UITVOERINGSVERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE
van 8.4.2019
betreffende modellen van officiële certificaten voor bepaalde dieren en goederen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze modelcertificaten betreft
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles), en met name artikel 90, eerste alinea, punten a), c) en e), en artikel 126, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)In Verordening (EU) 2017/625 zijn voorschriften vastgelegd voor officiële controles en andere controleactiviteiten die door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten worden uitgevoerd om na te gaan of de wetgeving van de Unie op het gebied van onder andere voedselveiligheid wordt nageleefd in alle stadia van de productie, verwerking en distributie. De verordening voorziet meer bepaald in officiële certificering wanneer dat passend wordt geacht om de naleving van voorschriften van de Unie inzake dieren en goederen te verzekeren.
(2)De Commissie is krachtens artikel 90, eerste alinea, onder a), van Verordening (EU) 2017/625 bevoegd om door middel van uitvoeringshandelingen regels vast te stellen voor modellen van officiële certificaten en voor de afgifte van die certificaten, indien de voorschriften niet zijn opgenomen in de in artikel 1, lid 2, van die verordening bedoelde regels.
(3)Zendingen van dieren en goederen moeten vergezeld gaan van een officieel certificaat dat hetzij op papier hetzij in elektronische vorm wordt afgegeven. Daarom moeten gemeenschappelijke voorschriften worden vastgesteld voor de afgifte van officiële certificaten in beide gevallen, naast de voorschriften van titel II, hoofdstuk VII, van Verordening (EU) 2017/625.
(4)In het bij Beschikking 2003/623/EG van de Commissie ingestelde elektronische systeem Traces zijn modelcertificaten opgenomen om de administratieve procedures aan de grenzen van de Unie eenvoudiger en sneller te laten verlopen en om elektronische communicatie tussen de bevoegde autoriteiten mogelijk te maken, wat mogelijke frauduleuze of misleidende praktijken in verband met officiële certificaten helpt voorkomen.
(5)Sinds 2003 heeft de computertechnologie aanzienlijke ontwikkelingen doorgemaakt en is het Traces-systeem aangepast om de kwaliteit, verwerking en veilige uitwisseling van gegevens te verbeteren. Bijgevolg moeten de in deze verordening vastgelegde vorm van de modelcertificaten en richtsnoeren voor het invullen ervan aangepast zijn aan het Traces-systeem, bijvoorbeeld door rekening te houden met het gebruik van meerdere codes van de gecombineerde nomenclatuur (GN) of door te voorzien in traceerbaarheid in het geval van driehoekshandel, waarbij het land van verzending niet het land van oorsprong van de zending is.
(6)Overeenkomstig artikel 133, lid 4, van Verordening (EU) 2017/625 moet het Traces-systeem in het informatiemanagementsysteem voor officiële controles (Imsoc) worden geïntegreerd. De in deze verordening vastgelegde modelgezondheidscertificaten moeten daarom op het Imsoc zijn afgestemd.
(7)De Commissie is krachtens artikel 90, eerste alinea, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 bevoegd om door middel van uitvoeringshandelingen regels vast te stellen voor de te volgen procedures om vervangende certificaten af te geven.
(8)Om verkeerd gebruik en misbruik te voorkomen, is het belangrijk om te specificeren in welke gevallen een vervangend certificaat mag worden afgegeven en aan welke voorschriften die certificaten moeten voldoen. Meer bepaald moeten deze gevallen worden beperkt tot onmiskenbare administratieve fouten, zoals verwisselde cijfers in het container- of zegelnummer of spelfouten in adressen of productbeschrijvingen.
(9)Artikel 126, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 bevat het voorschrift dat zendingen van bepaalde dieren en goederen vergezeld moeten gaan van een officieel certificaat, een officiële verklaring of enig ander bewijsstuk waaruit blijkt dat de zending voldoet aan de in artikel 1, lid 2, van die verordening bedoelde toepasselijke regels.
(10)Gedelegeerde Verordening (EU) [C(2019) 11] van de Commissie voorziet in een lijst van voor menselijke consumptie bestemde goederen en dieren, en met name producten van dierlijke oorsprong, levende insecten en kiemgroenten en zaden bestemd voor de productie van kiemgroenten, die bij binnenkomst in de Unie van een officieel certificaat vergezeld moeten gaan als zij bestemd zijn om in de handel te worden gebracht. Om de officiële controles bij binnenkomst in de Unie te vergemakkelijken, moeten modellen van officiële certificaten voor die voor menselijke consumptie bestemde goederen en dieren worden vastgesteld overeenkomstig artikel 90, eerste alinea, onder a), en artikel 126, lid 3, van Verordening (EU) 2017/625.
(11)Momenteel zijn modellen van om redenen van volksgezondheid vereiste certificaten in verschillende rechtshandelingen vastgelegd. Deze modelcertificaten moeten in één rechtshandeling worden geconsolideerd door ernaar te verwijzen.
(12)Wat betreft de certificering van bepaalde producten van dierlijke oorsprong om redenen van diergezondheid, worden gemeenschappelijke certificaten gebruikt. De voorschriften voor certificering om redenen van diergezondheid moeten worden herzien voor 21 april 2021, zijnde de datum van toepassing van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad. Tot die herziening moeten de gemeenschappelijke modelcertificaten worden gehandhaafd.
(13)Omwille van de harmonisering en de duidelijkheid moeten modelcertificaten die momenteel in Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie, Verordening (EU) nr. 211/2013 van de Commissie en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 van de Commissie zijn vastgelegd, in deze verordening worden opgenomen. Bijgevolg moeten Verordening (EG) nr. 2074/2005 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 dienovereenkomstig worden gewijzigd en moet Verordening (EU) nr. 211/2013 worden ingetrokken.
(14)Om de verificatie van de naleving van de voorschriften van de Unie te vereenvoudigen, lijkt het passend om bijkomende nieuwe modelgezondheidscertificaten in te voeren voor de binnenkomst van voor het in de handel brengen bestemd(e) gesmolten dierlijke vetten en kanen, insecten en reptielenvlees. Dergelijke modelcertificaten maken het ook gemakkelijker voor bevoegde autoriteiten in derde landen om de voorschriften van de Unie te begrijpen en vereenvoudigen derhalve de binnenkomst in de Unie van dierlijke vetten en kanen, insecten en reptielenvlees.
(15)De Commissie is krachtens artikel 90, eerste alinea, onder e), van Verordening (EU) 2017/625 bevoegd om door middel van uitvoeringshandelingen regels vast te stellen betreffende de vorm van de documenten die dieren of goederen moeten vergezellen nadat officiële controles zijn verricht. Overeenkomstig artikel 5 van Gedelegeerde Verordening [C(2019) 10] van de Commissie moeten dergelijke gezondheidscertificaten dieren naar het slachthuis vergezellen nadat in het bedrijf van herkomst een ante-mortemkeuring is uitgevoerd. De vorm van die certificaten moet daarom in deze verordening worden vastgelegd.
(16)Wat noodslachtingen buiten het slachthuis betreft, moet omwille van de harmonisering en de duidelijkheid in deze verordening een modelcertificaat worden vastgelegd voor de verklaring die door de (officiële) dierenarts moet worden afgegeven overeenkomstig bijlage III, sectie I, hoofdstuk VI, punt 6, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad.
(17)Aangezien Verordening (EU) 2017/625 met ingang van 14 december 2019 van toepassing is, moet deze verordening met ingang van dezelfde datum van toepassing zijn.
(18)Er moet een overgangsperiode worden ingevoerd om indien nodig rekening te houden met zendingen van dieren en goederen die vóór de datum van toepassing van deze verordening zijn verzonden en gecertificeerd.
(19)De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Onderwerp en toepassingsgebied
1.Deze verordening bevat:
a)regels voor de eenvormige toepassing van de artikelen 88 en 89 van Verordening (EU) 2017/625 wat betreft de ondertekening en afgifte van officiële certificaten en de waarborgen voor de betrouwbaarheid van officiële certificaten, om te voldoen aan het voorschrift van artikel 126, lid 2, onder c), van die verordening;
b)voorschriften voor modellen van officiële certificaten die niet via Imsoc worden ingediend;
c)voorschriften voor modellen van officiële certificaten die via Imsoc worden ingediend;
d)voorschriften voor vervangende certificaten.
2.Deze verordening bevat eveneens:
a)modellen van officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie van dieren, producten van dierlijke oorsprong, samengestelde producten, levende producten en dierlijke bijproducten alsook richtsnoeren voor het invullen ervan;
b)specifieke modellen van officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie van de volgende dieren en goederen die bestemd zijn voor menselijke consumptie en om in de handel te worden gebracht:
i)producten van dierlijke oorsprong waarvoor een dergelijk certificaat vereist is overeenkomstig artikel 13 van Gedelegeerde Verordening (EU) [C(2019) 11];
ii)levende insecten;
iii)kiemgroenten en zaden bestemd voor de productie van kiemgroenten;
c)modellen van officiële certificaten in geval van een ante-mortemkeuring in het bedrijf van herkomst of een noodslachting buiten het slachthuis.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1)"in de handel brengen": in de handel brengen zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 8, van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad;
2)"kiemgroenten": kiemgroenten zoals gedefinieerd in artikel 2, onder a), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 208/2013 van de Commissie;
3)"slachthuis": een slachthuis zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.16, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
4)"vers vlees": vers vlees zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.10, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
5)"vlees": vlees zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.1, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
6)"pluimvee": pluimvee zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.3, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
7)"vrij wild": vrij wild zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.5, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
8)"eieren": eieren zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 5.1, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
9)"eiproducten": eiproducten zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 7.3, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
10)"vleesbereidingen": vleesbereidingen zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.15, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
11)"vleesproducten": vleesproducten zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 7.1, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
12)"behandelde magen, blazen en darmen": behandelde magen, blazen en darmen zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 7.9, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
13)"tweekleppige weekdieren": tweekleppige weekdieren zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 2.1, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
14)"visserijproducten": visserijproducten zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 3.1, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
15)"rauwe melk": rauwe melk zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 4.1, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
16)"zuivelproducten": zuivelproducten zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 7.2, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
17)"colostrum": colostrum zoals gedefinieerd in bijlage III, sectie IX, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
18)"producten op basis van colostrum": producten op basis van colostrum zoals gedefinieerd in bijlage III, sectie IX, punt 2, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
19)"kikkerbilletjes": kikkerbilletjes zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 6.1, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
20)"slakken": slakken zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 6.2, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
21)"gesmolten dierlijke vetten": gesmolten dierlijke vetten zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 7.5, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
22)"kanen": kanen zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 7.6, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
23)"gelatine": gelatine zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 7.7, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
24)"collageen": collageen zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 7.8, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
25)"honing": honing zoals gedefinieerd in bijlage II, deel IX, punt 1, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad;
26)"producten van de bijenteelt": producten van de bijenteelt zoals gedefinieerd in bijlage II, deel IX, punt 2, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013;
27)"reptielenvlees": reptielenvlees zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 16, van Gedelegeerde Verordening (EU) [C(2019) 11];
28)"insecten": insecten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 17, van Gedelegeerde Verordening (EU) [C(2019) 11];
29)"reeferschip": een reeferschip zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 26, van Gedelegeerde Verordening (EU) [C(2019) 11];
30)"vriesvaartuig": een vriesvaartuig zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 3.3, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
31)"fabrieksvaartuig": een fabrieksvaartuig zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 3.2, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
32)"productiegebied": een productiegebied zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 2.5, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
33)"verzendingscentrum": een verzendingscentrum zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 2.7, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
34)"separatorvlees": separatorvlees zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.14, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
35)"wildbewerkingsinrichting": een wildbewerkingsinrichting zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.18, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
36)"uitsnijderij": een uitsnijderij zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.17, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
37)"gekweekt wild": gekweekt wild zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.6, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.
Artikel 3
Voorschriften voor modellen van officiële certificaten die niet via Imsoc worden ingediend
De modellen van officiële certificaten voor uit derde landen of regio's daarvan afkomstige dieren, producten van dierlijke oorsprong, samengestelde producten, levende producten, dierlijke bijproducten, kiemgroenten en zaden bestemd voor de productie van kiemgroenten die op grond van de wetgeving van de Unie vereist zijn voor binnenkomst in de Unie en die niet via Imsoc worden ingediend, voldoen aan de volgende voorschriften:
1)naast de handtekening van de certificerende functionaris draagt het certificaat een officieel stempel. De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. Dat geldt ook voor andere stempels dan reliëfstempels en watermerken;
2)indien het modelcertificaat vermeldingen bevat, worden de niet-relevante vermeldingen doorgehaald en door de certificerende functionaris geparafeerd en van een stempel voorzien dan wel volledig uit het certificaat verwijderd;
3)het certificaat bestaat uit:
a)één enkel vel papier, of
b)meerdere vellen papier die ondeelbaar zijn en een integraal geheel vormen, of
c)een reeks bladzijden die zo genummerd zijn dat duidelijk is dat het om een specifieke bladzijde uit een eindige reeks gaat;
4)indien het certificaat uit een reeks bladzijden bestaat, draagt elke bladzijde de in artikel 89, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde unieke code, de handtekening van de certificerende functionaris en het officieel stempel;
5)het certificaat wordt afgegeven voordat de zending waarop het betrekking heeft, de controle verlaat van de bevoegde autoriteiten van het derde land die het certificaat afgeven.
Artikel 4
Voorschriften voor modellen van officiële certificaten die via Imsoc worden ingediend
1.De modellen van officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie van uit derde landen of regio's daarvan afkomstige dieren, producten van dierlijke oorsprong, samengestelde producten, levende producten en dierlijke bijproducten die via Imsoc worden ingediend, zijn gebaseerd op het model van officieel certificaat in bijlage I.
2.Deel II van de in lid 1 bedoelde modellen van officiële certificaten bevat de specifieke gezondheidsgaranties en de informatie zoals vereist in deel II van de desbetreffende modellen van officiële certificaten voor uit derde landen of regio's daarvan afkomstige dieren, producten van dierlijke oorsprong, samengestelde producten, levende producten en dierlijke bijproducten die op grond van de wetgeving van de Unie vereist zijn voor binnenkomst in de Unie.
3.Het officiële certificaat wordt via Imsoc ingediend voordat de zending waarop het betrekking heeft, de controle verlaat van de bevoegde autoriteiten van het derde land die het certificaat afgeven.
4.De in dit artikel vastgelegde voorschriften hebben geen gevolgen voor de aard, de inhoud of de vorm van de in artikel 73, lid 2, onder b) en c), en artikel 129, lid 2, onder a), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde officiële certificaten en verklaringen.
Artikel 5
Vervangende certificaten
1.Bevoegde autoriteiten mogen alleen een vervangend certificaat afgeven als het oorspronkelijke certificaat administratieve fouten bevat of beschadigd of verloren is.
2.In het vervangende certificaat wordt de in het oorspronkelijke certificaat vermelde informatie over de identificatie, traceerbaarheid en gezondheidsgaranties van een zending niet gewijzigd.
3.Het vervangende certificaat:
a)bevat een duidelijke verwijzing naar de in artikel 89, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde unieke code en de datum van afgifte van het oorspronkelijke certificaat alsook een duidelijke vermelding dat het het oorspronkelijke certificaat vervangt;
b)heeft een nieuw certificaatnummer dat verschilt van het nummer van het oorspronkelijke certificaat;
c)vermeldt de datum waarop het is afgegeven en niet de datum waarop het oorspronkelijke certificaat is afgegeven, en
d)wordt in zijn originele versie aan de bevoegde autoriteiten aangeboden, behalve in het geval van elektronische vervangende certificaten die via Imsoc worden ingediend.
Artikel 6
Richtsnoeren voor het invullen van modellen van officiële certificaten
De in de artikelen 12, 13 en 15 tot en met 27 bedoelde modellen van officiële certificaten worden ingevuld aan de hand van de richtsnoeren in bijlage II.
Artikel 7
Modellen van officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van vers vlees van hoefdieren
Om aan de certificeringsvoorschriften van de artikelen 88 en 89 en artikel 126, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 te voldoen, worden de in bijlage II, deel 2, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie vastgestelde modellen van officiële certificaten "BOV", "OVI", "POR", "EQU", "RUF", "RUW", "SUF", "SUW" en "EQW" gebruikt voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van vers vlees van hoefdieren.
Artikel 8
Modellen van officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van vlees van pluimvee, loopvogels en vrij vederwild, eieren en eiproducten
Om aan de certificeringsvoorschriften van de artikelen 88 en 89 en artikel 126, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 te voldoen, worden de in bijlage I, deel 2, bij Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie vastgestelde modellen van officiële certificaten "POU", "POU-MI/MSM", "RAT", "RAT-MI/MSM", "WGM", "WGM-MI/MSM", "E" en "EP" gebruikt voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van vlees van pluimvee, loopvogels en vrij vederwild, eieren en eiproducten.
Artikel 9
Modellen van officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van vlees van wilde leporidae, bepaalde niet-gedomesticeerde landzoogdieren en gekweekte konijnen
Om aan de certificeringsvoorschriften van de artikelen 88 en 89 en artikel 126, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 te voldoen, worden de in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 119/2009 van de Commissie vastgestelde modellen van officiële certificaten "WL", "WM" en "RM" gebruikt voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van vlees van wilde leporidae, bepaalde niet-gedomesticeerde landzoogdieren en gekweekte konijnen.
Artikel 10
Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van vleesbereidingen
Om aan de certificeringsvoorschriften van de artikelen 88 en 89 en artikel 126, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 te voldoen, wordt het in bijlage II bij Beschikking 2000/572/EG van de Commissie vastgestelde model van het officiële certificaat gebruikt voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van vleesbereidingen.
Artikel 11
Modellen van officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van bepaalde vleesproducten en behandelde magen, blazen en darmen
Om aan de certificeringsvoorschriften van de artikelen 88 en 89 en artikel 126, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 te voldoen, wordt het in bijlage III bij Beschikking 2007/777/EG van de Commissie vastgestelde model van het officiële certificaat gebruikt voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van bepaalde vleesproducten en behandelde magen, blazen en darmen. Voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van casings wordt echter het in bijlage I A bij Beschikking 2003/779/EG van de Commissie vastgestelde diergezondheidscertificaat gebruikt.
Artikel 12
Modellen van officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen
Om aan de certificeringsvoorschriften van de artikelen 88 en 89 en artikel 126, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 te voldoen, wordt het in bijlage III, deel I, hoofdstuk A, bij deze verordening vastgestelde model van het officiële certificaat gebruikt voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen. In het geval van de binnenkomst in de Unie en het in de handel brengen van verwerkte tweekleppige weekdieren van de soort Acanthocardia Tuberculatum wordt het in bijlage III, deel I, hoofdstuk B, bij deze verordening vastgestelde model van de officiële certificering toegevoegd aan het in de eerste zin bedoelde certificaat.
Artikel 13
Modellen van officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van visserijproducten
1.Om aan de certificeringsvoorschriften van de artikelen 88 en 89 en artikel 126, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 te voldoen, wordt het in bijlage III, deel II, hoofdstuk A, bij deze verordening vastgestelde model van het officiële certificaat gebruikt voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van visserijproducten.
2.In het geval van visserijproducten die zijn gevangen door vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren en die al dan niet met opslag in derde landen zijn overgeladen, wordt het in bijlage III, deel II, hoofdstuk B, bij deze verordening vastgestelde modelcertificaat gebruikt.
3.Om aan de certificeringsvoorschriften van de artikelen 88 en 89 en artikel 126, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 te voldoen, wordt het in bijlage III, deel II, hoofdstuk C, bij deze verordening vastgestelde model van het door de kapitein te ondertekenen officiële certificaat gebruikt wanneer visserijproducten rechtstreeks van een reeferschip, fabrieksvaartuig of vriesvaartuig worden geïmporteerd, zoals bepaald in artikel 11, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) [C(2019) 11].
Artikel 14
Modellen van officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van rauwe melk, colostrum, zuivelproducten en producten op basis van colostrum
Om aan de certificeringsvoorschriften van de artikelen 88 en 89 en artikel 126, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 te voldoen, worden de in bijlage II, deel 2, bij Verordening (EU) nr. 605/2010 van de Commissie vastgestelde modellen van officiële certificaten "Melk-RM", "Melk-RMP", "Melk-HTB", "Melk-HTC" en "Colostrum-C/CPB" gebruikt voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van rauwe melk, colostrum, zuivelproducten en producten op basis van colostrum.
Artikel 15
Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van voor menselijke consumptie bestemde gekoelde, ingevroren of bereide kikkerbilletjes
Om aan de certificeringsvoorschriften van de artikelen 88 en 89 en artikel 126, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 te voldoen, wordt het in bijlage III, deel III, bij deze verordening vastgestelde model van het officiële certificaat gebruikt voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van voor menselijke consumptie bestemde gekoelde, ingevroren of bereide kikkerbilletjes.
Artikel 16
Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van voor menselijke consumptie bestemde gekoelde, ingevroren, van het slakkenhuis ontdane, gekookte of bereide slakken of slakkenconserven
Om aan de certificeringsvoorschriften van de artikelen 88 en 89 en artikel 126, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 te voldoen, wordt het in bijlage III, deel IV, bij deze verordening vastgestelde model van het officiële certificaat gebruikt voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van voor menselijke consumptie bestemde gekoelde, ingevroren, van het slakkenhuis ontdane, gekookte of bereide slakken of slakkenconserven.
Artikel 17
Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van voor menselijke consumptie bestemde gesmolten dierlijke vetten en kanen
Om aan de certificeringsvoorschriften van de artikelen 88 en 89 en artikel 126, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 te voldoen, wordt het in bijlage III, deel V, bij deze verordening vastgestelde model van het officiële certificaat gebruikt voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van voor menselijke consumptie bestemde gesmolten dierlijke vetten en kanen.
Artikel 18
Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van voor menselijke consumptie bestemde gelatine
Om aan de certificeringsvoorschriften van de artikelen 88 en 89 en artikel 126, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 te voldoen, wordt het in bijlage III, deel VI, bij deze verordening vastgestelde model van het officiële certificaat gebruikt voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van voor menselijke consumptie bestemde gelatine.
