(1)

Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad (2) geeft uitvoering aan Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB van de Raad (3).

(2)

Op 19 februari 2024 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2024/628 (4) vastgesteld, waarbij in Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB voor een eerste periode van twaalf maanden een humanitaire vrijstelling werd opgenomen van de maatregelen tot bevriezing van tegoeden die van toepassing zijn op, en van de beperkingen op het beschikbaar stellen van tegoeden en economische middelen aan, aangewezen personen, groepen en entiteiten, ten behoeve van actoren zoals bedoeld in Resolutie 2664 (2022) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, organisaties en agentschappen waaraan de Unie het certificaat van humanitair partnerschap heeft verleend en organisaties en agentschappen die zijn gecertificeerd of erkend door een lidstaat of door een gespecialiseerde instelling van een lidstaat. Daarnaast is bij Besluit (GBVB) 2024/628 een bijkomend afwijkingsmechanisme ingevoerd voor bij humanitaire activiteiten betrokken organisaties en actoren die niet in aanmerking komen voor die humanitaire vrijstelling, en een evaluatieclausule in verband met die uitzonderingen.

(3)

Op 30 januari 2025 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2025/204 vastgesteld, waarbij Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB wordt gewijzigd om de humanitaire vrijstelling te verlengen tot en met 22 februari 2027.

(4)

Deze maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en derhalve is, om ervoor te zorgen dat zij in alle lidstaten op eenvormige wijze worden toegepast, regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging van deze maatregelen.

(5)

Verordening (EG) nr. 2580/2001 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

1)

In lid 7 worden de woorden “twaalf maanden” vervangen door de woorden “24 maanden”.

2)

In lid 8 wordt de datum “22 februari 2025” vervangen door de datum “22 februari 2027”.