Publicatieblad |
NL Serie L |
2023/2667 |
7.12.2023 |
VERORDENING (EU) 2023/2667 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 22 november 2023
tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EG) nr. 810/2009 en (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad, Verordeningen (EG) nr. 693/2003 en (EG) nr. 694/2003 van de Raad en de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen wat betreft de digitalisering van de visumprocedure
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, punt a), en artikel 79, lid 2, punt a),
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het gemeenschappelijk beleid van de Unie inzake visa is een integrerend onderdeel van de totstandbrenging van een ruimte zonder binnengrenzen. In de mededeling van de Commissie van 14 maart 2018 getiteld “Aanpassing van het visumbeleid aan nieuwe uitdagingen” kwam het concept van “e-visa” aan de orde en werd een haalbaarheidsonderzoek aangekondigd naar digitale visumprocedures, evenals het voornemen om ter voorbereiding van toekomstige voorstellen opties te onderzoeken en proefprojecten te stimuleren. Bij de herziening van de Visumcode (3) in 2019 spraken het Europees Parlement en de Raad uitdrukkelijk het streven uit om in de toekomst een gemeenschappelijke oplossing te ontwikkelen die het mogelijk maakt om aanvragen voor een Schengenvisum online in te dienen en daarbij ten volle gebruik te maken van recente juridische en technologische ontwikkelingen. |
(2) |
Deze verordening is in overeenstemming met het beleid van de Unie om modernisering en digitalisering van overheidsdiensten te bevorderen, en met de mededeling van de Commissie van 9 maart 2021 getiteld “Digitaal kompas 2030: de Europese aanpak voor het digitale decennium”. Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad (4) in 2010 en de ingebruikname van het Visuminformatiesysteem (VIS) in 2011 ingevolge Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad (5) is de context waarin het visumbeleid wordt uitgevoerd aanzienlijk veranderd. Daarnaast bieden belangrijke technologische ontwikkelingen nieuwe mogelijkheden om de aanvraagprocedure voor een Schengenvisum soepeler en doeltreffender te maken voor onderdanen van derde landen, en kostenefficiënter te maken voor de lidstaten. |
(3) |
Tijdens de COVID-19-pandemie werden er wereldwijd minder Schengenvisa aangevraagd en afgegeven, deels omdat het moeilijk was om visumaanvragers in consulaten en in visumaanvraagcentra te ontvangen, en dit was voor de lidstaten aanleiding om de Commissie op te roepen haar werkzaamheden in verband met de digitalisering van visumprocedures te versnellen. |
(4) |
Volgens het nieuwe migratie- en asielpact, dat op 23 september 2020 door de Commissie werd gepresenteerd, moet de visumprocedure uiterlijk in 2025 volledig zijn gedigitaliseerd, met een digitaal visum en de mogelijkheid om online een visum aan te vragen. |
(5) |
Hoewel de behandeling van visumaanvragen al voor een deel is gedigitaliseerd, waarbij aanvragen en beslissingen in het VIS worden ingevoerd, is dat nog niet het geval voor twee belangrijke stappen: de visumaanvraagprocedure en de afgifte van het visum aan de aanvrager in de vorm van een visumsticker. De stappen die nog op papier plaatsvinden, zijn belastend voor alle belanghebbenden, in het bijzonder voor de autoriteiten van de lidstaten die visa afgeven en voor visumaanvragers. De lidstaten zijn zich bewust van die lasten en enkele lidstaten hebben reeds digitale oplossingen ingevoerd om aanvragers gebruik te kunnen laten maken van een moderne en gebruikersvriendelijke aanvraagprocedure en om visumaanvragen doelmatiger te kunnen behandelen. |
(6) |
Er moet één technische oplossing — namelijk het EU-visumaanvraagplatform (EU-VAP) — worden ontwikkeld om visumaanvragers in staat te stellen een visum online aan te vragen, ongeacht de lidstaat van bestemming. Dit platform moet automatisch bepalen welke lidstaat bevoegd is om een aanvraag te behandelen, met name in gevallen waarin de aanvrager voornemens is om meerdere lidstaten te bezoeken. In dergelijke gevallen zouden de lidstaten alleen moeten controleren of de door het platform bepaalde bevoegde lidstaat juist is. |
(7) |
Een voor alle lidstaten gemeenschappelijk digitaal platform zou het imago van de Unie aanzienlijk helpen verbeteren. |
(8) |
Het EU-VAP moet de aanvrager actuele en gemakkelijk toegankelijke informatie aanbieden en de voorwaarden voor toegang tot het grondgebied van de lidstaten vermelden, in een formaat dat rekening houdt met visuele beperkingen. Het platform moet ook een databank bevatten waarin de aanvrager alle benodigde informatie kan vinden over visumvereisten en -procedures, zoals, maar niet beperkt tot, de vraag of een visum verplicht is en welk type visum nodig is, de hoogte van de visumleges, de lidstaat die bevoegd is om de aanvraag te behandelen, welke bewijsstukken vereist zijn, de vraag of een afspraak moet worden gemaakt voor het verzamelen van biometrische kenmerken, dan wel of het mogelijk is een aanvraag online zonder afspraak in te dienen. De documenten op het EU-VAP moeten aan aanvragers worden aangeboden in een afdrukbaar formaat en er moet een communicatiemechanisme, zoals een chatbot, beschikbaar zijn om vragen van aanvragers te beantwoorden. Die chatbot mag niet de enige manier zijn waarop aanvragers informatie over de visumprocedure kunnen krijgen. Het EU-VAP moet tevens informatie verstrekken over de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het VIS. Ook moet het EU-VAP veilige elektronische communicatie tussen de aanvrager en het bevoegde consulaat of de centrale autoriteiten van de bevoegde lidstaat mogelijk maken voor het geval aanvullende documenten of een gesprek met de aanvrager noodzakelijk zijn of is. |
(9) |
De lidstaten dienen te waarborgen dat de dienstverlening aan het publiek in het kader van de visumaanvraagprocedure van hoge kwaliteit is en strookt met het beginsel van goede administratieve praktijk. De lidstaten dienen ervoor te zorgen dat het éénloketbeginsel op alle aanvragers wordt toegepast. |
(10) |
Visumaanvragers moeten via het EU-VAP hun aanvraag kunnen indienen en de in het aanvraagformulier verlangde gegevens kunnen verstrekken, evenals een elektronische kopie van het reisdocument, bewijsstukken en een medische reisverzekering in digitaal formaat. Om aanvragers de mogelijkheid te bieden informatie met betrekking tot hun aanvraag te bewaren, moeten gegevens tijdelijk en uitsluitend zolang dit noodzakelijk is voor de voltooiing van de desbetreffende taken kunnen worden opgeslagen op het EU-VAP. Nadat de aanvrager de onlineaanvraag heeft ingediend en de lidstaten de nodige controles hebben verricht, moet het aanvraagdossier worden overgebracht naar het nationale systeem van de bevoegde lidstaat en daar worden opgeslagen. Consulaten of de centrale autoriteiten moeten de op nationaal niveau opgeslagen informatie raadplegen en alleen de vereiste gegevens invoeren in het centrale VIS. |
(11) |
In beginsel moeten alleen eerste aanvragers en aanvragers aan wie een te controleren nieuw reisdocument is afgegeven, alsmede personen van wie biometrische kenmerken moeten worden verzameld, persoonlijk verschijnen op een consulaat of bij een externe dienstverlener. In geval van twijfel over het reisdocument, de bewijsstukken of beide, of in individuele gevallen op een bepaalde locatie waar veel frauduleuze documenten voorkomen, moeten de lidstaten de mogelijkheid behouden om de aanvrager te verzoeken persoonlijk te verschijnen. |
(12) |
Indieners van herhaalaanvragen moeten hun aanvraag binnen 59 maanden na hun eerste aanvraag volledig online kunnen indienen, mits zij bij de aanvraag hetzelfde reisdocument gebruiken. Na het verstrijken van die termijn moeten opnieuw biometrische kenmerken worden verzameld, in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 810/2009, waarin wordt voorgeschreven dat biometrische gegevens in beginsel om de 59 maanden moeten worden verzameld, gerekend vanaf de datum van de eerste verzameling. |
(13) |
Specifieke bepalingen zijn van toepassing op visumplichtige onderdanen van derde landen die familieleden zijn van burgers van de Unie op wie Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad (6) van toepassing is of van onderdanen van derde landen die een recht van vrij verkeer genieten dat gelijkwaardig is aan dat van de burgers van de Unie op grond van een overeenkomst tussen de Unie en haar lidstaten, enerzijds, en een derde land, anderzijds, en die niet in het bezit zijn van een verblijfskaart ingevolge Richtlijn 2004/38/EG, of van onderdanen van het VK die onder het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (7) (“het EU-VK terugtrekkingsakkoord”) vallen met betrekking tot hun gastland, zoals gedefinieerd in het EU-VK terugtrekkingsakkoord, en die geen houder zijn van een verblijfstitel krachtens het EU-VK terugtrekkingsakkoord. |
(14) |
In artikel 21, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) wordt bepaald dat iedere burger van de Unie het recht heeft vrij op het grondgebied van de lidstaten te reizen en te verblijven, onder voorbehoud van de beperkingen en voorwaarden die bij de Verdragen en de bepalingen ter uitvoering daarvan zijn vastgesteld. In Richtlijn 2004/38/EG zijn beperkingen en voorwaarden met betrekking tot die rechten vastgesteld. Zoals bekrachtigd door het Hof van Justitie van de Europese Unie hebben familieleden van burgers van de Unie op wie Richtlijn 2004/38/EG van toepassing is, niet alleen het recht het grondgebied van de lidstaat binnen te komen, maar ook het recht hiervoor een inreisvisum te verkrijgen. De lidstaten zijn verplicht deze personen alle mogelijkheden te bieden om de benodigde visa te verkrijgen, die zo spoedig mogelijk en kosteloos moeten worden afgegeven na een versnelde procedure en met inachtneming van de op hen van toepassing zijnde procedurele waarborgen. In dit verband moeten die familieleden in het bijzonder het recht hebben om hun visumaanvraag, hun aanvraag voor koppeling van een geldig visum aan een nieuw reisdocument of hun aanvraag voor verlenging van hun visum in te dienen zonder gebruik te maken van het EU-VAP, aangezien dit hun visumaanvraag zou kunnen vergemakkelijken. In dergelijke gevallen moeten zij het recht hebben om ervoor te kiezen hun aanvragen in persoon in te dienen bij het consulaat of bij de externe dienstverleners. Daarnaast moet het EU-VAP de rechten en faciliteiten die zijn toegekend aan degenen die onder het acquis van vrij verkeer vallen volledig eerbiedigen. Hetzelfde geldt met betrekking tot familieleden van onderdanen van het VK die onder het EU-VK terugtrekkingsakkoord vallen met betrekking tot hun gastland, zoals gedefinieerd in het EU-VK terugtrekkingsakkoord, krachtens artikel 14, lid 3, van dat akkoord. |
(15) |
Bijzondere bepalingen moeten van toepassing zijn vanwege humanitaire redenen, in gemotiveerde individuele gevallen, in gevallen van overmacht, of voor staatshoofden en regeringsleiders en leden van de nationale regering met begeleidende echtgenoten, alsmede de leden van hun officiële delegatie die door regeringen van de lidstaten of door internationale organisaties zijn uitgenodigd voor een officieel doel, vorsten en andere hooggeplaatste leden van een koninklijke familie, die door regeringen van de lidstaten of door internationale organisaties zijn uitgenodigd voor een officieel doel, en voor visa die aan de buitengrenzen worden aangevraagd of visa die op het grondgebied van de lidstaten kunnen worden verlengd. |
(16) |