Artikel 19
Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van voor menselijke consumptie bestemd collageen
Om aan de certificeringsvoorschriften van de artikelen 88 en 89 en artikel 126, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 te voldoen, wordt het in bijlage III, deel VII, bij deze verordening vastgestelde model van het officiële certificaat gebruikt voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van voor menselijke consumptie bestemd collageen.
Artikel 20
Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van grondstoffen voor de productie van voor menselijke consumptie bestemd(e) gelatine en collageen
Om aan de certificeringsvoorschriften van de artikelen 88 en 89 en artikel 126, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 te voldoen, wordt het in bijlage III, deel VIII, bij deze verordening vastgestelde model van het officiële certificaat gebruikt voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van grondstoffen voor de productie van voor menselijke consumptie bestemd(e) gelatine en collageen.
Artikel 21
Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van behandelde grondstoffen voor de productie van voor menselijke consumptie bestemd(e) gelatine en collageen
Om aan de certificeringsvoorschriften van de artikelen 88 en 89 en artikel 126, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 te voldoen, wordt het in bijlage III, deel IX, bij deze verordening vastgestelde model van het officiële certificaat gebruikt voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van behandelde grondstoffen voor de productie van voor menselijke consumptie bestemd(e) gelatine en collageen.
Artikel 22
Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van voor menselijke consumptie bestemde honing en andere producten van de bijenteelt
Om aan de certificeringsvoorschriften van de artikelen 88 en 89 en artikel 126, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 te voldoen, wordt het in bijlage III, deel X, bij deze verordening vastgestelde model van het officiële certificaat gebruikt voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van voor menselijke consumptie bestemde honing en andere producten van de bijenteelt.
Artikel 23
Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van voor menselijke consumptie bestemd(e) zeer verfijnd(e) chondroïtinesulfaat, hyaluronzuur, andere producten van gehydrolyseerd kraakbeen, chitosan, glucosamine, stremsel, vislijm en aminozuren
Om aan de certificeringsvoorschriften van de artikelen 88 en 89 en artikel 126, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 te voldoen, wordt het in bijlage III, deel XI, bij deze verordening vastgestelde model van het officiële certificaat gebruikt voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van voor menselijke consumptie bestemd(e) zeer verfijnd(e) chondroïtinesulfaat, hyaluronzuur, andere producten van gehydrolyseerd kraakbeen, chitosan, glucosamine, stremsel, vislijm en aminozuren.
Artikel 24
Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van voor menselijke consumptie bestemd reptielenvlees
Om aan de certificeringsvoorschriften van de artikelen 88 en 89 en artikel 126, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 te voldoen, wordt het in bijlage III, deel XII, bij deze verordening vastgestelde model van het officiële certificaat gebruikt voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van voor menselijke consumptie bestemd reptielenvlees.
Artikel 25
Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van voor menselijke consumptie bestemde insecten
Om aan de certificeringsvoorschriften van de artikelen 88 en 89 en artikel 126, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 te voldoen, wordt het in bijlage III, deel XIII, bij deze verordening vastgestelde model van het officiële certificaat gebruikt voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van voor menselijke consumptie bestemde insecten.
Artikel 26
Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van andere voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong die niet onder de artikelen 7 tot en met 25 vallen
Om aan de certificeringsvoorschriften van de artikelen 88 en 89 en artikel 126, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 te voldoen, wordt het in bijlage III, deel XIV, bij deze verordening vastgestelde model van het officiële certificaat gebruikt voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van andere voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong die niet onder de artikelen 7 tot en met 25 van deze verordening vallen.
Artikel 27
Model van officieel certificaat voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van kiemgroenten en zaden bestemd voor de productie van kiemgroenten
Om aan de certificeringsvoorschriften van de artikelen 88 en 89 en artikel 126, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 te voldoen, wordt het in bijlage III, deel XV, bij deze verordening vastgestelde model van het officiële certificaat gebruikt voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van kiemgroenten en zaden bestemd voor de productie van kiemgroenten.
Artikel 28
Modellen van officiële certificaten in geval van een ante-mortemkeuring in het bedrijf van herkomst
Om aan de certificeringsvoorschriften van de artikelen 88 en 89 en artikel 126, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 te voldoen, worden de in bijlage IV bij deze verordening vastgestelde modellen van officiële certificaten gebruikt in het geval van een ante-mortemkeuring in het bedrijf van herkomst overeenkomstig de artikelen 5 en 6 van Gedelegeerde Verordening (EU) [C(2019) 10].
Artikel 29
Model van officieel certificaat in geval van een noodslachting buiten het slachthuis
Om aan de certificeringsvoorschriften van de artikelen 88 en 89 en artikel 126, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 te voldoen, wordt het in bijlage V bij deze verordening vastgestelde model van het officiële certificaat gebruikt in het geval van een noodslachting buiten het slachthuis overeenkomstig artikel 4 van Gedelegeerde Verordening (EU) [C(2019) 10].
Artikel 30
Wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005
Verordening (EG) nr. 2074/2005 wordt als volgt gewijzigd:
1)Artikel 6 wordt geschrapt.
2)Bijlage VI wordt geschrapt.
Artikel 31
Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wordt als volgt gewijzigd:
1)Artikel 2 wordt geschrapt.
2)Bijlage II wordt geschrapt.
Artikel 32
Intrekking
Verordening (EU) nr. 211/2013 wordt ingetrokken. Verwijzingen naar Verordening (EU) nr. 211/2013 gelden als verwijzingen naar deze verordening en worden gelezen overeenkomstig de concordantietabel in bijlage VI.
Artikel 33
Overgangsbepalingen
De binnenkomst in de Unie van zendingen van producten van dierlijke oorsprong die vergezeld gaan van de desbetreffende certificaten die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2074/2005, Verordening (EU) nr. 211/2013 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 zijn afgegeven, mag tot en met 13 maart 2020 worden toegestaan op voorwaarde dat het certificaat vóór 14 december 2019 is ondertekend.
Tot en met 13 maart 2020 mogen zendingen van gesmolten dierlijke vetten en kanen de Unie binnenkomen als gebruik wordt gemaakt van het certificaat voor vleesproducten in bijlage III bij Beschikking 2007/777/EG en mogen zendingen van reptielenvlees, insecten en andere producten van dierlijke oorsprong zoals bedoeld in artikel 26 de Unie binnenkomen zonder certificaat zoals vastgesteld in bijlage III bij deze verordening.
Artikel 34
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 14 december 2019.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 8.4.2019
Voor de Commissie
De Voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
NL
BIJLAGE I
MODELLEN VAN OFFICIËLE CERTIFICATEN VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN DIEREN, PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG, SAMENGESTELDE PRODUCTEN, LEVENDE PRODUCTEN EN DIERLIJKE BIJPRODUCTEN
LAND
|
Officieel certificaat voor de EU
|
Deel I: Gegevens betreffende de zending
|
I.1. Verzender/exporteur
Naam
Adres
Tel.
|
I.2. Referentienummer certificaat
|
I.2.a. Referentienummer Imsoc
|
|
|
I.3. Centrale bevoegde autoriteit
|
|
|
I.4. Lokale bevoegde autoriteit
|
|
I.5. Geadresseerde/importeur
Naam
Adres
Postcode
Tel.
|
I.6. Voor de zending verantwoordelijke exploitant
Naam
Adres
Postcode
|
|
I.7. Land van oorsprong
|
ISO-code
|
I.8. Regio van oorsprong
|
Code
|
I.9. Land van bestemming
|
ISO-code
|
I.10. Regio van bestemming
|
Code
|
|
I.11. Plaats van verzending
Naam
Adres
|
Erkenningsnummer
|
I.12. Plaats van bestemming
Naam
Adres
|
|
|
I.13. Plaats van lading
|
I.14. Datum en tijdstip van vertrek
|
I.15. Vervoermiddel
Vliegtuig
Wegvoertuig
Identificatie:
|
Vaartuig
Treinwagon
|
Ander
|
I.16. Grenscontrolepost van binnenkomst
|
|
|
|
I.17. Begeleidende documenten
Type
Nr.
|
I.18. Vervoersomstandigheden
Omgevingstemperatuur
|
Gekoeld
|
Ingevroren
|
|
I.19. Containernummer/zegelnummer
|
I.20. Goederen gecertificeerd voor
Conservenindustrie
Diervoeder
Menselijke consumptie
Fokken/gebruik
Heruitzetting wild
|
Mesten
Quarantaine
Verdere verwerking
Slacht
Kunstmatige reproductie
|
Technisch gebruik
Farmaceutisch gebruik
Officieel erkende instelling
Heruitzetting
Geregistreerde paardachtigen
|
Handelsmonsters
Circus/tentoonstelling
Gezelschapsdieren
Ander
|
I.21. Voor doorvoer
Derde land ISO-code
|
I.22. Voor de interne markt
Definitieve invoer
Opnieuw binnenbrengen
Tijdelijke toelating
|
I.23. Totaal aantal verpakkingen
|
I.24. Hoeveelheid
Totaal aantal
|
Totaal nettogewicht (kg)
|
Totaal brutogewicht (kg)
|
I.25. Omschrijving van de goederen
Nr. Code en GN-titel
|
Soort (wetenschappelijke benaming)
Leeftijd
|
Ras/categorie
Geslacht
|
Identificatiesysteem
Hoeveelheid
|
Identificatienummer
Test
|
Soort (wetenschappelijke benaming)
Zone Slachthuis
Eindverbruiker Aantal verpakkingen
|
Aard van de goederen
Verwerkingsbedrijf
Nettogewicht Partijnummer
|
Soort behandeling
Koelhuis
Aard van de verpakking
|
Stempel
|
Handtekening
|
LAND
|
Modelcertificaat **
|
Deel II: Certificering
|
II. Informatie over de gezondheid *
|
II.a. Referentienummer certificaat
|
II.b. Referentienummer Imsoc
|
|
|
|
Certificerend functionaris
Naam (in hoofdletters)
Datum
Stempel
|
Hoedanigheid en titel
Handtekening
|
* In te vullen gezondheidsvoorschriften specificeren.
** Vervangen door de specifieke titel van elk modelcertificaat.
BIJLAGE II
RICHTSNOEREN VOOR HET INVULLEN VAN DE MODELLEN VAN OFFICIËLE CERTIFICATEN VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN DIEREN, PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG, SAMENGESTELDE PRODUCTEN, LEVENDE PRODUCTEN EN DIERLIJKE BIJPRODUCTEN
Algemeen
Om een optie te selecteren moet het overeenstemmende vakje worden aangevinkt of met een kruisje (X) worden gemerkt.
De "ISO-code" is de internationale gestandaardiseerde tweeletterige code voor een land overeenkomstig de internationale norm ISO 3166 alpha-2.
In de vakken I.15, I.18, I.20 en I.22 mag slechts één optie worden geselecteerd.
Indien de geadresseerde, de grenscontrolepost van binnenkomst of de gegevens over het vervoer (d.w.z. de vervoermiddelen en de datum) veranderen nadat het certificaat is afgegeven, moet de voor de zending verantwoordelijke exploitant de bevoegde autoriteit van de lidstaat van binnenkomst hiervan in kennis stellen. Een dergelijke verandering leidt niet tot een aanvraag voor een vervangend certificaat.
Deel I: Gegevens betreffende de zending
Land
De naam van het derde land dat het certificaat afgeeft.
Vak I.1.
Verzender/exporteur: de naam en het adres (straat, stad en regio, provincie of staat, naargelang het geval) van de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die de zending verzendt en die in het derde land moet zijn gevestigd, behalve voor het opnieuw binnenbrengen van zendingen van oorsprong uit de Europese Unie.
Vak I.2.
Referentienummer certificaat: de unieke verplichte code die door de bevoegde autoriteit van het derde land wordt toegewezen overeenkomstig haar eigen classificatie. Dit vak is verplicht voor alle certificaten die niet via Imsoc worden ingediend.
Vak I.2.a.
Referentienummer Imsoc: de unieke referentiecode die automatisch door Imsoc wordt toegewezen als het certificaat in Imsoc wordt geregistreerd. Dit vak moet niet worden ingevuld als het certificaat niet via Imsoc wordt ingediend.
Vak I.3.
Centrale bevoegde autoriteit: de naam van de centrale autoriteit in het derde land die het certificaat afgeeft.
Vak I.4.
Lokale bevoegde autoriteit: de naam van de lokale autoriteit in het derde land die het certificaat afgeeft, indien van toepassing.
Vak I.5.
Geadresseerde/importeur: de naam en het adres van de natuurlijke persoon voor wie of de rechtspersoon waarvoor de zending bestemd is in de lidstaat of, in het geval van doorvoer, in het derde land van bestemming. Deze informatie is niet verplicht voor zendingen die door de Europese Unie worden doorgevoerd.
Vak I.6.
Voor de zending verantwoordelijke exploitant:
De naam en het adres van de persoon in de Europese Unie die verantwoordelijk is voor de zending wanneer die bij de grenscontrolepost wordt aangeboden en die als importeur of namens de importeur de nodige verklaringen indient bij de bevoegde autoriteiten.
Voor producten die door de Europese Unie worden doorgevoerd, zijn de naam en het adres verplicht.
Voor bepaalde dieren zijn de naam en het adres verplicht indien dat door de desbetreffende wetgeving van de Europese Unie wordt vereist.
Voor dieren en producten die bestemd zijn om in de handel te worden gebracht, zijn de naam en het adres facultatief.
Vak I.7.
Land van oorsprong:
Voor producten: de naam en de ISO-code van het land waar de goederen zijn geproduceerd, vervaardigd en verpakt (voorzien van het identificatiemerk).
Voor dieren: het land van verblijf tijdens de voorgeschreven periode zoals bepaald in het desbetreffende gezondheidscertificaat van de Europese Unie. Voor geregistreerde paarden die opnieuw in de Europese Unie worden binnengebracht, is het land van oorsprong het land waaruit zij het laatst zijn verzonden.
In het geval van handel waarbij meer dan één derde land is betrokken (driehoekshandel), moet voor elk land van oorsprong een afzonderlijk certificaat worden ingevuld.
Vak I.8.
Regio van oorsprong: voor dieren of producten waarop regionalisatiemaatregelen van toepassing zijn overeenkomstig de wetgeving van de Europese Unie, indien van toepassing. De code van goedgekeurde regio's, zones of compartimenten moet worden vermeld zoals gedefinieerd in de desbetreffende wetgeving van de Europese Unie.
Vak I.9.
Land van bestemming: de naam en de ISO-code van het land van bestemming in de Europese Unie van de dieren of producten.
Als de producten worden doorgevoerd, moeten de naam en de ISO-code van het derde land van bestemming worden vermeld.
Vak I.10.
Regio van bestemming: zie vak I.8.
Vak I.11.
Plaats van verzending: de naam, het adres en het erkenningsnummer, indien vereist door de wetgeving van de Europese Unie, van de bedrijven of inrichtingen waarvan de dieren of producten afkomstig zijn.
Voor dieren: een bedrijf of een andere onder officieel toezicht staande agrarische, industriële of commerciële inrichting, met inbegrip van dierentuinen, pretparken, wildparken en jachtgebieden, waar normaliter dieren worden gehouden of gefokt.
Voor levende producten: spermawinnings- of spermaopslagcentra of embryowinnings- of embryoproductieteams.
Voor andere producten: een afdeling van een onderneming in de levensmiddelensector of de sector van dierlijke bijproducten. Alleen de inrichting die de producten verzendt, moet worden genoemd. In het geval van handel waarbij meer dan één derde land is betrokken (driehoekshandel), is de plaats van verzending de laatste in een derde land gevestigde inrichting van de uitvoerketen waaruit de definitieve zending naar de Europese Unie wordt vervoerd.
Vak I.12.
Plaats van bestemming:
Deze informatie is facultatief, behalve in het geval van opslag van producten die worden doorgevoerd.
Voor het in de handel brengen: de plaats waar de dieren of producten naartoe worden gebracht voor de laatste lossing. Vermeld de naam, het adres en het erkenningsnummer van de bedrijven of inrichtingen van de plaats van bestemming, indien van toepassing.
Voor de opslag van producten die worden doorgevoerd: de naam, het adres en het erkenningsnummer van het entrepot in een vrije zone, het douane-entrepot of de scheepsbevoorrader.
Vak I.13.
Plaats van lading:
Voor dieren: de naam van de stad of de plaats waar de dieren worden geladen en, als zij op voorhand worden verzameld, de gegevens van het officiële verzamelcentrum.
Voor producten: de naam van de stad en de categorie (bv. inrichting, bedrijf, haven of luchthaven) van de laatste plaats waar de producten in het vervoermiddel worden geladen voor het vervoer naar de Europese Unie. Vermeld in het geval van een container waar de container op het laatste vervoermiddel op weg naar de Europese Unie wordt geplaatst. Vermeld in het geval van een ferry de plaats waar de vrachtwagen is ingescheept.
Vak I.14.
Datum en tijdstip van vertrek:
Voor dieren: de geplande datum en tijd van vertrek van de dieren in hun vervoermiddel (vliegtuig, vaartuig, treinwagon of wegvoertuig).
Voor producten: de datum waarop het vervoermiddel vertrekt (vliegtuig, vaartuig, treinwagon of wegvoertuig).
Vak I.15.
Vervoermiddel: vervoermiddel bij het verlaten van het land van verzending.
Vervoerswijze: vliegtuig, vaartuig, treinwagon, wegvoertuig of ander. Onder "ander" worden vervoerswijzen verstaan die niet onder Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad vallen.
Identificatie van het vervoermiddel: voor vliegtuigen het vluchtnummer, voor vaartuigen de naam van het schip, voor treinwagons de code van de trein en het wagonnummer, voor wegvoertuigen het kentekennummer en indien van toepassing ook het nummer van de aanhanger.
Vermeld in het geval van een ferry de identificatiegegevens van het wegvoertuig, het kentekennummer en indien van toepassing ook het nummer van de aanhanger, en de naam van de geplande ferry.
Vak I.16.
Grenscontrolepost van binnenkomst: vermeld de naam van de grenscontrolepost en de door Imsoc toegewezen identificatiecode ervan.
Vak I.17.
Begeleidende documenten:
Wanneer een zending vergezeld gaat van andere documenten, zoals een Cites-vergunning, een vergunning voor invasieve uitheemse soorten of een handelsdocument (bv. het nummer van de luchtvrachtbrief, het nummer van het cognossement of het commercieel registratienummer van de trein of het wegvoertuig), moeten het type en het referentienummer van die documenten worden vermeld.
Vak I.18.
Vervoersomstandigheden: categorie van de vereiste temperatuur tijdens het vervoer van de producten (omgevingstemperatuur, gekoeld, ingevroren). Er mag slechts één categorie worden geselecteerd.
Vak I.19.
Containernummer/zegelnummer: de desbetreffende nummers, indien van toepassing.
Het containernummer moet worden vermeld als de goederen in gesloten containers worden vervoerd.
Alleen het nummer van het officiële zegel moet worden vermeld. Het gaat om een officieel zegel als een zegel op de container, vrachtwagen of treinwagon wordt aangebracht onder toezicht van de bevoegde autoriteit die het certificaat afgeeft.
Vak I.20.
Goederen gecertificeerd voor: vermeld het doel van het in de handel brengen van de dieren of het beoogde gebruik van de producten zoals gespecificeerd in het desbetreffende gezondheidscertificaat van de Europese Unie.
Diervoeder: betreft alleen voor diervoeder bestemde dierlijke bijproducten zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad.
Officieel erkende instelling: verplaatsing van dieren naar een officieel erkende instelling, een officieel erkend instituut of een officieel erkend centrum overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG van de Raad.
Kunstmatige reproductie: alleen voor levende producten.
Fokken/gebruik: voor fok- en gebruiksdieren, met inbegrip van voor de kweek bestemde aquacultuurdieren.
Conservenindustrie: betreft bijvoorbeeld voor de conservenindustrie bestemde tonijn.
Circus/tentoonstelling: voor niet voor doorverkoop bestemde geregistreerde circus- en tentoonstellingsdieren en waterdieren voor aquaria of gelijkaardige ondernemingen.
Mesten: alleen voor schapen en geiten.
Verdere verwerking: alleen voor producten die nog verder moeten worden verwerkt voor zij in de handel worden gebracht.
Heruitzetting wild: alleen voor wild bestemd om bestanden opnieuw op peil te brengen.
Menselijke consumptie: alleen voor voor menselijke consumptie bestemde producten waarvoor op grond van de wetgeving van de Europese Unie een gezondheidscertificaat of een veterinair certificaat vereist is.
Andere: voor doeleinden die nergens anders in deze indeling worden vermeld, met inbegrip van waterdieren bestemd voor put-en-takevisbedrijven.
Gezelschapsdieren: handelsverkeer naar de Unie van honden, katten, fretten en vogels. Voor voor doorverkoop bestemde sierwaterdieren voor dierenwinkels of gelijkaardige ondernemingen.
Farmaceutisch gebruik: dierlijke bijproducten die niet geschikt zijn voor menselijke of dierlijke consumptie, zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 1069/2009.
Quarantaine: verwijst naar Uitvoeringsverordening (EU) nr. 139/2013 van de Commissie in het geval van andere vogels dan pluimvee, naar Richtlijn 92/65/EEG in het geval van carnivoren, primaten en vleermuizen, en naar Richtlijn 2006/88/EG van de Raad in het geval van aquacultuurdieren.
Geregistreerde paardachtigen: overeenkomstig Richtlijn 2009/156/EG van de Raad.
Heruitzetting: alleen voor aquacultuurdieren.
Slacht: voor dieren die rechtstreeks of via een verzamelcentrum naar een slachthuis worden gebracht.
Technisch gebruik: dierlijke bijproducten die niet geschikt zijn voor menselijke of dierlijke consumptie, zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 1069/2009.
Handelsmonsters: zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 39, bij Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie.
Vak I.21.
Voor doorvoer: alleen voor de doorvoer van dieren of producten door de Europese Unie van een derde land naar een ander derde land of van een deel van een derde land naar een ander deel van datzelfde derde land. Vermeld de naam en de ISO-code van het derde land van bestemming.
Vak I.22.
Voor de interne markt: voor alle zendingen die bestemd zijn voor de markt van de Europese Unie.
Definitieve invoer: deze optie moet alleen worden gebruikt voor zendingen die bestemd zijn om in de Europese Unie onder de douaneregeling "vrijgave voor het vrije verkeer" te worden geplaatst.
