:    

Identificatiemerk:    

2.    Herkomst van de dieren

Adres van het bedrijf van herkomst:    

Identificatie van de stallen*:    

3.    Bestemming van de dieren

De dieren worden naar het volgende slachthuis vervoerd:    

   

met het volgende vervoermiddel:    

4.    Andere relevante informatie

   

5.    Verklaring

Ondergetekende verklaart dat:

1) de in deel I beschreven dieren vóór het slachten zijn gekeurd op bovengenoemd bedrijf van herkomst, op ……… (datum) om ……… (tijd), en geschikt voor de slacht zijn bevonden;

2) de volgende vaststellingen betreffende de gezondheid en het welzijn van de dieren zijn gedaan: ……………………………………………………………………………,

3) de registers en documentatie betreffende deze dieren voldeden aan de wettelijke eisen en het slachten van de dieren niet in de weg stonden.

Gedaan te:    ,

(plaats)

op:    

(datum)

Stempel

………………………………………….

(handtekening van de officiële dierenarts)

* optioneel

(1)Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie van 8 februari 2019 betreffende specifieke voorschriften voor de uitvoering van officiële controles van de productie van vlees en voor de productie- en de heruitzettingsgebieden van levende tweekleppige weekdieren overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 1).



Hoofdstuk 5: Model van diergezondheidscertificaat in geval van een noodslachting buiten het slachthuis overeenkomstig artikel 4 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie(1)

MODEL VAN DIERGEZONDHEIDSCERTIFICAAT IN GEVAL VAN EEN NOODSLACHTING BUITEN HET SLACHTHUIS

DIERGEZONDHEIDSCERTIFICAAT

In geval van een noodslachting buiten het slachthuis

Naam van de officiële dierenarts:    

Nr.:    

1.    Identificatie van de dieren

Soort:    

Aantal dieren:    

Identificatiemerk:    

Eigenaar van de dieren: …………………………………………………………………………

2.    Plaats van de noodslachting

Adres:    

Identificatie van de stallen*:    

3.    Bestemming van de dieren

De dieren worden naar het volgende slachthuis vervoerd:    

   

met het volgende vervoermiddel:    

4.    Andere relevante informatie

   

5.    Verklaring

Ondergetekende verklaart dat:

1) de in deel I beschreven dieren vóór het slachten zijn gekeurd op bovengenoemde locatie, op ……… (datum) om ……… (tijd), en geschikt voor de slacht zijn bevonden;

2) zij zijn geslacht op ……… (datum) om ……… (tijd) en dat het slachten en uitbloeden correct zijn verlopen;

3) de reden voor de noodslachting het volgende was: …………………………………………………………,

4) de volgende vaststellingen betreffende de gezondheid en het welzijn van de dieren zijn gedaan: ……………………………………………………………,

5) de dieren de volgende behandelingen hebben ondergaan: …………………………………………………………,

6) de registers en documentatie betreffende deze dieren voldeden aan de wettelijke eisen en het slachten van de dieren niet in de weg stonden.

Gedaan te:    ,

(plaats)

op:    

(datum)

Stempel

………………………………………….

(handtekening van de officiële dierenarts)

* optioneel

(1)Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie van 8 februari 2019 betreffende specifieke voorschriften voor de uitvoering van officiële controles van de productie van vlees en voor de productie- en de heruitzettingsgebieden van levende tweekleppige weekdieren overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 1).



BIJLAGE V

MODEL VAN PARTICULIERE VERKLARING, ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL 14 VAN VERORDENING (EU) 2019/625, VAN DE EXPLOITANT DIE HOUDBARE SAMENGESTELDE PRODUCTEN IN DE UNIE BINNENBRENGT

LAND

Deel I: Beschrijving van de zending

I.1

Verzender/exporteur

 

I.2

Verklaring

I.2a

Imsoc-referentie

Naam

Adres

QR-code

Land

ISO-landcode

I.5

Ontvanger/importeur

I.6

Voor de zending verantwoordelijke exploitant(1)

