|
VERZOEK OM INPUT VOOR EEN INITIATIEF (zonder effectbeoordeling) |
|
|
Benaming van het initiatief |
Landbouw — strategie voor generatievernieuwing |
|
Leidend DG — verantwoordelijke eenheid |
Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling |
|
Verwacht soort initiatief |
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s |
|
Indicatieve planning |
Derde kwartaal van 2025 |
|
Aanvullende informatie |
Jonge mensen in de landbouw en in plattelandsgebieden — Europese Commissie |
|
Dit document dient slechts ter informatie. Het loopt niet vooruit op de eindbeslissing van de Commissie over de vraag of dit initiatief zal worden voortgezet en welke invulling dat uiteindelijk zal krijgen. Alle elementen van het initiatief dat in dit document is beschreven, waaronder de planning, kunnen veranderen. |
|
|
A. Politieke context, probleemomschrijving en subsidiariteitscontrole |
|
Politieke context |
|
Generatievernieuwing in de landbouw is een belangrijke prioriteit voor de EU, die wordt weerspiegeld in het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) voor 2023-2027, op grond waarvan de lidstaten ten minste het equivalent van 3% van de rechtstreekse betalingen moeten toewijzen aan maatregelen ter ondersteuning van jonge landbouwers. Aangezien met het GLB alleen belemmeringen zoals toegang tot land, kapitaal, kennis, innovatie en plattelandsdiensten niet volledig kunnen worden aangepakt, is een bredere strategische benadering nodig. Voorzitter Von der Leyen erkent dit en heeft steun voor jonge landbouwers opgenomen in haar politieke beleidslijnen voor de Europese Commissie 2024-2029, en aan commissaris Hansen opdracht gegeven een nieuwe strategie voor generatievernieuwing in de landbouw te ontwikkelen. Het belang van generatievernieuwing als thema wordt ook benadrukt in de strategische dialoog over de toekomst van de landbouw in de EU. De toezegging van de Commissie om de strategie in 2025 te presenteren, wordt bevestigd in de visie voor landbouw en voedsel. De lidstaten en belanghebbenden spelen een cruciale rol bij het welslagen van de strategie, die tot doel heeft familiebedrijven te versterken en de toegang tot kapitaal te verbeteren.
|
|
Probleem dat met het initiatief wordt aangepakt |
|
De Europese landbouwsector staat voor een demografische uitdaging met een vergrijzende beroepsbevolking en een afnemend aantal jonge landbouwers en bedrijfsleiders. In 2020 bedroeg de gemiddelde leeftijd van landbouwers in de EU 57 jaar; slechts 12 % was jonger dan 40 en maar 2,5 % van deze jonge landbouwers was vrouw. Deze onevenwichtigheid vormt een bedreiging voor de langetermijnduurzaamheid van de landbouw, de voedselzekerheid en de plattelandseconomieën. Terwijl sommige lidstaten het redelijk goed doen, hebben andere moeite om nieuwe generaties aan te trekken tot het boerenbedrijf. Als er geen actie wordt ondernomen, komt boeren als levensvatbaar beroep in het gedrang, wat zou leiden tot landverlating, productierisico’s en plattelandsvlucht. Er zijn verschillende obstakels voor jonge landbouwers: ·toegang tot grond: hoge prijzen en een lage beschikbaarheid beperken de kansen voor nieuwkomers en maken het voor jonge landbouwers moeilijk om grond te verwerven; ·toegang tot krediet: jonge landbouwers worden geconfronteerd met uitdagingen bij het verkrijgen van financiering wegens hoge financieringskosten, een gebrek aan activa en gepercipieerde risico’s in verband met landbouwinvesteringen; ·toegang tot kennis en innovatie: marktvolatiliteit, klimaatrisico’s en hoge initiële investeringskosten leiden tot onzekerheid over de winstgevendheid en ontmoedigen nieuwkomers om innovatieve praktijken en technologieën toe te passen; ·toegang tot algemene diensten: de geringere beschikbaarheid van essentiële diensten in plattelandsgebieden, waaronder gezondheidszorg, onderwijs en digitale infrastructuur, vermindert de aantrekkelijkheid van een loopbaan in de landbouw voor jonge mensen. Hoewel het GLB heeft bijgedragen tot generatievernieuwing en essentieel blijft voor het nastreven van deze doelstelling, is een omvattende benadering nodig waarbij alle relevante actoren worden betrokken om deze uitdagingen aan te pakken. Zonder gecoördineerde inspanningen dreigt in de EU een verdere afname van het aantal jonge landbouwers, wat zou resulteren in: ·een verouderende beroepsbevolking; ·meer sluitingen van landbouwbedrijven, met gevolgen voor de voedselproductie, de werkgelegenheid en de economie op het platteland; ·minder toepassing van technologie en duurzame praktijken, met stagnatie tot gevolg; ·achteruitgang van plattelandsgebieden, waardoor de ontvolking verergert. Gelet op deze risico’s is een strategische EU-aanpak van essentieel belang om ervoor te zorgen dat de landbouw levensvatbaar en aantrekkelijk blijft voor toekomstige generaties. |
|
Grondslag van het EU-optreden (rechtsgrondslag en subsidiariteitscontrole) |
|
Rechtsgrondslag |
|
De Commissie stelt deze mededeling voor op basis van haar in artikel 17 van het Verdrag betreffende de Europese Unie verankerde initiatiefrecht. De rechtsgrondslag voor specifieke initiatieven in het kader van de strategie zal in de uitvoeringsfase worden vastgesteld. |