Voor bepaalde dieren (bv. geregistreerde paardachtigen) moet slechts één van de volgende opties worden geselecteerd:
Opnieuw binnenbrengen: deze optie moet alleen worden gebruikt voor dieren die toestemming hebben om opnieuw binnengebracht te worden, zoals geregistreerde paarden voor wedrennen, wedstrijden of culturele manifestaties die na hun tijdelijke uitvoer opnieuw in de Europese Unie worden binnengebracht.
Tijdelijke toelating: deze optie moet alleen worden gebruikt voor het binnenbrengen van dieren die toestemming hebben voor tijdelijke binnenkomst in de Europese Unie, zoals geregistreerde paarden voor minder dan 90 dagen.
Vak I.23.
Totaal aantal verpakkingen: het aantal kratten, kooien of boxen waarin de dieren worden vervoerd, het aantal cryocontainers voor levende producten of het aantal verpakkingen voor producten. In het geval van bulkzendingen is dit vak facultatief.
Vak I.24.
Hoeveelheid:
Voor dieren: het totale aantal stuks of rietjes uitgedrukt als eenheden.
Voor levende producten: het totale aantal rietjes uitgedrukt als eenheden.
Voor producten en waterdieren, met uitzondering van siervissen: het totale bruto- en nettogewicht in kilogram.
Totaal nettogewicht: dit wordt gedefinieerd als de massa van de goederen zelf zonder de onmiddellijke verpakkingen of andere verpakkingen.
Totaal brutogewicht: het totale gewicht in kilogram. Dit wordt gedefinieerd als de totale massa van de producten inclusief de onmiddellijke verpakkingen en alle andere verpakkingen, maar exclusief de transportcontainers en andere transportmiddelen.
Vak I.25.
Omschrijving van de goederen: vermeld de desbetreffende code van het geharmoniseerd systeem (GS-code) en de door de Werelddouaneorganisatie bepaalde titel zoals bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad. Deze douanebeschrijving wordt in voorkomend geval aangevuld met alle informatie die nodig is voor de veterinaire indeling van de dieren of producten. Vermeld daarnaast alle specifieke voorschriften die op de dieren of de aard/verwerking van de producten betrekking hebben zoals bepaald in het desbetreffende model van gezondheidscertificaat of model van veterinair certificaat van de Europese Unie.
Zone: voor dieren of producten waarop de instelling van goedgekeurde zones of compartimenten van toepassing is overeenkomstig de wetgeving van de Europese Unie. De zones of productiegebieden (bv. in het geval van tweekleppige weekdieren) moeten worden vermeld zoals bekendgemaakt in de lijsten van erkende inrichtingen van de Europese Unie.
Voor dieren: de soort, het ras of de categorie, de identificatiemethode, het identificatienummer, de leeftijd, het geslacht, de hoeveelheid of het nettogewicht, en de test.
Voor levende producten: de datum van winning of productie, het erkenningsnummer van het centrum of het team, de identificatie van het rietje, en de hoeveelheid. Voor donordieren daarnaast ook de soort, het ras of de categorie, en de identificatie.
Voor producten: de soort, het type product, het soort behandeling, het erkenningsnummer van de inrichting en de ISO-code van het land (slachthuis, verwerkingsinstallatie, koelhuis), het aantal verpakkingen, de aard van de verpakking, het partijnummer, het nettogewicht, en de eindverbruiker (d.w.z. dat de producten voor de eindverbruiker zijn verpakt).
Soort: de wetenschappelijke benaming of zoals gedefinieerd overeenkomstig de wetgeving van de Europese Unie.
Aard van de verpakking: geef de aard van de verpakking aan overeenkomstig de definitie in aanbeveling 21 van UN/Cefact (Centrum van de Verenigde Naties voor de bevordering van handel en elektronisch zakendoen).
Deel II: Certificering
Dit deel moet door een officiële dierenarts of een officiële inspecteur worden ingevuld.
Vak II.
Informatie over de gezondheid: vul dit deel in overeenkomstig de specifieke gezondheidsvoorschriften van de Europese Unie voor de diersoort of de aard van de producten en zoals bepaald in de gelijkwaardigheidsovereenkomsten met bepaalde derde landen of in andere wetgeving van de Europese Unie, zoals die inzake certificering.
Indien er voor de zending geen verklaringen inzake de dier- of volksgezondheid zijn, moet dit deel worden geschrapt of ongeldig worden gemaakt of in zijn geheel worden verwijderd overeenkomstig de voetnoten bij deel II van de specifieke gezondheidscertificaten van de Europese Unie.
Vak II.a.
Referentienummer certificaat: dezelfde referentiecode als in vak I.2.
Vak II.b.
Referentienummer Imsoc: dezelfde referentiecode als in vak I.2.a.
Certificerend functionaris:
De officiële dierenarts of officiële inspecteur zoals gedefinieerd in de desbetreffende wetgeving van de Europese Unie: naam in hoofdletters, hoedanigheid en titel, indien van toepassing, identificatienummer en origineel stempel van de bevoegde autoriteit en datum van ondertekening.
BIJLAGE III
MODELLEN VAN OFFICIËLE CERTIFICATEN VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE DIEREN EN GOEDEREN
DEEL I
HOOFDSTUK A: MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN VAN LEVENDE TWEEKLEPPIGE WEEKDIEREN, STEKELHUIDIGEN, MANTELDIEREN EN MARIENE BUIKPOTIGEN
LAND
|
Officieel certificaat voor de EU
|
Deel I: Gegevens betreffende de zending
|
I.1. Verzender/exporteur
Naam
Adres
Tel.
|
I.2. Referentienummer certificaat
|
I.2.a. Referentienummer Imsoc
|
|
|
I.3. Centrale bevoegde autoriteit
|
|
|
I.4. Lokale bevoegde autoriteit
|
|
I.5. Geadresseerde/importeur
Naam
Adres
Postcode
Tel.
|
I.6. Voor de zending verantwoordelijke exploitant
Naam
Adres
Postcode
|
|
I.7. Land van oorsprong
|
ISO-code
|
I.8. Regio van oorsprong
|
Code
|
I.9. Land van bestemming
|
ISO-code
|
I.10. Regio van bestemming
|
Code
|
|
I.11. Plaats van verzending
Naam
Adres
|
Erkenningsnummer
|
I.12. Plaats van bestemming
Naam
Adres
|
|
|
I.13. Plaats van lading
|
I.14. Datum en tijdstip van vertrek
|
I.15. Vervoermiddel
Vliegtuig
Wegvoertuig
Identificatie:
|
Vaartuig
Treinwagon
|
Ander
|
I.16. Grenscontrolepost van binnenkomst
|
|
|
|
I.17. Begeleidende documenten
Type
Nr.
|
I.18. Vervoersomstandigheden
Omgevingstemperatuur
|
Gekoeld
|
Ingevroren
|
|
I.19. Containernummer/zegelnummer
|
I.20. Goederen gecertificeerd voor
Menselijke consumptie
|
|
|
|
I.21.
|
I.22.
|
I.23. Totaal aantal verpakkingen
|
I.24. Hoeveelheid
Totaal aantal
|
Totaal nettogewicht (kg)
|
Totaal brutogewicht (kg)
|
I.25. Omschrijving van de goederen
Nr. Code en GN-titel
|
Soort (wetenschappelijke benaming)
Eindverbruiker Aantal verpakkingen
|
Aard van de goederen
Uitsnijderij/verwerkingsbedrijf
Nettogewicht Partijnummer
|
Soort behandeling
Koelhuis
Aard van de verpakking
|
LAND
Levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en
mariene buikpotigen
|
II.
Informatie over de gezondheid
|
II.a.
Referentienummer certificaat
|
II.b.
|
II.1
(1) Verklaring inzake de volksgezondheid voor levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen
Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante bepalingen van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1), Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55) en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1) en dat de hierboven beschreven (4)[levende tweekleppige weekdieren] (4)[levende stekelhuidigen] (4)[levende manteldieren] (4)[levende mariene buikpotigen] overeenkomstig die voorschriften zijn geproduceerd en met name dat zij:
·afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 een op de HACCP-beginselen gebaseerd programma toepassen;
·zijn verzameld, in voorkomend geval heruitgezet, en vervoerd overeenkomstig bijlage III, sectie VII, hoofdstukken I en II, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
·zijn gehanteerd, in voorkomend geval gezuiverd, en verpakt overeenkomstig bijlage III, sectie VII, hoofdstukken III en IV, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
·voldoen aan de gezondheidsnormen van bijlage III, sectie VII, hoofdstuk V, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en aan de criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1);
·zijn verpakt, opgeslagen en vervoerd overeenkomstig bijlage III, sectie VII, hoofdstukken VI en VIII, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
·zijn voorzien van een merk en geëtiketteerd overeenkomstig bijlage II, sectie I, en bijlage III, sectie VII, hoofdstuk VII, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
·in het geval van Pectinidae, mariene buikpotigen en Holothuroidea die geen filtrerende dieren zijn en buiten de ingedeelde productiegebieden zijn verzameld, voldoen aan de specifieke voorschriften van bijlage III, sectie VII, hoofdstuk IX, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
·op afdoende wijze de officiële controles hebben ondergaan die zijn vastgelegd in de artikelen 42 tot en met 58 van Uitvoeringsverordening (EU) [C(2019) 13] van de Commissie van ../../.... tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L ... van ../../...., blz. ...) en in artikel 7 van Gedelegeerde Verordening (EU) [C(2019) 10] van de Commissie van ../../.... betreffende specifieke voorschriften voor de uitvoering van officiële controles van de productie van vlees en voor de productie- en de heruitzettingsgebieden van levende tweekleppige weekdieren overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (PB L ... van ../../...., blz. ...); en
·voldoen aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan, indien zij van aquacultuur afkomstig zijn, die zijn vervat in de plannen betreffende residuen die zijn ingediend overeenkomstig Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10), en met name artikel 29 daarvan.
II.2
(2)(4) Verklaring inzake de diergezondheid voor levende tweekleppige weekdieren afkomstig van aquacultuur
II.2.1
(3)(4) [Voorschriften voor soorten die vatbaar zijn voor Bonamia exitiosa, Perkinsus marinus en Mikrocytos mackini
Ondergetekende, officieel inspecteur, verklaart hierbij dat de in deel I van dit certificaat bedoelde levende tweekleppige weekdieren:
(5) afkomstig zijn uit een land/grondgebied, zone of compartiment dat/die overeenkomstig hoofdstuk VII van Richtlijn 2006/88/EG van de Raad van 24 oktober 2006 betreffende veterinairrechtelijke voorschriften voor aquacultuurdieren en de producten daarvan en betreffende de preventie en bestrijding van bepaalde ziekten bij waterdieren (PB L 328 van 24.11.2006, blz. 14) of de desbetreffende OIE-norm vrij verklaard is van (4)[Bonamia exitiosa] (4)[Perkinsus marinus] (4)[Mikrocytos mackini] door de bevoegde autoriteit van haar/zijn land,
·waar van de desbetreffende ziekten bij de bevoegde autoriteit aangifte moet worden gedaan en meldingen van vermoede infecties met de desbetreffende ziekte onmiddellijk door de officiële diensten moeten worden onderzocht, en
·alle binnengebrachte soorten die vatbaar zijn voor de desbetreffende ziekten, afkomstig zijn uit een gebied dat vrij van de ziekte is verklaard.]
II.2.2
(3)(4) [Voorschriften voor soorten die vatbaar zijn voor Marteilia refringens en Bonamia ostreae en die bestemd zijn voor een lidstaat, zone of compartiment die/dat ziektevrij is verklaard of waarvoor een surveillance- of uitroeiingsprogramma voor de desbetreffende ziekte geldt
Ondergetekende, officieel inspecteur, verklaart hierbij dat de bovenbedoelde levende tweekleppige weekdieren:
(6) afkomstig zijn uit een land/grondgebied, zone of compartiment dat/die overeenkomstig hoofdstuk VII van Richtlijn 2006/88/EG of de desbetreffende OIE-norm vrij verklaard is van (4)[Marteilia refringens] (4)[Bonamia ostreae] door de bevoegde autoriteit van haar/zijn land,
i)
waar van de desbetreffende ziekten bij de bevoegde autoriteit aangifte moet worden gedaan en meldingen van vermoede infecties met de desbetreffende ziekte onmiddellijk door de officiële diensten moeten worden onderzocht, en
ii)
alle binnengebrachte soorten die vatbaar zijn voor de desbetreffende ziekten, afkomstig zijn uit een gebied dat vrij van de ziekte is verklaard.]
II.2.3
Voorschriften inzake vervoer en etikettering
Ondergetekende, officieel inspecteur, verklaart hierbij dat:
II.2.3.1
de bovenbedoelde levende tweekleppige weekdieren worden vervoerd onder omstandigheden, inclusief waterkwaliteit, die geen gevolgen hebben voor hun gezondheidsstatus;
II.2.3.2
de vervoerscontainer of het schip met leeftank vóór het laden schoon en ontsmet of nooit eerder gebruikt is; en
II.2.3.3
de zending voorzien is van een leesbaar etiket aan de buitenkant van de microcontainer of, wanneer vervoerd met een schip met leeftank, op het scheepsmanifest, met daarop de relevante informatie zoals bedoeld in de vakken I.7 tot en met I.11 van deel I van dit certificaat en de volgende vermelding:
"Levende tweekleppige weekdieren bestemd voor menselijke consumptie in de Unie".
Opmerkingen
Zie de richtsnoeren in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2019) 12] van de Commissie van ../../… betreffende modellen van officiële certificaten voor bepaalde dieren en goederen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze modelcertificaten betreft (PB L ... van ../../…, blz. ...).
Deel I:
·Vak I.8: Regio van oorsprong: vermeld het productiegebied.
Deel II:
(1)
Deel II.1 is niet van toepassing op landen met speciale certificeringsvoorschriften in verband met de volksgezondheid die zijn vastgelegd in gelijkwaardigheidsovereenkomsten of andere wetgeving van de Unie.
(2)
Deel II.2 is niet van toepassing op:
a)niet-levensvatbare weekdieren, d.w.z. weekdieren die niet meer in staat zijn als levende dieren te overleven als zij worden teruggezet in het milieu waaruit zij afkomstig zijn;
b)levende tweekleppige weekdieren die zonder verdere verwerking voor menselijke consumptie in de handel worden gebracht, mits zij zijn verpakt in detailverpakkingen die voldoen aan de bepalingen voor dergelijke verpakkingen in Verordening (EG) nr. 853/2004;
c)levende tweekleppige weekdieren die bestemd zijn voor overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Richtlijn 2006/88/EG erkende verwerkingsinrichtingen, of voor verzendingscentra, zuiveringscentra of soortgelijke bedrijven die beschikken over een systeem voor de behandeling van effluenten waarmee de desbetreffende pathogenen geïnactiveerd worden, of waar de effluenten andere behandelingen ondergaan waardoor het risico van overdracht van ziekten naar de natuurlijke wateren tot een aanvaardbaar niveau wordt teruggebracht;
d)levende tweekleppige weekdieren die bestemd zijn voor verdere verwerking vóór menselijke consumptie zonder tijdelijke opslag op de plaats van verwerking en die daartoe verpakt en geëtiketteerd zijn overeenkomstig Verordening (EG) nr. 853/2004.
(3)
De punten II.2.1 en II.2.2 zijn alleen van toepassing op soorten die vatbaar zijn voor een of meer in de titel genoemde ziekten. Een lijst van vatbare soorten is opgenomen in bijlage IV bij Richtlijn 2006/88/EG.
(4)
Behouden wat van toepassing is.
(5)
Voor zendingen van voor Bonamia exitiosa, Perkinsus marinus en Mikrocytos mackini vatbare soorten moet deze verklaring worden behouden om de zending in enig deel van de Unie te mogen binnenbrengen.
(6)
Om de zending te mogen binnenbrengen in een lidstaat, zone of compartiment (vakken I.9 en I.10 van deel I van het certificaat) die/dat vrij is verklaard van Marteilia refringens of Bonamia ostreae of waarvoor een overeenkomstig artikel 44, lid 1 of 2, van Richtlijn 2006/88/EG vastgesteld surveillance- of uitroeiingsprogramma geldt, moet één van deze verklaringen worden behouden als de zending soorten bevat die vatbaar zijn voor de ziekte(n) waarvoor de ziektevrije status of een programma geldt. Gegevens over de ziektestatus van elke kwekerij en elk kweekgebied van weekdieren in de Unie zijn te vinden op
http://ec.europa.eu/food/animal/liveanimals/aquaculture/index_en.htm
.
De kleur van het stempel en de handtekening moet verschillen van de kleur van de andere informatie in het certificaat.
·
|
|
|
|
|
|
Officieel inspecteur
Naam (in hoofdletters):
Hoedanigheid en titel:
Datum:
Handtekening:
Stempel:
|
HOOFDSTUK B: AANVULLEND MODEL VAN OFFICIËLE CERTIFICERING VOOR VERWERKTE TWEEKLEPPIGE WEEKDIEREN VAN DE SOORT ACANTHOCARDIA TUBERCULATUM
Ondergetekende, officieel inspecteur, verklaart hierbij dat de verwerkte tweekleppige weekdieren van de soort Acanthocardia tuberculatum, waarvoor gezondheidscertificaat nr. ………………………………………………………… is afgegeven:
1.zijn verzameld in productiegebieden die duidelijk zijn geïdentificeerd en zijn erkend door en onder toezicht staan van de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 12 van Gedelegeerde Verordening (EU) [C(2019) 11] van de Commissie van .... tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen (PB L .... van ../../...., blz. ...) en waar het gehalte aan paralytic shellfish poison (PSP) in de eetbare delen van deze weekdieren minder dan 300 μg per 100 g bedraagt;
2.in containers of voertuigen die door de bevoegde autoriteit zijn verzegeld, rechtstreeks vervoerd zijn naar de inrichting:
…………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………
(naam en officieel erkenningsnummer van de inrichting die van de bevoegde autoriteit een speciale vergunning heeft gekregen om de behandeling ervan uit te voeren);
3.tijdens het vervoer naar deze inrichting vergezeld gingen van een door de bevoegde autoriteit afgegeven document waarin het vervoer wordt toegestaan en de aard en de hoeveelheid van het product, het gebied van oorsprong en de inrichting van bestemming zijn aangegeven;
4.de warmtebehandeling hebben ondergaan zoals beschreven in de bijlage bij Beschikking 96/77/EG van de Commissie van 18 januari 1996 tot vaststelling van de voorschriften voor het verzamelen en het verwerken van bepaalde tweekleppige weekdieren uit gebieden waar het gehalte aan PSP ("Paralytic Shellfish Poison") het bij Richtlijn 91/495/EEG van de Raad vastgestelde maximum overschrijdt (PB L 15 van 20.1.1996, blz. 46); en
5.geen PSP bevatten in een hoeveelheid die met de biologische analysemethode kan worden opgespoord, zoals blijkt uit het (de) bijgevoegde verslag(en) van de analyse die is uitgevoerd op elke partij van de zending waarop deze certificering betrekking heeft.
Ondergetekende, officieel inspecteur, verklaart hierbij dat de bevoegde autoriteit erop heeft toegezien dat de interne controle in de in punt 2 bedoelde inrichting specifiek van toepassing is op de in punt 4 bedoelde warmtebehandeling.
Ondergetekende, officieel inspecteur, verklaart hierbij dat zij/hij op de hoogte is van de bepalingen van Beschikking 96/77/EG en dat het (de) bijgevoegde analyseverslag(en) betrekking heeft (hebben) op de analyse van de producten na verwerking.
Officieel inspecteur
Naam (in hoofdletters): Hoedanigheid en titel:
Datum: Handtekening:
Stempel:
|
DEEL II
HOOFDSTUK A: MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN VAN VISSERIJPRODUCTEN
LAND
|
Officieel certificaat voor de EU
|
Deel I: Gegevens betreffende de zending
|
I.1. Verzender/exporteur
Naam
Adres
Tel.
|
I.2. Referentienummer certificaat
|
I.2.a. Referentienummer Imsoc
|
|
|
I.3. Centrale bevoegde autoriteit
|
|
|
I.4. Lokale bevoegde autoriteit
|
|
I.5. Geadresseerde/importeur
Naam
Adres
Postcode
Tel.
|
I.6. Voor de zending verantwoordelijke exploitant
Naam
Adres
Postcode
|
|
I.7. Land van oorsprong
|
ISO-code
|
I.8. Regio van oorsprong
|
Code
|
I.9. Land van bestemming
|
ISO-code
|
I.10.
|
|
I.11. Plaats van verzending
Naam
Adres
|
Erkenningsnummer
|
I.12. Plaats van bestemming
Naam
Adres
|
|
|
I.13. Plaats van lading
|
I.14. Datum en tijdstip van vertrek
|
I.15. Vervoermiddel
Vliegtuig
Wegvoertuig
Identificatie:
|
Vaartuig
Treinwagon
|
Ander
|
I.16. Grenscontrolepost van binnenkomst
|
|
|
|
I.17. Begeleidende documenten
Type
Nr.
|
I.18. Vervoersomstandigheden
Omgevingstemperatuur
|
Gekoeld
|
Ingevroren
|
|
I.19. Containernummer/zegelnummer
|
I.20. Goederen gecertificeerd voor
Conservenindustrie
Menselijke consumptie
|
|
|
|
I.21.
|
I.22.
|
I.23. Totaal aantal verpakkingen
|
I.24. Hoeveelheid
Totaal aantal
|
Totaal nettogewicht (kg)
|
Totaal brutogewicht (kg)
|
I.25. Omschrijving van de goederen
Nr. Code en GN-titel
|
Soort (wetenschappelijke benaming)
Eindverbruiker Aantal verpakkingen
|
Aard van de goederen
Vaartuig/verwerkingsbedrijf
Nettogewicht Partijnummer
|
Soort behandeling
Koelhuis
Aard van de verpakking
|
LAND
Visserijproducten
|
II.
Informatie over de gezondheid
|
II.a.