De bijzondere bepalingen die vanwege humanitaire redenen van toepassing zijn, kunnen ook betrekking hebben op alle soorten aangelegenheden op het gebied van digitale toegankelijkheid, beperkte toegang tot internet of geen internetpenetratie, of beperkte digitale geletterdheid. Er moet in het bijzonder aandacht worden besteed aan personen met een handicap. |
(17) |
Een derde persoon die daartoe door de visumaanvrager naar behoren wordt gemachtigd of wettelijk bevoegd is die aanvrager te vertegenwoordigen, naargelang het geval, moet namens de visumaanvrager een aanvraag kunnen indienen, mits de identiteit van die derde persoon wordt vermeld op het aanvraagformulier. |
(18) |
Elke aanvrager moet een ingevuld aanvraagformulier indienen met gebruikmaking van het EU-VAP. Het onlineaanvraagformulier, met inbegrip van een verklaring van de echtheid, volledigheid, nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de ingediende gegevens en een verklaring van de waarachtigheid en betrouwbaarheid van de afgelegde verklaringen, moet elektronisch worden ondertekend door het overeenkomstige vakje op het aanvraagformulier aan te vinken. Ook moet elke aanvrager verklaren de in Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad (8) bedoelde toegangsvoorwaarden te hebben begrepen en te hebben begrepen dat hem of haar verzocht kan worden bij elke inreis de relevante bewijsstukken te verstrekken. Aanvragers moeten bevestigen dat zij ermee instemmen mededelingen te ontvangen via het EU-VAP. Daartoe moeten zij het EU-VAP regelmatig raadplegen. Aanvraagformulieren voor minderjarigen moeten worden ingediend en elektronisch worden ondertekend door een persoon die permanent of tijdelijk het ouderlijke gezag of de wettelijke voogdij uitoefent. |
(19) |
Bij het aanvragen van een visum moeten de aanvragers ter staving bewijsstukken verstrekken. Voor de toepassing van deze verordening omvat dit zowel de digitale als de fysieke indiening van documenten. Rekening houdend met de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie in verband met de gronden voor het weigeren van een visum, is een gemarkeerd IP-adres alleen of een eventueel dubbel gebruik van IP-adressen niet relevant voor de behandeling van de aanvraag. |
(20) |
Visumleges moeten worden voldaan via een met het EU-VAP verbonden gateway en betalingen worden rechtstreeks en volledig overgeboekt naar de desbetreffende lidstaat. De voor de beveiliging van de elektronische betaling benodigde gegevens mogen niet behoren tot de gegevens die in het VIS worden opgeslagen. Indien elektronische betaling niet mogelijk is, moeten de visumleges worden geïnd door de consulaten of door de externe dienstverlener die met die taak is belast. |
(21) |
Het EU-VAP moet ook een afsprakenfunctie bevatten, die de lidstaat kan gebruiken voor het beheer van afspraken op zijn consulaten of bij externe dienstverleners. Hoewel het gebruik van een dergelijke functie facultatief moet blijven, omdat deze wellicht niet geschikt is voor alle locaties en alle consulaten, moeten de lidstaten niettemin via de plaatselijke Schengensamenwerking bespreken of in specifieke derde landen of op specifieke locaties een geharmoniseerde benadering voor het gebruik van de afsprakenfunctie kan worden gehanteerd. |
(22) |
Via de plaatselijke Schengensamenwerking moet in specifieke gevallen ook het gebruik van veel gesproken niet-officiële talen worden bepaald met het oog op de vertaling van het aanvraagformulier. Via de plaatselijke Schengensamenwerking moeten ook regelingen worden besproken voor de doorgifte van elektronische gegevens aan externe dienstverleners of vertegenwoordigende lidstaten indien derde landen dergelijke doorgiften buiten hun grondgebied krachtens hun nationale recht verbieden. |
(23) |
Het EU-VAP moet een geautomatiseerde voorcontrole van ontvankelijkheid uitvoeren om na te gaan of de door de aanvrager verstrekte informatie voldoet aan de ontvankelijkheidsvereisten voor het aangevraagde visum. Het platform moet de aanvrager melden of er informatie ontbreekt en de aanvrager de mogelijkheid bieden om de aanvraag te corrigeren. |
(24) |
Het EU-VAP moet een geautomatiseerde voorcontrole van bevoegdheid uitvoeren om op basis van de door de aanvrager ingediende informatie vooraf te bepalen welke lidstaat bevoegd is. De aanvrager moet echter kunnen aangeven dat de aanvraag door een andere lidstaat moet worden verwerkt op basis van het hoofddoel van het verblijf. Het consulaat of de centrale autoriteiten van die andere betrokken lidstaat dienen vervolgens na te gaan of zij bevoegd zijn om de aanvraag te behandelen. |
(25) |
Wanneer het consulaat of de centrale autoriteiten van de lidstaat vaststellen bevoegd te zijn voor de behandeling van de aanvraag, moeten zij deze aanvraag accepteren en moeten de gegevens vanuit de tijdelijke opslag in de zin van de VIS-verordening in het nationale systeem worden geïmporteerd en, behalve in het geval van contactgegevens, uit die tijdelijke opslag worden verwijderd. |
(26) |
De architectuur van het EU-VAP moet gegevensbescherming door ontwerp en door standaardinstellingen en de eerbiediging van het beginsel van minimale gegevensverwerking waarborgen, en moet tevens garanderen dat het EU-VAP, wanneer het operationeel is, zodanig wordt uitgevoerd dat toegangsrechten uit hoofde van het bestaande relevante nationale en Unierecht in acht worden genomen. |
(27) |
Om ervoor te zorgen dat de persoonsgegevens die in het EU-VAP worden ingevoerd voldoen aan de noodzakelijke minimale kwaliteitseisen, is een speciale procedure nodig om de kwaliteit van die gegevens te controleren. Het hanteren van een uniforme aanpak om de kwaliteit te controleren, is niet alleen belangrijk om in alle lidstaten een gelijk niveau van gegevenskwaliteit te waarborgen, maar ook om ervoor te zorgen dat aanvragers op dezelfde manier worden behandeld ongeacht de bevoegde autoriteit waartoe zij zich wenden. |
(28) |
De rol en de verantwoordelijkheden van de verschillende actoren die betrokken zijn bij de verwerking van de gegevens die van aanvragers en visumhouders worden verzameld, moeten worden verduidelijkt. De lidstaten zullen de eindgebruikers zijn van de gegevens die via het EU-VAP moeten worden verzameld en zullen hun definitieve beslissing nemen op basis van de door aanvragers en visumhouders verstrekte gegevens. Daarom moeten de lidstaten overeenkomstig artikel 26 van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (9) de gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken zijn voor de verwerking van de persoonsgegevens in de tijdelijke opslag. Elke lidstaat dient een bevoegde autoriteit aan te wijzen als verwerkingsverantwoordelijke. De lidstaten moeten de Commissie, het bij Verordening (EU) 2018/1726 van het Europees Parlement en de Raad (10) opgerichte Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA) en de andere lidstaten in kennis stellen van die autoriteiten. Eu-LISA dient het EU-VAP te beheren, technische oplossingen voor dat platform te verstrekken en de door visumaanvragers ingediende gegevens te verwerken namens de lidstaten die een Schengenvisum afgeven. Daarom moet eu-LISA worden beschouwd als een verwerker zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 12, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (11). |
(29) |
Wanneer er nieuwe informatie betreffende hun aanvraag of visum beschikbaar is, moeten aanvragers hiervan met een elektronisch bericht in kennis worden gesteld. De beslissing van de bevoegde lidstaat, overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 810/2009 en (EG) nr. 767/2008, waarin wordt aangegeven of het visum is afgegeven, geweigerd, gekoppeld aan een nieuw reisdocument, verlengd, nietig verklaard of ingetrokken, moet aan de aanvrager ter beschikking worden gesteld door middel van een beveiligde accountdienst op het EU-VAP. De toegang tot de beveiligde account op het EU-VAP moet met technische middelen worden beschermd, bijvoorbeeld door middel van multifactorauthenticatie. |
(30) |
Volgens een gevestigd beginsel van de rechtspraak mag geen enkel recht worden aangetast door het verstrijken van een termijn indien de betrokken partij aantoont dat er sprake is van onvoorzienbare omstandigheden of van overmacht. De rechten van de aanvrager mogen dus niet worden aangetast wanneer het om technische redenen niet mogelijk is de beveiligde account te gebruiken, mits de betrokken aanvrager aantoont dat er sprake is van onvoorzienbare omstandigheden of overmacht. |
(31) |
Om de veiligheidsrisico’s in verband met misbruik van visumstickers en nagemaakte en gestolen visumstickers te beperken, moet een visum in een digitaal formaat worden afgegeven, en niet langer als een visumsticker die in het reisdocument wordt aangebracht. |
(32) |
Om maximale veiligheid te waarborgen en namaak of vervalsing te voorkomen, moet de kennisgeving van een digitaal visum plaatsvinden in de vorm van een 2D-barcode die cryptografisch is ondertekend door de Country Signing Certificate Authority (tot tekenen bevoegde autoriteit — CSCA) van de lidstaat van afgifte. Indien het VIS niet beschikbaar is, zouden controles bijgevolg kunnen plaatsvinden op basis van die 2D-barcode. |
(33) |
Indien het reisdocument van de visumhouder is verloren, gestolen, verlopen of ongeldig gemaakt terwijl het visum nog geldig is, moet de visumhouder via het EU-VAP koppeling van het visum aan een nieuw reisdocument kunnen aanvragen, mits het nieuwe reisdocument van hetzelfde type is en is afgegeven door hetzelfde land als het verloren, gestolen, verlopen of ongeldig gemaakte reisdocument. De visumhouder moet persoonlijk op het consulaat of bij de externe dienstverlener verschijnen om het nieuwe reisdocument over te leggen teneinde de echtheid van dat reisdocument te kunnen verifiëren. |
(34) |
Gegevens die op het EU-VAP zijn opgeslagen, moeten worden beveiligd met behulp van privacybevorderende uitvoeringsmaatregelen. |
(35) |
Externe dienstverleners mogen alleen toegang tot het EU-VAP hebben om aanvragen op te halen en te beoordelen, om tijdelijk opgeslagen gegevens te verifiëren (bijvoorbeeld een scan van een reisdocument), om op de chip van het reisdocument opgeslagen relevante persoonsgegevens te controleren en te uploaden, om biometrische kenmerken te verzamelen en te uploaden, om de kwaliteit van geüploade bewijsstukken te controleren en om te bevestigen dat een aanvraag is beoordeeld en deze daarmee voor verdere verwerking door het consulaat vrij te geven. Externe dienstverleners mogen geen toegang hebben tot in het VIS opgeslagen gegevens. |
(36) |
De datum van ingebruikname moet worden vastgesteld, ook voor het digitale visum en het EU-VAP. Tevens moet worden voorzien in een overgangsperiode waarin een lidstaat moet kunnen besluiten geen gebruik te maken van het EU-VAP. De duur van die overgangsperiode moet worden vastgesteld op zeven jaar vanaf de datum van ingebruikname. Niettemin moeten de lidstaten de mogelijkheid krijgen om aan de Commissie en eu-LISA mee te delen dat zij zich bij het EU-VAP wensen aan te sluiten voordat de overgangsperiode is verstreken. Indien een lidstaat besluit geen gebruik te maken van het EU-VAP, moeten visumhouders gedurende de overgangsperiode wel digitale visa kunnen verifiëren met gebruikmaking van de webdienst van het EU-VAP. |
(37) |