|
Praktische noodzaak van EU-optreden |
|
Een strategie op EU-niveau is nodig omdat uitdagingen zoals de vergrijzing van de beroepsbevolking en het dalende aantal jonge landbouwers niet met één EU-beleidsmaatregel of door lidstaten afzonderlijk kunnen worden aangepakt. Kwesties zoals landverlating en voedselzekerheidsrisico’s hebben grensoverschrijdende implicaties en treffen verschillende landen. Toetredingsbelemmeringen, zoals problemen met toegang tot land en financiering, komen overal in de EU voor en vergen gecoördineerde actie. Een strategie op EU-niveau kan samenwerking tussen de lidstaten en de uitwisseling van beste praktijken en innovatieve oplossingen aanmoedigen. Ze biedt ook een basis voor aanvullende steun via EU-beleid en -financiering. De strategie pakt deze kwesties op EU-niveau aan met de bedoeling een dynamischere, veerkrachtigere en duurzamere landbouwsector tot stand te brengen. |
|
B. Wat is het beoogde resultaat van het initiatief en hoe wordt dit bereikt? |
|
Het wegnemen van belemmeringen voor generatievernieuwing is van essentieel belang om de landbouwsector aantrekkelijker te maken. Toegang tot land, investeringen en vaardigheden zijn bijzonder belangrijk. Om echte generatievernieuwing te stimuleren, is een maatschappijbrede aanpak nodig en een beleidsmix van verschillende domeinen en verantwoordelijkheden, waarvan vele tot het nationale of regionale niveau behoren. Deze strategie zal aanbevelingen bevatten voor de beleidsrespons en de maatregelen die nodig zijn, zowel op EU- als op nationaal/regionaal niveau, bijvoorbeeld initiatieven in het kader van Erasmus+, financiële instrumenten, huisvesting, geestelijke gezondheid, pensioenregelingen en opvolgingsplanning, plattelandsontwikkeling, energiebeleid, mobiliteit en toerisme, digitalisering enz. Deze maatregelen zullen bijdragen tot generatievernieuwing in de landbouw, de duurzaamheid van de sector op lange termijn waarborgen en een dynamischere en veerkrachtigere landbouwgemeenschap in de hele EU bevorderen. |
|
Waarschijnlijke effecten |
|
Verwacht wordt dat de strategie positieve economische, sociale en milieueffecten zal hebben. Op sociaal gebied beoogt de strategie de gelijkheid te verbeteren, met name voor vrouwen en jongeren, en de ontvolking van het platteland terug te dringen. Op milieugebied zal ze de invoering van duurzame landbouwpraktijken aanmoedigen. Ze zal jonge landbouwers ondersteunen, plattelandseconomieën stimuleren en bijdragen tot voedselzekerheid en banenschepping. Het initiatief zou de plattelandsgebieden van Europa het meest ten goede moeten komen en de EU als geheel langetermijnvoordelen op het gebied van voedselzekerheid en duurzaamheid moeten brengen. De strategie zal haar weerslag vinden in de bijdrage van de EU aan een aantal van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) van de Verenigde Naties: SDG1 (geen armoede), SDG 2 (geen honger), SDG 8 (fatsoenlijk werk), en SDG 13 (klimaatactie). |
|
Toekomstige monitoring |
|
De strategie zal bestaan uit politieke en financiële maatregelen. Het voorstel voor het nieuwe GLB na 2027 zal nauwlettend worden gemonitord aan de hand van maatstaven en indicatoren die reeds beschikbaar zijn in het huidige kader voor prestatiemonitoring en -evaluatie van het GLB. De Commissie zal aan het Europees Parlement, de Raad en het Comité van de Regio’s verslag uitbrengen over de uitvoering en de voortgang van de strategie. |
|
C. Betere regelgeving |
|
Effectbeoordeling |
|
Gezien het niet-wetgevende karakter van het initiatief van de Commissie (mededeling van de Commissie) gaat de strategie niet vergezeld van een effectbeoordeling. Wetgevingsvoorstellen die uit deze strategie voortvloeien, zullen echter aan effectbeoordelingen worden onderworpen, in overeenstemming met de richtsnoeren voor betere regelgeving. |
|
Raadplegingsstrategie |
|
De Commissie heeft in december 2024 het startsein gegeven voor de raadpleging van de belangrijkste belanghebbenden. Deze gerichte raadplegingen zijn gaande en zijn toegespitst op vertegenwoordigers van jonge landbouwers, plattelandsjongeren, en deskundigen van de lidstaten (in de Europese Raad voor landbouw en voedsel), de burgerdialooggroepen over landbouw, en de jongerenbeleidsdialogen. Er is geen verdere openbare raadpleging gepland. In plaats daarvan zal dit verzoek om input, dat gedurende vier weken en in 24 EU-talen beschikbaar is op het portaal "Geef uw mening”, feedback verzamelen van alle belanghebbenden, met inbegrip van het grote publiek. De ontvangen feedback zal worden samengevat en geanalyseerd in de strategie. De respondenten worden verzocht te reflecteren over en bij te dragen aan: i) de prioritaire aspecten van de strategie (toegang tot land, krediet, kennis en algemene diensten), ii) de vraag of deze kwesties met het huidige GLB en de huidige EU-beleidsmaatregelen adequaat worden aangepakt, iii) aanvullende prioriteiten voor de strategie. |