Referentienummer certificaat
|
II.b.
|
II.1.(1) Verklaring inzake de volksgezondheid
Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante bepalingen van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1), Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55) en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1) en dat de hierboven beschreven visserijproducten overeenkomstig die voorschriften zijn geproduceerd en met name dat zij:
–afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma toepassen;
–op hygiënische wijze zijn gevangen en aan boord van het vaartuig gehanteerd, aan land gebracht, gehanteerd en, in voorkomend geval, bereid, verwerkt, ingevroren en ontdooid overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie VIII, hoofdstukken I tot en met IV, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
–voldoen aan de gezondheidsnormen van bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk V, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en aan de criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1);
–zijn verpakt, opgeslagen en vervoerd overeenkomstig bijlage III, sectie VIII, hoofdstukken VI tot en met VIII, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
–zijn voorzien van een merk overeenkomstig bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
–voldoen aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan, indien zij van aquacultuur afkomstig zijn, die zijn vervat in de plannen betreffende residuen die zijn ingediend overeenkomstig Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10), en met name artikel 29 daarvan; en
–op afdoende wijze de officiële controles hebben ondergaan die zijn vastgelegd in de artikelen 59 tot en met 65 van Uitvoeringsverordening (EU) [C(2019) 13] van de Commissie van ../../.... tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L ... van ../../...., blz. ...).
II.2.(2)(4) Verklaring inzake de diergezondheid voor vis en schaaldieren afkomstig van aquacultuur
II.2.1.(3)(4) [Voorschriften voor soorten die vatbaar zijn voor epizoötische hematopoëtische necrose (EHN), taura-syndroom en yellowhead-ziekte
Ondergetekende, officieel inspecteur, verklaart hierbij dat de in deel I van dit certificaat bedoelde aquacultuurdieren of producten daarvan:
(5) afkomstig zijn uit een land/grondgebied, zone of compartiment dat/die overeenkomstig hoofdstuk VII van Richtlijn 2006/88/EG van de Raad van 24 oktober 2006 betreffende veterinairrechtelijke voorschriften voor aquacultuurdieren en de producten daarvan en betreffende de preventie en bestrijding van bepaalde ziekten bij waterdieren (PB L 328 van 24.11.2006, blz. 14) of de desbetreffende OIE-norm vrij verklaard is van (4)[EHN] (4)[taura-syndroom] (4)[yellowhead-ziekte] door de bevoegde autoriteit van haar/zijn land,
i)waar van de desbetreffende ziekten bij de bevoegde autoriteit aangifte moet worden gedaan en meldingen van vermoede infecties met de desbetreffende ziekte onmiddellijk door de bevoegde autoriteit moeten worden onderzocht;
ii)alle binnengebrachte soorten die vatbaar zijn voor de desbetreffende ziekten, afkomstig zijn uit een gebied dat vrij van de ziekte is verklaard; en
iii)de voor de desbetreffende ziekten vatbare soorten niet tegen de desbetreffende ziekten zijn gevaccineerd.]
II.2.2.(3)(4) [Voorschriften voor soorten die vatbaar zijn voor virale hemorragische septikemie (VHS), infectieuze hematopoëtische necrose (IHN), infectieuze zalmanemie (ISA), het koiherpesvirus (KHV) en wittevlekkenziekte en die bestemd zijn voor lidstaat, zone of compartiment die/dat ziektevrij is verklaard of waarvoor een surveillance- of uitroeiingsprogramma voor de desbetreffende ziekte geldt
Ondergetekende, officieel inspecteur, verklaart hierbij dat de in deel I van dit certificaat bedoelde aquacultuurdieren of producten daarvan:
(6) afkomstig zijn uit een land/grondgebied, zone of compartiment dat/die overeenkomstig hoofdstuk VII van Richtlijn 2006/88/EG of de desbetreffende OIE-norm vrij verklaard is van (4)[VHS] (4)[IHN] (4)[ISA] (4)[KHV] (4)[wittevlekkenziekte] door de bevoegde autoriteit van haar/zijn land,
i)waar van de desbetreffende ziekten bij de bevoegde autoriteit aangifte moet worden gedaan en meldingen van vermoede infecties met de desbetreffende ziekte onmiddellijk door de bevoegde autoriteit moeten worden onderzocht;
ii)alle binnengebrachte soorten die vatbaar zijn voor de desbetreffende ziekten, afkomstig zijn uit een gebied dat vrij van de ziekte is verklaard; en
iii)de voor de desbetreffende ziekten vatbare soorten niet tegen de desbetreffende ziekten zijn gevaccineerd.]
II.2.3.Voorschriften inzake vervoer en etikettering
Ondergetekende, officieel inspecteur, verklaart hierbij dat:
II.2.3.1.de bovenbedoelde aquacultuurdieren worden vervoerd onder omstandigheden waarin de waterkwaliteit geen gevolgen heeft voor hun gezondheidsstatus;
II.2.3.2.de vervoerscontainer of het schip met leeftank vóór het laden schoon en ontsmet of
nooit eerder gebruikt is; en
II.2.3.3.de zending voorzien is van een leesbaar etiket aan de buitenkant van de container of, wanneer vervoerd met een schip met leeftank, op het scheepsmanifest, met daarop de relevante informatie zoals bedoeld in de vakken I.7 tot en met I.11 van deel I van dit certificaat en de volgende vermelding:
"(4)[Vis] (4)[Schaaldieren] bestemd voor menselijke consumptie in de Unie".
Opmerkingen
Zie de richtsnoeren in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2019) 12] van de Commissie van ../../… betreffende modellen van officiële certificaten voor bepaalde dieren en goederen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze modelcertificaten betreft (PB L ... van ../../…, blz. ...).
Deel I:
-Vak I.8: Regio van oorsprong: vermeld voor ingevroren of verwerkte tweekleppige weekdieren het productiegebied.
-Vak I.20: Vink "conservenindustrie" aan voor hele vissen die aanvankelijk in pekel worden ingevroren bij -9 °C of een temperatuur hoger dan -18 °C en die bestemd zijn voor de bereiding van conserven overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, punt II.7, bij Verordening (EG) nr. 853/2004. Vink in andere gevallen "menselijke consumptie" aan.
-Vak I.25: Voeg de toepasselijke code(s) van het geharmoniseerd systeem (GS) in met gebruik van posten zoals: 0301, 0302, 0303, 0304, 0305, 0306, 0307, 0308, 0511, 1504, 1516, 1518, 1603, 1604, 1605 of 2106.
-Vak I.25:Aard van de goederen: vermeld of de goederen afkomstig zijn van aquacultuur of uit het wild.
Soort behandeling: vermeld of de goederen levend, gekoeld, ingevroren of verwerkt zijn.
Verwerkingsbedrijf: omvat fabrieksvaartuig, vriesvaartuig, reeferschip,
koelhuis en verwerkingsinstallatie.
Deel II:
(1)Deel II.1 van dit certificaat is niet van toepassing op landen met speciale certificeringsvoorschriften in verband met de volksgezondheid die zijn vastgelegd in gelijkwaardigheidsovereenkomsten of andere wetgeving van de Unie.
(2)Deel II.2 van dit certificaat is niet van toepassing op:
a)niet-levensvatbare schaaldieren, d.w.z. schaaldieren die niet in staat zijn als levende dieren te overleven als zij worden teruggezet in het milieu waaruit zij afkomstig zijn;
b)vis die vóór de verzending wordt gedood en gekaakt;
c)aquacultuurdieren en producten daarvan die zonder verdere verwerking voor menselijke consumptie in de handel worden gebracht, mits zij zijn verpakt in detailverpakkingen die voldoen aan de bepalingen voor dergelijke verpakkingen in Verordening (EG) nr. 853/2004;
d)schaaldieren die bestemd zijn voor overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Richtlijn 2006/88/EG erkende verwerkingsinrichtingen, of voor verzendingscentra, zuiveringscentra of soortgelijke bedrijven die beschikken over een systeem voor de behandeling van effluenten waarmee de desbetreffende pathogenen geïnactiveerd worden, of waar de effluenten andere behandelingen ondergaan waardoor het risico van overdracht van ziekten naar de natuurlijke wateren tot een aanvaardbaar niveau wordt teruggebracht; en
e)schaaldieren die bestemd zijn voor verdere verwerking vóór menselijke consumptie zonder tijdelijke opslag op de plaats van verwerking en die daartoe verpakt en geëtiketteerd zijn overeenkomstig Verordening (EG) nr. 853/2004.
(3)De punten II.2.1 en II.2.2 van dit certificaat zijn alleen van toepassing op soorten die vatbaar zijn voor een of meer in de hoofding van het desbetreffende punt genoemde ziekten. Een lijst van vatbare soorten is opgenomen in bijlage IV bij Richtlijn 2006/88/EG.
(4)Behouden wat van toepassing is.
(5)Voor zendingen van voor EHN, taura-syndroom en/of yellowhead-ziekte vatbare soorten moet deze verklaring worden behouden om de zending in enig deel van de Unie te mogen binnenbrengen.
(6)Om de zending te mogen binnenbrengen in een lidstaat, zone of compartiment (vakken I.9 en I.10 van deel I van het certificaat) die/dat vrij is verklaard van VHS, IHN, ISA, KHV of wittevlekkenziekte of waarvoor een overeenkomstig artikel 44, lid 1 of 2, van Richtlijn 2006/88/EG vastgesteld surveillance- of uitroeiingsprogramma geldt, moet één van deze verklaringen worden behouden als de zending soorten bevat die vatbaar zijn voor de ziekte(n) waarvoor de ziektevrije status of een programma geldt. Gegevens over de ziektestatus van elke kwekerij en elk kweekgebied van weekdieren in de Unie zijn te vinden op http://ec.europa.eu/food/animal/liveanimals/aquaculture/index_en.htm.
De kleur van het stempel en de handtekening moet verschillen van de kleur van de andere informatie in het certificaat.
|
|
|
|
|
|
Officieel inspecteur
Naam (in hoofdletters):
Hoedanigheid en titel:
Datum:
Handtekening:
Stempel:
|
HOOFDSTUK B: Model van officieel certificaat voor visserijproducten die zijn gevangen door vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren en die al dan niet met opslag in derde landen worden overgeladen
LAND
|
Officieel certificaat voor de EU
|
Deel I: Gegevens betreffende de zending
|
I.1. Verzender/exporteur
Naam
Adres
Tel.
|
I.2. Referentienummer certificaat
|
I.2.a. Referentienummer Imsoc
|
|
|
I.3. Centrale bevoegde autoriteit
|
|
|
I.4. Lokale bevoegde autoriteit
|
|
I.5. Geadresseerde/importeur
Naam
Adres
Postcode
Tel.
|
I.6. Voor de zending verantwoordelijke exploitant
Naam
Adres
Postcode
|
|
I.7. Land van oorsprong
|
ISO-code
|
I.8. Regio van oorsprong
|
Code
|
I.9. Land van bestemming
|
ISO-code
|
I.10.
|
|
I.11. Plaats van verzending
Naam
Adres
|
Erkenningsnummer
|
I.12. Plaats van bestemming
Naam
Adres
|
|
|
I.13. Plaats van lading
|
I.14. Datum en tijdstip van vertrek
|
I.15. Vervoermiddel
Vliegtuig
Wegvoertuig
Identificatie:
|
Vaartuig
Treinwagon
|
Ander
|
I.16. Grenscontrolepost van binnenkomst
|
|
|
|
I.17. Begeleidende documenten
Type
Nr.
|
I.18. Vervoersomstandigheden
Omgevingstemperatuur
|
Gekoeld
|
Ingevroren
|
|
I.19. Containernummer/zegelnummer
|
I.20. Goederen gecertificeerd voor
Conservenindustrie
Menselijke consumptie
|
|
|
|
I.21.
|
I.22.
|
I.23. Totaal aantal verpakkingen
|
I.24. Hoeveelheid
Totaal aantal
|
Totaal nettogewicht (kg)
|
Totaal brutogewicht (kg)
|
I.25. Omschrijving van de goederen
Nr. Code en GN-titel
|
Soort (wetenschappelijke benaming)
Zone
Eindverbruiker Aantal verpakkingen
|
Aard van de goederen
Vaartuig/verwerkingsbedrijf
Nettogewicht Partijnummer
|
Soort behandeling
Koelhuis
Aard van de verpakking
|
LAND
Visserijproducten die in derde landen worden overgeladen
|
II.
Informatie over de gezondheid
|
II.a.
Referentienummer certificaat
|
II.b.
|
II.1. Verklaring inzake de volksgezondheid
Ondergetekende, officieel inspecteur, verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante bepalingen van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1), Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55) en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1) en dat de hierboven beschreven visserijproducten:
- op hygiënische wijze zijn aangeland en gelost uit het (de) erkende/geregistreerde vaartuig(en) …………………… (vermeld erkennings-/registratienummer(s) en de naam van de vlaggenlidstaat of -lidstaten) overeenkomstig de desbetreffende voorschriften van bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk II, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
- in voorkomend geval zijn opgeslagen in het erkende koelhuis/de erkende koelhuizen …………………. (vermeld erkenningsnummer(s)) overeenkomstig de desbetreffende voorschriften van bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VII, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
- in voorkomend geval op hygiënische wijze zijn geladen op het erkende vaartuig/de erkende vaartuigen ………………………………. (vermeld erkenningsnummer(s) van de lidstaat/lidstaten of van het derde land/de derde landen en de naam van de vlaggenlidstaat/-lidstaten of van het derde land/de derde landen) overeenkomstig de desbetreffende voorschriften van bijlage III, sectie VIII, hoofdstukken I en VIII, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
- in voorkomend geval zijn geladen in een container .………………… (vermeld het containernummer) of in een vrachtwagen .………………… (vermeld het kenteken van de vrachtwagen en aanhangwagen) of in een vliegtuig .………………… (vermeld het vluchtnummer) overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk VIII, bij Verordening (EG) nr. 853/2004; en
- vergezeld gaan van een afdruk/afdrukken** van het (de) visserijlogboek(en) of de relevante onderdelen daarvan**.
** De elektronische vorm wordt ook aanvaard.
Opmerkingen
Zie de richtsnoeren in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2019) 12] van de Commissie van ../../… betreffende modellen van officiële certificaten voor bepaalde dieren en goederen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze modelcertificaten betreft (PB L ... van ../../…, blz. ...).
Deel I:
- Vak I.11: Plaats van verzending: Vermeld de naam, het adres en het erkenningsnummer van het koelhuis in het derde land van verzending of, indien het product niet is opgeslagen in een koelhuis, de naam en het erkennings- of registratienummer van het onder de vlag van een lidstaat varende vaartuig van oorsprong.
- Vak I.15: Vermeld het vervoermiddel bij het verlaten van het derde land van verzending. Vermeld in het geval van een vriesvaartuig/reeferschip de naam van het vaartuig, het erkenningsnummer en de vlaggenstaat; vermeld in het geval van een vissersvaartuig het registratienummer en de vlaggenstaat. Indien containers, vrachtwagens of vliegtuigen voor het vervoer worden gebruikt, moeten de in punt II.1, vierde streepje, ingevulde gegevens worden vermeld.
- Vak I.20: Vink "conservenindustrie" aan voor hele vissen die aanvankelijk in pekel worden ingevroren bij -9 °C of een temperatuur hoger dan -18 °C en die bestemd zijn voor de bereiding van conserven overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, punt II.7, bij Verordening (EG) nr. 853/2004. Vink in andere gevallen "menselijke consumptie" aan.
- Vak I.25: Voeg de toepasselijke code(s) van het geharmoniseerd systeem (GS) in met gebruik van posten zoals: 0301, 0302, 0303, 0304, 0305, 0306, 0307, 0308, 0511, 1504, 1516, 1518, 1603, 1604, 1605 of 2106.
- Vak I.25: Soort behandeling: vermeld of de goederen gekoeld, ingevroren of verwerkt zijn.
* Omvat naargelang het geval vissersvaartuigen, fabrieksvaartuigen, vriesvaartuigen en reeferschepen.
|
|
|
|
|
|
Officieel inspecteur
Naam (in hoofdletters):
Hoedanigheid en titel:
Datum:
Handtekening:
Stempel:
|
HOOFDSTUK C: Model van het door de kapitein te ondertekenen officiële certificaat dat ingevroren visserijproducten vergezelt wanneer deze de Unie rechtstreeks van een vriesvaartuig, reeferschip of fabrieksvaartuig binnenkomen om in de handel te worden gebracht
LAND
|
Officieel certificaat voor de EU
|
Deel I: Gegevens betreffende de zending
|
I.1. Verzender/exporteur
Naam
Adres
Tel.
|
I.2. Referentienummer certificaat
|
I.2.a. Referentienummer Imsoc
|
|
|
I.3.
|
|
|
I.4.
|
|
I.5. Geadresseerde/importeur
Naam
Adres
Postcode
Tel.
|
I.6. Voor de zending verantwoordelijke exploitant
Naam
Adres
Postcode
|
|
I.7. Land van oorsprong
|
ISO-code
|
I.8. Regio van oorsprong
|
Code
|
I.9. Land van bestemming
|
ISO-code
|
I.10.
|
|
I.11. Plaats van verzending
Naam
Adres
|
Erkenningsnummer
|
I.12. Plaats van bestemming
Naam
Adres
|
|
|
I.13.
|
I.14. Datum en tijdstip van vertrek
|
I.15.
|
I.16. Grenscontrolepost van binnenkomst
|
|
I.17. Begeleidende documenten
Type
Nr.
|
I.18.
|
|
I.19.
|
I.20. Goederen gecertificeerd voor
Conservenindustrie
Menselijke consumptie
|
|
|
|
I.21.
|
I.22.
|
I.23. Totaal aantal verpakkingen
|
I.24. Hoeveelheid
Totaal aantal
|
Totaal nettogewicht (kg)
|
Totaal brutogewicht (kg)
|
I.25. Omschrijving van de goederen
Nr. Code en GN-titel
|
Soort (wetenschappelijke benaming)
Eindverbruiker Aantal verpakkingen
|
Nettogewicht Partijnummer
|
Aard van de verpakking
|
|
|
LAND
Visserijproducten
|
|
·I.(bis)
Overige informatie
Visserijgebied(en):
IMO/Lloyd's-nummer (indien toegekend) of roepnaam van het vaartuig:
Visperiode:
begindatum: …./…./…….
einddatum: …./…./…….
|
|
·II.
Verklaring inzake de gezondheid
|
·II.a.
Referentienummer certificaat
|
II.b.
|
|
·II.1
Verklaring inzake de volksgezondheid
Ondergetekende verklaart dat:
·zij/hij kennis heeft van de relevante bepalingen van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1), Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55) en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1) en dat de hierboven beschreven visserijproducten overeenkomstig die voorschriften zijn geproduceerd en met name dat het vaartuig wordt vermeld in de lijst van vaartuigen waaruit de invoer in de Unie is toegestaan ("de EU-lijst");
·het vaartuig overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma heeft om gevaren te beheersen;
·de visserijproducten op hygiënische wijze zijn gevangen en aan boord van het vaartuig gehanteerd, aan land gebracht, gehanteerd en, in voorkomend geval, bereid, verwerkt, ingevroren en ontdooid overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie VIII, hoofdstukken I tot en met IV, bij Verordening (EG) nr. 853/2004. Ingewanden en delen die een gevaar voor de volksgezondheid inhouden, zijn zo snel mogelijk verwijderd en gescheiden gehouden van voor menselijke consumptie bestemde producten;
·de visserijproducten voldoen aan de gezondheidsnormen van bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk V, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en, in voorkomend geval, aan de criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1);
·de visserijproducten zijn verpakt, opgeslagen en vervoerd overeenkomstig bijlage III, sectie VIII, hoofdstukken VI tot en met VIII, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
·de visserijproducten zijn voorzien van een merk overeenkomstig bijlage II, sectie I, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
·de visserijproducten voldoen aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan, indien zij van aquacultuur afkomstig zijn, die zijn vervat in de plannen betreffende residuen die zijn ingediend overeenkomstig Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10), en met name artikel 29 daarvan; en
·ingevroren visserijproducten op een temperatuur van ten hoogste -18 °C in alle delen van het product zijn gehouden, met uitzondering van hele in pekel ingevroren vissen die voor de vervaardiging van conserven bestemd zijn en die bewaard mogen worden bij een temperatuur van ten hoogste -9 °C.
Opmerkingen
Zie de richtsnoeren in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2019) 12] van de Commissie van ../../… betreffende modellen van officiële certificaten voor bepaalde dieren en goederen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze modelcertificaten betreft (PB L ... van ../../…, blz. ...).
Deel I:
·Vak I.2: Een uniek documentnummer overeenkomstig uw eigen classificatie.
·Vak I.5: De naam en het adres (straat, postcode en plaats) van de natuurlijke persoon naar wie of rechtspersoon waarnaar de zending rechtstreeks wordt ingevoerd in de lidstaat van bestemming.
·Vak I.7: Het land waarvan het vaartuig de vlag voert en dat dit document afgeeft.
·Vak I.11: De naam en het erkenningsnummer zoals vermeld in de lijst overeenkomstig artikel 10 van Gedelegeerde Verordening (EU) [(2019) 11] van de Commissie van ../../.... tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen (PB L .... van ../../...., blz. ...) van het vaartuig waarvan de visserijproducten rechtstreeks worden ingevoerd.
·Vak I.20: Vink "conservenindustrie" aan voor hele vissen die aanvankelijk in pekel worden ingevroren bij -9 °C of een temperatuur hoger dan -18 °C en die bestemd zijn voor de bereiding van conserven overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie VIII, hoofdstuk I, punt II.7, bij Verordening (EG) nr. 853/2004. Vink in andere gevallen "menselijke consumptie" aan.
·Vak I.25: Voeg de toepasselijke code(s) van het geharmoniseerd systeem (GS) in met gebruik van posten zoals: 0301, 0302, 0303, 0304, 0305, 0306, 0307, 0308, 0511, 1504, 1516, 1518, 1603, 1604, 1605 of 2106.
·Vak I.25: Soort behandeling: vermeld of de goederen gekoeld, ingevroren of verwerkt zijn.