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.7

Land van oorsprong

ISO-landcode

I.9

Land van bestemming

ISO-landcode

I.8

Regio van oorsprong

Code

I.10

Regio van bestemming

Code

I.11

Plaats van verzending

I.12

Plaats van bestemming

Naam

Naam

Adres

Adres

Land

ISO-landcode

Land

ISO-landcode

I.13

Plaats van lading(1)

I.14

Datum en tijdstip van vertrek

I.15

Vervoermiddel(1)

I.16

Grenscontrolepost van binnenkomst(1)

 Vliegtuig

 Vaartuig

I.17

Begeleidende documenten

 Treinwagon

 Wegvoertuig

Type

Code

Identificatie

Land

ISO-landcode

Referentienummer van het handelsdocument

I.18

Vervoersomstandigheden

 Omgevingstemperatuur

I.19

Laadkist- of recipiëntnummer/zegelnummer(1)

Laadkist- of recipiëntnummer

Zegelnummer

I.20

Gecertificeerd als of voor  Producten voor menselijke consumptie

I.22

 Voor de interne markt

I.24

Totaal aantal verpakkingen

I.25

Totale hoeveelheid

I.26

Totaal nettogewicht/brutogewicht (kg)

I.27

Beschrijving van de zending

GN-code

Type verpakking

Nettogewicht

Soort behandeling

Aard van de goederen

Aantal verpakkingen

Partijnummer

 Eindverbruiker

Productiedatum

(1)    Facultatief in het geval van producten die zijn vrijgesteld van officiële controles aan grenscontroleposten.



Deel II: Verklaring

II. Informatie over de gezondheid

II.a

Verklaring

II.b

Imsoc-referentie

Ondergetekende, ……………………………………………………………………………………..

(naam, adres en volledige gegevens van de importeur), verantwoordelijk voor de binnenkomst in de Unie van de in deel I beschreven zending samengestelde producten, verklaart dat de samengestelde producten waarop deze verklaring betrekking heeft:

1.voldoen aan de toepasselijke voorschriften zoals bedoeld in artikel 126, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad;

2.niet met gereguleerde temperatuur hoeven te worden opgeslagen of vervoerd;

3.geen andere producten van verwerkt vlees dan gelatine, collageen en zeer verfijnde producten, zoals bedoeld in bijlage III, sectie XVI, bij Verordening (EG) nr. 853/2004, bevatten;

4.de volgende lijst van ingrediënten van plantaardige oorsprong en van verwerkte producten van dierlijke oorsprong bevatten(2): ……………………………………………………….…..;

5.verwerkte producten van dierlijke oorsprong bevatten waarvoor in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad voorschriften zijn vastgesteld en die afkomstig zijn van de volgende erkende inrichting(3): …………………………………………………………..;

6.verwerkte producten van dierlijke oorsprong bevatten die afkomstig zijn uit derde landen of regio’s daarvan die zijn goedgekeurd voor uitvoer naar de Unie van elk verwerkt product van dierlijke oorsprong, zoals vermeld in Besluit 2011/163/EU van de Commissie 408 ;

7.afkomstig zijn uit derde landen of regio’s daarvan die op basis van de voorschriften van de Unie inzake de dierlijke en de volksgezondheid zijn goedgekeurd voor uitvoer naar de Unie van vleesproducten, zuivelproducten, producten op basis van colostrum, visserijproducten of eiproducten en die voor ten minste één van deze producten van dierlijke oorsprong zijn opgenomen in een lijst overeenkomstig door de Commissie krachtens artikel 127, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 vastgestelde uitvoeringshandelingen en in een door de Commissie overeenkomstig artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 vastgestelde lijst van derde landen en gebieden; 

8.zijn geproduceerd in een inrichting die voldoet aan hygiënische normen waarvan erkend is dat zij gelijkwaardig zijn aan die welke op grond van Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad 409 vereist zijn;

9.zijn geproduceerd onder omstandigheden die de naleving van de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad 410 en de maximumgehalten voor verontreinigingen als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie 411 garanderen;

10.zuivelproducten bevatten die een specifieke risicobeperkende behandeling hebben ondergaan die ten minste gelijkwaardig is aan een van de behandelingen in kolom B van de tabel in bijlage XXVII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie 412 (4);

11.eiproducten bevatten die een specifieke risicobeperkende behandeling hebben ondergaan die ten minste gelijkwaardig is aan een van de behandelingen in de tabel in bijlage XXVIII bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692(4).