Eu-LISA moet voor het EU-VAP voldoende capaciteit en functies waarborgen om de lidstaten in staat te stellen zich tijdens de overgangsperiode bij het EU-VAP aan te sluiten. Bij de ontwikkeling van het EU-VAP door eu-LISA moet rekening worden gehouden met het toekomstige gebruik van het EU-VAP door lidstaten die het Schengenacquis nog niet volledig toepassen. Het EU-VAP moet zodanig worden opgezet dat die lidstaten zich naadloos op het platform kunnen aansluiten en vlot gebruik kunnen maken van het EU-VAP zodra er een besluit van de Raad overeenkomstig artikel 3, lid 2, van de Toetredingsakte van 2003 of artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2005 is vastgesteld. Met het oog hierop moet eu-LISA met name rekening houden met de opslagcapaciteit van het EU-VAP en de interconnectie tussen het EU-VAP en de nationale visuminformatiesystemen. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten in kwestie moeten vanaf het begin en op dezelfde wijze als bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten volledig worden betrokken bij de ontwikkeling van het EU-VAP. |
(38) |
Een lidstaat die het Schengenacquis niet volledig toepast, moet eu-LISA kunnen verzoeken koppelingen met de relevante nationale aanvraagprocedure van de lidstaat in kwestie tot stand te brengen door op het EU-VAP een uniform resource locator (URL) te vermelden. |
(39) |
Op het EU-VAP moet voor aanvragers en andere entiteiten, zoals werkgevers, universiteiten of lokale autoriteiten, een functie beschikbaar zijn om de digitale visa te verifiëren. |
(40) |
Om de toepassing van Besluit nr. 565/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad (12) mogelijk te maken, moeten Bulgarije, Cyprus en Roemenië alleen-lezen-toegang hebben tot in het VIS opgeslagen digitale visa. |
(41) |
Eu-LISA moet verantwoordelijk zijn voor de technische ontwikkeling en het operationele beheer van het EU-VAP en de onderdelen ervan, als onderdeel van het VIS. |
(42) |
In de systeemarchitectuur van het EU-VAP moeten de bestaande en toekomstige systemen die onderdeel zijn van het nieuwe kader voor interoperabiliteit zo veel mogelijk worden hergebruikt, waaronder met name het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en het inreis-uitreissysteem (EES), met inachtneming van de huidige technologische beperkingen en de investeringen die de lidstaten reeds hebben gedaan in hun eigen nationale systemen. |
(43) |
De ontwikkeling door eu-LISA van het EU-VAP en de koppeling daarvan met de nationale visuminformatiesystemen, en het beheer van het EU-VAP door eu-LISA, met inbegrip van het onderhoud ervan, moeten worden gefinancierd uit de algemene begroting van de Unie. Wat noodzakelijke aanpassingen door de lidstaten aan de bestaande nationale visuminformatiesystemen betreft, moeten de lidstaten een beroep kunnen doen op het instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid om deze categorie kosten te financieren. |
(44) |
Bij de controles van digitale visa aan de grens moet gebruik worden gemaakt van de bestaande en toekomstige systeemarchitectuur voor grensbeheer van de Unie en deze controles moeten de in het VIS opgeslagen gegevens van de visumhouder omvatten. Die informatie moet door de autoriteiten van de lidstaten worden geverifieerd aan de hand van biometrische gegevens. |
(45) |
Het in Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad (13) vastgestelde model voor visa voor kort verblijf wordt ook gebruikt voor visa voor verblijf van langere duur. Derhalve moet de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen (14) worden gewijzigd om ook afgifte van visa voor verblijf van langere duur in een digitaal formaat mogelijk te maken. |
(46) |
Doorreisfaciliteringsdocumenten (Facilitated Transit Documents — FTD’s) en doorreisfaciliteringsdocumenten voor treinreizigers (Facilitated Rail Transit Documents — FRTD’s) zijn documenten die gelijkwaardig zijn aan doorreisvisa en die de houder ervan machtigen het grondgebied van lidstaten binnen te komen teneinde over dat grondgebied te reizen overeenkomstig de bepalingen van het Schengenacquis met betrekking tot de overschrijding van buitengrenzen. FTD’s en FRTD’s worden afgegeven in de vorm van uniforme modellen en de aanvraagprocedure verloopt op papier. Om aan te sluiten bij de ontwikkelingen op het gebied van digitalisering moeten Verordeningen (EG) nr. 693/2003 (15) en (EG) nr. 694/2003 (16) van de Raad worden gewijzigd om digitale aanvragen en de afgifte van FTD’s en FRTD’s in een digitaal formaat mogelijk te maken. |
(47) |
Teneinde bepaalde aspecten van Verordening (EG) nr. 767/2008 te wijzigen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen om de inhoud te specificeren van vereenvoudigde aanvraagformulieren voor de koppeling van een geldig visum aan een nieuw reisdocument en voor de verlenging van een visum. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (17). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen. |
(48) |
Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 810/2009, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om minimumnormen vast te stellen voor de verificatie van reisdocumenten en voor de verwerking van gegevens op de chip, en om regels vast te stellen voor het invullen van de gegevensvelden van digitale visa. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (18). |
(49) |
Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 767/2008, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om de nodige maatregelen vast te stellen voor de technische uitvoering van de functies van het EU-VAP, om modelnoodplannen vast te stellen voor het geval dat het technisch onmogelijk is toegang tot gegevens te verkrijgen aan de buitengrenzen, en om de onderlinge verantwoordelijkheden en verhoudingen tussen de lidstaten als gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken voor de verwerking van persoonsgegevens op het EU-VAP, de verhouding tussen de gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken en de verwerker, en de verantwoordelijkheden van de verwerker overeenkomstig artikel 28 van Verordening (EU) 2016/679 en artikel 29 van Verordening (EU) 2018/1725 te specificeren. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011. |
(50) |
Aangezien met de doelstellingen van deze verordening, te weten de totstandbrenging van het EU-VAP en de invoering van een digitaal visum, wordt voortgebouwd op andere initiatieven die enerzijds stroomlijning en harmonisatie beogen van de procedures in het kader van het gemeenschappelijk visumbeleid en anderzijds de aanpassing van reis- en toegangsvereisten en grenscontroles in het Schengengebied aan het nieuwe digitale tijdperk, kunnen de wijzigingen van de desbetreffende wetgeving niet worden verwezenlijkt door de lidstaten die afzonderlijk handelen, maar alleen worden verwezenlijkt op Unieniveau en als onderdeel van het Schengenacquis, en kan de Unie derhalve maatregelen nemen overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) neergelegde subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken. |
(51) |
Deze verordening laat de toepassing van Richtlijn 2004/38/EG en van deel twee van het EU-VK terugtrekkingsakkoord onverlet. |
(52) |
Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn neergelegd. De invoering van het EU-VAP en van een digitaal visum zal het recht op bescherming van persoonsgegevens, de eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven, de rechten van het kind en de bescherming van kwetsbare personen volledig eerbiedigen. Alle waarborgen voor de grondrechten zoals opgenomen in Verordening (EG) nr. 767/2008 zullen volledig van toepassing blijven in het kader van het EU-VAP en van het digitale visum, met name wat de rechten van het kind betreft. Het EU-VAP zal rekening moeten houden met de eisen die zijn neergelegd in Richtlijn (EU) 2016/2102 van het Europees Parlement en de Raad (19) om gemakkelijke toegang voor mensen met een beperking te waarborgen. Er moet in het bijzonder aandacht worden besteed aan personen met beperkte digitale geletterdheid en problemen met internettoegang. |
(53) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het VEU en het VWEU, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van deze verordening; deze is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op Denemarken. Aangezien deze verordening voortbouwt op het Schengenacquis, beslist Denemarken overeenkomstig artikel 4 van het bovengenoemde protocol binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad heeft beslist over deze verordening of het deze in zijn interne recht zal omzetten. |
(54) |
Deze verordening vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad (20). Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van deze verordening en deze is niet bindend voor, noch van toepassing op Ierland. |
(55) |
Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (21) die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (22). |
(56) |
Wat Zwitserland betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (23) die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad (24). |
(57) |
Wat Liechtenstein betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (25) die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2011/350/EU van de Raad (26). |
(58) |
Wat Cyprus, en Bulgarije en Roemenië betreft, vormt deze verordening een handeling die op het Schengenacquis voortbouwt of anderszins daaraan is gerelateerd in de zin van respectievelijk artikel 3, lid 2, van de Toetredingsakte van 2003 en artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2005. |
(59) |
Overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 is de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming geraadpleegd, en op 21 juni 2022 (27) heeft hij een advies uitgebracht, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 810/2009
Verordening (EG) nr. 810/2009 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Aan artikel 1, lid 2, wordt het volgende punt toegevoegd:
(*1) Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 29 van 31.1.2020, blz. 7).”." |
2) |
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Artikel 3, lid 5, wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
In artikel 8 wordt het volgende lid ingevoegd: “4 bis. Bilaterale vertegenwoordigingsregelingen worden getoond op het EU-VAP.” |
5) |
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
|
6) |
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
|
7) |
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
|
8) |
Artikel 12 wordt vervangen door: “Artikel 12 Reisdocument 1. De aanvrager toont aan in het bezit te zijn van een geldig reisdocument dat aan de volgende criteria voldoet:
2. Onverminderd artikel 10, lid 1 bis, is de aanvrager alleen verplicht het reisdocument persoonlijk over te leggen in het geval van een eerste aanvraag met dat reisdocument, of indien de aanvrager biometrische kenmerken moet verstrekken. 3. Indien dit op grond van lid 2 vereist is, worden de echtheid, integriteit en geldigheid van het reisdocument gecontroleerd en geverifieerd met behulp van geschikte technologie. 4. Het consulaat, de centrale autoriteiten of de externe dienstverlener verifiëren of het reisdocument, dat persoonlijk wordt overgelegd overeenkomstig lid 2, overeenkomt met de elektronische kopie van de pagina met biografische gegevens van het reisdocument die door de aanvrager is geüpload. Indien de verificatie door de externe dienstverlener wordt verricht, maakt de externe dienstverlener gebruik van de gateway voor externe dienstverleners als bedoeld in artikel 7 septies van de VIS-verordening. 5. Indien de externe dienstverlener twijfels heeft over de identiteit van de aanvrager of over de echtheid, integriteit of geldigheid van het overgelegde reisdocument, deelt hij die twijfels mee aan het consulaat of de centrale autoriteiten en zendt hij het reisdocument voor verdere verificatie naar het consulaat. 6. Indien het overgelegde reisdocument een opslagmedium (chip) bevat, lezen het consulaat, de centrale autoriteiten of de externe dienstverlener de chip en controleren de echtheid en integriteit van de gegevens op de chip. De volgende gegevens worden op het EU-VAP geüpload:
7. De Commissie stelt door middel van een uitvoeringshandeling minimumnormen vast met betrekking tot de technologie, methoden en procedures die moeten worden gebruikt bij de controle en verificatie van reisdocumenten door het consulaat, de centrale autoriteiten of de externe dienstverlener om zich ervan te vergewissen dat het verstrekte of overgelegde reisdocument niet vals, nagemaakt of vervalst is, en met betrekking tot de technologie, methoden en procedures die moeten worden gebruikt bij de verwerking van gegevens op de chip op grond van lid 6 van dit artikel. Deze uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 52, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. 8. Wanneer er twijfel bestaat over de kwaliteit van de elektronische kopie van het reisdocument, met name over de overeenstemming ervan met het origineel, zorgt het bevoegde consulaat of de externe dienstverlener voor het vervaardigen van een nieuwe elektronische kopie van het reisdocument en voor het uploaden ervan naar het EU-VAP.”. |
9) |
Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:
|
10) |
In artikel 14 worden de leden 1 en 2 vervangen door: “1. Van aanvragers van een eenvormig visum wordt verlangd dat zij het volgende verstrekken:
2. Van aanvragers van een luchthaventransitvisum wordt verlangd dat zij het volgende verstrekken:
|
11) |
In artikel 15, lid 2, wordt de tweede alinea vervangen door: “Daarnaast verklaren dergelijke aanvragers in het aanvraagformulier dat het hun bekend is dat zij bij een volgend verblijf een medische reisverzekering dienen te hebben afgesloten.”. |
12) |
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
|
13) |
Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:
|
14) |
In artikel 19 wordt het volgende lid ingevoegd: “1 bis. Na kennisname van een positief resultaat van de geautomatiseerde voorcontrole van ontvankelijkheid ingevolge artikel 7 quinquies, lid 8, van de VIS-verordening, verricht het door het EU-VAP in kennis gestelde consulaat of verrichten de door het EU-VAP in kennis gestelde centrale autoriteiten van de lidstaat onverwijld de in lid 1 van dit artikel bedoelde controles.” |
15) |
Artikel 20 wordt geschrapt; |
16) |
Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:
|
17) |
Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:
|
18) |
Aan artikel 25 wordt het volgende lid toegevoegd: “6. De afgifte van een visum in een digitaal formaat laat de bevoegdheid van de lidstaten met betrekking tot de erkenning van reisdocumenten onverlet, met inbegrip van die reisdocumenten die niet worden erkend door een of meer, maar niet alle lidstaten.” |
19) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: “Artikel 26 bis Digitale visa Visa worden in digitaal formaat afgegeven overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1683/95. Digitale visa zijn een in het VIS geregistreerd gegeven en hebben een uniek visumnummer.”. |
20) |
Artikel 27 wordt vervangen door: “Artikel 27 Invullen van de gegevensvelden van het digitale visum 1. De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen de regels vast voor het invullen van de in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1683/95 vastgelegde gegevensvelden van het digitale visum. Die uitvoeringshandelingen worden overeenkomstig de in artikel 52, lid 2, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. 2. De lidstaten kunnen nationale vermeldingen aanbrengen in het voor opmerkingen bestemde gedeelte van het visum, overeenkomstig artikel 10, lid 1, punt n), van de VIS-verordening. Die vermeldingen mogen niet dezelfde zijn als de verplichte gegevens die overeenkomstig de in lid 1 van dit artikel bedoelde procedure zijn vastgesteld.”. |
21) |
Artikel 28 wordt vervangen door: “Artikel 28 Ongeldig maken van een ingevulde visumsticker Indien op een visumsticker voor een niet in digitaal formaat afgegeven visum een fout wordt ontdekt, wordt de visumsticker ongeldig gemaakt door het aanbrengen van een kruis in onuitwisbare inkt over de visumsticker, waarna een digitaal visum met de correcte gegevens wordt afgegeven.”. |
22) |
In artikel 32 wordt lid 2 vervangen door: “2. Een afwijzende beslissing en de redenen daarvoor worden, zoals uiteengezet in bijlage VI, aan de aanvrager ter beschikking gesteld in de beveiligde account. Die beslissing wordt opgesteld in de officiële taal of talen van de lidstaat die de definitieve beslissing over de aanvraag heeft genomen en in een andere officiële taal van de Unie. De lidstaten kunnen aanvullende documenten toevoegen om die beslissing te motiveren. Zodra de afwijzende beslissing door de bevoegde autoriteit is genomen en beschikbaar is gesteld in de beveiligde account overeenkomstig artikel 7 octies, lid 2, van de VIS-verordening, wordt via het EU-VAP een elektronisch bericht naar de aanvrager verzonden overeenkomstig artikel 7 octies, lid 1, van die verordening. Indien een aanvrager door een andere persoon wordt vertegenwoordigd, wordt dat elektronische bericht aan beide van hen verzonden. De termijn om krachtens het nationale recht beroep in te stellen tegen een afwijzende beslissing gaat in op het moment waarop de aanvrager de beslissing raadpleegt in de beveiligde account. De termijn wordt berekend op basis van de tijdzone van de verblijfplaats van de aanvrager zoals vermeld op het aanvraagformulier. De beslissing wordt geacht door de aanvrager te zijn geraadpleegd op de achtste dag na de datum van verzending van het elektronische bericht waarmee de aanvrager in kennis wordt gesteld van het feit dat de beslissing beschikbaar is in de beveiligde account van de aanvrager. Vanaf die dag wordt de aanvrager geacht in kennis te zijn gesteld van de beslissing. De datum van daadwerkelijke of veronderstelde kennisgeving van de beslissing aan de aanvrager wordt op het EU-VAP aangegeven. In het geval van een veronderstelde kennisgeving wordt via het EU-VAP een automatisch elektronisch bericht naar de aanvrager verzonden. Indien de beveiligde account om technische redenen niet kan worden gebruikt, kunnen aanvragers contact opnemen met het bevoegde consulaat, de centrale autoriteiten of de externe dienstverlener. De kennisgeving van de in dit lid bedoelde beslissingen kan op verzoek van de aanvrager plaatsvinden via andere kennisgevingsmethoden, mits die door de lidstaat zijn toegestaan. Voor aanvragen die niet via het EU-VAP zijn ingediend in gevallen als bedoeld in artikel 9, lid 1 ter, en artikel 35 worden de afwijzende beslissing en de redenen daarvoor aan de aanvrager kenbaar gemaakt middels het standaardformulier van bijlage VI in de officiële taal of talen van de lidstaat die de definitieve beslissing over de aanvraag heeft genomen en in een andere officiële taal van de Unie.” |
23) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: “Artikel 32 bis Koppeling van een geldig visum aan een nieuw reisdocument 1. Visumhouders wier reisdocument is verloren, gestolen, verlopen of ongeldig gemaakt terwijl hun visum nog geldig is, dienen een aanvraag in voor de koppeling van het visum aan een nieuw reisdocument indien zij het visum willen blijven gebruiken. Het nieuwe reisdocument is van hetzelfde type en is afgegeven door hetzelfde land als het verloren, gestolen, verlopen of ongeldig gemaakte reisdocument. Het visum wordt gekoppeld door de autoriteit die het visum heeft afgegeven of door een andere autoriteit van dezelfde lidstaat zoals meegedeeld door de lidstaat die het visum heeft afgegeven. 2. De in lid 1 bedoelde visumhouders dienen hun aanvraag voor de koppeling van het visum aan een nieuw reisdocument in via het EU-VAP en maken hierbij gebruik van een vereenvoudigd aanvraagformulier. Zij verstrekken de volgende gegevens:
3. De visumhouder voldoet de leges voor de koppeling van het visum van 20 EUR. 4. De visumhouder moet persoonlijk verschijnen wanneer dit zo door de lidstaat wordt meegedeeld. 5. Het nieuwe reisdocument voldoet aan de voorwaarden van artikel 12 en wordt overeenkomstig dat artikel geverifieerd. 6. Onverminderd de respectieve raadplegingsrechten kunnen het bevoegde consulaat of de centrale autoriteiten van de bevoegde lidstaat de in artikel 9 bis, lid 3, van de VIS-verordening bedoelde databanken raadplegen wanneer om een koppeling van een visum wordt verzocht. 7. Wanneer het bevoegde consulaat vaststelt of de centrale autoriteiten van de bevoegde lidstaat vaststellen dat een geldig visum kan worden gekoppeld aan een nieuw reisdocument, voert dat consulaat of voeren die autoriteiten de gegevens in het aanvraagdossier in het VIS in overeenkomstig artikel 12 bis van de VIS-verordening. 8. Zodra een beslissing over de koppeling van een visum aan een nieuw reisdocument door de bevoegde autoriteit is genomen en beschikbaar is gesteld in de beveiligde account overeenkomstig artikel 7 octies, lid 2, van de VIS-verordening, wordt via het EU-VAP een elektronisch bericht naar de visumhouder verzonden overeenkomstig artikel 7 octies, lid 1, van die verordening. De beslissing over de koppeling van een visum aan een nieuw reisdocument wordt aan de visumhouder ter beschikking gesteld in de beveiligde account. Die koppeling wordt bevestigd met een koppelingsnummer. 9. Wanneer het bevoegde consulaat niet kan of de centrale autoriteiten van de bevoegde lidstaat niet kunnen vaststellen of een geldig visum aan een nieuw reisdocument kan worden gekoppeld, met name vanwege twijfel met betrekking tot de identiteit van de visumhouder, wordt door dit consulaat of deze autoriteiten de koppeling geweigerd en het geldige visum ingetrokken overeenkomstig artikel 34. 10. Een negatieve beslissing met betrekking tot de koppeling van een geldig visum aan een nieuw reisdocument ontneemt de visumhouder niet het recht een nieuwe visumaanvraag in te dienen. Dit laat het recht van de aanvrager om overeenkomstig artikel 34, lid 7, beroep in te stellen onverlet.”. |
24) |
Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:
|
25) |
Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd:
|
26) |
Aan artikel 35 wordt het volgende lid toegevoegd: “8. De lidstaten kunnen onderdanen van derde landen toestaan aan de buitengrens een visum aan te vragen via het EU-VAP. In dergelijke gevallen stellen de lidstaten de aanvrager in kennis van de beslissing die over de visumaanvraag is genomen door deze beslissing overeenkomstig artikel 7 octies, lid 2, van de VIS-verordening ter beschikking van de aanvrager te stellen in de beveiligde account van de aanvrager op het EU-VAP. Zodra de beslissing beschikbaar is gesteld in de beveiligde account van de aanvrager, wordt via het EU-VAP een elektronisch bericht naar de aanvrager verzonden overeenkomstig artikel 7 octies, lid 1, van de VIS-verordening.” |
27) |
Artikel 37 wordt als volgt gewijzigd:
|
28) |
Artikel 38 wordt als volgt gewijzigd:
|
29) |
In artikel 40, lid 2, wordt punt a) vervangen door:
|
30) |
Artikel 42 wordt geschrapt; |
31) |
Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:
|
32) |
Artikel 44 wordt als volgt gewijzigd:
|
33) |
Artikel 47 wordt als volgt gewijzigd:
|
34) |
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 810/2009 wordt vervangen door de tekst in bijlage I bij deze verordening. |