* Omvat naargelang het geval vissersvaartuigen, fabrieksvaartuigen, vriesvaartuigen en reeferschepen.
|
Deel II: Certificering
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Kapitein van het vaartuig
Naam (in hoofdletters):
Datum:
Handtekening:
Stempel:
|
DEEL III
MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE GEKOELDE, INGEVROREN OF BEREIDE KIKKERBILLETJES
LAND
|
Officieel certificaat voor de EU
|
Deel I: Gegevens betreffende de zending
|
I.1. Verzender/exporteur
Naam
Adres
Tel.
|
I.2. Referentienummer certificaat
|
I.2.a. Referentienummer Imsoc
|
|
|
I.3. Centrale bevoegde autoriteit
|
|
|
I.4. Lokale bevoegde autoriteit
|
|
I.5. Geadresseerde/importeur
Naam
Adres
Postcode
Tel.
|
I.6. Voor de zending verantwoordelijke exploitant
Naam
Adres
Postcode
|
|
I.7. Land van oorsprong
|
ISO-code
|
I.8.
|
I.9. Land van bestemming
|
ISO-code
|
I.10.
|
|
I.11. Plaats van verzending
Naam
Adres
|
Erkenningsnummer
|
I.12. Plaats van bestemming
Naam
Adres
|
|
|
I.13. Plaats van lading
|
I.14. Datum en tijdstip van vertrek
|
I.15. Vervoermiddel
Vliegtuig
Wegvoertuig
Identificatie:
|
Vaartuig
Treinwagon
|
Ander
|
I.16. Grenscontrolepost van binnenkomst
|
|
|
|
I.17. Begeleidende documenten
Type
Nr.
|
I.18. Vervoersomstandigheden
Omgevingstemperatuur
|
Gekoeld
|
Ingevroren
|
|
I.19. Containernummer/zegelnummer
|
I.20. Goederen gecertificeerd voor
Menselijke consumptie
|
|
|
|
I.21.
|
I.22.
|
I.23. Totaal aantal verpakkingen
|
I.24. Hoeveelheid
Totaal aantal
|
Totaal nettogewicht (kg)
|
Totaal brutogewicht (kg)
|
I.25. Omschrijving van de goederen
Nr. Code en GN-titel
|
Soort (wetenschappelijke benaming)
Eindverbruiker Aantal verpakkingen
|
Verwerkingsbedrijf
Nettogewicht Partijnummer
|
Soort behandeling
Koelhuis
Aard van de verpakking
|
|
LAND
Model FRG
Voor menselijke consumptie bestemde gekoelde, ingevroren of bereide kikkerbilletjes
|
|
II.
Informatie over de gezondheid
|
II.a.
Referentienummer certificaat
|
II.b.
|
|
II.1.
Verklaring inzake de volksgezondheid
Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante bepalingen van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1), Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55) en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1) en
dat de hierboven beschreven kikkerbilletjes overeenkomstig die voorschriften zijn geproduceerd, en met name dat zij:
-
afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma toepassen;
- op hygiënische wijze zijn gehanteerd en, in voorkomend geval, bereid, verpakt en opgeslagen overeenkomstig de voorschriften van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004; en
-
afkomstig zijn van kikkers die op hygiënische wijze zijn uitgebloed, bereid en, in voorkomend geval, gekoeld, ingevroren of verwerkt, verpakt en opgeslagen overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie XI, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.
Opmerkingen
Zie de richtsnoeren in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2019) 12] van de Commissie van ../../… betreffende modellen van officiële certificaten voor bepaalde dieren en goederen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze modelcertificaten betreft (PB L ... van ../../…, blz. ...).
Deel I:
Vak I.25: Voeg de toepasselijke GN-code(s) in, zoals: 0208 90 70, 0210 99 39 of 1602 90 99.
Vak I.25: Soort behandeling: vers, behandeld.
Deel II:
De kleur van het stempel en de handtekening moet verschillen van de kleur van de andere informatie in het certificaat.
|
Deel II: Certificering
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Officieel inspecteur
Naam (in hoofdletters):
Hoedanigheid en titel:
Datum:
Handtekening:
Stempel:
|
DEEL IV
MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE GEKOELDE, INGEVROREN, VAN HET SLAKKENHUIS ONTDANE, GEKOOKTE OF BEREIDE SLAKKEN OF SLAKKENCONSERVEN
LAND
|
Officieel certificaat voor de EU
|
Deel I: Gegevens betreffende de zending
|
I.1. Verzender/exporteur
Naam
Adres
Tel.
|
I.2. Referentienummer certificaat
|
I.2.a. Referentienummer Imsoc
|
|
|
I.3. Centrale bevoegde autoriteit
|
|
|
I.4. Lokale bevoegde autoriteit
|
|
I.5. Geadresseerde/importeur
Naam
Adres
Postcode
Tel.
|
I.6. Voor de zending verantwoordelijke exploitant
Naam
Adres
Postcode
|
|
I.7. Land van oorsprong
|
ISO-code
|
I.8.
|
I.9. Land van bestemming
|
ISO-code
|
I.10.
|
|
I.11. Plaats van verzending
Naam
Adres
|
Erkenningsnummer
|
I.12. Plaats van bestemming
Naam
Adres
|
|
|
I.13. Plaats van lading
|
I.14. Datum en tijdstip van vertrek
|
I.15. Vervoermiddel
Vliegtuig
Wegvoertuig
Identificatie:
|
Vaartuig
Treinwagon
|
Ander
|
I.16. Grenscontrolepost van binnenkomst
|
|
|
|
I.17. Begeleidende documenten
Type
Nr.
|
I.18. Vervoersomstandigheden
Omgevingstemperatuur
|
Gekoeld
|
Ingevroren
|
|
I.19. Containernummer/zegelnummer
|
I.20. Goederen gecertificeerd voor
Menselijke consumptie
|
|
|
|
I.21.
|
I.22.
|
I.23. Totaal aantal verpakkingen
|
I.24. Hoeveelheid
Totaal aantal
|
Totaal nettogewicht (kg)
|
Totaal brutogewicht (kg)
|
I.25. Omschrijving van de goederen
Nr. Code en GN-titel
|
Soort (wetenschappelijke benaming)
Eindverbruiker Aantal verpakkingen
|
Verwerkingsbedrijf
Nettogewicht Partijnummer
|
Soort behandeling
Koelhuis
Aard van de verpakking
|
|
LAND
Model SNS
Voor menselijke consumptie bestemde gekoelde, ingevroren, van het slakkenhuis ontdane, gekookte of bereide slakken of slakkenconserven
|
|
II.
Informatie over de gezondheid
|
II.a.
Referentienummer certificaat
|
II.b.
|
|
II.1.
Verklaring inzake de volksgezondheid
Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante bepalingen van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1), Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55) en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1) en
dat de hierboven beschreven slakken overeenkomstig die voorschriften zijn geproduceerd, en met name dat zij:
-
afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma toepassen;
-
op hygiënische wijze zijn gehanteerd en, in voorkomend geval, bereid, verpakt en opgeslagen overeenkomstig de voorschriften van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004; en
-
op hygiënische wijze zijn gehanteerd en, in voorkomend geval, ontdaan van het slakkenhuis, gekookt, bereid, verwerkt tot conserven, ingevroren, verpakt en opgeslagen overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie XI, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.
Opmerkingen
Zie de richtsnoeren in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2019) 12] van de Commissie van ../../… betreffende modellen van officiële certificaten voor bepaalde dieren en goederen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze modelcertificaten betreft (PB L ... van ../../…, blz. ...).
Deel I:
Vak I.25: Voeg de toepasselijke GS/GN-code(s) in, zoals: 0307 60 00 of 1605.
Vak I.25: Soort behandeling: vers, behandeld.
Deel II:
·De kleur van het stempel en de handtekening moet verschillen van de kleur van de andere informatie in het certificaat.
|
Deel II: Certificering
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Officieel inspecteur
Naam (in hoofdletters):
Hoedanigheid en titel:
Datum:
Handtekening:
Stempel:
|
DEEL V
MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE GESMOLTEN DIERLIJKE VETTEN EN KANEN
LAND
|
Officieel certificaat voor de EU
|
Deel I: Gegevens betreffende de zending
|
I.1. Verzender/exporteur
Naam
Adres
Tel.
|
I.2. Referentienummer certificaat
|
I.2.a. Referentienummer Imsoc
|
|
|
I.3. Centrale bevoegde autoriteit
|
|
|
I.4. Lokale bevoegde autoriteit
|
|
I.5. Geadresseerde/importeur
Naam
Adres
Postcode
Tel.
|
I.6. Voor de zending verantwoordelijke exploitant
Naam
Adres
Postcode
|
|
I.7. Land van oorsprong
|
ISO-code
|
I.8.
|
I.9. Land van bestemming
|
ISO-code
|
I.10.
|
|
I.11. Plaats van verzending
Naam
Adres
|
Erkenningsnummer
|
I.12. Plaats van bestemming
Naam
Adres
|
|
|
I.13. Plaats van lading
|
I.14. Datum en tijdstip van vertrek
|
I.15. Vervoermiddel
Vliegtuig
Wegvoertuig
Identificatie:
|
Vaartuig
Treinwagon
|
Ander
|
I.16. Grenscontrolepost van binnenkomst
|
|
|
|
I.17. Begeleidende documenten
Type
Nr.
|
I.18. Vervoersomstandigheden
Omgevingstemperatuur
|
Gekoeld
|
Ingevroren
|
|
I.19. Containernummer/zegelnummer
|
I.20. Goederen gecertificeerd voor
Menselijke consumptie
|
|
|
|
I.21.
|
I.22.
|
I.23. Totaal aantal verpakkingen
|
I.24. Hoeveelheid
Totaal aantal
|
Totaal nettogewicht (kg)
|
Totaal brutogewicht (kg)
|
I.25. Omschrijving van de goederen
Nr. Code en GN-titel
|
Soort (wetenschappelijke benaming)
Eindverbruiker Aantal verpakkingen
|
Verwerkingsbedrijf
Nettogewicht Partijnummer
|
Koelhuis
Aard van de verpakking
|
|
LAND
Voor menselijke consumptie bestemde gesmolten dierlijke vetten en kanen
|
|
II.
Informatie over de gezondheid
|
II.a.
Referentienummer certificaat
|
II.b.
|
|
II.1.
Verklaring inzake de volksgezondheid
Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante bepalingen van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1), Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55) en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1) en
dat de hierboven beschreven gesmolten dierlijke vetten en kanen overeenkomstig die voorschriften zijn geproduceerd, en met name:
-
dat zij afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma toepassen;
-
dat zij op hygiënische wijze zijn gehanteerd en, in voorkomend geval, bereid, verpakt en opgeslagen overeenkomstig de voorschriften van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004; en
-
dat zij voldoen aan de voorschriften van bijlage III, sectie XII, bij Verordening (EG) nr. 853/2004.
II.2. Verklaring inzake de diergezondheid
Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart hierbij dat de hierboven beschreven gesmolten dierlijke vetten en kanen aan de volgende voorschriften voldoen en afkomstig zijn van:
II.2.1. hetzij derde landen, gebieden en delen daarvan waaruit vers vlees naar de Unie mag worden uitgevoerd overeenkomstig bijlage II, deel 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie van 12 maart 2010 tot vaststelling van lijsten van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit bepaalde dieren en vers vlees in de Europese Unie mogen worden binnengebracht, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 73 van 20.3.2010, blz. 1);
II.2.1. hetzij derde landen, gebieden en delen daarvan waaruit vers vlees van pluimvee naar de Unie mag worden uitgevoerd overeenkomstig bijlage I, deel 1, bij Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie van 8 augustus 2008 tot vaststelling van een lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit pluimvee en pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 226 van 23.8.2008, blz. 1);
II.2.1. hetzij derde landen, gebieden en delen daarvan waaruit vleesproducten van de betrokken soort naar de Unie mogen worden uitgevoerd mits de voor de diersoort waarvan het vleesproduct afkomstig is gespecificeerde behandeling wordt toegepast, en die worden vermeld in de lijst van derde landen en gebieden in bijlage II, deel 1, bij
Beschikking 2007/777/EG van de Commissie van 29 november 2007 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften en het model van de certificaten voor bepaalde uit derde landen ingevoerde vleesproducten en behandelde magen, blazen en darmen voor menselijke consumptie en tot intrekking van Beschikking 2005/432/EG (PB L 312 van 30.11.2007, blz. 49).
Opmerkingen
Zie de richtsnoeren in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2019) 12] van de Commissie van ../../… betreffende modellen van officiële certificaten voor bepaalde dieren en goederen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze modelcertificaten betreft (PB L ... van ../../…, blz. ...).
Deel I:
Vak I.25: Voeg de toepasselijke GS/GN-code(s) in, zoals: 1501, 1502, 1503 00, 1504, 1506 00 00, 1516 10, 1517, 1518 00 91, 1518 00 95, 1518 00 99 of 2301.
Deel II:
De kleur van het stempel en de handtekening moet verschillen van de kleur van de andere informatie in het certificaat.
|
Deel II: Certificering
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Officiële dierenarts
Naam (in hoofdletters):
Hoedanigheid en titel:
Datum:
Handtekening:
Stempel:
|
DEEL VI
MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE GELATINE
LAND
|
Officieel certificaat voor de EU
|
Deel I: Gegevens betreffende de zending
|
I.1. Verzender/exporteur
Naam
Adres
Tel.
|
I.2. Referentienummer certificaat
|
I.2.a. Referentienummer Imsoc
|
|
|
I.3. Centrale bevoegde autoriteit
|
|
|
I.4. Lokale bevoegde autoriteit
|
|
I.5. Geadresseerde/importeur
Naam
Adres
Postcode
Tel.
|
I.6. Voor de zending verantwoordelijke exploitant
Naam
Adres
Postcode
|
|
I.7. Land van oorsprong
|
ISO-code
|
I.8.
|
I.9. Land van bestemming
|
ISO-code
|
I.10.
|
|
I.11. Plaats van verzending
Naam
Adres
|
Erkenningsnummer
|
I.12. Plaats van bestemming
Naam
Adres
|
|
|
I.13. Plaats van lading
|
I.14. Datum en tijdstip van vertrek
|
I.15. Vervoermiddel
Vliegtuig
Wegvoertuig
Identificatie:
|
Vaartuig
Treinwagon
|
Ander
|
I.16. Grenscontrolepost van binnenkomst
|
|
|
|
I.17. Begeleidende documenten
Type
Nr.
|
I.18. Vervoersomstandigheden
Omgevingstemperatuur
|
Gekoeld
|
Ingevroren
|
|
I.19. Containernummer/zegelnummer
|
I.20. Goederen gecertificeerd voor
Menselijke consumptie
|
|
|
|
I.21.
|
I.22.
|
I.23. Totaal aantal verpakkingen
|
I.24. Hoeveelheid
Totaal aantal
|
Totaal nettogewicht (kg)
|
Totaal brutogewicht (kg)
|
I.25. Omschrijving van de goederen
Nr. Code en GN-titel
|
Soort (wetenschappelijke benaming)
Eindverbruiker Aantal verpakkingen
|
Verwerkingsbedrijf
Nettogewicht Partijnummer
|
Koelhuis
Aard van de verpakking
|
|
LAND
Model GEL
Voor menselijke consumptie bestemde gelatine
|
|
II.
Informatie over de gezondheid
|
II.a.
Referentienummer certificaat
|
II.b.
|
|
II.1.
Verklaring inzake de volksgezondheid
Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante bepalingen van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1), Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55) en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1) en
dat de hierboven beschreven gelatine overeenkomstig die voorschriften is geproduceerd, en met name dat:
–de gelatine afkomstig is van een of meer inrichtingen die overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma toepassen;
–de gelatine is geproduceerd met grondstoffen die voldoen aan de voorschriften van bijlage III, sectie XIV, hoofdstukken I en II, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
–de gelatine is vervaardigd overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk III, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
–de gelatine voldoet aan de criteria van bijlage III, sectie XIV, hoofdstuk IV, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1);
(1)en, indien afkomstig van runderen, schapen en geiten,
de gelatine afkomstig is van dieren die bij een ante- en een post-mortemkeuring geschikt zijn bevonden;
(1)en, met uitzondering van van huiden afkomstige gelatine,
(1)hetzij
–[de gelatine afkomstig is uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG van de Commissie van 29 juni 2007 tot vaststelling van de BSE-status van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan naargelang van hun BSE-risico (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 84) is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico;
–de gelatine geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1) bevat en daar niet van afkomstig is(2);
–de gelatine geen separatorvlees van de beenderen van runderen, schapen of geiten bevat en daar niet van afkomstig is, met uitzondering van gelatine die afkomstig is van dieren die zijn geboren, ononderbroken zijn gehouden en zijn geslacht in een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich geen inheemse gevallen van BSE hebben voorgedaan;
–de dieren waarvan de gelatine afkomstig is, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument, tenzij de dieren zijn geboren, ononderbroken zijn gehouden en zijn geslacht in een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico;
–(1)[de dieren waarvan de gelatine afkomstig is, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico en dat aan de dieren geen vleesbeendermeel of kanen, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid, zijn vervoederd;]
–(1)[de dieren waarvan de gelatine afkomstig is, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico en dat de gelatine is vervaardigd en behandeld op een wijze die waarborgt dat zij geen zenuw- en lymfeweefsel dat bij het ontbenen is vrijgelegd, bevat en daar ook niet mee is besmet.]]
(1)hetzij
–[de gelatine afkomstig is uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG van de Commissie van 29 juni 2007 tot vaststelling van de BSE-status van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan naargelang van hun BSE-risico (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 84) is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een gecontroleerd BSE-risico;
–de dieren waarvan de gelatine afkomstig is, niet zijn gedood, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig instrument dat in de schedelholte wordt ingebracht of door middel van gas dat in de schedelholte wordt geïnjecteerd;
–de gelatine geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 of separatorvlees van de beenderen van runderen, schapen of geiten bevat en daar niet van afkomstig is.]
(1)hetzij
–[de gelatine afkomstig is uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG van 29 juni 2007 tot vaststelling van de BSE-status van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan naargelang van hun BSE-risico (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 84) is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico;
–aan de dieren waarvan de gelatine afkomstig is, geen vleesbeendermeel of kanen afkomstig van herkauwers, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid, zijn vervoederd;
–de dieren waarvan de gelatine afkomstig is, niet zijn gedood, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig instrument dat in de schedelholte wordt ingebracht of door middel van gas dat in de schedelholte wordt geïnjecteerd;
–de gelatine niet afkomstig is van:
i)gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001;
ii)zenuw- en lymfeweefsel dat bij het ontbenen is vrijgelegd;
iii)separatorvlees van de beenderen van runderen, schapen en geiten.]
Opmerkingen
Zie de richtsnoeren in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2019) 12] van de Commissie van ../../… betreffende modellen van officiële certificaten voor bepaalde dieren en goederen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze modelcertificaten betreft (PB L ... van ../../…, blz. ...).
Deel I:
Vak I.25: Voeg de toepasselijke code(s) van het geharmoniseerd systeem (GS) in met gebruik van posten zoals 3503.
Deel II:
(1)
Schrappen indien niet van toepassing.
(2)
Gespecificeerd risicomateriaal moet niet worden verwijderd indien de gelatine afkomstig is van dieren die zijn geboren, ononderbroken zijn gehouden en zijn geslacht in een derde land of gebied van een derde land dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als derde land respectievelijk gebied van een derde land met een verwaarloosbaar BSE-risico.
De kleur van het stempel en de handtekening moet verschillen van de kleur van de andere informatie in het certificaat.
|
Deel II: Certificering
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Officiële dierenarts
Naam (in hoofdletters):
Hoedanigheid en titel:
Datum:
Handtekening:
Stempel:
|
DEEL VII
MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD COLLAGEEN
LAND
|
Officieel certificaat voor de EU
|
Deel I: Gegevens betreffende de zending
|
I.1. Verzender/exporteur
Naam
Adres
Tel.
|
I.2. Referentienummer certificaat
|
I.2.a. Referentienummer Imsoc
|
|
|
I.3. Centrale bevoegde autoriteit
|
|
|
I.4. Lokale bevoegde autoriteit
|
|
I.5. Geadresseerde/importeur
Naam
Adres
Postcode
Tel.
|
I.6. Voor de zending verantwoordelijke exploitant
Naam
Adres
Postcode
|
|
I.7. Land van oorsprong
|
ISO-code
|
I.8.
|
I.9. Land van bestemming
|
ISO-code
|
I.10.
|
|
I.11. Plaats van verzending
Naam
Adres
|
Erkenningsnummer
|
I.12. Plaats van bestemming
Naam
Adres
|
|
|
I.13. Plaats van lading
|
I.14. Datum en tijdstip van vertrek
|
I.15. Vervoermiddel
Vliegtuig
Wegvoertuig
Identificatie:
|
Vaartuig
Treinwagon
|
Ander
|
I.16. Grenscontrolepost van binnenkomst
|
|
|
|
I.17. Begeleidende documenten
Type
Nr.
|
I.18. Vervoersomstandigheden
Omgevingstemperatuur
|
Gekoeld
|
Ingevroren
|
|
I.19. Containernummer/zegelnummer
|
I.20. Goederen gecertificeerd voor
Menselijke consumptie
|
|
|
|
I.21.
|
I.22.
|
I.23. Totaal aantal verpakkingen
|
I.24. Hoeveelheid
Totaal aantal
|
Totaal nettogewicht (kg)
|
Totaal brutogewicht (kg)
|
I.25. Omschrijving van de goederen
Nr. Code en GN-titel
|
Soort (wetenschappelijke benaming)
Eindverbruiker Aantal verpakkingen
|
Verwerkingsbedrijf
Nettogewicht Partijnummer
|
Koelhuis
Aard van de verpakking
|
|
LAND
Model COL
Voor menselijke consumptie bestemd collageen
|
|
II.
Informatie over de gezondheid
|
II.a.
Referentienummer certificaat
|
II.b.
|
|
II.1.