Toelichting

In overeenstemming met het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, betreffen verwijzingen naar de Europese Unie in deze verklaring ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland.

Datum

Hoedanigheid en titel van de importeur(5)

Stempel

Handtekening

(2)    Vermeld voor elk ingrediënt, in afnemende volgorde van gewicht, de aard en het percentage van het ingrediënt.

(3)Vermeld het erkenningsnummer van de inrichting(en) die de verwerkte producten van dierlijke oorsprong in het samengestelde product heeft (hebben) geproduceerd en het land waar de erkende inrichting(en) is (zijn) gevestigd, overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 853/2004 en zoals vermeld door de invoerende exploitant van het levensmiddelenbedrijf.

(4)    Schrappen indien niet van toepassing.

(5)    Importeur: Vertegenwoordiger van de invoerende exploitanten van levensmiddelenbedrijven als vastgesteld in artikel 14, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625 van de Commissie.



BIJLAGE VI

Concordantietabel als bedoeld in artikel 34, lid 2

1.    Beschikking 2000/572/EG

Beschikking 2000/572/EG

Deze verordening

Artikel 1

-

Artikel 3

-

Artikel 4

-

Artikel 4 bis

-

Artikel 4 ter

-

Bijlage II

Bijlage II, hoofdstuk 24 (model MP-PREP)

Bijlage III

-

2.    Beschikking 2003/779/EG

Beschikking 2003/779/EG

Deze verordening

Artikel 1

-

Bijlage I A

Bijlage II, hoofdstuk 27 (model CAS)

Bijlage I B

-

3.    Verordening (EG) nr. 599/2004

Verordening (EG) nr. 599/2004

Deze verordening

Artikel 1

Artikel 3, lid 1

Bijlage

Bijlage I, hoofdstukken 1 en 2

4.    Beschikking 2007/240/EG

Beschikking 2007/240/EG

Deze verordening

Artikel 1, lid 1

-

Artikel 1, lid 2

-

Artikel 1, lid 3

Artikel 3, lid 2, punt b)

Artikel 2

-

Bijlage I

Bijlage I, hoofdstukken 3 en 4

Bijlage II

-

5.    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 636/2014

Verordening (EU) nr. 636/2014

Deze verordening

Artikel 1

Artikel 8, lid 2

Bijlage

Bijlage II, hoofdstuk 2

6.    Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628

Deze verordening

Artikel 1, lid 1

Artikel 1, lid 1

Artikel 1, lid 2, punt a)

Artikel 1, lid 2, punt b)

Artikel 1, lid 2, punt b)

Artikel 1, lid 2, punt d), i), iii) en iv)

Artikel 1, lid 2, punt c)

Artikel 1, lid 2, punt f)

Artikel 2

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 6, lid 1, de punten a) tot en met f)

Artikel 4

-

Artikel 5

Artikel 7

Artikel 6

Artikel 4, lid 2

Artikel 7

Artikel 9

Artikel 8

Artikel 10

Artikel 9

Artikel 11

Artikel 10

Artikel 12

Artikel 11

Artikel 13

Artikel 12

Artikel 16

Artikel 13

Artikel 15

Artikel 14

Artikel 17

Artikel 15

Artikel 18

Artikel 16

Artikel 19

Artikel 17

Artikel 13

Artikel 18

Artikel 20

Artikel 19

Artikel 21

Artikel 20

Artikel 22

Artikel 21

Artikel 23

Artikel 22

Artikel 24

Artikel 23

Artikel 25

Artikel 24

Artikel 26

Artikel 25

Artikel 27

Artikel 26

Artikel 28

Artikel 27

Artikel 30

Artikel 28

Artikel 32

Artikel 29

Artikel 33

Artikel 30

-

Artikel 31

-

Artikel 32

-

Artikel 33

Artikel 36

Artikel 34

-

Bijlage I

Bijlage I, hoofdstuk 3

Bijlage II

Bijlage I, hoofdstuk 4

Bijlage III, deel I, hoofdstuk A

Bijlage III, hoofdstuk 31 (model MOL-HC)