35) |
Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 810/2009 wordt geschrapt. |
36) |
In bijlage V bij Verordening (EG) nr. 810/2009 wordt de volgende tekst ingevoegd na de tekst voor San Marino: “VERENIGD KONINKRIJK:
|
Artikel 2
Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 767/2008
Verordening (EG) nr. 767/2008 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 2 bis wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Het volgende hoofdstuk wordt ingevoegd: “HOOFDSTUK I bis EU-VISUMAANVRAAGPLATFORM (EU-VAP) Artikel 7 bis Beschikbare informatie op het EU-VAP 1. Het EU-VAP verschaft het publiek de algemene informatie als bedoeld in artikel 47 van Verordening (EG) nr. 810/2009. De Commissie en de lidstaten zijn verantwoordelijk voor de verstrekking van de informatie overeenkomstig hun respectieve verantwoordelijkheden als omschreven in de leden 3, 4 en 5 van dit artikel. 2. Op het EU-VAP worden de in artikel 6 van Verordening (EU) 2016/399 vastgestelde toegangsvoorwaarden vermeld. 3. Eu-LISA is verantwoordelijk voor het publiceren en actualiseren van de volgende algemene publieksinformatie op het EU-VAP, na ontvangst van de volgende informatie van de Commissie of de lidstaten:
Indien een lidstaat de informatie verstrekt, configureert eu-LISA het EU-VAP na bevestiging van deze informatie door de Commissie. 4. De centrale autoriteiten zijn verantwoordelijk voor het leveren van input over de volgende elementen op het EU-VAP:
5. Het consulaat of de centrale autoriteiten van de bevoegde lidstaten zijn verantwoordelijk voor het invoeren van de volgende elementen op het EU-VAP:
6. Het EU-VAP is voorzien van een chatbot. De chatbot is bedoeld om met de gebruikers in dialoog te treden door vragen te beantwoorden over de visumaanvraagprocedure, de rechten en plichten van aanvragers en visumhouders, de toegangsvoorwaarden voor onderdanen van derde landen, contactgegevens en de regels inzake gegevensbescherming. Artikel 7 ter Aanvraagformulier 1. Onverminderd artikel 9, lid 1 ter, van Verordening (EG) nr. 810/2009 dient elke aanvrager een aanvraag in als bedoeld in artikel 11 van die verordening, met gebruikmaking van het EU-VAP. 2. Het EU-VAP verstrekt elke aanvrager de in de artikelen 37 en 38 bedoelde informatie. 3. Onverminderd artikel 7 quater verstrekt de aanvrager in voorkomend geval de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 810/2009 vermelde gegevens in het aanvraagformulier. Al deze gegevens worden vastgelegd en in de tijdelijke opslagcapaciteit bewaard overeenkomstig de in artikel 7 quinquies vastgestelde termijnen voor de bewaring van gegevens. 4. Het EU-VAP is voorzien van een beveiligde accountdienst. De beveiligde accountdienst stelt de aanvrager in staat om de verstrekte gegevens voor volgende aanvragen te bewaren, maar uitsluitend indien de aanvrager er uit eigen vrije wil en uitdrukkelijk mee instemt dat de gegevens worden bewaard, in de zin van artikel 4, punt 11), van Verordening (EU) 2016/679. De beveiligde accountdienst stelt de aanvrager in staat om de aanvraag in een aantal stappen in te dienen. 5. De lettertekens die worden gebruikt in de door de aanvrager overeenkomstig lid 3 verstrekte gegevens zijn lettertekens van het Latijnse alfabet. 6. Bij de indiening van de aanvraag registreert het EU-VAP het IP-adres van waaraf de aanvraag werd ingediend en voegt dit toe aan de gegevens van het aanvraagdossier. 7. De Commissie stelt overeenkomstig artikel 48 bis gedelegeerde handelingen vast om deze verordening aan te vullen door vereenvoudigde aanvraagformulieren voor het EU-VAP vast te stellen die respectievelijk moeten worden gebruikt in het kader van de procedures voor de koppeling van geldige visa aan een nieuw reisdocument overeenkomstig artikel 32 bis van Verordening (EG) nr. 810/2009, of voor de verlenging van een visum overeenkomstig artikel 33 van die verordening, indien die procedures worden uitgevoerd met gebruikmaking van het EU-VAP. Artikel 7 quater Specifieke bepalingen voor het gebruik van het EU-VAP 1. Een onderdaan van een derde land die een familielid is van een burger van de Unie op wie Richtlijn 2004/38/EG van toepassing is, of van een onderdaan van een derde land die een recht van vrij verkeer geniet dat gelijkwaardig is aan dat van de burgers van de Unie op grond van een overeenkomst tussen de Unie en haar lidstaten, enerzijds, en een derde land, anderzijds, kan een aanvraag voor een visum indienen zonder gebruik te maken van het EU-VAP en heeft het recht de aanvraag persoonlijk in te dienen bij het consulaat of de vestiging van de externe dienstverlener, naar keuze van die onderdaan van het derde land. 2. Wanneer een onderdaan van een derde land die een familielid is van een burger van de Unie op wie Richtlijn 2004/38/EG van toepassing is, of van een onderdaan van een derde land die een recht van vrij verkeer geniet dat gelijkwaardig is aan dat van de burgers van de Unie op grond van een overeenkomst tussen de Unie en haar lidstaten, enerzijds, en een derde land, anderzijds, een aanvraag voor een visum indient via het EU-VAP, verloopt de aanvraagprocedure overeenkomstig Richtlijn 2004/38/EG of een overeenkomst tussen de Unie en haar lidstaten, enerzijds, en een derde land, anderzijds, waarbij wordt voorzien in een recht van vrij verkeer dat gelijkwaardig is aan dat van de burgers van de Unie. 3. In het bijzonder wordt het EU-VAP zodanig ontworpen dat de volgende specifieke voorschriften van toepassing zijn:
4. De leden 1 en 2 zijn ook van toepassing wanneer een onderdaan van een derde land die een familielid is van een burger van de Unie op wie Richtlijn 2004/38/EG van toepassing is, of van een onderdaan van een derde land die een recht van vrij verkeer geniet dat gelijkwaardig is aan dat van de burgers van de Unie op grond van een overeenkomst tussen de Unie en haar lidstaten, enerzijds, en een derde land, anderzijds, verlenging van een visum of koppeling van het visum aan een nieuw reisdocument aanvraagt. De verlenging van een visum en de koppeling van een visum zijn vrijgesteld van de betaling van visumleges. 5. De leden 1 tot en met 4 zijn van overeenkomstige toepassing op familieleden van onderdanen van het VK die onder het EU-VK terugtrekkingsakkoord vallen in het gastland, zoals gedefinieerd in dat akkoord, waarvoor de visumaanvraag wordt ingediend. Artikel 7 quinquies Aanvraagprocedure met gebruikmaking van het EU-VAP 1. Bij indiening van het aanvraagformulier ingevolge artikel 7 ter bepaalt het EU-VAP welk type visum wordt aangevraagd en verricht het een geautomatiseerde voorcontrole van de bevoegdheid, om vooraf te bepalen welke lidstaat bevoegd is, op basis van het aantal dagen voorgenomen verblijf van de aanvrager en de lidstaat van eerste binnenkomst, zoals aangegeven door de aanvrager. De aanvrager kan evenwel aangeven dat de aanvraag door een andere lidstaat moet worden behandeld overeenkomstig het hoofddoel van het verblijf. Dit laat de handmatige verificatie van de bevoegdheid door de lidstaten overeenkomstig artikel 18, lid 3, van Verordening (EG) nr. 810/2009 onverlet. Via het EU-VAP kunnen aanvragers aangeven of zij legaal aanwezig zijn maar niet woonachtig zijn in een ambtsgebied, zoals bedoeld in artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 810/2009. 2. Aanvragers kunnen het EU-VAP gebruiken om een elektronische kopie van het reisdocument in digitaal formaat in te dienen, alsmede bewijsstukken en een bewijs van medische reisverzekering in digitaal formaat, naargelang van het geval, ingevolge Verordening (EG) nr. 810/2009 of Richtlijn 2004/38/EG of een overeenkomst tussen de Unie en haar lidstaten, enerzijds, en een derde land, anderzijds, die voorziet in recht op vrij verkeer dat gelijkwaardig is aan dat van burgers van de Unie. 3. In voorkomend geval kan de aanvrager gebruikmaken van de in artikel 7 sexies bedoelde beveiligde betaalfunctie om de visumleges via het EU-VAP te betalen. 4. Het EU-VAP kan de alleen-lezen-kopie van de VIS-databank controleren om te verifiëren of de biometrische kenmerken van de aanvrager in de laatste 59 maanden zijn afgenomen en of de aanvrager reeds eerder een aanvraag met hetzelfde reisdocument heeft ingediend. Wanneer de biometrische kenmerken van de aanvrager in de laatste 59 maanden zijn afgenomen en de aanvrager met hetzelfde reisdocument reeds een aanvraag heeft ingediend, deelt het EU-VAP de aanvrager mee dat voor het indienen van de aanvraag geen bezoek aan het consulaat of een externe dienstverlener nodig is. Wanneer de biometrische kenmerken van de aanvrager in de laatste 59 maanden niet zijn afgenomen of de aanvrager met hetzelfde reisdocument niet eerder een aanvraag heeft ingediend, deelt het EU-VAP de aanvrager mee dat voor het indienen van de aanvraag naargelang van het geval het consulaat of een externe dienstverlener moet worden bezocht. 5. Indien een bezoek aan een consulaat of externe dienstverlener vereist is op grond van Verordening (EG) nr. 810/2009, kan een lidstaat besluiten daartoe de in artikel 7 sexies bedoelde afsprakenfunctie te gebruiken. 6. De aanvrager dient de aanvraag in, vergezeld van de verklaring omtrent de echtheid, volledigheid, nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de gegevens. 7. Nadat de aanvrager de aanvraag via het EU-VAP heeft ingediend, verricht het EU-VAP een geautomatiseerde voorcontrole van de ontvankelijkheid. Bij de geautomatiseerde voorcontrole van de ontvankelijkheid wordt geverifieerd of:
8. Indien de aanvraag ontvankelijk is volgens de geautomatiseerde voorcontrole van de ontvankelijkheid, zendt het EU-VAP het consulaat of de centrale autoriteiten van de betrokken lidstaat een kennisgeving met de gecombineerde uitkomst van de geautomatiseerde voorcontrole van zowel de bevoegdheid als de ontvankelijkheid. Indien de aanvraag niet ontvankelijk is volgens de geautomatiseerde voorcontrole van de ontvankelijkheid, deelt het EU-VAP de aanvrager mee welk deel van het aanvraagdossier ontbreekt. Het EU-VAP wordt zodanig ontworpen dat wordt gewaarborgd dat artikel 19, lid 4, van Verordening (EG) nr. 810/2009 van toepassing kan zijn, teneinde aanvragen als ontvankelijk te kunnen beschouwen. 9. Naar aanleiding van de in lid 8 van dit artikel bedoelde kennisgeving verricht het consulaat of verrichten de centrale autoriteiten van de betrokken lidstaat een handmatige verificatie van de bevoegdheid, overeenkomstig artikel 18, lid 3, van Verordening (EG) nr. 810/2009, en vervolgens indien nodig, een handmatige verificatie van de ontvankelijkheid overeenkomstig artikel 19 van die verordening. 10. Indien de via het EU-VAP ingediende aanvraag wordt geaccepteerd door het bevoegde consulaat of de centrale autoriteiten van de bevoegde lidstaat, worden de gegevens vanuit de tijdelijke opslag overgebracht naar het nationale systeem. De gegevens worden onmiddellijk uit de tijdelijke opslag verwijderd, met uitzondering van contactgegevens voor de beveiligde accountdienst. 11. Indien, na de verificatie, het in kennis gestelde consulaat oordeelt of de in kennis gestelde centrale autoriteiten van de lidstaat oordelen niet bevoegd te zijn om de aanvraag te behandelen, en de aanvraag niet opnieuw bij het bevoegde consulaat of de centrale autoriteiten wordt ingediend, is artikel 18, lid 4, van Verordening (EG) nr. 810/2009 van toepassing. 12. De beveiligde accountdienst kan door het bevoegde consulaat of de centrale autoriteiten van de bevoegde lidstaat worden gebruikt om met de aanvragers te communiceren. 13. Voor de naar de in de leden 10 en 11 van dit artikel bedoelde lidstaat overgebrachte gegevens wijst die lidstaat een bevoegde autoriteit aan die moet worden beschouwd als de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, punt 7, van Verordening (EU) 2016/679 en die de centrale verantwoordelijkheid voor de gegevensverwerking door die lidstaat draagt. Artikel 7 sexies Betaalfunctie en afsprakenfunctie 1. Er wordt een beveiligde betaalfunctie gebruikt voor de betaling van de visumleges aan de bevoegde lidstaat via het EU-VAP. 2. De lidstaten of externe dienstverleners kunnen de afsprakenfunctie gebruiken. Wanneer de afsprakenfunctie wordt gebruikt, is de lidstaat verantwoordelijk voor het bepalen van de beschikbare afspraken. Artikel 7 septies Gateway voor externe dienstverleners 1. Externe dienstverleners hebben via de gateway voor externe dienstverleners uitsluitend toegang tot het EU-VAP om:
2. Een uitsluitend voor externe dienstverleners bestemd authenticatiesysteem wordt door de lidstaten opgericht om naar behoren gemachtigde personeelsleden toegang tot de gateway te bieden voor de toepassing van dit artikel. Bij de oprichting van het authenticatiesysteem wordt rekening gehouden met risicobeheer op het gebied van informatiebeveiliging en met de beginselen van gegevensbescherming door ontwerp en door standaardinstellingen. 3. Externe dienstverleners hebben geen toegang tot het VIS. Artikel 7 octies Kennisgeving van beslissingen 1. Zodra de bevoegde autoriteit een beslissing heeft genomen over een aanvraag of over een afgegeven visum en die beslissing beschikbaar heeft gesteld in de beveiligde account overeenkomstig lid 2, stuurt het EU-VAP de aanvrager of visumhouder een elektronisch bericht, als gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 810/2009. 2. De bevoegde autoriteiten stellen aanvragers en visumhouders in kennis van de op grond van de punten a), b) en c) genomen beslissingen door die beslissingen beschikbaar te stellen in de respectieve beveiligde accounts van de aanvragers en visumhouders. Een dergelijke kennisgeving bevat de volgende gegevens:
Artikel 7 nonies Verificatiefunctie 1. Met behulp van de verificatiefunctie kunnen aanvragers en visumhouders het volgende controleren:
2. De verificatiefunctie wordt gebaseerd op de in artikel 7 ter, lid 4, bedoelde beveiligde accountdienst. 3. Het EU-VAP biedt een webservicefunctionaliteit waarmee aanvragers en andere entiteiten, zoals werkgevers, universiteiten of lokale overheden, het digitale visum zonder de beveiligde accountdienst kunnen verifiëren. Artikel 7 decies Kosten van de ontwikkeling en implementatie van het EU-VAP 1. De ontwikkeling en implementatie van het EU-VAP omvat de volgende kosten:
2. De in lid 1, punten a) en b), bedoelde kosten komen ten laste van de algemene begroting van de Unie. 3. De lidstaten kunnen het instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid, dat deel uitmaakt van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, zoals opgericht bij Verordening (EU) 2021/1148 van het Europees Parlement en de Raad (*6), gebruiken om de in lid 1, punt c), bedoelde kosten te financieren met inachtneming van de subsidiabiliteitsregels en medefinancieringspercentages die in Verordening (EU) 2021/1148 zijn vastgesteld. Artikel 7 undecies Verantwoordelijkheden inzake gegevensbescherming 1. Elke lidstaat wijst een bevoegde autoriteit aan als verwerkingsverantwoordelijke overeenkomstig dit artikel. De lidstaten delen aan de Commissie, eu-LISA en de andere lidstaten mee welke autoriteiten dit zijn. Voor de verwerking van persoonsgegevens in het EU-VAP zijn alle door de lidstaten aangewezen bevoegde autoriteiten gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken als bedoeld in artikel 26 van Verordening (EU) 2016/679. 2. Eu-LISA is een verwerker overeenkomstig artikel 28 van Verordening (EU) 2016/679 voor de toepassing van de verwerking van persoonsgegevens in het EU-VAP. Eu-LISA zorgt ervoor dat het EU-VAP in overeenstemming met deze verordening wordt beheerd. (*3) Verordening (EU) 2018/1806 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (PB L 303 van 28.11.2018, blz. 39)." (*4) Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van de Richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (PB L 158 van 30.4.2004, blz. 77)." (*5) Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 29 van 31.1.2020, blz. 7)." (*6) Verordening (EU) 2021/1148 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot oprichting, in het kader van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, van het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PB L 251 van 15.7.2021, blz. 48).”." |
4) |
In artikel 9 wordt de eerste alinea als volgt gewijzigd:
|
5) |
Aan artikel 9 ter wordt het volgende lid toegevoegd: “5. De leden 1 tot en met 4 zijn van overeenkomstige toepassing op familieleden van onderdanen van het VK die onder het EU-VK terugtrekkingsakkoord Unie vallen in het gastland, zoals gedefinieerd in dat akkoord, waarvoor de visumaanvraag wordt ingediend.” |
6) |
Artikel 10, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:
|
7) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: “Artikel 12 bis Bij koppeling van een visum toe te voegen gegevens 1. Ingeval van een beslissing tot koppeling van een visum, voegt de visumautoriteit die deze beslissing heeft genomen de volgende gegevens toe aan het aanvraagdossier:
2. Wanneer een besluit is genomen om een visum te koppelen, leest het EU-VAP onmiddellijk de in artikel 19, lid 1, van Verordening (EU) 2017/2226 bedoelde gegevens uit het VIS en exporteert het deze naar het EES.”. |
8) |
In artikel 14, lid 1, wordt punt d) vervangen door:
|
9) |
In artikel 15, lid 2, wordt punt f) vervangen door:
|
10) |
Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:
|
11) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: “Artikel 18 sexies Vangnetprocedures wanneer het technisch onmogelijk is toegang tot gegevens te verkrijgen aan de buitengrenzen 1. Wanneer het technisch onmogelijk is om de in artikel 18 bedoelde raadpleging te verrichten vanwege een storing in een onderdeel van het VIS, stelt eu-LISA de grensautoriteiten van de lidstaten hiervan in kennis. 2. Wanneer het technisch onmogelijk is om de in artikel 18 bedoelde zoekopdracht te verrichten vanwege een storing in de nationale grensinfrastructuur in een lidstaat, stellen de grensautoriteiten van die lidstaat eu-LISA hiervan in kennis. Eu-LISA informeert vervolgens de Commissie. 3. In de gevallen als bedoeld in de leden 1 en 2 van dit artikel passen de grensautoriteiten hun nationale noodplannen toe. De lidstaten stellen hun nationale noodplannen vast met gebruikmaking van de in artikel 45, lid 2, punt o), bedoelde modelnoodplannen als basis, waar nodig aangepast op nationaal niveau. In het nationale noodplan kunnen de grensautoriteiten worden gemachtigd om tijdelijk af te wijken van de in artikel 8 van Verordening (EU) 2016/399 bedoelde verplichting om het VIS te raadplegen.”. |
12) |
In artikel 19 wordt lid 1 vervangen door: “1. Uitsluitend met het oog op de verificatie van de identiteit van de visumhouder, de echtheid van het visum of de naleving van de voorwaarden voor binnenkomst, verblijf of vestiging op het grondgebied van de lidstaten hebben de autoriteiten die bevoegd zijn om controles op het grondgebied van de lidstaten te verrichten om na te gaan of aan de voorwaarden voor binnenkomst, verblijf of vestiging op het grondgebied van de lidstaten is voldaan, toegang om te zoeken aan de hand van het nummer van het visum in combinatie met de verificatie van vingerafdrukken van de visumhouder, of het nummer van het visum. Wanneer de identiteit van de visumhouder niet kan worden geverifieerd aan de hand van vingerafdrukken, kunnen de bevoegde autoriteiten de verificatie ook met de gezichtsopname uitvoeren.” |
13) |
In artikel 20, lid 2, wordt punt d) vervangen door:
|
14) |
In artikel 21, lid 2, wordt punt d) vervangen door:
|
15) |
In artikel 22, lid 2, wordt punt e) vervangen door:
|
16) |
Aan artikel 22 quater wordt het volgende punt toegevoegd:
|
17) |
In artikel 22 septies, lid 1, wordt punt d) vervangen door:
|
18) |
In artikel 22 sexdecies wordt lid 3 als volgt gewijzigd:
|
19) |
In artikel 22 novodecies wordt lid 3 als volgt gewijzigd:
|
20) |
Aan artikel 26 worden de volgende leden toegevoegd: “11. De in artikel 2 bis bedoelde infrastructuur ter ondersteuning van het EU-VAP wordt gehost op de technische locaties van eu-LISA. Die infrastructuur is geografisch gespreid teneinde te voorzien in de in deze verordening vastgestelde functionaliteiten overeenkomstig de voorwaarden inzake beveiliging, gegevensbescherming en gegevensbeveiliging. Eu-LISA zorgt ervoor dat bij de ontwikkeling van het EU-VAP rekening wordt gehouden met het toekomstige gebruik van het EU-VAP als bedoeld in artikel 2 bis door lidstaten die het Schengenacquis niet volledig toepassen. Daarbij gaat het met name om de opslagcapaciteit van het EU-VAP en de interface met het nationale visuminformatiesysteem. 12. Eu-LISA is verantwoordelijk voor de technische ontwikkeling van het EU-VAP als bedoeld in artikel 2 bis. Eu-LISA stelt de technische specificaties van het EU-VAP vast. Die technische specificaties worden vastgesteld door de raad van bestuur van eu-LISA, op voorwaarde dat de Commissie een gunstig advies over die technische specificaties heeft uitgebracht. 13. Eu-LISA ontwikkelt en implementeert het EU-VAP zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van Verordening (EU) 2023/2667 van het Europees Parlement en de Raad (*7)en de vaststelling door de Commissie van:
14. Eu-LISA is belast met het operationele beheer van het EU-VAP. Het operationele beheer van het EU-VAP omvat alle taken die nodig zijn om het EU-VAP 24 uur per dag en zeven dagen per week overeenkomstig deze verordening te laten functioneren. Het omvat met name de onderhoudswerkzaamheden en technische ontwikkelingen die nodig zijn voor een bevredigend niveau van operationele kwaliteit van het EU-VAP. De in artikel 49 bis van deze verordening en in artikel 27, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2018/1726 van het Europees Parlement en de Raad (*8) bedoelde adviesgroep VIS verstrekt de raad van bestuur van eu-LISA deskundig advies inzake het EU-VAP. In de ontwerp- en ontwikkelingsfase van het EU-VAP wordt een programmabestuursraad met ten hoogste tien leden ingesteld. Die raad bestaat uit zeven door de raad van bestuur van eu-LISA uit zijn eigen leden of hun plaatsvervangers aangewezen leden, de voorzitter van de adviesgroep VIS, een vertegenwoordiger van eu-LISA, aangewezen door de uitvoerend directeur daarvan, en een door de Commissie aangewezen lid. De programmabestuursraad komt op gezette tijden, doch ten minste eenmaal per kwartaal, bijeen. De programmabestuursraad zorgt voor een passend beheer van de ontwerp- en ontwikkelingsfase van het EU-VAP en voor samenhang tussen centrale en nationale EU-VAP-projecten. De programmabestuursraad brengt aan de raad van bestuur van eu-LISA maandelijks schriftelijk verslag uit over de voortgang van het project. De programmabestuursraad heeft geen beslissingsbevoegdheid of mandaat om de leden van de raad van bestuur van eu-LISA te vertegenwoordigen. De raad van bestuur van eu-LISA stelt het reglement van orde van de programmabestuursraad vast, met daarin met name regels inzake:
Het voorzitterschap van de programmabestuursraad wordt bekleed door een lidstaat die geheel door het Unierecht inzake ontwikkeling, oprichting, exploitatie en gebruik van alle door eu-LISA beheerde grootschalige IT-systemen is gebonden. Alle door de leden van de programmabestuursraad gemaakte reis- en verblijfkosten worden betaald door eu-LISA en artikel 10 van het reglement van orde van eu-LISA is van overeenkomstige toepassing. Het secretariaat van de programmabestuursraad wordt door eu-LISA verzorgd. (*7) Verordening (EU) 2023/2667 van het Europees Parlement en de Raad van 22 november 2023 tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EG) nr. 810/2009 en (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad, Verordeningen (EG) nr. 693/2003 en (EG) nr. 694/2003 van de Raad en de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen wat betreft de digitalisering van de visumprocedure (PB L, 2023/2667, 7.12.2023, ELI:http://data.europa.eu/eli/ reg/2023/2667/oj)." (*8) Verordening (EU) 2018/1726 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA), tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1077/2011 (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 99).”." |
21) |
In artikel 45, lid 2, worden de volgende punten toegevoegd:
|
22) |
In artikel 48 bis, leden 2, 3, en 6, worden de verwijzingen naar “artikel 9, artikel 9 nonies, lid 2, artikel 9 undecies, lid 2, en artikel 22 ter, lid 18” vervangen door verwijzingen naar “artikel 7 ter, lid 7, artikel 9, artikel 9 nonies, lid 2, artikel 9 undecies, lid 2, en artikel 22 ter, lid 18”. |
23) |
Artikel 50 wordt als volgt gewijzigd:
|
Artikel 3
Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 694/2003
Verordening (EG) nr. 694/2003 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 1 wordt vervangen door: “Artikel 1 1. Door de lidstaten afgegeven doorreisfaciliteringsdocumenten (FTD) als bedoeld in artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 693/2003 worden afgegeven in digitaal formaat als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1683/95 en bevatten de in bijlage I bij deze verordening vermelde gegevensvelden. Zij zijn gelijkwaardig aan doorreisvisa met territoriaal beperkte geldigheid. Daarnaast is in het digitale formaat duidelijk vermeld dat het afgegeven document een FTD is. 2. Door de lidstaten afgegeven doorreisfaciliteringsdocumenten voor treinreizigers (FRTD) als bedoeld in artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 693/2003 worden afgegeven in digitaal formaat als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1683/95 en bevatten de in bijlage II bij deze verordening vermelde gegevensvelden. Zij zijn gelijkwaardig aan doorreisvisa met territoriaal beperkte geldigheid. Daarnaast is in het digitale formaat duidelijk vermeld dat het afgegeven document een FRTD is.”. |
2) |
In artikel 2, lid 1, wordt de aanhef vervangen door: “1. Overeenkomstig de procedure van artikel 4, lid 2, worden technische specificaties voor het digitale formaat voor het FTD en het FRTD vastgesteld met betrekking tot onder meer:”. |
3) |
In artikel 2, lid 1, worden de punten a) en b) vervangen door:
|
4) |
In artikel 2 wordt lid 2 vervangen door: “2. De Commissie kan, door middel van een uitvoeringshandeling die wordt vastgesteld overeenkomstig de onderzoeksprocedure die moet worden toegepast als bedoeld in artikel 4, lid 2, van deze verordening juncto de overgangsbepaling in artikel 13, lid 1, punt c), van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (*9), besluiten dat de in lid 1 van dit artikel bedoelde technische specificaties geheim dienen te zijn en niet mogen worden bekendgemaakt. In dat geval worden die technische specificaties alleen ter beschikking gesteld van personen die daartoe door een lidstaat of door de Commissie naar behoren gemachtigd zijn. (*9) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).”." |
5) |
Artikel 3 wordt geschrapt. |
6) |
In artikel 5 wordt de tweede zin geschrapt. |
7) |
In artikel 6 wordt de eerste alinea vervangen door: “De lidstaten die hebben besloten het digitale formaat voor het FTD en het FRTD, als bedoeld in artikel 1, af te geven, doen dit uiterlijk één jaar nadat de in artikel 2 bedoelde technische specificaties zijn vastgesteld.”. |
8) |
De bijlagen I en II bij Verordening (EG) nr. 694/2003 worden vervangen door de tekst in bijlage II bij deze verordening. |
Artikel 4
Wijzigingen van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen
Artikel 18 van de Overeenkomst ter uitvoering van het akkoord van Schengen wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Lid 1 wordt vervangen door: “1. De visa voor een verblijf van langer dan 90 dagen (visa voor verblijf van langere duur) zijn nationale visa die door een van de lidstaten overeenkomstig zijn nationale recht of het Unierecht worden afgegeven. Dergelijke visa worden afgegeven in digitaal formaat overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad (*10), waarbij het type visum wordt aangegeven met de letter “D”. In digitaal formaat afgegeven visa voor verblijf van langere duur worden ingevuld in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen van de uitvoeringshandeling van de Commissie tot vaststelling van de regels voor het invullen van de gegevensvelden van het visum, vastgesteld overeenkomstig artikel 27, lid 1, van Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad (*11). (*10) Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad van 29 mei 1995 betreffende de invoering van een uniform visummodel (PB L 164 van 14.7.1995, blz. 1)." (*11) Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode) (PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1).”." |
2) |
Het volgende lid wordt ingevoegd: “1 bis. Van in digitaal formaat afgegeven visa voor verblijf van langere duur worden aanvragers langs elektronische weg in kennis gesteld door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van afgifte.” |
Artikel 5
Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 693/2003
Verordening (EG) nr. 693/2003 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 2 wordt lid 3 vervangen door: “3. Het FTD/FRTD wordt afgegeven in digitaal formaat overeenkomstig Verordening (EG) nr. 694/2003.” |
2) |
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
In artikel 6 worden de leden 2, 3 en 4 vervangen door: “2. Er wordt geen FTD/FRTD afgegeven voor een reisdocument waarvan de geldigheidsduur is verstreken. 3. De geldigheidsduur van het reisdocument waarvoor het FTD/FRTD wordt afgegeven is langer dan die van het FTD/FRTD. 4. Er wordt geen FTD/FRTD afgegeven voor een reisdocument indien dit reisdocument voor geen enkele lidstaat geldig is. Indien een reisdocument slechts voor één lidstaat of voor een aantal lidstaten geldig is, wordt de geldigheid van het FTD/FRTD beperkt tot de betrokken lidstaat of lidstaten.” |
Artikel 6
Wijzigingen van Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad (28)
Verordening (EU) 2017/2226 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 16, lid 2, wordt punt d) vervangen door:
|
2) |
Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
In artikel 24, lid 2, wordt punt b) vervangen door:
|
4) |
In artikel 32, lid 5, wordt punt c) vervangen door:
|
Artikel 7
Ingebruikname van het EU-VAP
1. De Commissie stelt een besluit vast tot vaststelling van de datum waarop de werkzaamheden van het EU-VAP uit hoofde van Verordening (EG) nr. 767/2008, zoals gewijzigd bij deze verordening, van start gaan. Dat besluit wordt vastgesteld uiterlijk zes maanden nadat de Commissie heeft vastgesteld dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) |
de in artikel 45, lid 2, punten g) tot en met r), van Verordening (EG) nr. 767/2008 bedoelde uitvoeringshandelingen en de in artikel 7 ter, lid 7, van die verordening bedoelde gedelegeerde handelingen zijn vastgesteld; |
b) |
eu-LISA heeft verklaard dat de uitgebreide tests die eu-LISA samen met de lidstaten dient uit te voeren, met succes zijn afgesloten; |
c) |
eu-LISA heeft de technische en juridische regelingen gevalideerd en deze aan de Commissie meegedeeld, en heeft vastgesteld dat het EU-VAP over voldoende capaciteit en functies beschikt en stelt de Commissie daarvan in kennis. |
2. Het in lid 1 bedoelde besluit van de Commissie wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
3. In afwijking van lid 1, en onverminderd de verplichting om visa op grond van artikel 26 bis van Verordening (EG) nr. 810/2009 in digitaal formaat af te geven, kan een lidstaat besluiten om gedurende een periode van maximaal zeven jaar na de in lid 1 bedoelde datum geen gebruik te maken van het EU-VAP en stelt het de Commissie van zijn besluit in kennis. De Commissie maakt de kennisgeving van de lidstaat bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedurende de in de eerste alinea bedoelde overgangsperiode van zeven jaar kunnen visumhouders de geldigheid van en de informatie in de digitale visa verifiëren met behulp van de webdienst van het EU-VAP als bedoeld in artikel 7 nonies van Verordening (EG) nr. 767/2008 indien de lidstaat die hun visumaanvraag verwerkt heeft besloten geen gebruik te maken van het EU-VAP.
4. Een lidstaat kan de Commissie en eu-LISA meedelen dat hij vóór het einde van de in lid 3 bedoelde overgangsperiode gebruik wenst te maken van het EU-VAP.
De Commissie bepaalt vanaf welke datum de lidstaat gebruik maakt van het EU-VAP. Het besluit van de Commissie wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
5. Uiterlijk op 1 december 2026 en vervolgens elk jaar totdat het in lid 1 bedoelde besluit van de Commissie is vastgesteld, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de vorderingen met betrekking tot de tenuitvoerlegging van deze verordening. Dat verslag bevat gedetailleerde informatie over de gemaakte kosten en over eventuele risico’s met gevolgen voor de totale kosten.
Artikel 8
Inwerkingtreding en toepassing
1. Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
2. Deze verordening is van toepassing met ingang van de door de Commissie overeenkomstig artikel 7, lid 1, vastgestelde datum.
3. In afwijking van lid 2 van dit artikel zijn de punten 1), 3), 15), 30), 34), 35) en 36) van artikel 1 van toepassing met ingang van 28 juni 2024. De punten 21) en 22) van artikel 2 zijn van toepassing met ingang van 27 december 2023.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.
Gedaan te Straatsburg, 22 november 2023.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
R. METSOLA
Voor de Raad
De voorzitter
P. NAVARRO RÍOS
(1) PB C 75 van 28.2.2023, blz. 150.
(2) Standpunt van het Europees Parlement van 18 oktober 2023 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 13 november 2023.
(3) Verordening (EU) 2019/1155 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 810/2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode) (PB L 188 van 12.7.2019, blz. 25).
(4) Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode) (PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1).
(5) Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van informatie op het gebied van visa voor kort verblijf, visa voor verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).
(6) Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van de Richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (PB L 158 van 30.4.2004, blz. 77).
(7) Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 29 van 31.1.2020, blz. 7).
(8) Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB L 77 van 23.3.2016, blz. 1).
(9) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(10) Verordening (EU) 2018/1726 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA), tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1077/2011 (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 99).