Verklaring inzake de volksgezondheid
Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante bepalingen van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1), Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55) en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1) en
dat het hierboven beschreven collageen overeenkomstig die voorschriften is geproduceerd, en met name dat:
–de gelatine afkomstig is van een of meer inrichtingen die overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma toepassen;
–het collageen is geproduceerd met grondstoffen die voldoen aan de voorschriften van bijlage III, sectie XV, hoofdstukken I en II, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
–het collageen is vervaardigd overeenkomstig de voorschriften van bijlage III, sectie XV, hoofdstuk III, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
–het collageen voldoet aan de criteria van bijlage III, sectie XV, hoofdstuk IV, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en van Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1);
(1)en, indien afkomstig van runderen, schapen en geiten,
de gelatine afkomstig is van dieren die bij een ante- en een post-mortemkeuring geschikt zijn bevonden;
(1)en, met uitzondering van van huiden afkomstig collageen,
(1)hetzij
–[de gelatine afkomstig is uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG van de Commissie van 29 juni 2007 tot vaststelling van de BSE-status van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan naargelang van hun BSE-risico (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 84) is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico;
–het collageen geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1) bevat en daar niet van afkomstig is(2);
–het collageen geen separatorvlees van beenderen van runderen, schapen of geiten bevat en daar niet van afkomstig is, met uitzondering van collageen dat afkomstig is van dieren die zijn geboren, ononderbroken zijn gehouden en zijn geslacht in een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich geen inheemse gevallen van BSE hebben voorgedaan;
–de dieren waarvan het collageen afkomstig is, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument, tenzij de dieren zijn geboren, ononderbroken zijn gehouden en zijn geslacht in een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico;
–(1)[de dieren waarvan het collageen afkomstig is, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico en dat aan de dieren geen vleesbeendermeel of kanen, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de OIE, zijn vervoederd;]
–(1)[de dieren waarvan het collageen afkomstig is, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico en dat het collageen is vervaardigd en behandeld op een wijze die waarborgt dat het geen zenuw- en lymfeweefsel dat bij het ontbenen is vrijgelegd, bevat en daar ook niet mee is besmet.]]
(1)hetzij
–[de gelatine afkomstig is uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG van de Commissie van 29 juni 2007 tot vaststelling van de BSE-status van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan naargelang van hun BSE-risico (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 84) is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een gecontroleerd BSE-risico;
–de dieren waarvan het collageen afkomstig is, niet zijn gedood, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig instrument dat in de schedelholte wordt ingebracht of door middel van gas dat in de schedelholte wordt geïnjecteerd;
–het collageen geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 of separatorvlees van de beenderen van runderen, schapen of geiten bevat en daar niet van afkomstig is.]
(1)hetzij
–[de gelatine afkomstig is uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG van 29 juni 2007 tot vaststelling van de BSE-status van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan naargelang van hun BSE-risico (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 84) is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico;
–aan de dieren waarvan het collageen afkomstig is, geen vleesbeendermeel of kanen afkomstig van herkauwers, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid, zijn vervoederd;
–de dieren waarvan het collageen afkomstig is, niet zijn gedood, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig instrument dat in de schedelholte wordt ingebracht of door middel van gas dat in de schedelholte wordt geïnjecteerd;
–het collageen niet afkomstig is van:
i)gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001;
ii)zenuw- en lymfeweefsel dat bij het ontbenen is vrijgelegd;
iii)separatorvlees van de beenderen van runderen, schapen en geiten.]
Opmerkingen
Zie de richtsnoeren in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2019) 12] van de Commissie van ../../… betreffende modellen van officiële certificaten voor bepaalde dieren en goederen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze modelcertificaten betreft (PB L ... van ../../…, blz. ...).
Deel I:
Vak I.25: Dit certificaat mag ook worden gebruikt voor de invoer van casings van collageen.
Vak I.25: Voeg de toepasselijke code(s) van het geharmoniseerd systeem (GS) in met gebruik van posten zoals 3504 of 3917.
Deel II:
(1)
Schrappen indien niet van toepassing.
(2)
Gespecificeerd risicomateriaal moet niet worden verwijderd indien het collageen afkomstig is van dieren die zijn geboren, ononderbroken zijn gehouden en zijn geslacht in een derde land of gebied van een derde land dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als derde land respectievelijk gebied van een derde land met een verwaarloosbaar BSE-risico.
De kleur van het stempel en de handtekening moet verschillen van de kleur van de andere informatie in het certificaat.
|
Deel II: Certificering
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Officiële dierenarts
Naam (in hoofdletters):
Hoedanigheid en titel:
Datum:
Handtekening:
Stempel:
|
DEEL VIII
MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN VAN GRONDSTOFFEN VOOR DE PRODUCTIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD(E) GELATINE EN COLLAGEEN
LAND
|
Officieel certificaat voor de EU
|
Deel I: Gegevens betreffende de zending
|
I.1. Verzender/exporteur
Naam
Adres
Tel.
|
I.2. Referentienummer certificaat
|
I.2.a. Referentienummer Imsoc
|
|
|
I.3. Centrale bevoegde autoriteit
|
|
|
I.4. Lokale bevoegde autoriteit
|
|
I.5. Geadresseerde/importeur
Naam
Adres
Postcode
Tel.
|
I.6. Voor de zending verantwoordelijke exploitant
Naam
Adres
Postcode
|
|
I.7. Land van oorsprong
|
ISO-code
|
I.8. Regio van oorsprong
|
Code
|
I.9. Land van bestemming
|
ISO-code
|
I.10.
|
|
I.11. Plaats van verzending
Naam
Adres
|
Erkenningsnummer
|
I.12. Plaats van bestemming
Naam
Adres
|
|
|
I.13. Plaats van lading
|
I.14. Datum en tijdstip van vertrek
|
I.15. Vervoermiddel
Vliegtuig
Wegvoertuig
Identificatie:
|
Vaartuig
Treinwagon
|
Ander
|
I.16. Grenscontrolepost van binnenkomst
|
|
|
|
I.17. Begeleidende documenten
Type
Nr.
|
I.18. Vervoersomstandigheden
Omgevingstemperatuur
|
Gekoeld
|
Ingevroren
|
|
I.19. Containernummer/zegelnummer
|
I.20. Goederen gecertificeerd voor
Menselijke consumptie
|
|
|
|
I.21.
|
I.22.
|
I.23. Totaal aantal verpakkingen
|
I.24. Hoeveelheid
Totaal aantal
|
Totaal nettogewicht (kg)
|
Totaal brutogewicht (kg)
|
I.25. Omschrijving van de goederen
Nr. Code en GN-titel
|
Soort (wetenschappelijke benaming)
Aantal verpakkingen
|
Aard van de goederen
Verwerkingsbedrijf
Nettogewicht Partijnummer
|
Koelhuis
Aard van de verpakking
|
|
LAND
Model RCG
Grondstoffen voor de productie van voor menselijke consumptie bestemd(e) collageen en gelatine
|
|
II.
Informatie over de gezondheid
|
II.a.
Referentienummer certificaat
|
II.b.
|
|
II.1.
Verklaring inzake de volksgezondheid
Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante bepalingen van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1), Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55) en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1) en
dat de hierboven beschreven grondstoffen aan die voorschriften voldoen, en met name dat:
–(1)[de hierboven beschreven beenderen en huiden van als huisdier of landbouwhuisdier gehouden herkauwers, varkens en pluimvee en ligamenten en pezen afkomstig zijn van dieren die in een slachthuis zijn geslacht en waarvan de karkassen op grond van een ante- en een post-mortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie zijn bevonden;]
en/of
–(1)[de hierboven beschreven huiden en beenderen van vrij wild afkomstig zijn van gedode dieren waarvan de karkassen op grond van een post-mortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie zijn bevonden;]
en/of
–(1)[de hierboven beschreven huid en graten van vis afkomstig zijn van voor de uitvoer erkende bedrijven waar visserijproducten voor menselijke consumptie worden vervaardigd;]
(1)en, indien afkomstig van runderen, schapen en geiten,
–zij afkomstig zijn van dieren die bij een ante- en een post-mortemkeuring geschikt zijn bevonden;
(1)en, met uitzondering van huiden van herkauwers,
(1)hetzij
–[zij afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG van de Commissie van 29 juni 2007 tot vaststelling van de BSE-status van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan naar gelang van hun BSE-risico (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 84) is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico;
–zij geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1) bevatten en daar niet van afkomstig zijn(6);
–zij geen separatorvlees van beenderen van runderen, schapen of geiten bevatten en daar niet van afkomstig zijn, met uitzondering van grondstoffen die afkomstig zijn van dieren die zijn geboren, ononderbroken zijn gehouden en zijn geslacht in een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich geen inheemse gevallen van BSE hebben voorgedaan;
–de dieren waarvan de grondstoffen afkomstig zijn, niet zijn geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument, tenzij de dieren zijn geboren, ononderbroken zijn gehouden en zijn geslacht in een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico;
–(1)[de dieren waarvan de grondstoffen afkomstig zijn, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico en dat aan de dieren geen vleesbeendermeel of kanen, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid, zijn vervoederd;]
–(1)[de dieren waarvan de grondstoffen afkomstig zijn, afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico, en dat de grondstoffen zijn vervaardigd en behandeld op een wijze die waarborgt dat zij geen zenuw- en lymfeweefsel dat bij het ontbenen is vrijgelegd, bevatten en daar ook niet mee zijn besmet.]]
(1)hetzij
–[zij afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG van de Commissie van 29 juni 2007 tot vaststelling van de BSE-status van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan naar gelang van hun BSE-risico (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 84) is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een gecontroleerd BSE-risico;
–de dieren waarvan de voor uitvoer bestemde grondstoffen van runderen, schapen en geiten afkomstig zijn, niet zijn gedood, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig instrument dat in de schedelholte wordt ingebracht of door middel van injectie van gas in de schedelholte;
–de grondstoffen afkomstig van runderen, schapen en geiten geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 of separatorvlees van de beenderen van runderen, schapen of geiten bevatten en daar niet van afkomstig zijn.]
(1)hetzij
–[zij afkomstig zijn uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG van de Commissie van 29 juni 2007 tot vaststelling van de BSE-status van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan naargelang van hun BSE-risico (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 84) is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico;
–aan de dieren waarvan de grondstoffen afkomstig zijn, geen vleesbeendermeel of kanen afkomstig van herkauwers, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid, zijn vervoederd;
–de dieren waarvan de grondstoffen van runderen, schapen en geiten afkomstig zijn, niet zijn gedood, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig instrument dat in de schedelholte wordt ingebracht of door middel van injectie van gas in de schedelholte;
–de grondstoffen niet afkomstig zijn van:
i)gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001;
ii)zenuw- en lymfeweefsel dat bij het ontbenen is vrijgelegd;
iii)separatorvlees van de beenderen van runderen, schapen en geiten.]
II.2.
Verklaring inzake de diergezondheid(1)
Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de hierboven beschreven grondstoffen:
II.2.1.
bestaan uit dierlijke producten die voldoen aan de onderstaande voorschriften inzake de diergezondheid;
II.2.2.
in het (de) land(en) of de regio('s) daarvan (1) hetzij [:…………………….] (1) hetzij […………….] (2)(3)(4) zijn verkregen van:
(1)hetzij
[II.2.2.1
dieren die afkomstig zijn van bedrijven en sedert hun geboorte of ten minste gedurende de laatste drie maanden vóór het slachten op dat grondgebied hebben verbleven; en
(1)hetzij [i) afkomstig zijn van de soorten zoals bedoeld in Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie van 12 maart 2010 tot vaststelling van lijsten van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit bepaalde dieren en vers vlees in de Europese Unie mogen worden binnengebracht, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 73 van 20.3.2010, blz. 1), die voldoen aan de desbetreffende diergezondheidsvoorschriften voor invoer van die verordening, en die zijn geslacht voor menselijke consumptie op een datum waarop de invoer in de Unie van vers vlees van dieren van die soorten was toegestaan uit het land of gebied daarvan overeenkomstig bijlage II, deel 1, kolom 8, bij die verordening;]
(1)hetzij [ii) afkomstig zijn van de soorten zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 119/2009 van de Commissie van 9 februari 2009 tot vaststelling van een lijst van derde landen of delen daarvan voor de invoer in of de doorvoer door de Gemeenschap van vlees van wilde leporidae, bepaalde niet-gedomesticeerde landzoogdieren en gekweekte konijnen en tot vaststelling van de voorschriften inzake de veterinaire certificering (PB L 39 van 10.2.2009, blz. 12), die voldoen aan de desbetreffende diergezondheidsvoorschriften voor invoer van die verordening;]]
(1)hetzij
[II.2.2.1
pluimvee dat sedert het is uitgekomen op dat grondgebied heeft verbleven of dat als eendagskuikens of slachtpluimvee is ingevoerd uit derde landen die voor die producten worden vermeld in de lijst in bijlage I, deel 1, bij Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie van 8 augustus 2008 tot vaststelling van een lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit pluimvee en pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 226 van 23.8.2008, blz. 1), onder voorwaarden die ten minste gelijkwaardig zijn aan die van de verordening, en dat voldoet aan de desbetreffende diergezondheidsvoorschriften voor invoer van die verordening en dat is geslacht voor menselijke consumptie op een datum waarop de invoer in de Unie van vlees van dieren van die soorten was toegestaan uit het land of gebied daarvan overeenkomstig bijlage I, deel 1, kolom 6B, bij die verordening;]
(1)hetzij
[II.2.2.1 dieren die op dat grondgebied(5) in het wild zijn gedood en die zijn gevangen en gedood in een gebied:
i)
waar zich in een straal van 25 km geen geval of uitbraak heeft voorgedaan van de volgende ziekten waarvoor de dieren vatbaar zijn: mond-en-klauwzeer, runderpest, de ziekte van Newcastle en hoogpathogene aviaire influenza in de laatste 30 dagen en klassieke en Afrikaanse varkenspest in de laatste 40 dagen, en
ii)
dat gelegen is op meer dan 20 km van de grens met een ander land of een deel daarvan waaruit deze grondstoffen in die periode niet naar de Unie mogen worden uitgevoerd, en
iii)
waarin zij binnen 12 uur na het doden zijn weggevoerd om te worden gekoeld, hetzij naar een verzamelcentrum en onmiddellijk daarna naar een wildbewerkingsinrichting, hetzij rechtstreeks naar een wildbewerkingsinrichting;]
II.2.3.
zijn verkregen in een inrichting waaromheen zich in een straal van 10 km geen geval of uitbraak heeft voorgedaan van de volgende ziekten waarvoor de dieren vatbaar zijn: mond-en-klauwzeer, runderpest, de ziekte van Newcastle of hoogpathogene aviaire influenza, en klassieke of Afrikaanse varkenspest in de laatste 30 dagen, of, indien zich wel een geval van een van die ziekten heeft voorgedaan, dat de toestemming om voor uitvoer naar de Unie bestemde grondstoffen te bereiden pas is gegeven nadat alle vlees was verwijderd en de inrichting volledig was gereinigd en ontsmet onder toezicht van een officiële dierenarts;
II.2.4.
zijn verkregen en bereid zonder in contact te komen met materiaal dat niet aan bovengenoemde voorschriften voldoet, en zijn gehanteerd met de nodige voorzorgen om verontreiniging met ziekteverwekkers te voorkomen; en
II.2.5.
zijn vervoerd in schone en verzegelde containers of vrachtwagens.
Opmerkingen
Zie de richtsnoeren in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2019) 12] van de Commissie van ../../… betreffende modellen van officiële certificaten voor bepaalde dieren en goederen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze modelcertificaten betreft (PB L ... van ../../…, blz. ...).
Deel I:
Vak I.8: Geef de code van het grondgebied zoals vermeld in bijlage I, deel 1, bij Verordening (EG) nr. 798/2008 en/of in bijlage I, deel 1, bij Verordening (EG) nr. 119/2009 en/of bijlage II, deel 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010.
Vak I.25: Voeg de toepasselijke code(s) van het geharmoniseerd systeem (GS) in, zoals 0206, 0207, 0208, 0302, 0303, 0305, 0505, 0506, 0511 91, 0511 99, 4101, 4102 of 4103.
Vak I.25:
Aard van de goederen: huiden, beenderen, ligamenten en pezen;
Verwerkingsbedrijf: omvat slachthuis, fabrieksvaartuig, uitsnijderij, wildbewerkingsinrichting en verwerkingsinstallatie.
Deel II:
(1)
Schrappen indien niet van toepassing. In het geval van producten die zijn afgeleid van visserijproducten, moet de volledige sectie II.2 worden geschrapt.
(2)
Naam en ISO-code van het land, het gebied of de zone van uitvoer zoals vastgesteld in:
-
bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) [(2019) 11] van de Commissie van … tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen (PB L ... van ../../.., blz. ...);
-
bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008;
-
bijlage I, deel 1, bij Verordening (EG) nr. 119/2009;
-
bijlage II, deel 1, bij Verordening (EG) nr. 206/2010.
(3)
Indien delen van het materiaal zijn afgeleid van dieren uit een of meer andere derde landen waaruit dat product overeenkomstig bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 in de Unie mag worden ingevoerd, moet(en) de code(s) van dat (die) land(en) of gebied(en) worden vermeld alsmede de code van het derde land waar de dieren zijn geslacht (het materiaal mag niet afkomstig zijn uit een land of gebied dat de aanvullende garanties A of F heeft, zoals aangegeven in kolom 5 van die bijlage).
(4) Indien het vlees afkomstig is van slachtpluimvee uit een of meer andere derde landen waaruit dat product overeenkomstig bijlage I, deel 1, bij Verordening (EG) nr. 798/2008 in de Unie mag worden ingevoerd, moet(en) de code(s) van dat (die) land(en) of gebied(en) worden vermeld alsmede de code van het derde land waar het pluimvee is geslacht.
(5)Alleen voor landen waaruit voor menselijke consumptie bestemd vlees van wild van dezelfde diersoort in de Unie mag worden ingevoerd.
(6)
Gespecificeerd risicomateriaal moet niet worden verwijderd indien de grondstoffen afkomstig zijn van dieren die zijn geboren, ononderbroken zijn gehouden en zijn geslacht in een derde land of gebied van een derde land dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als derde land respectievelijk gebied van een derde land met een verwaarloosbaar BSE-risico.
De kleur van de handtekening en het stempel moet verschillen van die van de gedrukte tekst.
NB
Opmerking voor de in de Unie voor de zending verantwoordelijke persoon: dit certificaat is uitsluitend bestemd voor veterinaire doeleinden en moet de zending vergezellen tot aan de grenscontrolepost. De zending moet rechtstreeks naar het verwerkingsbedrijf van bestemming worden vervoerd.
|
Deel II: Certificering
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Officiële dierenarts
Naam (in hoofdletters):
Hoedanigheid en titel:
Datum:
Handtekening:
Stempel:
|
DEEL IX
MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN VAN BEHANDELDE GRONDSTOFFEN VOOR DE PRODUCTIE VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD(E) GELATINE EN COLLAGEEN
LAND
|
Officieel certificaat voor de EU
|
Deel I: Gegevens betreffende de zending
|
I.1. Verzender/exporteur
Naam
Adres
Tel.
|
I.2. Referentienummer certificaat
|
I.2.a. Referentienummer Imsoc
|
|
|
I.3. Centrale bevoegde autoriteit
|
|
|
I.4. Lokale bevoegde autoriteit
|
|
I.5. Geadresseerde/importeur
Naam
Adres
Postcode
Tel.
|
I.6. Voor de zending verantwoordelijke exploitant
Naam
Adres
Postcode
|
|
I.7. Land van oorsprong
|
ISO-code
|
I.8. Regio van oorsprong
|
Code
|
I.9. Land van bestemming
|
ISO-code
|
I.10.
|
|
I.11. Plaats van verzending
Naam
Adres
|
Erkenningsnummer
|
I.12. Plaats van bestemming
Naam
Adres
|
|
|
I.13. Plaats van lading
|
I.14. Datum en tijdstip van vertrek
|
I.15. Vervoermiddel
Vliegtuig
Wegvoertuig
Identificatie:
|
Vaartuig
Treinwagon
|
Ander
|
I.16. Grenscontrolepost van binnenkomst
|
|
|
|
I.17. Begeleidende documenten
Type
Nr.
|
I.18. Vervoersomstandigheden
Omgevingstemperatuur
|
Gekoeld
|
Ingevroren
|
|
I.19. Containernummer/zegelnummer
|
I.20. Goederen gecertificeerd voor
Menselijke consumptie
|
|
|
|
I.21.
|
I.22.
|
I.23. Totaal aantal verpakkingen
|
I.24. Hoeveelheid
Totaal aantal
|
Totaal nettogewicht (kg)
|
Totaal brutogewicht (kg)
|
I.25. Omschrijving van de goederen
Nr. Code en GN-titel
|
Soort (wetenschappelijke benaming)
Aantal verpakkingen
|
Aard van de goederen
Verwerkingsbedrijf
Nettogewicht Partijnummer
|
Koelhuis
Aard van de verpakking
|
|
LAND
Model TCG
Behandelde grondstoffen voor de productie
van voor menselijke consumptie bestemd(e) gelatine en collageen
|
|
II.
Informatie over de gezondheid
|
II.a.
Referentienummer certificaat
|
II.b.
|
|
II.1.