Bijlage III, deel I, hoofdstuk B

Bijlage III, hoofdstuk 32 (model MOL-AT)

Bijlage III, deel II, hoofdstuk A

Bijlage III, hoofdstuk 28 (model FISH-CRUST-HC)

Bijlage III, deel II, hoofdstuk B

Bijlage III, hoofdstuk 29 (model EU-FISH)

Bijlage III, deel II, hoofdstuk C

Bijlage III, hoofdstuk 30 (model FISH/MOL-CAP)

Bijlage III, deel III

Bijlage III, hoofdstuk 39 (model FRG)

Bijlage III, deel IV

Bijlage III, hoofdstuk 40 (model SNS)

Bijlage III, deel V

-

Bijlage III, deel VI

Bijlage III, hoofdstuk 41 (model GEL)

Bijlage III, deel VII

Bijlage III, hoofdstuk 42 (model COL)

Bijlage III, deel VIII

Bijlage III, hoofdstuk 43 (model RCG)

Bijlage III, deel IX

Bijlage III, hoofdstuk 44 (model TCG)

Bijlage III, deel X

Bijlage III, hoofdstuk 45 (model HON)

Bijlage III, deel XI

Bijlage III, hoofdstuk 46 (model HRP)

Bijlage III, deel XII

Bijlage III, hoofdstuk 47 (model REP)

Bijlage III, deel XIII

Bijlage III, hoofdstuk 48 (model INS)

Bijlage III, deel XIV

Bijlage III, hoofdstuk 49 (model PAO)

Bijlage III, deel XV

Bijlage III, hoofdstuk 51 (model SPR)