(11) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
(12) Besluit nr. 565/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot instelling van een vereenvoudigde regeling voor de controle van personen aan de buitengrenzen, gebaseerd op de eenzijdige erkenning door Bulgarije, Kroatië, Cyprus en Roemenië van bepaalde documenten als gelijkwaardig met hun nationale visa voor de doorreis over hun grondgebied of een voorgenomen verblijf op hun grondgebied van ten hoogste 90 dagen binnen een periode van 180 dagen en tot intrekking van de Beschikkingen nr. 895/2006/EG en nr. 582/2008/EG (PB L 157 van 27.5.2014, blz. 23).
(13) Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad van 29 mei 1995 betreffende de invoering van een uniform visummodel (PB L 164 van 14.7.1995, blz. 1).
(14) Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen (PB L 239 van 22.9.2000, blz. 19).
(15) Verordening (EG) nr. 693/2003 van de Raad van 14 april 2003 tot invoering van een specifiek doorreisfaciliteringsdocument (FTD) en een doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers (FRTD) en tot wijziging van de Gemeenschappelijke Visuminstructie en het Gemeenschappelijk Handboek (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 8).
(16) Verordening (EG) nr. 694/2003 van de Raad van 14 april 2003 betreffende uniforme modellen voor een doorreisfaciliteringsdocument (FTD) en een doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers (FRTD) in de zin van Verordening (EG) nr. 693/2003 (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 15).
(17) PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.
(18) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(19) Richtlijn (EU) 2016/2102 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 inzake de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties (PB L 327 van 2.12.2016, blz. 1).
(20) Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).
(21) PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.
(22) Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).
(23) PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.
(24) Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).
(25) PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.
(26) Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).
(27) PB C 277 van 19.7.2022, blz. 7.
(28) Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2017 tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens en van gegevens over weigering van toegang ten aanzien van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen overschrijden en tot vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot het EES voor rechtshandhavingsdoeleinden en tot wijziging van de overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en Verordeningen (EG) nr. 767/2008 en (EU) nr. 1077/2011 (PB L 327 van 9.12.2017, blz. 20).
BIJLAGE I
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 810/2009 wordt vervangen door:
“BIJLAGE I
Geharmoniseerd aanvraagformulier
Aanvraag Schengenvisum
Dit aanvraagformulier is gratis
Familieleden van EU-, EER- of CH-burgers of van onderdanen van het VK die onder het EU-VK terugtrekkingsakkoord vallen, hoeven de velden 21, 22, 30, 31 en 32 (met een * ) niet in te vullen.
De velden 1-3 moeten worden ingevuld overeenkomstig de gegevens in het reisdocument.
|
Door de dienst in te vullen vak Datum indiening: Nummer aanvraag: |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
Plaats indiening aanvraag:
|
||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||
|
Behandeld door: |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
Bewijsstukken:
|
||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
Beslissing inzake het visum:
van: tot: |
|||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Achternaam (familienaam): |
Voornaam/voornamen: |
||||||||||||||||||||||||||||||
Geboortedatum (dag-maand-jaar): |
Nationaliteit: |
Nummer reisdocument of identiteitskaart: |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
Telefoon-nummer(s): |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
Aantal binnenkomsten: ☐1 ☐ 2 ☐ meer Aantal dagen: |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
☐toerisme ☐ zaken ☐ bezoek aan familie of vrienden ☐ cultuur ☐ sport ☐ officieel ☐ medische redenen ☐ studie ☐ luchthaventransit ☐ overige (gelieve te specificeren): |
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Adres en e-mailadres van uitnodigende persoon of personen/hotel(s)/tijdelijk(e) onderkomen(s): |
Telefoonnummer(s): |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Achternaam, voornaam, adres, telefoonnummer en e-mailadres van contactpersoon bij bedrijf/organisatie: |
Telefoonnummer van bedrijf/organisatie: |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
☐door de aanvrager Middelen van bestaan:
|
Middelen van bestaan:
|
||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Adres en e-mailadres van de persoon die het aanvraagformulier invult: |
Telefoonnummer(s): |
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Het is mij bekend dat de visumleges niet worden terugbetaald indien het visum wordt geweigerd. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Indien een meervoudig inreisvisum wordt afgegeven is het volgende van toepassing: Het is mij bekend dat ik bij mijn eerste bezoek en alle volgende bezoeken aan het grondgebied van de lidstaten moet beschikken over een toereikende medische reisverzekering. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Ik verklaar kennis te hebben genomen van het onderstaande en daarmee in te stemmen: met het oog op het onderzoek van mijn aanvraag moeten de in dit aanvraagformulier verlangde gegevens worden verzameld, moet er een foto van mij worden gemaakt en moeten in voorkomende gevallen mijn vingerafdrukken worden genomen; al mijn persoonsgegevens die op het aanvraagformulier worden vermeld, alsmede mijn vingerafdrukken en de foto die van mij is gemaakt, zullen worden verstrekt aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en door die autoriteiten worden verwerkt met het oog op een beslissing over mijn aanvraag. Deze gegevens en de gegevens betreffende de beslissing die over mijn aanvraag wordt genomen of een beslissing om een afgegeven visum nietig te verklaren, in te trekken of te verlengen, worden ingevoerd in het Visuminformatiesysteem (VIS) en daar gedurende maximaal vijf jaar opgeslagen; tijdens die periode zijn zij toegankelijk voor de visumautoriteiten en de autoriteiten die bevoegd zijn tot het uitvoeren van visumcontroles aan de buitengrenzen en binnen de lidstaten, en voor immigratie- en asielautoriteiten in de lidstaten, zodat deze kunnen toetsen of is voldaan aan de voorwaarden voor legale binnenkomst en legaal verblijf op het grondgebied van de lidstaten, kunnen vaststellen welke personen niet of niet langer aan deze voorwaarden voldoen, een asielaanvraag kunnen onderzoeken en kunnen vaststellen wie belast is met dit onderzoek. Onder bepaalde voorwaarden zijn de gegevens ook beschikbaar voor de aangewezen autoriteiten van de lidstaten en voor Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten. De autoriteit van de lidstaat die verantwoordelijk is voor de verwerking van de gegevens is: [(…)]. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Het is mij bekend dat ik het recht heb om van een lidstaat te verlangen dat mij wordt meegedeeld welke gegevens over mij in het VIS zijn opgeslagen en welke lidstaat deze gegevens naar het VIS heeft verzonden, en dat ik het recht heb te verlangen dat onjuiste gegevens over mij worden gecorrigeerd en dat onrechtmatig verwerkte gegevens over mij worden vernietigd. Op mijn uitdrukkelijk verzoek zal de autoriteit die mijn aanvraag onderzoekt, mij in kennis stellen van de wijze waarop ik mijn recht tot controle van mijn persoonsgegevens kan uitoefenen en deze gegevens kan doen verbeteren of verwijderen, met inbegrip van de daarmee verband houdende maatregelen krachtens de nationale wetgeving van de betrokken lidstaat. Bij de nationale toezichthoudende autoriteit van die lidstaat [contactgegevens: …] kan een verzoek worden ingediend met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens. Ik verklaar dat alle door mij verstrekte persoonsgegevens naar mijn beste weten juist en volledig zijn. Het is mij bekend dat onjuiste verklaringen er in alle gevallen toe leiden dat mijn aanvraag wordt afgewezen of dat een reeds afgegeven visum nietig wordt verklaard en dat bovendien vervolging tegen mij kan worden ingesteld op grond van de wetgeving van de lidstaat die de aanvraag behandelt. Ik verklaar het grondgebied van de lidstaat vóór het verstrijken van de geldigheid van het eventueel afgegeven visum te zullen verlaten. Mij is meegedeeld dat het bezit van een visum slechts een van de vereisten is voor binnenkomst op het Europese grondgebied van de lidstaten. Het bezit van een visum op zich houdt niet automatisch in dat ik gerechtigd ben tot schadevergoeding indien ik niet voldoe aan de toepasselijke bepalingen van artikel 6, lid 1, van Verordening (EU) 2016/399 (Schengengrenscode) en mij op grond daarvan de toegang wordt geweigerd. Bij binnenkomst op het Europese grondgebied van de lidstaten zal opnieuw worden gecontroleerd of aan de vereisten is voldaan. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Plaats en datum: |
Handtekening van de aanvrager: (handtekening van de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent/voogd, indien van toepassing): |
(1) Voor Noorwegen, IJsland, Liechtenstein en Zwitserland is geen logo vereist.
BIJLAGE II
De bijlagen I en II bij Verordening (EG) nr. 694/2003 worden vervangen door:
“BIJLAGE I
DIGITAAL DOORREISFACILITERINGSDOCUMENT (FTD)
Het digitale FTD bevat de volgende gegevensvelden:
— |
lidstaat van afgifte; |
— |
achternaam, voornaam; |
— |
achternaam bij de geboorte; |
— |
geboortedatum; |
— |
geboorteland en -plaats; |
— |
geslacht; |
— |
nationaliteit; |
— |
nationaliteit bij de geboorte; |
— |
type en nummer van het reisdocument; |
— |
autoriteit van afgifte van het reisdocument; |
— |
datum van afgifte en uiterste geldigheidsdatum van het reisdocument; |
— |
de autoriteit die het digitale FTD heeft afgegeven, inclusief haar locatie, en of die autoriteit het digitale FTD namens een andere lidstaat heeft afgegeven; |
— |
plaats en datum van de beslissing om het digitale FTD af te geven; |
— |
nummer van het digitale FTD; |
— |
het grondgebied waarop de houder van het digitale FTD zich mag ophouden; |
— |
de begin- en einddatum van de geldigheidsduur van het digitale FTD; |
— |
het aantal binnenkomsten waarop het digitale FTD recht geeft op het grondgebied waarvoor het FTD geldig is; |
— |
de op grond van het digitale FTD toegestane duur van de doorreis; |
— |
opmerkingen van de autoriteit van afgifte om eventuele bijkomende gegevens te vermelden die zij noodzakelijk acht, mits wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 5 van deze verordening; |
— |
de gezichtsopname van de houder van het digitale FTD. |
BIJLAGE II
DIGITAAL DOORREISFACILITERINGSDOCUMENT VOOR TREINREIZIGERS (FRTD)
Het digitale FRTD bevat de volgende gegevensvelden:
— |
lidstaat van afgifte; |
— |
achternaam, voornaam; |
— |
achternaam bij de geboorte; |
— |
geboortedatum; |
— |
geboorteland en -plaats; |
— |
geslacht; |
— |
nationaliteit; |
— |
nationaliteit bij de geboorte; |
— |
type en nummer van het reisdocument; |
— |
autoriteit van afgifte van het reisdocument; |
— |
datum van afgifte en uiterste geldigheidsdatum van het reisdocument; |
— |
datum en tijdstip van vertrek van de trein (eerste binnenkomst); |
— |
datum en tijdstip van vertrek van de trein (tweede binnenkomst); |
— |
de autoriteit die het digitale FRTD heeft afgegeven, inclusief haar locatie en of die autoriteit het digitale FRTD namens een andere lidstaat heeft afgegeven; |
— |
plaats en datum van de beslissing om het digitale FRTD af te geven; |
— |
nummer van het digitale FRTD; |
— |
het grondgebied waarop de houder van het digitale FRTD zich mag ophouden; |
— |
de begin- en einddatum van de geldigheidsduur van het digitale FRTD; |
— |
de op grond van het digitale FRTD toegestane duur van de doorreis; |
— |
opmerkingen van de autoriteit van afgifte om eventuele bijkomende gegevens te vermelden die zij noodzakelijk acht, mits wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 5 van deze verordening; |
— |
de gezichtsopname van de houder van het digitale FRTD. |
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/2667/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)