Verklaring inzake de volksgezondheid
Ondergetekende verklaart dat de hierboven beschreven behandelde grondstoffen voldoen aan de volgende voorschriften:
–zij zijn afkomstig van inrichtingen die onder toezicht staan van en in een lijst zijn opgenomen door de bevoegde autoriteit,
en
–(1)[de hierboven beschreven beenderen en huiden van als huisdier of landbouwhuisdier gehouden herkauwers, varkens en pluimvee zijn afkomstig van dieren die in een slachthuis zijn geslacht en waarvan de karkassen op grond van een ante- en een post-mortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie zijn bevonden,]
(1)en/of
–[de hierboven beschreven huiden en beenderen van vrij wild zijn afkomstig van dieren waarvan de karkassen op grond van een post-mortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie zijn bevonden,]
(1)en/of
–[de hierboven beschreven huid en graten van vis zijn afkomstig van voor de uitvoer erkende bedrijven waar visserijproducten voor menselijke consumptie worden vervaardigd,]
en
(1)hetzij
–[zij zijn gedroogde beenderen van runderen, schapen, geiten, varkens en paardachtigen, met inbegrip van als landbouwhuisdier gehouden en wilde dieren, en pluimvee, met inbegrip van loopvogels en vederwild, voor de productie van gelatine en collageen, zij zijn afkomstig van gezonde, in een slachthuis geslachte dieren, en zij zijn als volgt behandeld:
(1)hetzij
–[zij zijn vermalen tot stukken van ca. 15 mm, met heet water ontvet bij een temperatuur van ten minste 70 °C gedurende ten minste 30 minuten, van ten minste 80 °C gedurende ten minste 15 minuten, of van ten minste 90 °C gedurende ten minste 10 minuten, daarna gescheiden en vervolgens gewassen en dan gedroogd gedurende ten minste 20 minuten in een heteluchtstroom met een begintemperatuur van ten minste 350 °C of gedurende 15 minuten in een heteluchtstroom met een begintemperatuur van meer dan 700 °C,]
(1)hetzij[zij zijn gedurende ten minste 42 dagen in de zon gedroogd bij een gemiddelde temperatuur van ten minste 20 °C,]
(1)hetzij[zij zijn behandeld met een zuur, waarbij de pH in het binnenste gedurende ten minste één uur vóór het drogen lager dan 6 is gehouden,]
(1)hetzij[als zij huiden van als landbouwhuisdier gehouden herkauwers, varkenshuiden, huiden van pluimvee of huiden van vrij wild zijn, zijn zij afkomstig van gezonde dieren en:
(1)hetzij
–[zijn zij behandeld met een base, waarbij in het binnenste een pH hoger dan 12 is bereikt, gevolgd door zouten gedurende ten minste 7 dagen,]
(1)hetzij[zijn zij gedurende ten minste 42 dagen gedroogd bij een temperatuur van ten minste 20 °C,]
(1)hetzij[zijn zij behandeld met een zuur, waarbij in het binnenste gedurende ten minste één uur een pH lager dan 5 is bereikt,]
(1)hetzij[zijn zij behandeld met een base, waarbij in het binnenste gedurende ten minste 8 uur een pH hoger dan 12 is bereikt,]]
(1)hetzij[als zij beenderen of huiden van als landbouwhuisdier gehouden herkauwers, varkenshuiden, huiden van pluimvee, huiden van vis en huiden van vrij wild zijn uit derde landen, delen van derde landen of regio's daarvan zoals bedoeld in artikel 15 van Uitvoeringsverordening (EU) [C(2019) 14] van de Commissie van ../../.... betreffende lijsten van derde landen of regio's daarvan waaruit de binnenkomst in de Europese Unie van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen is toegestaan en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze lijsten betreft (PB L ... van ../../...., blz. ...), hebben zij een andere dan de hierboven vermelde behandelingen ondergaan en zijn zij afkomstig van inrichtingen die zijn geregistreerd of erkend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 of Verordening (EG) nr. 853/2004,]
(1)en, indien afkomstig van runderen, schapen en geiten,
–zij zijn afkomstig van dieren die bij een ante- en een post-mortemkeuring geschikt zijn bevonden,
(1)en, met uitzondering van huiden van herkauwers,
(1)hetzij
–[zij zijn afkomstig uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG van de Commissie van 29 juni 2007 tot vaststelling van de BSE-status van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan naar gelang van hun BSE-risico (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 84) is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico,
–zij bevatten geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1) en zijn daar niet van afkomstig(4),
–zij bevatten geen separatorvlees van de beenderen van runderen, schapen of geiten en zijn daar niet van afkomstig, met uitzondering van behandelde grondstoffen die afkomstig zijn van dieren die zijn geboren, ononderbroken zijn gehouden en zijn geslacht in een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico waar zich geen inheemse gevallen van BSE hebben voorgedaan,
–de dieren waarvan de behandelde grondstoffen afkomstig zijn, zijn niet geslacht, na bedwelming, door middel van een gasinjectie in de schedelholte of gedood volgens dezelfde methode of geslacht, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig, in de schedelholte ingebracht instrument, tenzij de dieren zijn geboren, ononderbroken zijn gehouden en zijn geslacht in een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een verwaarloosbaar BSE-risico,
–(1)[de dieren waarvan de behandelde grondstoffen afkomstig zijn, zijn afkomstig uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico en aan de dieren zijn geen vleesbeendermeel of kanen, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid, vervoederd,]
–(1)[de dieren waarvan de behandelde grondstoffen afkomstig zijn, zijn afkomstig uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico, en de producten zijn vervaardigd en behandeld op een wijze die waarborgt dat zij geen zenuw- en lymfeweefsel dat bij het ontbenen is vrijgelegd, bevatten en daar ook niet mee zijn besmet,]]
(1)hetzij
–[zij zijn afkomstig uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG van de Commissie van 29 juni 2007 tot vaststelling van de BSE-status van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan naar gelang van hun BSE-risico (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 84) is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een gecontroleerd BSE-risico,
–de dieren waarvan de voor uitvoer bestemde behandelde grondstoffen van runderen, schapen en geiten afkomstig zijn, zijn niet gedood, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig instrument dat in de schedelholte wordt ingebracht of door middel van injectie van gas in de schedelholte,
–de behandelde grondstoffen afkomstig van runderen, schapen en geiten bevatten geen gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 of separatorvlees van de beenderen van runderen, schapen of geiten en zijn daar niet van afkomstig,]
(1)hetzij
–[zij zijn afkomstig uit een land of gebied dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG van de Commissie van 29 juni 2007 tot vaststelling van de BSE-status van lidstaten, derde landen of gebieden daarvan naargelang van hun BSE-risico (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 84) is ingedeeld als land respectievelijk gebied met een onbepaald BSE-risico,
–aan de dieren waarvan de behandelde grondstoffen afkomstig zijn, zijn geen vleesbeendermeel of kanen afkomstig van herkauwers, zoals omschreven in de gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid, vervoederd,
–de dieren waarvan de behandelde grondstoffen van runderen, schapen en geiten afkomstig zijn, zijn niet gedood, na bedwelming, door beschadiging van het weefsel van het centrale zenuwstelsel met een lang, staafvormig instrument dat in de schedelholte wordt ingebracht of door middel van injectie van gas in de schedelholte,
–de behandelde grondstoffen zijn niet afkomstig van:
i)gespecificeerd risicomateriaal zoals gedefinieerd in bijlage V, punt 1, bij Verordening (EG) nr. 999/2001,
ii)zenuw- en lymfeweefsel dat bij het ontbenen is vrijgelegd,
iii)separatorvlees van beenderen van runderen, schapen of geiten.]]
II.2.
Verklaring inzake de diergezondheid(1)
Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de hierboven beschreven behandelde grondstoffen:
II.2.1.
bestaan uit dierlijke producten die voldoen aan de onderstaande voorschriften inzake de diergezondheid,
II.2.2.
in het (de) land(en) of de regio('s) daarvan (1) [:………………] (1) of [………………….…] (2)(3) zijn verkregen,
II.2.3.
zijn verkregen en bereid zonder in contact te komen met materiaal dat niet aan bovengenoemde voorschriften voldoet, en zijn gehanteerd met de nodige voorzorgen om verontreiniging met ziekteverwekkers te voorkomen,
II.2.4.
zijn vervoerd in schone en verzegelde containers of vrachtwagens.
Opmerkingen
Zie de richtsnoeren in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2019) 12] van de Commissie van ../../… betreffende modellen van officiële certificaten voor bepaalde dieren en goederen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze modelcertificaten betreft (PB L ... van ../../…, blz. ...).
Deel I:
Vak I.8: Geef de code van het grondgebied zoals die wordt vermeld in:
·bijlage I, deel 1, bij Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie van 8 augustus 2008 tot vaststelling van een lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit pluimvee en pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 226 van 23.8.2008, blz. 1); of
· bijlage I, deel 1, bij Verordening (EG) nr. 119/2009 van de Commissie van 9 februari 2009 tot vaststelling van een lijst van derde landen of delen daarvan voor de invoer in of de doorvoer door de Gemeenschap van vlees van wilde leporidae, bepaalde niet-gedomesticeerde landzoogdieren en gekweekte konijnen en tot vaststelling van de voorschriften inzake de veterinaire certificering (PB L 39 van 10.2.2009, blz. 12); of
· bijlage II, deel 1, bij Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie van 12 maart 2010 tot vaststelling van lijsten van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit bepaalde dieren en vers vlees in de Europese Unie mogen worden binnengebracht, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 73 van 20.3.2010, blz. 1).
Vak I.25: Voeg de toepasselijke code(s) van het geharmoniseerd systeem (GS) in, zoals: 0210, 0305, 0505, 0506, 0511 91, 0511.99, 1602, 1604, 4101, 4102 of 4103.
Vak I.25:
Aard van de goederen: huiden, beenderen, ligamenten en pezen;
Verwerkingsbedrijf: omvat slachthuis, fabrieksvaartuig, uitsnijderij, wildbewerkingsinrichting en verwerkingsinstallatie.
Erkenningsnummer: indien van toepassing.
Deel II:
(1)
Schrappen indien niet van toepassing. In het geval van producten die zijn afgeleid van visserijproducten, moet de volledige sectie II.2 worden geschrapt.
(2)
Naam en ISO-code van het land, het gebied of de zone van uitvoer zoals vastgesteld in:
-
bijlage II, deel 1, bij Verordening (EG) nr. 206/2010;
-
bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008;
-
bijlage I, deel 1, bij Verordening (EG) nr. 119/2009.
(3)
Indien delen van het materiaal zijn afgeleid van dieren uit een of meer andere derde landen of regio's daarvan die in een lijst worden vermeld overeenkomstig artikel 15 of 16 (alleen indien behandeld zoals vastgelegd in deel II.1) van Uitvoeringsverordening (EU) [C(2019)14], moeten de codes van de landen of regio's worden vermeld.
(4)
Gespecificeerd risicomateriaal moet niet worden verwijderd indien de behandelde grondstoffen afkomstig zijn van dieren die zijn geboren, ononderbroken zijn gehouden en zijn geslacht in een derde land of gebied van een derde land dat overeenkomstig Beschikking 2007/453/EG is ingedeeld als derde land respectievelijk gebied van een derde land met een verwaarloosbaar BSE-risico.
De kleur van de handtekening en het stempel moet verschillen van die van de gedrukte tekst.
NB
Opmerking voor de in de Unie voor de zending verantwoordelijke persoon: dit certificaat is uitsluitend bestemd voor veterinaire doeleinden en moet de zending vergezellen tot aan de grenscontrolepost. De zending moet rechtstreeks naar het verwerkingsbedrijf van bestemming worden vervoerd.
De duur van het vervoer mag worden meegeteld in de duur van de behandeling.
|
Deel II: Certificering
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Officiële dierenarts
Naam (in hoofdletters):
Hoedanigheid en titel:
Datum:
Handtekening:
Stempel:
|
DEEL X
MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE HONING EN ANDERE PRODUCTEN VAN DE BIJENTEELT
LAND
|
Officieel certificaat voor de EU
|
Deel I: Gegevens betreffende de zending
|
I.1. Verzender/exporteur
Naam
Adres
Tel.
|
I.2. Referentienummer certificaat
|
I.2.a. Referentienummer Imsoc
|
|
|
I.3. Centrale bevoegde autoriteit
|
|
|
I.4. Lokale bevoegde autoriteit
|
|
I.5. Geadresseerde/importeur
Naam
Adres
Postcode
Tel.
|
I.6. Voor de zending verantwoordelijke exploitant
Naam
Adres
Postcode
|
|
I.7. Land van oorsprong
|
ISO-code
|
I.8.
|
I.9. Land van bestemming
|
ISO-code
|
I.10.
|
|
I.11. Plaats van verzending
Naam
Adres
|
Erkenningsnummer
|
I.12. Plaats van bestemming
Naam
Adres
|
|
|
I.13. Plaats van lading
|
I.14. Datum en tijdstip van vertrek
|
I.15. Vervoermiddel
Vliegtuig
Wegvoertuig
Identificatie:
|
Vaartuig
Treinwagon
|
Ander
|
I.16. Grenscontrolepost van binnenkomst
|
|
|
|
I.17. Begeleidende documenten
Type
Nr.
|
I.18. Vervoersomstandigheden
Omgevingstemperatuur
|
Gekoeld
|
Ingevroren
|
|
I.19. Containernummer/zegelnummer
|
I.20. Goederen gecertificeerd voor
Menselijke consumptie
|
|
|
|
I.21.
|
I.22.
|
I.23. Totaal aantal verpakkingen
|
I.24. Hoeveelheid
Totaal aantal
|
Totaal nettogewicht (kg)
|
Totaal brutogewicht (kg)
|
I.25. Omschrijving van de goederen
Nr. Code en GN-titel
|
Soort (wetenschappelijke benaming)
Eindverbruiker Aantal verpakkingen
|
Verwerkingsbedrijf
Nettogewicht Partijnummer
|
Soort behandeling
Koelhuis
Aard van de verpakking
|
|
LAND
Model HON
Voor menselijke consumptie bestemde honing en andere producten van de bijenteelt
|
|
II.
Informatie over de gezondheid
|
II.a.
Referentienummer certificaat
|
II.b.
|
|
II.1.
Verklaring inzake de volksgezondheid
Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante bepalingen van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1), Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55) en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1) en
dat de hierboven beschreven honing en andere producten van de bijenteelt overeenkomstig die voorschriften zijn geproduceerd, en met name dat zij:
-
afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma toepassen;
-
op hygiënische wijze zijn gehanteerd en, in voorkomend geval, bereid, verpakt en opgeslagen overeenkomstig de voorschriften van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004; en
-
voldoen aan de garanties met betrekking tot levende dieren en producten daarvan die zijn vervat in de plannen betreffende residuen die zijn ingediend overeenkomstig Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10), en met name artikel 29 daarvan.
Opmerkingen
Zie de richtsnoeren in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2019) 12] van de Commissie van ../../… betreffende modellen van officiële certificaten voor bepaalde dieren en goederen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze modelcertificaten betreft (PB L ... van ../../…, blz. ...).
Deel I:
Vak I.11: Plaats van verzending: Erkenningsnummer betekent registratienummer.
Vak I.25: Voeg de toepasselijke code(s) van het geharmoniseerd systeem (GS) in met gebruik van posten zoals: 0409, 0410, 0510, 1521, 1702 of 2106.
Vak I.25: Soort behandeling: Vermeld "ultrasonicatie", "homogenisatie", "ultrafiltratie", "pasteurisatie", "geen warmtebehandeling".
Deel II:
De kleur van het stempel en de handtekening moet verschillen van de kleur van de andere informatie in het certificaat.
|
Deel II: Certificering
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Officieel inspecteur
Naam (in hoofdletters):
Hoedanigheid en titel:
Datum:
Handtekening:
Stempel:
|
DEEL XI
MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD(E) ZEER VERFIJND(E) CHONDROÏTINESULFAAT, HYALURONZUUR, ANDERE PRODUCTEN VAN GEHYDROLYSEERD KRAAKBEEN, CHITOSAN, GLUCOSAMINE, STREMSEL, VISLIJM EN AMINOZUREN
LAND
|
Officieel certificaat voor de EU
|
Deel I: Gegevens betreffende de zending
|
I.1. Verzender/exporteur
Naam
Adres
Tel.
|
I.2. Referentienummer certificaat
|
I.2.a. Referentienummer Imsoc
|
|
|
I.3. Centrale bevoegde autoriteit
|
|
|
I.4. Lokale bevoegde autoriteit
|
|
I.5. Geadresseerde/importeur
Naam
Adres
Postcode
Tel.
|
I.6. Voor de zending verantwoordelijke exploitant
Naam
Adres
Postcode
|
|
I.7. Land van oorsprong
|
ISO-code
|
I.8.
|
I.9. Land van bestemming
|
ISO-code
|
I.10.
|
|
I.11. Plaats van verzending
Naam
Adres
|
Erkenningsnummer
|
I.12. Plaats van bestemming
Naam
Adres
|
|
|
I.13. Plaats van lading
|
I.14. Datum en tijdstip van vertrek
|
I.15. Vervoermiddel
Vliegtuig
Wegvoertuig
Identificatie:
|
Vaartuig
Treinwagon
|
Ander
|
I.16. Grenscontrolepost van binnenkomst
|
|
|
|
I.17. Begeleidende documenten
Type
Nr.
|
I.18. Vervoersomstandigheden
Omgevingstemperatuur
|
Gekoeld
|
Ingevroren
|
|
I.19. Containernummer/zegelnummer
|
I.20. Goederen gecertificeerd voor
Menselijke consumptie
|
|
|
|
I.21.
|
I.22.
|
I.23. Totaal aantal verpakkingen
|
I.24. Hoeveelheid
Totaal aantal
|
Totaal nettogewicht (kg)
|
Totaal brutogewicht (kg)
|
I.25. Omschrijving van de goederen
Nr. Code en GN-titel
|
Soort (wetenschappelijke benaming)
Eindverbruiker Aantal verpakkingen
|
Verwerkingsbedrijf
Nettogewicht Partijnummer
|
Koelhuis
Aard van de verpakking
|
|
LAND
Model HRP
Voor menselijke consumptie bestemd(e) zeer verfijnd(e) chondroïtinesulfaat, hyaluronzuur, andere producten van gehydrolyseerd kraakbeen, chitosan, glucosamine, stremsel, vislijm en aminozuren
|
|
II.
Informatie over de gezondheid
|
II.a.
Referentienummer certificaat
|
II.b.
|
|
II.1.
Verklaring inzake de volksgezondheid
Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante bepalingen van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1), Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55) en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1) en
dat de hierboven beschreven zeer verfijnde producten overeenkomstig die voorschriften zijn geproduceerd, en met name:
-
dat zij afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma toepassen;
-
dat zij op hygiënische wijze zijn gehanteerd en, in voorkomend geval, bereid, verpakt en opgeslagen overeenkomstig de voorschriften van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004;
-
dat zij voldoen aan de voorschriften van bijlage III, sectie XVI, bij Verordening (EG) nr. 853/2004, en
-
(1)in het geval van aminozuren, dat
i)
bij de vervaardiging geen mensenhaar is gebruikt; en
ii)
zij in overeenstemming zijn met Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16).
Opmerkingen
Zie de richtsnoeren in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2019) 12] van de Commissie van ../../… betreffende modellen van officiële certificaten voor bepaalde dieren en goederen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze modelcertificaten betreft (PB L ... van ../../…, blz. ...).
Deel I:
Vak I.25: Voeg de toepasselijke code(s) van het geharmoniseerd systeem (GS) in met gebruik van posten zoals 2833, ex 3913, 2930, ex 2932, 3507 of 3503.
Deel II:
(1)
Schrappen indien niet van toepassing.
De kleur van het stempel en de handtekening moet verschillen van de kleur van de andere informatie in het certificaat.
|
Deel II: Certificering
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Officiële dierenarts
Naam (in hoofdletters):
Hoedanigheid en titel:
Datum:
Handtekening:
Stempel:
|
DEEL XII
MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD REPTIELENVLEES
LAND
|
Officieel certificaat voor de EU
|
Deel I: Gegevens betreffende de zending
|
I.1. Verzender/exporteur
Naam
Adres
Tel.
|
I.2. Referentienummer certificaat
|
I.2.a. Referentienummer Imsoc
|
|
|
I.3. Centrale bevoegde autoriteit
|
|
|
I.4. Lokale bevoegde autoriteit
|
|
I.5. Geadresseerde/importeur
Naam
Adres
Postcode
Tel.
|
I.6. Voor de zending verantwoordelijke exploitant
Naam
Adres
Postcode
|
|
I.7. Land van oorsprong
|
ISO-code
|
I.8.
|
I.9. Land van bestemming
|
ISO-code
|
I.10.
|
|
I.11. Plaats van verzending
Naam
Adres
|
Erkenningsnummer
|
I.12. Plaats van bestemming
Naam
Adres
|
|
|
I.13. Plaats van lading
|
I.14. Datum en tijdstip van vertrek
|
I.15. Vervoermiddel
Vliegtuig
Wegvoertuig
Identificatie:
|
Vaartuig
Treinwagon
|
Ander
|
I.16. Grenscontrolepost van binnenkomst
|
|
|
|
I.17. Begeleidende documenten
Type
Nr.
|
I.18. Vervoersomstandigheden
Omgevingstemperatuur
|
Gekoeld
|
Ingevroren
|
|
I.19. Containernummer/zegelnummer
|
I.20. Goederen gecertificeerd voor
Menselijke consumptie
|
|
|
|
I.21.
|
I.22.
|
I.23. Totaal aantal verpakkingen
|
I.24. Hoeveelheid
Totaal aantal
|
Totaal nettogewicht (kg)
|
Totaal brutogewicht (kg)
|
I.25. Omschrijving van de goederen
Nr. Code en GN-titel
|
Soort (wetenschappelijke benaming)
Eindverbruiker Aantal verpakkingen
|
Verwerkingsbedrijf
Nettogewicht Partijnummer
|
Koelhuis
Aard van de verpakking
|
|
LAND
Voor menselijke consumptie bestemd reptielenvlees
|
|
II.
Informatie over de gezondheid
|
II.a.
Referentienummer certificaat
|
II.b.
|
|
II.1.
Verklaring inzake de volksgezondheid
Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante bepalingen van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1), Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55) en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1) en
dat het hierboven beschreven reptielenvlees overeenkomstig die voorschriften is geproduceerd, en met name dat:
-
het reptielenvlees afkomstig is van een of meer inrichtingen die overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma toepassen;
-
het reptielenvlees op hygiënische wijze is gehanteerd en, in voorkomend geval, bereid, verpakt en opgeslagen overeenkomstig de voorschriften van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004;
-
de afwezigheid van salmonella in het reptielenvlees is gecontroleerd door middel van bemonsterings- en testprocedures die garanties bieden die ten minste gelijkwaardig zijn aan de voorschriften, zodra die zijn vastgesteld, in Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1);
-
het reptielenvlees afkomstig is van dieren die op afdoende wijze een ante- en post-mortemkeuring hebben ondergaan zoals bepaald in artikel 73 van Uitvoeringsverordening (EU) [C(2019) 13] van de Commissie van ../../.... tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L ... van ../../...., blz. ...);
-
(1)in het geval van krokodillen- of alligatorvlees, het karkas tijdens een post-mortemkeuring met negatief resultaat op de aanwezigheid van Trichinella spp. is getest overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie van 10 augustus 2015 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de officiële controles op Trichinella in vlees (PB L 212 van 11.8.2015, blz. 7); en
-
in voorkomend geval, het levensmiddel is goedgekeurd om in de Unie in de handel te worden gebracht overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende nieuwe voedingsmiddelen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1852/2001 van de Commissie (PB L 327 van 11.12.2015, blz. 1) en dat het wordt vermeld in de Unielijst van nieuwe voedingsmiddelen.