Bijlage IV

Bijlage IV, hoofdstukken 1 tot en met 4

Bijlage V

Bijlage IV, hoofdstuk 5

Bijlage VI

-

(1)    Internationale gestandaardiseerde tweeletterige code voor een land overeenkomstig de internationale norm ISO 3166 alpha-2; http://www.iso.org/iso/country_codes/iso-3166-1_decoding_table.htm
(2)    Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1).
(3)    Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97 (PB L 3 van 5.1.2005, blz. 1).
(4)    Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (PB L 61 van 3.3.1997, blz. 1).
(5)    Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 35).
(6)    Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (verordening dierlijke bijproducten) (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 1).
(7)    Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035 van de Commissie van 28 juni 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor inrichtingen waar landdieren worden gehouden en broederijen, alsmede voor de traceerbaarheid van bepaalde gehouden landdieren en broedeieren (PB L 314 van 5.12.2019, blz. 115).
(8)    Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor aquacultuurinrichtingen en vervoerders van waterdieren (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 345).
(9)    Recentste versie: http://www.unece.org/uncefact/codelistrecs.html  
(10)    Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1).
(11)    Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie van 3 december 2018 betreffende de toepassing, op de categorieën in de lijst opgenomen ziekten, van bepaalde regels voor de preventie en bestrijding van ziekten en tot vaststelling van een lijst van soorten en groepen soorten die een aanzienlijk risico vormen in verband met de verspreiding van die ziekten (PB L 308 van 4.12.2018, blz. 21).
(12)    Internationale gestandaardiseerde tweeletterige code voor een land overeenkomstig de internationale norm ISO 3166 alpha-2; http://www.iso.org/iso/country_codes/iso-3166-1_decoding_table.htm
(13)    Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625 van de Commissie van 4 maart 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 18).
(14)    Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2124 van de Commissie van 10 oktober 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft voorschriften voor officiële controles van zendingen van dieren en goederen bij doorvoer, overlading en verder vervoer door de Unie, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 798/2008, (EG) nr. 1251/2008, (EG) nr. 119/2009, (EU) nr. 206/2010, (EU) nr. 605/2010, (EU) nr. 142/2011 en (EU) nr. 28/2012 van de Commissie, Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 van de Commissie, en Beschikking 2007/777/EG van de Commissie (PB L 321 van 12.12.2019, blz. 73).
(15)    Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (verordening dierlijke bijproducten) (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 1).
(16)    Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie van 25 februari 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot uitvoering van Richtlijn 97/78/EG van de Raad wat betreft bepaalde monsters en producten die vrijgesteld zijn van veterinaire controles aan de grens krachtens die richtlijn (PB L 54 van 26.2.2011, blz. 1).
(17)    Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035 van de Commissie van 28 juni 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor inrichtingen waar landdieren worden gehouden en broederijen, alsmede voor de traceerbaarheid van bepaalde gehouden landdieren en broedeieren (PB L 314 van 5.12.2019, blz. 115).
(18)    Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor aquacultuurinrichtingen en vervoerders van waterdieren (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 345).
(19)    Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).
(20)    Recentste versie: www.unece.org/uncefact/codelistrecs.html
(21)      Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1).
(22)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(23)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(24)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(25)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(26)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(27)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(28)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(29)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(30)      Beschikking 2007/453/EG van de Commissie van 29 juni 2007 tot vaststelling van de BSE-status van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan naar gelang van hun BSE-risico (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 84).
(31)      Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 1).
(32)      https://www.oie.int/en/standard-setting/terrestrial-code/access-online/
(33)      Verordening (EG) nr. 1688/2005 van de Commissie van 14 oktober 2005 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft bijzondere garanties ten aanzien van salmonella voor de verzending naar Finland en Zweden van bepaalde soorten vlees en eieren (PB L 271 van 15.10.2005, blz. 17).
(34)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(35)      Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1).
(36)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(37)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(38)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(39)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(40)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(41)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(42)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(43)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(44)      Beschikking 2007/453/EG van de Commissie van 29 juni 2007 tot vaststelling van de BSE-status van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan naar gelang van hun BSE-risico (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 84).
(45)      https://www.oie.int/en/standard-setting/terrestrial-code/access-online/
(46)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(47)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(48)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(49)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(50)      Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie van 10 augustus 2015 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de officiële controles op Trichinella in vlees (PB L 212 van 11.8.2015, blz. 7).
(51)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(52)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(53)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(54)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(55)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(56)      Verordening (EG) nr. 1688/2005 van de Commissie van 14 oktober 2005 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft bijzondere garanties ten aanzien van salmonella voor de verzending naar Finland en Zweden van bepaalde soorten vlees en eieren (PB L 271 van 15.10.2005, blz. 17).
(57)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(58)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(59)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(60)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(61)      Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie van 10 augustus 2015 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de officiële controles op Trichinella in vlees (PB L 212 van 11.8.2015, blz. 7).
(62)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(63)      Richtlijn 96/22/EG van de Raad van 29 april 1996 betreffende het verbod op het gebruik, in de veehouderij, van bepaalde stoffen met hormonale werking en van bepaalde stoffen met thyreostatische werking, alsmede van β-agonisten en tot intrekking van de Richtlijnen 81/602/EEG, 88/146/EEG en 88/299/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 3).
(64)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(65)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(66)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(67)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(68)      Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1).
(69)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(70)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(71)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(72)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(73)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(74)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(75)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(76)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(77)      Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1).
(78)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(79)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(80)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(81)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(82)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(83)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(84)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(85)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(86)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(87)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(88)      Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie van 10 augustus 2015 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de officiële controles op Trichinella in vlees (PB L 212 van 11.8.2015, blz. 7).
(89)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(90)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(91)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(92)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(93)    Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(94)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(95)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(96)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(97)      Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie van 10 augustus 2015 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de officiële controles op Trichinella in vlees (PB L 212 van 11.8.2015, blz. 7).
(98)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(99)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(100)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(101)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(102)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(103)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(104)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(105)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(106)      Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie van 10 augustus 2015 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de officiële controles op Trichinella in vlees (PB L 212 van 11.8.2015, blz. 7).
(107)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(108)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(109)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(110)      Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1).
(111)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(112)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(113)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(114)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(115)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(116)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(117)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(118)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(119)      Beschikking 2007/453/EG van de Commissie van 29 juni 2007 tot vaststelling van de BSE-status van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan naar gelang van hun BSE-risico (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 84).
(120)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(121)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(122)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(123)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(124)      Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie van 10 augustus 2015 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de officiële controles op Trichinella in vlees (PB L 212 van 11.8.2015, blz. 7).
(125)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(126)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(127)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(128)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(129)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(130)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(131)      Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1901 van de Commissie van 20 oktober 2015 tot vaststelling van certificeringsvoorschriften en een model van het gezondheidscertificaat voor de invoer in de Unie van zendingen levende dieren en dierlijke producten uit Nieuw-Zeeland en tot intrekking van Beschikking 2003/56/EG (PB L 277 van 22.10.2015, blz. 32).
(132)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(133)      Besluit 97/132/EG van de Raad van 17 december 1996 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Nieuw-Zeeland inzake sanitaire maatregelen voor de handel in levende dieren en dierlijke producten (PB L 57 van 26.2.1997, blz. 4).
(134)      Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1901 van de Commissie van 20 oktober 2015 tot vaststelling van certificeringsvoorschriften en een model van het gezondheidscertificaat voor de invoer in de Unie van zendingen levende dieren en dierlijke producten uit Nieuw-Zeeland en tot intrekking van Beschikking 2003/56/EG (PB L 277 van 22.10.2015, blz. 32).
(135)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(136)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(137)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(138)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(139)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(140)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(141)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(142)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(143)      Verordening (EG) nr. 1688/2005 van de Commissie van 14 oktober 2005 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft bijzondere garanties ten aanzien van salmonella voor de verzending naar Finland en Zweden van bepaalde soorten vlees en eieren (PB L 271 van 15.10.2005, blz. 17).
(144)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(145)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(146)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor bewaking, uitroeiingsprogramma’s en de ziektevrije status voor bepaalde in de lijst opgenomen ziekten en nieuwe ziekten (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 211).
(147)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(148)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(149)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(150)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(151)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(152)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(153)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(154)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor bewaking, uitroeiingsprogramma’s en de ziektevrije status voor bepaalde in de lijst opgenomen ziekten en nieuwe ziekten (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 211).
(155)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(156)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(157)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(158)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(159)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(160)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(161)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(162)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(163)      Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers (PB L 325 van 12.12.2003, blz. 1).
(164)      Uitvoeringsverordening (EU) nr. 427/2012 van de Commissie van 22 mei 2012 tot uitbreiding van de bijzondere garanties betreffende salmonella, als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad, tot voor Denemarken bestemde eieren (PB L 132 van 23.5.2012, blz. 8).
(165)      Verordening (EG) nr. 1688/2005 van de Commissie van 14 oktober 2005 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft bijzondere garanties ten aanzien van salmonella voor de verzending naar Finland en Zweden van bepaalde soorten vlees en eieren (PB L 271 van 15.10.2005, blz. 17).
(166)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(167)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(168)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(169)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(170)      Verordening (EU) nr. 517/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft een doelstelling van de Unie voor het verminderen van de prevalentie van bepaalde serotypes van salmonella bij legkippen van Gallus gallus en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2160/2003 en Verordening (EU) nr. 200/2010 van de Commissie (PB L 138 van 26.5.2011, blz. 45).
(171)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(172)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(173)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(174)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(175)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(176)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(177)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(178)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(179)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(180)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(181)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(182)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(183)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(184)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(185)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(186)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(187)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(188)      Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie van 10 augustus 2015 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de officiële controles op Trichinella in vlees (PB L 212 van 11.8.2015, blz. 7).
(189)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(190)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(191)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(192)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(193)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(194)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(195)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(196)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(197)      Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1).
(198)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(199)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(200)      Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie van 10 augustus 2015 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de officiële controles op Trichinella in vlees (PB L 212 van 11.8.2015, blz. 7).