Opmerkingen
Zie de richtsnoeren in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2019) 12] van de Commissie van ../../… betreffende modellen van officiële certificaten voor bepaalde dieren en goederen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze modelcertificaten betreft (PB L ... van ../../…, blz. ...).
Deel I:
Vak I.25: Voeg de toepasselijke GS/GN-code(s) in, zoals 0208 50 00, 0210 93 00, 1506, 1601, 1602 of 1603.
Deel II:
(1)
Schrappen indien niet van toepassing.
De kleur van het stempel en de handtekening moet verschillen van de kleur van de andere informatie in het certificaat.
|
Deel II: Certificering
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Officiële dierenarts
Naam (in hoofdletters):
Hoedanigheid en titel:
Datum:
Handtekening:
Stempel:
|
DEEL XIII
MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE INSECTEN
LAND
|
Officieel certificaat voor de EU
|
Deel I: Gegevens betreffende de zending
|
I.1. Verzender/exporteur
Naam
Adres
Tel.
|
I.2. Referentienummer certificaat
|
I.2.a. Referentienummer Imsoc
|
|
|
I.3. Centrale bevoegde autoriteit
|
|
|
I.4. Lokale bevoegde autoriteit
|
|
I.5. Geadresseerde/importeur
Naam
Adres
Postcode
Tel.
|
I.6. Voor de zending verantwoordelijke exploitant
Naam
Adres
Postcode
|
|
I.7. Land van oorsprong
|
ISO-code
|
I.8.
|
I.9. Land van bestemming
|
ISO-code
|
I.10.
|
|
I.11. Plaats van verzending
Naam
Adres
|
Erkenningsnummer
|
I.12. Plaats van bestemming
Naam
Adres
|
|
|
I.13. Plaats van lading
|
I.14. Datum en tijdstip van vertrek
|
I.15. Vervoermiddel
Vliegtuig
Wegvoertuig
Identificatie:
|
Vaartuig
Treinwagon
|
Ander
|
I.16. Grenscontrolepost van binnenkomst
|
|
|
|
I.17. Begeleidende documenten
Type
Nr.
|
I.18. Vervoersomstandigheden
Omgevingstemperatuur
|
Gekoeld
|
Ingevroren
|
|
I.19. Containernummer/zegelnummer
|
I.20. Goederen gecertificeerd voor
Menselijke consumptie
|
|
|
|
I.21.
|
I.22.
|
I.23. Totaal aantal verpakkingen
|
I.24. Hoeveelheid
Totaal aantal
|
Totaal nettogewicht (kg)
|
Totaal brutogewicht (kg)
|
I.25. Omschrijving van de goederen
Nr. Code en GN-titel
|
Soort (wetenschappelijke benaming)
Eindverbruiker Aantal verpakkingen
|
Uitsnijderij/verwerkingsbedrijf
Nettogewicht Partijnummer
|
Koelhuis
Aard van de verpakking
|
|
LAND
Model Voor menselijke consumptie bestemde insecten
|
|
II.
Informatie over de gezondheid
|
II.a.
Referentienummer certificaat
|
II.b.
|
|
II.1.
Verklaring inzake de volksgezondheid
Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante bepalingen van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1), Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55) en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1) en
dat de hierboven beschreven insecten overeenkomstig die voorschriften zijn geproduceerd, en met name:
-
dat zij afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma toepassen;
-
dat zij op hygiënische wijze zijn gehanteerd en, in voorkomend geval, bereid, verpakt en opgeslagen overeenkomstig de voorschriften van bijlage I (primaire productie) of II (andere stadia) bij Verordening (EG) nr. 852/2004;
-
dat zij voldoen aan de voorschriften zodra die zijn vastgesteld in bijlage III, sectie XVII, bij Verordening (EG) nr. 853/2004, inclusief wat het gebruik van substraat voor de voeding van insecten betreft,
-
in voorkomend geval, dat het levensmiddel is goedgekeurd om in de Unie in de handel te worden gebracht overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende nieuwe voedingsmiddelen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1852/2001 van de Commissie (PB L 327 van 11.12.2015, blz. 1) en dat het wordt vermeld in de lijst in Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470 van de Commissie van 20 december 2017 tot vaststelling van de Unielijst van nieuwe voedingsmiddelen overeenkomstig Verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad betreffende nieuwe voedingsmiddelen (PB L 351 van 30.12.2017, blz. 72).
Opmerkingen
Zie de richtsnoeren in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2019) 12] van de Commissie van ../../… betreffende modellen van officiële certificaten voor bepaalde dieren en goederen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze modelcertificaten betreft (PB L ... van ../../…, blz. ...).
Deel I:
Vak I.25: Voeg de toepasselijke GS/GN-code(s) in, zoals 0106 49 00, 0410 of 2106.
Deel II:
(1)Schrappen indien niet van toepassing.
·Vak II.1: Een op de HACCP-beginselen gebaseerd programma is niet vereist als de producten rechtstreeks van een primaire producent komen.
De kleur van het stempel en de handtekening moet verschillen van de kleur van de andere informatie in het certificaat.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Officiële dierenarts
Naam (in hoofdletters):
Hoedanigheid en titel:
Datum:
Handtekening:
Stempel:
|
DEEL XIV
MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN VAN ANDERE VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE PRODUCTEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG DIE NIET ONDER DE ARTIKELEN 7 TOT EN MET 25 VAN UITVOERINGSVERORDENING (EU) [C(2019) 12] VAN DE COMMISSIE VALLEN
LAND
|
Officieel certificaat voor de EU
|
Deel I: Gegevens betreffende de zending
|
I.1. Verzender/exporteur
Naam
Adres
Tel.
|
I.2. Referentienummer certificaat
|
I.2.a. Referentienummer Imsoc
|
|
|
I.3. Centrale bevoegde autoriteit
|
|
|
I.4. Lokale bevoegde autoriteit
|
|
I.5. Geadresseerde/importeur
Naam
Adres
Postcode
Tel.
|
I.6. Voor de zending verantwoordelijke exploitant
Naam
Adres
Postcode
|
|
I.7. Land van oorsprong
|
ISO-code
|
I.8.
|
I.9. Land van bestemming
|
ISO-code
|
I.10.
|
|
I.11. Plaats van verzending
Naam
Adres
|
Erkenningsnummer
|
I.12. Plaats van bestemming
Naam
Adres
|
|
|
I.13. Plaats van lading
|
I.14. Datum en tijdstip van vertrek
|
I.15. Vervoermiddel
Vliegtuig
Wegvoertuig
Identificatie:
|
Vaartuig
Treinwagon
|
Ander
|
I.16. Grenscontrolepost van binnenkomst
|
|
|
|
I.17. Begeleidende documenten
Type
Nr.
|
I.18. Vervoersomstandigheden
Omgevingstemperatuur
|
Gekoeld
|
Ingevroren
|
|
I.19. Containernummer/zegelnummer
|
I.20. Goederen gecertificeerd voor
Menselijke consumptie
|
|
|
|
I.21.
|
I.22.
|
I.23. Totaal aantal verpakkingen
|
I.24. Hoeveelheid
Totaal aantal
|
Totaal nettogewicht (kg)
|
Totaal brutogewicht (kg)
|
I.25. Omschrijving van de goederen
Nr. Code en GN-titel
|
Soort (wetenschappelijke benaming)
Eindverbruiker Aantal verpakkingen
|
Verwerkingsbedrijf
Nettogewicht Partijnummer
|
Koelhuis
Aard van de verpakking
|
|
LAND
Model PAO
Andere voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong die niet onder de artikelen 7 tot en met 25 van Uitvoeringsverordening [C(2019) 12] van de Commissie vallen
|
|
II.
Informatie over de gezondheid
|
II.a.
Referentienummer certificaat
|
II.b.
|
|
II.1.
Verklaring inzake de volksgezondheid
Ondergetekende verklaart dat zij/hij kennis heeft van de relevante bepalingen van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1), Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55) en Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1) en
dat de hierboven beschreven producten overeenkomstig die voorschriften zijn geproduceerd, en met name:
-
dat zij afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 852/2004 een op de beginselen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) gebaseerd programma toepassen;
-
dat zij op hygiënische wijze zijn gehanteerd en, in voorkomend geval, bereid, verpakt en opgeslagen overeenkomstig de voorschriften van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004.
Opmerkingen
Zie de richtsnoeren in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2019) 12] van de Commissie van ../../… betreffende modellen van officiële certificaten voor bepaalde dieren en goederen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze modelcertificaten betreft (PB L ... van ../../…, blz. ...).
Deel I:
Vak I.25: Voeg de toepasselijke code van het geharmoniseerd systeem (GS) van de Werelddouaneorganisatie in.
Deel II:
De kleur van het stempel en de handtekening moet verschillen van de kleur van de andere informatie in het certificaat.
|
Deel II: Certificering
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Officiële dierenarts
Naam (in hoofdletters):
Hoedanigheid en titel:
Datum:
Handtekening:
Stempel:
|
DEEL XV
MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN VAN KIEMGROENTEN EN ZADEN BESTEMD VOOR DE PRODUCTIE VAN KIEMGROENTEN
LAND
|
Officieel certificaat voor de EU
|
Deel I: Gegevens betreffende de zending
|
I.1. Verzender/exporteur
Naam
Adres
Tel.
|
I.2. Referentienummer certificaat
|
I.2.a. Referentienummer Imsoc
|
|
|
I.3. Centrale bevoegde autoriteit
|
|
|
I.4. Lokale bevoegde autoriteit
|
|
I.5. Geadresseerde/importeur
Naam
Adres
Postcode
Tel.
|
I.6. Voor de zending verantwoordelijke exploitant
Naam
Adres
Postcode
|
|
I.7. Land van oorsprong
|
ISO-code
|
I.8.
|
I.9. Land van bestemming
|
ISO-code
|
I.10.
|
|
I.11. Plaats van verzending
Naam
Adres
|
Erkenningsnummer
|
I.12. Plaats van bestemming
Naam
Adres
|
|
|
I.13. Plaats van lading
|
I.14. Datum en tijdstip van vertrek
|
I.15. Vervoermiddel
Vliegtuig
Wegvoertuig
Identificatie:
|
Vaartuig
Treinwagon
|
Ander
|
I.16. Grenscontrolepost van binnenkomst
|
|
|
|
I.17. Begeleidende documenten
Type
Nr.
|
I.18. Vervoersomstandigheden
Omgevingstemperatuur
|
Gekoeld
|
Ingevroren
|
|
I.19. Containernummer/zegelnummer
|
I.20. Goederen gecertificeerd voor
Menselijke consumptie
|
|
|
|
I.21.
|
I.22.
|
I.23. Totaal aantal verpakkingen
|
I.24. Hoeveelheid
Totaal aantal
|
Totaal nettogewicht (kg)
|
Totaal brutogewicht (kg)
|
I.25. Omschrijving van de goederen
Nr. Code en GN-titel
|
Soort (wetenschappelijke benaming)
Eindverbruiker Aantal verpakkingen
|
Verwerkingsbedrijf
Nettogewicht Partijnummer
|
Koelhuis
Aard van de verpakking
|
|
LAND
Certificaat voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van kiemgroenten en zaden bestemd voor de productie van kiemgroenten
|
|
II.
Informatie over de gezondheid
|
II.a Referentienummer certificaat
|
|
|
Ondergetekende, officieel inspecteur, verklaart hierbij dat zij/hij kennis heeft van de relevante bepalingen van Verordening (EG) nr. 852/2004 en dat:
II.1.11
de hierboven beschreven zaden zijn geproduceerd onder omstandigheden die voldoen aan Verordening (EG) nr. 852/2004 en met name aan de algemene hygiënebepalingen voor primaire productie en daarmee verband houdende bewerkingen zoals vastgesteld in bijlage I, deel A, bij die verordening;
II.1.21
de kiemgroenten zijn geproduceerd in inrichtingen die zijn erkend overeenkomstig de voorschriften van artikel 2 van Verordening (EU) nr. 210/2013 van de Commissie van 11 maart 2013 betreffende de erkenning van inrichtingen die kiemgroenten produceren overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 68 van 12.3.2013, blz. 24);
II.1.31
de kiemgroenten zijn geproduceerd onder omstandigheden die voldoen aan de traceerbaarheidsvoorschriften van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 208/2013 van de Commissie van 11 maart 2013 betreffende de traceerbaarheidsvoorschriften voor kiemgroenten en voor de productie van kiemgroenten bestemde zaden (PB L 68 van 12.3.2013, blz. 16) alsook aan de microbiologische criteria van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1).
Opmerkingen
Zie de richtsnoeren in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) [C(2019) 12] van de Commissie van ../../… betreffende modellen van officiële certificaten voor bepaalde dieren en goederen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze modelcertificaten betreft (PB L ... van ../../…, blz. ...).
Deel I:
●
Vak I.25: Voeg de toepasselijke GS-code(s) in, zoals: 0704 90, 0706 90, 0708 10, 0708 20, 0708 90, 0713 10, 0713 33, 0712 34, 0712 35, 0713 39, 0713 40, 0712 50, 0712 60, 0713 90, 0910 99, 1201 10, 1201 90, 1207 50, 1207 99, 1209 10, 1209 21, 1209 91 of 1214 90.
●
Vak I.25: Verwerkingsbedrijf: Voeg de naam in van de inrichtingen waar de kiemgroenten of zaden zijn geproduceerd.
Deel II:
(1)Schrappen indien niet van toepassing (bv. indien het om kiemgroenten dan wel zaden gaat).
●
De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. Hetzelfde geldt voor andere stempels dan reliëfstempels en watermerken.
|
Deel II: Certificering
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Officieel inspecteur
Naam (in hoofdletters):
Hoedanigheid en titel:
Datum:
Handtekening:
Stempel
|
BIJLAGE IV
Modellen van officiële certificaten in geval van een ante-mortemkeuring op het bedrijf van herkomst
Deel I:
MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR LEVENDE DIEREN
OFFICIEEL CERTIFICAAT
voor levende dieren die naar het slachthuis worden gebracht in het geval van een ante-mortemkeuring op het bedrijf van herkomst overeenkomstig artikel 5, lid 2, onder f), van Gedelegeerde Verordening (EU) [C(2019) 10] van de Commissie
Naam van de officiële dierenarts:
Nr.:
1.
Identificatie van de dieren
Soort:
Aantal dieren:
Identificatiemerk:
2.
Herkomst van de dieren
Adres van het bedrijf van herkomst:
Identificatie van de stallen*:
3.
Bestemming van de dieren
De dieren worden naar het volgende slachthuis vervoerd:
met het volgende vervoermiddel:
4.
Andere relevante informatie
5.
Verklaring
Ondergetekende verklaart dat:
·de hierboven beschreven dieren vóór het slachten zijn gekeurd op bovengenoemd bedrijf, op ……… (datum) om ……… (tijd), en geschikt voor de slacht zijn bevonden;
·de volgende vaststellingen betreffende de gezondheid en het welzijn van de dieren zijn gedaan: …………………………………………………………………………
·de registers en documentatie betreffende deze dieren voldeden aan de wettelijke eisen en het slachten van de dieren niet in de weg staan.
·zij/hij de informatie betreffende de voedselketen heeft gecontroleerd.
Gedaan te:
,
(plaats)
op:
(datum)
Stempel
………………………………………….
(handtekening van de officiële dierenarts)
*facultatief
Deel II: MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR PLUIMVEE VOOR DE PRODUCTIE VAN FOIE GRAS EN PLUIMVEE DAT LATER VAN DE INGEWANDEN IS ONTDAAN
OFFICIEEL CERTIFICAAT
voor pluimvee voor de productie van foie gras en pluimvee dat later van de ingewanden is ontdaan, dat op het bedrijf van herkomst is geslacht overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) [C(2019) 10] van de Commissie
Naam van de officiële dierenarts:
Nr.:
1.
Identificatie van de niet van de ingewanden ontdane karkassen
Soort:
Nummer:
2.
Herkomst van de niet van de ingewanden ontdane karkassen
Adres van het bedrijf:
3.
Bestemming van de niet van de ingewanden ontdane karkassen
De niet van de ingewanden ontdane karkassen worden naar de volgende uitsnijderij vervoerd:
4.
Verklaring
Ondergetekende verklaart dat:
·de hierboven beschreven niet van de ingewanden ontdane karkassen afkomstig zijn van vogels die vóór het slachten zijn gekeurd op bovengenoemd bedrijf, op ……… (datum) om ……… (tijd), en geschikt voor de slacht zijn bevonden;
·de volgende vaststellingen betreffende de gezondheid en het welzijn van de dieren zijn gedaan: ……………………………………………………………………………
·de registers en documentatie betreffende deze dieren voldeden aan de wettelijke eisen en het slachten van de vogels niet in de weg stonden.
Gedaan te:
,
(plaats)
op:
(datum)
Stempel
………………………………………….
(handtekening van de officiële dierenarts)
Deel III:
MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR GEKWEEKT WILD DAT OP HET BEDRIJF VAN HERKOMST IS GESLACHT
OFFICIEEL CERTIFICAAT
voor gekweekt wild dat op het bedrijf is geslacht overeenkomstig artikel 6, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) [C(2019) 10] van de Commissie
Naam van de officiële dierenarts:
Nr.:
1.
Identificatie van de dieren
Soort:
Aantal dieren:
Identificatiemerk:
2.
Herkomst van de dieren
Adres van het bedrijf van herkomst:
Identificatie van de stallen*:
3.
Bestemming van de dieren
De dieren worden naar het volgende slachthuis vervoerd:
met het volgende vervoermiddel:
4.
Andere relevante informatie
5.
Verklaring
Ondergetekende verklaart dat:
(1)de hierboven beschreven dieren vóór het slachten zijn gekeurd op bovengenoemd bedrijf, op ……… (datum) om ……… (tijd), en geschikt voor de slacht zijn bevonden;
(2)zij op het bedrijf zijn geslacht op ……… (datum) om ……… (tijd) en dat het slachten en uitbloeden correct zijn verlopen;
(3)de volgende vaststellingen betreffende de gezondheid en het welzijn van de dieren zijn gedaan: ……………………………………………………………………………
(4)de registers en documentatie betreffende deze dieren voldeden aan de wettelijke eisen en het slachten van de dieren niet in de weg stonden.
Gedaan te:
,
(plaats)
op:
(datum)
Stempel
………………………………………….
(handtekening van de officiële dierenarts)
*facultatief
Deel IV: MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT VOOR GEKWEEKT WILD DAT OP HET BEDRIJF IS GESLACHT overeenkomstig bijlage III, sectie III, punt 3 bis, bij Verordening (EG) nr. 853/2004
OFFICIEEL CERTIFICAAT
Voor gekweekt wild dat op het bedrijf is geslacht overeenkomstig bijlage III, sectie III, punt 3 bis, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en artikel 6, lid 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) [C(2019) 10] van de Commissie
Naam van de officiële dierenarts:
Nr.:
1.
Identificatie van de dieren
Soort:
Aantal dieren:
Identificatiemerk:
2.
Herkomst van de dieren
Adres van het bedrijf van herkomst:
Identificatie van de stallen*:
3.
Bestemming van de dieren
De dieren worden naar het volgende slachthuis vervoerd:
met het volgende vervoermiddel:
4.
Andere relevante informatie
5.
Verklaring
Ondergetekende verklaart dat:
(1)de hierboven beschreven dieren vóór het slachten zijn gekeurd op bovengenoemd bedrijf, op ……… (datum) om ……… (tijd), en geschikt voor de slacht zijn bevonden;
(2) de volgende vaststellingen betreffende de gezondheid en het welzijn van de dieren zijn gedaan: ……………………………………………………………………………
(3)de registers en documentatie betreffende deze dieren voldeden aan de wettelijke eisen en het slachten van de dieren niet in de weg stonden.
Gedaan te:
,
(plaats)
op:
(datum)
Stempel
………………………………………….
(handtekening van de officiële dierenarts)
*facultatief
BIJLAGE V
Model van officieel certificaat in geval van een noodslachting buiten het slachthuis overeenkomstig artikel 4 van Gedelegeerde Verordening (EU) [C(2019) 10] van de Commissie
MODEL VAN OFFICIEEL CERTIFICAAT IN GEVAL VAN EEN NOODSLACHTING BUITEN HET SLACHTHUIS
OFFICIEEL CERTIFICAAT
In geval van een noodslachting buiten het slachthuis
Naam van de officiële dierenarts:
Nr.:
1.
Identificatie van de dieren
Soort:
Aantal dieren:
Identificatiemerk:
2.
Plaats van de noodslachting
Adres:
Identificatie van de stallen*:
3.
Bestemming van de dieren
De dieren worden naar het volgende slachthuis vervoerd:
met het volgende vervoermiddel:
4.
Andere relevante informatie
5.
Verklaring
Ondergetekende verklaart dat:
(1)de hierboven beschreven dieren vóór het slachten zijn gekeurd op bovengenoemd bedrijf, op ……… (datum) om ……… (tijd), en geschikt voor de slacht zijn bevonden;
(2)zij zijn geslacht op ……… (datum) om ……… (tijd) en dat het slachten en uitbloeden correct zijn verlopen;
(3)de reden voor de noodslachting het volgende was: ……………………………………………………………….
(4)de volgende vaststellingen betreffende de gezondheid en het welzijn van de dieren zijn gedaan: …………………………………………………………………
(5)de dieren de volgende behandelingen hebben ondergaan: …………………………………………………………
(6)de registers en documentatie betreffende deze dieren voldeden aan de wettelijke eisen en het slachten van de dieren niet in de weg stonden.
Gedaan te:
,
(plaats)
op:
(datum)
Stempel
………………………………………….
(handtekening van de officiële dierenarts)
*facultatief
BIJLAGE VI
Concordantietabel zoals bedoeld in artikel 32
Verordening (EU) nr. 211/2013
|
Deze verordening
|
Artikel 1
|
Artikel 1, lid 2, onder b), ii)
|
Artikel 2
|
Artikel 2, lid 2
|
Artikel 3
|
Artikel 27
|
Artikel 4
|
-
|
Artikel 5
|
-
|
Bijlage
|
Bijlage III, deel XV
|