(201)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(202)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(203)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(204)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(205)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(206)      Beschikking 2007/453/EG van de Commissie van 29 juni 2007 tot vaststelling van de BSE-status van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan naar gelang van hun BSE-risico (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 84).
(207)      https://www.oie.int/en/standard-setting/terrestrial-code/access-online/
(208)      Richtlijn 96/22/EG van de Raad van 29 april 1996 betreffende het verbod op het gebruik, in de veehouderij, van bepaalde stoffen met hormonale werking en van bepaalde stoffen met thyreostatische werking, alsmede van beta-agonisten, en tot intrekking van Richtlijnen 81/602/EEG, 88/146/EEG en 88/299/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 3).
(209)      Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1).
(210)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(211)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(212)      Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie van 10 augustus 2015 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de officiële controles op Trichinella in vlees (PB L 212 van 11.8.2015, blz. 7).
(213)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(214)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(215)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(216)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(217)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(218)      Beschikking 2007/453/EG van de Commissie van 29 juni 2007 tot vaststelling van de BSE-status van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan naar gelang van hun BSE-risico (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 84).
(219)      https://www.oie.int/en/standard-setting/terrestrial-code/access-online/
(220)      Richtlijn 96/22/EG van de Raad van 29 april 1996 betreffende het verbod op het gebruik, in de veehouderij, van bepaalde stoffen met hormonale werking en van bepaalde stoffen met thyreostatische werking, alsmede van beta-agonisten, en tot intrekking van Richtlijnen 81/602/EEG, 88/146/EEG en 88/299/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 3).
(221)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(222)      Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1).
(223)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(224)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(225)      Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie van 10 augustus 2015 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de officiële controles op Trichinella in vlees (PB L 212 van 11.8.2015, blz. 7).
(226)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(227)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(228)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(229)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(230)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(231)      Beschikking 2007/453/EG van de Commissie van 29 juni 2007 tot vaststelling van de BSE-status van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan naar gelang van hun BSE-risico (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 84).
(232)      https://www.oie.int/en/standard-setting/terrestrial-code/access-online/
(233)      Richtlijn 96/22/EG van de Raad van 29 april 1996 betreffende het verbod op het gebruik, in de veehouderij, van bepaalde stoffen met hormonale werking en van bepaalde stoffen met thyreostatische werking, alsmede van beta-agonisten, en tot intrekking van Richtlijnen 81/602/EEG, 88/146/EEG en 88/299/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 3).
(234)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(235)      Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1).
(236)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(237)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(238)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(239)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(240)      Beschikking 2007/453/EG van de Commissie van 29 juni 2007 tot vaststelling van de BSE-status van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan naar gelang van hun BSE-risico (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 84).
(241)      https://www.oie.int/en/standard-setting/terrestrial-code/access-online/
(242)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(243)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(244)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(245)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(246)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(247)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(248)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(249)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(250)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(251)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor bewaking, uitroeiingsprogramma’s en de ziektevrije status voor bepaalde in de lijst opgenomen ziekten en nieuwe ziekten (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 211).
(252)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor aquacultuurinrichtingen en vervoerders van waterdieren (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 345).
(253)      Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie van 3 december 2018 betreffende de toepassing, op de categorieën in de lijst opgenomen ziekten, van bepaalde regels voor de preventie en bestrijding van ziekten en tot vaststelling van een lijst van soorten en groepen soorten die een aanzienlijk risico vormen in verband met de verspreiding van die ziekten (PB L 308 van 4.12.2018, blz. 21).
(254)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(255)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(256)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(257)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(258)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(259)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(260)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(261)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(262)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(263)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(264)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(265)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(266)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(267)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(268)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(269)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(270)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(271)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(272)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(273)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(274)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/689 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor bewaking, uitroeiingsprogramma’s en de ziektevrije status voor bepaalde in de lijst opgenomen ziekten en nieuwe ziekten (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 211).
(275)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/691 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor aquacultuurinrichtingen en vervoerders van waterdieren (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 345).
(276)      Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie van 3 december 2018 betreffende de toepassing, op de categorieën in de lijst opgenomen ziekten, van bepaalde regels voor de preventie en bestrijding van ziekten en tot vaststelling van een lijst van soorten en groepen soorten die een aanzienlijk risico vormen in verband met de verspreiding van die ziekten (PB L 308 van 4.12.2018, blz. 21).
(277)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(278)      Beschikking 96/77/EG van de Commissie van 18 januari 1996 tot vaststelling van de voorschriften voor het verzamelen en het verwerken van bepaalde tweekleppige weekdieren uit gebieden waar het gehalte aan PSP (“Paralytic Shellfish Poison”) het bij Richtlijn 91/492/EEG van de Raad vastgestelde maximum overschrijdt (PB L 15 van 20.1.1996, blz. 46).
(279)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(280)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(281)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(282)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(283)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(284)      Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie van 22 december 2009 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 15 van 20.1.2010, blz. 1).
(285)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(286)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(287)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(288)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(289)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(290)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(291)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(292)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(293)      Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie van 22 december 2009 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 15 van 20.1.2010, blz. 1).
(294)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(295)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(296)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(297)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(298)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(299)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(300)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(301)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(302)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(303)      Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie van 22 december 2009 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 15 van 20.1.2010, blz. 1).
(304)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(305)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(306)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(307)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(308)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(309)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(310)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(311)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(312)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(313)      Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie van 22 december 2009 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 15 van 20.1.2010, blz. 1).
(314)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(315)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(316)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(317)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(318)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(319)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(320)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(321)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(322)      Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie van 22 december 2009 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 15 van 20.1.2010, blz. 1).
(323)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(324)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(325)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(326)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(327)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(328)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(329)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(330)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(331)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(332)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(333)      Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie van 22 december 2009 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 15 van 20.1.2010, blz. 1).
(334)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(335)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(336)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(337)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(338)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(339)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(340)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(341)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(342)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(343)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(344)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(345)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(346)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(347)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(348)      Beschikking 2007/453/EG van de Commissie van 29 juni 2007 tot vaststelling van de BSE-status van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan naar gelang van hun BSE-risico (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 84).
(349)      Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1).
(350)      https://www.oie.int/en/standard-setting/terrestrial-code/access-online/
(351)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(352)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(353)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(354)      Beschikking 2007/453/EG van de Commissie van 29 juni 2007 tot vaststelling van de BSE-status van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan naar gelang van hun BSE-risico (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 84).
(355)      Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1).
(356)      https://www.oie.int/en/standard-setting/terrestrial-code/access-online/
(357)      Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1).
(358)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(359)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(360)      Beschikking 2007/453/EG van de Commissie van 29 juni 2007 tot vaststelling van de BSE-status van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan naar gelang van hun BSE-risico (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 84).
(361)      https://www.oie.int/en/standard-setting/terrestrial-code/access-online/
(362)      Beschikking 2007/453/EG van de Commissie van 29 juni 2007 tot vaststelling van de BSE-status van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan naar gelang van hun BSE-risico (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 84).
(363)      Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1).
(364)      https://www.oie.int/en/standard-setting/terrestrial-code/access-online/
(365)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(366)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(367)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(368)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(369)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(370)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(371)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(372)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(373)      Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16).
(374)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(375)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(376)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(377)      Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie van 10 augustus 2015 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de officiële controles op Trichinella in vlees (PB L 212 van 11.8.2015, blz. 7).
(378)      Verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende nieuwe voedingsmiddelen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1852/2001 van de Commissie (PB L 327 van 11.12.2015, blz. 1).
(379)      Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470 van de Commissie van 20 december 2017 tot vaststelling van de Unielijst van nieuwe voedingsmiddelen overeenkomstig Verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad betreffende nieuwe voedingsmiddelen (PB L 351 van 30.12.2017, blz. 72).
(380)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(381)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(382)      Verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende nieuwe voedingsmiddelen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1852/2001 van de Commissie (PB L 327 van 11.12.2015, blz. 1).
(383)      Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470 van de Commissie van 20 december 2017 tot vaststelling van de Unielijst van nieuwe voedingsmiddelen overeenkomstig Verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad betreffende nieuwe voedingsmiddelen (PB L 351 van 30.12.2017, blz. 72).
(384)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(385)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(386)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(387)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(388)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(389)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(390)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(391)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(392)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(393)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(394)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(395)      Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51).
(396)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(397)      Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
(398)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(399)      Beschikking 2007/453/EG van de Commissie van 29 juni 2007 tot vaststelling van de BSE-status van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan naar gelang van hun BSE-risico (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 84).
(400)      Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1).
(401)      https://www.oie.int/en/standard-setting/terrestrial-code/access-online/
(402)      Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
(403)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(404)      Verordening (EU) nr. 210/2013 van de Commissie van 11 maart 2013 betreffende de erkenning van inrichtingen die kiemgroenten produceren overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 68 van 12.3.2013, blz. 24).
(405)      Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
(406)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(407)      Besluit 2011/163/EU van de Commissie van 16 maart 2011 tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 70 van 17.3.2011, blz. 40).
(408)      Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
(409)      Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
(410)      Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
(411)      Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).